Chaotische toestanden in Rijn- en Ruhrgebied NIEUWE LEIDSCHE COURANT 6 WOENSDAG 27 NOVEMBER 1S46 SOLINGER MESSEN EEN GELIEFD RUILOBJECT De Berlijnsche correspondent van het A-NP. schrijft: De stationsrestauratie te Solingen, de stad, wier naam prijkt op tafelmessen in alle dee- len der wereld, is thans een centrum van den zwarten handel in messen, die er tegen le vensmiddelen van allerlei soort van de hand worden gedaan. Dit kleine detail is kenmer kend voor de economische desorganisatie van het belangrijkste Duitsche industriege bied. Thans, meer dan anderhalf jaar na het einde der oorlogshandelingen, spreken nog vrijwel alle economische berichten van de ge ringe vorderingen bij alle pogingen om uit den chaos een nieuwe huishouding te vor men. die het Duitsche volk de kans zal ge ven in een overigens niet nabije toekomst weer een menschwaardig bestaan te leiden. Het falen der geallieerde mogendheden in het streven naar een vaste politiek inzake de terugvoering van de Duitsche industrieele capaciteit naar een toelaatbaar vredespeil, is één der voornaamste oorzaken van den hui- digen toestand. Hooge Britsche autoriteiten, betrokken bij de afbraak der voor herstel betalingen aangewezen fabrieken, hebben ons toegegeven, dat het gemis aan een vaste lijn in deze politiek de Duitsche positie zeer moeilijk maakt. Hoewel op het oogenblik in het industrie gebied van Rijn en Ruhr nog slechts zes bedrijven in staat van demonteering ver- keeren (waaraan thans jurst weer vijf nieuwe zijn toegevoegd) van de 300 bedrij ven, die op de lijst voor herstelbetalingen geplaatst zijn, valt een toename van het Duitsche verzet tegen de afbraak te con- stateeren. Van de zijde der leiders der in dustrie werd den hoogsten bezettingsautori teiten dezer dagen gewezen op de omstan digheid, dat alle rndustrieele plannen op langen termijn onmogelijk zijn, zoolang de lijst der voor herstelbetaling aangewezen bedrijven geheim blijft. Tot nog toe is van de 20 bedrijven van het chemische concern in de Britsche zone alleen nog maar de phosgeen-fabriek te Uerdingen gesloten. De sleutel tot de herleving van het be drijfsleven is de kolenproductie. De verbe tering van het minimale levenspeil der Duit sche bevolking hangt, zooals Sir Cecil Weir, president van de economische sub-commis sie van het Militaire Bestuur, onlangs be toogd heeft, af van de stijging van de ko lenproductie. Ondanks de zware beschadi gingen door bombardementen zijn de mij nen thans weer voor 90 in gebruik. Vol gens de laatste cijfers werken 151 kolenmij nen en zijn er 13 stilgelegd omdat de instal laties grondig vernield zijn. De kolenpro ductie in de Ruhrstreek blijft evenwel uiterst traag loopen. Er is een langzame stijging waar te nemen en wanneer die voortgaat, zal men aan het einde van dit jaar rond 200.000 ton daags delven. Dat beteekent een productie per arbeider van 1 ton per dag, of slechts 2/3 van de presta tie van 1938. De herleving der Duitsche eco nomie eischt minstens 300.000 ton en daar men niet de hoop koestert dat dit peil be reikt kan worden door verbetering der in- dividueele prestatie, wil het militaire be stuur 100.000 nieuwe mijnwerkers aanwer ven, ter vervanging van de tienduizenden „Kumpels" die nog krijgsgevangen zijn in Frankrijk en België en van de in den oorlog gevallenen.