Arthur ran Schendel i overleden Zwarte sigarettennandel gouden standaard BACH IN 'T KLEED YAN DE OOKSPKONKELIJKHEID NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 14 SEPTEMBER 194f Woensdagavond is in zijn woning te Am sterdam op 72-jarigen leeftijd overleden de bekende Nederlandsche schrijver Arthur van Schendel. Ten gevolge van zijn ge- schokten gezondheidstoestand en een bij een val opgeloopen heupfractuur, moest Van Schendel reeds geruimen tijd het hed hou den. Sinds 1921 woonde de. schrijver jn Sestri Levante aan de Italiaansche Rivièra, vanwaar hij ieder jaar voor latigeren tijd zijn vaderland bezocht. Bij de beschieting van Genua door de Engelschen in 1944 moest de famil'iie Van Schendel op muilezels de bergen in vluchten. In November van het vorige jaar is hij per auto en per trein het aanbod van den S.H.A.E.F. om jjer vliegtuig naar Nederland te komen, wees Van Schendel met het óog op zijn gezond heidstoestand weer in Amsterdam teruggeke*- In 187i Atxu aeze auteur te Batavia ge boren. Nadat hij de acte Engelsch M.O. had behaald, was hij in Engeland bij het onder wijs werkzaam, waarna hij zich te Haarlem Arthtr van Schendel, naar een schilderij vap Jan Poortenaar. daaraan een tijdlang wijdde. Maar zooais dat bij echte schrijvers altijd gaat, het talent verloochent zich niet en zoekt naar uiting. Ifci 1896 publiceerde hij „Drogon", een fan tastisch verhaal over een menschenschuwen zonderling, die door zijn hartstochten over- heerscht wordt. Dit boek was op zichzeif uiterst merkwaardig in den tijd, toen het Naturalisme nog lang niet dood was. Het was namelijk een nieuw element in de lite ratuur, want het beteekende niet meer een fel zoeken naar'beschrijving van een ruwe werkelijkheid, maar een tastend aangeven van een algemeene idee. Reeds dadelijk bleek hier de geest van den schrijver, het verlangen naar het romantische, het sprook jesachtige. Sterker nog was dit in zijn vol gende werken te bespeuren. In denk hierbij inzonderheid aan „Een zwerver verliefd" en „Een zwerver verdwaald". En in het geheele eerste kwart der 20ste e^uw gaat hij in dezen geest door, in „De berg van droomen", „Der liefdf bloesems" en „Angiolino en de lente" Zijn welkcht oekenciste werk „Het fregat schip Johanna Maria" werd in 1930 door de Maatschappij van Ned. Letterkunde met den Van der Hoogtprijs bekroond. Inderdaad is dit ^erk een meesterstuk, dat die bekronin. ten volle verdiende. Hier komen de beste eigenschappen van Van Schendel het sterkst uit. „Hij staat op den bodem van het realisme, maar werkt zijn kunst vandaar op naar een hooger plan van nobele verbeelding". De taal is zeer verzorgd, gaaf en kleurrijk en we worden telkens herinnerd aan dien meester van stijl, den Franschman Flaubert. Evenals Van Schendels vriend Aart van der Leeuw, tracht hij naar de fijnst mogelijke uitbeel ding in eenvoudige woorden, zonder een poging te doen om „woordkunst" te schep pen, een euvel, waaraan zoovelen vaci zijn tijdgenooten leden. Hoewel zijn eerste werken historische romans kunnen genoemd worden;hebben we hier te doen met iets heel anders dan wat Van Lennep en mevr. Bos'boom-Tous- saint schreven. Er is geen streven meer naar zwaarwichtige historische nauwkeurig heid en gedocumenteerdheid, maar de roman herneemt zijn rechten. In zijn bundel .