Gen. H. N. A. Swart: bouwer van ons Rijk overzee
V/aarom Lord Kiilearn naar Batavia is gekomen
Hoe leeft de Hollandsche boer in Frankrijk?
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
3
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1946
Kende nimmer vrees voor
eigen leven
Gisteren werd aan den schoot der aarde
toevertrouwd het stoffelijk overschot van
den op 82-jarigen leeftijd overleden luit.-ge
neraal K.N.I.L. b.d. H. N. A. Swart, adju
dant in buitengewonen dienst van H.M. de
Koningin, pacificator van Atjeh, oud-pre
sident van den Raad van Nederl-Indië,
Commandeur der M.W.O., Grootofficier in de
Orde van Oranje Nassau, Ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw. Het is nu
reeds bijna 40 jaar geleden, dat de Gouver
neur-Generaal Van Heutsz in een brief van
18 Augustus 1908, aan Baron Van Geen, den
toenmaligen particulieren secretaris van H.M.
de Koningin, schreef: „De majoor Swart en
de kapitein Colijn waren indertijd onder
mij te Atjeh de corypheeën op bestuurs
gebied. Thans is wel algemeen bekend, dat
deze lof van den grooten landvoogd voor de
uitzonderlijke bestuurstalen ten van den toen
maligen kapitein en majoor Swart ten volle
verdiend was. En voor de oud-Atjehofficie-
ren uit dienzefden Van Heutsz-tijd dringt
zich bovendien nog een andere mooie herin
nering naar voren, n.l. de oude roep: „C o m-
pagnie Swart voo r!" Want in die woe
lige laatste jaren van de vorige eeuw be
hoorde op Noord-Sumatra de compagnie-
Swart tot die afdeelingen, die zich spontaan
hadden ontwikkeld tot een soort gelegen
heids-stoottroepen, en die bij voorkeur wer
den aangewezen, om bij plotselinge moeilijk
heden het spits af te bijten. En zooals de
kapitein Swart toen was in die jaren 1898,
1899 en volgende, zoo is hij ook gebleven als
majoor, overste, kolonel en generaal Swart'
een stoutmoedige aanvoerder, wien beducht
heid voor eigen yeiligheid ten eenen male
vreemd was en die allerwegen waar zijn
plicht hem riep, in Atjeh, op Borneo, Celebes,
Flores, enz. steeds daar te vinden was, waar
de moeilijkste en de gevaarlijkste opdrach
ten waren te vervullen.
Aan dezen onverschrokken geest paarde zich
een groote mate van bezadigdheid, takt en
zelfibeheersching en een goed begrip voor
het redelijke, dat hij ook in het standpunt
van zijn tegenstanders ten deele wist te
ontdekken. En toen Van Heutsz in 1904 de
landvoogdij over Nederlandsch-Indië aan
vaardde, toen behoorde ook Swart tot de
vooraanstaande mannen van formaat, die hij
voor de uitvoering van zijn vooruitstreven-
den en zegenrijken hervormingsarbeid op
de belangrijkste posten plaatste.
Achtereenvolgens heeft Swart in drie ge
westen (Z. en O. afd. van Borneo, Celebes
en Atjeh) het civiel en militair bestuur in
handen gehad, en het is zijn groote verdien
ste geweest, dat in al deze gewesten de. pa
cificatie voor de volle 100 pCt. slaagde. Bij
zijn aftreden konden de volkomen gepaci
ficeerde gewesten weer aan civiele handen
worden overgegeven. Het zou te ver voeren
om hier thans in details te treden van het
vele en grootsche pacificatiewerk, dat hij in
dien tijd tot stand heeft gebracht. Maar een
enkel woord van hulde voor de vele en
schoone gaven, die dezen pacificator bij de
gratie Gods sierden, en die zijn moeilijken
arbeid deden slagen, mag hier niet ontbre
ken.
Hulde in de eerste plaats voor de groote
liefde en toewijding voor de belangen van
land en volk, die hij steeds en overal toonde,
voor zijn onveranderlijk bezadigd, beheerscht
en wijs bestuursbeleid, voor de onbeperkte
gelegenheid, welke hij aan ieder tot den een-
voudigsten karnpoengman toe, schonk, om
vermeende of werkelijke grieven tot uiting
te brengen, yoor het geduld en de aandacht
waarmede allen werden aangehoord („geen
tijd" was een uitdrukking, die in het woor
denboek van dezen soldaat-bestuurder niet
voorkwam) en voor de voortdurende zorg
voor de belangen van onderwijs, landbouw,
inheemsche nijverheid, handel en verkeer.
En daarnaast ook hulde voor de krachtige
hand, waarmede hij overal waar hij kwam,
misdadige elementen en onruststokers on
middellijk tot de orde riep, anarchie en on
veiligheid den kop indrukte, praatjesmakers
den mond snoerde en het gezag onvoorwaar
delijk handhaafde.
