Begrotingstekort steeg na 1940 tot 11 milliard
Liep vóór den oorlog slechts in de millioenen
Tal van belastingplannen aangekondigd
De véle salarissen verslonden het geld
In een halfjaar 'n tekort van 1812 millioen
anosuwE leidsche courant
VRIJDAG 14 DECEMBER 1945
VIT DE MILLIOENENNOTO
Staatsschuld gestegen tot
13 milliard gld.
De Millioenenota begint met een overzicht
van de uitkomsten der dienstjaren 1940 tot
1944. Oorlogsjaren vol duizelingwekkende
cijfers.
De nadeelige saldi der jaren 1940 tot 1944
zijn voor:
1940
1941
1942
1943
1944 2.187
f 715 millloen
„1.715
„1807
1.918
(vermoedelijk)
(geschat)
Totaal
f8.342
Londen gaf de volgende tekorten:
1940 pond 4.6 mill.
194 113.-
1942 7.5
1943 18.8
1944 53.9 (begroot)
Totaal
97.8
Alles bij elkaar voor gewonen en kapitaal-
dienst 11 milliard gulden. Een witboek zal
eerlang hiervan een overzicht geven
De vlottende schuld bedroeg per 30 Juni
1945 7 milliard gulden, het negenvoudige van
ultimo 1939. Met Londen er bij kan men
zeggen: 7.5 milliard. De geconsolideerde
staatsschuld (einde 1939 3.1 milliard) nam
tot 30 Juni 1945 toe tot f 5.5 milliard.
Bij deze 13 milliard komt nog 1% milliard
schuld, ingeschreven in het grootboek van
den wederopbouw. Totaal dus 14% milliard
aan zichtbare staatsschuld. De onzichtbare
staatsschuld bestaat bovendien uit de gele
den oorlogsschade welke nog niet is inge
schreven in het Grootboek, nog uitstaande
crediteurposten, de door den Nederlandschen
staat over te nemen vorderingen van de
Nederlandsche bank op Duitschland en
soortgelijke posten.
VERSTOORD EVENWICHT.
Een opgestelde balans per 30 Juni 1945 lijdt
aan tal van onzekerheden, ruwe berekenin
gen en aanduidingen in den vorm van me-
morieposten. Ook zijn er afrekeningen nog
noodig met de geallieerden: een deel dezer
posten behoeft misschien niet te worden be
taald.
Globale berekening van de eventueele
schuld uit hoofde der civil-affairs-supplies
leert, dat tot en met 30 Juni j.l. voor
M2.000.000 dollar aan Nederland werd gele
verd. De regeering heeft aan de geallieer
den doen weten, dat zoowel deze leveringen
als die. welke na 30 Juni uit dien hoofde
werden gedaan, noodig waren om ons ver
hongerde en verzwakte volk kracht tot her
stel te geven. Deze uitgaven zijn dus te be
schouwen als een direct oorlogsgevolg en als
een consequentie van de uit militaire fac
toren volgende noodzaak der etappen ge wij ze
bevrijding van ons vaderland.
Wat de pro memorie opgenomen post
schadevergoedingen wegens oorlogsschade
aangaat, kan worden medegedeeld, dat een
zeer ruwe schatting heeft geleerd, dat circa
f 3 milliard zal zijn te betalen.
Recente berekeningen leeren, dat bij het
uitbreken van den oorlog er ongeveer even
wicht bestond tussohen het bedrag der totale
staatsschuld en de waarde van net Rijksbe-
zit. Dit evenwicht is gedurende den "oorlog
AANGIFTE DEENSCHE WAARDEPAPIEREN
Bij de Deensche wet van 22 Juli 1945 is de
aanmeldingsplicht voorgeschreven van alle
waardepapieren, die op 23 Juli 1945 in De
nemarken berustten en van alle op ge
noemden datum buiten Denemarken berus
tende Deensche effecten, die in Deensche
valuta luiden of behalve in Deensche valuta
in de Rijksmark, die op 30 Aug. '24 zijn
geldigheid heeft verloren. De aanmelding
kan geschieden bij het Deensche consulaat,
dat het ingevulde formulier doorzendt aan
„Danmarks Nationalbank" te Kopenhagen
SURINAME EN DE GULDEN.
De Staten namen Vrijdag de beg rooting
van Suriname zonder amendementen aan.
