Historische oogenblikken op het Binnenhof Gesprek op het bordes der Ridderzaal Zonderlinge klanken op de Herv. Synode JCIEUWE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 10 I Familie Churchill wordt binnengeleid De indruk van de ontmoeting met Chur chill in de Ridderzaal is onvergetelijk ge weest. Omstreeks kwart over drie opende mr W. L. Baron de Vos van Steenwijk, de hoogbe jaarde voorzitter van de Eerste Kamer, de vereenigde vergadering. Hij benoemde tot leden van de commissie van in- en uitge leide van Winston Churchill, de heeren Ch. J. I. M. Welter, lid van de Eerste Kamer, mr W. C. Wendelaar, lid van de Tweede Kamer en jhr mr M. van der Goes van Naters, lid van de Tweede Kamer. Om tien minuten voor half vier traden de ministers binnen. Zij namen plaats recht recht tegenover het podium. Eenige oogen blikken later versdienen tevens de vice- president van den Raad van State en de leden van dat hooge college. Even later zag men ook in de zaal prof. Gerbrandy, die plaats nam naast den minister van Staat, prof. Aalberse. Een gejuich op het Binnenhof kondigde precies half vier de komst van de familie Churchill aan. Alle aanwezigen in de Rid derzaal verhieven zich van hun zetels toen de geëerde gasten, begeleid door de com missie van in- en uitgeleide, de zaal binnen traden. Winston Churchill was vergezeld van zijn echtgenoote en dochter en den hem toe- gevoegden adjudant van H.M. de Koningin, den heer R. E. J. M. van Zinnicq Bergmann. De heer Weiter geleidde den hoogen Engel- schen gast, de heer Wendelaar mevrouw Churchill en de heer Van der Goes Naters miss Churchill. Het hooge gezelschap nam plaats op de eerste rij van het podium; daarachter zaten sir Neville Bland, de ambassadeur van Gr. Brittannië, de heer Dupuy, gezant van Canada, de zaakgelastigden van de Unie van Zuid Afrika en van Australië, resp. de heeren Uis en Hood en de adjudant van H.M. de Koningin, de heer R. E. J. M. van Zinnicq Bergmann. Daarop sprak mr W. L. Baron de Vos van Steenwijk in het Nederlandsch onge veer als volgt: Namens de Nederlandsche Volksvertegen woordiging heet ik U, Mr Churchill, harte lijk welkom in haar midden. We zien in U den grooten staatsman aan wien na Gode niet alleen Nederland, maar het ge- heele beschaafde Europa, ja, de gansche we reld, het verschuldigd is, dat tenslotte de onafhankelijkheid en de vrijheid der volke ren is bewaard gebleven. Algemeen is de erkentelijkheid deswege hier te lande. Nederland heeft na den verachtelijken, lafhartigen, vijandelijken overval, onder voorgang van Engeland, den strijd buiten de landpalen voortgezet en alles gegeven, wat het geven kon aan mankracht en schepen. Later hebben we gestreden ter verdediging van Malakka en in de wateren om Java, waardoor de aanval der Japanners op Australië werd vertraagd, hetgeen het oor logsverloop aldaar gunstig heeft beïnvloed. We erkennen met groote dankbaarheid, dat mede en in hooge mate aan Engelands krachtdadigen bijstand in de latere jaren, De handschoen van den kapitein Een vroolijk, maar voor den betrok kene uiterst pijnlijk moment ontstond gisteren op het Binnenhof, toen de com- mandeerende officier van de eerewacht bij de melding van zijn troep de grootste moeite had zijn handschoen uit te trek ken, om de uitgestoken hand van den oud-premier te drukken. Het lukte einde lijk, nadat èn Churchill èn zijn adjudant er aan te pas gekomen waren. De Koning van Italië afgetreden Zijn besluit tot troonsafstand gisteren geteekend. Gistermorgen om 12 uur teekende Victor Emanuel van Italië zijn besluit tot troons afstand. Met den kruiser „Duco degli Abruzzi" zijn de ex-koning en