Amerikaansche ontmoetingen Op bezoek Kolles GEHOOR ZAAM HUID bij den kindervriend Henri NIEUWE leidsche courant 3 ZATERDAG 3 AUGUSTUS 194» III. (Slot.) Het trof mij, dat er diep in het Ameri kaansche volksleven een gevoel van onzeker heid leeft. Men vertrouwt de naaste toekomst niet. Men weet niet goed te verklaren hoe het komt, dat er een tekort aan sommige artikelen bestaat, en waarom de bevolking telkens aan geraden wordt te bezuinigen. De voor de hand liggende verklaring, waarmee the man in the Street zich troost, is, dat er zoo ontzaglijk veel levensmiddelen uit Amerika naar Europa ge zonden worden om de van honger stervende volken daar te helpen. Als men deze verkla ring voor zichzelf aanvaard heeft, is men ge troost, want de Amerikaan is gul en wil graag van het zijne afstaan om Europa te helpen. Ik heb in dit opzicht staaltjes van waarachtige offerbereidheid aangetroffen. Maar de naden kende Amerikaan vraagt zich toch af, of er geen diepere oorzaken achter liggen en of niet een algemeene daling van het welvaartspeil te verwachten is tot op een punt dat ver ligt beneden het glorieus historisch verleden. Een zekere graad van onzekerheid heeft de over hand genomen, heel anders dan bij ons. Wij in Holland weten tenminste welke onze proble men zijn; wij weten dat wij arm zijn, dat Indië een kruis voor ons beteekent en dienovereen komstig zullen wij werken en handelen. Maar Amerika weet niet welke moeilijkheden drei gen en dat brengt een geest van onzekerheid onder het volk. dat zich afvraagt: waar gaat het heen? De groote factor echter die den doorsnee- Amerikaan ondanks alles op de been houdt is het besef, dait Amerika, in zijn oog, nooit kan falen. Ik werd altijd weer getroffen door dit sterke gevoel van nationale zelfverzekerd heid. Het feit, dat Amerika Amerika is, is voor de meesten een voldoende waarborg dat het land zich snel herstellen en dan weer de oude glorie zal vertoonen. Ik acht het ge lukkig, dat het land dit geloof in zichzelf bezit, want daarin liggen sterke gronden voor de toekomstige volkskracht. Een volk is nooit verloren, wanneer het in zichzelf gelooft, en zoolang het vertrouwt dat moeilijkheden, die het moet overwinnen, de treden zijn, die het omhoog zullen voeren. Met echt Angel- Saksisch en geest gelooft het Amerikaansche volk in wat Morton in een van zijn preek en „the ministry of suffering" noemt. God roeit door het lijden het onkruid uit, om plaats te maken voor leliën en rozen. Laat ons dit prachtige Amerikaansche volk een toekomst toewensdhen van veel heil. Dat zal ook ons ten goede komen, die van nu aan zoo nauw aan de toekomst van de groote volken zijn verbonden. En nu nog iets over het geestelijk leven in Amerika. Over het algemeen is mijn ervaring dat het alledaagsche leven in Amerika meer dan bij ons is doortrokken van het geestelijke. Ik bedoel dit: bij ons in Holland zijn het alledaagsche leven en het godsdienstige leven dikwijls twee verschillende cirkels, die in het openbaar elkander óf heelemaal niet óf slechts even raken. In Amerika vallen zij meer samen en vloeien meer dooreen. Tegen Goeden Vrijdag was ik in Filadelphia. Om- fails." Jezus stelt nooit teleur. Ik vraag aan prof. Volboda wat dat beteekent. Hij ant woordt, dat een andere man in jyn auto wel eens wachten moet in een lange file en dat zijn oog dan onwillekeurig' valt op het bordje met die woorden en, wie weet, misschien wordt hij er door gegrepen en voor Jezus Christus gewonnen. Vreemde dingen, zegt U? Ik vind het eerder doodgewoon. Er is in Amerika een samenvloeien van dagelijksch en godsdien stig leven dat ons diep treft en bijzonder weldadig aandoet. In geen enkel