Keert Koning Leopold naar België terug? Kentering bii de Katholieken inzake Indië DOODENZONDAG Majesteitsschennis NIEUWE LEID SC UE COURANT ZATERDAG 23 NOVEMBER 1946 VERKIEZINGEN VAN MOR GEN GRAADMETER (Speciale N.L.C.-reportage) BRUSSEL, Zaterdagmorgen. Morgen gaat Belgijë ter stembus. Het gaat ditmaal om de samenstelling der gemeente raden. Oogenschijnlijk niet van zop groote beteekenis als de verkiezingen voor het parle"-"3"' -v»' "°r- w UNS BOUDEWIJN (Alle rechten voorbehouden.) veraer strekkende beteekenis. Immers, de uitslag van deze verkiezingen zal mede be palend zijn voor het al of niet voortbestaan van de hnVU«o tiek. Door .vezel land met België verbonden en het Ijs niet alleen om een zekere sympathieke belang stelling. dat wij hier aan deze zijde van den Moerdijk symbool van de brug tus- schen twee stam- en taalverwante volken met belangstelling uitzien naar het „hoe" van dezen verkiezingsuitslag, want, gelijk gezegd, het gaat hier om meer dan een „locale" verkiezing alleen. Deze verkiezin gen van raadsleden, uit wier midden het college van burgemeester en schepenen (wethouders) wordt gekozen, is al is het niet zoo bedoeld tevens een volksrefe rendum. Een gelegenheid, waarbij het volk zich zal kunnen uitspreken over net regeeringsbeleid van het zittende kabi net, samengesteld uit liberalen, sociaal democraten en communisten, en het resul taat dezer verkiezing zal daarom mede het aspect van het kabinet bepalen. Het is geen geheim, wanneer we vaststellen dat men niet alleen in de kringen der Christenen (de Roomsch-Katholieke Volkspartij, C.V.P.), maar wel degelijk ook in die der andere partijen, den roomsch-katholieken een goede kans geeft om uit dezen verkiezingsstrijd versterkt te voorschijn te komen. Bij de verkiezing voor het parlement, in het afge- loopen voorjaar, kwam de C.V.P. als de sterkste partij in de Kamer gelijk bij ons dus maar vond tegenover zich een parle mentaire meerderheid van socialisten, com munisten en liberalen, uit welke demo cratische meerderheid van overigens maar enkele stemmen het ministerie werd gevormd. Het kabinet van den socialisti- schen premier Van Acker is niettemin aan het bewljnd gebleven, al heeft Van Acker zelf het minlstergestoelte in Brussel eenige maanden geleden verwisseld voor een vaeantie in Portugal, waarvan hrj een paar weken geleden is teruggekeerd, terwijl zijn partijgenoot Kamiel Huysmans, de grijze, populaire burgemeester van Antwer pen, in een precaire periode' de situatiie van een mogelijke en niet ten onrechte gevrees de kabinetscrisis heeft weten te redden, door het leiderschap der regeering op zich te nemen. De Roomsch Katholieke Volkspartij specu leert er thans op, dat de uitslag der gemeen teraadsverkiezingen van morgen voor haar een dusdanig succes zal opleveren, dat de regeering-Huysmans zich moreel gedwongen zal zien af te treden. De C. V. P. is daartoe de laatste weken met sroote activiteit op pad. Temidden van een overweldigende verkie zingscampagne en die kan in België over weldigend zijn heeft de C. V. P. voorna melijk twee pijlen op het kiezerscorps afge vuurd, namelijk: de grondslag van de huidige regeeringspolitiek, en de Koningskwestie en daarmee heeft zij tevens bepaald, dat het in dezen verkie zingsstrijd om meer dan locale belangen gaat, dat het bij deze verkiezingen gaat om in feite andere dingen dan die van gemeente- politieken aard en toch en dat is al merk waardig genoeg kan men niet zeggen, dat de roomsch-katholieken zich tot dusver ge waagd hebben aan een ernstig pogen om