koningin uitgeleid door den prins van Piemont uit Napels in Zuidelijke richting gevaren. Men verwacht, dat zij naar Port Said zul len gaan. In een referendum zal het Italiaan- sche volk zich over de kroon uitspreken. Hedenmiddag om 2 uur zou kroonprins Umberto als Umberto II den troon beotijgen. In België worden nog 4000 gevallen Van economische collaboratie onderzocht. Nederland het herstel van zijn onafhanke lijkheid heeft te danken. Die te dezen Engeland zegt, zegt Winston Churchill. Een hechte band is ontstaan met Uw volk, welke ook in de toekomst van beteekenis moge blijken. Wat de Brit vermag, als hij zijn tanden laat zien, hebben de natiën nog maals ruimschoots ervaren, laatstelijk dan onder de vastberaden leiding van een Lid vap het illustre Huis Marlborough, dat wij de hooge eer genieten in ons midden te hebben Het was U gegeven met wijs inzicht, zeld zame volharding, algeheele toewijding en schier bovenmenschelijke werkkracht, den oorlog door te zetten en naar een goed einde den weg te wijzen. Dankbaarheid en vreug de vervullen ons hart. Thans, zoo besloot de President, zal Europa zich moeten aan gorden om zijn beschaving, op het Christen dom gegrondvest, te redden. Aan deze voor onze beide volken gemeenschappelijke roe ping, moge het U gegeven worden, naar Gods bestel en onder Zijn zegen welhaast, ook Uw beste krachten te wijden. Meneer, waar is Churchill? Van een onzer ver slag gents.) De laatste jubelkreten zijn op het Haag- sche Binnenhof verstorven, de wacht in gerukt. Van de bordestreden daalt nog een illuster gezelschap: excellenties, hoogedel- gestrengen, weledelgestreng en; deftig in 't zwart of in uniform, erentfesten alle maal. Tusschen hen glijdt opeens tneen, niet een glanzende auto voor de statige trap met loopers, maar een autoped met twee kleine jongens erop. Eén zit op de voetplank, de ander stuurt. Daar staan ze tusschen Nederland's grooten en ze speuren rond, maar vinden kennelijk niet wat ze zoeken. Ze vragen maar aan dengeen, die het dichtst bijstaat, een lid van den Raad van State, een Kamerlid, een minister, weten zij véél, „meneer, is Churchill al toep?" „Ja", zegt de gevraagde, „die is weg, maar hoe komen jullie hier?" Doodsche stilte Dan, terwijl ze met de zwierigheid van een schaatsenrijder wegschieten, zegt de bestuurder: „we zijn er doorgeglipt, ziet u Tusschen Churchill en Oud- Min. Weiter (Van een onzer verslaggevers). Ten aanschouwe van de groote menigte, die op het Haagsche Binnenhof stond, is Winston Churchill gisterenmiddag op het bordes voor de Ridderzaal welkom geheeten door de commissie van in- en uitgeleide'- der Sta ten-Gen eraal. Het was de heer Ch. M. Weiter, die hem als eerste namens beide Kamers der Staten- Generaal begroette. Terwijl hij den heer Churchill de hand drukte zei hij„Wij heeten U van harte welkom in de Vereenigde ver gadering van de beide huizen „Of the States-General", interrumpeerde Churchill, daarmee blijk gevende van zijn kennis der Nederlandsche staatsinstellingen. „Wij zijn er trotsch op, dat wij U kunnen ontvangen in dit oude gebouw, dat getuige is geweest van zooveel groote en gewichtige gebeurtenissen in ons land. Wij stellen er prijs op te verklaren, dat Uw bezoek een dergelijke groote gebeurtenis is", aldus de heer Weiter. „Ik ben zeer gevoelig voor Uw vriende lijke v/oorden," aldus de heer Churchill „en WEER EEN BOEK VAN ARNOLD MEYER. Er is een tweede boek van Arnold Meyer in voorbereiding, dat den titel draagt „Ne derland voor, tijdens en na de bezetting" Dit boek brengt een aantal nog niet gepubli ceerde documenten, o.a. zou het aantoonen, hoe de heer Vorrink uit eigen beweging tot Meyer gekomen is, aldus meldt het A.N.P. Bij K. B. zijn op 15 April j.l. eendge nieuwe korpsen Kon. Landmacht opgericht, t.w.: regiment „Prinses Irene", regiment stoot troepen, le, 2de en 3e mitrailleurbataljon, 1ste verkenmngsregiment, 9de regiment veld artillerie. 