^ De mijnen zelf zouden ondanks de beschadiging en de slijtage van de in stallaties 400.000 kunnen leveren. De Britsche autoriteiten doen al het moge lijke om den mijnwerker physiek in staat te stellen, zijn plaats te blijden bezetten en om de woningtoestanden voor hun families ten minste eenigszins dragelijk te maken. De North German Coal Control, die zetelt in Krupps privé-paleis te Essen, had tot eind eind September meer dan 100.000 mijnwerkers- Tsjechisch communisten leider in Nederland (Vervolg van Pag. 1) Ja, een zeer groot probleem zelfs. In den oorlog hebben 300.000 Tsjechen hun leven geofferd. Deze missen we nu vanzelfspre kend zeer. Daarenboven moeten de plaat sen worden bezet van de Duitschers, die ons land verlieten. Dit, tezamen met de ver nietiging, die de oorlog aan de industrie heeft toegebracht, maakt het arbeidskracht- probleem zeer urgent." Voorts vertelde de heer Franck het een en ander over de nationaliseering in zijn land. De industrie is voor zeventig procent genationaliseerd. De theaters geheel, even als de bioscopen en de filmindustrie. Deze laatste is weer zeer bedrijvig. Naar Duitsch- lamd zullen geen bezettingstroepen worden gezonden Ook verlangt Ts j ech o - SI owak ije niet handelsbetrekkingen met. Duitschland aan te knoopen. Met landverraders worden korte metten gemaakt. Zeventig duizend werden er na den oorlog gevangen geno men. Velen van hen zijn reeds geëxecu teerd." Op de vraag „hoeveel" kon de heer Franck niet antwoorden, doch het zijn er zeer ve len, zeide hij. Een uitgesproken doodvonnis wordt binnen vier en twintig uur voltrok ken. Gratie komt bijna niet voor. Z.g. lichte gevallen, dus zij die behalve nationaal so cialistische gezindheid verder mets op hun geweten hebben, worden altijd nog voor ten minste vijf jaar opgesloten. De ..Skodawerke" zijn weer op gang ge bracht. Hun productie is thans weer zeven tig procent van voor den oorlog. Thans worden hier voornamelijk locomotieven ver vaardigd Er bestaan in Tsjecho-Slowakije zes poli tieke partijen, die alle in de regeering ver tegenwoordigd zijn. De communistische par tij is de grootste. Bij de laatste verkiezingen verwierf zij acht en dertig procent der stemmen Over de Hongaarsche minderheid in Tsjecho-Slowakije zeide de heer Franck. dat met de Hongaareche regeering bespre kingen worden gevoerd, over de uitwisse ling van Hongaren en Tsjechen. In Tsjecho- Slowakije wonen op het oogenblik neg 500.000 Hongaren en in Hongarije 250.000 Tsjechen. De heer Franck sprak voorts de verwachting uit. dat de handelsbetrekkin gen. tusschen zijn land en Nederland nog zuiden worden verstevigd. huizen doen herstellen. Zelfs in de kritiekste dagen der voedselvoorziening kon het rantsoen der „ondergronders" op 4000 calorieën gehand haafd blijven. De loonen zijn met 20 pet. ver hoogd en het gebied krijgt prioriteit bij de toewijzing van kleeding en huishoudgerei. Het puntensysteem, dat in de Nederlandsche mijn industrie is toegepast, heeft hier zeer de aan dacht getrokken en de vakbonden streven een dergelijk stelsel na. De hoogste Britsche autori teiten hebben den mijnwerker er bij herha ling op gewezen, dat het zijn vaderlandsche plicht is de productie op te voeren en dat in andere bedrijfstakken vrijgekomen arbeiders moeten worden bewogen naar de mijnen te gaan. Daarbij is er uitdrukkelijk op gewezen, dat alle kolen, die thans worden gedolven, de Duitsche economie rechtstreeks ten goede komen en dat geen ton kolen op de herstel- rekening wordt geboekt. De uitvoer van kolen, die op het oogenblik plaats vindt, dient als een beperkte tegenprestatie voor de voedsel - importen. De vermindering van den export met 350.000 ton per maand, die in December van kracht wordt, is een nieuwe concessie aan de Duitsche industrie. Men kan haar even wel ook zien als een wissel op de toekomst. Door meer kolen te spuien in het Duitsche economische leven hoopt de bezetting dit eindelijk op gang te krijgen en zoodoende de Duitschers in staat te stellen, door arbeid nieuwe tegenwaarden voor de import te 'vormen. De bestemming der in Duitschlana 'blijvende kolen is dan ook vrijwel