Seyss Inquart voar Neurenbergsche rechters
Viaamsche schilders in Nederlandsche musea
BERICHT
Londen één Eichtzee op avond van Victory-day
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
3
DINSDAG 11 JUNI 19*6
'k Had groot gebrek aan fan
tasie in Holland
Men heeft in het traag verloopende proces
te Neurenberg blijkbaar geen dag meer wil
len verliezen, want op Pinkster-Maandag is
het proces voortgezet met een speciaal voor
Nederland belangrijke zitting, daar op dien
dag de voormalige Ned. Rijkscommissaris
Seyss Inquart zich te verantwoorden heeft
gehad.
Het eerst kwam de Anschlusz van Oosten
rijk bij Duitschland ter sprake. Sedert 1918
moord in Putten en de represaille voor den
aanslag op Rauter, had hij evenmin iets kun
nen doen. Zij waren door Himmler geëischt.
Voor Rauter wilde Himmler vijfhonderd
personen laten doodschieten. Uiteindelijk
waren er, volgens Seyss, 230 gefusilleerd. Hij
had de uitvoering van het bevel niet kun
nen verhinderen, omdat de verzetsbeweging
onderdrukt moest blrjven. Seyss zeide, de
terugvoering van de mannen van Putten te
hebben gevraagd en toestemming te hebben
gekregen. Hij wist evenwel niet of de terug
voering nog uitgevoerd had kunnen worden
De massa executies kwamen in 1944 en na-
Een plaatje uit den goeden ouden tijd, althans voor Seyss Inquart, toen hij nog als een vorst
te Wassenaar leefde. Men ziet hem hier temidden van Duitsche oorlogsgewonden.
had Seyss Inquairt dezen Anschlusz nage
streefd. Hij had daarbij gehoopt op een ze
kere zelfstandigheid van Oostenrijk en Hit-
Ier had hem te verstaan gegeven, dat hij er
mee accoord kon gaan, dat de Anschlusz van
den wil van het Oostenrijksche volk zelf zou
uitgaan. Eerst in Linz, na den opmarsch, had
Hitier kenbaar gemaakt, dat Oostenrijk zou
worden ingelijfd.
Zijn verantwoordelijkheid voor de Joden
vervolgingen in Oostenrijk wilde Seyss In
quart niet loochenen.
Ten aanzien van de hem ten laste gelegde
deelneming aan de voorbereiding van den
inval in Tsjecho-Slowakije zeide Seyso, dat
hij bij de briefwisseling met Henlein en het
onderhoud met TisO niet de grenzen van het
toelaatbare had overschreden.
Nadat Seyss' rol in Polen besproken was,
kwam de hoofdaanklacht inzake Nederland
ter sprake. Hij zeide nooit de bedoeling te
hebben gehad het nat-soc. aan Nederland op
te dringen. De instructie, die hij van Hitier
meegekregen had, toen hij tot eigen ver
wondering naar Nederland gezonden werd,
hield uitdrukkelijk in, „te zorgen voor het
behoud van een zelfstandig Nederland door
te trachten de Nederlanders te maken tot
vrienden van Duitschland, genegen tot het
onderhouden van enge economische banden
met dit land."
Seyss verzuchtte, dat hetgeen hij in rede
voeringen geproclameerd had, in de praktijk
niet uitvoerbaar was gebleken. „In Neder
land zijn zelfs schaakvereenigingen politiek
georiënteerd," beweerde Seyss. Toen hij in
1941 de partijen moest opheffen, omdat ze
actief-vijandig tegenover de bezetting ston
den. verdwenen daarom ook tal van andere
organisaties Seyss gaf toe, dat hij met „groot
gebrek aan fantasie" te werk was gegaan,
toen hij daarvoor organisaties naar Duitsch
voorbeeld in de plaats stelde. „Ik ging uit
van twee onjuiste overwegingen: dat onze
Duitsche organisaties beter waren en dat zich
in bezet gebied een eigen politiek zou kun
nen ontwikkelen. Daarom is miin politiek
mislukt", aldus Seyss.