1ste. 2de en 3de en 4e regiment pantserafweergeschut, 3de regiment lucht doelartillerie, 1ste regiment pioniers, 1ste regiment verbindingstroepen, 1ste, 2de, 3de en 4de geneeskundige afdeeling, 1ste, 2de, 3de en 4de bataljon aan- en afvoertroepen lste afdéeling technische troepen en 1ste bataljon uitrustingstroepen, van welke een heden de vredessamenstelling nader zal worden vastgesteld. 't Leger des Heils heeft een nieuwen chef Het hoofd van het Evangelische werk in Engeland, de 59-jarige officier Albert W. T. Orsborn, is gisteren benoemd tot hoofd van het Leger des Heils. Generaal Orsborn, wiens ouders eveneens officieren waren, is weduw naar en heeft 7 kinderen. Hij verwierf 36 stemmen tegen C. Baugh 6 en Catherine Bramwell Booth 4. LAGUARDIA DRINGT AAN OP 300 Gr. BROOD PER DAG. De dir.-gen. van de Unrra, Laguardia, heeft gedreigd met heengaan als hij geen grootere graantoewijzingen krijgt, daar hij een chaotischen voedseltoestand in Europa ver wacht. Als het wereldrantsoen tot aan den nieuwen oogst op 300 gram per dag werd ge steld, zou iedereen een draaglijk rantsoen kunnen hebben. Thans moeten velen met 160 gram rondkomen. DE LUCHTREIS VA1S DE PECASUS O oor G TH ROTMAb 34. De stad was leeg en verlatenGeen levend wezen was er te zien. Er was zelfs geen enkel huis. Niets was er te ontdek ken dan oude, verweerde zuilen en brok stukken van muren, die het geronk van de motor akeEg hol weerkaatsten. „Ik begrijp het al", zei meneer Van Em mery, die van alle markten thuis was. „Het is een Romeinse nederzetting geweest." En toen vertelde hij, hoe de Romeinen, die vroeger' ook in ons land de baas hebben gespeeld, zelfs tot hier in Afrika doorge drongen waren en er hun steden en tempels gebouwd hadden. „Deze stad is zeker al 1500 jaar oud", besloot hij. Daar de zon 5mtussen al was ondergegaan, besloten ze er te overnachten; er waren hier beschutte plekjes genoeg. De Pegasus streek neer en tegen een heuveltje, beschermd door een dier eeuwen oude muren, vleiden de vermoeide lucht reizigers zich neer. En weldra trilde een wonderschoon vierstemmig gesnork door de heldere Afrikaanse nacht. De andere morgen schrokken zij reeds vroeg wakker. Voor hen stond een soort van Arabier. ik stel er grooten prijs op thans in Uw ver eenigde vergadering te mogen verschijnen. In het bijzonder waardeer ik het, dat ik in dit gebouw waar de troon van Uw Rijk staat, ontvangen wordt". Na de vergadering vroeg de heer Churchill den heer Weiter; „Hebt U mijn rede kun nen verstaan „Uitstekend „En hoe vondt U het „Ik heb woord voor woord geapprecieerd." „Het was met een groot genoegen in de Volksvertegenwoordiging te hebben kunnen spreken", aldus Churchill. „Ik waardeer het verblijf in Uw mooie, welvarende, lage land zeer. Daar komt het prachtige weer bij. Het is een kostelijke reis." Met die eenvoudige hartelijke, welgemeen de woorden nam hij afscheid. Weer juichte men hem toe, terwijl hij, een kanjer van een sigaar rookend, staande in z'n wagen wegreed. Kerk en School Ned. Herv. Kerk. Beroepen: te 's-Heer Abtskerke (toez.) J. W. Noteboom te Etten-Leur, te Klundert K. M. Vogel te Heusden; te Pingjum cand. G. v. d. Ree te Kollum; te Rijssen P. Bras ser te Bruchem. Aangenomen: naar Hoogeveen J. Ho- vius te Ouddorp; naar SiegerswoudeDe Wilp J. Verwer, evang. te Wirdum. Geref. Kerken. Beroepen: te Dordrecht en te