„Verhalen" komt een his torische. schets voor getiteld ..Blidimonde". Een aanhaling hieruit zal duidelijk kunnen maken, wat ik met de fijnst mogelijke uit beelding bedoel. Hij beschrijft twee kinderen „Die twee ontwaakten en kusten elkander. Toen zwierven zij in de nieuwe vreugde en zochten het verste, het schoonste in de lich tende schemering hunner zielen. Zij zagen elkander oog in oog, zij luisterden naar den klank hunner gefluisterde namen, om beurte genoemd als een zuchtende roep', zij voelden de eeuwigheid in de warmte van hunnen adem, hun wangen waren nat van tranen. En zij hielden elkander omklemd en zagen op naar het maantje, en keerden tot elkan ders lippen weder. En hij betastte verbaasd hare handen zonder gewicht en zij voelde wonderlijk de grootheid van zijn borst aan haar wang, en zij zagen elkander weer aan en lachten. Klaar was de hemel en" ruim de nachtelijke wereld, en zij kusten elkander. Toen hoorden zij hoe stil het was in de wereld, zij luisterden en bewogen niet". Dit onbewuste heimwee naar het onein dige, voelen we door al de werken van Van Schendel. In „Het fregatschip" zegt hij van den hoofdpersoon Brouwer: „Het was hem alsof hij altijd honger had, ofschoon hij wel wist dat geen voedsel hem verzadigen kon." En over het leven van den zeeman in ditzelfde boek: „Wie naar zee gaat wordt bekoord door de horizonnen, de ruimte en het licht, maar ook ziet hij beter dan wie op het land blijft wonen, dat de einders gestadig wijken, tot eindelijk, wanneer het anker valt, hun belofte niets geeft dan de vroolijkheid van een dag. Van de deining en de golven zelf krijgt hij de onrust om voort te gaan naar een plaats waar hij be vredigd wordt, hij heeft bij al het werk zooveel uren om uit te kijken. En als dan na een lange reis het handvol zilver is weggegeven, blijft er wantrouwigheid tegen j wat geweest is en toch verlangen naar I nieuw." Ook in „Angiolino en de lente" vinden we dezelfde gedachte. Deze bedelaar op een brug in Rome, keert vaak den rug naar de voorbijgangers om over het water te turen, want hij weet: de Lente komt van de ber gen. Hij heeft hetzelfde verlangen als de kunstenaar in zich. Want hij weet, alles vergaat, alleen het verlangen blijft. Na 1930 treedt een zekere verandering in. De schrijver schijnt zakelijker en minder droomerig te worden. Maar het wezen blijft: vormgeving aan het romantisch geluksver langen. In snelle opeenvolging komen thans nog: De Waterman; Een Hollandsch Drama; De Rijke man; Grauwe vogels; De wereld een dansfeest e.a. Ook tijdens den oorlog ver schenen enkele werken. Mijns inziens echter bereikt Van Schendel in deze niet meer de hoogte van 1930 en daarvoor. Zijn roem was echter groot genoeg om hem in 1938 als candidaat voor den Nobelprijs voor te dra gen. De Engelsche schrijfster Pearl Buck genoot echter de voorkeur. Misschien zou men" op al het werk van Van Schendel de woorden kunnen toepas sen, die Carl Scharten eenmaal schreef naar aanleidinig van „Een zwerver verliefd": Er klinkt in de stem van het verlangen naar verre dingen en van teeder geluk, dat weemoed heet. Het is een stem waarin een diepe zinnelijkheid zich vergeestelijkte de zoete stuwing der begeerte tot een ont roerde ingetogenheid wordt getemd." Dr. F. C. DOMINICUS. Het valt niet mee, als je een stuggen roo- ker bent, om 's avonds thuis te moeten werken en geen draad tabak meer te be zitten. Maar de Amerikanen brengen steeds uitkomst. a ii 1 11 solider dan de (Van een onzer verslaggevers). Op het gebied der sigarettenvoorziening woedt op het oogenblik een zenuwenoorlog in Nederland. Want er zijn geen sigaretten. „Dank zij den Rijksbureaux" schreeuwen de han deiaars. ,,Neen, den fabrikanten", krijten anderen. En een derde groep geeft de schuld aan de koopers. maar de ware schuldige blijft bij dit alles buiten schot. Hij is: de zwarte handelaar. Er zijn al veel betoogende woorden tot zijn gilde gericht. Uiteraard laat het zich daar niet door imponeer en. Solider dan de gouden standaard is de handel in sigaretten. Soli der, want zoo lang er op de bonnen geen sigaretten beschikbaar zijn, floreert er niets meer dan deze affaire, die de totale zwarte markt voor 75 beslaat, volgens den chef der Econ. recherche. Alles draait om de sigaret. Daarvoor is alles te koop. Daarom beteekent opheffing van den zwarten handel in sigaretten practisch