hotel logeerde ik, waar niet een Bijbel tot de ge wone stoffeering van de kamers behoorde; bhjcbaar werd die even noodig geacht als een stoel of tafel. Het Amerikaansche Chris tendom is praktisch; het vraagt meer: „Wat straalt er van Christus in mij uit?" dan: „Wat denkt U van den Christus?" Dit ge brek aan dogmatische bezinning vormt voor Gods Kerk in Amerika een bedreiging en zou wel eens de gevolgen voor haar kunnen hebben die de onwetendheid dér Middel eeuwen voor de Roomsche Kerk heeft gehad. Het blijft altijd moeilijk de weegschaal zui ver te doen balanceeren tusschen belijden en beleven der goddelijke waarheid. Maar afge dacht van dit gevaar, is er veel te waar- deeren in een houding die het mogelijk maakt het dagelijksch leven zóó te door trekken met de Christelijke religie dat de godsdienst menschelijk blijft, en het men- schelijke door den godsdienst wordt gevoeld en verheerlijkt. 's-Gravenhage. A. G. BARKEY WOLF. WAT ZEGT ONS DE ZEEDIE ONMETELIJKE ZEE? Hetzij de golven minzaam kabblend, of woest en schuimend kustwaarts slaan, De zee als zee heeft door de eeuwen nog geen verand'ring ondergaan. Afwisselend in vloed en ebbe blijft zij in wezen zich gelijk; Als draagkracht onvermoed in sterkte, van inhoud ongelooflijk rijk. Maar door den tijd verovert langzaam d^ zee toch steeds een stukje land; Al gaat het slechts bij millimeters, toch wint en wint zij hand voor hand. Beseft men wel hoe onvermijd'lijk, geheel onmerkbaar voor 't gezicht, De zee zoo, in den loop der jaren, heel kalm haar sloopend werk verricht? Doch erger zijn d'ellende-golven die over ons zijn heengegaan Gedurende de oorlogsjaren; zij vraten aan ons volksbestaan. Zij beukten, een orkaan gelijkend, in woester tempo dan de zee; Zü overspoelden Neêrlands bodem en namen onze welvaart mee. En toch, waar w'eenerzijds verliezen, slibt anderzijds de zee weer aan; Zij maakt de scha, door haar berokkend, aldus weer zelve ongedaan, Zoo ook zal 't volk zich weer herstellen, ondanks zoo menig bitt're klacht; Met taaien wil, den volksaard eigen, wordt Neêrland weer tot bloei gebracht. GRé KEMPENSTERRENBURG. EINDELIJK! Alle Duitsche, Oostenrijksahe, ItaMaan- sdhe en Honigaarsdbe cxnidierdianen in Ned.- Inidië, die zich om onfbegrijipélijke redenen tot mcxg toe vrijelijk in het gettueeie land konden bewegen, dienen zidh tusschen 5 en 16 Augustus bij het Geallieerde Opper bevel te Batavia te laten registreerem. Op het nalaten hiervan zijn zware straf fen gesteld, aldus seint A.N.P.-Arueta. streeks twaalf uur 's middags liep ik een van de enorme stores binnen, iets als de Bijen korf in Amsterdam, maar dan eenige malen grooter. Ik werd getroffen door het feit dat honderden menschen, de heeren met den hoed in de hand, onbeweeglijk stil stonden en blijkbaar in een ernstige stemming ver keerden. Toen ik tusschen hen ging staan, zag ik plotseling dat tegenover mij op een galerij een gigantisch orgel was ingebouwd, waarvan de pijpen een deel van de decoratie van het gebouw vormden. Onder het orgel was aangebracht een groot schilderij van een van Amerika's beste schilders, voorstellende „de Kruisiging." Plotseling brak er orgel muziek uit, lijdensmuziek van Joh. Sebastiaan Bach. Het klonk zóó mooi, en werd zóó zui ver gespeeld dat de duizenden bezoekers ontroerd op hun plaats stonden te luisteren, terwijl hun blikken waren geslagen op het lijdenstafereel van het schilderstuk. Merk waardig toch: je loopt boodschappen te doen, je hoofd is vol van duizend kleine zorgen en dan begint over je moede hoofd te ruischen muziek die het hoogste en hei ligste wat de wereldgeschiedenis gekend heeft, voor je geest oproept. Of een