__DAG 20 JUNI 1941 PAG. 'ver broodbelegsels ■taamheid te verhoogen. tuikelijke belegsels en smeersels, g. vleesch, boter en jam in be- te verkrijgen zijn, is het moei- ^^erhammen zoo te 'r me1 smakelijk zijn en voldoen ro^aarde bezitten, anjrachten toch met het gerantsoe- ie komen door de verschillende j oogenschijnlijke veremeerdering er bnPrgaan' Drbeelden hiervan zijn: gewelde gramPte haas, gesneden boterham- (nfen sausje e.d. lar hiervan is, dat wel het volu- —iet de voedingswaarde vermeer- gr bi S°ar ^er °°h andere belegsels, die in ntsoeieerrKi ^jken, maar die zeer sma" ledzaam zijn. Zij hebben tevens gf' dat zij zonder boter op de bo- iieerd kunnen worden. soener? zijn mengsels als: Iree met tomatenpure, peper en eid br doelei|ree met gehakte of geraspte liet in een weinig boter gaar ge- rongel) met fijngesneden garnalen i zout met verschillende fijn- ntaoetfoenten, versche kruiden (peter- itsoen» selderij, tomaat, radijs, ramenas) rongel) met jam, stroop of vruch- gecondenseerde melk met ,rrain n naar belegsels, die nog te krij- i heeft men uitstekende voedings- ïtsoeni visch, garnalen en groenten. irnalen staan in voedingswaarde ram jleesch en kunnen het boterham- goed vervangen. Zoo kan men ltsoen ts van ham, rookworst en rook- :ookte of gezouten visch nemen. nt8oecwarm belegsel leent zich bij uit- Kopf garnalenragout, met een sausj vischwater, dat met bloem ge- ram jllende in stukjes gesneden of ge iten vormen een uitstekend beleg- ram itten weliswaar niet de voedings- vleesch, maar zij bevatten vita- het weerstandsvermogen helpen ter Deze groentenbelegsels moeten van te voren gemaakt worden: et beste ze aan tafel te snijden of ram De meeste van deze beleggingen ;1 goed met weinig boter. r vooibelegsel kunnen ook de versche den 'enst doen. Zij bevatten meer vi- vragen minder suiker dan jam. i bekende groenten- en vruchten- jn: geraspte wortel, aardbeien of iaat, kokommer, ramenas en ra- scheetenkt echter te weinig aan fram- )0t nen. tuinkers, geraspte knolraap, sla- !er- iten of vruchten moeten zorgvul- ;hen worden en aan tafel gesneden De smaak wordt nog verbeterd iging van suiker, zout of een sausje carnemelk met gerapste ui, zout, xnpncap en afwisselend wat mos- a, soja of ander smaak en kleur intaoeid product. DE KERKBIJBEL »n): tot tijd wordt de opwekking in lijke pers herhaald om in de kerk (heelen bijbel en niet een deel daar- aer beschikking te hebben. Dit is Om de prediking goed volgen, moet ieder zelf den tekst ,0 4rband waarin hij voorkomt, mee- 1 Ir een mottopreek is dat niet noo- daarvan zijn we gelukkig verlost, wordt het Woord Gods ge er de gemeente daarvan recht ge- i moet zij op ieder woord uit den den samenhang acht geven. Dat PoJCir wanneer ieder heel oe schrift voor cNbl( Gaarne ondersteunen we dan ook terugkeerende opwekking. Maar wel zoo gedurig behoeven te wor- Oanyerd, indien men aan een raad, dien r gaven, gevolg gat In het buiten- wede^et ons telkens op, hoe niemand zijn ns lan naar de kerk neemt, maar er in de voor ied®r één aanwezig is, bene- voor den gemeentelijken zang -muiieren. deelini°P iedere plaats te wachten, waar over soms 6611 eenvoudig inschuifje aan luchtvank heeft aangebracht of hij wordt vanaatsaanwÜzers b^ het binnenkomen behsgesteld. Het keurig verzorgde binrin' waar°P met duidelijke letters de Ische g van de kerk staat ingedrukt, die schutblad is gestempeld. Als vreem- ifiteert men er ook van. Zie nu eens erken rond. ff e plaatsen ontdekt men hier en daar lijbei, maar niet zelden is het exem- aanklacht tegen zijn eigenaar. De geluk los oï is geheel verdwenen. De tand ïeeft er flink aan geknaagd. Op de """ET ROGGEBROOD EBR. TEN HOEVE VOOr HAAG ROTTERDAM i dis- TELEF. 