geheel voor transport en industrie. In de Britscne zone bijv. 1.878.000 van de 1.999.000 ton per maand. De rest is voor de bezetting en er is niets besohikbaar voor huisbrand. Aan het verzoek van de Britten iedere maand een Zondag te offeren, teneinde hun landgenoo- ten eenig huisbrand te verschaffen, hebben de mijnwerkers niet voldaan. Het is in de eerste plaats de staalproduc- tie, die door den extra-kolen toe voer moet worden bevorderd. Op het oogenblik is in de Britsche zone een staalproductie geoor- In Engeland werd door het stormweer der laatste dagen ook veel schade aan de telefoondraden toegebracht. Daar men geen beter weer kon afwachten, verrichtte men de reparaties in tegen de palen aange brachte tentjes. WIJ KUNNEN HET VOOR EEUWEN VERKNOEIEN De naakte stompen der in puin gevallen kerken steken als dreigende, spookachtige gestalten tegen den avondhemel af en de afgrijselijke ruïnes van verbrande Gods huizen zijn even zoovele bewijzen van ver gane schoonheid. Schoonheid welke veelal geboren was uit het oprechte verlangen de kunst in dienst te stellen van een Gods dienstige overtuiging. Niet de kunstproduc tie als aesthetische Vormgeving -alleen was hierbij maatgevend, doch tevens om met de op te trekken kerkgebouwen uiting te geven aan het streven de kunst in dienst te stellen van God. Nu veel van deze kunst verloren gegaan is staan we voor het feit, dat de eerstvolgende decennia van veel be- teekenis zullen worden voor onze architec tuur en voor onze kerkgenootschappen. In betrekkelijk korten tijd moeten honderden nieuwe kerken gebouwd en reeds bestaande hersteld worden. Hierbij dringt zich als vanzelf de vraag op: „Hoe zullen nü onze kerken worden gebouwd?" Deze vraag on der de oogen te zien is uiterst urgent en reeds hebben predikanten en kunstenaars van verschillende geloofsgemeenschappen zich vereenigd in een Reformatorischen Werkkring voor de Liturgie. Niet zonder reden schrijft dr H. Berkhof dan ook in zijn nleiding van het onlangs verschenen boek van architect K. L. Symons Dzn „Protes- tantsche Kerkbouw", dat er haast is bij deze zaak. .Binnenkort" worden er weer ker ken gebouwd of hersteld. Wij kunnen het voor eeuwen verknoeien." In genoemd boekje geeft de heer Symons dan enkele gedachten voor het bouwen van nieuwe Protestantsche kerken, waarbij hij niet zoozeer de technische problemen beziet, doch het bouwen als geestelijk vraagstuk, als belijdenis, aan de orde stelt. Schr. wil een herleving van het Prot. vorm besef. een inniger verband tusschen Kerk en cultuur. Dit zijn thans kernproblemen, vraagstukken, welke zoo spoedig mogelijk als zoodanig geëlimineerd dienen te wor den. In dit opzicht is het boekje uiterst actueel en belangrijk genoeg om te lezen. Al is de kerkelijke bouwkunst een be langrijke factor in de bepaling van de cul- tureele waarden van een volk, toch mag deze cultureele overweging niet zohder meer praevaleeren bij het bouwen van Prot. kerken. Immers, ook de profaanbouw is één van de cultuurbepalende elementen in het volksleven. Het bouwen van kerken Nederland betaalt politiek jegens Duitschland Dr Speekenbrink waarschuwt in Londen. Tijdens de slotzitting van de voorberei dende internationale .handelsconferentie der V N. welke te Londen werd gehouden, heeft dr A. B. Speekenbrink, de voorzitter van de Nederlandsche delegatie, zijn bezorgdheid uitgesproken over de economische politiek ten aanzien van Duitschland. Deze politiek verbreekt onze nauwe econo mische betrekkingen met Duitschland, isoleert de Duitsche economie en baseert haar op een valuta, welke dit land vreemd is. Zij belemmert Nederland in hooge mate om een zoo volledig mogelijk aandeel in den internationalen handel te nemen. De situatie