Papen- drecht, J. Hartkamp te Oudshoorn-Alphen a. d. Rijn; te Lekkerkerk W. J. de Ruiter te Baarland; te Oude-Pekela D. J. Modderaar te Twijzelerheidete Rijnsburg (vac. C. M. v. d. Loo), L. v. d. Linde te Fijnaart (Br.). Evangelische Luth. Kerk. Aangenomen: naar Schiedam, J. V. Leeuwen te Nieuwe-Pekela. Bapt. Gemeenten. Bedankt: voor 2e Exloërmond C. Bron- gers te Enschede. PERSONALIA. Te Ermelo is 79 jaar oud, overleden ds J. M. Mulder, em. pred. der Geref. kerken, die o.m. vele jaren geestelijk verzorger van „Veldwijk" te Ermelo is geweest. Dr C. Smit, em. pred. der Ned. Herv. Kerk is op 79-jarigen leeftijd te Zeist over leden. Mr K. Wiersma te Leiden is benoemd tot secr. bij het College van Curatoren der R.U. aldaar. WEGZUIVERING HOOGLEERAREN. Prof. mr van Iterson te Leiden, prof. E. A. van Genderen Stort te Delft, prof. dr H. G. Nolen te Delft, lector B. R. Bakker te Utrecht en lector dr A. J. M. Oidtman te Utrecht zijn weggezuiverd. DE NEDERLANDSCHE PROTESTANTEN BOND 75 JAAR De Ned. Prot. Bond herdacht gisteren zijn 75-jarig bestaan met een bijeenkomst in den Stadsschouwburg te trecht, bij welke gele genheid ds mr D. G. Hoeven m een rede de perspectieven van den bond belichtte en prof. dr J. Lindeboom een overzicht gaf van de geschiedenis van den bond in de afgeioo- pen 75 jaar. Tot slot droeg Jan Musch ge deelten voor uit Vondels' Lucifer. Heden wordt de algemeene vergadering gehouden. De jaarlijksche bondsdag van den Bond van Geref. Mannenvereenigingen in Neder land, zal naar wij vernemen, 3 Juli a.s. te Amsterdam worden gehouden. Als referent zal optreden het Tweede Kamerlid, de heer J. Schouten van Rotterdam, met het onder werp: „Kerk en politiek". Tien Mei 1940, om 4 uur 's morgensDe zon wierp reeds haar gouden stralen over ons mooie landschap, de vogels kweelden, de seringen geurden en toen geschied de hetHet Duitsche oorlogsmonster stortte zich verwoed op Nederland. Men ziet hier de eerste parachutisten afspringen achter het Bezuidenhout in Den Haag. Eenheidsvakbeweging wordt „zoolang ontraden" In de zitting van de Gen. Synode der Ned Herv. Kerk zijn benoemd tot leden van de commissie uit de Gen. Synode om, in samen werking met de werkgroep kerk en ge- meénteopbouw en de commissie kerk en pre diking, het richtingsgesprek te organiseeren ds W. A. Zeydner, prof. dr H. Kraemer, dr K. H. Gravemeyer, prof. dr Th. L. Haitjema, ds P. Smits, dr J. v. Veen, ds A. Meyers en dr E. Emmen, tot lid van de Synodale Commissie ter bestudeering van den vrijen tijd dr J. P. Kruijt (vac. dr Rupp); tot leden van de commissie van de formulieren, ingesteld op verzoek van de commissie voor de kerkorde, prof. dr S. F H. J. Berkelbach van der Sprenkel, ds A. A. van Ruler, prof. J. Bakhuizen v. d. Brink, ds J. Roodenburg, prof. dr J. N. Sevenster, ds H. G. Groenewoud, ds P. A. A. Kluisener, dr E. L. Smelik en ds B. J. Aris. Aan de Generale Synode der Geref. ker ken zal worden bericht, dat de Synode der Ned. Herv. Kerk het betreurt, dat de Geref. Synode geen lid in den Oecumenischen Raad heeft kunnen benoemen, doch dat zij den voorgestelden vertegenwoordiger aanvaardt in de verwachting, dat de eerstvolgende Gen. Synode der Geref. Kerken tot benoeming van een vasten afgevaardigde zal overgaan. Uitvoerig werd gediscussieerd over de ingekomen bezwaren tegen het herderlijk schrijven over de doodstraf. De synode aan vaardt de conclusie van de werkgroep „kerk en overheid" waarin geadviseerd wordt de discussie niet voort zetten, daar de synode zich genoegzaam geuit heeft. Wel vestigt de synode er de aandacht op, dat te gemakke lijk de doodstraf wordt geëischt. Over het