Berlijn, zooals ik het des nachts ontdekte
Soedirinan Coshow, klucht en operette
Bouw van twee kruisers wordt voortgezet
nieuwe leidsche courant
3
woensdag 6 november 19«
Jeugd vervult ons met schrik
en ontzetting
(Speciale N.L.C.-reportage)
Berlijn overdag. dat is reeds een
chaos zonder eind. Het is bijna onmoge
lijk, den weg erin te vinden. De straten
hebben hun physiognomie totaal verloren,
heele wijken liggen in puin en asch.
„Kunt U mij zeggen", vraagt mij een
Engelsch officier, „waar de Friedrich-
strasse is?" Vóór den oorlog was deze
straat het Montmartre van Berlijn. „De
Friedrichstrasse", antwoord ik met een
lachje, „U staat er middenin". De offi
cier staart mij aan, alsof hij zijn verstand
had verloren. Hij of ikDat....", kan
hij alleen nog maar stamelen en wijst
verbouwereerd met zijn vinger naar de
met steenen en puin bezaaide vlakte,
waarop nu letterlijk niets meer „over
eind" staat. „Och, vriend", zeg ik kalmee
rend, „ze ziet er weliswaar niet naar uit,
alsog ze zoo pas aangelegd
Dat is Berlijn overdag
Maar 's nachtsDe nachten vertegen
woordigen den chaos op zijn slechts! De
Engelsche mist moge bij tijden een wan
deling door Londen tot een gevaarlijk
avontuur maken, maar dit avontuur is
niets vergeleken bij een ontdekkingsreis
door de nachtelijke jungle van Berlijn. In
den zomer gaat het nog. Het vriendelijke
licht der sterren was een bescheiden weg
wijzer door de wildernis. Nu echter, met
de nevelen van den herfst, onder een
zwaarbewolkten hemel, is het een ware
toer om je nek niet te breken.
Onlangs passeerde ik 's nachts om een
uur of één. even voorbij de bizarre ruïnes
van 't Schlesische Bahnhof, een controle
post der Russische politie; kort daarop
werd ik door een troep zwarte handelaren
overvallen, die mij sigaretten en eieren
trachtten op te dringen. De eieren zijn
niet te genieten en de sigaretten van
tabak uit opgeraapte peukjes gedraaid!
Er bestaat geen solidariteit meer in
Duitschland. waar de Nazi-bonzen d't
woord van de daken schreeuwden. Het
meest primitieve egoïsme viert hoogtij!
Moeders verladen hun kinderen, vaders
hun eezinnen.
In één week werden in Berlijn 300 pas
geboren kinderen je vondeling gelegd.
In de rustigqgfcrijk aan den Lützow-
oever lijkt het, of de ruïnes op U zullen
vallen. Eejj zwerver overnacht in zijn
hangmat, in een villa zonder dak en deu
ren. „Je leeft tenminste", zegt hij en
glimlacht tevreden; „ziet U. ik ben erop
vooruit gegaan. Vroeger woonde ik in een
ellendig krot bij de Jannowitz-brug, nu
ben ik naar een wijk voor den gegoeden
middenstand verhuisd". En hij laat mij
een koperen plaat zien. welke hij ergens
uit het puin had opgediept en nu aan den
muur van zijn ruïne had opgehangen:
„Eingang nur für Herrschaften!"
„Duitschb kinderen" zij vormen een
treurig, vreeselijk hoofdstuk apart. -—
Voor het gerechtshof in Moabit zag ik
een 13-jarigen knaap terecht staan, die
's nachts, gewapend met een machine
pistool, voorbijgangers overviel. Zijn re
kening was zwaar belast: drie gewapende
roofovervallen, een dozijn inbraken. Va
der is ergens tijdens den oorlog gesneu
veld, moeder is dood. De 13-jarige jongen
groeit in het wild op en zoekt iederen
nacht een andere slaapplaats. Een „Bez-
prizorni" van den zuiversten graad. Je
ziet ze 's nachts bij dozijnen rondsluipen,
als hyena's op zoek naar buit.
In de overvolle wachtlokalen van de
stations liggen ze bij honderden, in stof en
vuil, zonder eigen dak boven het hoofd
en in een toestand van volkomen verwaar
loozing.
In de buurt van de Spitteler Markt
kreeg ik 's nachts om 2 uur een 14-jarigen
jongen te pakken, die een ouden man, die
op een bank lag te slapen, zijn porte
feuille uit diens jas ontfutselde. Toen ik
hem vastgreep, richtte hy zijn pistool op
mij. Ik sloeg hem dit uit de hand. „Wat
doe je daar?" vroeg ik hem. Hij zweeg
zonder een spoor van berouw te toonen.