38427 beste uitgaven schijnt het niet aan te komen. Het lijkt wel of men afgedankte bijbels voor de kerk goed genoeg acht. En die zijn dan nog van de „eliten". Anderen brengen het kleinst denkbare formaat mee, dat «?p een donkeren dag zijn diensten weigert. Nog anderen stel len zich met stukken der Schrift tevreden of doen zonder. Nu kan men daarover wel het hoofd schud den. Men kan daarover wel een artikel schrij ven, dat op pooten staat. Veel verandert daar door echter niet. Waarom dan niet naar betere middelen gezocht Wil men het Woord Gods ook naar zijn uiterlijke verschijning tot zijn recht doen komen t het naarstig gebruik daarvan bevorderen, dan moet men voor een kerkbijbel zorgen, die aan alle eischen vol doet. Dat kan alleen, als men een bijbel heeft, die in de kerk blijft: Op verschillende manier kan men deze zaak aanpakken. De kerk kan uit de vrijwillige bijdragen het aanschaffen en onderhoud van bijbels en psalmboeken voor iedere zitplaats bekostigen. Ook kan zij van elk harer leden een bedrag voor dit bijzondere doel vragen. Dit loopt niet hoog in de papieren. Goede kerkboeken kun nen wel een jaar of tien mee. Over dien tijd omgeslagen beteekent de uitgave een kleinig heid. Verhoogt men zijn gave een weinig, dan kunnen niet zoo bij kas zittende gemeente leden het benoodigde kosteloos ontvangen. Heeft een kerk geen vaste plaatsen en wil men toch een vasten bijbel gebruiken, dan kunnen de ruggen van een nummer worden voorzien. De kerkgangers noemen bij het binnenkomen dit nummer en de assistenten reiken wat daaronder valt, uit. Andere bezwaren zijn zóó gering, dat ze gemakkelijk uit den weg kunen worden ge ruimd. Wat elders kan, kan hier ook. Ouder lingen en diakenen mogen niet beraadslagen: waartoe die nieuwigheid Zij hebben mooi praten. Op hun plaats ligt een statige bijbel gereed. In de laatste jaren Is er in onze kerken buitengewoon veel verbeterd. Laten zij ook dit eens aanpakken. Als er eenigen het voor beeld geven, volgen de anderen. Dat is haast geestelijk belang mee was gemoeid, zouden we hierover niet zoo uitvoerig hebben ge schreven." KERK EN INWENDIGE ZENDING De Centrale Bond voor Inwendige Zen ding en Chr. philantropische inrichtingen verzoekt ons opname van het volgende: De Ned. Herv. Kerk is door middel van een harer commissies voor kerkelijk over leg bezig zich te bezinnen over haar roeping en taak ten opzichte van de zending, ook van de inwendige zending. Het vaststellen van richtlijnen en het zoe ken van nieuwe wegen zal mettertijd zeker niet zonder overleg met de organen der in wendige zending kunnen geschieden. Er is intusschen reeds contact tusschen kerk en inwendige zending, doordat personen, werkzaam in dc inwendige zending, in de be trokken kerkelijke commissie zitting hebben. Maar het is ook noodig, dat de inwendige zending in eigen kring zich voorbereidt op de te verwachten voorstellen van kerkelijke zijde en zioh uitspreekt over de verkondiging van kerk en zending, in het besef, dat het nu niet meer gaat om een belangrijke maar toch jn feite academische vraag, doch dat het nu gaat om een vraag die de inwendige zending wellicht binnen korten tijd voor beslissingen zal stellen, die zoowel in principieel als in practisch opzicht van ingrijpenden aard kun nen zijn. Uit deze verweging heeft de Centraal Bond gemeend op de conferentie, die dit jaar weer van U tot 24 Juli te Hemmen gehou den zal worden, het vraagstuk van de verhou ding kerk-inwendige zending in het middel punt te plaatsen. Reeds aanstonds moet worden opgemerkt, dat het niet in de bedoeling ligt van deze bijeenkomst te Hemmen een „studieconferea- tie" te makn, waar de leiders der inwendige zending hun standpunt zullen bepalen. Aller minst Deze inwendige-zendingsconferentie zal geheel hetzelfde karakter dragen als alle vorige en dus bestemd zijn voor alle leidende en ondergeschikte werkers op het gebied der inwendige zending en voor allen, die in de zen arbeid belang stellen. Besluiten zullen dan ook niet genomen worden. Wat dan wel de bedoeling is? Het gaat er om de gemeente en de arbeiders in oë inwendige zending on der het oog te brengen, dat er belangrijke dingen aan de orde zijn en dat het noodig is er zich van op de hoogte te stellen. Wanneer na bijna een eeuw inwendig zen dingswerk, dat voor het overgroote deel bui ten de kerkelijke ambten om is verricht, zich nieuwe perspectieven openen, die aan dezen gezamenlijken arbeid een meer kerkelijken grondslag en meer kerkelijk meeleven belo ven te brengen, dan mag de gemeente hier aan niet onverschillig voorbijgaan. Dan mag verwacht worden, dat velen de gelegenheid, die dezen zomer geboden wordt, zullen aan grijpen om zich te laten voorlichten en zich gezamenlijk rekenschap te geven van de ver blijdende opleving in de kerk en van het ant woord, dat de inwendige zending daarop te geven neeft. En zal er ook van een groote conferentie, die zich met deze vragen bezig houdt, niet een stimuleerende kracht uitgaan op een kerk, die weer oog