Chaotische toestanden
in Rijn- en Ruhrgebied
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
6
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1S46
SOLINGER MESSEN EEN
GELIEFD RUILOBJECT
De Berlijnsche correspondent van het
A-NP. schrijft:
De stationsrestauratie te Solingen, de stad,
wier naam prijkt op tafelmessen in alle dee-
len der wereld, is thans een centrum van den
zwarten handel in messen, die er tegen le
vensmiddelen van allerlei soort van de hand
worden gedaan. Dit kleine detail is kenmer
kend voor de economische desorganisatie
van het belangrijkste Duitsche industriege
bied. Thans, meer dan anderhalf jaar na het
einde der oorlogshandelingen, spreken nog
vrijwel alle economische berichten van de ge
ringe vorderingen bij alle pogingen om uit
den chaos een nieuwe huishouding te vor
men. die het Duitsche volk de kans zal ge
ven in een overigens niet nabije toekomst
weer een menschwaardig bestaan te leiden.
Het falen der geallieerde mogendheden in het
streven naar een vaste politiek inzake de
terugvoering van de Duitsche industrieele
capaciteit naar een toelaatbaar vredespeil, is
één der voornaamste oorzaken van den hui-
digen toestand. Hooge Britsche autoriteiten,
betrokken bij de afbraak der voor herstel
betalingen aangewezen fabrieken, hebben
ons toegegeven, dat het gemis aan een vaste
lijn in deze politiek de Duitsche positie
zeer moeilijk maakt.
Hoewel op het oogenblik in het industrie
gebied van Rijn en Ruhr nog slechts zes
bedrijven in staat van demonteering ver-
keeren (waaraan thans jurst weer vijf
nieuwe zijn toegevoegd) van de 300 bedrij
ven, die op de lijst voor herstelbetalingen
geplaatst zijn, valt een toename van het
Duitsche verzet tegen de afbraak te con-
stateeren. Van de zijde der leiders der in
dustrie werd den hoogsten bezettingsautori
teiten dezer dagen gewezen op de omstan
digheid, dat alle rndustrieele plannen op
langen termijn onmogelijk zijn, zoolang de
lijst der voor herstelbetaling aangewezen
bedrijven geheim blijft. Tot nog toe is van
de 20 bedrijven van het chemische concern
in de Britsche zone alleen nog maar de
phosgeen-fabriek te Uerdingen gesloten.
De sleutel tot de herleving van het be
drijfsleven is de kolenproductie. De verbe
tering van het minimale levenspeil der Duit
sche bevolking hangt, zooals Sir Cecil Weir,
president van de economische sub-commis
sie van het Militaire Bestuur, onlangs be
toogd heeft, af van de stijging van de ko
lenproductie. Ondanks de zware beschadi
gingen door bombardementen zijn de mij
nen thans weer voor 90 in gebruik. Vol
gens de laatste cijfers werken 151 kolenmij
nen en zijn er 13 stilgelegd omdat de instal
laties grondig vernield zijn. De kolenpro
ductie in de Ruhrstreek blijft evenwel
uiterst traag loopen. Er is een langzame
stijging waar te nemen en wanneer die
voortgaat, zal men aan het einde van dit
jaar rond 200.000 ton daags delven. Dat
beteekent een productie per arbeider van
1 ton per dag, of slechts 2/3 van de presta
tie van 1938. De herleving der Duitsche eco
nomie eischt minstens 300.000 ton en daar
men niet de hoop koestert dat dit peil be
reikt kan worden door verbetering der in-
dividueele prestatie, wil het militaire be
stuur 100.000 nieuwe mijnwerkers aanwer
ven, ter vervanging van de tienduizenden
„Kumpels" die nog krijgsgevangen zijn in
Frankrijk en België en van de in den oorlog
gevallenen.^ De mijnen zelf zouden ondanks
de beschadiging en de slijtage van de in
stallaties 400.000 kunnen leveren.
De Britsche autoriteiten doen al het moge
lijke om den mijnwerker physiek in staat te
stellen, zijn plaats te blijden bezetten en om
de woningtoestanden voor hun families ten
minste eenigszins dragelijk te maken. De
North German Coal Control, die zetelt in
Krupps privé-paleis te Essen, had tot eind
eind September meer dan 100.000 mijnwerkers-
Tsjechisch communisten
leider in Nederland
(Vervolg van Pag. 1)
Ja, een zeer groot probleem zelfs. In den
oorlog hebben 300.000 Tsjechen hun leven
geofferd. Deze missen we nu vanzelfspre
kend zeer. Daarenboven moeten de plaat
sen worden bezet van de Duitschers, die ons
land verlieten. Dit, tezamen met de ver
nietiging, die de oorlog aan de industrie
heeft toegebracht, maakt het arbeidskracht-
probleem zeer urgent."
