6 JJ&MÉk Muziekdramatische kunst in België Jubileer end Pulchri Een schaatswedstrijd NIEUWE LEIDSCHE COURANT 6 DINSDAG 7 JANUARI 1947 Kunst en Letteren REISINDRUKKEN VAN ONZEN MUZIEKRECENCENT 't Begon al in Roosendaal. De wagons derde klasse waren zoo overvol, dat het letterlijk onmogelijk bleek mij er in te persen. Ik stapte dus op goed geluk in een anderen wagon en voor ik het wist zat ik in een gemakkelijken fauteuil aan een tafeltje met een gezellig schemer lampje. Er was in dezen wagon een sfeer van comfort en luxe, die des te weldadi ger aandeed, omdat ik van Leiden tot Roosendaal in volle coupé's had gestaan. Dit leek weer echt op een vooroorlog- sche buitenlandsche reis. Door een on bewuste associatie gingen mijn gedach ten terug naar een vroegere reis en ik zag weer den Italiaanschen kellner, die met een onnavolgbaren zwier de spaghetti opdiende, terwijl de trein door het Do- lomitenlandschap snelde. Maar voor ik in Venetië arriveerde werd ik uit mijn overpeinzingen gewekt door een stem, die mij in duidelijk Ne- derlandsch verzekerde, dat ik drie gul den zooveel moest bijbelalen, omdat ik Pullman reisde. Pullman vandaar dus die luxe en de phantasieën over Italië. Nauwelijks had ik mijn portemonnaie op geborgen, of de Belgische conducteur kwam mij verzoeken 46 francs te supplee- ren. Ik vertelde hem, dat ik al bijbetaald had, maar hij legde mij uit, dat ik niet alleen toeslag verschuldigd was omdat ik Pullman reisde, maar bovendien, om dat ik met een derde klas kaartje in een tweede klas wagon zat. Dit was echter slechts een voorproefje van de onverwachte uitgaven, die iemand in Brussel te wachten staan. Brussel wekt direct bij' aankomst den indruk, dat de oorlog geen nasleep heeft gehad. Bij het station staan venters met sinaasappelen, bananen, reepen choco lade, diverse soorten sigaretten en an dere heerlijkheden. En een korte wan deling door de stad is voldoende om te zien, dat in Brussel letterlijk alles te, krijgen is. Maar een overhemd kost al ongeveer 400 franc! Brussel is fleurig en gezellig. De reis heeft mij hongerig gemaakt en 'a nachts om 12 uur stap ik een restaurant binnen om nog wat te eten. Een „Cöte de porc" en een koffie kost honderd francs. Wan neer alles zoo duur is, ben ik gauw door mijn francs heen en over 4 dagen wordt „Le prince Igor" opgevoerd. Deze opera, die in ons land nooit wordt opgevoerd, wil ik beslist zien. Maar alles is zoo duur in Brussel. In mijn hotel hoor ik, dat.de kamer 106 frs per nacht kost, zonder ontbijt natuurlijk. Den volgenden morgen ga ik het eerst naar het Théatre de la Monnaie en koop toegangsbewijzen voor de opvoeringen der volgende dagen. Als ik kaarten voor Traviata, La Bohème, La Basoche en Le Prince Igor in den zak heb, krijg ik het gevoel, dat het voornaamste doel bereikt is, al zal ik van een overhemd wel af stand moeten doen. Na een prachtige opvoering van „Tra viata" O.I.V. Edgar Doneux krijg ik den dirigent te spreken, die mij uitnoodigt den volgenden dag met hem ergens kof fie te drinken en wat te praten. Doneux is een jongeman van 29 jaar, die heel snel carrière heeft gemaakt. Hij studeerde aan het conservatoire te Luik en zat op 20-jarigen leeftijd achter een der cello-les9enaars van een orkest, toen de dirigent onverwachts afzegde. Doneux nam zijn plaats in en wist de aandacht op zich te vestigen. Thans is hij met Corneil de Thoran, Renez Defossez en Robert Ledent als chef d'orchestre aan het Théatre de la Monnaie verbonden. Doneux vertelt mij, dat de opera in Brussel 10 maanden per jaar, van Octo ber tot Augustus, dagelijks, speelt. In Augustus wordt eoht