__DAG 20 JUNI 1941
PAG.
'ver broodbelegsels
■taamheid te verhoogen.
tuikelijke belegsels en smeersels,
g. vleesch, boter en jam in be-
te verkrijgen zijn, is het moei-
^^erhammen zoo te
'r me1 smakelijk zijn en voldoen
ro^aarde bezitten,
anjrachten toch met het gerantsoe-
ie komen door de verschillende
j oogenschijnlijke veremeerdering
er bnPrgaan'
Drbeelden hiervan zijn: gewelde
gramPte haas, gesneden boterham-
(nfen sausje e.d.
lar hiervan is, dat wel het volu-
—iet de voedingswaarde vermeer-
gr bi
S°ar ^er °°h andere belegsels, die in
ntsoeieerrKi ^jken, maar die zeer sma"
ledzaam zijn. Zij hebben tevens
gf' dat zij zonder boter op de bo-
iieerd kunnen worden.
soener? zijn mengsels als:
Iree met tomatenpure, peper en
eid br
doelei|ree met gehakte of geraspte
liet in een weinig boter gaar ge-
rongel) met fijngesneden garnalen
i zout
met verschillende fijn-
ntaoetfoenten, versche kruiden (peter-
itsoen» selderij, tomaat, radijs, ramenas)
rongel) met jam, stroop of vruch-
gecondenseerde melk met
,rrain n naar belegsels, die nog te krij-
i heeft men uitstekende voedings-
ïtsoeni visch, garnalen en groenten.
irnalen staan in voedingswaarde
ram jleesch en kunnen het boterham-
goed vervangen. Zoo kan men
ltsoen ts van ham, rookworst en rook-
:ookte of gezouten visch nemen.
nt8oecwarm belegsel leent zich bij uit-
Kopf garnalenragout, met een sausj
vischwater, dat met bloem ge-
ram
jllende in stukjes gesneden of ge
iten vormen een uitstekend beleg-
ram itten weliswaar niet de voedings-
vleesch, maar zij bevatten vita-
het weerstandsvermogen helpen
ter Deze groentenbelegsels moeten
van te voren gemaakt worden:
et beste ze aan tafel te snijden of
ram De meeste van deze beleggingen
;1 goed met weinig boter.
r vooibelegsel kunnen ook de versche
den 'enst doen. Zij bevatten meer vi-
vragen minder suiker dan jam.
i bekende groenten- en vruchten-
jn: geraspte wortel, aardbeien of
iaat, kokommer, ramenas en ra-
scheetenkt echter te weinig aan fram-
)0t nen. tuinkers, geraspte knolraap,
sla- !er-
iten of vruchten moeten zorgvul-
;hen worden en aan tafel gesneden
De smaak wordt nog verbeterd
iging van suiker, zout of een sausje
carnemelk met gerapste ui, zout,
xnpncap en afwisselend wat mos-
a, soja of ander smaak en kleur
intaoeid product.
DE KERKBIJBEL
»n):
tot tijd wordt de opwekking in
lijke pers herhaald om in de kerk
(heelen bijbel en niet een deel daar-
aer beschikking te hebben. Dit is
Om de prediking goed
volgen, moet ieder zelf den tekst
,0 4rband waarin hij voorkomt, mee-
1 Ir een mottopreek is dat niet noo-
daarvan zijn we gelukkig verlost,
wordt het Woord Gods ge
er de gemeente daarvan recht ge-
i moet zij op ieder woord uit den
den samenhang acht geven. Dat
PoJCir wanneer ieder heel oe schrift voor
cNbl( Gaarne ondersteunen we dan ook
terugkeerende opwekking. Maar
wel zoo gedurig behoeven te wor-
Oanyerd, indien men aan een raad, dien
r gaven, gevolg gat In het buiten-
wede^et ons telkens op, hoe niemand zijn
ns lan naar de kerk neemt, maar er in de
voor ied®r één aanwezig is, bene-
voor den gemeentelijken zang
-muiieren.
