Nr. W. L. Baron de Vos v. Steenwijk nam afscheid Geen basis voor besprekingen mei „Indonesia" NIEUWE LELDSCHE COURANT ZATERDAG 13 JULI 1946 Als voorzitter van de Eerste Kanier Na afhandeling van de agenda nam de Eerste Kamer gisteren afscheid van den 87- jarigen voorzitter, nir W. L. baron de Vos van Steenwijk. Terwijl allen zich van hun zetel verhieven, hield deze de volgende rede: „Thans wensch ik een sober woord tot de Kamer te richten. Het zal het laatste zijn, dat ik tot haar spreek. Ruim 33 jaar geleden wij schreven 14 April 1913 keurden de Staten van Over ijssel mij waardig, door hen hier te worden Het was een schoone dag in mijn leven. Waren mijn verwachtingen, wat betreft het arbeidsveld, dat ik zou vinden, hoogge spannen, de realiteit heeft ze verre over troffen. Daarbij viel het niet genoeg te waardeeren voorrecht mij te beurt, voortreffelijke col lega's te ontmoeten uit verschillende par tijen, die mij allengs wel hun vertrouwen, en vriendschap wilden schenken. Ik ben ze niet vergeten. Sedert 17 September 1929 met het voor zitterschap van dit Hooge College van Staat bekleed, mocht ik in ruime mate den steun en de medewerking mijner medeleden -ge nieten. Thans is het oogenblik gekomen, waarop ik van medewerkers en werkkring afscheid heb te nemen. Het valt mij niet licht. Ik ben zoozeer aan de Kamer gehecht- Met Haar te breken doet pijn. Maar er is één gevoel, dat mijn leedwezen overtreft, dat is dankbaarheid. Jegens God, Wien het geviel, mij gedu rende zulk een lange reeks van jaren op zoo belangrijk arbeidsterrein eene plaats te gun nen en mij aldaar .met zegeningen te bege nadigen. Jegens H.M. de Koningin, Die mij de lei ding der Kamer toevertrouwde. Jegens mijn medeleden uit vroegeren en lateren tijd, aan wie ik in verschillende op zichten zoo heel veel verschuldigd ben. Aan enkelen zelfs ongemeen veel. Jegens de onderscheidene ministers der Kroon, met wie ik in den loop der jaren steeds op zoo aangename wijze heb mogen samenwerken Mijne erkentelijkheid gaat mede uit naar den kundigen en ijverigen heer Griffier, voor den mij verleenden bijstand in het vol brengen van mijne taak. Waarbij ik niet vergeet de heeren Com- mies-griffier en Referendaris ter Griffie. Evenmin'als de vele anderen, die in eenige functie aan het College zijn verbonden. Ik neem mede, en ze zal door mij als een kleinood bewaard worden, de herinnering aan een 33-jarig schier rimpeloos ambtelijk leven. Dank zij U en Uwe voorgangers. V/aar de Kamer in een thans verstreken tijdperk zooveel verrichtte ten profijte van EERSTE KAMER AANVAARDT CONSU MENTENCREDIET. De laatste vergadering van de oude Eer ste Kamer was gisterenmiddag gewijd aan het Consumentencrediet. Hoewel het, tegen half zes, z.h.st. werd aanvaard, hebben ver schillende leden, van half vier af, er toch veel woorden over gezegd, -nadat eerst mi nister Lieftinck de, in het voorloopig. ver- Slag gemaakte opmerkingen had beantwoord. Minister Drees ging in op de vragen over de loonen en zeilde, dat verhooging van den kinderbijslag door de Regeering wordt over-* wogen. Hierna is het wetsontwerp z.h.st. aan vaard. Telegrammetje nasturen kan zonder bezwaar Officieel vestigt men de aandacht van familieleden en kennissen van naar Indië vertrekkende militairen op de mogelijkheid om tijdens dé reis telegrainmen naar hen te versturen. Desgewenscht kan aflevering plaats heb ben op een bepaalden datum; in dat geval moet het telegram eenige dagen te voren worden ingediend met vermelding van tijd van aanbieding. Ook met andere personen aan boord van Hollandïndië-vaarders is natuurlijk contact per telegram mogelijk. Nieuwe leden der Eerste Kamer J Wie er gekozen werden in de groepen 3 en 2 Gekozenen