rapport over de verhouding tus schen kerk en vakbeweging, uitgebracht door prof. Banning, prof. Haitjema, mr M. Ch. de Jong en mr G. E. van Walsum werd eveneens van meening gewisseld. Het rap port ziet als ideaal voor de kerk een vak beweging, die zich in haar doen en laten richt naar den eisch van Gods woord. De feitelijke toestand beantwoordt aan dit ver langen niet. In deze situatie sprekende, con stateert het rapport, dat het ten aanzien van de E.V.C. verantwoord is de leden der kerk aan te raden zich van het lidmaatschap daarvan te onthouden, zoolang het optreden van deze organisatie door haar feitelijk han delen de vrees wekt, dat de vakcentrale niet bereid is mede te werken aan een rechts orde van den arbeid, zooals de kerk deze ziet als uitvloeisel van den eisch der gerech tigheid, waarvoor Gods woord ons stélt. Over het C.N.V. wordt gezegd, dat men niet mag beweren, dat er voor de chr. vak beweging thans geen plaats meer is, ook al wordt zjj wei. eens op separatistische gron den verdedigd. De kerk heeft haar dank baarheid uit te drukken jegens de chr. vak beweging wegens den be warenden en be schermenden invloed, die van haar is uitge gaan. De kerk zal echter nimmer kunnen erkennen, dat het een eisch van het chr. beginsel is, zich bij een chr. vakbeweging aan te sluiten. Wat het N.V.V. betreft wordt gezegd, dat met erkentelijkheid wordit geconstateerd, dat door haar gestreefd wordt de materia listische levensbeschouwing te doorbreken en een sfeer te scheppen, waarin ook de christen krachtens zijn overtuiging kan leven. Wanneer deze ontwikkeling zich door zet en de mogelijkheid om in de organisatie te getuigen van de beteekenis van Gods woord voor de vragen van het sociale leven gewaarborgd wordt, is er voor de kerk zeker geen reden haar leden in het algemeen aan sluiting bij deze vakbeweging te ontraden. De kerk, die vol verantwoording voor de sociale vragen is, zal hen die een alge meene" vakbeweging kiezen, moeten ver manen tot eerbiediging van het gebod Gods ook in de sociaal-economische verhoudingen. Hen, die zich aansluiten bij een chr. vak beweging zal de kerk moeten wijzen op het gevaar eener partijdige vereenig in g in hun 1 evenshouding De kerk zal aan de bestaande vak vereend- gingen den eisch mogen stellen open te zijn voor haar gansche woord en minstens moe ten verlangen, dat de formuleeringen in haar beginselverklaring daarvoor geen be lemmeringen opleveren. Dit rapport werd, na enkele redactioneele wijzigingen met groote meerderheid van stemmen aanvaard. SYNODE GEREF. KERKEN ART. 31 K.O. Op de zitting van gisteren deelde de prae- ses, ds H. Knoop, mede, dat de conclusies betr. het contact zoeken met de Chr. Geref. kerken zijn aanvaard. Ds Den Boeft bracht verslag uit over de Theol. Hoogeschool te Kampen, waarna de wreed vermoorde dr R. J. Dam wordt herdacht, welke lector is op gevolgd door drs Mulder. Staande hoorde de vergadering het herdenkingswoord van ds Smelik aan. Besloten werd een lector te benoemen voor het practisch N. T.-Grieksch, terwijl ook stu denten, die tot de synodale kerken behoo- ren, zullen worden toegelaten. De commissie inzake de verklaring van 1905 stelde voor de Synode te doen uitspreken, dat de verkla ring betr. het impra- en supra-labsarisme, de eeuwige rechtvaardigmaking en de on middellijke en veronderstelde wedergeboorte door de kerken art. 31 niet meer voor haar rekening worden genomen. Na uitvoerige bespreking werd besloten, dat de commissie de uitdrukking „niet voor haar rekening ne men" nader zal bezien, waarna de Synode in comité-generaal ging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2