liquidatie van de zwarte markt en daarmede herstel van nor male verhoudingen in het economische leven. Sigaretten komen op twee manieren Ne derland binnen. In de eerste plaats zijn er Hebt U aan één pakje genoeg? Anders kunt U er zonder moeite nog een paar bijkrijgen. En a raisón van 6 gld. glijden momenteel 'de Amerikaantjes in dames- taschjes of heenzakken. de pakketzendingen, die, volgens 'officieele statistische gegevens loopend over 4 maan den, alleen uit Engeland 73 millioen stuks beliepen. Dat is per jaar dus 219 millioen. Als men nagaat, dat, officieel, aan deviezen 8 ton per week voor het rooken wordt uit gegeven, wat een totaal bedrag van 41.600.000 gulden maakt en men weet, dat in Engeland een pakje sigaretten ongeveer 1.50 kost, dan beteekenen deze 210 millioen per pakket ingevoerde sigaretten een bedrag van 15 millioen aan Nederlandsch geld. Nog veel fantastischer zijn de bedragen, die met, clandestien ingevoerde, sigaretten verloren gaan. Volgens een voorzichtige schatting, gebaseerd op de steekproeven door ambtenaren der Invoerrechten onder nomen op de gemiddeld 500 schepen, die de Nederlandsche havens iedere maand aan doen, moet' men dit bedrag taxeeren op 50 tot 60 millioen per maand. Dat is 600 mil lioen. stuks per jaar. Nog eens: dit zijn al leen sigaretten, die per schip aangevoerd worden. Het moeten er veel meer zijn, want als de ambtenaren tot 100 duizend stuks per schip „aanhalen" kan men er zeker van zijn, dat er eenszooveel niet in handen der ambtenaren valt. En wat via België binnen komt is er niet bij. Op het moment, dat deze koopwaar arri veert heeft zij de Nederlandsche volksge meenschap al handen vol geld gekost. Er zijn n.l. jongelieden .die zich, voor één reis^ laten aanmonsteren op een uitvarend schip, voorzien van een flinken voorraad „zwarte deviezen". Zij kochten die, één dollar voor zes gulden, één pond sterling voor twintig, van vreemdelingen in Nederland en gaan daarmee nu, in het buitenland, sigaretten koopen. Hun winst is zeker. Want d'ank zij het feit, dat hier geen sigaretten in den vrijen handel zijn, loopt het storm bij de zwarte handelaars. Wat d.t ons land weer kost! In de eerste plaats aan gederfde accijnzen. Werden deze sigaretten op regelmatige wijze ingevoerd en tegen 1.50 per doosje verkocht, dan zou de Staat daarop 50 millioen accijnzen kunnen heffen, die thans verloren gaan. Voeg daar bij de „overwaarde" die de kooper den zwarten handel betaalt ƒ5 a ƒ6 voor een doosje dan offeren Staat en consument gezamenlijk 150 millioen aan den zwarten handel. Daarbij komt nog de werkschuwheid, die het gemakkelijk „verdiende" geld bij de .handelaars", jonge kerels vooral, kweekt. Er is, naar onze meening, maar één mid del om het kwaad afdoende te bezweren en dat is: de schaarschte opheffen door vol doenden import. Laten we toch niet zeggen dat dit deviezen kost en dat die kostbaar zijn. Bovenstaande cijfers hebben voldoende aangetoond hoeveel goed Nederlandsch geld er niet slechts wegvloeit, maar wegstroomt naar het buitenland. Met een veel lager be drag aan legale dollars en ponden is een zóó groote hoeveelheid sigaretten te koopen, dat iedereen in Nederland voor 1,20 k 1,50 per doosje zijn rantsoen kan krijgen. Dat is sociaal naar alle zijden: de minder gegoeden krijgen óók een kans; den zwarten handel wordt de wind uit de zeilen genomen; de In plaats van die, koperen schilden. (1 Kon. 14:27). Er gebeuren in tijd van oorlog vreeslijke dingen. Maar wij kunnen wel afspreken, dat er m een na-oorlogschen tijd evenzeer ellen dige dingen geschieden. De Bijbel vertelt het ons rn 1 Koningen 14. Koning Réhabeam heeft oorlog met Sisak, den koning van Egyp te. Het kleine Israël wordt onder den voet geloopen en moet onteeren.de vredesvoor waarden accepteeren. Daar was wel een oorzaak voor den