Tenslotte bromde hij verwijtend: „Ik
moet toch ook leven.s
Een veertienjarige jongen! Deze jongen,
zoon van een arbeider, die gestorven is
en een moeder, die hem in den steek
heeft gelaten, zorgt al sinds twee jaar
voor zich zelf. Sinds twee jaar heeft hij
geen bed gezien, leeft hij van diefstal en
overnacht in ruïnes, die overal als „onder
dak" aanwezig ^jn
Deze verwilderde kinderen zijn een
ware plaag geworden; zij vormen zich tot
benden en organiseeren roofovervallen,
plunderingen en moorden.
Op het Nollendorfplein, in het Westen
van Berlijn, schoot de mil. politie op twee
17-jarige jongens, die in een gestolen jeep,
voïbeladen met allerlei eveneens gesto
len goederen, rondreden.
Het is wreed, dat de eenige, absoluut
onschuldige Duitschers, nl. de kinderen,
die het meest onbarmhartig zijn gestraft,
de daadwerkelijke slachtoffers van da
puitsche anarchie zijn.
Er bestaat geen solidariteit meer in dit
land, waar de Nazi-bonzen dit woord zoo
dikwijls van de daken schreeuwden. Moe
ders verlaten hun kinderen, vaders laten
hun gezin in den steek. Het meest primi
tieve egoïsme viert hoogtij.
In Berlijn registreerde men in één week
tiids 300 pasgeboren kinderen, die door
hun moeders te vondeling waren gelegd.
Meestal zijn het kinderen van soldaten
der bezettingstroepen. Niemand kent de
vaders, de moeders zijn van den aard
bodem verdwenen
„Hoeveel Bezprizorni" zijn er in Duitscn-
land?" vroeg ik een bevoegd Duitsch
ambtenaar in Berlijn. Hij haalde zijn
schouders op: .Niemand weet het. Mis
schien honderdduizend misschien een
half millioenMaar iedere week groeit
dit ontzettende leger van vagebondeeren-
de kinderen aan en met hen de crimina
liteit.
EEti ZWAKKE BQOEDEQ,
Soedirmans brullende jeugd. Kunt be
grijpen, dat de Ned. soldaten zich tot het
uiterste moesten beheerschen?
NED. SOLDATEN DOOR ZIJN
„LIJFWACHT" UITGEFLOTEN
Dat wij niet de eenigen zijn geweest,
die ons over het optreden van „gene
raal" Soedirman bij diens bezoek aan
Java's hoofdstad geërgerd hebben, blijkt
uit het artikel in het Bataviasche (min
of meer Regeerings-orgaan) „Het Dag
blad", dat zich onder den titel „Show"
aldus over het geval uitlaat:
„Het zwichten van de geallieerde
autoriteiten voor Soedirmans eisch, om
zich tijdens zijn verblijf te Batavia te
laten vergezellen door een lijfwacht,
heeft tot resultaat gehad, dat deze In-
heemsche „generaal" zijn intrek nam in
een hotel, omgeven door een tot de tan
den toe gewapende garde, welke drom
men belangstellenden trok.
Dit is een van de voorvallen onder het
heerschende dualistische regime, waaruit
blijkt, hoe weinig tact er aan zekere
zijde betoond wordt ten aanzien van ons
nationaal gevoel. Want het was in geen
enkel opzicht noodzakelijk, dat Soedir
man werd omgeven door een lijfwacht,
terwijl hij wist, dat'hem geen haar ge
krenkt zou worden, indien hij zich begaf
naar het onder geall. beheer staande Ba
tavia.
Hier is niet slechts een uiterst beden
kelijk precedent geschapen, dat de hoog
heid van het geall. gezag aantast, maar
het drijven van „generaal" Soedirman
had ook gemakkelijk tot zeer ernstige
incidenten kunnen leiden.
Men stelle zich voor, dat generaal
Spoor met een lijfwacht naar Djogjakarta
reist. Van onzen kant zou er niet aan
zijn gedacht een dergelijke suggestie te
doen, afgezien nog van 't feit, dat het
geall. gezag een dergelijke operette-ver
tooning nooit zou hebbentoegestaan.
De Regeering heeft m*t den meesten
nadruk verzocht in deze dagen alles na
te laten, wat maar eenigszins een uitda
gend karakter draagt. Wat moet het pu
bliek er van denken, wanneer de Over
heid zélf 'haar sanctie verleent aan een
daad, die een flagrante schending betee-
kent van dat beginsel?