begint te krijgen voor haar roeping tegenover velerlei nooden? Er zal op de conferentie worden gesproken over de sociale bewogenheid als een wezens kenmerk van de kerk, zonder welke een kerk niet wezenlijk kerk is; er zal worden gespro ken over den buitenkerkelijken oorsprong der inwendige zending in het midden der vo rige eeuw en over de opvoedkundige denk beelden van haar voormannen, maar ook van mogelijkheden tot inwendige zend'ingsarbeid in keirkelijk verband; er zal herinnerd wor den aan den ontwikkelingsgang der uitwen dige zending, waar zending overgaat in in- heemsche kerk; tenslotte zal gevraagd wor den wat nu het antwoord der inwendige zen ding kan en moet zijn op het spreken van de kerk in het heden. SAMENSPREKING Ds. D. J. Couvée, Geref. predikant te Hil- legersberg, schrijft in zijn biad „Herleving": De couranten hebben af en toe melding gemaakt van saamsprekingen tusschen kerke raden van onderscheiden kerkformatie en ook van gemeenschappelijke bidstonden hier en daar, met het oog op den nood der tijden. Die saamsprekingen gingen soms uit van de plaatselijke predikanten, op een andere plaats zelfs van de kerkeraden en kregen dan een min of meer officieel karakter. In hoe verre dit laatste ook wel eens het geval was met interkerkelijke gebedsuren is mij onbe kend. Naar ik méén bleef dit veelal officieus. De kerkeraden sympathiseerden daarmee. Maar de feitelijke beleggers waren „leeken" of predikanten, maar dan meer krachtens het ambt aller geloovigen. Van kanselruil of gemeenschapelijke diensten des Woords hoor den we tot heden nergens. Dat de drang naar eenheid van wat bijeen hoort zich steeds sterker doet gevoelen, is zeer verblijdend. Nóg verblijdender, dat dit verlangen en allerlei practische uiting daar van reeds lang vóór den oorlog openbaar werden. Dat het dus geen opportunisme, maar inderdaad besef van saamhoorigheid, behoefte aan gemeenschap der heiligen, ge hoorzaamheid aan alle Hoogepriester is. Zoo kwam ook bij de reeds lang benoemde en daarin bezige „deputaten voor de bevor dering van eenheid onder de Gereformeerde belijders" een tweetal brieven in uit onze kerken „of en in hoeverre het gewenscht is, dat plaatselijk door de kerkeraden contact gezocht wordt met die van de Christelijke Gereformeerde of de Hervormde Kerk". Vanzelf heeft ook de Generale Synode waardeering voor de bedoelingen, die bij der gelijke locale saamspreking en -werking dringen. Maar zij vreesde, dat indien ook plaatselijk allerlei officieels gebeuren zou, wat thans reeds generaal geschiedt, dit laat ste er door zou worden doorkruist en mis schien geschaad, vooral dan wanneer plaat selijk iets reeds mislukte. Wij gelooven, dat deze argumenten niet onjuist zijn. En het zou heel jammer wezen, indien wat algemeen is, wat onder Gods zegen landelijk vrucht moge dragen, door een minprettigen loop van zaïcen op één of andere plaats de albetere sfeer vertroebelen Waartegen de Synode echter geen bezwaar heeft, is tegen zulke samenspreking, ook plaatselijk, indien zU slechts volkomen offi cieus blijven, als tusschen particulieren. Zelfs gelooft zij, dat dit het onderling begrip be vorderen kan en dienstig zijn ter voorberei ding van een toekomstife vereeniging van de kerkengroepen in haar geheel. Voor voor ons zien dit nog niet in de naaste toekomst. Maar bij God zijn alle din gen mogelijk, ook een verrassend eind aan den kerkoorlog. In elk geval heeft ieder alles te doen, wat werkt in de goede richting. Dat is allereerst het gebed. En voorts, gelijk de Synode zelf wenschelijk achtte, officieus saamspreken en meewerken aan beter onder ling begrip. Het terpengebied van noordelijk Friesland telt verscheidene dorpen, welke zich kunnen beroemen op het bezit van een oud, merk waardig en schoon kerkgebouw, veelal met den typisch Frieschen zadeldaktoren. Een fietstochtje van Leeuwarden uit is in dit ver band zeer leerzaam en genotvol Men fietst dan over Jelsum, Stiens, Hallum, Ferwerd, Hoogebeintum, Genum, passeert bij Birdaard den ouden Ee-stroom en keert via de in het geboomte verscholen dorpen Oudkerk, Oen- kerk en Giekerk weer naar de Friesche hoodfstad terug. Men maakt dan in het land schap den overgang mee van klei terpen gebied, zandgrond en laagveen met plassen en meertjes. Jelsum bezit een uit de 12de eeuw dateerende kerk, grootendeels van tuf steen, met veel