deelini°P iedere plaats te wachten, waar
over soms 6611 eenvoudig inschuifje aan
luchtvank heeft aangebracht of hij wordt
vanaatsaanwÜzers b^ het binnenkomen
behsgesteld. Het keurig verzorgde
binrin' waar°P met duidelijke letters de
Ische g van de kerk staat ingedrukt, die
schutblad is gestempeld. Als vreem-
ifiteert men er ook van. Zie nu eens
erken rond.
ff e plaatsen ontdekt men hier en daar
lijbei, maar niet zelden is het exem-
aanklacht tegen zijn eigenaar. De
geluk los oï is geheel verdwenen. De tand
ïeeft er flink aan geknaagd. Op de
"""ET ROGGEBROOD
EBR. TEN HOEVE
VOOr HAAG ROTTERDAM
i dis-
TELEF. 38427
beste uitgaven schijnt het niet aan te komen.
Het lijkt wel of men afgedankte bijbels voor
de kerk goed genoeg acht. En die zijn dan nog
van de „eliten". Anderen brengen het kleinst
denkbare formaat mee, dat «?p een donkeren
dag zijn diensten weigert. Nog anderen stel
len zich met stukken der Schrift tevreden of
doen zonder.
Nu kan men daarover wel het hoofd schud
den. Men kan daarover wel een artikel schrij
ven, dat op pooten staat. Veel verandert daar
door echter niet. Waarom dan niet naar betere
middelen gezocht Wil men het Woord Gods
ook naar zijn uiterlijke verschijning tot zijn
recht doen komen t het naarstig gebruik
daarvan bevorderen, dan moet men voor een
kerkbijbel zorgen, die aan alle eischen vol
doet. Dat kan alleen, als men een bijbel heeft,
die in de kerk blijft: Op verschillende manier
kan men deze zaak aanpakken.
De kerk kan uit de vrijwillige bijdragen het
aanschaffen en onderhoud van bijbels en
psalmboeken voor iedere zitplaats bekostigen.
Ook kan zij van elk harer leden een bedrag
voor dit bijzondere doel vragen. Dit loopt niet
hoog in de papieren. Goede kerkboeken kun
nen wel een jaar of tien mee. Over dien tijd
omgeslagen beteekent de uitgave een kleinig
heid.
Verhoogt men zijn gave een weinig, dan
kunnen niet zoo bij kas zittende gemeente
leden het benoodigde kosteloos ontvangen.
Heeft een kerk geen vaste plaatsen en wil
men toch een vasten bijbel gebruiken, dan
kunnen de ruggen van een nummer worden
voorzien. De kerkgangers noemen bij het
binnenkomen dit nummer en de assistenten
reiken wat daaronder valt, uit.
Andere bezwaren zijn zóó gering, dat ze
gemakkelijk uit den weg kunen worden ge
ruimd. Wat elders kan, kan hier ook. Ouder
lingen en diakenen mogen niet beraadslagen:
waartoe die nieuwigheid Zij hebben mooi
praten. Op hun plaats ligt een statige bijbel
gereed.
In de laatste jaren Is er in onze kerken
buitengewoon veel verbeterd. Laten zij ook
dit eens aanpakken. Als er eenigen het voor
beeld geven, volgen de anderen. Dat is haast
geestelijk belang mee was gemoeid, zouden we
hierover niet zoo uitvoerig hebben ge
schreven."
KERK EN INWENDIGE ZENDING
De Centrale Bond voor Inwendige Zen
ding en Chr. philantropische inrichtingen
verzoekt ons opname van het volgende:
De Ned. Herv. Kerk is door middel van
een harer commissies voor kerkelijk over
leg bezig zich te bezinnen over haar roeping
en taak ten opzichte van de zending, ook van
de inwendige zending.
Het vaststellen van richtlijnen en het zoe
ken van nieuwe wegen zal mettertijd zeker
niet zonder overleg met de organen der in
wendige zending kunnen geschieden.