Seyss beroemde zich er op, op advies van
zijn Nederlandsche adviseurs geen Quisling-
regeering te hebben ingesteld. Dat hij
N.S.B.-ers tot staatsfuncties riep, was, vol
gens hem, noodzakelijk, omdat hij vertrouw
de medewerkers moest hebben. Benutting
van de N.S.B. als dekmantel voor de Duitsche
bezettingspolitiek had hij „vastgesteld en be
treurd, doch niet kunnen verhinderen."
Het plan tot germaniseening van Neder
land wees hij af: doel was slechts gelijkbe
rechtigde samenwerking van de Germaan-
sche volken. Hij zeide, het hoogstaande Ne
derlandsche rechtsapparaat geheel te hebben
overgenomen en daar slechts economische
rechters aan toegevoegd te hebben. Dat
Duitsche gerechten ingevoerd werden, was
volgens hem, niet meer dan natuurlijk en
over de vrederechters sprak hij heelemaal
niet. Geen doodvonnis was zonder overwe
ging van genade uitgevoerd. Tegen de be
schuldiging, dat vierduizend executies zijn
uitgevoerd, betoogde Seyss, dat de Duitsche
gerechten tot midden 1944 minder dan acht
honderd doodvonnissen uitspraken of min
der dan er slachtoffers vielen bij den lucht
aanval op Nijmegen."
Echte gijzelaars-executies waren, volgens
hem. slechts die van Augustus 1942 en het
was aan hem te danken, dat toen niet vijf
tig, doch slechts vijf werden neergeschoten
Van executies in het kamp Vught had hij
eerst in Neurenberg gehoord. Zij moesten op
order uit het Rijk gebeurd zijn Aan den
SEYSS HEEFT GEWETENSWROEGING
OVER DE JODEN.
Seyss verklaarde heden, dat hij aanzien
lijke gewetenswroging gevoelde over de
deportatie van Nederlandsche Joden, de hij
nimmer als minderwaardige menschen had
beschouwd, doch slechts als economische
vijanden van Duitschland. Hij had nooit ge
dacht aan totale vernietiging van het Jood-
Sche volk. De deportatie van Joden naar
transito-kampen, waar zij zouden moeten
blijven tot het einde van den oorlog, om
vervolgens uiit uropa verwijderd te worden,
had hij nooit als een verkeerde roaetregel
beschouwd, zeide hij.
Voortaan kunnen in België ook vrou
wen procureur worden.
dien op grond van Hitler's bevel van 30 Juli
1944, zeide hij Hiertegen hadden zoowel
Seyss als Rauter bezwaar gemaakt, omdat zij
vreesden, dat geheel Nederland er door in
de illegaliteit gedrongen zou worden. Rauter
had zelfs zes weken lang het bevel niet uit
gevoerd, doch daarna een terechtwijzing van
Himmler gekregen. Daarna moesten execu
ties van leden der verzetsbeweging wel wor
den uitgevoerd, zeide Seyss. Hij geloofde
evenwel, dat het aantal de zevenhonderd
niet zou overschrijden.
Trips bezwaren tegen de opheffing der de-
viezengrens had hij aan Berlijn doorgegeven,
doch zonder succes. Het was niet te zien, dat
de maatregel voor Nederland zoo catastro
faal zou worden als naderhand bleek.
De toestand in het kamp Sint Michielsgestel
wilde Seyss geheel voor zijn verantwoording
nemen. Niet een van deze gijzelaars is dood
geschoten, zeide hij. Aan hem was het te
danken, dat niet drieduizend, doch achthon
derd man gegijzeld werden als represaille
voor Indonesië
Voor de toestanden in de Nederlandsche
concentratiekampen noemde Seyss zich niet
verantwoordelijk. Zij stonden onder de Duit
sche politie. Seyss gaf toe, dat in Vught en
Amersfoort excessen voorkwamen, doch deze
waren volgens hem onvermijdelijk.
Het Roode Kruis had nooit bezwaren geuit
over de kampen en dat was voor hem een
geruststelling
Langdurig sprak Seyss over den arbeids
inzet, waarbij hij toegaf, dat van het half
millioen Nederlanders in Duitschland de helft
gedwongen was. Hij zeide niet te zijn opge
treden tegen de sabotage van Nederlandsche
ambtenaren, waardoor een millioen vrij
lingen werden gegeven. In 1944 had hij nieu
we eischen van Sauckel voor 250 duizend man
afgewezen. De daarna door de weermacht
uitgevoerde razzia's waren bedoeld als maat
regel tegen de verzetsbeweging en vielen
buiten zijn verantwoordelijkheid.