Gedurende de besprekingen besloten de
Staten den gouverneur te vei-zoeken de
Nederlandsche regeerinig mee te deel en, dat
volgens de meening van de Staten de deva
luatie ven den Sunnaaimsdhen gulden niet
im het belang van Suriname zou zijn. Op de
wenschelijkihieid van snelle politieke hervor
mingen werd de nadruk gelegd, maar de
economische basis van het welvaartsplan,
dat door Nederland gefinaoceerd moet wor
den, werd van hoofidizakelijk belang geacht.
SPANJE WIL JOODSCHE KINDEREN
HELPEN.
Spanje heeft aangeboden 50.000 joodsche
kinderen uit Duitschë, door den oorlog ver
woeste gebieden tijdelijk te herbergen. Va
lencia zal 2000 dezer kinderen herbergen.
uiteraard verstoord. In hoeverre en tot welk
bedrag de Rijkshezittingen thans beneden
het bedrag der zichtbare staatsschuld blij
ven, is dus op dit oogenblik niet te zeggen.
De minister van Financian heeft echter
maatregelen in voorbereiding en ten deele
reeds in uitvoering welke ook in dit op
zicht het vereischte inzicht zullen versohaf
fen.
VERWARRING.
Tegenover het bedrag van f 722 millioen
credieten, welke in het buitenland werden
opgenomen voor aankoopen van allerlei aard
en welke op 30 Juni nog een dispositieruimte
van f 272 millioen lieten, staan nog vorde
ringen en voorraden. Cijfers hierover zijn
nog niet beschikbaar, doch het is zeker, dat
de creditposten de overeenkomstige debet-
posten zullen overtreffen. Vele consumptie
goederen zijn immers met belangrijke ver
liezen aan de bevolking geleverd, terwijl in
de eerste maanden ook vaak meer op de
noodzaak der aanschaffing, dan op de admi
nistratieve verantwoording werd gelet. Bo
vendien werden ontvangen gelden uit hoofde
van de leveringen in kwestie meermalen met
andere rijksmiddelen vermengd. Hoe' onge-
wenscht de toegepaste wijze van financie
ring ook moge zijn, zij was onder de gege
ven omst andi gheden on ver mrj del ijk
GOUDBEZIT.
Tegenover de waarde van het nog restee-
rende goudbezit ad f 1090 millioen, blijkt een
uit de overneming van het goud ontstane
schuld aan de Nederlandsche Bank van
f 1337 millioen te staan. Het verschil ad ruim
f 247 millioen vertegenwoordigt de waarde
van het goud. dat gedurende den oorlog voor
oorlogvoering en bestuur in Engeland werd
verbruikt, tot gedeeltelijke dekking van het
aldaar optredende exploitatietekort
MILLIOENENDANS
In welk een d.iso laten toestand ons land
verkeert moge blijken uit onderstaande
grepen uit de Mi 11 ioenennota
Tekorten, in Nederland en in
Londen op de dienstjaren
19401944 11 milMard
Vlottende schuld van het Rijk
otp 30 Jurui 1945 7%
Geconsolideerde staatsschuld
(30 Juni) 5.8
Schuld Grootboek Wederop
bouw 1.5
Nog niiet ingeschreven oor
logsschade 3
Vorderingen Ned. Bank op
Duitschland 4.5 mill, mk
Het bestuursapparaat kost aan
salarissen, enz. (2e h. j. 1945) 452 mathoen
Pensioenen, rente en aflos
singen (id.) 393
Materieele beleidsuitgaven
id2.149
Nadeelig saldo 2e h. j. 1945 1.812
Hoe men uit den put
denkt te raken
Naar lager rente en bevordering der welvaart
Een andere groote groep van uitgaven op
den gewonen dinest wordt gevormd door de
ïeeningsschuldverplichting-en. Hierin schuilt
ook de mogelijkheid van een toekomstige
verlichting van het staatsbudget, waartoe de
minister doelbewust aanstuurt op een lagen
rentestand voor overheidsschuld, terwijl de
aflossing der schuld, voor zoover niet door
bijzondere heffingen ineens te bereiken, naar
zijn meening, zich over een zeer lange
periode zal dienen uit te strekken.
KASMIDDELEN.
Tegenover het tekort van deze autorisatie-
begnooting vertoont de kasbegrooting een
Bezuinigings-inspecteurs
houden oogje in 't zeil
De minister van Financiën heeft de in de
Troonrede aangekondigde nota betreffende
den toestand van 's rijks financiën bij de
Tweede Kamer ingediend. Deze mülioenen-
nota dient ter inleiding van de ontwerp-be-
grooting voor het tweede halfjaar 1945. waar
van de stukken binnenkort zullen worden
aangeboden.