Er is intusschen reeds contact tusschen
kerk en inwendige zending, doordat personen,
werkzaam in dc inwendige zending, in de be
trokken kerkelijke commissie zitting hebben.
Maar het is ook noodig, dat de inwendige
zending in eigen kring zich voorbereidt op
de te verwachten voorstellen van kerkelijke
zijde en zioh uitspreekt over de verkondiging
van kerk en zending, in het besef, dat het nu
niet meer gaat om een belangrijke maar toch
jn feite academische vraag, doch dat het nu
gaat om een vraag die de inwendige zending
wellicht binnen korten tijd voor beslissingen
zal stellen, die zoowel in principieel als in
practisch opzicht van ingrijpenden aard kun
nen zijn.
Uit deze verweging heeft de Centraal
Bond gemeend op de conferentie, die dit jaar
weer van U tot 24 Juli te Hemmen gehou
den zal worden, het vraagstuk van de verhou
ding kerk-inwendige zending in het middel
punt te plaatsen.
Reeds aanstonds moet worden opgemerkt,
dat het niet in de bedoeling ligt van deze
bijeenkomst te Hemmen een „studieconferea-
tie" te makn, waar de leiders der inwendige
zending hun standpunt zullen bepalen. Aller
minst Deze inwendige-zendingsconferentie
zal geheel hetzelfde karakter dragen als alle
vorige en dus bestemd zijn voor alle leidende
en ondergeschikte werkers op het gebied der
inwendige zending en voor allen, die in de
zen arbeid belang stellen. Besluiten zullen
dan ook niet genomen worden. Wat dan wel
de bedoeling is? Het gaat er om de gemeente
en de arbeiders in oë inwendige zending on
der het oog te brengen, dat er belangrijke
dingen aan de orde zijn en dat het noodig is
er zich van op de hoogte te stellen.
Wanneer na bijna een eeuw inwendig zen
dingswerk, dat voor het overgroote deel bui
ten de kerkelijke ambten om is verricht, zich
nieuwe perspectieven openen, die aan dezen
gezamenlijken arbeid een meer kerkelijken
grondslag en meer kerkelijk meeleven belo
ven te brengen, dan mag de gemeente hier
aan niet onverschillig voorbijgaan. Dan mag
verwacht worden, dat velen de gelegenheid,
die dezen zomer geboden wordt, zullen aan
grijpen om zich te laten voorlichten en zich
gezamenlijk rekenschap te geven van de ver
blijdende opleving in de kerk en van het ant
woord, dat de inwendige zending daarop te
geven neeft.
En zal er ook van een groote conferentie,
die zich met deze vragen bezig houdt, niet
een stimuleerende kracht uitgaan op een
kerk, die weer oog begint te krijgen voor
haar roeping tegenover velerlei nooden?
Er zal op de conferentie worden gesproken
over de sociale bewogenheid als een wezens
kenmerk van de kerk, zonder welke een kerk
niet wezenlijk kerk is; er zal worden gespro
ken over den buitenkerkelijken oorsprong
der inwendige zending in het midden der vo
rige eeuw en over de opvoedkundige denk
beelden van haar voormannen, maar ook van
mogelijkheden tot inwendige zend'ingsarbeid
in keirkelijk verband; er zal herinnerd wor
den aan den ontwikkelingsgang der uitwen
dige zending, waar zending overgaat in in-
heemsche kerk; tenslotte zal gevraagd wor
den wat nu het antwoord der inwendige zen
ding kan en moet zijn op het spreken van de
kerk in het heden.
SAMENSPREKING
Ds. D. J. Couvée, Geref. predikant te Hil-
legersberg, schrijft in zijn biad „Herleving":
De couranten hebben af en toe melding
gemaakt van saamsprekingen tusschen kerke
raden van onderscheiden kerkformatie en
ook van gemeenschappelijke bidstonden hier
en daar, met het oog op den nood der tijden.
