Een Indië-debat in grooten stijl
Katholieke fractie nog steeds het
vraagteeken
Wat beteekent Cheribon in econom. opzicht
NIEUWE LEEDSCHE COURANT
3
DINSDAG 17 DECEMBER 1M6
Ruys contra Romme
(Van onzen Parlementsredacteur)
Na prof. Romme was gistermiddag bij de
debatten over Indië in ds Tweede Kamer het
woord aan dr. Bruins Slot (AH.).
De Indische kwestie, aldus de heer Bruins
zit ons volk tot de keel. De regeering wil nu,
zegt zij, aan de wereld een voorbeeld geven.
Dat moet dus wel een duidelijke en klare
conceptie zijn, waarbij geen ruimte mag zijn
voor twijfel. De werkelijkheid is echter
anders:
De regeering zal, als zij zegt dat wij hier
van doen hebben met een politieke zaak, niet
meenen te ontkomen aan het juridische ont
leedmes. De overeenkomst heeft na de onder-
teekening rechtswerking en rechtsgevolgen;
de binding is dan een juridische binding.
Daarentegen mogen de toelichting op de ont
werp-over eenkomst en de regeerings verkla
ring weliswaar een moreele en een politieke
binding hebben, een juridische binding heb
ben ze niet. Het is dan ook onjuist, te zeg
gen, zooals de regeering doet, dat de ont
werp-overeenkomst ook na teekening slechts
bindt tot hetgeen de regeeringsverklaring
aangeeft.. Geeft de overeenkomst iets anders
aan dan de regeeringsverklaring doet, dan
moet de overeenkomst worden gewijzigd. Nu
echter hebben we de ontwerp-overeenkomst
(een juridisch stuk) en twee andere stukken
van politieken aard, waarbij dan in beide laatst
bedoelde stukken als balletjes in de soep en
kele juridische opmerkingen drijven. De pre
sident van het Internationale Hof zal, voor
geval hij mogt arbritreeren, deze beide stuk
ken, die geen juridische binding hebben, stel
lig naast zich neerlegeng.
De erkenning van de republiek, zoo ver
volgde dé heer Bruins Slot, is alleen maar de
erkenning van een pretentie. Als de republiek
gezag heeft in Batavia, is dat aan het con
stitutioneel gezag ontrukt, en toch heeft ze
volgens de ontwerp-overeenkomst dat gezag,
aldus de heer Bruins Slot, dat de regeering
en de Commissie-Generaal ondanks bewerin
gen van het tegendeel de verhouding tusschen
Nederland en Indië vrijwel uitsluitend hebben
getrokken in het volkenrechtelijke kader.
De weg van de erkenning, zoo besloot de
heer Bruins Slot, is een doodloopende. De
regeeringspolitiek is er tegelijk een van ,,ja"
en van „neen". Het huis van Linggadjati is
tegen zichzelf verdeeld en kan niet bestaan.
De heer Vonk (P.v.d.V.), die na den heer
Bruins Slot het woord kreeg, zette in een uit
voerige rede uiteen, waarom de handelingen
der Commissie-Generaal volgens artikel 161
van het Indisch Wetboek van Strafrecht
strafbaar zouden zijn en hoe haar leden zich
in het nadeel van het Koninkrijk van hun op
dracht hebben „gekweten". Geheel eigen
machtig namen en troffen Schermerhorn c s.
maatregelen, die aldus de heer Vonk in
strijd zijn met de wet. Ook dr Van Mook
heeft zich in dezen van zijn slechtsten kant
laten kennen. Concludeerende achtte deze
spreker het noodig, dat tot strafvervolging
van de vier leden der Commissie-Generaal
wordt overgegaan, hoewel hij hoopte, dat
door verwerping van de ontwerp-overeen
komst deze procedure onnoodig zou worden.
Vervolgens was de heer Meyerink (A.R.)
aan het woord, die naar aanleiding van de
werkzaamheden der Commissie-Generaal de
vraag opwierp, of zij niet buiten haar be
voegdheid is gegaan. Hoe men ook moge den
ken over de toekomstige Nederlandsch
Indonesische Unie, zeker is, dat zij niets ge
meen heeft met het Koninkrijk.