Deze „oefen-begrooting" wordt als een
hulpmiddel beschouwd om de administratie
weer geleidelijk aan in beproefde comptabele
banen te leiden. Daar de normale en grond
wettelijk voorgeschreven behandeling niet
wel mogelijk is, legt de minister haar alleen
ter informatie aan de Staten-Generaal voor.
Bij afzonderlijk wetsvoorstel verzoekt de
minister de noodzakelijke machtiging om deze
begrooting tezamen met die voor het
eerste halfjaar 1945 en de nog noodzakelijke
suppletoire begrootingen voor 1945 en vroe
gere dienstjaren alsmede de daar op aan
sluitende middelenwetten vast te stellen.
BELASTINGEN
Voorts worden in de nota eenige belang
rijke plannen aangekondigd.
1; Op het gebied der belastingheffing zijn
maatregelen van drieerlei aard te verwachten.
a. Speciale heffingen, welke zullen worden
gebezigd voor de dekking der uitgaven we
gens geleden oorlogsschade en voor de ver
mindering der staatsschuld. De eerste en be
langrijkste dezer heffingen, de vermogens-
aanwasbelasting, is in ontwerp gereed en is
in studie bij de belasting-adviescommissie. De
voorbereiding van een heffing ineens is ter
hand genomen
b. Afschaffing van de vennootschapsbe
lasting en van de vermogensbelasting op
op lichamen en vervanging door resp. een
minder drukkende overwinstbelasting en een
z.g. winstgerechtigde-belasting als voorhef
fing op de inkomstenbelasting. Doel deze
belastingherziening is de belemmeringen,
voor een ontplooiing van een gezonde onder
nemersactiviteit weg te nemen en Nederland
aantrekkelijker te maken voor de vestiging
van nieuwe ondernemingen, hetgeen op den
duur tot een stijging van het nationale in
komen en van de belastingopbrengsten zal
leiden.
c. Herziening van de algemeene omzetbe
lasting, gepaard gaande met een verminde
ring of vrijstelling van deze heffing op
noodzakelijke levensbehoeften, invoering
van een weeldebelasting, verhooging van de
successierechten en van de schenkings
rechten.
2. Het streven zal er op gericht zijn de
uitgaven uit den gewonen dienst te dekken
uit belastingen en voor den buitengewonen
dienst te putten uit binnenlandsche bespa
ringen en buitenlandsche leeningen. Voor de
uitgaven op den buitengewonen dienst staat
Ambtenaren-apparaat1 kind
met waterhoofd
De stijging dier uubgaiveo is voor een vrij
aanzienlijk deel te wijten aan de personeels
uitgaven, dlie (met inbegrip van de wacht
gelden. en pensioenen*) in het gebeele jaar
1939 f 274 millioen bedroegen en voor het
tweede halfjaar 1945 f 345.5 millioen. Welis
waar zijn de loonen en salarissen in over
heidsdienst sedert 1939 met ongeveer 25 pet.
gestegen en komt een belangrijk deel der
nieuwe uitgaven voor rekening van de mi
nisteries van Oorlog en Marine, doch ander
zijds is de stijging ook een gevolg van de
sterk.toegenomen overheidsbemoeiing en van
het vaak inefficent functionneeren van het
bes t u ursa ppa raa t
Dit bestuursapparaat was op het moment
der bevrijding reedis sterk in omvang toege
nomen en wel voornamelijk door de volgende
oorzaken:
1. De noodzakelijke vervanging van gede
porteerden en ondergedokeneia;
2. de mogelijkheid, aan velen door goed
willende chefs gegeven, om door een rijks
betrekking zich voor deportatie of dergelijke
maatregelen te vrijwaren;
3. het feit, dat men, voorgevende Duitsohe
opdrachten niet te kunnen uitvoeren met het
bestaande personeel, door de Duitsohe in
stanties gedwongen werd meer personeel in
dienst te nemen, welk personeel men, na af
loop van de taak, uit overwegingen sub 2
genoemd, heeft aangehouden:
4. het vervullen van tijdelijk noodige ta
ken, na welker afloop het nieuw aangeno
men personeel niet werd ontslagen;
5. het vervullen van blijvende taken bij
nieuwe takken van staatsdienst, tea deele
overgenomen van de gemeenten;
6. het vervullen van taken, ontstaan door
den normalen gnoei van bestaande takken
van staatsdienst.