tra aanzien van de structuur van het Koninkrijk, aldus verklaarde dT Speekenbnink verder, is nog niet geheel dui delijk, maar te Batavia zijn belangrijke vor deringen gemaakt. Te zijner tijd zullen wij moeten overwegen, op welke wijze de ver schillende deelen van het Koninkrijk zullen moeten worden aangepast aan de plannen, welke op deze conferentie zijn uitgewerkt. loofd van 4.3 millioen ton, een fractie van de oorspronkelijke capaciteit, doch zelfs dit cijfer wordt nog ni^J voor de helft bereikt. Door gebrek aan kolen en energie loopt de staalproductie de laatste maanden met sprongen achteruit. Zij bedroeg in October 165.000 ton ruwijzer, 234.000 ton ruwstaal- blokkra ra 171.000 ton gewalst staal. Deze cijfers konden bereikt worden ten koste van de laatste kolenreserves der bedrijven en voor November wordt een veel sterkere da ling verwacht door de beperking der stroomlevering met 60 pet. Behalve de be perking van kolen en grondstoffen hebben de afbraak voor herstelbetalingen in het Potsdammer industrieprogram de verlamming der staalindustrie te voorschijn geroepen. De Britsche autoriteiten zijn evenwel van mee ning. dat de gebleven productie-mogelijk heden niet rendabel worden benut en dat een concentratie noodig is om de huidige verspilling van energie te voorkomen De verhooging der staalproductie is noodig voor het herstel van de massale vernielingen, o.m. in de mijnbedrijven, maar vooreerst heeft het transportwezen voorkeur bij de afleve ringen, want meer en meer wordt het dui delijk. dat het transport één der zwakste schakels is in den ketting van het Duitsche economische leven. De belangrijkste oouwstoffenindustrie komt, ofschoon minder rechtstreeks getrof fen door de herstelregeling, eveneens nog zeer moeilijk op gang. In het Rijnland heeft men in September 5.2 millioen steeneci en 3.7 millioen dakpannen gebakken (April 1.3 millioen steenen en 2 millioen dakpannen). Ook hier echter is de productie per arbeider zeer sterk achteruit geloopen. De cement- mdustrie en andere takken der bouwnijver heid kunnen haar huidige capaciteit nog slechts voor 25 30 procent benutten. Het gemis aan kolen blijft met de econo mische verdeeling van het land de rem, die het op-gangkomen der economische machine belet. Van den Duitschen .«Kumpel" hangt de toekomst van het land thans voor een belangrijk deel af, doch ook zijn prestatie gaat in dalende lijn en de stemming waar mee hij naar zijn werk gaat, is, zooals vak bondleiders ons verzekerden, zeer slecht. Hjj is ontevreden over de denazificeering der mijnen, omdat het grootste deel der hoo- gere function^issen nog zit, waar het 12 jaren lang gezeten heeft. Hij vraagt meer rechten in het bedrijf en voor de gekozen bedrijfsraden. De Britsche autoriteitra heb ben hem evenwel nog eens de verzekering gegeven, dat de mijnen in een of anderen, vorm gemeenschapsbezit zullen worden en dat van een herstel der vroegere eigenaren in hun rechten geen sprake meer kan zijn. heeft een hechter fundament en is niet al leen een technische en een aesthetische maar zeker ook een geestelijke zaak. Deze elementen moeten een hechte drieëenheid vormen, waarvan nooit het eene over het andere mag heerschen Overweegt het tech nische element, dan wordt het kerkgebouw een knap stuk vakmanschap, zonder bezie ling, zonder begrip van het wezen van het Protestantisme. Overweegt het aesthetische, dan wordt het kerkgebouw in plaats van Huis Gods een Mekk^ voor alle schoon heidszoekers, een voorwerp van puur- aesthetische vormaanbidding. Overweegt tenslotte het geestelijke element, dan dreigt het kerkgebouw een stuntelig handwerk te worden van hem, die bij gebrek aan ma- terie-beheersching zijn eigen, subjectieve geloofsleven wil