de huidige regeering tot aftreden te dwingen, maar ze zijn aggressief, ze vallen aan, ze probeeren de regeering wat men noemt, een stok tusschen de beenen te werpen. Met andere woorden: ze zijn in de oppositie. Maar aan den anderen kant bestaat er weer een wonderlijk groote mate van verdraag zaamheid tusschen de roomsch-katholieken en de socialisten in het Belgische parlement. Zoo groot zelfs, dat bij stemmingen in het parlement tusschen de leden der C.V.P. en de Belgische Socialistische Partij (de B.S.P.) onderling wel afspraken worden gemaakt om bij afwezigheid van één of meer frac tieleden, elkaar in bepaalde gevallen door onthouding van stem, van dienst te zijn. Neen, het is de roomsch-katholieken niet te doen om een omverwerpen van de huidige PRINS ALBERT (Alle rechten voorbehouden.) men onthouden, als de tegenpartij afwezigen telt, om zoodoende een moreele nederlaag van de regeering uit te lokken en dienten gevolge wellicht een ontbinding der volks vertegenwoordiging en het uitschrijven van nieuwe parlementsverkiezingen. De katholie ken rekenen niet ten onrechte op een aan zienlijke versterking hunner positie in de Belgische politiek. Daarvoor zijn eenige factoren aan te wij zen: morgen stemmen voor het eerst in Bel gië ook de vrouwen. Daarmede zijn de vrou wen metterdaad in de „politiek" gesleept, waarvoor zij tot dusverre weinig interesse toonden. De C.V.P. weet hierbij handig ge bruik te maken van een belangrijk gevoels- wapen, namelijkde Konings kw e s t i e. De C.V.P. is een vurig aanhangster van den terugkeer van Koning Leopold en maakt daarvoor dan ook ijverig propaganda. Het mag als vaststaand worden aangenomen, dat dit streven in den geest door verreweg de meeste vrouwen in België wordt ondersteund. Vooral de vrouwen wenschen haar Koning ZONING LEOPOLI krachtig in de weer om de gemeenteraads verkiezingen van morgen te gebruiken als Volksreferendum. In den Senaat bijvoorbeeld, beschikt de regeering slechts over één stem meerder heid. Dit beteekent, dat, wanneer één of meer aanhangers der regeeringspartijen af- en de roomsch-katholieken aanwezig zijn, deze laatsten de regeering zouden kunnen doen vallen. Maar dit gebeurt niet. De eer sten plegen dan overleg met de anderen, waardoor deze zich van evenzooveel stem- MERKWAARDIGE KLANKEN IN HUN PERS Nadat het dezer dagen al de aandacht ge trokken had, hoe prof. Romme, de leider der R.-K. Tweede Kamerfractie, inzake de ontwerp-overeenkomst van Cheribon ge waagde van een nog „zeer-gereserveerd-er- tegenover-staan", zijn het thans weer arti kelen in de R.-K. pers, die op z'n zachtst gezegd, merkwaardig aandoen. Zoo schrijft „Het Binnenhof"- „Eenige weken geleden besloot de minis terraad twee leden van de Commissie-Gene raal, de heeren Schermerhorn en Van Poll. naar Nederland te laten overkomen. Reden voor deze beslissing was het feit, dat de Regeering niet tot de vaste overtuiging kon komen, dat de commissie zich aan de haar gegeven instructies en het aide-mémoire hield. Bovendien deden zich meer dan eens gesehillen voor omtrent de interpretatie van den tekst van gewichtige staatsstukken. Her haaldelijk werd de indruk gewekt, dat Ba tavia al te eigenmachtig optrad. Telegra fische antwoorden uit Den Haag werden binnen een door Batavia gedecreteerden ter mijn ingewacht, bij niet op tijd arriveeren van het antwoord besliste Batavia. Het verzoek van den Ministerraad aan de heeren Schermerhorn en Van Poll vond wei nig gunstig onthaal. Van Mook liet onom wonden weten, hoezeer hij er op stond, dat de onderhandelingen