Kortom hulde voor de wijze, waarop hij
Luit.-Gen. b. d. H. N. A. SWART
steeds en overal is geweest naast den eer
sten, ijverigsten en trouwsten dienaar van
de belangen van land en volk, ook de on
voorwaardelijke en krachtige handhaver van
gezag, orde en veiligheid.
Hij, die de bevolking van Tropisch Neder
land werkelijk in haar verschillende geledin
gen kent, weet, dat dit juist de eigenschap
pen zijn, welke zij in haar bestuurders het
meest waardeert, waarvoor zij hun ook de
meeste vereering toedraagt en die het ge
heim vormen van het groote succes van
Swart's voortreffelijk bestuurs- en pacifica
tiewerk. Hoe hecht de persoonlijke banden
van waardeering en aanhankelijkheid zijn,
die op een dergelijke wijze zijn ontstaan, on
dervond de generaal Swart onder anderen
bij de viering van zijn zeventigsten verjaar
dag. Hij had Atjeh toen reeds sedert 15
jaren verlaten, en werd op dien dag
te 's-Gravenhage verrast met een kostbaar
geschenk van Atjehsch goudsmeedwerk, dat
de landschapshoofden van de Noord- en Oost
kust van Atjeh hem deden toekomen met
een huldigend schrijven, waarin zij hem dank
brachten voor het v$le goede, dat hij gedu
rende zijn bestuurstijd voor land en volk van
Atjeh had gedaan.
De tragiek van den laatsten wereldoorlog
en zijn gevolgen heeft gewild, dat deze
Groot-Nederlander in zijn laatste levensda
gen heeft moeten meemaken, dat veel van
het schoone, dat hij gedurende zijn werk
zaam leven hielp opbouwen, met roekelooze
hand werd vernield.
Toch zal dit laatste niet kunnen verhinde
ren, dat in de historie tot in lengte van dar
gen zijn naam zal zijn als een lichtend baken,
als van een der vooraanstaande figuren, die
den grooten Van Heutsz steunden bij het
scheppen van orde, veiligheid en welvaart en
bij den fenomenalen opbouw van Neder
landsch-Indië tot het best bestuurde tropen-
gebied der wereld.
's-Gravenhage.
-LOMBOK'
EN toen, ondeq, overste v/anJ lawick f stoqmdenT'we vooruit en
DEDEN \X/E ONZE PLIC-HT. HOOALS NU JOUW/ VADEC. LATEN WE HOPÊM,
DAT HU NlEI ZOO GAUW WOKDT VteQGETEIsJ ALS WU
Redelijke kans van slagen,
zegt althans de „Times"
Een diplomatieke correspondent heeft in de
„Times" een artikel over de onderhandelingen
in Ned.-Indië geschreven, waaraan wij het vol
gende ontleenen:
„Lord" Kiilearn, die in Batavia is gearriveerd,
komt op een kritiek oogenblik in contact met
de Indonesische kwestie. De mededeeling, dat
in November alle Britsche en Britsch-Indische
troepen uit Nederlandsch-Indië zullen worden
teruggetrokken, maakt het noodzakelijk, dat
vroegtijdig overeenstemming wordt bereikt en
dat de orde op Java en Sumatra wordt hersteld.
In groote lijnen is de opdracht van Lord
Kiilearn dezelfde als die van Lord Inverchapel
(toen nog Sir Archibald Clark Kerr), die in
het begin van dit jaar in Batavia vertoefde, nl.
zijn diensten aan te bieden, die er op gericht
moeten zijn om hoe dan ook een regeling tot
stand te brengen. Met dat doel zijn ook aan
Lord Kiilearn uitgebreide volmachten gege
ven ten einde zoo te handelen, als hij dienstig
zal oordeelen, maar waarschijnlijk zal hij zijn
beste krachten moeten wijden aan het ontwer
pen van een procedure, die zoowel voor de
Nederlanders als voor de Indonesiërs aanvaard
baar is, waardoor de onderhandelingen kunne o
worden hervat.
Ditmaal doet zich een nieuw element voor,
te weten de Nederlandsche Commissie-Generaal
aangesteld door de Nederlandsche Regeering m
Den Haag, die een taak heeft te vervullen,
welke eenige gelijkenis vertoont met die van
de Britsche kabinetsmissie in Britsch-Indië.
Het ontwerp, waarmede Lord Inverchapel, dr
van Mook en' leden van het kabinet van
Sjahrir in April naar Den Haag kwamen, gaf
aanleiding tot een groot optimisme, doch het
ontwerp werd niet door de Nederlandsche Re
geering aanvaard voornamelijk omdat het de
erkenning van de republiek niet alleen op Java
inhield wat nog aanvaardbaar geweest zou zijn,
maar ook op Sumatra Red.)