vacantie gehouden, maar de maand September wordt ge bruikt om nieuwe werken in te studee- ren. Er moet dus heel hard worden ge werkt en de oudere dirigenten zouden graag wat meer vacantie hebben. Doneux kan het inspannende leven goed uithou den, maar hij heeft nu in een week al Natuurlijk zal men het vieren, schreven Wij onlangs, toen we het over het eeuwfeest van Pulchri Stut^o hadden. Natuurlijk. Hoe veel beteekenissen heeft zoo'n vluchtig neer geschreven woord! Het kan beteekenen, dat het gewoonte is, zulke feesten te vieren en dat men niet met die gewoonte wil breken. Voorts kan 't zeggen, dat het in 's menschen natuur ligt, gedenkdagen als deze niet onop gemerkt voorbij te laten gaan. Maar ook kan het beduiden, dat er reden bestaat om feest te vieren: reden om verheugd te zijn. Mis schien heeft behalve het eerste, het tweede, doch zeker het derde Pulchri aanleiding ge geven om de feestelijkheden te organiseeren, waarvan réeds melding is gemaakt. Feeste lijkheden, die overigens en opnieuw past hier een „natuurlijk" een demonstratie van kunst, geen jool zullen zijn. Bestaat er inderdaad voor Pulchri reden, feestelijk gestemd te zijn? De vraag is hier boven eigenlijk al beantwoord. Zoo positief gesteld, eisoht zij evenwel een categorisch bescheid. Met ja of neen was men er echter niet af. Vooreerst heeft het genootschap, als immers wel alle vereenigingen of corpora ties (en bijna alle menschen!) voor- en te genspoed gekend. Ook Pulohri's karretje is niet altijd over een zandweg gegaan. Na ja ren lang omzwerven, in de tweede helft der vorige eeuw is het genootschap niet minder dan vijf of zes maal verhuisd, heeft men 45 jaar geleden het groote gebouw aan het Lange Voorhout betrokken, waar men ook *hz nog huist. Vele moeilijkheden overwon nen, leek Pulchri arrivé. Een royale behui zing vergt evenwel veel aan onderhoud en of de exploitatie van de zalen, die de kos ten moest dekken, daarvoor steeds genoeg IkmÊt epgeleverd? Wij weten er eigenlijk nie- drie opvoeringen geleid en hij zal blij zijn als morgen „La Basoche" achter den rug is. Hij vertelt mij nog verschillende interessante bijzonderheden over het Belgische muziekleven en is zeer ge- interesseerd in de toestanden op muziek gebied in ons land. Hij heeft enkele van onze dirigenten en zangeressen gehoord en hij beschouwt Mengelberg als op één na den grootsten dirigent van dezen tijd. De grootste is natuurlijk Toscanini. De opvoeringen, die ik onder leiding van Doneux gehoord heb, stonden alle op hoog peil. De opera in Brussel be schikt over voortreffelijke solisten, een uitstekend koor en orkest en een prachtig ballet. In „Traviata" werd ik het meest geboeid door madame Clairbert in de rol van „Violetta", in „Bohème" vielen mij de prachtige stemmen en het voor treffelijke spel op van madame Derval in de rol van „Mimi" en van Regnieifcin de rol van „Rodolphe". „La Basoche" van Messager is hier te lande volkomen onbekend. De hoofdper soon is de dichter Clément Marot. Het libretto van Albert Carré heeft niet zoo veel om 't lijf; een aaneenschakeling van komische situaties en vermakelijke ver wikkelingen. Messager is geen geniaal componist geweest, maar hij wist voortreffelijk een De ijsclub in het dorpje Terzooi, vlak bij Sneek gelegen, is bij "de oprichting „Adam en Atze" gedoopt. Naar Adam hardrijder, waarvan ik U den vorigen keer vertelde en naar Atze, een al even vermaard hardrijder, die om zijn vlam- menden haardos Roode Atze werd ge noemd. Atze, geboortig uit Oldeboorn, is lan gen tijd de snelste rijder op de banen geweest. Hij had een ijzersterk lichaam en een