in groep 3 (Noord-Holland en Friesland) Comm Partij Ned.: J. Brandenburg, A'dam en J. H. Hermans, Vaals; Partij v. d. Arbeid: M. A Reinalda, Haarlem; C. Woudenberg, A'dam; M Tjeenk Willink, Den Haag; N. Stufkens, De Bilt; Anti-Rev. Partij: prof. dr R. H. Woltjer, A'dam en H. Algra, Huizum;' Kath. Volkspartij: G. C. J. D Kropman, A'dam en E. H. A. Kraayvanger, R'dam; Partij van de Vrijheid: mr D. U. Stikker, A'dam; Chr. Hist. Unie: mr R. Pollema, Leeuwarden. Gekozenen in groep 2 (Gelderland, Over ijssel, Groningen en Drenthe): Partij v. d. Arbeid: A. E. Ribbius Peletier, A'dam; R. Kranenburg, Leiden; J. Cramer, Assen; H. Oosterhuis, A'dam; Anti-Rev. Partij: E. J. Beumer, Utrecht; W. Rip, Voor burg; Partij van de Vrijheid: R. Zegering Hadders, Emmen; Kath. Volkspartij: dr J. R. M. van den Brink, Laren; H. C. Nijkamp, Enschedé, mr dr J. W. Schneider, Stad- Delden; Comm. Partij Ned.: J. van Santen, A'dam; Chr. Hist, Unie: G. Kolff, Gelder- jnalsen; G. Vixseboxse, Almelo. Gekozenen in groep 1 (N.-Brabant, Lim burg, Zeeland en Utrecht) Kath. Volkspartij: C. H. J. A. Janssen de Limpens, Wijlre; B. M. Berger, Venlo; F. C. M. Wijffels, Brunssum; A. C. de Bruijn, Maartensdijk; J. C. A. M. van de Mortel, Tilburg; P. A. Kerstens, Wassenaar; H. J. van Velthoven, Dén Bosch; A. M. C. J. Stein- kühler, Eindhoven; G. W. M. Huysmans, Den taag. A.-R. Partijjhr mr H. A. M. van Asch Van Wijck, Doorn. C.-H. Unie: J. Reyers, Kamerik. P. v. d. Arbeid: E. Brongersma, Heemstede en J. JT. Kramer, Brunssum. (Reeds in. een deel der vorige oplaag vermeld). het Gemeenebest, moge het Gode gehëngen Haar zij het dan ook voortaan bij groote- lijks gewijzigde samenstelling ryiede in de verre, verre toekomst, tot zegen te doen strekken van het Vaderland". Jhr mr G. A. H. Michiels van Kessenich, als oudste lid in jaren, sprak namens de Kamer. Hij bracht de loopbaan van den scheidenden voorzitter in herinnering en zeide dat de Kamer hem met dankbaarheid zal blijven gedenken. Bij de sluiting van de zitting zullen de fractievoorzitters hem een blijvend^ her innering aanbieden. Minister Drees, sprekend als waarnemend minister-president, teekende den scheiden den president als een geboren voorzitter, die een groote geestelijke vitaliteit aan den dag Legde. In U. zoo zeide de minister, kreeg de traditie in deze Kamer gestalte. U was het levende contact met het verleden, met mi nisters en kamerleden, die velen onzer slechts bij name kennen. Aan het slot van zijn rede deelde de heer Drees de benoeming van den president tot minister van Staat mede, waarop de Kamer antwoordde met een hartelijk en langdurig applaus. De heer de Vos van Steenwijk dankte de sprekers met enkele woorden en een hand druk. i, Daarna kondigde voor de laatste maal zijn forsch hamerslag het einde van de vergadering aan. Woning-exploitatie in het groot en in het klein Herhaalde wisseling van eigenaar niet gewenscht. Gp de te Utrecht gehouden jaarvergade ring van bet Ned. Instituut voor Volkshuis vesting en Stedenbouw is o.a. gesproken over de voor- en nadoelen van wondrg- ex^loitatie in het .groot en in' het klein, zulks aan de hand van. een rapport eener in 1841 onder ir A. Plate ingestelde commissie. Men is tot de conclusie gekomen, dat exploitatie in het groot 'het meest verantwoord is te achten, waarbij 308 k 480 woningen als het minimum moet worden beschouwd. Dit geldt, zoo merkte ir L. H. J. Angenot een der leden der commissie op, zoowel voor par ticuliere, gemeentelijke als voor waning- bouwvereenigii'ngen. Herhaalde wisseling van eigenaar kan ndet goed zrj-n. Dit werkt de speculatie in de hand. Wat de toekomstige verhouding en betreft tussohen de particuliere woningbouwexploi- tatie