„Ik moet openlijk zeggen, dat ik als anti
semiet naar Holland gekomen ben", zoo be
gon Seyss zijn verantwoording over de Jo-
denmaatregelen. Het uiteindelijk resultaat
had ik niet voorzien, maar ik beken, dat het
er toe gekomen is."
Aanvankelijk nerveus, later volkomen rus
tig en doceerend, heeft Seyss zijn getuigenis
afgelegd. Het kruisverhoor zal vanmiddag
aanvangen en Seyss zal vermoedelijk nog
twee volle dagen op den getuigc istoel zitten.
Seyss-Inquart
Belangrijke tentoonstelling
in Boymans
n.
(Van onzen kunstredacteur)
Gaven wij den vorigen keer 'n totaal-indruk,
thans rest ons een bespreking der tentoonge
stelde Viaamsche schilderwerken in Boymans
te R'dam. Sta ons toe een greep te doen, daar
een relaas over elk der 93 werken te veel
ruimte zou eischen.
Om met Jan van Eyck te beginnen, van
hem hangen hier slechts vier werken, n.l. zijn
„Adam en Eva" van het Gentsche altaar, de
„H. Barbara", ,,0. L. Vrouw bij een fontein"
en een portret van zijn echtgenoote Marga-
retha van Eyck. Op den ondersten rand der
luiken van het polyptichon van het Lam Gods
uit de Gentsche hoofdkerk is een kwatrijn in
Eonische verzen te lezen, dat den indruk wekt,
alsof een zekere Hubert van Eyck met het
werk begonnen is, waarna Jan van Eyck het
zou hebben afgemaakt. Over de authenticiteit
van dit kwatrijn zullen we thans niet twisten,
doch zeker is, dat de tentoongestelde luiken
van Adam en Eva aan Jan van Eyck moeten
worden toegeschreven. Hierin spreekt de rea
list, de man, die zeker zijn beeld niet „schoon"
wil maken, maar die met schier fotografische
getrouwheid zijn figuren modelleert, in groot-
schen eenvoud, zonder opsmuk of mooimake
rij, maar toch door zijn werkelijkheid zoo
waardig en zedig. Het vleesch heeft niets zin
nelijks meer en van Eyck laat, zooals Aug
Vermeylen opmerkte, den mensch hier verschij
nen als Gods gewas, niets anders meer dan
een brok der al-natuur; anatomisch zoo mees
terlijk. coloristisch zoo subtiel, maar rhyth-
misch zoo stug. Ook Rubens zocht met zijn
modellen naar het realisme, maar liet zijn
lichamen van leven trillen, de malsche soepele
contouren zoo afwisselend, dat niet de minste
eentonigheid stoort. Ook in zijn „Negerkop
pen" dat zeldzame rhythme in de kunst Van
Memling veel koppen met een teere, keurige
en ietwat mystische allure en het drieluik
„Aanbidding der Koningen" met de fraaie,
zacht-droomerige Moeder-Maagd Rond het
Keverachtig
De Plantenziektekundigendienst in Wage-
ningen dwingt ons nog even terug te komen
op den kever, die in Londen uit een krot
Nederlandsche sla zou zijn gekropen. Als het
een coloradokever i« geweest, dan was het
in ieder geval een gróóte kever, want een
dergelijk dier pleegt dit kostelijk voedsel
niet te willen vreten. Het lust geen sla. Dat
maakt de zaak voor de vinders van het in
sect niet beter. Want óf zij, óf de kever ver
gistte zich.
In beide gevallen is het keverachtig
HET VREDESFEEST VAN HET K. N. G. V.