Voorts vertelde de heer Franck het een
en ander over de nationaliseering in zijn
land. De industrie is voor zeventig procent
genationaliseerd. De theaters geheel, even
als de bioscopen en de filmindustrie. Deze
laatste is weer zeer bedrijvig. Naar Duitsch-
lamd zullen geen bezettingstroepen worden
gezonden Ook verlangt Ts j ech o - SI owak ije
niet handelsbetrekkingen met. Duitschland
aan te knoopen. Met landverraders worden
korte metten gemaakt. Zeventig duizend
werden er na den oorlog gevangen geno
men. Velen van hen zijn reeds geëxecu
teerd."
Op de vraag „hoeveel" kon de heer Franck
niet antwoorden, doch het zijn er zeer ve
len, zeide hij. Een uitgesproken doodvonnis
wordt binnen vier en twintig uur voltrok
ken. Gratie komt bijna niet voor. Z.g. lichte
gevallen, dus zij die behalve nationaal so
cialistische gezindheid verder mets op hun
geweten hebben, worden altijd nog voor ten
minste vijf jaar opgesloten.
De ..Skodawerke" zijn weer op gang ge
bracht. Hun productie is thans weer zeven
tig procent van voor den oorlog. Thans
worden hier voornamelijk locomotieven ver
vaardigd
Er bestaan in Tsjecho-Slowakije zes poli
tieke partijen, die alle in de regeering ver
tegenwoordigd zijn. De communistische par
tij is de grootste. Bij de laatste verkiezingen
verwierf zij acht en dertig procent der
stemmen
Over de Hongaarsche minderheid in
Tsjecho-Slowakije zeide de heer Franck.
dat met de Hongaareche regeering bespre
kingen worden gevoerd, over de uitwisse
ling van Hongaren en Tsjechen. In Tsjecho-
Slowakije wonen op het oogenblik neg
500.000 Hongaren en in Hongarije 250.000
Tsjechen. De heer Franck sprak voorts de
verwachting uit. dat de handelsbetrekkin
gen. tusschen zijn land en Nederland nog
zuiden worden verstevigd.
huizen doen herstellen. Zelfs in de kritiekste
dagen der voedselvoorziening kon het rantsoen
der „ondergronders" op 4000 calorieën gehand
haafd blijven. De loonen zijn met 20 pet. ver
hoogd en het gebied krijgt prioriteit bij de
toewijzing van kleeding en huishoudgerei. Het
puntensysteem, dat in de Nederlandsche mijn
industrie is toegepast, heeft hier zeer de aan
dacht getrokken en de vakbonden streven een
dergelijk stelsel na. De hoogste Britsche autori
teiten hebben den mijnwerker er bij herha
ling op gewezen, dat het zijn vaderlandsche
plicht is de productie op te voeren en dat in
andere bedrijfstakken vrijgekomen arbeiders
moeten worden bewogen naar de mijnen te
gaan.
Daarbij is er uitdrukkelijk op gewezen, dat
alle kolen, die thans worden gedolven, de
Duitsche economie rechtstreeks ten goede
komen en dat geen ton kolen op de herstel-
rekening wordt geboekt. De uitvoer van kolen,
die op het oogenblik plaats vindt, dient als
een beperkte tegenprestatie voor de voedsel -
importen.
De vermindering van den export met
350.000 ton per maand, die in December van
kracht wordt, is een nieuwe concessie aan
de Duitsche industrie. Men kan haar even
wel ook zien als een wissel op de toekomst.
Door meer kolen te spuien in het Duitsche
economische leven hoopt de bezetting dit
eindelijk op gang te krijgen en zoodoende
de Duitschers in staat te stellen, door arbeid
nieuwe tegenwaarden voor de import te
'vormen. De bestemming der in Duitschlana
'blijvende kolen is dan ook vrijwel geheel
voor transport en industrie. In de Britscne
zone bijv. 1.878.000 van de 1.999.000 ton per
maand. De rest is voor de bezetting en er is
niets besohikbaar voor huisbrand. Aan het
verzoek van de Britten iedere maand een
Zondag te offeren, teneinde hun landgenoo-
ten eenig huisbrand te verschaffen, hebben
de mijnwerkers niet voldaan.