en de woningbouwvereendjgingen heeft de commissie nog geen uitspraak gedaan. Aangaande het hoogtepunt over de ver nieuwing van den woningvoorraad (een onderwerp dat ai eerder behandeld is door ir F. BakkerSchut) zeide spr. dat het ver nieuwen van oude wijken stuitte op te hooge kosten. De onteigening is uitermate kost baar. In verband met den woningnood zal de onbewoonbaarverklaring tot het uiterste worden beperkt. Na de overwinning van den woningnood zal de vernieuwing van de oude stadswijken worden aangepakt. Mr Siamet acht Inh. politieke strijd onwaardig Nu mr Mas Siamet, de bekende Inheem- sche rechtsgeleerde, eenige maanden in Ne derland vertoeft, en in dien tijd gelegenheid heeft gehad zich min of meer te oriëntee- rene, is het wel interessant te vernemen, wat zijn visie is op hetgeen zich hier te lande en in Indië afspeelt. Uiteraard heeft mr Siamet met groote be langstelling de jongste gebeurtenissen in Indië gevolgd. Hij was van oordeel, dat door de ont voering van Sjah- rir de laatste basis was wegge vallen voor be sprekingen met de „republiek". Naar zijn mee ning zou het ge matigde element in de nationa listische bewe ging nimmer de kans krijgen zich tegenover de ex tremisten te hand haven. Mr Siamet meen de te mogen aan nemen, dat er in het huidige In dische beleid een wijziging zou ko men: „Oogen- schijnlijk wordt de politiek van de P. v. d. A. voortgezet, doch men zal dit wel doen om een ge leidelijken over gang naar een anderen koers te vinden. De Ne derlanders zijn niet, zooals de Engelschen, on middellijk bereid om na een ge maakte fout bak zeil te halen.".. Op de vraag, of hij contact had gehad met de republikeinsge- zinde Inheem- schen hier te lande, antwoord de heer Siamet, dat hij slechts met een vooraan- Mr SLAMET staand lid van de „perhimpoenan Indonesia" op een verga dering een woordenwisseling had gehad. Deze laatste had een vergelijking getroffen tus- schen de gijzeling van Nederlanders op Java en het, naar hij beweerde, gedwongen ver blijf van de Inheemschen in Nederland: „Wij zijn ook gijzelaars". Een dergelijke voorstelling van zaken achtte mr Siamet een bewijs van de kwade trouw, waarmede deze politieke strijd wordt gevoerd. Dezelfde ervaring had hij opge daan, nadat hij zijn meening over de In dische kwestie had kenbaar gemaakt. „Men heeft nooit bestreden, wat ik zei, doch steeds persoonlijke aanvallen gedaan die dan bovendien veelal nog vol onjuistheden wa ren." Gisteravond heeft mr Mas Siamet een be spreking gehad met min. Jonkmg^ Er zul len nog nadere beslissingen woroen geno men omtrent zijn terugkeer naar Indië en zijn werkzaamheden daar te lande. Waarom stuurt men geen groen ten naar Indië? Een eitje kost op Java meer dan een gulden Een lezer van het Bamdoenigisohe dagblad ,,De Courant" vraagt zich af, waarom do groenten, die in Nederland op den vuilnis hoop worden gegooid, niet geconserveerd kunnen worden, om daarna naar Ned.-Indüë te worden geëxporteerd, in welk land sinds 1942 slechts zeer weinig versche groenten verkrijgbaar zijn geweest. Hr Ms KORTENAER MAAKT KORTE METTEN. Aangezien het den laatst en tijd meermalen was voorgekomen, dat Ned schepen in het Wester-vaarwater bij Soerabaja onverwachts ..werden beschoten door kustbatterijen, kreeg de torpedoboot-jager H. M.'s „Kortenaex" opdracht, bedoeld extremistisch broeinest tot zwijgen te brengen. De operatie werd dezer dagen met succes uitgevoerd. Ongeschoolde boerenzoons naar Frankrijk Geschoolden krijgen geen toestemming voor emigratie. Donderdagmorgen heeft lit.