Die saamsprekingen gingen soms uit van
de plaatselijke predikanten, op een andere
plaats zelfs van de kerkeraden en kregen dan
een min of meer officieel karakter. In hoe
verre dit laatste ook wel eens het geval was
met interkerkelijke gebedsuren is mij onbe
kend. Naar ik méén bleef dit veelal officieus.
De kerkeraden sympathiseerden daarmee.
Maar de feitelijke beleggers waren „leeken"
of predikanten, maar dan meer krachtens
het ambt aller geloovigen. Van kanselruil of
gemeenschapelijke diensten des Woords hoor
den we tot heden nergens.
Dat de drang naar eenheid van wat bijeen
hoort zich steeds sterker doet gevoelen, is
zeer verblijdend. Nóg verblijdender, dat dit
verlangen en allerlei practische uiting daar
van reeds lang vóór den oorlog openbaar
werden. Dat het dus geen opportunisme,
maar inderdaad besef van saamhoorigheid,
behoefte aan gemeenschap der heiligen, ge
hoorzaamheid aan alle Hoogepriester is.
Zoo kwam ook bij de reeds lang benoemde
en daarin bezige „deputaten voor de bevor
dering van eenheid onder de Gereformeerde
belijders" een tweetal brieven in uit onze
kerken „of en in hoeverre het gewenscht is,
dat plaatselijk door de kerkeraden contact
gezocht wordt met die van de Christelijke
Gereformeerde of de Hervormde Kerk".
Vanzelf heeft ook de Generale Synode
waardeering voor de bedoelingen, die bij der
gelijke locale saamspreking en -werking
dringen. Maar zij vreesde, dat indien ook
plaatselijk allerlei officieels gebeuren zou,
wat thans reeds generaal geschiedt, dit laat
ste er door zou worden doorkruist en mis
schien geschaad, vooral dan wanneer plaat
selijk iets reeds mislukte.
Wij gelooven, dat deze argumenten niet
onjuist zijn. En het zou heel jammer wezen,
indien wat algemeen is, wat onder Gods
zegen landelijk vrucht moge dragen, door
een minprettigen loop van zaïcen op één of
andere plaats de albetere sfeer vertroebelen
Waartegen de Synode echter geen bezwaar
heeft, is tegen zulke samenspreking, ook
plaatselijk, indien zU slechts volkomen offi
cieus blijven, als tusschen particulieren. Zelfs
gelooft zij, dat dit het onderling begrip be
vorderen kan en dienstig zijn ter voorberei
ding van een toekomstife vereeniging van de
kerkengroepen in haar geheel.
Voor voor ons zien dit nog niet in de
naaste toekomst. Maar bij God zijn alle din
gen mogelijk, ook een verrassend eind aan
den kerkoorlog. In elk geval heeft ieder alles
te doen, wat werkt in de goede richting. Dat
is allereerst het gebed. En voorts, gelijk de
Synode zelf wenschelijk achtte, officieus
saamspreken en meewerken aan beter onder
ling begrip.
Het terpengebied van noordelijk Friesland
telt verscheidene dorpen, welke zich kunnen
beroemen op het bezit van een oud, merk
waardig en schoon kerkgebouw, veelal met
den typisch Frieschen zadeldaktoren. Een
fietstochtje van Leeuwarden uit is in dit ver
band zeer leerzaam en genotvol Men fietst
dan over Jelsum, Stiens, Hallum, Ferwerd,
Hoogebeintum, Genum, passeert bij Birdaard
den ouden Ee-stroom en keert via de in het
geboomte verscholen dorpen Oudkerk, Oen-
kerk en Giekerk weer naar de Friesche
hoodfstad terug. Men maakt dan in het land
schap den overgang mee van klei terpen
gebied, zandgrond en laagveen met plassen
en meertjes. Jelsum bezit een uit de 12de
eeuw dateerende kerk, grootendeels van tuf
steen, met veel belangwekkende bouwele
menten uit de Romaansche en de Gothische
stijlperioden. Stiens heeft een eveneens onge
veer zeven eeuwen oud kerkgebouw van tuf
steen en baksteen met een bakstenen west
toren uit de 15de eeuw, die al de stoerheid
van Friesland in steen schijnt te willen
symboliseeren.