ander voorbeeld. Ik had een avond gesproken. Onder het gehoor waren zooals later bleek, veel predikanten. Na afloop kwamen zij mij de hand drukken. Een plan netje werd gesmeed: wij zouden samen nog wat uitgaan. In gezelschap van hun vrouwen gingen wij naar een tea-room en dronken ice-creams. Het gesprek was eerst luchtig van aard maar werd gaandeweg degelijker. Het ging over de Kerk en over de vraag hoe er gepreekt moest wordén in moderne tijden. Soms klonk er in dat gesprek een persoon lijke geloofsgetuigenis. Aan andere tafels, vlak t?""j ons, zaten andere Amerikanen, allen min of meer van de beau monde, met veel cocktails en sigaretten. Waren de stemmen aan onze tafel nu zacht? Neen, luid, hoorbaar voor de omgeving werd er door mijn collega's gesproken over de hoogste dingen. Geen valsche schaamte was er. Het was alsof iedereen dacht: Christus is minstens even veel waard om in het openbaar besproken te worden als Mars of Venus of Mercurius. Of nog een ander voorbeeld. Voor Calvin college te Grand Rapids staat een auto. Achter op de hoogte van het nummerbord zie ik nog een ander bord, waarop met stalen letters geschreven staat: „Jezus never NEDERLANDERS UIT AUSTRALIë NAAR INDIë VERTROKKEN. Heel rustig en met weinig blijk van ont roering zijn gisteren 600 Nederlanders uit' Brisbane naar Ned.-Indië vertrokken. Aan boord bevonden zich ook twaalf Japamsahe oorlogtsmisdadrigers, o.w. vice-adm. Kusaika, eens opperbevelhebber van de Japansche vloot in het Oosten, die thans in Makassar zal worden berecht. Wat de ijsjes in de salons mogen kosten Aan de toonbank 10 cent per 40 gram Blijkens de St.Crt van gisteren is de prijs voor verpakt consumptie-ijs en voor con- sumptie-schepijs, m. i. v. 9 Augustus vast gesteld op: a) 5 cent per 20 gram bij verkoop van een hoeveelheid van minder dan 250 gram, en b) 4,5 cent per 20 gram bij verkoop van een hoeveelheid van 250 gram of meer. Indien aan. 50 gram schepijs ten minste 100 cm3 eener drank wordt toegevoegd, mag voor de geheele consumptie ten hoogste 25 cent in rekening worden gebracht. By verkoop van schepijs in inrichtingen met zitjes mogen de prijzen met ten hoog ste 50 pet worden verhoogd, mits dit ijs in dezelfde inrichting geiyktydig in hoeveel heden van 40 gram tegen- ten hoogste 10 ets verkrygbaar wordt gesteld. Deze prijzen gelden niet voor hotels e. d. In verband met zijn 20-jarig jubileum (Van een onzer verslaggevers) Een vriendelijke, niet groote, slanke man HENRI NOLLES Radio-dirigent Elzard Kulilman voor Tribunaal Komt er voor een koopje af. Het Gooische tribunaal heeft gister den radio-dirigent Elzard Kuhlman veroordeeld tot interneering voor den tijd van voor-ar rest op grond van het feit, dat hy door het leiden van een opname van een W.-A.-pot- pourri de N.S.B.-propaganda bevorderde. Het tribunaal achtte zich echter overtuigd, dat de beschuldigde het dirigeeren van de weermachtsconcerten niet vrij'willig heeft verricht. Tevens werd K. uitgesloten van de beide kiesrechten. By het bepalen van het vonnis heeft het lidmaatschap van de N. S. B. gedurende zeer korten tijd niet zwaar gewogen. Van 2 t/m 7 Aug. zal het eerste school elftal van het Stonyhurst-college in Lan cashire te A'dam enkele cricket wedstrijden tegen Ned. clubs spelen. komt my in den gang van zijn woning tege moet'. „Mijn naam is Nolles, aangenaam." En na dien handdruk word ik 'een kleine, maar gezellige huiskamer binnengelaten. Eén en kele blik door de kamer doet mij reeds be seffen in de woning te zyn van iemand, die ondanks zijn 60 jaren nog niets aan jeugdig optimisme en gezonde levensvreugde verloren heeft. Boven een met veel papieren en docu menten