JUeuute jCeiiisrije (Courant
rachtig beroep op eenheid der natie
6-dï.ilt etyk- YlatLcuiaat QxiqMad
v-aaA £eiden en ö.mAJUeJ/ce.n
Zware, doch geen hopelooze taak voor
ke Regeering en Volk
L* 3» i
Thans geldt de leuze: Nu of Nooit!
erie: 1 April 1920 - 15 October 1941
DONDERDAG 28 JUNI 1945
2e serie: Ie Jaargang vanaf 7 Mei 1945 - No. 43
nementsprijzen:
6 per week
0 per maand
5 per kwartaal
(redacteur:
H. DIEMER
Bureaux Redactie en
Administratie
HOOIGRACHT 35.
Telefoon 22 7 78
Postrekening 5 8936
Redactie
B. VAN DER ROS
■gei
mg o
^Verstel en vernieuwing grondslagen voor het Regeeringsbeleid
Na de rede van H. M. de Koningin heeft de nieuwe Minister-president, Z.Exc.
Lied) Prof. Ir. W. Schermerhorn, een uitvoerige rede gehouden, welke byna anderhalf
pur duurde en waarin het programma der Regeering werd ontvouwd.
Z.Exc. hedacht allereerst de gevallenen, zoowel van eigen land als die der
mdgenooten, waarna hij hulde bracht aan het wijze beleid van onze Lands-
uwe, alsmede aan den afgetreden Minister-pres., Prof. Mr. P. S. Gerbrandy.
ierna kondigde Prof. Schermerhorn een aantal maatregelen aan, welke door de
^sterregeering zullen worden genomen tot het „herstel en vernieuwing" van ons
Jationale volksbestaan.
\ls voornaamste taak beschouwt de rëgeering den oorlog tegen Japan en de
jevrijding van Indonesië, waartoe leger cn vloot opnieuw zullen worden op
gebouwd.
'erughaling der door de Duitsehers gestolen goederen zal met kracht w.nV. •-
tevorderd.
[er verkrijging van den normalen volksinvloed zal binnenkort een Nood-
arlement worden bijeengeroepen.
Iyer de geheele linie zal een snelle, doortastende zuivering plaats hebben,
i Noodplan 1945 en een Herstelplan 19461948 zijn de eerste schreden op
tot economisch herstel.
Izal scherp tegen prijsopdrijving en zwarten handel worden opgetreden,
(enwerking tusschen werkgevers en arbeidersorganisaties tot liet scheppen
l betere arbeidsverhoudingen, herstel van het verkeerswezen, droogmaking
icderopbouw vormen de zwaartepunten van de regeeringstaak.
rijksgenooten,
Vt thans optredende kabinet het
\orrecht heeft gehad door H. M.
jin bij u te zijn ingeleid, aldus
"Pbermerhorn, rust op ons de plicht
a een inzicht te geven, zoowel in
jenieene gedachten, die de forma-
hebben geleid, als wel zeer in het
Ier omtrent het te voeren beleid.
op gewezen te hebben dat 'zelden
t een regeering in ons land is op-
ii onder zwaarder omstandigheden
ans het geval is, was het den
r-president een behoefte aller-
]aniens het Nederlandsche vplk te
i over en tot hen, die ons vooraf-
I op wier arbeid wij thans verder
L door wier geestkracht, door wier
N ^^"/bloed en tranen het ons mogelijk
orden den weg omhoog weer te
S Beet
11 Nederland zich niet ontveinst,
aandeel in de wereldworsteling
lescheiden is, toch heeft het ons
[ug gegeven algemeen erkend te
ool-
s zift.
oott-
iroot^'
rTOtt^
itaaate
Nederland, overal waar zulks
- was, naar zijn boste krachten
n vrijheid "heeft gestreden: op het
n „«.pndsche front, op zee, in de lucht
etv *au
AR'S
o» 36
es Gt»
;e land. Diep gevoelen wij echter,
deze vrijheid mede danken aan
nden jonge soldaten onzer ver-
rienden, die in den strijd het
hun leven brachten, waarvoor
.ankbaarheid verschuldigd is,
voor de gastvrijheid, waarmee
Koningin, het Prinselijk Gezin
'derlandsche regeering zijn ont-
oUta"i^ n de wijze waarop onze Ned.
2 ëeI°* *n d*e der geallieerden is op-
V_eauiB De hulp, ons berooide vader-
vetei3c^e bevrijding geboden, is ons' een
estraa^ dat wij ook in de toekomst
£etx
geefs een beroep op hen zullen
Tl®
D.&e
voot
'dacht de minister-president, de
e-jetcta, len, die het herboren vader-
meer zullen aanschouwen,
lA, in den strijd gevallen zijn.