met spoed in pleno zouden worden voortgezet. De Commissie- Generaal moest volgens hem in Indië blijven. Dr Van Mook dreigde met ontslag, indien de Regeering in Den Haag haar zin zou doordrijven. Voor deze houding is de Regee ring inderdaad gezwicht, overwegende dat de onderhandelingen zich in een spannend stadium bevinden. Ongetwijfeld is het deze houding van dr Van Mook geweest, die de verregaande overeenkomst van Cheribon zoo 6nel tot stand deed komen. ABDOEL KADIR NAAR NEDERLAND Uit gezaghebbende bron verneemt Aneta. dat raden Adboel Kadir Widjojoatmodjo, adviseur van het kabinet van den lt. gouverneur-gene raal, Zondag a.s. per Skymaster naar Neder land zal vertrekken. Aan den commies bij de Rijksverkeers inspectie, L. N. A. Orth, is de titulaire rang van hoofdcommies toegekend. Dat de Commissie-Generaal toch naar Ne derland komt, is opnieuw tegen den zin van dr Van Mook, die persoonlijk overleg met de Regeering en het geven van de zoo drin gend vereischte toelichting blijkbaar over bodig acht. Met telegrafisch bericht van fiat der Regeering kon z. i. worden volstaan. Gebleken is echter, dat de Regeering tot iederen prijs overleg wil plegen over de resultaten welke tot nog toe zijn behaald. Vandaar dat reeds volgende week een open baar debat kan worden verwacht. De Regee ring heeft voet bij stuk gehouden en is niet gezwicht voor het blijkbaar uit Batavia af komstige plan om de ministers Jonkman en Van Maarseveen naar Indië te zenden." IJLEN KONINGIN ASTRID meats-argument, hoopt de Roomsch-Katho lieke Volkspartij veel (ook va<n de nieuwe) kiezers voor zich te winnen. De uitslag in de bladen van Maandagavond a.s. zal moeten uitwijzen of de C.V.P. een voor haar juiste politiek heeft gevolgd. Aan den anderen kant hebben in niet min der dan 150 gemeenten de socialisten en com munisten elkander gevonden en een „demo cratisch" blok gevormd, voornamelijk na tuurlijk tegen de roomsch-katholieken. De liberalen, die ver in de minderheid zijn, de weinige protestantsch-christelijken, die België telt, zijn verspreid over de verschil lende partijen, voornamelijk de liberalen en de socialisten spelen in dit spel voors hands geen doorslaggevende rol. Het gaat momenteel dus om een strijd tusschen het „rechtsche" roomsch-katholieke) en het lin ksche" socialistisch -com munistische blok Al te kieskeurig is men daarbij helaas niet, wanneer het betreft den vorm, waarin men elkaar bekampt. Maar dat men rekent op de mogelijkheid van een beduidende over winning voor de roomsch-katholieken. be wijst het feit. dat men momenteel in België al rekening houdt met een binnenkort op tredende nieuwe regeering, bestaande uit socialisten, roomsch-katholieken en liberalen, waarbij dan de communisten hun plaats zou den hebben afgestaan aan de liberalen. Zal dit waarheid worden? De uitslag van mor gen zal misschien meer licht in de naaste toekomstverwachtingen brengen „God is niet eert God der dooden, maar Hij is een God der leven den". Markus 12 vers 27. Het is morgen de laatste Zondag van het kerkelijk jaar, 'n soort Oudejaarsavond dus. In ouden tijd werden in de kerk op den Zondag vóór Advent de dooden herdacht. Als Protestanten vieren wij geen „allerheili gen" of „allerzielen". Iedere Zondag moet het „allerheilige" voor ons zijn. Want de Kerk zelf is de gemeenschap der heiligen. Maar morgen denken wij in het bijzonder aan degenen, die ons zijn voorgegaan: onze vrome ouders, onze geloovige vrienden, maar ook aan hen, die in de oorlogsjaren terwille van hun overtuiging gevallen