versierd bureau hangt een klein wand- bordje met de tijdens de Duitsche bezetting zoo geliefde woorden „Keep smiling". Deze woorden typeeren Henri Nolles, die thans zyn 20-jarig jubileum als leider der populaire kin- dermatinée's in het Kurhaus te Scheveningen viert, ten voeten uit. Het is dan ook niet moeilijk hem aan het vertellen te krygen. Het is reeds 38 jaar geleden, dat hy als onderwy- zer te R'dam wel eens op feestavonden goo- cheltoertjes deed en daarbij tot de ontdekking kwam by één zoo'n optreden evenveel te' kun nen verdienen als een heele week arbeid op school. Merkwaardige waardeering van de menschelijke prestaties. Geen wonder, dat hy spoedig het onderwijs verliet en voor allerlei gezelschappen ging optreden als humorist- goochelaar. Met bescheiden trots vertelt hij van zyn tournée door Amerika van 19121914 en zijn oogen glinsteren als hij zegt, reeds voor drie geslachten van het Koninkiyk Huis te zyn opgetreden. Het vierde geslacht, de jonge Prinsesjes, zal ook nog wel volgen. „Weet U wat zoo leuk was my mijn optre den? De periode, dat ik jonge poesjes kon too- veren op het tooneel", onderbreekt hy plot seling zyn levensgeschiedenis. Jaren terug had ik een kat, die wel driemaal per jaar jongen legde. Ik had dan steeds jonge poesjes voor mijn optreden, welke diertjes zoo in den smaak vielen bij mijn jonge bezoekers in het Kurhaus, dat ik er gemakkehjk drie tot vijf En Abram toog heen, gelijk de Heere tot hem gesproken had. Gen. 12 4. Dat was een daad van wereldwijde be teeken is, toen Abraham zyn geboorteland verliet, de banden met zyn verwanten ver brak, om heen te reizen naar het onbekende land, dat God hem wyzen en toewyzen zou. Welk een daad van gehoorzaamheid was dat! Welk een daad van geloof niet minderI Gehoorzaamheid, al was de eisch nog zoo zwaar. Geloof, al was er van de vervulling van de Goddeiyke belofte niets te zien. Niet voor niets heet Abraham nog steeds de va der der geloovigen! En nu wilde ik u opwekken Abrahams voorbeeld na te volgen. Het kon wel zyn, dat ge dat heel letteriyk moest doen en breken met uwe verwanten, uwe vrijenden, uwe omgeving, omdat daar de goden dezer wereld worden gediend en gij door een zonderlinge genade door God gegrepen waart en geroepen tot zyn dienst. Als dat waar lijk eisch voor u is, dan moet gy dat doen. En God geve u er de kracht voor. Maar ook wanneer dat voorbeeld van Abraham niet letteriyk moet worden nage volgd, naar den geest dient dat wel. God roept ons allen deze wereld te verlaten; om den afgoden den rug toe te keer en, waar voor zy al te gewillig buigt; om los te laten haar vriendschap, diie zy al te duur ver koopt; om af te zweren de zonde, waartoe zy al te listig verleidt. En God roept ons om het oog te richten op de dingen der eeuwigheid; om heen te reizen naar het on bekende land van zijn heerlijkheid. En nu geen ja-maar. Nu niet de zienlijke dingen verkiezen boven de onzienlijke, de tydelijke boven de eeuwige! En allerminst meenen, dat men beide tegelijk kan ver eenigen en verzoenen. Nu één ding doen; als Abraham op den Goddelij ken oproep en op de Goddehjke belofte gaan naar Zyn zaligheid. En de waarborg daarvoor? Die is Christus! Hij alleen! „Wie hier niet treedt op 's Heilands baan, mag nooit zyn volger heeten; geen hemel zal hun opengaan, die hier Zijn wil vergeten, 't Oprecht geloof in 's Vaders Zoon, is d'eenige weg tot 's he mels troon, waar Christus is gezeten". Utrecht. Prof. Dr. A. H. EDELKOORT, EEN ONTSLAG (Vervolg van pag I.» wy zyn van oordeel, dat de klanken, welke de hr. Hazelhoff Roelfzema liet hooren, geen andere zijn dan die uit den mond van hoo- gere regeeringspersonen geklonken