Het daarop volgende dorpje Finkum heeft
een kerk. alweer met zadeldaktoren, welke
uit de 13de eeuw dateert en van groote roo-
den en gelen baksteen is opgetrokken. De
kerk van Hijum, welke dan volgt, is weer
uit de 12de eeuw en bijna geheel van tufsteen
met een eveneens tufsteenen toren. De kerk
van Hallum biedt een geheel ander beeld.
Het is een groote kruiskerk, ontstaan uit de
verbouwing in baksteen van een vermoedelijk
12de eeuwsche tufsteenen kerk. Zij staat in
een centrum van oude bebouwing en vele
bekoorlijke straatjes leiden alle naar het
kerkgebouw, zoodat er een zeer fraai dorps
beeld is ontstaan. Het naburige Westernij-
kerk bezit een typisch kerkje met zadeldak-
toren uit de 13de eeuw, twee eeuwen later
vergroot, van baksteen opgetrokken. Ferwerds
kerkgebouw, groot en stoer, dateerende uit
de 13de eeuw, en gedeeltelijk ook uit de 16de.
eeuw, is ondanks de weinig gelukkige restau
ratie van den zadeldaktoren van eenige jaren
terug, een schoon en sprekend gebouw, dat
ook door zijn ligging een bezoek verdient.
Van Ferwerd fietst men naar Hoogebeintum,
dat de hoogste terp van Friesland met
bijgevolg een prachtig uitzicht bezit, als
mede een tufsteenen kerk uit de 12de eeuw
en een bakstecnen toren uit de 13de eeuw,
alweer met een zadeldak. Uit denzelfden tijd
dateert het fraai gerestaureerde kerkje van
Genum, waarvan de noordmuur bijna geheel
van tufsteen is opgetrokken. De kerken van
Lichtaard en Birdaard zijn niet belangrijk,
doch Oudkerk bezit weer een oude kerk van
tuf- en baksteen, evenals Oenkerk, welks
kerkgebouw uit de 13de eeuw dateert. Ten
Religieuze kunst in het Tij
Rotterdam, 18 Juni. Wij hebben melding ge
maakt van de opening van de tentoonstelling
bij Unger, Eendrachtsweg, ingericht vanwege
het Instituut voor religieuse en kerkelijke
^unst
Bij ons bezoek aan deze door op het Evan
gelie van Jezus Christus gerichte expositie
viel het ons in de eerste plaats op hoe, afge
zien van de gebezigde technieken, de inhoud
van den Bijbel door elk van de kunstenaars,
die hier iets van hun werk laten zien, op
zeer verschillende wijze wordt verwerkt.
Herman Mees wordt het meest ge
boeid door de rustige wijding, die om den
Christus zweeft en hij beeldt deze wijding
ook wel zóó uit, dat ze op den beschouwer
overgaat. Het meest geslaagd is wel zijn
„Bethlehem" en „Christus met de twaalf
apostelen". Het eerstgenoemde treft inzon
derheid door de knappe wijze waarop
het schemerlicht in de stal wordt gesugge
reerd. Het andere, grootere, doek valt op
door de groote eenheid in de compositie van
de aandachtig naar hun Leermeester luiste
rende jongeren.
Marius Richters is heel anders inge
steld op den Bijbel. Niet het zoet-idyll ische
zet hem aan tot schep.ping van groote en
kleinere werken en niet slechts de teekening
maar ook het krachtige kleurengamma is
hem daarbij van dienst. Het groote doek
„Wiens wan in Zijne hand is" (Luc. 3:17) is
typeerend voor het „profeteerende", dat
Richters werk veelal heeft. En ook in „De
vier ruiters" uit Openbaring, de „Verloren
zoon" en „Armen van Geest", eveneens groote
stukken, en de teekening „Farizeeër en Tol
lenaar" (merkwaardige zelfportretten!) heb
ben dat heftige, een Evangelische gedachte
als het ware uitschreeuwende karakter.