zijn. Zij zijn .heiligen", in den Nieuw Testamen- tischen zin van het woord, door God heilig verklaarde zondaren. In de Kerk gevoelen wij ons aan hen verbonden, want God is niet een God der dooden, maar der levenden. Bij zijn laatste bezoek aan Jeruzalem kwa men. tot Jezus enkele Sadduceën „die zeg gen, dat er geen opstanding is". Ze doen Hem een verhaal van een vrouw, die met verscheidene mannen getrouwd is geweest, doch hen allen heeft overleefd en ten slotte kinderloos gestorven is. Nu willen zij weten, aan wien deze vrouw, als er tenminste zóó iets als een opstanding is, zal toebehooren. De omstanders wachtten met groote span ning het antwoord van Jezus af. Het ging immers over een vraag, die iederen mensch voortdurend bezig houdt: Is er een leven aan de overzijde van het graf? En zoo ja, hoe zal dat leven zijn? Jezus herinnert de Sadduceën aan het Schriftwoord: Ik ben de God van Abraham, Izaak en Jacob. Deze aartsvaders leefden 4000 jaar geleden, zij zijn de wereld dus al lang gepasseerd. Maar den God der eeuwig heid kunnen zij nooit passeeren. Zij hebben op Hem vertrouwd, en al hun. hoop op Hem gevestigd. Daarom leven zij altijd voor Zijn aangezicht. Wij maken hier op aarde een scheiding tusschen hen, die nog aan deze zijde van het graf zijn en hen, die zich reeds aan den overkant bevinden. Maar voor God bestaat deze scheiding niet. Want de omgang met den levenden God reikt over het graf heen. God is niet een God der dooden, maar der levenden. Deze woorden sprak Jezus in de laatste dagen van Zijn aardsche leven. De dood, die vlak bij Hem is, is niet anders dan een drem pel, een poort. Hier en nu. maar ook ginds en straks zal Hij aan den levenden God ver bonden blijven. Want het Koninkrijk komt, het Rijk, dat hemel en aarde, leven en dood, tegenwoordig en toekomende dingen, tijd en eeuwigheid omvat. Wie in den Heer van dat Koninkrijk gelooft, kan getuigen: De dood is verslonden tot overwinning. Zoo denkt de Kerk morgen aan alle „hei ligen", aan die lange rij der geloovigen, van Abraham en de andere geloofshelden uit het Oude Testament af tot aan de martelaren der Christelijke Kerk en de helden der Her vorming toe, maar ook aan onze geloovige ouders en vrienden, die reeds zijn heenge gaan, een langen en onafzienbaren stoet van mensehen, die in hun leven reeds op weg zijn gegaan naar het komende Koninkrijk, naar de stad, die fundamenten heeft, welker opperste kunstenaar en bouwmeester God is Zij zijn verheven boven graf en dood, want die God, op Wien zij vertrouwd heb ben, is niet een God der dooden, maar der levenden. Leiden. D. J. V. PRINSES JOSEPHINE CHARLOTTE (Alle rechten voorbehouden.) De Koninklijke waardigheid wordt door de Commissie-Generaal door het slijk gesleurd. De Commissie-Generaal stelt voor, dat de Koningin zich verlaagt tot een verbond met Soekarno. Die twee in één adem te noemen is schunnig. Zij stelt voor, dat de Koningin afstand doet van Haar gezag. Dat voorstel is laf. Zij stelt voor, dat de Koningin de Grond wet schendt en Haar eed breekt. Zoo'n voor stel, aan onze voorbeeldig streng constitu- tioneele vorstin, is verachtelijk en belache lijk. Zij stelt voor, dat het Koninklijk Leger en de Koninklijke Marine, wier officieren den eed van trouw zwoeren aan de KoningSa, voor de Japansche wapens in handen van schurken bukken en knielen. En dat de Ko ningin, de opperbevelhebber, gewillig dat eerverlies zou aanvaarden. Dat voorstel Is eerloos. Zij stelt voor, dat de Koningin zal erken nen een „souvereinen, democratisehen staat", die zijn