Het vredesfeest van het Kon. Ned. Gym
nastiek Verbond, dat gisteren te Arnhem
werd gehouden, is een machtige demonstra
tie van jeugdige volkskracht geworden. In 3
kolonnes van 4000 jonge menschen marcheer
den ze de Sonsbeekweide op en voerden daar,
o.l.v. den heer J. H. F. Sornwer, hun oefe
ningen uit. Grooten indruk maakte ook het
eerbetoon aan de helden, die tijdens den
oorlog vielen. De declamaties van Wanda
Reumer, uit Hilversum en de zang van het
gem. koor „De Kring", uit Arnhem, waren
niervan een belangrijk onderdeel. Na de
serie vrije oefeningen, sprak de bondsvoorz.,
de heer W. de Graaf, een kort woord. Een
optocht, die een uur en een kwartier noo-
dig had om voorbij te trekken, hielp mee,
dit grootsche feest te doen slagen.
stille geheim der boodschap is de alledaagsche
werkelijkheid in de Aankondiging" van den
Meester van Flémalle een van de oudste bin
nenhuisgezichten in de kunst der ^Nederlanden,
terwijl Dieric Bouts met zijn „Avondmaal",'
een misschien wat al te symmetrische compo
sitie en Hugo v. d. Goes met zijn „Dood van
Maria", eerlijk en menschelijk met een plasti
sche monumentaliteit. Daartusschen laat Jeroen
Bosch in de „kruisdraging" met fel satirische
belichting van haat en laagheid zijn dierlijke
monsters grijnzen, terwijl Patenier, bij wien
zelfs in zijn religieuze tafereelen het land
schap hoofdzaak is, in de eindeloosheid der
ruimte en tusschen de trotsche rotsformaties
Maria, Jozef en het kindje naar Egypte laat
vluchten, in een gevoel van eindelooze ver
ruiming. Als hoogtepunten komen dan de
Breugels met hun Brjbélsche onderwerpen,
elementair-menschelijk, zonder zich om den
officieelen, Italianiseerenden smaak van him
tijd te bekommeren. Zoo zien we van de Mid
deleeuwers tot den meesterlijken modelleur van
Dijck kunstwerk na kunstwerk en zijn dank
baar voor dit cultureele contact.
In 1940 hing over de Pinksterdagen
somberheid wegens den bruten inval
der Duitschers in ons land. Zelden had het
woord, dat sprak van bloed, vuur en rook
damp, ons zoo in al zijn diepen zin voor den
geest gestaan. Wellicht overwoog toen reeds
Hitler in zijn satanisch brein de gedachte,
om naar dit straks geheel overweldigde land
zijn uitermate geraffineerde satelliet Seyss-
Inquart te zenden. Het nu wreed ter neer
geworpen volk moest thans immers door
het gefluit van den vogelaar gelokt worden
bommen de benauwende behednang van het
nationaal -socialisme.
Op tweeden Pinksterdag 1946 stond deze
zelfde Seyss-Inquart voor het grootste Tri
bunaal, ooit opgericht, om zijn poover woord
van verantwoording af te leggen voor zijn
sinister gedrag.
Voor ons besef had men, bij den to dl
reeds zoo gerekten duur van het proces,
daartoe stellig een anderen en beteren dag
kunnen bepalen. De verdediging van Seyss-
Inquart heeft echter op dezen dag de be-
teekenis gekregen van een aangrijpende
parallel.
Wamt tusschen die beide P inks terfeesten
van 1940 en 1946 golfde ook over onze lage
landen een zee van ellende. Moet, zoo rijst
onwillekeurig de vraag, aan dezen man nog
eens zoo uitdrukkelijk de gelegenheid wor
den geboden om breeduit zijn visie op het
gebeurde te geven en over zijn wangedrag
te spreken op zulk een verontschuldigende
en vergoelijkende wijze?
Toch wordt hierin ondanks alles recht ge
sproken, hier wordt een vonnis geveld. In
Neurenberg verrijzen de beelden van hen,
die bij mill ioenen werden gedood en ge
offerd aan het sadisme van Hitier en zijn
gezellen.
In Neurenberg is gisteren en vandaag in
den geest aanwezig een volk, het Ned. volk,
dat tot op het diepst werd vernederd maar
dat nu, doordat het vonnis over dezen man
wordt voltrokken, uit den mond van zijn be
lager de erkenning mag hooren, dat zijn
politiek ook voor zijn eigen besef tenslotte
een mislukking is gebleken.