Heeft Mees in zijn „Bethlehem" het „clair
obscuur" van Jlembrandt benaderd, Richters
is in ander opzicht rembrantiek; hij „preekt"
op zijn wijze uit het Evangelie. Hij doet dat
00,1c in zijn kleinere werk, als b.v. de etsen
„De steeninging van Stefanus" (een die op
Rembrandts naam zou kunnen staan!),
.•Christus wandelend op de zee" (als schil
derij met de Groote Kerk verbrand) en
„Christus het licht der wereld" (hoofdmotief
van het eveneens vernietigde raam van den
zelfden naam in de Zuiderkerk).
W. van Dordt is met Richters wel
eenigszins verwant wat zijn keuze en ver
werking van Bijbelsche onderwerpen betreft.
Een zeer groot en doorwrocht doek „Geeft
den Keizer wat des Keizers is", is wel het
merkwaardigst staal van zijn talent „De
barmhartige Samaritaan" is eveneens een
prachtig geconcipieerd en uitgevoerd werk,
terwijl de teekeningen van dezen schilder,
zooals „Komt allen tot Mij", grootsch van visie
en opzet en knap van uitvoering zijn.
Als vierde valt op J o Boer. met een
„Kersttriptiek", dat een wana beslaat: een
Tienteekening met groote allure en toch met
een innigheid van detailverzorging, die be
wondering werk. Dit triptiek vraagt lang
durige en aandachtige beschouwing met den
Bijbel in de hand, want talrijke teksten waar
aan deze schilderese bij dit enorme contempla
tieve werk gedacht heeft, zijn in den rand
van het middenstuk verwerkt.
Van de andere kunstenaars die hier ver
tegenwoordigd zijn (S. Miedema, A. P. H. R.
Maasdijk, Ir. Meischke en Han Richters)
maken we nog terloops melding en vestigen
ten slotte de aandacht op de nieuwe uitgave
„DE HEYLIGHE EUANGELIA" met hout
gravures van Jan Th. Giesen, die er
tevens uitvoerig geëxposeerd is en op enkele
enorme foto s van de uitgebrande Sint
Laurens en foto's van enkele der ramen van
Richters uit de verbrande Zuiderkerk.
Onze aandacht wordt er nog op gevestigd,
dab op telefonische afspraak, kinderen der
hoogste klassen van lagere en U.L.O.-scholen
en van H.B.S. en Lycea in klaseverband gra
tis toegang hebben tot deze tentoonstelling
van religieuse kunst.
slotte moet ook Giekerk genoemd worden,
waarvan de kerk omstreeks 1100 gebouwd
werd. Zij het dan ook, dat zij later nogal eens
werd gewijzigd. In ieder geval biedt boven
staande route een zeldzame gelegenheid om
in een betrekkelijk klein gobied een groote
schat van bouwkunst te leeren kennen. Men
kan den tocht in een middag volbrengen.
Rechtszaken
RECHTBANK TE ROTTERDAM
Rijwieldiefstallen in het groot
De 40-jarige varensgezel A. v. M., wonende
te Rotterdam, gedetineerd, stond terecht wegens
diefstal van tientallen rijwielen. Hem waren
tien gevallen tenlaste gelegd, maar de officier
mr, Meischke, merkte op, dat verdachte van
het stelen van rijwielen een soort grootbedrijf
had gemaakt. Het aantal door verdachte ont
vreemde rijwielen liep tusschen de 50 en 80.
Verdachte bekende de hem tenlaste gelegde
Als getuige traden op de rechercheurs K. W.
de Hoop en J. Hup, specialisten in het opsporen
van rijwielen.
De officier stelde vast, dat het aantal rijwiel
diefstallen zeer toeneemt. Er zijn dagen, dat
er 30 rijwielen worden ontvreemd. Het publiek
moet meer opletten en de rijwielen niet onge
sloten achterlaten. Het is nu vooral om de
banden te doen.
