Humor van het Platteland HEI WEÏIELUK DMIEÏJ® KIPPEN „MOORDENAARS" WAT DENKT ZUID^AEKIKA VAN DE IMMIGK ATIE Nieuwste Partij van haar voorzitter beroofd NIEUWE LEIDSCUE COURANT 3 WOENSDAG 25 SEPTEMBER 19if Het is min of meer een geheim voor den stedeling diat op het platteland zooveel hu mor schuilt of uitkomt in de gesprekken. Maar al te vaak meent de stadsbewoner dat een boer een dom, achterlijk wezen moet zijn. Het tegendeel is waar, uitzonderingen daargelaten. Doch de plattelandsbevolking is zwijgza mer en vaak ook wellicht wantrouwend te genover den stedeling die zoo licht geneigd is den draak te steken met zijn dialect en gewoonten. Wie den plattelandsbewoner wil leeren kennen, moet beginnen met dit wantrouwen weg te nemen. Dan zal hij genieten van den humor, die voor een veel grooter deel onbe wust is dan die in de steden en misschien juist daardoor den buitenstaander vaak meer treft. Ik bedoel daarmee niet dat èlle platte landshumor onbewust is. Integendeel. Men denke slechts aan den dorpeling, die, gevraagd naar het aantal zielen zijner ge meente aan den verbaasden vreemdeling ten antwoord gaf: „Drie". Toen hem om uitlegging werd verzocht, zei hij droogweg: „Ja, er wonen hier wel meer personen, maar er zijn er slechts drie, die de zaken regelen, de rest zijn bijloopers". En aan dien anderen boer, die in zijn be cijferingen verdiept was en gehinderd werd door een bedelaar, die luidkeels aan de deur: „Volk, volk!" stond te galmen. De bewoner van het huis stak zijn hoofd uit het raam en zei: „Als je zoo'n jacht hebt, ga dan maar deur!" Bij een andieren boer had de zeug gebigd. Stadsmensohen weten dit misschien niet, maar een rechtgeaard moedervarken, dat haar plicht tegenover den baas verstaat, zorgt er voor dat ze in één worp van een half dozijn tot veertien, vijftien jongen ter wereld brengt. Nu wilde het toeval echter dat een groote, zware zeug zoo slecht haar werk verstond dat ze het waagde haar eigenaar met een worp van één big te be droeven. Toen dat nare feit in de buurt be kend werd, wist een der andere boeren zijn verontwaardiging niet duidelijker uit te druk ken dan door te zeggen: „Als ze er nog één minder had gegeven, had ze heelemaal voor niets gejongd". Men weet misschien dat een boerderij meestal voor een zevental jaren gepacht wordt. Dit staat in verband met bemesting en draineering van landerijen, die bij een horteren paohttermijn groot endeels ten bate van een anderen pachter zouden zijn tot stand gebracht. Wat steekt er nu een kostelijke humor in, wanneer men van een ietwat lange vrijerij, die maar niet tot trouwen leidt, opmerkt: „Die twee gaan de tweedie pacht in". Er is een geval bekend van een drietal boeren, die op een Zaterdagavond bijeen dels de Zondag aangebroken. Wie nu weet zaten. Twee van hen beraadslaagden over den verkoop van een varken. Maar het duur de lang eer ze het eens konden worden. Ein delijk, na lang wikken en wegen, was het kwart over twaalf geworden en dus inmid- hoe streng over het algemeen op het platte land de rustdag wordt gevierd, zal den prach- tigen humor weten te waardeeren van num mer drie, die met een afkeurenden klank in zijn stem zei: „Nu heb je een varken op een Zondag verkocht". En hoe droogkomiek was die boerenknecht, dre een jongeren collega zag aankomen met een geweldigen winkelhaak in zijn pantalon en hem vroeg: „Is de weerlicht in je broek 'eslogen?" Het is wel zeker dat deze zin voor humor niet van vandaag of gisteren is, want het volgende verhaal uit den Napoleontischen tijd doet nog de ronde op Zuid-Beveland. In het jaar 1813 kwamen de Russen op het eiland en hoewél ze bevrijders