souvereiniteit heeft afgeperst en zijn democratie heeft opgedwongen: zonder volks wil. zonder volksvertegenwoordiging, zonder mogelijkheid van volksoordeel. Een staat (en het woord is bedrog), die zijn onstaan m de werkelijkheid dankt aan verwarring, onrust, onlusten, verwildering, haat, vijandschap, anarchie, terreur, onrecht en roof. Dat de Ko ningin Haar naam zou zetten onder een wet, die overweldiging en rechteloosheid zou ge- doogen, den Indonesischen knoeiboel zou er kennen. Dat voorstel tot erkenning van een basterdstaat gebaseerd op gewapend verraad, Is misdadig Het ware ooit in mij opgekomen van de Koningin ook maar een woord te zeggen. De Koningin is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk En, geene op- of aan merking kan in onze constitutioneele monar chie opklimmen tot den persoon des Konings. Maar de Koninklijke waardigheid wordt voortdurend in het geding gebracht. De per soon van de Koningin en de Kroon worden voortdurend misbruikt. Staatsrechtdilettan ten beroepen zich voortdurend op de Konin gin. En de samenflansers van de ontwerp overeenkomst met de gewapende Indonesiërs hebben zelfs de drieste aanmatiging gehad, de Koningin aan het hoofd te plaatsen van hun onderkruipers-unie. De rede van de Koningin van 1942 wordt voortdurend overal bijgehaald, alsof het een onfeilbare verklaring ware, een dictamen van staatsbeleid. Natuurlijk komt alles bij die rede aan op de toepassing, en op de moge lijkheid van invoering van zelfbestuur. De gedane belofte dienaangaande houdt van zelfsprekend in de noodzakelijkheid van ge ordende samenleving, een gezuiverde atmos feer, ontwikkeling, bekwaamheid om te oor- d eel en, vrijheid, van den Inlander zelf. Een invoering tnet een Javaansche kris, onder pressie van Britsche imperialisten en socia listen. van Inheemsche oproerige machten, moet noodlottig zijn. Dat is natuurlijk nooit de strekking geweest van die rede. En het is natuurlijk ook nimmer de bedoeling van die rede geweest, die uitgesproken werd ln den oorlog, toen de Staten-Generaal er niet was, dat de volksvertegenwoordiging de Ko ninklijke woorden niet in vrede zou sanc- tionneeren. Dat zij voor politieke doelein den zouden worden gebruikt misbruikt. Zoo is het ook nooit de bedoeling van ons eerste grondwetsartikel geweest, dat men het zou misbruiken voor de afscheuring van eene afzonderlijke „republiek", nog wel een stuk van een stuk van het Koninkrijk, en dat de wetgever de kwartiermaker zijn zou voor eene nieuwe, afgescheiden souvereini teit. Nog daargelaten, dat zij berust op ge weld en pressie. Geen enkele interpretatie, geen spitsvondige redenatie ad hoe, kan dit rechtpraten. De feiten en gebeurtenissen, die een schen ding zijn van recht, staan buiten de Ko ninklijke waardigheid. De intimidatie en mi- litarisatie van de Inlanders komt voor reke ning van het Japansche imperialisme en van Oostersch despotisme. Voor de gevoerde on derhandelingen, de aftakeling van onze macht, de bespotting van ons gezag, stelle men de betrokken ministers verantwoorde lijk. Voor het pact met den booze, de lugu bere unie, den sprong in het duister, vinde men de betrokken personen op hun hooge posten. De stormkracht der verontwaardiging ln den lande vage verraad, waan, vernedering, rechtsschending en verloochening van ons weg. Weg, weer weg. Dan schare ons volk zich opnieuw om den troon. En moge dan de Koningin weer regeoreu over een welvarend, groot, vrij rijk. Ir R. A. D. Cort van der Linden. VGravenhage

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 5