uitbeelden. Dit is niet al leen in strijd met het objectieve karakter van den Prot. Eeredienst, maar ook een uiting van onmacht van de Kerk om de cultuur te beheerschen. Alleen die kunst kan het geestelijke benaderen, welke in volmaakte harmonie tusschen vorm en in houd, wezen en verschijning is geschapen. Om dit te bereiken zal de Kerk zich meer en meer van haar plaats midden in het cultuurleven van deze wereld bewust moe ten worden, zal zij ook de kunst meer voor zich moeten opeischen en den Christen- kunstenaar de kans moeten geven om zijn verhouding tot God en wereld uit te druk ken. Tot zoover onze inleiding, een nadere uiteenzetting van het probleem Kerk en cultuur komt wellicht t.z.t. nog eens aan de orde. In het boekje van Symons wordt o.i. te veel nadruk gelegd op het geestelijk ele ment. Niet dat dit onbelangrijk zou zijn, integendeel, het voorgaande bewijst dit vol doende. Maar Symons wil te veel den kant van het meditatieve, het beschouwelijke uit. Zeer gewaagd schrijft Symons zelfs over sfeer in het kerkgebouw en merkt hierbij nog op, dat deze sfeer ons vertelt of een kerk „vroom' is of „niet-vroom". Als we het begrip sfeer zien als een zeer subjec tieve relatie tusschen individu en omgeving, dan is dit reeds voldoende bewijs, dat we bij het bouwen van een kerk nooit van de sfeer moeten uitgaan. Sfeer is volgens Symons een kwestie van vorm en kleur. „De vorm van het Prot. kerkgebouw ken merkt zich door harmonie, door evenwicht, door monumentaliteit zonder pathos", heet het op blz. 19. Dit is echter niet een speci fiek kenmerk van het Prot. kerkgebouw, maar ook van de bioscoop- en schouwburg zaal. Al willen we niet beweren, dat de Kerk en School EEN DERDE CHR. GEREF. ZENDELING. De Zendingsdeputaten der Ohr. Geref. Kerk hebben, besloten, dat era derde rrds- sioimair predikant zal worden beroepen voor het Zendingsveld op Mamasa (Midden- Celebes). Als zendende kerk is thans, naast Hilversum en Hoogeveen, Rotterdam-C. aan gewezen. Deputaten zullen een samensp re king houden met drie predikanten, om daar na een derden Zendeling te doen beroepen. Er zullen krachtige pogingen worden aan gewend, om de scholen van het Zendings veld, die thans beheerd worden door het gouvernement, weer terug te krijgen, zoo als voor den oorlog. OPLEIDING DIACONALE GEZINS VERZORGSTERS. Onder auspiciën van den Alg. Diaconalen Raad en den Herv. Raad voor Kerk en Ge zin zal in Jan. 1947 te Eindhoven begonnen worden met de opleiding van diaconale ge zinsverzorgsters. Voor dit doel wordt een internaat ingericht, waarin gedurende 9 maanden aan ca. 30 meisjes, ouder dan 21 jaar, een cursus gegeven zal worden. -De opleiding is gratis, doch de cursisten ver binden zich gedurende minstras 3 jaar als diaconaal gezinsverzorgster te werken in het verband van de Ned. Herv. Kerk. Het d'itploma wordt slechts uitgereikt aan hen, die belijdend lid zijn. Inlichtingen worden gegeven door den heer L. J. v. d. Moer, Boschdijk 470 te Eind hoven. REGIONAAL GEREF. LITURGIE-CONGRES 7 Jan. a.s. zal te Tilburg in de Geref. Kerk een regionaal Geref. liturgie-congres wor den gehouden onder auspiciën van de stich ting tot verbetering van het Psalmgezang in de Geref. kerken. Sprekers zullen zijn ds R. de Roos te Tilburg, die het vraagstuk van de liturgie van theologisch standpunt zal bezien en de organist N. C. Labury, die zich in het bijzonder met den kerkzang zal bezig houden KERK EN FILM IN SCHOTLAND. De News Chronicle schrijft De eerste bioscoop, die door een kerk wordt geëxploiteerd, is in Edinburgh door de Clhurch of Scotland geopend. Films met era godsdienstige strekking zullen slechts vertoond worden als zij bijzonder goed zijn; door gebeden noch gezangen zal de bioscoop