belangwekkende bouwele menten uit de Romaansche en de Gothische stijlperioden. Stiens heeft een eveneens onge veer zeven eeuwen oud kerkgebouw van tuf steen en baksteen met een bakstenen west toren uit de 15de eeuw, die al de stoerheid van Friesland in steen schijnt te willen symboliseeren. Het daarop volgende dorpje Finkum heeft een kerk. alweer met zadeldaktoren, welke uit de 13de eeuw dateert en van groote roo- den en gelen baksteen is opgetrokken. De kerk van Hijum, welke dan volgt, is weer uit de 12de eeuw en bijna geheel van tufsteen met een eveneens tufsteenen toren. De kerk van Hallum biedt een geheel ander beeld. Het is een groote kruiskerk, ontstaan uit de verbouwing in baksteen van een vermoedelijk 12de eeuwsche tufsteenen kerk. Zij staat in een centrum van oude bebouwing en vele bekoorlijke straatjes leiden alle naar het kerkgebouw, zoodat er een zeer fraai dorps beeld is ontstaan. Het naburige Westernij- kerk bezit een typisch kerkje met zadeldak- toren uit de 13de eeuw, twee eeuwen later vergroot, van baksteen opgetrokken. Ferwerds kerkgebouw, groot en stoer, dateerende uit de 13de eeuw, en gedeeltelijk ook uit de 16de. eeuw, is ondanks de weinig gelukkige restau ratie van den zadeldaktoren van eenige jaren terug, een schoon en sprekend gebouw, dat ook door zijn ligging een bezoek verdient. Van Ferwerd fietst men naar Hoogebeintum, dat de hoogste terp van Friesland met bijgevolg een prachtig uitzicht bezit, als mede een tufsteenen kerk uit de 12de eeuw en een bakstecnen toren uit de 13de eeuw, alweer met een zadeldak. Uit denzelfden tijd dateert het fraai gerestaureerde kerkje van Genum, waarvan de noordmuur bijna geheel van tufsteen is opgetrokken. De kerken van Lichtaard en Birdaard zijn niet belangrijk, doch Oudkerk bezit weer een oude kerk van tuf- en baksteen, evenals Oenkerk, welks kerkgebouw uit de 13de eeuw dateert. Ten Religieuze kunst in het Tij Rotterdam, 18 Juni. Wij hebben melding ge maakt van de opening van de tentoonstelling bij Unger, Eendrachtsweg, ingericht vanwege het Instituut voor religieuse en kerkelijke ^unst Bij ons bezoek aan deze door op het Evan gelie van Jezus Christus gerichte expositie viel het ons in de eerste plaats op hoe, afge zien van de gebezigde technieken, de inhoud van den Bijbel door elk van de kunstenaars, die hier iets van hun werk laten zien, op zeer verschillende wijze wordt verwerkt. Herman Mees wordt het meest ge boeid door de rustige wijding, die om den Christus zweeft en hij beeldt deze wijding ook wel zóó uit, dat ze op den beschouwer overgaat. Het meest geslaagd is wel zijn „Bethlehem" en „Christus met de twaalf apostelen". Het eerstgenoemde treft inzon derheid door de knappe wijze waarop het schemerlicht in de stal wordt gesugge reerd. Het andere, grootere, doek valt op door de groote eenheid in de compositie van de aandachtig naar hun Leermeester luiste rende jongeren. Marius Richters is heel anders inge steld op den Bijbel. Niet het zoet-idyll ische zet hem aan tot schep.ping van groote en kleinere werken en niet slechts de teekening maar ook het krachtige kleurengamma is hem daarbij van dienst. Het groote doek „Wiens wan in Zijne hand is" (Luc. 3:17) is typeerend voor het „profeteerende", dat Richters werk veelal heeft. En ook in „De vier ruiters" uit Openbaring, de „Verloren zoon" en „Armen van Geest", eveneens groote stukken, en de teekening „Farizeeër en Tol lenaar" (merkwaardige zelfportretten!) heb ben dat heftige, een Evangelische gedachte als het ware uitschreeuwende karakter. Heeft Mees in zijn „Bethlehem" het „clair obscuur" van Jlembrandt benaderd, Richters is in ander opzicht rembrantiek; hij „preekt" op zijn wijze uit het Evangelie. Hij doet dat 00,1c in zijn kleinere werk, als b.v. de etsen „De steeninging van Stefanus" (een die op Rembrandts naam zou kunnen staan!), .