-adm. C. E. L. de Ned. Regeering haar medewerking ver- leenen aan het plaatsen van 408 k 500 Ned. boeren op boerderijen in Frankrijk. De Nieuwe L e i d s c h e C o u r a n t verneemt nader, dat het hier betreft uitzen ding van ongeschoolde boerenzoons, die in Frankrijk zullen worden opgeleid om zich daar later eventueel als boer te vestigen. Aan deskundige landbouwers is het n.l. niet toegestaan te emigreeren, daar men deze te hard voor eigen land noodag heeft. Gegadigden kunnen zich opgeven ï>ij een der landbouworganisaties. PRINS BERNHARD'S EERE-PROMOTIE VOOR DE RADIO De eere-promotie te Utrecht van Prins Bernhard tot doctor in de rechtsgeleerdheid op Dinsdag a.s. wordt per radio uitgezonden en wel van 14.30 tot 16.00 uur. MET INGANG VAN HEDEN WORDEN VOORTREINEN INGELEGD. Mi.v. héden zal op bepaalde dagen en trajecten een aantal voortreinen gaan rijden, waaromtrent men op de stations de gegevens kan krijgen. O.m. woorden ingelegd de voortreinen van Zwijndrecht (v. 16.39) naar R'dam op Zater dag, van R'dam D.P. (v. 21.08) naar A'dam op Zondag, van A'dam C.S. (v. 22.59) naar R'dam op Zondag,van R'dam D.P. (v. 9.08) naar Den Haag en van R.dam D.P. (v. 10.10) naar Den Hag, beide op Zondag. Brammetje Flapoor en z'n vrienden Door G Th ROTMAN 47. Maar het gekwebbel van „dat vrouw volk,' zooels hij het noemde, verveelde Bram al gauw en hij kuierde met Tom de tuin in. „Een schommel!" riep hij opeens; „Tom, willen we een partijtje?" Tom vond het uit stekend, en spoedig stonden ze neus aan neus, of liever slurf aan neus, op den schom mel. 48. Nu, het ging fijn, hoor! Maar Bram metje moest natuurlijk weer overdrijven; het ging steeds hoger, zodat het Tom weldra benauwd te moede werd. En daar was reden voor, want Bram had er helemaal niet aan gedacht, dat de schommel wel op mensen kinderen, maar niet op 'n zware olifant be rekend wasi De jongeling zeide tot Hem: „Wat ontbreekt mij nog?" Matth. 19 20. Toch eigenlijk een onbegrijpelijke vraag! Die jongeman had nu letterlijk alles wat hij noodig had. Rijk. Jong. Gezond en sterk; met het heele lachende leven nog vóór ziich. En, van onberispelijk levensgedrag. Eerlijk kon hij tot den Heiland zeggen, die hem Gods Wet voorhield: „Al deze dingen héb ik onderhouden van mijn jeugd af". Een man om jaloersch op te worden. Hoe komt dié toch met zulk een dwaze vraag tot Jezus? Was hij nog arm; of ziek; of lichamelijk gebroken en geestelijk ontredderd en zede lijk geruïneerd o, te verstaan! Maar hij? Hoe komt hij aan zulk een vraag? Ja, dat is nu het kwellende, benauwende, verdrietige, als in iemands hart de eeuwig heid ontwaakt. Als God zelf daar binnen, waar Hij alleen den toegang heeft, zachtjes, en luider, en sterker, gaat spreken van zon de, en genade, en voorbijgaan en leegheid en armoe en schijn en holheid. Ziet U, dan helpt niets meer hier beneden; maar dan breekt met geweld die vraag door: wat ont breekt mij nog? Hoe lang die jongeman met die vraag al rondgeloop-en 'heeft, weet ik niet. Er is een proces in zijn hart geweest. God zelf heeft daar geklopt, gesproken, getuigd, gewaar schuwd en hij heeft na misschien lang dat niet te hebben gehoord, eindelijk, of na korter tijd, die stemmen gehóórd. En toen kwam hij met zijn vraag; toen zijn ziel naar het, anders bedoelde, woord van Guido Gezelle, luisteren ging. Toen was hij op den rechten weg; want er is maar één, die voor zulk een patient de diagnose stellen kan, en zal: Jezus, die gebroken harten geneest. „Wat ontbreekt mij nog?" dat is heden feitelijk een verouderde vraag. Figuren als die jongeman zijn er niet veel, die jong en sterk en rijk en met een blank register naar hun meenen voor God en menschen niets en niemand hebben te vreezen. „Wat ontbreekt mij nog?" 