In plaats van nu de leden te herinneren
aan wet en instructie heeft de regeering ge
meend hun een volstrekte „carte blanche"
te moeten verstrekken. Waar de grens ligt
der verantwoordelijkheid, welke onder geen
voorwaarde mocht worden overschreden, werd
aan de Commissie-Generaal niet gezegd. In
tegendeel, alles moest in het werk worden
gesteld om het bereikbare te bemachtigen.
Ondanks dat is de Commissie toch in haar
plicht tekort geschoten, door zonder zich
op de hoogte te stellen van de omstandig
heden, zonder zich te bekommeren om de
medezeggenschap van de diverse bevolkings
groepen zoowel op Java als in de buitenge
westen, ja zonder zich te bekommeren om de
Koninklijke rede van December 1942 een
regeling in het leven te roepen, welke op ade
punten aanvechtbaar is. Het ernstige en be
denkelijke van dit eenzijdig overleg achtte de
heer Meyerink de erkenning van de revolutie,
welke de regeering, door de ontwerp-overeen
komst te teekenen, meent te moeten dekken.
De heer Meyerink erkende wel degelijk, dat
de volkeren in Indië recht hebben op vrij-
Prof. Logemann (P.v.d.A), die te Rotter
dam Cheribon „zeer gevaarlijk" en
„hachelijk" noemde, doch op het Binnen
hof er een vurig pleidooi voor hield.
heid, doch niet op een vrijheid welke resul
teert in bandeloosheid, zooals thans overal in
Indië het geval is. Durft de rageering het
aan om op 1 Januari 1949 afstand te doen van
haar verantwoordelijkheid ook in de interne
sfeer?
Ook de politieke kant van het verloop in
Indië schept geen verwachtingen veer de
toekomst; allerwegen is bij de inheemschen
tweespalt te ontdekken en eenheid is ver te
zoeken. Gaarne zou de heer Meyerink van
de regeering vernemen, of naar haar oordeel
binnen twee jaar een politieke stevigheid
onder de inheemsche groepen bestaat, zoo
danig dat het aan de jonge krachten kan
worden overgelaten een vrijen democratischen
staat te besturen.
Alles bijeen genomen kon de heer Meyerink
geen vrijheid vinden, zijn stem aan het ont
werp te geven.
De heer Logemann, de eersté spreker ait
de Partij van den Arbeid, noemde de over
eenkomst een acte van pacificatie. In een
maatschappelijke crisis is een oude rechts
orde Verloren gegaan, en wel door de verwer
ping van deze rechtsorde door de Indonesiërs.
In den geheelen Archipel leeft de vrijheids-
gedachte, waarbij de vooroorlogsche status
zijn draagkracht verloor. Het prestige van
voogden en vorsten wordt niet meer aan
vaard. Duidelijk is, dat hieruit veel onrijp
heid moest voortkomen. De eisch van 100 pet
Merdeka bewijst de crisis van de fundamen"
ten van het gezag.
Een poging om met wapengeweld een einde
te maken aan den bestaanden toestand moet
uit menschelijke en practische overwegingen
afgewezen worden. Een gezags-legitimatie
zou dan in de Indonesische wereld geen steun
meer vinden. Trouwens, ook in de Malino-
gebieden is het gezagsfundament gescheurd.
Het wezenlijke, dat beproefd moet worden,
is een geheel nieuwe gezagslegitimatie. Van
dezen eisch is de republiek de wezenlijke en
revolutionnaire uiting Ondanks haar zwak
heden, en juist deze constructie heeft men
hier gekozen. Hiertegenover wilde de heer
Ruys vasthouden aan de Rijksgedachte.
Een andere grief van den heer Ruys tegen
de ontwerp-overeenkomst was, dat de gods
dienstvrijheid niet gewaarborgd was.