hebben zonder dat zy deswege werden geschorst of iets anders moesten ondervinden. Het tweede motief voor de schorsing van den directeur is, dat hy „een nauwelijks ver holen aanval deed op de pers van de Ver- eenigde Staten" en dat, zoo zegt men ver volgens, terwyi juist in den laatsten tijd een goed begrip van het Nederlandsche stand punt viel waar te nemen. Wy vragen ons af. waaruit dit goed begrip van de Amerikaansche pers wel bestaat, in dien zij met haar inhoud geen aanleiding bood voor den o.i. juisten gedachtengang van den thans geschorsten directeur. Dit goede begrip kaïi, wil het goed zyn, toch alleen corrsspondeeren met het gezonde standpunt, dat de heer Hazelhoff Roelfzema in zyn uiteenzetting heeft ingenomen en dat zoo vaak in regeeringsverklaringen heeft doorgeklonken. Als nevenmotief wordt dan tegen den di recteur aangevoerd, dat de Amerikaansche pers niet tot het gebied van zyn competentie behoort. Formeel moge dit juist zyn, maar twee argumenten maken dit betoog toch wel bijzonder voos. In de eerste plaats is de wer kingssfeer van die pers stellig niet beperkt tot de Verpenigde Staten, maar strekt zy zich ook tot Canada uit. En in de tweede plaats zyn het laatste jaar zoovele en ook hoogere bewindslieden, juist ten aanzien van Indië, hun competentie te buiten gegaan, dat men wel zeer sterke redenen moet hebben, wil men op zoo lossen grond tegenover een minderen ambtenaar tot zulk een maatregel overgaan. En van die redenen is niets gebleken. Wat mr Hazelhoff Roelfzema moest erva ren, vormt weer een onbevredigende blad zijde aan het sombere relaas van onze Indi sche politiek. op één matinée kwytraakte, ondanks de pro testen van de moeders". Eigenlijk was zijn 20- jarig jubileum in het Kurhaus in 1941, doch door de oorlogsomstandigheden kon dit niet gevierd worden. Op 13 Juli 1942 werd Nolles als gy zeiaar gevangen genomen en geduren de 7 maanden heeft hy in Haaren en St. Michielsgestel het lot gedeeld van verschillen de vooraanstaande Nederlanders als prof. Cleveringa, prof. Goudriaan, Willem Ruys, oud-minister de Wilde, e.a., voor wie hij enkele malen in het kamp is opgetreden. Niet zonder weemoed verhaalt hij van het door hem vóór den oorlog gemaakte mechanische poppen theater, dat op een of andere wijze door de Duitschers is zoek gemaakt. Door zyn onder wijzersopleiding voelde hy zich speciaal tot de kinderen aangetrokken en spoédig na het ver laten van het Onderwys zon hy op middelen, om tot nieuwe ideeën voor de poppenkast te komen. Nolles was de eerste in Nederland, die brak met het bekende Jan Klaassenver haai en voor al zyn kindervoorstellingen eigen ver halen schreef. Dat deze verhalen, die van liefde en geest drift getuigen, door alle kinderen spontaan worden medegeleefd, kunt U zien tijdens de Woensdagmiddagmatinée's in het Kurhaus. Het komt zelfs niet zelden voor, dat moeders, die reeds als kind genoten van de voorstellingen van Nolles, thans met hun kinderen naar het Kurhaus gaan, om te zien of de reactie by deze kinderen nog dezelfde is, als dat deze vroeger bij de jeugd was. Vol plannen zit Nolles nog voor de toekomst en steeds weer zoekt hij naar nieuwe dingen om vooral met zijn tyd mee te gaan, hierbij geholpen door zyn vindingrijk vernuft. Het behoeft toch geen betoog, dat deze personificatie van de „keep smiling"-mentaliteit, die steeds bij zyn optre den den beschaafden toon weet te bewaren, nog velen kinderen prettige uren zal bezorgen Een groot kindervriend gaat jubileeren en het zal tijdens het jubileummatinée op 7 Aug. a4. niet aan jeugdige belangstelling en enthou siasme ontbreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 5