Wet de geallieerde opperbevelhebber,
dat de Nederlandsche militairen en bur
gers, wanneer zij Soedirmans verblijf
passeerden, onder het hoonend geloei
der Inheemsche menigte de tanden op
elkaar moesten klemmen om zich te be-
heerschen? Beseft hij, dat dit niet alleen
veel pijn deed aan een gemeenschap,
van welker zenuwen toch reeds zooveel
gevergd wordt, maar dat in de gegeven
omstandigheden een kleinigheid noodig
was om de bedwongen hartstochten te
ontketenen?
land zullen verlaten, vertrouwen wij er
op aldus vervolgt bedoeld Bataviaasch
„Dagblad" dat hun opperbevelhebber
in zijn afscheidstoespraak aan de Neder
landsche bondgenooten toch met een en
kel woord zijn waardeering zal uitspre
ken voor het geduld en dezelfbeheer-
sching, welke door hen in uiterst pijn
lijke omstandigheden zoo menigmaal
werd betoond".
KERST- EN NIEITWJAARSGESPREKKEN
MET SURINAME.
Tussohem 23 Dec. en t/m. 4 Januari zullen
behalve op Zondag 29 December goed-
koope Kerst- en Nieuwjaarsgesprekken ge
voerd kunnen worden met Suriname. Prijs
f 10.50 voor de eerste 3 minuten en voor elke
volgende minuut f 3.50 meer. Reeds nu kun
nen aanvragen worden gedaan. Zakelijke me-
dedeelinigen vallen hier buiten.
We waren bescheiden
Onze eischen ten aanzien van de
grenscorrecties liggen thans op de
tafel der vier groote mogendheden en daar
mede is, voor zoover ons aandeel betreft,
in eerste instantie het pleit beslecht. Het
eerste en voor ons land belangrijkste woord
is gesproken en de pas is afgesneden aan
de eischen van hen, die verder hadden wil
len gaan, en ook aan hen, die op dit gebied
in het geheel geen wenschen naar voren
wilden brengen.
Reeds eerder hebben wij te kennen ge
geven. ons in deze voorstellen tot grens
correctie, bescheiden doch gerechtvaardigd
als zij zijn, wel te kunnen vinden. Dit is te
meer het geval, nu de regeering haar
»eischen op dit gebied zoozeer blijkt te heb
ben gevat in het kader van de schadever
goeding.
Wat over deze schadevergoeding wordt
gezegd, moet des te aannemelijker zijn, wijl
het is gezien in het sympathieke licht van
herstel en opbouw, van al hetgeen de Duit
schers in materieel opzicht hebben ver
nield. Er blijft nog genoeg geestelijke- en
persoonlijke schade over, welke helaas door
de strengste materieele eischen niet meer
goedgemaakt kunnen worden.
Het was onze armoede, die de regeering
de wet heeft voorgeschreven. Het wil ons
voorkomen, dat de regeering haar eischen
ook verder geldend kan houden en mag
staan op algeheele inwilliging.
De voorstellen zijn voor de toekomst ge
richt op het voorkomen van bepaalde Duit-
sche gestes op monetair gebied, welke wij,
klein land, ons in het verleden maar al te
zeer moeten laten welgevallen, doch die het
karakter droegen van plagerijen. De
eischen geven bovendien blijk van een be
sef, dat heel de bezettingspolitiek nog wel
vatbaar is voor verbetering, voor ons land
vooral wat betreft de regeling der haven
tarieven.
Reeds enkele malen deden wij uitko
men, hoe hier te weinig rekening werd ge
houden met wat sinds langen tijd eder-
landsche belangen zijn, ja, hoe die belan
gen door de gevoerde bezettingspolitiek
uittrmate in het gedrang werden' gebracht,
teviger optreden dan onze regeerng was
wel zoo lief. Het eerste antwoord is in het
memorandum van de regeering gegeven.
Het stellen van deze eischen is niet alleen
een kwestie van rechtvaardigheid, het legt
op ons volk een duren plicht en een
zware taak.
Ons moeten, bij het vervullen van die
taak, de richtlijnen voor oogen staan welke
bij het opstellen van deze eischen hebben
gegolden: het herstel en de wederopbouw
van hetgeen door de lange jaren van oor
log en bezetting zoo wreed werd ge
schonden.
CONFERENTIEOORD CHR. BOEREN- EN
TUINDERSBOND
De Chr. Boeren- en Tuindersbond nam
gisteren het Conferentieoord „Birkhoven",
aan den Rijksstraatweg te Amersfoort, in
gebruik. De vestiging van den Bond is hier
door een voldongen feit geworden. Een
nieuwe periode breekt aan, welke in het
bestaan van den Bond beteekent een ver
leggen van het accent.
Op het conferentie-oord zal een reeks van
ontwikkelingsweken worden gehouden voor
leiders der afdeelingen, waarbij niet alleen
onderwerpen als pachtgeving, belastingen,
soc. wetgeving en bedrijfsorganisatie zullen
worden bezien, doch.ook allerlei vragen van
den dag zullen worden behandeld.