legendarische Ausdauer. Van hem is het volgende verhaal bekend. In Groningen woonde een bakkers knecht, die, evenals zijn Friesche col lega Atze dat in die provincie deed, alle eerste prijzen in de wacht sleepte. Zijn faam sing over de heele provincie. Een paar Groninger ingezetenen bij Leeuwar der zakenvrienden op bezoek, zongen tijdens de visite zijn roem in alle toon aarden en de Friezen lieten zich uiter aard niet onbetuigd met het ophalen van de roemruchte daden van den Frieschen ster Atze. Ten slotte daagden de Groningers de Friezen uit met hun „ster" naar Gronin gen te komen, om daar een wedstrijd tegen den Groninger bakkersknecht te rijden. De Friezen zeiden accoord, de wedstrijddag werd bepaald en half Gro ningen liep uit om dezen tweekamp te zien. Maar toen de trom den roffel sloeg ten teeken dat de rijders aan den start moesten verschijnen, was Atze niet aan wezig. Ten tweeden male werd de trom geroerd en ten derden male. Nog geen Atze. Reeds overlegden de wedstrijd leiders wat hun te doen stond, toen onze vriend rustig kwam aanrijden. Hij was 's morgens op de schaats gestapt en naar Groningen gereden en had zich onder weg wat verlaat, was zijn eenvoudige verklaring. Maar wat hem betrof, kon wel direct worden begonnen. Hij weigerde evenwel jas en boven broek uit te trekken. Hij meende, dat hij daarvoor te bezweet was. Hoewel prut telend legden de Leeuwarders, op wier aandringen Atze naar Groningen gekor men was, zich daarbij neer en.... Atze verloor den eersten rit. De Groningers juichten, de Friezen trokken een lang gezicht. Na een half uurtje riep de trom de rijders opnieuw aan den start, weer wei gerde Atze zijn jas uit te trekken, hoe ook de Leeuwarders sputterden. Hij ver klaarde voldoendè uitgerust te zijn om, zooals hij gekleed was, den Groninger te verslaan en inderdaad hij won den rit, maar slechts met een centimeters ver schil. De Groningers namen hem danig Imendal van; het zou ons eahter Aiet verwon deren als we vernamen, dat er jaren zijn geweest, bij het einde waarvan de penning meester met een zorgelijk gezicht zijn boeken en kas heeft bekeken. En niet altijd stond er dan een schilder-kunstbeschermer klaar om, zooals H. W. Mesdag in 1901, toen het Genootschap na de laatste verhuizing een zwaren schuldenlast droeg, met een dertig duizend gulden bij te springenMesdag kon het doe* heeft men waarschijnlijk wel eens gehoord. Zeker, doch zijn verdienste blijft, dat hij het dan ook dééd. Om financieele zorgen behoeft men de feestviering, meen en wij, nu niet achterwege te laten. Een andere kwestie is echter of Pulchri als k u n s t-genootschap, wat het immers is: een vereeniging, welke' niet slechts de belangen der leden behartigt, maar mede de kunst wil bevorderen, reden en recht tot feestvieren heeft. Het is thans allerminst het goede oogenblik om iets. on aangenaams te zeggen, maar fluisterend achter de hand mogen wij er toch wel even aan herinneren, dat Pulchri perioden heeft gekend, waarin het in sleur versloomd leek te zijn, de middelmatigheid den toon aangaf en de gemakzucht, welke Sturm und Drang niet anders dan als lastig scheen te kunnen zien, de macht in handen had. Een jaar of tien vóór de vestiging aan het Lange Voor hout is het geweest, dat eenige jonge leden doch onder aanvoering van Théophile de Book, die toen toch al 40 jaar oud, du6 geen jongmaatje meer was er uit zijn geloopen omdat zjj den druk der doodsche, dorre con ventie niet langer konden verdragen. En om het requisitoir nu maar ineens te voltooien, dat wij toöh enkel uitbrengen om tot een vleiende tegenstelling te kunnen komen: ook Later