Dr van Mook en de Indonesiërs keerden naar
Batavia terug en toen volgde verdere uitwis
seling van voorstellen en tegenvoorstellen,
waarbij de partijen, naarmate mislukking en
wantrouwen toenamen, een steeds meer extreem
standpunt innamen.
Inmiddels hadden in Nederland verkiezingen
plaats, en ofschoon de nieuwe Regeering in
geen enkel opzicht van de politiek der vroegere
afwijkt, was verder uitstel onvermijdelijk.
De Britsche regeering heeft er bij de Neder
landsche gedurende eenigen tijd op aange
drongen de onderhandelingen te hervatten, doch
de Nederlandsche Regeering gaf uitdrukking
aan de vrees, dat Sjahrir, wiens persoonlijke
goede trouw door haar nooit in twijfel is ge
trokken, zich niet kan verheugen in het ver
trouwen van zijn landgenooten, een vrees, die
er door zijn ontvoering door onverantwoorde
lijke elementen niet minder op is geworden.
In vergelijking met de besprekingen van Fe
bruari zijn er twee principieele verschillen aan
te wijzen: de Commissie-Generaal en de voor
uitgang, die op de onlangs te Malino gehouden
conferentie is bereikt.
De twee belangrijkste problemen zjjn: de
weigering van Nederland om zoowel Sumatra
als Java als republiek te erkennen en het ver
langen van de Indonesiërs om alle constitutio-
neele banden met het Nederlandsche Rijk te
verbreken.
Er zijn echter thans aanwijzingen, dat beide
partijen tot een schikking willen komen. Indien
geduld en wederzij dsch begrip worden getoond,
bestaat er een redelijke kans op welslagen."
De Britsche PTT legde een onderzee-
schen telefoonkabel van 200 mijl van Enge
land naar Duitochland aan.
De uitnoodigingen voor PangkaU
pinang
In antwoord op een request van het Hoofd
bestuur van. het Indo-Europeesch Verbond,
waarin betreurd wordt, dat te Malino de
Nederl. bevolkingsgroep ndet vertegenwoor
digd was, heeft de Regeering het Verbond
uitgenoodigd 4 vertegenwoordigers naar de
conferentie te Pangkalpinang te zenden.
Tevens zijn uitnoodigingen verzonden aan
het I.E.V., de O.S.P., zoomede aan de nieuwe
vereenigingenEenheidsgroep, Democrati-
schen Bond, Progressieve Groep, Politieke
Studieclub, Grooter Nederland Actie, Ka
tholieke Studieclub, (die de vroegere I.K.P.
vervangt) en tenslotte aan organisaties, die
belangrijke stroomingen vertegenwoordigen,
zooals aan den Ondernemersbond, die repre
sentatief is voor de economische fractie van
den Volksraad, de Algemeene Werknemers
associatie, die het werknemerselement ver
tegenwoordigt, en aan de N.I.B.E.G., een
organisatievorm van de publieke opinie der
Nederlanders. Ook zijn persoonlijke uitnoo
digingen verzonden en wel aan de heeren
J. Verboom en Yohenkam, resp. vertegen
woordigend de nog niet heropgerichte vader-
landsche club en den politiek-economrsche
bond.
Dr Van Mook heeft Dinsdagochtend den
adviesraad van het algemeene regeerings-
commissariaat Borneo en de Groote Oost
geïnstalleerd.
Volgens den rep. zender Soerakarta zal
m.i.v. 2 Sept. te Banjoemas een technische
school met 3-j. cursus worden geopend om
aan de vraag naar technische krachten te
gemoet te komen.
Naar de Marine Voorlichtingsdienst
meldt, heeft Hr. Ms. „Abraham Crijnssen"
bij recente verhoogde activiteit nabij Sema-
rang den aldaar gelegerden troepen assisten
tie verleend.
Uit Soerabaja is de eerste trawler voor
de vangst van tonijn buiten de kustwateren
uitgevaren. Het schip is voorzien van een
lichte bewapening ter voorkoming van ver
rassingen. De bemanning bestaat uit 26 Chi-
neezen, enkele Nederlanders en een Indo
nesiër.
BAKKERS ARBEID OP KONINGINNEDAG
In verband met de viering van den
Koninginnedag mogen bakkers, die niet
reeds op Vrijdag voor de volgende dagen
bakken, op Zaterdag 31 Aug. a.s. vroeger
beginnen en wel om twee uur. Voor-arbeid
voor de grootere bakkerijen is van midder
nacht af toegestaan. Wie van de vergunning
op Zaterdag gebruik maakt, mag op dien
daig brood vervoeren en verkoopen respec
tievelijk om half acht en acht uur.