- ~~7,\taPCQ die in Polen stierven, de
-v 2 T van de concentratiekampen
issen en de mannen en vrou-
evi*de verzetsbeweging, die voor
ff0Tdt (leton hun hartstocht voor de
land en geweten met den
e et\vcitaï betaald-
goUi I VaQ erkentelijkheid past ons'
•teat. ijze besluit om den zetel der
regeering op het juiste oogenblik naar
het gastvrije Engeland te verplaatsen,
waarmede de eenig juiste weg is gevolgd.
Warme hulde aan Prof. Gerbrandy.
Sprekend over de Regeering te Londen,
zeide Prof. Schermerhorn, dat de histo
rieschrijvers van ons volksleven, in de
toekomst ziende naar het gevoerde beleid
van de afgeloopen 5 jaren, tegen den
achtergrond van de wèreldworsteling
alleen oog zullen hebben voor die e e n e
groote gedachte die alles heeft beheerscht,
voor die onverzettelijkheid en voor die
rechtlijnigheid, aan welke het te danken
is', dat na een periode van crisis, inzin
king en erger, het Nederlandsche schip
van staat weer uit de nabijheid van de
dreigende zandbanken vlot is geraakt en
op de wilde oceanen temidden van alle
stormen, zijn erkende en ook gewaar
deerde plaats in de slagorde der geal
lieerde krijgsmachten heeft hervonden.
Dit is niet vanzelf gegaan, dat dit
echter geschiedde is alleen al vol
doende om aan G-erhrandy een blij
vende plaats in de geschiedenis van
Nederland toe te kennen en is voor
de natie een reden om hem blijvend
haar erkentelijkheid te betuigen.
Maar boven de leden van het kahinet
stond de draagster van de Kroon. Het
is tijdens deze vijf jaren van strijd
een zegen voor ons volk geweest, dat
H. M. de Koningin in deze worsteling
om ons volksbestaan zoo volstrekt
voorop gegaan is, zich daarbij tegen
over ons in de verdrukking vaak
uitend met een nauw verholen harts
tocht. Haar geest was niet alleen een
kracht voor hen, die in Nederl. zwak
waren, maar moet eveneens een prik
kel ten goede hebben beteekend voor
onze ambtsvoorgangers in Londen.
Eenmaal zal de geschiedenis meer
oog hebben voor de alles overheer-
schende beteekenis van dat eene.: de
vrijheid en de waardigheid van het
Koninkrijk der Nederlanden. De
handhaving van deze laatste toont
ons de onvergetelijke grootheid van
H. M. de Koningin en tevens ligt
hierin de blijvende verdienste van
Prof. Gerbrandy en zijn medewer
kers naar den geest.
Spr. deelde mede, dat Prof. Gerbrandy
zich bereid verklaard heeft zijn volledige
ervaring, zijn kennis van de verhoudin
gen en ook de persoonlijke vriendschap
pen, die hij zich in Engeland verwierf,
ten dienste van het vaderland te blijven
H.M. de Koningin heeft gisteravond ter inleiding van het nieuwe Ministerie
bij het Nederlandsche volk de volgende radiorede uitgesproken.:
Landgenooten,
Het nieuwe bewind is thans gevormd, het eerste, dat op vaderlandschen
bodem is ontstaan na onze bevrijding en waarvan op twee na alle leden
de bezetting hebben meegemaakt.
Wij staan nu als volk in zijn geheel klaar om te beginnen aan den opbouw
van onze toekomst.
Het visioen, dat onzen helden en heldinnen voor den geest stond, toen zij
hun leven gaven voor recht en voor vrijheid, willen wij thans tot werkelijk
heid maken.
Nu is het wachten voorbij en tevens de alom gevoelde onzekerheid. Het
oogenblik is aangebroken, waarop vorm gegeven kan worden aan onze toe
komst.
De toèkomst eisebt een democratisch beleid, met vastberadenheid uitgestip
peld, welk beleid u zoo straks in de regeeringsverklaring zal worden uiteen
gezet.
Ik behoef u niet te zeggen, dat er tallooze moeilijkheden en bezwaren, ja
soms schier onoverkomelijke, op onzen weg liggen. Naast de schaduwen kan
ik echter goddank op sterke lichtpunten wijzen: het feit, dat wij in den
donkeren tyd, die achter ons ligt naar elkaar gegroeid zijn, het duidelijk
merkbare verlangen naar eendracht, de groeiende gemeenschapszin en het
onderling vertrouwen en naastenliefde.