•Christus wandelend op de zee" (als schil derij met de Groote Kerk verbrand) en „Christus het licht der wereld" (hoofdmotief van het eveneens vernietigde raam van den zelfden naam in de Zuiderkerk). W. van Dordt is met Richters wel eenigszins verwant wat zijn keuze en ver werking van Bijbelsche onderwerpen betreft. Een zeer groot en doorwrocht doek „Geeft den Keizer wat des Keizers is", is wel het merkwaardigst staal van zijn talent „De barmhartige Samaritaan" is eveneens een prachtig geconcipieerd en uitgevoerd werk, terwijl de teekeningen van dezen schilder, zooals „Komt allen tot Mij", grootsch van visie en opzet en knap van uitvoering zijn. Als vierde valt op J o Boer. met een „Kersttriptiek", dat een wana beslaat: een Tienteekening met groote allure en toch met een innigheid van detailverzorging, die be wondering werk. Dit triptiek vraagt lang durige en aandachtige beschouwing met den Bijbel in de hand, want talrijke teksten waar aan deze schilderese bij dit enorme contempla tieve werk gedacht heeft, zijn in den rand van het middenstuk verwerkt. Van de andere kunstenaars die hier ver tegenwoordigd zijn (S. Miedema, A. P. H. R. Maasdijk, Ir. Meischke en Han Richters) maken we nog terloops melding en vestigen ten slotte de aandacht op de nieuwe uitgave „DE HEYLIGHE EUANGELIA" met hout gravures van Jan Th. Giesen, die er tevens uitvoerig geëxposeerd is en op enkele enorme foto s van de uitgebrande Sint Laurens en foto's van enkele der ramen van Richters uit de verbrande Zuiderkerk. Onze aandacht wordt er nog op gevestigd, dab op telefonische afspraak, kinderen der hoogste klassen van lagere en U.L.O.-scholen en van H.B.S. en Lycea in klaseverband gra tis toegang hebben tot deze tentoonstelling van religieuse kunst. slotte moet ook Giekerk genoemd worden, waarvan de kerk omstreeks 1100 gebouwd werd. Zij het dan ook, dat zij later nogal eens werd gewijzigd. In ieder geval biedt boven staande route een zeldzame gelegenheid om in een betrekkelijk klein gobied een groote schat van bouwkunst te leeren kennen. Men kan den tocht in een middag volbrengen. Rechtszaken RECHTBANK TE ROTTERDAM Rijwieldiefstallen in het groot De 40-jarige varensgezel A. v. M., wonende te Rotterdam, gedetineerd, stond terecht wegens diefstal van tientallen rijwielen. Hem waren tien gevallen tenlaste gelegd, maar de officier mr, Meischke, merkte op, dat verdachte van het stelen van rijwielen een soort grootbedrijf had gemaakt. Het aantal door verdachte ont vreemde rijwielen liep tusschen de 50 en 80. Verdachte bekende de hem tenlaste gelegde Als getuige traden op de rechercheurs K. W. de Hoop en J. Hup, specialisten in het opsporen van rijwielen. De officier stelde vast, dat het aantal rijwiel diefstallen zeer toeneemt. Er zijn dagen, dat er 30 rijwielen worden ontvreemd. Het publiek moet meer opletten en de rijwielen niet onge sloten achterlaten. Het is nu vooral om de banden te doen. Eisch 2 jaar en 6 maanden, met aftrek van de voorloopige hechtenis. ELECTRISCHE ORNAMENTEN voor elke kamer, voor elke Deurs! Keuze .uit meer dan 100 modellen. N.V. COUZY. 1« Mlddellandslraal 72. Rotterdam. De 28-jarige chauffeur J. J. de V. te Rotter dam, gedetineerd, had zich eveneens schuldig gemaakt aan verscheidene rijwieldiefstallen, die hij in samenwerking met den verdachte uit de vorige zaak had bedreven. Tegen dezen man eischte de officier een ge vangenisstraf van 2 jaar, eveneens met aftrek. Wegens heling van gestolen rijwielen, afkom stig van diefstallen uit de beide vorige zaken koopen en verkoopen, vervoeren, bewaren en ombouwen stonden vervolgens terecht G. v. M., 30 jaar, loodgieter; T. v. M.. 32 jaar. graancontroleur, en L. J. v. M., 38 jaar, schil dersknecht, allen wonende te Rotterdam en ge detineerd in het huis van bewaring. Deze drie mannen zijn broers van den verdachte uit eerste zaak. De eerste verdachte bracht het grootste ge deelte der door hem gekochte rijwielen naar diverse verkoopingen en veilingen. Het groote aantal wekte echter wantrouwen en zoo kreeg de politie een spoor in handen, dat opheldering bracht in tientallen gevallen van rijwieldiefstal. De officier eischte tegen G. v. M. een gevan genisstraf van 2.jaar. Bij het hooren van dezen eisch barstte verdachte in snikken uit, evenals eenige vrouwen, die op de publieke tribune de zitting bijwoonden. Tegen den tweeden verdachte, T. v. M.. die een aantal rijwielen had omgebouwd, eischte de officier een gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden. Tegen den laatsten verdachte, die een aantal der gestolen rijwielen had gekocht omgebouwd en weer verkocht, eischte de officier een ge vangenisstraf van 2 jaar. Uitspraken 26 Juni. RECHTBANK TE AMSTERDAM. De strijd tegen het clandestien slachten Vier personen veroordeeld. Bus9umer, die op 28 April nic*. minder dan vijf varkens had geslacht, veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf met verbeurdverkla ring van vleesch en schietmasker. Een grondwerker uit Diemen, die in April en Mei drie schapen had geslacht, probeerde de verantwoordelijkheid van zich af te schui ven door een buurman, die veekooper was, als zijn opdrachtgever aan te wijzen. De vee koopman verklaarde op zijn beurt, dat hij de schapen aan den grondwerker had verkocht maar hij had de schapen laten scheren en over de huid beslist De grondwerker en veekoopman werden beiden conform den eisch tot acht maanden gevangenisstraf met verbeurdverklaring ver oordeeld. Een Amsterdamsche slager, die op 28 Maart geverbaliseerd was, omdat hij drie schapen had geslacht, 1 vangenisstraf v met verbeurdverklaring. RECHTBANK TE HAARLEM VERWAARLOOZING Voor de rechtbank heeft gisteren een 23- jarige vrouw terechtgestaan, die haar twee kinderen van drie en een jaar onverzorgd in haar woning had achtergelaten. Toen haar echtgenoot énkele dagen afwezig was, had zij de kinderen des morgens in bed gestopt en was zij te Amsterdam met een anderen man op stap gegaan. Den volgenden dag kwam zij 's avonds Iaat weer thuis, waar zij werd op gewacht door de politie, die inmiddels door buren was gewaarschuwd en die de kinderen elders had ondergebracht. De officier van jus titie gaf de vrouw een ernstige terechtwijzing Financieel Nieuws Lever Bros Cr Unilever Ltd. De winst in het bedrijf gehouden. Een verge lijking met de Nederlandsche maatschappij Het passeeren van het dividend (v. j. 10 pet.) door de Lever Bros Unilever Ltd. wordt m belanghebbende kringen toegeschreven aan de onzekerheid, welke ten aanzien van de betrek kingen tot de Nederlandsche zuster-mij. nog bestaat Op zichzelf zou de netto winst van 6 6 (v j. 6.74) millioen toereikend zijn om het dividend van het vorige jaar uit te keeren. Na uitkee- ring van het preferente dividend resteert er nog 2.4 millioen voor het gewone aandeelen kapitaal. Het bestuur beoogt, de kwestie van dividend- uitkeering op de gewone aandeelen opnieuw aan de orde te stellen, als de vraag omtrent de dividend-egalisatie-overeenkomst tusschen de Engelsche en de Nederlandsche mij., die al leen betrekking heeft op het gewone dividend, zal zijn opgehelderd. Aan het bovenstaande bericht, dat de Holl. Bank-Unie aan een Duitsch blad heeft ont leend, voegt de schrijver van het overzicht onder meer toe, dat men de gevolgtrekking zou kunnen maken, dat de Engelsche preferente aandeelhouders wél hun dividend hebben ont vangen. De 6 pet. cum. pref. aandeelen Lever Brothers Unilever n.v. noteeren ter beurze van Amsterdam ca. 104 pet. inclusief 6 pet. achterstallig dividend, aangezien hier te lande de betaling van het preferente dividend is op geschort. In October 1940 meende de directie van de laatstgenoemde (Nederlandsche maat schappij), dat in 1940 de kosten nog wel zouden worden verdiend. Voorzichtigheidshalve heeft men blijkbaar zooveel mogelijk middelen in het bedrijf willen houden. Bij een beoordeeling van de resultaten over 1940 moet niet uit het oog worden verloren, dat de Nederlandsche maatschappij de belangen in het buitenland, waaronder de zeer beteeke- nende Amerikaansche belangen, nog bezit. Wel werden deze op 11 Mei 1940 aan oen Z.-Afrikaansche dochtermij. overgedragen tecvn overneming van de schuld, groot 11 millioen aan de Engelsche mij., waarop 3 pet. rerte moet worden vergoed. De Nederlandsche mij is dus ontslagen van dezen jaarlij.kschen rente last, terwijl zij anderzijds indirect het eigen dom van de buitenlandsche belangen heeft be houden. Wat de groote Duitsche belangen der Nederlandsche mij. betreft, dient rekening te worden gehouden met het feit, dat de moeder-mij. te Rotterdam door de o pheffing der transferregeling met Duitschland thans de volledige winstuitkeeringen naar Nederland kan overmaken. Over welke bedragen het hier gaat is niet bekend, doch aangenomen kan worden, dat dit de liquiditeitspositie der Nederl. mij. ten goede zal komen. Toch zou de H. B. U. hieruit niet de conclusie druven trekken, dat de Kansen op dividenduit- keering voor de gewone aandeelhouders daar door beter zijn geworden. Temeer, omdat de Engelsche Lever Bros Unilever Ltdzooals boven vermeld, over 1940 het dividend op de gewone aandeelen heeft gepasseerd, hoewel de netto winst maar weinig lager was dan over 1939, toen 10% dividend werd uitgekeerd. Wisselkoersen