Het is in de eerste plaats de staalproduc-
tie, die door den extra-kolen toe voer moet
worden bevorderd. Op het oogenblik is in
de Britsche zone een staalproductie geoor-
In Engeland werd door het stormweer der
laatste dagen ook veel schade aan de
telefoondraden toegebracht. Daar men geen
beter weer kon afwachten, verrichtte men
de reparaties in tegen de palen aange
brachte tentjes.
WIJ KUNNEN HET VOOR
EEUWEN VERKNOEIEN
De naakte stompen der in puin gevallen
kerken steken als dreigende, spookachtige
gestalten tegen den avondhemel af en de
afgrijselijke ruïnes van verbrande Gods
huizen zijn even zoovele bewijzen van ver
gane schoonheid. Schoonheid welke veelal
geboren was uit het oprechte verlangen de
kunst in dienst te stellen van een Gods
dienstige overtuiging. Niet de kunstproduc
tie als aesthetische Vormgeving -alleen was
hierbij maatgevend, doch tevens om met
de op te trekken kerkgebouwen uiting te
geven aan het streven de kunst in dienst te
stellen van God. Nu veel van deze kunst
verloren gegaan is staan we voor het feit,
dat de eerstvolgende decennia van veel be-
teekenis zullen worden voor onze architec
tuur en voor onze kerkgenootschappen. In
betrekkelijk korten tijd moeten honderden
nieuwe kerken gebouwd en reeds bestaande
hersteld worden. Hierbij dringt zich als
vanzelf de vraag op: „Hoe zullen nü onze
kerken worden gebouwd?" Deze vraag on
der de oogen te zien is uiterst urgent en
reeds hebben predikanten en kunstenaars
van verschillende geloofsgemeenschappen
zich vereenigd in een Reformatorischen
Werkkring voor de Liturgie. Niet zonder
reden schrijft dr H. Berkhof dan ook in zijn
nleiding van het onlangs verschenen boek
van architect K. L. Symons Dzn „Protes-
tantsche Kerkbouw", dat er haast is bij
deze zaak. .Binnenkort" worden er weer ker
ken gebouwd of hersteld. Wij kunnen het
voor eeuwen verknoeien."
In genoemd boekje geeft de heer Symons
dan enkele gedachten voor het bouwen
van nieuwe Protestantsche kerken, waarbij
hij niet zoozeer de technische problemen
beziet, doch het bouwen als geestelijk
vraagstuk, als belijdenis, aan de orde stelt.
Schr. wil een herleving van het Prot. vorm
besef. een inniger verband tusschen Kerk
en cultuur. Dit zijn thans kernproblemen,
vraagstukken, welke zoo spoedig mogelijk
als zoodanig geëlimineerd dienen te wor
den. In dit opzicht is het boekje uiterst
actueel en belangrijk genoeg om te lezen.
Al is de kerkelijke bouwkunst een be
langrijke factor in de bepaling van de cul-
tureele waarden van een volk, toch mag
deze cultureele overweging niet zohder
meer praevaleeren bij het bouwen van
Prot. kerken. Immers, ook de profaanbouw
is één van de cultuurbepalende elementen
in het volksleven. Het bouwen van kerken
Nederland betaalt politiek jegens
Duitschland
Dr Speekenbrink waarschuwt in Londen.
Tijdens de slotzitting van de voorberei
dende internationale .handelsconferentie der
V N. welke te Londen werd gehouden, heeft
dr A. B. Speekenbrink, de voorzitter van de
Nederlandsche delegatie, zijn bezorgdheid
uitgesproken over de economische politiek
ten aanzien van Duitschland.
Deze politiek verbreekt onze nauwe econo
mische betrekkingen met Duitschland,
isoleert de Duitsche economie en baseert haar
op een valuta, welke dit land vreemd is.
Zij belemmert Nederland in hooge mate om
een zoo volledig mogelijk aandeel in den
internationalen handel te nemen.