Het voorstel van de Commissie-Generaal
beteekent 'n ramp en is in strijd met het al
gemeen belang. Het meeningsverschif tus
schen de R.K. loopt aldus spreker, over den
vorm van wat naar allen hopen gestalte
krijgt. Helaas heeft men voor de Commissie-
Generaal geen mannen genomen met een
blanco verleden. Voor gevaren van interna
tionalen kant is de heer Ruys niet beducht,
te minder nu de regeering zich reeds zoo in
schikkelijk had betoond. Spr. had reeds een
motie overwogen, doch diende deze nog niet
in. Hij vroeg een Konikrijk met liquidatie
der koloniale verhoudingen en in een hecht
rijksverband.
Na den heer Ruys was het woord aan den
heer Tilanus (CH.), die het betreurde, dat
de Ministerraad op Zondag heeft vergader».
De toelichting, welke de Commissie heeft
gegeven op de voorstellen, vond spr. zeer
moeilijk leesbaar. Men zal, wordt deze over
eenkomst onderteekend, voor tal van vraag
stukken komen te staan, en ook daarna zal
beantwoording van vele vragen, van groote
beteekenis zijn.
Wat is nu de bedoeling der regeering; zal
er een stemming over het ontwerp plaats
vinden? Is de Raad van State hierover ge
hoord? Het is immers in wezen een tractaat.
Zal het verdrag de Koningin ter teekening
worden aangeboden?
In de Tweede Kamer was ook Tjarda van
Starkenborgh (met zijn echtgenoote)
present, de man, die met vaste hand
Indië stuurde naar rust en welvaart.
heden staat zij pyschologisch zeer sterk, het
geen de Staten-Generaal reeds erkenden in
de aanwijzing van de Commissie-Generaal.
Politiek moeten thans de bodemmoeilijk
heden overwonnen worden, want 100 pet Mer
deka en blijvend samengaan zijn hier de twee
uitersten. De Commissie-Generaal heeft nu de
vertrouwens- en gezagscrisis willen bezweren.
Naast dit alles blijft de internationale be
langstelling steeds een gevaar vormen voor
interventie. Ook daarom moet het verdrag
worden uitgebouwd.
Wij geven ons dan niet over aan een mach-
telooze Indonesische regeering, maar geza
menlijk moet er verantwoordelijkheid wor
den gedragen voor het bestrijden van den
chaos. Een de facto-erkening van de repu
bliek kan juist te eerder een einde maken
aan den revolutionnairen inslag, doordat de
republiek daarbij wordt opgenomen in de
nieuwe constitutioneele vormen. Het Konink
rijk wordt door deze ontwerp-overeenkomst
niet gebroken of vermoord, maar omgezet
naar de eischen van den tijd.
Mijn fractie, aldus besloot de heer Loge
mann, stelt op spoedige onderteekening van
de basisovereenkomst prijs. Deze ontwerp
overeenkomst biedt een waardevolle bijdrage,
aldus deze spreker, die tenslotte hulde bracht
aan de Commissie-Generaal en* aan den Lt.
G.-G.
Na de rede van den heer Logemann werd
de vergadering geschorst tot des avonds half
negen.
In de avondvergadering was de heer Ruys
de Beerenbroeck (RX.) de eerste spreker. Hij
zag een wezenlijk onderscheid tusschen
iemand als Mussert en Soekarno. Den laatste
vergeleek hij met Masarijk.
Spr. staat zeer onbevangen tegenover
Iinggadatjati,. doch meent de ontwerp-over
eenkomst te moeten verwerpen. Aarzelend
had hij zich destijds bij de verklaring van 10,
Februari neergelegd. De Commissie-Generaal
had de voorwaarde van 10 Februari van het
ééne Koninkrijk nooit mogen prijsgeven. Zij
is op dit punt in gebreke gebleven.
Als zeer te betreuren resultaat doet een
Statenbond zijn intrede, al poogt men de zaak
te redden door den Koning aan het hoofd
der Unie te plaatsen. Dit ging den spreker
des te meer ter harte, omdat hij nog in
Augustus de wet op de Commissie-Generaal
had verdedigd. De Commissie had niet slechts
één groep mogen spreken, al heeft deze
groep wellicht de grootste macht, doordat zij
over Japansche wapenen beschikt.