OFFICIEELE WISSELKOERSEN NED. BANK Valuta's (schriftelijk en t. t.) AMSTERDAM 19 Juni 12 Juni New York 1.88-ft 1 88A 1:88A 1.88A Brussel 30 11 30.17 30.11 30.17 Stockholm 44.81 44.90 44 81 44 90 Zurich 43.63 43.71 43.63 43.71 Bankpapier: New York 1.88% 190*4 188*4 190*4 Brussel 30.08 30 20 30 08 30 20 Stockholm 44.76 44 94 44.76 44 94 Zurich 43 59 43 75 43.59 43 75 KOERSEN NEDERL. CLEARINGINSTITUUT Koersen voor stortingen op 20 Juni tegen verplichtingen in: Belga's 30.1432 Dinar (o. sch.) 3.43 Zwits. fr. 43.56 Dinar (n. sch.) 4.23 Fransche fr. 3.768 Turksche p. 1.4514 Lires 9.87 Lewa 2.30 Deensche kr. 36 37 Pengö (o. sch.) 36 519 Noorsche kr. 42.82 Pengö (n. sch.) 45 89 Zweedsche kr. 44.85 Zloty (o. sch.) 35 Tsjechische kr. Zloty (n. sch.) 37 68 (oude schuld 6.42 Lei 1.28 iin er o| ik zal me ook wel wachten, er over oor hcen- Maar je zegt immers zelf, dat emaak1 op dat punt scherp zijn? Welnu, ge- V. gev wat ik zeg. We zouden het een prach- door.r vinden Maar... het wordt geen ootma. mpenexcit". zegt Vanvelden. „Dan maar en. In elk geval, we moeten ons wen- de gedachte, dat we Greet verliezen. >f niet spoedig." vordt spoedig, heel spoedig. jeeft Vanvelden niet kunnen denken, j J die woorden zeide. dat 2Pat de daarop volgende week naar de 0f jmn£ 'n Amsteraarfi en reist door naar fkomsïd om de fabriek van De Bruin te be- ec de relatie te verstevigen. Hij doet i'ijzingidi4fkken op. die hem niet bevallen, ie vee^fj zègt ze 'ian niemand. Want hij is orzichtig zakenman. Hij kan zich ver- De yjd zal het wel ieeren. Die leert jor wie lëeren wiL r iets anders vertelt hij wel, als hij door HUGO KINGMANS. 's avonds rustig met zijn vrouw en Greet in den tuin zit. Het is nog hoogzomer. „Raad nou eens, Cor, wie ik ontmoette in den trein naar Hoogveld. In Hoogveld moet je uitstappen, zie je. Laagveld ligt niet aan de lijn. De Bruin was er met zijn wagen. Maar wie ontmoet ik daar nu in den trein Nou „Ja, hoe kan ik dèt nu raden „Je hebt gelijk. Is niet te raden ook. Het ls wel twintig en méér jaar geleden, dat we elkaar zagen „Dan hoef ik zeker niet te raden", zegt Gretha lachend. „Dat was bijna vóór mijn geboorte." „Botterweg „Hé, wat aardig. Kende hij je nog „Onmiddellijk herkenden we elkaar. Alsof we elkaar nooit uit het oog hadden verloren. Het werd natuurlijk een gezellig praatje en ophalen van oude herinneringen. Ik ben ook nog bij hem thuis geweest. Hij woont prachtig in Hoogveld. O ja, dat vergat ik te zeggen. Hij woont daar. Al jaren. Een mooie villa. Hoog veld is een pracht van een dorp Schitterend natuurschoon. Je zou er best een vacantia kunnen doorbrengen. Nu, toen ik van Laag veld kwam, ben ik naar Botterweg toegegaan. Hij heeft een aardige vrouw. Vier kinderen, maar er is er slechts één meer thuis." „Zit hij nog in het kweekersvak „En öf. Een schitterende tuin. En achter de duinen lappen grond voor zijn bloembollen. Daar heeft hij geld mee verdiend. Hij reisde in den goeden tijd meermalen naar Amerika. Ik moest en ik zou er blijven eten. Slapen werd ook geëischt. Maar dan zou ik nu hier niet zitten, dus ik heb voor de invitatie be dankt. Als motief gaf ik op, dat ik dan thuis geen leven meer zou hebben, als ik vanavond niet thuis kwam." „Het staat je fraai, je vrouw zoo te beklad den", schertst mevrouw Vanvelden terug „Wat moeten die menschen wei niet van mij denken „Ze zullen je leeren kennen. Want volgende paar dagen tusschen uit. We gaan er logeeren. Greet mag ook mee, als ze wil. En ze mag, als zij wil, ook wel in Hoogveld blijven wonen." „Watblief doen tante Cor en Greet, hoogst verwonderd. „Zal ik nader expliceeren. Ik ben aan het solliciteeren geweest. Heusch. De voorwaar den zijn niet bepaald gunstig, maar je moet tegenwoordig aanpakken wat je krijgen kunt." „U is iemand om een anaer orandend nieuwsgierig te maken", merkt Gretha op. Ze begint lont te ruiken. „Heb ik er iets mee te maken, oom „Het gaat Jou alleen aan, meisje. Maar nu alle gekheid op een stokje. Ik praatte uiteraard ook over jov Zonder meer. En wat zegt toen Botterweg? Hij is ..cretaris van het schoolbv.stuur. Ddominee, di heet Hengema, is voorzitter. Botterweg zegt: we kunnen uw nichtje hier wel gebruiken, als de zaken zóó staan. Onze onderwijzeres: mejuffrouw, tja, ik ben haar naam vergeten, d*.et er ^jk niet toe, nou, die onderwijzeres is niet sterk. Een volontaire '-ar. er