ondergang! Naffcuurlij-kIs raël is klein. Egypte is groot. Israël heeft een klein leger, Egypte beschikt over mach tige legerscharen. Maar de diepste grond is: God komt over het kleine land en gebruikt de macht van Egypte als een middel om Israël te straffen. En de straf is zwaar. Alle schatten worden geroofd. Ook de prachtige gouden schilden, die gebruikt werden bij officieele gelegenheden en door 's konings lijfwacht gedragen werden, worden verbeurd verklaard en weggevoerd naar het land der vijanden. Hierover is Rehabeam zeer verontrust. Wat zal het volk zeggen als het ziet, dat hij er zoo berooid is afgekomen? Het is als T ware de demonstratie van zijn nederlaag en een mensch erkent nu eenmaal niet graag dat hij verloren heeft. Daarom grijpt hij met beide handen naar een oplossing die hem invalt. In plaats van de prachtige, gouden schilden, maakt hij ko peren. Als koper gepoetst is, lijkt het wel veel op goud. En straks is er parade. De schilden glanzen in de vroolijke zonnestra len. 't Is nèt goud! Ja, 't lijkt erop. 't Heeft er misschien naast gelegen, maar -in wer kelijkheid is het surrogaat. De oorlog heeft veel genomen. Het land is arm geworden# Maar de schijn kan nog be waard worden. Dat is een vreeselijke, na- oorlogsche maskerade. Èen schijn van wél vaart en rijkdom. In wezen: blinkende armoe, n-og niet eens ver gulde armoede. Het is: verkoperde armoe. Het is schrijnend om aan te zien en het kost moeite en zorg om het te zeggen,,maar dat zelfde zien wij ook nu. Droevig, de schijn-welvaart, de schijn- weelde, de schijn-vriendschap. Droevig, maar veel snijdender, de schijn-vrede, de sdhijn- eertheid in een land, waar de oorlog zoo diepe wonden sloeg. In vele huwelijken: schijn-Hefde en schijn- eendracht. Het maakt een mensch wanhopig, als hij durft vragen: Wat is er echt in\>nze onderlinge verhoudingen? Wat is er echt in ons vertrouwen, in ons streven? En hier komt de belangrijkste vraag nog bij. Of liever: hier ligt een kernvraag: Is onze verhouding tot God de ware? Is er echt geloof? Is er echte godsdienst? Want alleen uit het wère, het echte geloof bloeien de bloemen op van welvaart en vrede en vertrouwen en een heid. Het echte van 't geloof is, dat men in volle waarheid zegt: Ik niets Gij alles God! Het echte goud des geloofs is: Gehoor zaam-zijn aan God. En zie rau het leven der menschen eens aan, die zeggen te gelooven. Zie nu uw eigen leven eens: gij die zegt een geloovige te zijn. Zegt gij dit en doét gij er ook na: Ik niets, Gij alles! Of is er de on christelijke zelfhandhaving en het onchriste lijk wantrouwen? Is er niet daarom het oordeel over ons: Surrogaat! Eén was er, en Hij' is er nog, bij Wien de liefde, het geloof, de vrede en de vriendschap écht waren. Zóó echt en waarachtig en uur dat Hij uit louter liefde en barmhartigheid voor ons stierf. Eén, op wiens hulp en ge nade wij geheel en al vertrouwen kunnen. Het is Jezus Christus. In Hem is onze vrede, ons geluk, de ware godsdienst. Hij is het gouden schild der echtheid, dat God in deze wereld geeft. Hij. Die uit liefde tot ons stierf, heeft in Zijn dood al ons sur rogaat tot namaak veroordeeld. In Hem alleen is er waarheid en waarachtigheid. Hem heb ben wij noódig in een na-oorlogsohen tijd vol schrijdende tegenstellingen. En Hij leert ons wat het is: barmhartig te zijn! Wij niets: Hij alles. 