Een onzer eerste plichten tegenover God, tegenover onze volksgemeenschap
en tegenover onszelf is den bestaanden drang naar saamhoorigheid verder
te ontwikkelen en het hoogste en beste wat in ons leeft in dienst te stellen
van onze volksgemeenschap.
Wij willen ons eartoe zetten onszelf geestelijk op te bouwen en onze kinderen,
elkeen naar eigen overtuiging, opdat wij als volk de moeilijkheden, die wij
op onzen weg zullen ondervinden, te boven kunnen komen,
immers, wij willen trachten voortrekkers en baanbrekers te zijn voor den
nieuwen tijd, die voor ons ligt.
Een wereldtekort aan grondstoffen, aan afgewerkte goederen en aan sommige
soorten van voedsel en hierbij zy niet vergeten de gebrekkige mogelijk
heden aan vervoer dringt voorloopig de gedachte, dat wij onze toekomst
geheel in eigen hand hebben, naar den achtergrond.
Gaarne doe ik een beroep op de vriendschap onzer bondgenooten om ons
zooveel in bun vermogen ligt tegemoet te komen. Wij zyn hun erkentelijk
voor him geschenken en voor hetgeen zij ons leveren in onzen nood.
Ook doe ik een beroep op hen om te bereiken, dat uit Nederland geroofde
en als zoodanig te herkennen goederen, die in Duitschland worden aange
troffen, zoo spoedig als dat kan aan Nederland worden teruggegeven.
Wy zullen onze bondgenooten in geestelijk opzicht him hulp vergoeden door
een steunpilaar te zijn in het nieuw ontstaande Europa en wanneer wy ons
land weder kunnen opbouwen, zullen wij hun toonen, dat wij sterk zijn.
Ik heb mij overtuigd van de verwoestingen en van het gebrek, dat er geleden
wordt in de meest geteisterde streken. Ik doe een klemmend beroep op allen
die iets bezitten, dat den bitteren nood kan lenigen, dit af te staan ten
behoeve van onze zoo zwaar beproefde broeders en zusters. Zij hebben letter
lijk aan alles gebrek, aan het meest eenvoudige en allernoodigste.
Als wij ons straks mogen verheugen in de bevrijding van grooter Nederland
onder de keerkringen, waaraan onze jongelingschap zoo bereid is zijn beste
krachten te geven, zal op ons de plicht rusten het vernieuwde Koninkrijk
op te bouwen.
De taak die ons wacht, en de verantwoordelijkheid, zoowel ten opzichte van
het vaderland als ten opzichte van ons Koninkrijk zijn ontzaglijk groot. Op
dit historisch oogenblik geldt voorzeker de spreuk: nu of nooit.
Wij aanvaarden met vertrouwen die taak. Ons jongste verloden heeft be
wezen dat wij kunnen. Zij zal blijken niet te groot of te zwaar voor ons te
zijn. God zal ons helpen.
stellen, zulks in -samenwerking met de
huidige regecring.
„Herstel en vernieuwing".
In de omschrijving van de opdracht tot
vorming van een nationaal kabinet voor
herstel en vernieuwing zijn uitgedrukt
de- gedachten, die de taak der regeering
bepalen. Het gaat om het scheppen van
nieuwe vormen, waarin de wezenlijke
geestelijke waarden, die ons volksleven
door de eeuwen heen hebben gedragen en
beheerscht, tot nieuwe uitdrukking en
als het kan, tot nieuwe heerlijkheid zul
len komen.
De oorlog tegen Japan.
De nieuwe regeering ziet in de aller
eerste plaats haar taak in de alge-
meene oorlogvoering tegen Japan en
in de bevrijding van Indonesië.
Spr. herinnerde aaii den historischen
slag in de Javazee, waarin de beste
tradities van de Koninklijke Marine,
zooals die zijn gevormd in den glo
rietijd van ons volksbestaan, zijn
gehandhaafd en misschien overtrof
fen.
Het kabinet acht het een nationale zaak
er voor te zorgen, dat ons aandeel in den
bevrijdingsstrijd zoo groot mogelijk zij.
Daarom zal, zij het op andere wijze dan
tot heden, .de algemeene oorlogvoering
van het Koninkrijk een belangrijk deel
van de aandacht en de zorgen van den.
minister-president vergen en zal de
militaire activiteit; in verband met de
werving, oefening en uitrusting van per
soneel voor leger, vloot en luchtmacht,
nog een groot deel van het aspect van
ons volksleven blijven bepalen.