Ook voor de jongeren moeten ontwikke
lingsweken worden georganiseerd.
De heer Fikkert sprak namens het hoofd
bestuur der Chr. Hist. Unie en verbond aan
zijn gelukwensch de hoop, dat de beginse
len, welke hier geleerd worden, pitgedragen
zullen worden in ons volksleven. Voorts
spraken mevr. F. WitterholtHeidanus, na
mens den Chr. Boerinnenbond; de heer A.
Borst Pzn., voorz. van het Prot. Chr.-Werk-
geversverbond; de heer K. van Dijk, namens
de N.C.R.V.; de heer R. Bos, namens de
Chr. Jonge Boeren- en Tuindersorganisatie;
de heer Blok namens de afd. Wageningen
der S.S.R.; de heer P. Koning, penningmees
ter van hét C.N.V., die mededeelde, dat het
C.N.V. gaarne van het oord der C.B.T.B ge
bruik wil maken en reeds voor Juli en Aug.
op „Birkhoven" beslag heeft gelegd; de heer
M. Ruppert, voorz. van den Chr. Landarbei-
dersbond, en de heer Joh. de Jong van den
Chr. Middenstandsbond. y
Het conferentieoord, dat ook voor samen
komsten van andere Chr. organisaties ter
beschikking staat, zal stellig blijken in een
behoefte te voorzien.
DE ZEVEN PROVINCIëN EN
DE EENDRACHT
Momenteel zijn op het dep. vat. Marine
plannen in bewerking betreffende den
afbouw van de beide kruisers, „De Zeven
Provinciën" en „Eendracht." nadat de
marinestaf zich eenigen tijd geleden had'
uitgesproken over de in den oorspron
kelijker opzet aan te brengen wijzigin
gen. Deze betreffen zoowel de bewape
ning, de bescherming als de voortstuwing.
Voor beide genoemde kruisers werden
reeds o.p de marine-begrootingen voor
1938 en 1939 gelden uitgetrokken. Deze
schepen, die moeten dienen ter vervan
ging van de in 1925/26 in dienst gestelde
kruisers „Java" en „Suimatra" hebben
een waterverplaatsing van 8350 ton stan
daard, d.i. zonder brandstof, voedings-
water en munitie.
Op 19 Mei 1939 werd bij de Rotterdam -
sche Droogdok Mij. de eerste kielplaat
gelegd voor de „Eendracht" en op 5 Sep
tember 1939 die voor „De Zeven Provin
ciën" op de werf Wilton-Fijenoord.
Toen de Duitschers in 1940 ons land
binnenvielen, verkeerde de bouw nQg in
een beginstadium. De beide casco's wer
den door de Duitsche marine in beslag
genomen en de werven kregen opdracht
de schepen te voltooien., doch sabotage
zoowel als materiaalgebrek traineerden
dien afbouw.
Op „Dollen Dinsdag" stonden de beide
kruisers dan ook nog steeds op stapel.
Wanneer de Britten op 30 Nov. dit De Duitschers besloten daarom bet cas<*tl de Oostzee.
van „De Zeven Provinciën," .dat althans
kon drijven, naar Duitschland te bren
gen.. Zoo werd daags voor Kerstmis
24 December 1944 dit schip bij Wilton-
Feijenoord te water gelaten, doch men
zag geen kans bet transport ten uitvoer
te leggen. Zoodoende lag bij de capitu
latie het casco van „De Zeven Provin
ciën" nog steeds bij Wilton te Rotter
dam en daar ligt het tot op heden nog.
De romp van de „Eendracht" staat,
onvoltooid, nog steeds op de helling bij
de R.D.M.
De afmetingen der schepen zijn: lengte
(over alles) 186.0 m., breedte 17.3 m en
diepgang 5.66 m gem. De hoofdibatterij
zal bestaan uit 8 kanons van 15 cm.,
opgesteld in vier dubbeltorens. De secun
daire batterij telt acht mitrailleurs van
57 mm (vier dubbel-kanons)alsmede een,
aantal mitrailleurs van 40 mm.
De bemanning zal omstreeks 900 kop
pen bedragen,
MOTORCOASTER TE SCHIEDAM
TE WATER GELATEN.'
Op de werf „Gusto" te Schiedam is
gisteren de eerste der 2 z.g. motorcoasters
te water gelaten, Deze vaartuigen, die in
opdracht van de N.V. Gebr. Van Uden's
Scheepvaart- en Agentuur Mij worden
gebouwd, zijn van het shelterdeck-type en
vrol. ingericht voor het vervoer van stuk
goed en graan. Ze zullen' wellicht ook
voor de houtvaart geschikt zijn.
Beide schepen., resp. de „Koningshaven"
en de „CoolhavenT zijn voor de vaart op