Een en ander deed een overmaat van per
soneel ontstaan, waarbij de daling van de
prestatie per hoofd echter toch den schijn
kon wekken alsof ieder nuttig werk ver
richtte.
Bij het optreden vata dit kabinet vond het,
behalve de erfenis op personeelsgebied, die
de bezetter had achtergelaten, een omvang
rijk apparaat door het Militair Gezag in het
leven geroepen ter vervulling van een aan
vullende bestuurstaak en van allerlei opspo
ringsdiensten. Ook hierin school veel in
efficiëntie. De taken, waarmede dit apparaat
was belast, waren aanvankelijk echter vol
ledig onmisbaar. Eerst in den loop van het 2e
halfjaar kon met de liquidatie, resp. over
dracht daarvan aan de normale civiele, resp.
militaire instanties een aanvang worden ge
maakt.
Ten slotte heeft de huidige regeering ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van haar
program zich in vele gevallen genoodzaakt
gezien om nieuw personeel in denst te stellen.
De beoogde srnelle liquidatie van alle over
tollige en de reorganisatie van alle onmisbare
personeelformaties zal zioh zeker in de
komende begrootingen weerspiegelen.
WIL DE RIJKSGEBOUWENDIENST
NIET BETALEN?
Mevr. de V r i es-B ruins heeft aan mi
nister Ringers de vraag gesteld of de Rijks
gebouwendienst weigert huur te betalen
voor gebouwen, voor zoover de voor 5 Mei
1945 vervallen huur nog niet was betaald en
of hij bereid is een normalen gang van
zaken bij deze huurovereenkomsten te be
vorderen*
de minister, het systeem van meerjarige be
grootingen voor. De opstelling daarvan zal
in nauw overleg moeten geschieden met den
dienst van het nationale plan, welke de re
geering voornemens is in het leven te
roepen.
3. De Staatsbegrooting zal in het kader
moeten worden geplaatst van een te ontwer
pen nationaal budget, dat de raming bevat
van het te verwachten volksinkomen, zijn
bronnen en zijn besteding. Aldus zal er
naar gestreefd worden om ook budgetair de
zienswijze tot uitdrukking te brengen, dat de
publieke financiën niet als een op zichzelf
staande grootheid, maar als een integreerend
bestanddeel van de volkshuishouding dienen
te worden beschouwd.
overschot, dat nog aanmerkelijk hooger be
looft te worden dan de raming. Dit overschot
is te danken aan twee omstandigheden, nl.
den verkoop tegen practisch contante betaling
van op crediet gekochte goederen en voorts
de omvangrijke stortingen bij de Rijkspost
spaarbank en den Postchèque- en Girodienst.
De laatste omstandigheid vormt op dit oogen
blik een krachtigen deflationistischen tegen
stroom, welke de inflationistische werking
van het budgetaire deficit in belangrijke mate
opheft. Budgetair gezien is dit geen blijvende
omstandigheid. Integendeel op korten termijn
dient de regeering er mede rekening te
houden, dat het opnemen van buitenlandsche
credieten zal verminderen en dat zelfs met
de aflossing daarvan een begin dient te wor
den gemaakt. Dan zal de tegenpost van deze
uitgaven op de ontvangsten sterk vermin
deren. Maar voor het oogenblik krijgen we
er lucht door en gelegenheid om arde op
zaken te stellen.
ACTIEVE FINANCIEELE POLITIEK.
De regeering wenscht een actieve finan-
cieele politiek te voeren ten einde den weder
opbouw van ons zoo zwaar getroffen land,
binnen de technisch daaraan gestelde gren
zen, zooveel mogelijk te stimuleeren. Daartoe
zal vooreerst de fiscale politiek dienstbaar
worden gemaakt. Maar ook in haar beleid op
het stuk der overheidsuitgaven zal zij de op
voering van het nationaal inkomen zich voor
oogen stellen. Deze opvoering maakt het
mogelijk een belangrijk deel van dat inkomen
als besparingen te reserveer en, welke zullen
moeten worden gebezigd ter aanvulling van
het aanvankelijk nog bestaand budgetaire
deficit.
De geleidelijke toeneming van het nationaal
inkomen en de daarmede gepaard gaande
stijging van de fiscale inkomsten eenerzijds,
de in de toekomst verminderde noodzaak de
overheidsuitgaven als stimulans voor de be
drijvigheid te bezigen anderzijds, stellen een
verdwijnen van het deficit in het verschiet.
Dan zal ook de budgetaire saneering be
reikt zijn.