zijn er nog wel tentoonstellingen ge houden, die rond-uit gezegd vervelend wa ren, al vond men er altijd wel enkele belang wekkende werken. Van lieverlee is dit echter opera te schrijven. De behandeling van soli; koor en orkest is meesterlijk, de situatiesohildering altijd raak. Geen diep gaand werk, maar plezierig om naar te luisteren, door en door Fransch, geestig en vol gratie. „Le Prince Igor" van Borodine daaren tegen is een opera, die meesleept, een van de mooiste opera's, die ik heb ge zien. En men verwondert er zich over, dat in ons land steeds weer „La Bohème" wordt gegeven of een andere opera van Puccini, maar nooit een werk als „Le prince Igor". Deze opera, waarvoor Bo rodin zelf den tekst schreef, speelt in 1185 in Rusland; het werk begint met een proloog, daarop volgt een ouverture, die de drie actes inleidt. Het werk bevat prachtige melodieën en is zeldzaam mooi geïnstrumenteerd. De uitbeelding der verschillende karakters is uitstekend ge troffen en er komen heel mooie en expressieve koren in voor. Het hoogte punt was voor mij de tweede acte, waar in de beroemde Polowetzer dansen voor komen, prachtig gedanst door het corps de ballet en voortreffelijk begeleid door het orkest o.l.v. Corneil de Thoran. Als ik het operaprogramma der ko mende weken bekijk, waarop o.a. „L'at- taque du moulin" van Bruneau voor komt, en mij realiseer, dat in de maand October vijf verschillende opera's van Mozart werden opgevoerd, dringt de conclusie zich op, dat wij in Nederland op het gebied der muziekdramatische kunst nog veel hebben in te halen. Hennie Schouten. ^iit het Noorden in het ootje en hun spotternijen prikkel den den Fries zoo, dat hij, toen de trom voor den beslissenden rit roffelde, jas en bovenbroek afgooide en uitriep, dat hij nou nog eens zou laten zien hoe een Fries rijden kan. Toen de rijders na ette lijke valsohe starts eindelijk gelijk „los" waren, sprong de Fries a.h.w. naar vo ren, als razend vloog hij langs de baan. Toen hij de eindstreep gepasseerd was, keerde hij zich onmiddellijk om, reed zijn tegenstander nog een eindweegs tegemoet en schreeuwde toen: „Waar bliefst nou bollebuisjes-bakker?" Ja, deze Atze was een geweldig rijder. Als men hem vroeg, waar hij toch die geweldige kracht aan dankte, dan ant woordde de roode reus met slechts één woord: „Levertraan". Een hardrijder, verklaarde Atze, moest levertraan drin ken, zooals een gewoon burger een glas water. Er wordt van hem beweerd, dat hij vóór een wedstrijd een winkel binnen stapte en een flesch levertraan vroeg. De flesch werd voor hem op de toonbank gezet, de prijs werd genoemd en de win kelierster voegde daaraan toe: „en een dubbeltje voor de flesch. „Die betaal ik niet" was het antwoord van Atze. Meteen trok hij de kurk van de flesch, zette het flesohje aan den mond en klokte den inhoud meteen naar bin nen. Dat levertraan drinken heeft hem on getwijfeld eens van den bevriezingsdood gered. Atze lustte n.l. graag een glaasje en wanneer hij een wedstrijd gewonnen had, keek hij er bij de feestelijke prijs- uitdeeling wel eens wat al te diep in. Zoo moet het gebeurd zijn, dat een paar Akkrumer ingezetenen den rooden hardrijder in de sneeuw zagen' liggen slapen, toen ze op een vroegen Vrijdag morgen naar Leeuwarden wilden schaat sen. Ze maakten den slaper met veel moeite wakker en toen Atze eindelijk bësefte, dat hij nog op schaatsen stond en niet in zijn bed had geslapen, was de eerste vraag hoe: laat het was. „Te bliksche kater" was daarop Atzes antwoorddan mag ik wel voortma ken, want ik moet in Joure hardrijden en de aangifte sluit over een uur. Met een sloeg hij de sneeuw van zijn jas en weg was de reusIn Joure won hij 's middags den eersten prijs. De ijsclub in Terzooi houdt de herin nering aan de beide ijsreuzen Adam en Atze levendig. Want als een jongen de wedstrijdaankondigingen leest en naar den oorsprong vraagt van „Adam en Atze", dan vertelt vader ofgrootvader de geschiedenis van deze beroemde hard rijders. Leiden. K. Woudstra. 