heetten,, wa ren er onder hen nog al wat, die de boeren graag bang maakten. Zoo was er op een hofstede een ritmeester, die geweldig vloe ken en commandeeren kon. Op zekeren dag, toen het eten hem niet al te best naar den zin was, trok hij zijn grooten sabel en legde die naast zijn bord neer. Oogenblikkelijk stond de boer op, ging naar de schuur, haal de zijn langste hooivork en legde die naast z ij n bord. Het duurde maar heel kort of de sabel verdween van de tafel. Ook in de wijze, waarop men iets buiten sporig groots wil schilderen, kan heel wat humor zitten. Zoo hoorde ik eens een boer zeggen: „Die kerel is zoo lang, dat hij op zijn teenen moet gaan staan om op zijn hoofd te krabben". Indertijd was er een gevangenis te Goes, waar men hen bracht, die korte straffen moesten uitzitten. Nu komen of kwamen er nogal eens kleine vergrijpen op het gebied van strooperij en dergelijke voor. Op een dag had een huismoeder een paar dagen ge vangenisstraf gehad wegens het rapen van kreukels (alikruiken) op de zeewering. Haar man was zonder dat ze daarvan op de hoogte kwam, intusschen ook gevonnist. Op den dijk van hun woonplaats naar Goes ontmoetten man en vrouw elkaar en de lief hebbende echtgenoote snauwde haar man toe: „Wi mö ji ni toe?" En het antwoord was: „Ik gè ji pléksje werm 'ouen". Een boer die een hij zonder grooten voor gevel had, riep, toen men hem daarmee eens plaagde: „Ik ban goed tevreen mi me meuze. ik liever één grooten as twi kleintjes". In een tweede artikel nog enkele voorbeel den van onbewusten humor ten plattelande. Den Haag. Dr. F. C. DOMINICUS. Onder snorkende koppen als ,,De maat ia voi....!", „Weg met de regeering-Beel!" en „Beel verdwijn!" treffen we in „De Waar heid" van gisteravond een groot 'manifest aan van de C.PN. aan het Nederlandsche voök. Terwijl de hoofdredactie in een begelei dend artikeltje o.m. schrijft: „De lang opgekropte verontwaardiging heeft zidh baangebroken. Amsterdam, dat als eer ste stad des lands den strijd aanbond tegen, de moffenterreur, 'heeft het niet genomen, dat moffenmethoden na de bevrijding op nieuw worden geïntroduceerd. De schietpar tij in de binnenstad op Zaterdagavond heeft de maat doen overloopen. Een doode is ge vallen door de hand van een regime, dat zegt de waarde van den mensch zoo hoog te schatten. Arbeiderslevens behooren daar blijkbaar niet toe. Men schiet ze neer in de straten van de hoofdstad of men jaagt ze naar Indonesië in den dood van den koloni alen oorlog". heet het in het manifest o.a.: „Onmiddellijke wapenstilstand moet er komen! Geen druppel bloed mag meer vergoten! worden! Geen man en geen cent meer voorden kolonialen oorlog! Geen enkel troepentransport meer naar Indonesië!" En verder: „Door het funeste bewind, dat sinds de bevrijding is gevoerd, te ons land achteraan gekomen in de rijen der volkeren. Thans heeft de regeering-Beel haar han den met het bloed van vrijheidsstrijders be vlekt, die op vreedzame wijze demonstreer- «den. Nedertandersals wij dit dulden, dan ko men wij spoedig weer bij het fascisme te recht, dan zou onze strijd van vijf jaren tegen Rauter en Seyss-Inquart vergeefsch zijn geweest". Toen onlangs een Kamerlid de Regeering de vraag stelde, wat zij van plan was te doen tegen het feit, dat ui!t Indië terugkee- rende Nederlandsche militairen in de hoofd stad met de kreet „Moordenaars" werden begroet, deelde de betrokken minister mede, dat daartegen in het vervolg met kracht zou worden opgetreden. Thans worden de heer Beel en zijn col lega's zelf met moordenaars op één lijn ge steld. Wanneer is in Den Haag de maat nu vol....? ,Dl£J5NERT-HAAtsl, NU BENl ll< IKJ OVERTREDING