Het beeid der Commissie-Generaal noemde
de heer Ruys désastreus en zij heeft in haar
samenstelling zijn vertrouwen niet. Wat de
Commisie-Generaal wil is nog ongunstiger
dan in het oude OostenrijkHongarije. Bij
een Statenbond dreigen altijd vele moeilijk
En hierde man, die onbrak om ons
Koninkrijk zoo snel mogelijk naar den
afgrond te voeren.
Is het de bedoeling de zaak ook in de
Eerste Kamer aan de orde te stellen? Dit
lijkt spr. toe, omdat de Regeering over „de
Kamers" spreekt.
De uitingen in vergaderingen en pers
toonen aan, dat ons volk in hoogspanning
leeft; Indië is in deze dagen dichterbij ge
komen. Ons volk loopt niet spoedig warm,
dodh het is thans warm geloopen.
We hebben wéér één van die hoogtepunten
bereikt, als het Christenvolk uit de geschie
denis kent. Het volk voelt het probleem van
gezag en vrijheid klaar voor zich.
Het is den verkeerden kant uitgegaan;
men is gaan praten, en is steeds verder af
gegleden. Dit geheele plan is gebaseerd op
hetzelfde menschelijke principe, als waar
door minister Schermerhorn tijdens zijn één
jarig optreden mislukte. (Rumoer).
Bij het optreden van het Kabinet-Beel had
spr. de hoop, dat een geheel andere koers
zou worden gevolgd, omdat het volk duide
lijk had getoond van die politiek niet ge
diend te zijn.
De heer H. W. Tilanus, leider der Chr.
Historische fractie, die gisteren heel wat
spijkers met koppen sloeg.
De P.v.d.A. heeft het noodig gevonden,
dadelijk al de kwestie Indië in de politiek
te betrekken, bewijzen de redevoeringen die
aanstonds werden gehouden voor de radio.
Spr. wilde deze zaak echter zien buiten de
politieke sfeer.
De samenstelling der Commissie-Generaal
heeft nogal wat voeten in de aarde gehad.
Het benoemen van prof. Schermerhorn in
deze Commissie is wel de slechtste soort
van politiek geweest. Daarvoor is de geheele
Regeering verantwoordelijk.
Spr. toonde aan, dat de Commissie buiten
haar opdracht van September 1946 is gegaan,
door de bepalingen inzake opname „buiten"
het Koninkrijk.
Is er nu werkelijk bij alle betrokken vol
ken sympathie voor de republiek? Het zal
leiden tot onderlinge twisten.
De republiek heeft geen gezag. Ja, onze
troepen worden beschoten en ze mogen niet
terugschieten! Het is, alsof het bestand alleen
voor onze jongens geldt en niet voor de
tegenpartij. Er wordt door slapheid en toe
geeflijkheid met het leven van onze mannen
gespeeld. Bovendien zijn wij moreel ver
plicht te zorgen, dat de bevolking niet wordt
geterrosiseerd.
Er is een andere en betere constructie
mogelijk dan de ontwerp-overeenkomst aan
geeft om aan het einde van de koloniale
verhoudingen uiting te geven.
Van, de ontwerp-overeenkomst roept elk
artikel vragen op. Ondanks de toelichting
der Regeering is de constructie dezer over
eenkomst onverlet gelaten. In dit verband
vroeg de heer Tilanus overlegging van de
bindende notulen.
De heer Tilanus baseert zich gaarne op de
Koninklijke rede van December 1942, maar
de nü voorgestelde constructie gaat hem veel
te ver en hij hoopte, dat daaraan de goed
keuring niet zou worden gegeven.
Na den heer Tilanus sprak de heer Stokvis
(comm.), die betoogde, dat grondwetsschen
nis bij dit Kabinet gebruikelijk is. Het komt
aan op de ontwerp-overeenkomst en deze
schenkt niet voldoende licht. Hij ook vroeg
daarom overlegging van de bindende notulen.