anders blijken te zijn dan die van de con currentenDirecteur en vergunninghou der is rev. George Candlish, die zijn paro chieplichten heeft laten varen om zich ge heel aan zijn nieuwe taak te wijden. „We zullen alleen goede films vertoonen", ver telde hij, „maar dat wil niet zeggen, dat wij de menschen niet willen amuseer en. We wil len de menschen opgewekt stemmen, we wil len hen laten lachen en filmsterren als Betty Grable zullen niet worden geweerd, als de films, waarin zij optreden, goed genoeg zijn". ACADEMIE VOOR WIJSBEGEERTE. Te Den Haag is een (particuliere) „Acade mie voor Wijsbegeerte" opgericht onder lei ding van dr Th. A. M. Sohreurs; de bedoe ling is inleidingen te geven in de wijsbe geerte. den ontwikkelingsgang van het wijs- geering denken, wijsbegeerte der samenle ving, algemeene en sociale psychologie, be spiegelingen over taal en werkelijkheid en aesthetica. Het secretariaat is gevestigd Koninginne gracht 79a, Den Haag. COMMUNISTISCHE MOTIE INZAKE ONDERWIJZERS Bij de algemeene beschouwingen over de begrooting van oorlog heeft de heer Schoo- nenberg (CPN) een motie ingediend, waarin vrijstelling van militairen dienst voor alle onderwijskrachten wordt gevraagd. liturgie bepalend is voor den vorm van het kerkgebouw de R.K. kerk b.v. heeft met verschillende vormen gewerkt zooals de basilica, Grieksch kruis, Latijnsch kfuis, centraliseerend stelsel (koepelkerk), soms samengevoegd met 't basilicale plan (Barok kerk) toch zien we den vorm, d.w.z. de ruimteverdeeling, wel in zekeren zin onder geschikt aan de liturgie. Een ruimteverdee ling, welke de wezenlijke accenten in de liturgie verplaatst, kan nooit dienstbaar zijn aan het Protestantisme. In de Prot. liturgie moet onder alle omstandigheden het Woord in het middelpunt staan en elke verschui ving van dit centrum naar sacrament of symbolisch kruis is een verdringing van het Woord. Dit is geen kwestie van sfeer, maar van echte objectief-reformatorische vorm- beheersching, zooals Bach in zijn kerkelijke werken ook niet zocht naar een bepaalde sfeer, maar den vorm, misschien onbewust, het strakke karakter van het toenmalig Protestantisme gaf en het wezen van het Luthersch geloof a.h.w. entte op de con structie. Wat het kleurenvraagstuk betreft achten we het spreken over „Protestantsch bruin", zooals ook Spengler deed, wel wat erg ge zocht. Immers, het Protestantisme is niet afhankelijk van een bepaalde kleur, voor- zoover die kleur tenminste niet zoetelijk en sentimenteel, maar sterk en sprekend is. Het echte Protestantisme kent geen halve tinten en zoete mengsels, zooals ook de orgels in de kerkgebouwen niet de roman tische, sfeer-scheppende klankkleuren ken nen, of beter niet behooren te kennen. Overigeps geeft Symons enkele algemeene waarheden over restauratie, inrichting, meu bilair, Gothische en Barok-kerken, om te be sluiten met de opmerking, dat de wijze waarop wij onze oude kerken behouden en 't bouwen van nieuwe kerken ter hand nemen, een getrouwe weerspiegeling zal zijn van de mate, waarin het Prot. bewustzijn in ons leeft. Moge dit ernstige en met veel liefde voor de Kerk geschreven boekje er toe bij dragen niet alleen de architecten, maar ook de kerkbesturen te doordringen van de ver antwoordelijkheid, welke bij nieuw- en her bouw van kerken op hen rust. De kwestie is thans belangrijker dan ooit. CORN. BASOSKI. „Protestantsche Kerkbouw" door K. L. Symons Dzn. Uitgave D. A. Daamen, 's Gravenhage. VER. VAN CHR. ONDERWIJZERS. De 94e alg. vergadering van de Ver. van Chr. onderwijzers enz. zal in de Pinkster- week 1947 te Leeuwarden worden gehouden in De Harmonie. Ter plaatse ia een rog» lingsoommissie gevormd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 8