geplaatst wo.den. Het be stuur heeft er reeds over gesproken. Botter weg maakt het wel voer jc irde, meent hij. Maar meer dan tweehor 'erd gulden kan er niet voor uitgetrokken. Wil je dus in aan merking komen, dan kost het je geld. want je moet er een kamer n. ren, etcetera. Intus schen, de zaak is aan den rol. Tenminste, wanneer jij er iets voor voelt. Dat moet je Botterweg deze week schrijven. Volgende week gaan we er heen, als ik zei. Je kunt dan kennis m. ken, er misschien wel blijven. Nu weet je alles Greet. De beslissing is aan jou. Het is vrij zeker, dat je hartewensch in ver vulling kan gaan. Alleenhet is ver weg. En we zullen je missen, kind, erg missen ook." De opgewekte stem is gedaald. De nuchtere zakenman zegt de laatste woorden geroerd. En zijn vrouw ziet zwijgend Gretha aan. „Wilt u mij dan van het kantoor hebben?" vraagt Gretha. „Ja", is het vaste antwoord. „Niet voor mij, maar voor jou. Ik houd je liever bij mij, maar je werkt zuiver machinaal. Je hart is er niet bij. En op den duur houd je dat niet voL Ik heb tante gezegd, dat ik zoeken zal naar een gaatje voor je, opdat je vóór de klas komt. Daar alleen zul je leven! En omdat zoowel tante als ik het goede met je voor hebben en je in geen enkel opzicht willen dwarsboomen, zullen we Je laten gaan, hoe veel 't ons kost. De beslissing is dus aan jou. Denk er nog eens een paar dagen over na. Maar deze week moet er geschreven worden. Tegen Maandagavond wilde Botterweg dan een vergadering van het bestuur uitschrijven, 's Woensdags komen wij in Hoogveld. Bedenk ook, dat het je geld kost. Dat is geen bezwaar yoor je, 'k weet het wel. Maar het is een factor, die je moet overwegen." „De zakenman", glimlachte Gretha. „Ik denk niet aan dat geld. Dat komt wel terecht. Dat het ver weg is, kan me ook niet schelen, als.... ik hier niet weg moest Dan moeten alle drie opeens lachen om dien onzin, waar de inconsequentie dik op ligt. „Nu ja", aarzelt Gretha. „U begrijpt me wel. Ikik kan hier ook niet gemakkelijk weg. En als u me liever op het kantoor hebt. „Ho even. Uitschakelen die overweging. Het gaat om jouw belang en niet om het mijne. Voor jou is het beter, dat je het kantoor zoo gauw mogelijk vaarwel zegt. Je aardt er niet. Dus wat ons betreft, ik weet ook namens tante te spreken, kun je gaan, al zal het ons zwaar vallen, als je gaat. Neem geen overijlde be slissing. Denk er rustig over na. Natuurlijk, je kunt er heen gaan en, als het je niet bevalt, terugkeeren, we leven in een vrij land, maar met die gedachte moet je niet gaan, vind je wel? Trouwens, dat is niets voor jou en voor ons ook niet" In den tuin achter de groote woning op den Praediniussingel heerscht dan geruimen tijd stilte. Elk is vervuld met eigen ge dachten. Geruimen tijd later gaat Gretha voorzichtig informeeren. Natuurlijk heeft oom niet veel van het dorp gezien. De tijd is er te kort voor geweest. Maar wat hij heeft gezien en gehoord, heeft hem de overtuiging geschonken, dat Hoog veld een pracht van een dorp is, welvarend in zekeren zin, met een goedwillende, nijvere bevolking, hoofdzakelijk bestaande uit boe ren en kweekers. Er staat een mooie kerk, nog maar enkele jaren oud. De pastorie is er naast. Dominee Hengema is een goeie vijf tiger. Staat er al verscheiden jaren. Een ge schikte kamer zal zij wel kunnen vinden. „Bij Botterweg werd reeds een naam ge noemd. De weduwe Verdonk. Je kunt ook bij Botterweg zelf. Ruimte genoeg daar- Maar eigenlijk vonden we 't beter, dat je daar niet kwam. Om verschillende reden, z'e je. Die wil ik je later nog wel eens zeggen. We spraken natuurlijk verondertellenderwijs. Want je bent er nog niet benoemd, al komt dat wel in orde. En, het voornaamste is, dat je zelf nog niets hebt beslist. Moet je van avond ook niet doen." „Ik dacht onder je praten, dat je alles al voor elkaar hebt gemaakt", zegt mevrouw. „Maar zóó staat het toch niet". „Neen, neen", haastte hij zich te zeggen. ;,Ik heb alleen gepolst. Om Gretha te hel pen. Als zij zegt: „ik doe het liever niet, ik blijf hier, ons best." Gretha staat op en slaat spontaan den arm om zijn hals. „U is een beste oom. Dat u zóó aan mij denkt en mij zóó wenscht tegemoet te komen. Maar u stelt mij voor een moeilijke beslis sing. Ikikzou er g«fc<ig heen g#an, maar.... dandan moet ik hier weg?' (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 3