1 veranderd; Jan Toorop, eens ook in den Pulchri-Kring bespot, is er langzamerhand een van de meest gewaardeerde leden ge worden en voor „modernistische" stroomin gen, die uit het buitenland kwamen, heeft het Genootschap tenminste in latere jaren geen vloedplanken voor zijn deuren gezet. Meer en meer traden jongeren toe, die soms wel nog geenszins hadden bereikt ^at zij beoogden, zelfs voor zichzelf nog niet goed hadden uitgemaakt wat zij eigenlijk wilden, maar met hun gissen en zoeken, hun zinnen en streven verheldering en verfrissching brachten in Pulohri's bijwijlen wat duffe binnenhuissfeer. Zoo een moment van op leving maakte Pulchri Studio juist nu het tooh zijn honderdjarig bestaan viert, door; jaren moet men teruggaan, tot den tijd toen Weissenbruch, de Marissen e.a. hun gaven tot den rijksten bloei hadden gebracht, om bij tentoonstellingen te belanden, welke mis schien nog vrijer en ruimer of sterker ont wikkelde werkzaamheid van talenten hebben doen zien, dan welke de uitstallingen van werken door leden na de bevrijding ver toonden. Aan behoudzucht van Pulchri kan, mag men zeggen, de Haagsche Kunstkring thans tenminste geen reoht van bestaan meer ont- leenen en men zou in twijfel kunnen trek ken of naast Pulchri, dat dan tooh de oudste rechten heeft, een tweede vereeniging noodig is (men telt er nog andere, zwakkere, m onze stad; doch die laten wij nu maar buiten beschouwing), ware het niet, dat rivaliteit veelal het goede gevolg heeft, dat zij de rivale: wakker houdt. Hoe dit al zij, op het oogenblik is Pulchri zeker waaksdh en vief genoeg en als het voortgaat op den weg, die het thans heeft ingeslagen, een moeilijken weg, die leidt tot een doel, dat de moeiten zal loonen, geven wij het graag een „pro ficiat" mee. PIETER KOOMEN Prettig loopen? Propaganda-dagen komen vs Protest tegen het uitblijven van salarisherziening Voor leeraren bij het M.O. Op de te 's-Gravenhage gehouden verga dering van de neutrale Alg. Vereen, van Leeraren, bij het M.O. is besloten slechts onder krachtig protest tegen den tragen gang van zaken bij de voorbereiding der salaris herziening de plannen tot reorganisatie van. hn onderwijs in behandeling te nemen. Aan het hoofdbestuur is verzocht deze motie ter kennis van de Regeering te brengen. Aan den minister van O. K. en W. werd een telegram gezonden, waarin er met klem op wordt aangedrongen te bevorderen, dat de ingestelde salariscommissie binnen zeer kor ten tijd tot een bevredigend resultaat zal kunnen komen. Verworpen werd het voorstel Latijn in te voeren op de H.B.S.-B. en even zeer het facultatief stellen van het Duitsch. H.M. DE KONINGIN IN DE HOOFDSTAD TER KERKE. In allen eenvoud heeft onze Landvrouwe Zondag de avonddienst in de Muider- kerk te Amsterdam bijgewoond, vergezeld door Haar dame du palais, mevrouw L. Th. de Beaufort en van Haar kamerheer in bui- tengeowen dienst jhr \F. J. E. van Lenciep. Ds G. Lans predikte aèn de hand van Zon dag I van den Heidelberg^chen Catechismus. Illegaliteit wenscht geen onderscheidingen Aangezien onbillijkheden niet kunnen uitblijven. Reeds eerder is uit kringen van de illega liteit kenbaar gemaakt, dat men geen prijs stelt op het uitreiken van onderscheidin gen. Slechts