Eisch 2 jaar en 6 maanden, met aftrek van
de voorloopige hechtenis.
ELECTRISCHE ORNAMENTEN
voor elke kamer, voor elke Deurs!
Keuze .uit meer dan 100 modellen.
N.V. COUZY. 1« Mlddellandslraal 72.
Rotterdam.
De 28-jarige chauffeur J. J. de V. te Rotter
dam, gedetineerd, had zich eveneens schuldig
gemaakt aan verscheidene rijwieldiefstallen,
die hij in samenwerking met den verdachte uit
de vorige zaak had bedreven.
Tegen dezen man eischte de officier een ge
vangenisstraf van 2 jaar, eveneens met aftrek.
Wegens heling van gestolen rijwielen, afkom
stig van diefstallen uit de beide vorige zaken
koopen en verkoopen, vervoeren, bewaren
en ombouwen stonden vervolgens terecht
G. v. M., 30 jaar, loodgieter; T. v. M.. 32 jaar.
graancontroleur, en L. J. v. M., 38 jaar, schil
dersknecht, allen wonende te Rotterdam en ge
detineerd in het huis van bewaring. Deze drie
mannen zijn broers van den verdachte uit
eerste zaak.
De eerste verdachte bracht het grootste ge
deelte der door hem gekochte rijwielen naar
diverse verkoopingen en veilingen. Het groote
aantal wekte echter wantrouwen en zoo kreeg
de politie een spoor in handen, dat opheldering
bracht in tientallen gevallen van rijwieldiefstal.
De officier eischte tegen G. v. M. een gevan
genisstraf van 2.jaar. Bij het hooren van dezen
eisch barstte verdachte in snikken uit, evenals
eenige vrouwen, die op de publieke tribune de
zitting bijwoonden.
Tegen den tweeden verdachte, T. v. M.. die
een aantal rijwielen had omgebouwd, eischte
de officier een gevangenisstraf van 1 jaar en
6 maanden.
Tegen den laatsten verdachte, die een aantal
der gestolen rijwielen had gekocht omgebouwd
en weer verkocht, eischte de officier een ge
vangenisstraf van 2 jaar.
Uitspraken 26 Juni.
RECHTBANK TE AMSTERDAM.
De strijd tegen het clandestien
slachten
Vier personen veroordeeld.
Bus9umer, die op 28 April nic*. minder dan
vijf varkens had geslacht, veroordeeld tot acht
maanden gevangenisstraf met verbeurdverkla
ring van vleesch en schietmasker.
Een grondwerker uit Diemen, die in April
en Mei drie schapen had geslacht, probeerde
de verantwoordelijkheid van zich af te schui
ven door een buurman, die veekooper was, als
zijn opdrachtgever aan te wijzen. De vee
koopman verklaarde op zijn beurt, dat hij de
schapen aan den grondwerker had verkocht
maar hij had de schapen laten scheren en over
de huid beslist
De grondwerker en veekoopman werden
beiden conform den eisch tot acht maanden
gevangenisstraf met verbeurdverklaring ver
oordeeld.
Een Amsterdamsche slager, die op 28 Maart
geverbaliseerd was, omdat hij drie schapen
had geslacht, 1
vangenisstraf v
met verbeurdverklaring.
RECHTBANK TE HAARLEM
VERWAARLOOZING
Voor de rechtbank heeft gisteren een 23-
jarige vrouw terechtgestaan, die haar twee
kinderen van drie en een jaar onverzorgd in
haar woning had achtergelaten. Toen haar
echtgenoot énkele dagen afwezig was, had zij
de kinderen des morgens in bed gestopt en
was zij te Amsterdam met een anderen man
op stap gegaan. Den volgenden dag kwam zij
's avonds Iaat weer thuis, waar zij werd op
gewacht door de politie, die inmiddels door
buren was gewaarschuwd en die de kinderen
elders had ondergebracht. De officier van jus
titie gaf de vrouw een ernstige terechtwijzing
Financieel Nieuws
Lever Bros Cr Unilever Ltd.