Het Amerikaansche eskader met de „F.
D. Roosevelt" kwam in Napels aan.
Schapen zijn in Frankrijk een vaak terug-
keerend beeld, wanneer men het platte
land bereist. Een kudde op weg naar
de kooi
Het cultureele en pol. leven
na den oorlog
III (Slot).
(Door drs. R. H. Bremmer te Zwolle).
In dit slotartikel nog iets over de situatie
van het Fransche cultureele en politieke leven
na den oorlog. Wie de kranten aandachtig
leest, is het al spoedig duidelijk, dat het land
een positie tracht te vinden tusschen de
Westelijke en de Oostelijke machtscentra van
Europa.
Het is opmerkelijk, hoe weinig aandacht de
kranten schenken b.v. aan Nederland en de
Scandinavische landen. Zelfs over het buur
land België zagen wij slechts weinig ge
schreven.
Frappant was b.v., dat het nieuwe Neder
landsche kabinet slechts met enkele regels
werd aangekondigd en slechts een paar namen
er van werden genoemd, terwijl van het
nieuwe Tsjechische kabinet alle ministers met
naam en toenaam werden vermeld plus hun
diverse portefeuilles. Over Rusland kan men
van alles in de bladen vinden.
Enkele politieke notities.
Het communisme heeft zijn greep naar het
Fransche volk gedaan en* het bracht het tot
ongeveer een derde van alle stemmen. Maar
bij de laatste verkiezingen bleek, dat het zijn
uiterste spankracht vermoedelijk reeds heeft
bereikt.
Een interessant politiek verschijnsel is ook
de M.R.P., de partij van George Bidault, die
zeer actief is en die alles, wat in Frankrijk aan
Christelijke en naar het Christendom georiën
teerde krachten over is, tracht samen te bun
delen en tevens een zeer vooruitstrevende
sociale politiek voert.
Het land worstelt om een nieuwe grondwet
te krijgen. De „democratie" is daarin wel zeer
ver doorgevoerd. Overal zag men nog de on
langs per referendum afgestemde grondwet
aangeplakt, opdat de Fransche kiezer er langs
dien weg kennis van zou nemen en door zijn
„ja" of „neen" zijn houding ertegenover zou
kunnen bepalen bij de stembus. Geen wonder,
dat velen het stemmen moe zijn en niet meer
opkomen.
Generaal de Gaulle is in Frankrijk uiterst
populair. Zijn portret ontbreekt in bijna geen
enkel huis en hangt in ieder openbaar ge
bouw. Velen zeggen, dat hij zeker straks weer
aan de regeering komt. Een van zijn grootste
verdienste is in de oogen der Franschen, dat
hij volstrekt eerlijk en onomkoopbaar is
Hoewel men in Frankrijk evenals hier
klaagt over de bureaucratie, vormt de groote
vaardigheid die het Fransche volk heeft in
het improviseeren een tegenwicht. In de ge
meente waar wij waren en die ongeveer 1000
inwoners telde werd het distributiebureau be
heerd door één persoon en de gemeentesecre
tarie eveneens door één man, die bovendien
nog onderwijzer was. Kom daar in Nederland
eens om,l
Nederland heeft „goodwill".
Feit is, dat Nederland in Frankrijk op het
oogenblik heel wat „goodwill" heeft. Het ge
meenschappelijk lijden door den oorlog heeft
m.i. de volkeren van West-Europa veel dich
ter bij elkaar gebracht dan zij voor den oor
log wel eens waren. Wanneer het Fransche
volk zijn evenwicht weer heeft gevonden en
het Christendom en de Christelijke traditie
sterk genoeg mocht blijken om het mate
rialisme, dat uit het Oosten Europa over
stroomt, het hoofd te bieden, dan kan ook het
Fransche volk in Europa nog een belangrijke
rol spelen.
Het is een geweldige tijd, waarin wij leven.
Dat bemerkt men wel heel sterk, als men
buiten onze grenzen komt. Geestelijke mach
ten worstelen om de heerschappij van Europa.
Het is, tenslotte, frappant hoe vitaal in Europa
de Roomsche Kerk nog is. Door in alle lan
den waar zij heerscht, politiek te verschijnen
als een Christelijk-democratische partij, heeft
Rome het communisme heel wat wind uit de
zeilen genomen.
Het is duidelijk: zal Europa nog een toe
komst hebben, dan kan die er alleen zijn in
den weg van den wederkeer tot Gods Woord.
Als die wederkeer er niet komt, zal de afval
van het Christelijk geloof in steeds sneller
tempo doorgaan en zal Europa wegzinken in
het geestelijk nihilisme van het moderne hei
dendom.
I en II resp. in de no's van 17 en 24 Aug.