't Antwoord op die vraag 'hóór ik wel: ons ontbreekt o zoo veel. En dlan komen de 'Machten, de veront waardigde protesten tegen, ja feitelijk ieder, die er schuld aan draagt, dat er in hun.' leven zooveel mankeert aan goeds en noodögs en moois. Die jongeman hoort in onze maat schappij niet meer thuis met zijn yerouderde vraag. Dacht U het echt? Hij leeft nog. En ge durig breekt zijn vraag weer door uit een menschenhart. Die onsterfelijke vraag van harten, die midden in de weelde, of mid den in de ellende, midden in hun mooie gezonde jongé jaren of midden in hun tegen slagen en gebrokenheid een vraag hooren uit hun oerddepte: wat ontbreektmij todh? De vraag, door God gewekt en door God ge steld, en door hen zelf nagevraagd. Fladder- geesten stellen haar niet. Dartelen maar een beetje voort. Maar waar de eeuwigheids- honger is ontwaakt en de"vraag naar God daar breekt ze door. En, als die mensch maar tijd heeft om te luisteren, „als de ziele luistert", hóór, wat ontbreekt me toch? Maar één ding: genade. Maar Eén: Jezus. Jezus is de Eéne, die de menschen van deze ontwrichte wereld het antwoord geeft, waar naar zij schreeuwend vraagt. Wie deze rijke jongeman is geweest, weet niemand. Men heeft soms vermoed, dat hij Paulus is geweest, de latere apostel. Mis schien! Als dat écht zoo is, dan heeft hij later het antwoord wel gevonden, gehoord, ontvangen. Toen hij schreef: „Wij dan, ge rechtvaardigd door het geloof, hebben vrede bij God". JJezus die de vraag wekt, geeft, en is, het antwoord zelf. Jezus is het ééne groote Antwoord Go$s aan dezeri vragenstijd. Lezer, hebt U Gods vraag al gehoord, Gods Antwoord al ontmoet? In uw eigen be staan? Kerk en Schooi Ned. Herv. Kerk Beroepen: te Oldeboorn E. J. Looir te Losdorp; te Rotterdam (Beyplaat) en te Wilsum eand. C. Treure te Rotterdam. Benoemd tot hulppred. te Udtwierda cand. K. M. Witte veen te Bern. Aangenomen naar Den Hoorn (Texel) cand. J. A. v. Boven te Zaandam, die bedankte voor Kantens en VisvMet- Nderzijl. Bedankt voor Klundert W. Sirag1 te Baambrugge; voor Stavenisse (toez.) W. J Kolhert te Schalkwijk. Geref. Kerken Tweetal: te Zwartsluis Th. P. Potma te Meerkerk en S. v. Wou we te Marum; te Bergen (N.H.) dr E. Smilde te Edam en cand. P. Uidam te Weesp. Beroepen: te Bergen (N.H.) cand. P. Uitdam te Weesp; te Nieuweroord I. M. de Graaf te Rinsumageest. Aangenomen naar Enter J. v. Hoegee te Westeremden; naar Twijzelerheide dr L. Batelaan te Stavoren. Bedankt voor Barendrecht P. H. Pelli- caa-n te Nijkerk. Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen: te Schiedam (2e pred.pl.) C. Stam te 2e Exloërmond; te Terneuzen cand. C. Plooy te Hilversum. Aangenomen naar Gameren cand. W Vis te A'dam. Doopsgez. Broederschap Aangenomen naar Almelo H. Luikinga te Veendam. Baptiste Gemeenten Aangenomen naar 's-Gravenhage- Oost J. B. die Neef te Nieuwe-Pekela, voor heen te 's-Gravenhage. PROMOTIES. LEIDEN, 12 Juli. Gepromoveerd tot doc tor in de wis- en natuurkunde op „Isother- jnen van helium bij temperaturen beneden 20.59k" W. K. Walstra, R'damidem op „Grindonderzoek in Zuid-LimJburg" L. M. J. U. van Straatien, Voorburg; tot doctor in de geneesk. op proefschrift „Absces-tonisdUecto- mie" G. J. Swart, Gouda. ACADEMISCHE EXAMENS. LEIDEN, 12 Juli. Geslaagd voor prop. Godgel. mej. J. M. Luyt, 's-Gravenhage; G. van Dijk, Leiden; voor doet. rechtsgel. Th. F. Geb'hard, 's-Gravenhage; H. J. F. Oetgens van Waver en Pancras Clifford, Groenlo; F. P. B. Bauer, Leiderdorp; mej. A. M. M. Hoef- smdit, R'diam; mej. M. E. Luyten, A'dam; voor cand. lett. en wijsbeg. (j) mej. M. G. S. Knuttel, Leiden; voor doet. lett. en wijs beg. (oude talen) mej. J. Jansen, R'daim; doet. lett. en wijsbeg. (wijsbegeerte) C. Goe- koop, Aerdenihout; doet. wis- en natuurk, (natuurkunde) H. J. R. Pexdyk, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2