De situatie tra aanzien van de structuur
van het Koninkrijk, aldus verklaarde dT
Speekenbnink verder, is nog niet geheel dui
delijk, maar te Batavia zijn belangrijke vor
deringen gemaakt. Te zijner tijd zullen wij
moeten overwegen, op welke wijze de ver
schillende deelen van het Koninkrijk zullen
moeten worden aangepast aan de plannen,
welke op deze conferentie zijn uitgewerkt.
loofd van 4.3 millioen ton, een fractie van
de oorspronkelijke capaciteit, doch zelfs dit
cijfer wordt nog ni^J voor de helft bereikt.
Door gebrek aan kolen en energie loopt de
staalproductie de laatste maanden met
sprongen achteruit. Zij bedroeg in October
165.000 ton ruwijzer, 234.000 ton ruwstaal-
blokkra ra 171.000 ton gewalst staal. Deze
cijfers konden bereikt worden ten koste van
de laatste kolenreserves der bedrijven en
voor November wordt een veel sterkere da
ling verwacht door de beperking der
stroomlevering met 60 pet. Behalve de be
perking van kolen en grondstoffen hebben
de afbraak voor herstelbetalingen in het
Potsdammer industrieprogram de verlamming
der staalindustrie te voorschijn geroepen. De
Britsche autoriteiten zijn evenwel van mee
ning. dat de gebleven productie-mogelijk
heden niet rendabel worden benut en dat
een concentratie noodig is om de huidige
verspilling van energie te voorkomen De
verhooging der staalproductie is noodig voor
het herstel van de massale vernielingen, o.m.
in de mijnbedrijven, maar vooreerst heeft
het transportwezen voorkeur bij de afleve
ringen, want meer en meer wordt het dui
delijk. dat het transport één der zwakste
schakels is in den ketting van het Duitsche
economische leven.
De belangrijkste oouwstoffenindustrie
komt, ofschoon minder rechtstreeks getrof
fen door de herstelregeling, eveneens nog
zeer moeilijk op gang. In het Rijnland heeft
men in September 5.2 millioen steeneci en
3.7 millioen dakpannen gebakken (April 1.3
millioen steenen en 2 millioen dakpannen).
Ook hier echter is de productie per arbeider
zeer sterk achteruit geloopen. De cement-
mdustrie en andere takken der bouwnijver
heid kunnen haar huidige capaciteit nog
slechts voor 25 30 procent benutten.
Het gemis aan kolen blijft met de econo
mische verdeeling van het land de rem, die
het op-gangkomen der economische machine
belet. Van den Duitschen .«Kumpel" hangt
de toekomst van het land thans voor een
belangrijk deel af, doch ook zijn prestatie
gaat in dalende lijn en de stemming waar
mee hij naar zijn werk gaat, is, zooals vak
bondleiders ons verzekerden, zeer slecht.
Hjj is ontevreden over de denazificeering
der mijnen, omdat het grootste deel der hoo-
gere function^issen nog zit, waar het 12
jaren lang gezeten heeft. Hij vraagt meer
rechten in het bedrijf en voor de gekozen
bedrijfsraden. De Britsche autoriteitra heb
ben hem evenwel nog eens de verzekering
gegeven, dat de mijnen in een of anderen,
vorm gemeenschapsbezit zullen worden en
dat van een herstel der vroegere eigenaren in
hun rechten geen sprake meer kan zijn.
heeft een hechter fundament en is niet al
leen een technische en een aesthetische
maar zeker ook een geestelijke zaak. Deze
elementen moeten een hechte drieëenheid
vormen, waarvan nooit het eene over het
andere mag heerschen Overweegt het tech
nische element, dan wordt het kerkgebouw
een knap stuk vakmanschap, zonder bezie
ling, zonder begrip van het wezen van het
Protestantisme. Overweegt het aesthetische,
dan wordt het kerkgebouw in plaats van
Huis Gods een Mekk^ voor alle schoon
heidszoekers, een voorwerp van puur-
aesthetische vormaanbidding. Overweegt
tenslotte het geestelijke element, dan dreigt
het kerkgebouw een stuntelig handwerk te
worden van hem, die bij gebrek aan ma-
terie-beheersching zijn eigen, subjectieve
geloofsleven wil uitbeelden. Dit is niet al
leen in strijd met het objectieve karakter
van den Prot. Eeredienst, maar ook een
uiting van onmacht van de Kerk om de
cultuur te beheerschen. Alleen die kunst
kan het geestelijke benaderen, welke in
volmaakte harmonie tusschen vorm en in
houd, wezen en verschijning is geschapen.