BEZUINIGINGS-INSPECTEURS
4. Om .een zoo efficient mogelijke beste
ding der overheidsgelden te waarborgen,
worden thesaurie-inspecteurs opgeleid, die
aan de verschillende ministeries zullen wor
den gedetacheerd en den minister van finan
ciën van voorlichting zullen dienen. Voor
alle organen, die naar verwachting binnen
vijf jaren kunnen verdwijnen of belangrijk
kunnen worden ingekrompen, zal een liqui
datieschema worden opgesteld. Met het oog
op de sterk gestegen personeelsuitgaven, is
ook een op de hoogste efficiëntie gerichte
reorganisatie van alle personeelformaties ter
hand genomen.
5. Met inspanning van alle krachten zal
worden gepoogd het begrootingstekort bin
nen verantwoorde grenzen terug te bren
gen, voordat een einde zal zijn gekomen aan
de deflationistische tegenstrooming, welke op
het oogenblik de inflationistische werking
van het begrootingstekort in belangrijke
mate opheft. Deze deflationistische tegen-
strooming is een gevolg van den verkoop
tegen practisch contante betaling van goede
ren welke in het buitenland op crediet wor
den gekocht.
6. Als onderdeel van de noodzakelijke reor
ganisatie der rijksadministratie is de voor
bereiding van een centrale vermogensrech
telijke boekhouding voor het rijk met credi
teuren- en debiteurenadministratie ter hand
genomen.
Dit jaar een jaar vol verwarring
En van de eerste Helft van
1945 weten we nog niets
Tenslotte blijkt de situatie op 30 Juni 1MB
uit de kasbegrooting voor het tweede half
jaar 1945, welke wel moet worden onder
scheiden van de nog te behandelen auto-
risat.ie-begrooting over die periode. De kas
begrooting houdt slechts rekening met de
werkelijke betalingen en ontvangsten en ver.
meldt daarom b.v. alleen-de uitgaven voor
zoover deze ook naar alle waarschijnlijkheid
in feite zullen plaats vinden zij het ook
dat deze uitgaven veelal hun oorsprong vin
den in verplichtingen in vroegere dienst
jaren aangegaan.
Op deze kasbegrooting staat tegenover een
totaal aan uitgaven van f 2994 millioen een
totaal aan ontvangsten van f 3038 millioen.
De uitgaven voor het tweede halfjaar 1*945
kunnen als volgt worden verdeeld:
Kosten van het bestuursapparaat;
In millioenen
Salarissen, loonen en materieele uit
gaven f 152
Vaste en onveranderlijke lasten:
Subsidies, pensioenen, rente en af
lossingen - 393
Uitgaven ingevolge beleidsmaatregelen:
Uitrusting leger en vloot, wederop
bouw, steun aan oorlogsslachtoffers,
sociale maatregelen als wachtgeld
regeling, buitenlandsche aankoopen
voor handel, industrie, landbouw,
scheepvaart enz- 2.149
f 2.994
Onder de beleidsuitgaven komen voor als
voornaamste posten (in zeer ruwe cijfers:
In millioenen
Betalingen voor geallieerden f 50
Afwikkeling mil. gezag, interneerings-
kampen enz- 50
Uitgaven voor uitrusting van het leger - 150
Uitgaven voor uitrusting en oefening
der marine- 25
Uitgaven voor wederopbouw enz- 144
Uitgaven voor aankoopen handel en
nijverheid - 258
Uitgaven voor landbouw, landbouw
crisisfonds - 491
Uitgaven voor scheepvaart - 139
Uitgaven voor sociale zaken (wacht
geldregeling enz.) - 166
Uitgaven voor steun -oorlogsslacht
offers enz11®
Uitgaven voor verkeer en energie.- 109
De ontvangsten ad f 3038 millioen vloeien
hoofdzakelijk voort uit belastingontvangsten
ad f 1147 millioen, toeneming van saldi van
spaarders bij Rijkspostspaarbank en van re
keninghouders bij den postcheque- en giro
dienst ad f 700 millioen en de opbrengst van
buitenlandsche leeningen ad f 600 millioen.
Wel is er een groote achterstand in oplegging
en invordering der directe belastingen, maar
deze wordt gecompenseerd door de verplichte
en vrijwillige zekerheidsstellingen. Deze za-
kerheidsstellingen beloopen echter veel hoo-
gere bedragen dan de achterstallige belastin
gen alleen, hétgeen ook de bedoeling was
De ontvangst der directe belastingen kon ln
het licht der ervaringscijfers op f 755 mil
lioen worden geschat e n het bedrag der daar
boven uitgaande zekerheidsstellingen op
f 200 millioen.