Voor dit Tribunaal spreekt Seyss-Inquart
dezer dagen het woord, dat, naar wij mogen
aannemen, zijn laatste woord op aarde zal
zijn. Neen, de beteek ends van deze dagen
ligt niet in het feit, dat hij, tot op het laatst
onverbeterlijk, zijn schamel woord van zelf
verdediging spreekt, maar dat ondanks zijn
verwrongen houding van zelfhandhaving het
oordeel van het recht wordt gesproken over
zijn wangedrag, waaronder ons volk gebukt
ging en over zijn denkbeelden, die ons volk
poogden te vergiftigen.
Moge dan het bloedig bewind van dezen
tweeden Alva thans definitief worden afge
sloten met de formuleering en de voltrek
king van het oordeel des rechts.
Indien U er de voorkeur aan geeft het
abonnementsgeld over het 3e kwartaal per
giro te voldoen, verzoeken wij U beleefd dit
nog deze week te storten, dan bestaat de
kans, dat wij het begin Juli op onze giro
rekening ontvangen.
U voorkomt daarmede incassokosten en het
onnoodig aanbieden van een kwitantie.
Hebt U zelf een girorekening, dan kunt U
bij ons een formulier aanvragen om het
abonnementsgeld automatisch te laten over
schrijven. Dit is voor U en voor ons verre
weg het gemakkelijkst.
DE DIRECTIE.
Duizenden vuurpijlen zetten den hemel boven Londen Zaterdagavond in vuur en vlam.
Mr H. W. BLOEMERS BURGEMEESTER
VAN DEVENTER.
Tot burgemeester van Deventer is be
noemd mr H. W. Bloemers, thans burge
meester van Rhoden (Drente). De heer
Bloemers is eeei zoon van den oud-burge
meester van Arnhem.
België telt 635.856 geregistreerde radio
luisteraars.
Imposant vuurwerk op en
langs de Theems
(Van een specialen N.L.C.-verslaggever.)
In de avonduren van den Victoryday be
leefde Londen nog eenmaal de sensaties van
de „Blitz". Weer ronkten boven de stad mo
toren van vliegtuigen, weer flitsten zoeklicht
schijnsels langs den hemel, weer donderde
en knetterde het of er bommen en granaten
uiteenspatten, maar het was alles zeer vreed
zaam, heel boeiend en vooral fantastisch.
Want de vliegtuigen waren eigen R.A.F.-
machines, die een dartel spel speelden met
de bundels licht, die de zoeklichten omhoog
spoten in steeds wisselende wiskundige figu
ren. Boven Buckingham Palace stonden
twee machtige lichtbundels die tezamen de
Victory V vormden en over de stad sproeide
een geweldig^vuurwerk een regen van zon
nen en sterren, kartetsen en spiralen in dui
zend kleuren. Bij tientallen tegelijk spoten
de vuurpijlen de lucht in. Zij verhelderden
het licht dat al in de stad was, tot dag
klaarheid. De stad was zeer bijzonder met
schijnwerpers verlicht. De lichtbundels wa
ren gericht op de markant hooge Londen-
SChe nunten." De vla3 od het narlpmpnts.
gebouw, Nelson bovenop zijn zuil, de vlag
gen langs de gevels der gebouwen. Het was
een effect zonder weerga. In dit licht be
wogen de duizenden vlaggen: de Union
Jack, de Londensche witte vlag met roode
banen en de veelkleurige van alle geallieer
de volken op den wind, als een veelvervige
stroom.
Fonteinen spoten in alle kleuren: groen
en rood, blauw en oranje. Buckingham Pa
lace was violet, de Westminster Abbey glan
zend wit en hoog boven de stad straalde als
beeld van verlossing en hoop het zilveren
kruis van St. Pauls CathedraaL
De Theems leek vloeiend zilver met de
verlichting van de oorlogsschepen, die er
meerden. De gebouwen aan den oever van
deze rivier waren burchten van goud in het
licht der duizenden lampen.
Verzij sterend was ook de drukte op de
Londensche straten. Herhaaldelijk stonden
we tusschen de millioenen opgepakt, zonder
voor- of achteruit te kunnen. Vooral bij de
ondergrondsche stations, waar twee stroo
men tegen elkaar invloeiden, was het een
verschrikkelijk gedrang.
Zondag- en Maandagavond brandde de
verlichting weer.
Zoo was deze millioenenstad een hart
van lifh on mii.r Hoto