Om dit te bereiken zal de Kerk zich meer
en meer van haar plaats midden in het
cultuurleven van deze wereld bewust moe
ten worden, zal zij ook de kunst meer voor
zich moeten opeischen en den Christen-
kunstenaar de kans moeten geven om zijn
verhouding tot God en wereld uit te druk
ken. Tot zoover onze inleiding, een nadere
uiteenzetting van het probleem Kerk en
cultuur komt wellicht t.z.t. nog eens aan de
orde.
In het boekje van Symons wordt o.i. te
veel nadruk gelegd op het geestelijk ele
ment. Niet dat dit onbelangrijk zou zijn,
integendeel, het voorgaande bewijst dit vol
doende. Maar Symons wil te veel den kant
van het meditatieve, het beschouwelijke uit.
Zeer gewaagd schrijft Symons zelfs over
sfeer in het kerkgebouw en merkt hierbij
nog op, dat deze sfeer ons vertelt of een
kerk „vroom' is of „niet-vroom". Als we
het begrip sfeer zien als een zeer subjec
tieve relatie tusschen individu en omgeving,
dan is dit reeds voldoende bewijs, dat we
bij het bouwen van een kerk nooit van de
sfeer moeten uitgaan. Sfeer is volgens
Symons een kwestie van vorm en kleur.
„De vorm van het Prot. kerkgebouw ken
merkt zich door harmonie, door evenwicht,
door monumentaliteit zonder pathos", heet
het op blz. 19. Dit is echter niet een speci
fiek kenmerk van het Prot. kerkgebouw,
maar ook van de bioscoop- en schouwburg
zaal. Al willen we niet beweren, dat de
Kerk en School
EEN DERDE CHR. GEREF. ZENDELING.
De Zendingsdeputaten der Ohr. Geref.
Kerk hebben, besloten, dat era derde rrds-
sioimair predikant zal worden beroepen
voor het Zendingsveld op Mamasa (Midden-
Celebes). Als zendende kerk is thans, naast
Hilversum en Hoogeveen, Rotterdam-C. aan
gewezen. Deputaten zullen een samensp re
king houden met drie predikanten, om daar
na een derden Zendeling te doen beroepen.
Er zullen krachtige pogingen worden aan
gewend, om de scholen van het Zendings
veld, die thans beheerd worden door het
gouvernement, weer terug te krijgen, zoo
als voor den oorlog.
OPLEIDING DIACONALE GEZINS
VERZORGSTERS.
Onder auspiciën van den Alg. Diaconalen
Raad en den Herv. Raad voor Kerk en Ge
zin zal in Jan. 1947 te Eindhoven begonnen
worden met de opleiding van diaconale ge
zinsverzorgsters. Voor dit doel wordt een
internaat ingericht, waarin gedurende 9
maanden aan ca. 30 meisjes, ouder dan 21
jaar, een cursus gegeven zal worden. -De
opleiding is gratis, doch de cursisten ver
binden zich gedurende minstras 3 jaar als
diaconaal gezinsverzorgster te werken in
het verband van de Ned. Herv. Kerk. Het
d'itploma wordt slechts uitgereikt aan hen,
die belijdend lid zijn.
Inlichtingen worden gegeven door den
heer L. J. v. d. Moer, Boschdijk 470 te Eind
hoven.
REGIONAAL GEREF. LITURGIE-CONGRES
7 Jan. a.s. zal te Tilburg in de Geref. Kerk
een regionaal Geref. liturgie-congres wor
den gehouden onder auspiciën van de stich
ting tot verbetering van het Psalmgezang in
de Geref. kerken. Sprekers zullen zijn ds R.
de Roos te Tilburg, die het vraagstuk van
de liturgie van theologisch standpunt zal
bezien en de organist N. C. Labury, die zich
in het bijzonder met den kerkzang zal bezig
houden
KERK EN FILM IN SCHOTLAND.