De f 600 millioen uit buitenlandsche lee
ningen is verkregen door aan te nemen, dat
nog beschikbare dispositieruimte zou worden
verbruikt en dat daarboven nog een bedrag
van circa f 330 millioen aan buitenlandsche
credieten zou worden opgenomen.
Voorts werden als geraamde ontvangsten ln
de kasbegrooting opgenomen:
In millioenen
Ontvangsten landbouwcrisisfonds f 100
Qntvangsten rijksbureau* 812
Pensioenbijdragen rijk en gemeenten.. - 124
Diverse andere ontvangsten - 34
tezamen uitmakende het bedrag van f 470
millioen.
De ontvangsten uit hoofde van intergeal-
lieerde scheepsexploitatie zijn buiten be
schouwing gelaten wegens gemis aan ge
gevens.
AUTORISATIE-BEGROOTING
2e HALFJAAR 1945
Het feit, dat het eerste halfjaar 1945 ten
tijde der volledige bevrijding reeds voor een
aanzie#lijk deel was verstreken, alsmede de
groote verwarring in die dagen leidden er
toe, dat voor het eerste halfjaar 1945 geen
begrooting werd vastgesteld, doch dat de
ministeries voorshands de helft der credie
ten van de begrooting 1944 als budgetairen
maatstaf moesten aannemen.
Voor het tweede halfjaar 1945 is nu wel
een autorisatiebegrooting opgemaakt. De
splitsing in gewonen- en kapitaaldienst is
vervangen door een scheiding in gewonen
en buitengewonen dienst. De grondslag voor
deze nieuwe scheiding is de mededeeling in
de regeeringsverklarmg. volgens welke op
den buitengewonen dienst zouden komen
de uitgaven van de oorlogvoering, de nood
hulp en de steun bij den herbouw en het op
gang brengen van bedrijven. Het komt wen-
sehelijk voor, daaraan toe te voegen de
kosten van voorzieningen in afwachting en
ten behoeve van de wederinschakeling van
arbeiders in het productieproces, alsmede
de kosten van de overheidsbemoeiingen met
distributie en prijsregeling en ten slotte, de
uitgaven, die van ouds op de kapitaalreke
ning worden geplaatst.
De gemaakte splitsing is nog niet defini
tief, met name t.a.v. de sociale en econo
mische voorzieningen (waarvan een gedeel
te op den gewonen dienst behoort te druk
ken) en zal met het oog op volgende be
grootingen nog nader worden uitgewerkt.
Deze begrooting vertoont het volgend®
beeld:
Titel A. Gewone dienst.
Uitgaven ciroa f1142 millioen
Middelen circa - 549 millioen
Nadeelig 9aldo ciroa f 593 millioen
Titel B. Buitengewone dienst.
Uitgaven ciroa f4309 millioen,
Middelen circa - 90 millioen
Nadeelig saldo circa f 1219 millioen
Totaal nadeelig saldo f 1812 millioen.
De uitgaven, middelen en saldi van den
gewonen dienst zijn als volgt over de hoofd
stukken verdeeld:
(Zie vervolg pag. IV).
LOONEN IN DE SUIKERVERWERKENDS
INDUSTRIE
Het college van rijksbemiddelaars heeft
weekloonen vastgesteld voor de suikerver
werkende industrie. Deze loonen bedragen
in gemeenteklasse 1 f 41.f 37.en f 34;
in gemeenteklasse 2f 39.f 35 en f 32.
en in gemeenteklasse 3: f33.f34.en
f 31.voor volwaardige mannelijke arbei
ders. Ten aanzien van de loonen voor het
vrouwelijk personeel zal nog eer aanvullen
de regeling verschijnen.
Vorts is bepaald, dat overuren zullen wor
den betaald met een toeslag van 25 pet op
het uurloon, behalve wanneer deze op Zon
dag vallen, in welk geval 50 pet toeslag
wordt gegeven.
Over het algemeen kan iedere werknemer
aanspraak maken op zes dagen vacantie per
jaar met behoud van loon.
Omtrent dit laatste punt echter, alsmede
over de gemeenteklasse-indeeiing zullen nog
nadere besprekingen worden gevoerd.
Deze regeling wordt geacht in werking te
zijn getreden in de werkweek, waarin lf
November 1945 valt.