UITWIJZING VAN DUITSCHERS NAAR RECHT EN BILLIJKHEID. Het hoofd van den Rij-ksvreemdeling en- dienst sprak uitdrukkelijk het bericht in en kele dagbladen tegen, als zou de uitwijzing van Duitschers op zeer onaangename wijze voor betrokkenen geschieden. Het uitwijzen van Duitschers, die him le ven nog niet in Duitschland waren en er* to taal geen relaties hébben, behoort tot de uit zonderingen. Een antwoord op een voor velen actueele vraag Zuid-Afrika. Een naam met een voor vele Nederlanders lokkenden klank. Dagelijks verschijnen aan ons bureau abonné's met steeds weer dezelfde vraag: „Waar te de Zuid-Afrikaansche legatie gevestigd?" Of soms ook wel recht op den man af: „Weet U misschien een mogelijkheid om naar Zuid- Afrika te emdgreeren?" Hoe denkt men, of wat weet men in Zuid-Afrika zelf van dezen lust tot immi- gr eeren? Een "vraag, die velen zich waar schijnlijk reeds meermalen gestéld hébben. In dit artikel zullen we trachten hierop ant woord te geven. Vorige maand werd in Zuid-Afrika een voorloopige volkstelling gehouden, waaruit bleek, dat hef aantal zielen 11.258.858 be droeg. Van dit totaal was slechts 2.335.460, of 1/5 deel blank; de rest der bevolking be stond uit niet-blanken. De toename was bij de blanken sinds 1936 331.603 zielen en bij de niet-blanken 1.337.757. Deze cijfers too- nen een onrustbarenden aanwas der niet- blanke bevolking en daarom wenscht de regeering nieuwe immigranten, die kunnen meehelpen de leidinggevende positie der blanken te versterken. En niet slechts de regeering en de politieke partijen. Ook de blanke bevolking ziet de noodzaak hiervan in. Natuurlijk valt het standpunt der ver schillende politieke partijen samen met hun instelling. De eene partij te gematigd, die andere wenscht de deuren der Unie wagen- OOK DE PROPAGAOTHST WERD UITGESCHAKELD De nieuwste partij in Nederland is de „Partij van de Daad", die het zich o.m. tot taak schijnt te rekenen een felle campagne te voeren tegen het uitzenden van Ned. troe pen naar Indië. Wij lezen althans in „Trouw" dat deze partij dezer dagen in „Krasna polsky" te Amsterdam een druk bezochte vergadering belegde om scherp tegen die Uitzending te fulmineeren. Bij de opening dezer vergadering deelde de voorzitter mede, dat de voorzitter van de „Partij van de Daad", de heer Piet Kremers en de propagandist der partij, de heer Henk Bakker op last van den officier van Justitie, mr Wassenbergh, Vrijdagavond zijn gearresteerd, naar aanleiding van een door de partij uitgegeven propagandage schrift „Weiger Broedermoord", omdat in dit geschrift zou worden opgeruid tot strafbare feiten. (De heer Piet Kremers is blijkbaar dezelfde, die in de bezettingsjaren groote bontveilingen in „Krasnapolsky" organiseerde en later als leider en organisator van een beweging voor „naastenliefde" een rol trachtte te spelen. Red.) Midden in zijn toespraak werd deze spre ker blijkbaar onwel, waarop een andere spre ker op het podium verscheen die aanvanke lijk trachtte aan de hand der aanteekeningen van zijn voorganger diens toespraak te ver-' volgen. Toen dat niet lukte, ging hij op eigen initiatief verder. Hij eindigde zijn toespraak met een oproep tot een „sit-down-staking" tegen de uitzending van Ned. militairen naar Ned .