ndien dit posthuum geschiedde, zou er geen bezwaar gemaakt worden. Elven wel is van bepaalde zijde toch ge tracht, te komen tot het verleenen van on derscheidingen aan nog in leven zijnde illegale werkers. Reeds is men voor de gewapende verzets beweging begonnen met het uitreiken van onderscheidingen, en verwacht wordt dat binnenkort dit ook voor de ongewapenden zal geschieden. In verband hiermede heeft het algemeene bestuur van de L.O. en L.K.P. in een dezer dagen gehouden vergadering opnieuw beslist, geen medewerking te verleenen aan het uitreiken van onderscheidingen, mede om dat hierdoor onbillijkheden niet kunnen uit blijven. HET SCHAAKTOURNOOI TE HASTINGS. De uitslagen van de zevende ronde van. de premier section m het sohaaktournood te Hastings waren: AlexanderAbrahams 10; RaizmanTartakower 10; WoodGolom- bek l,2V2', GudmunssonAitken 10; Ya- novskyPrins afgebr. De stand is thans: 1. Alexander 6%; 2. 3. 4. Tartakower, Yanovs- ky en Gudmunsson, p.; 5. Abrahams 3V2I 6. Raizman 2\'2: 1. 8. en 9. Wood, Aitken en Golombek, 2; 10. Prins, 1. BRAND AAN BOORD VAN DE „KONINGIN EMMA". Zaterdagavond is een uitslaande brand uit gebroken aan boord van het m.s. „Koningin Emma" van de Stoomvaart Mij. „Zeeland". Dit schip wordt momenteel op de Kon. Mij „De Schelde" te Vlissingen van troepentransport- schip omgebouwd tot passagiersschip. Binnen twee uur kon de brandweer het vuur meester worden. Er is ernstige schade aangericht, o.m. aan de huid van het schip, die roodgloeiend is geweest. 'T KOLENVERVOER HIER TE LANDE NOG NORMAAL Het kolenvervoer door de Ned. Spoorwe gen is nog normaal, d.w.z. een aantal trei nen gaat vla Susteren naar hun plaats van bestemming, terwijl een aantal andere trei nen bij Bom wordt overgeslagen met de z.g.n. tip in de schepen. Indien deze „tip" moet uitvallen, zullen alle treinen via S\os- teren worden gedirigeerd. HAAGSCHE SCHOONHEIDSSPECIALISTE AAN DEN BOEMEL. Een Haagsche schoonheidsspecialiste, die in den nacht van 3 Jan. onder den invloed van sterken drank te A'dam een haar on bekenden man ontmoette en met hem den nacht in een perceel aan den NZ. Voorburg wal doorbracht, moest den volgenden och tend tot de onaangename ontdekking komen, dat haar metgezel zich met., haar Nertz- bontjas, ter waarde van f 12.000, uit de voe ten had gemaakt. IN ENKELE REGELS De Krijgsraad te velde te Den Haag vedwees gisteren de zaak tegen W. J. K. K.t die tijdens den oorlog de leiding van het „Oranje Nassau Regiment" had en deelnam aan diverse „stunts", naar de Haagsche Rechtbank, omdat dit regiment niet geacht wordt een militaire organisatie te zijn. De zilveren eere-medarlle, verbonden aan de Orde van Oranje Nassatt, is toege kend aan T. Leeuwen burgh, van de ge meentesecretarie te H. I. Ambacht. Benoemd tot raadadviseur in alg. dienst aan het dep. van Financiën mr L. A. v. cL Plas, thans administrateur, terwijl tot ad ministrateur, tevens hoofd der afd. juridi sche zaken en bewindvoering rs benoemd mr A. Kan, thans referendaris. B. en W. van A'dam hebben de Prins Bernhardstichting geplaatst op de lijst der in die gemeente gevestigde instellingen van wel dadigheid. De 36-j. Z. J. W. Luff, die van 1941 t/m. 1943 gevangenbewaarder was in de Duitsche afdeeling van het Huis van Bewaring te A'dam is gisteren door het B.G. te A'dam veroor deeld tot 10 jaar gev. straf (ei9ch was 15 j.), De res.-legerpred. ds J. C. Hamel, die gedurende den oorlog vele krijgsgevangenen kampen, o.a. die langs den Birmaspoorweg, bezocht, zal gedurende 5 6 weken een tourriée maken door ons land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 6