Het zou van het antwoord van den minister
op de vragen van den heer Romme afhan
gen, hoe de communisten zouden oordeelen
over de kwestie.
De heer Van Walsum (P.v.d;A.) merkte
op, dat men in het prot.-chr. kamp ver
deeld is over Linggadjati, hetgeen hij be
treurde. Hij zou het echter rampzalig vinden
als de meening der A.-R. en C.-H. met de
Prot. Chr. werd vereenzelvigd. De doorbraak
is nu eenmaal een feit, aldus deze spreker.
Waarom is handhaving van het Koninkrijk
een eisch van het Christelijk geloof? In dit
verband wees spr. op de adressen van prof.
Kraemer en anderen. Met overtuiging plaats
te hij zich achter de basis-overeenkomst van
Linggadjati.
Laatste spreker van den .eersten dag was
de heer Palar (P.v.d.A.), die zich evenzeer
een voorstander van de ontwerp-overeen
komst betoonde. Verondersteld mag wor
den, meende hij, dat Linggadjati in Indië
zal worden aanvaard. Hij achtte in het
Nederlandsche Parlement een meerderheid
voor de overeenkomst aanwezig.
Vandaag gaan we verder.
DE ROL VAN AMERIKA
EN ENGELAND
**Dr Meyer Raaineft wijdt in de „Haagsche
Post" een beschouwing aan „Het econo
misch aspect van Linggadjati". Hij wijst
erop dat de ecnomische situatie voor 90 tot
98 pet der inheemsche bevolking slechter
is dan vóór den oorlog. De opbrengst der
eigen bedrijfjes zal niet grooter zijn, maar
de gelegenheid tot bijverdienste bij het
Westersch bedrijf is verdwenen. Ook de
gemengde samenleving van vroeger, die
ambten bekleedde bij de Overheid en het
grootbedrijf, en goederen bezat, is veran
derd. Nederlanders en loyale inheemschen
zijn onteigend. Juist deze gemengde samen
leving die vroeger bestond en economisch
van beteekenis was, maakt dat een terug
trekken van Europeesch gezag uit Ned.
Indië heel wat anders is dan het onafhan
kelijk maken van de Philippijnen of Britsch
Indië.
Het grootbedrijf zal zonder nieuwe inves-
taties niet kunnen herleven. De Republiek
kan onteigenen wat in Indië aan vast kapi
taal ligt. Het kapitaal zal aan den anderen
kant een hooger aandeel bedingen dan
mogelijk was bij Nederlandsch gezag. Ame
rika, dat het woord koloniaal wel, maar het
feit van de expansie allerminst verfoeit,
staat voor dit spel gereed. Zal Nederland,
welks bezit aan grootbedrijf en grond grijp
baar is voor de republiek, het meespelen?
Bovendien is Nederlapd verarmd. Prijsgeven,
beteekent een nog grootere verlaging van
den Nedierlandsohen levensstandaard.
Wel erkent de republiek in art. 14 der
overeenkomst de aanspraken van alle niet-
Indonesiërs op herstel van him rechten en
teruggave van hun goederen, maar waar
weinig is valt nog minder te geven. En er
zal geen Nederlandsche overheid meer zijn
die voortaan recht en veiligheid moet waar
borgen, maar alleen een contract met de
Republiek, die slechts wat goodwill heeft
toegezegd om bij de onteigening van Neder
landsch goed niet te onvriendelijk te zijn.
Engeland noemt dr Ranneft .een der win
naars van Linggadjati. Er was naar do
Straits een voor dat land uiterst voordeelige
liquidatieuitverkoop van onteigend en ge
roofd goed. Productie-restrictie, vóór 1940
basis van allerlei tropische productie, werd
en wordt voor Engelsche producenten veel
gemakkelijker
TENTOONSTELLING VAN WONING- EN
STEDENBOUW TE PARIJS.
Onder auspiciën der Unesco wordt in het
Museum voor moderne kunst te Parijs een
expositie over woning- en stedenbouw gehou
den, waaraan wordt deelgenomen door N e-
derland. Australië. België. Canada. Dene
marken, Griekenland, Engeland en Zweden.