-Indië. De heer Jan Ietswaart van „De Vredestich ters" uit Hilversum, las een rede voor, welke prof. Pootjes in deze bijeenkomst had willen houden. In deze rede werd fel positie ge kozen tegen de regeering, die art. 192 van de grondwet schendt en dus „zooals ik als wetenschapsmens ch beweer", aldus prof. Pootjes (die zich blijkbaar dien titel heeft toegeeigend, omdat anderen hem zoo noe men) wegens ambtsmisdaden vervolgd moet worden. Deze spreker kreeg een daverend applaus, dat aanzwol tot een demonstratie, toen „pro- fessor'.Poofjes zelf op het podium verscheen en vertelde, dat hij te schor was om de vergadering toe te spreken. Na afloop van de vergadering werden enkele in de omgeving van „Krasnapolsky" en op den Dam samenscholende groepen door de politie verspreid. wijd open te zetten, teneinde een zoo ruim mogelijken blanken bevolkingsaanwas mo gelijk te maken. Tot deze groep behoort de Vereeniigde Partij, die als leider den presi dent der Zuid-Afr. Unie Veldmaarschalk Smuts, heeft. Smuts verklaarde, zooals we onlangs meldden, op een vergadering der Vereeniigde Party, dat de regeeriing radi cale veranderingen zou brengen in het immigratie-beteidIn de kamende tien tot twaalf jaar zal niet slechts een uitgelezen aantal, doch een sterke stroom immigran ten in de Unie worden toegelaten. In Euro pa is momenteel een bevolkingsoverschot. Velen wenschen hun vaderland te verlaten. Ook Australië en Canada zijn bezig om immigranten te krijgen. Zuid-Afrika kan malliioenen goede blanken krijgen. Laten we. „Die Burger" is van meening, dat de Zuidi- Afrikaanders er voor zullen bedanken om van hun land „deci vuilnisbak" van de over tollige milJioenen in Europa te maken. Smuts wil Zuid-Afrika herscheppen. Doch moet dit gebeuren door wildvreemde horden uit Polen, den Balkan of uit andere landen, die over de kleurverhoudingen andere theo rieën huldigen dan wij? aldus „Die Bur ger". Het blad vreest, dat de immigratie politiek van Smuts in eerste instantie zal leiden tot binnenlating der 500.000 Joden, in Kaapstad zullen binnenvallen. Dit zou, volgens het blad, in Zuid-Afrika tot een nooitgekend en ongewenscht anti die maar ai te graag imploats van in Haifa semdtisme leiden. Wel is er plaats voor geschikte immigranten maar niet voor Een typische Zuid-Afrikaansche boerderij, die wel wat afwijkt van wat wij gewend zijn, maar toch ook weer een sterk Nederlandsch stempel draagt. aldus Smuts, het ijzer smeden als het heet is. Laten wij zorgen niet met het overschot te blijven zitten. Daarom zullen in vele landen boeken geïmporteerd worden, die den adspirant-immigranten een duidelijk beeld geven van het leven dn Zuid-Afrika op aller lei gebied. De immigratie zal thans actief worden aangepakt. Tot zoover veldmaar schalk Smuts. De weerklank in een deel der Zuid-Afr. pers was nogal critisoh. „Die Burger" schreef in een hoofdartikel, getiteld: „Imimigrasie- gekheid", dat het moeilijk zal zijn in Euro pa, met z'n dalend geboortecijfer, geschikte immigranten te vinden. Het blad trekt zelfs in twijfel, of er wel mdllioenen zijn, die Zuid-Afrika als tweede vaderland wensohen te aanvaarden. Het plan over de millioenen wordt eenvoudig krankzinnig genoemd en rijp en groen in onbeperkte mate, hetgeen Smuts blijlkibaar wil. Een eigen bevolkings aanwas is evenwel het eerst noodige en dan pas karnt de immigratie aan de beurt. Uit het bovenstaande blijkt, dat in het .beloofde land" twee partijen zijn. Beide zijn voor het inbrengen van nieuw bloed. De een op groote schaal. De ander volgens weloverwogen keus. Al is dit laatste het geval, wat voor het land het beste zou zijn, dan behoeven we er niet aan te twijfelen, of de stamverwante Nederlanders zullen stellig een aanzienlijke voorkeur genieten. Laat een ieder zich echter goed' beden ken, voordat hij zich van het 'kleine, lage land bij de zee, waar het nu herfst begint te worden, losscheurt; om naar de punt van het zwarte werelddeel te gaan, waar juist de lente in aantocht is...»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 5