De News Chronicle schrijft
De eerste bioscoop, die door een kerk
wordt geëxploiteerd, is in Edinburgh door
de Clhurch of Scotland geopend. Films met
era godsdienstige strekking zullen slechts
vertoond worden als zij bijzonder goed zijn;
door gebeden noch gezangen zal de bioscoop
anders blijken te zijn dan die van de con
currentenDirecteur en vergunninghou
der is rev. George Candlish, die zijn paro
chieplichten heeft laten varen om zich ge
heel aan zijn nieuwe taak te wijden. „We
zullen alleen goede films vertoonen", ver
telde hij, „maar dat wil niet zeggen, dat wij
de menschen niet willen amuseer en. We wil
len de menschen opgewekt stemmen, we wil
len hen laten lachen en filmsterren als Betty
Grable zullen niet worden geweerd, als de
films, waarin zij optreden, goed genoeg zijn".
ACADEMIE VOOR WIJSBEGEERTE.
Te Den Haag is een (particuliere) „Acade
mie voor Wijsbegeerte" opgericht onder lei
ding van dr Th. A. M. Sohreurs; de bedoe
ling is inleidingen te geven in de wijsbe
geerte. den ontwikkelingsgang van het wijs-
geering denken, wijsbegeerte der samenle
ving, algemeene en sociale psychologie, be
spiegelingen over taal en werkelijkheid en
aesthetica.
Het secretariaat is gevestigd Koninginne
gracht 79a, Den Haag.
COMMUNISTISCHE MOTIE INZAKE
ONDERWIJZERS
Bij de algemeene beschouwingen over de
begrooting van oorlog heeft de heer Schoo-
nenberg (CPN) een motie ingediend, waarin
vrijstelling van militairen dienst voor alle
onderwijskrachten wordt gevraagd.
liturgie bepalend is voor den vorm van het
kerkgebouw de R.K. kerk b.v. heeft met
verschillende vormen gewerkt zooals de
basilica, Grieksch kruis, Latijnsch kfuis,
centraliseerend stelsel (koepelkerk), soms
samengevoegd met 't basilicale plan (Barok
kerk) toch zien we den vorm, d.w.z. de
ruimteverdeeling, wel in zekeren zin onder
geschikt aan de liturgie. Een ruimteverdee
ling, welke de wezenlijke accenten in de
liturgie verplaatst, kan nooit dienstbaar zijn
aan het Protestantisme. In de Prot. liturgie
moet onder alle omstandigheden het Woord
in het middelpunt staan en elke verschui
ving van dit centrum naar sacrament of
symbolisch kruis is een verdringing van het
Woord. Dit is geen kwestie van sfeer, maar
van echte objectief-reformatorische vorm-
beheersching, zooals Bach in zijn kerkelijke
werken ook niet zocht naar een bepaalde
sfeer, maar den vorm, misschien onbewust,
het strakke karakter van het toenmalig
Protestantisme gaf en het wezen van het
Luthersch geloof a.h.w. entte op de con
structie.
Wat het kleurenvraagstuk betreft achten
we het spreken over „Protestantsch bruin",
zooals ook Spengler deed, wel wat erg ge
zocht. Immers, het Protestantisme is niet
afhankelijk van een bepaalde kleur, voor-
zoover die kleur tenminste niet zoetelijk en
sentimenteel, maar sterk en sprekend is.
Het echte Protestantisme kent geen halve
tinten en zoete mengsels, zooals ook de
orgels in de kerkgebouwen niet de roman
tische, sfeer-scheppende klankkleuren ken
nen, of beter niet behooren te kennen.
Overigeps geeft Symons enkele algemeene
waarheden over restauratie, inrichting, meu
bilair, Gothische en Barok-kerken, om te be
sluiten met de opmerking, dat de wijze
waarop wij onze oude kerken behouden en 't
bouwen van nieuwe kerken ter hand nemen,
een getrouwe weerspiegeling zal zijn van de
mate, waarin het Prot. bewustzijn in ons
leeft. Moge dit ernstige en met veel liefde
voor de Kerk geschreven boekje er toe bij
dragen niet alleen de architecten, maar ook
de kerkbesturen te doordringen van de ver
antwoordelijkheid, welke bij nieuw- en her
bouw van kerken op hen rust. De kwestie
is thans belangrijker dan ooit.
CORN. BASOSKI.
„Protestantsche Kerkbouw" door K. L.
Symons Dzn. Uitgave D. A. Daamen,
's Gravenhage.
VER. VAN CHR. ONDERWIJZERS.
De 94e alg. vergadering van de Ver. van
Chr. onderwijzers enz. zal in de Pinkster-
week 1947 te Leeuwarden worden gehouden
in De Harmonie. Ter plaatse ia een rog»
lingsoommissie gevormd.