's-Gravenhage. Ds H. J. GROENEWEGEN straatslijpers, die u toefluisteren dat zij „import" hebben, moeten de luie handen uit de mouwen steken en de Nederlandsche Staat krijgt wat hem toekomt in den vorm van accijnzen. Het woord is aan de berokken instanties. Jubileum der Ned. Bach vereeniging Bach voor velen een naam, een begrip, een onafscheidelijk praedicaat bij de Mat- thaus Passion wellicht, of nog sterker, de componist van droge, taaie kerkmuziek. Maar toch, en dat is het merkwaardige bij de kunst van Bach, een figuur, die bij allen respect afdwingt. Onverschillig of ge Jazz-enthousiasten of swing-maniakken spreekt, ten opzichte van Bach wordt een zekere afstand aangenomen, wordt het genie erkend en zoo men niet al te veel van zijn kunst weet of begrijpt, wordt er eerbiedig over gezwegen. Men staat dan voor dezen grootmeester als een klein kind, dat een globe betast. Inzake het juiste begrip van Bachs kunst heeft men nog lang in het duister getast, of beter, is er nog weinig doordringen ge weest in het wezen van deze kunst. Vorige eeuwen hebben bewezen, dat het met dit begrip nog slecht gesteld was. En zelfs in onze 20ste eeuw zijn er nog verschillende abnormaliteiten, bij de uitvoering van Bachs werken te bespeuren geweest. De oorspronkelijke Bach-stïjl .werd gecamou fleerd met allerlei Romantische begrippen, waaraan ook Willem Mengelberg met zijn Passionsvertolkingen leed. Ook werd Each vaak te veel vergeestelijkt en zocht men in schier al zijn werken een religieuze syn- boliek. In de verbeelding van het nage slacht was hij voor alles de vrome, inge togen cantor, de brave en klein-burgerlijke huisvader, die enkel leefde in de mystieke sfeer van zijn devotie en zijn kunst. Bach als waarachtig mensch, met zijn sterke en zwakke eigenschappen, -met zijn open oog voor den ernst, maar ook voor den humor van het leven, werd voorbijgezien en als een heilig idool leefde hij in de begrippen van het nageslacht voort. Een mystrisus, die de gewoonte had „alle Dinge mit Reli gion anzufangen". Zeker, Bach's levenshou ding was die van een geloovige, maar niet die van godsdienstigen dweeper, van een mystieken subjectivist. Bach leefde in en uit het dogma en is een der typische ver tegenwoordigers van de periode, welke door Nietzsche gekenschetst werd als^ „streng gegen das Herz". Al deze subjectieve of over-geestelijke begrippen hadden tot gevolg, dat de uitvoe ring van Bach's werken van elke authen ticiteit ontbloot was. Bach werd geketend in allerlei dwaze begrippen en interpreta tie-vrijheden en de oorspronkelijke kleedij werd verwisseld voor de nieuw-modische. Hierin moest verandering komen en het is aan den in 1927 overleden organist en diri gent Johan Schoonderbeek te danken, dat het Ned. volk een beter begrip omtrent het wezen van Bach's kunst werd bijgebracht. Op 13 Sept. 1921 werd in Huize „De Dui nen",, te Naarden, de Ned. Bachvereeniging opgericht, teneinde „de kunst van Bach in den ruimsten zin van het woord te beoefe nen, te bestudeeren en bekend te maken." Naarden, waar Schoonderbeek organist was, werd het middelpunt der Bach-beoefening en bleef dit ook onder de latere dirigenten Evert Cornelis en Anthop van der Horst. De jaarlijksche uitvoeringen van de onver korte Matthaus-Passion en van de Hohe Messe hebben niet alleen nationale, maar ook internationale bekendheid. Thans, bij het 25-jarig jubileum der Ned. Bachvereeniging, worden alle facetten van het veelzijdig oeuvre van dezen begenadig den kunstenaar getoond, zooals uit het reeds gepubliceerde programma is af te leiden. Bach in zijn geestelijke verdieping (kerk- cantate en motets Bach als orgel componist (orgel koraal en Passa- caglai),. Bach als humorist („Cof- fee"-cantate „Mer Hahn en neue Oberkeet?') en Bach als mensch („Die Kunst der i Fuge"), om te j culmineeren in Bach als veelzij dig geloovige („Hohe Messe"). J. S. BACH Moge de Bach- (Teek. J. v. d. Linde Jr.) vereeniging nog jaren voortgaan met haar prach tig werk om Bach's kunst te tooien in het kleed der oorspronkelijkheid, zonder val- sche mystiek of geraffineerd sentiment. CORN. BASOSKI. BRUNO WALTER 70 JAAR De tot Franschman genaturaliseerde Duit- sche dirigent, Bruno Walter, die binnenkort irn Nederland komt dirigeer en, wordt morgen 70 jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 5