De winst in het bedrijf gehouden. Een verge
lijking met de Nederlandsche maatschappij
Het passeeren van het dividend (v. j. 10 pet.)
door de Lever Bros Unilever Ltd. wordt m
belanghebbende kringen toegeschreven aan de
onzekerheid, welke ten aanzien van de betrek
kingen tot de Nederlandsche zuster-mij. nog
bestaat
Op zichzelf zou de netto winst van 6 6 (v j.
6.74) millioen toereikend zijn om het dividend
van het vorige jaar uit te keeren. Na uitkee-
ring van het preferente dividend resteert er
nog 2.4 millioen voor het gewone aandeelen
kapitaal.
Het bestuur beoogt, de kwestie van dividend-
uitkeering op de gewone aandeelen opnieuw
aan de orde te stellen, als de vraag omtrent
de dividend-egalisatie-overeenkomst tusschen
de Engelsche en de Nederlandsche mij., die al
leen betrekking heeft op het gewone dividend,
zal zijn opgehelderd.
Aan het bovenstaande bericht, dat de Holl.
Bank-Unie aan een Duitsch blad heeft ont
leend, voegt de schrijver van het overzicht
onder meer toe, dat men de gevolgtrekking zou
kunnen maken, dat de Engelsche preferente
aandeelhouders wél hun dividend hebben ont
vangen. De 6 pet. cum. pref. aandeelen Lever
Brothers Unilever n.v. noteeren ter beurze
van Amsterdam ca. 104 pet. inclusief 6 pet.
achterstallig dividend, aangezien hier te lande
de betaling van het preferente dividend is op
geschort. In October 1940 meende de directie
van de laatstgenoemde (Nederlandsche maat
schappij), dat in 1940 de kosten nog wel zouden
worden verdiend. Voorzichtigheidshalve heeft
men blijkbaar zooveel mogelijk middelen in
het bedrijf willen houden.
Bij een beoordeeling van de resultaten over
1940 moet niet uit het oog worden verloren, dat
de Nederlandsche maatschappij de belangen in
het buitenland, waaronder de zeer beteeke-
nende Amerikaansche belangen, nog
bezit. Wel werden deze op 11 Mei 1940 aan oen
Z.-Afrikaansche dochtermij. overgedragen tecvn
overneming van de schuld, groot 11 millioen
aan de Engelsche mij., waarop 3 pet. rerte
moet worden vergoed. De Nederlandsche mij is
dus ontslagen van dezen jaarlij.kschen rente
last, terwijl zij anderzijds indirect het eigen
dom van de buitenlandsche belangen heeft be
houden.
Wat de groote Duitsche belangen
der Nederlandsche mij. betreft, dient rekening
te worden gehouden met het feit, dat de
moeder-mij. te Rotterdam door de o pheffing
der transferregeling met Duitschland thans de
volledige winstuitkeeringen naar Nederland kan
overmaken. Over welke bedragen het hier gaat
is niet bekend, doch aangenomen kan worden,
dat dit de liquiditeitspositie der Nederl. mij. ten
goede zal komen.
Toch zou de H. B. U. hieruit niet de conclusie
druven trekken, dat de Kansen op dividenduit-
keering voor de gewone aandeelhouders daar
door beter zijn geworden. Temeer, omdat de
Engelsche Lever Bros Unilever Ltdzooals
boven vermeld, over 1940 het dividend op de
gewone aandeelen heeft gepasseerd, hoewel de
netto winst maar weinig lager was dan over
1939, toen 10% dividend werd uitgekeerd.
Wisselkoersen
OFFICIEELE WISSELKOERSEN NED. BANK
Valuta's (schriftelijk en t. t.)
AMSTERDAM 19 Juni 12 Juni
New York 1.88-ft 1 88A 1:88A 1.88A
Brussel 30 11 30.17 30.11 30.17
Stockholm 44.81 44.90 44 81 44 90
Zurich 43.63 43.71 43.63 43.71
Bankpapier:
New York 1.88% 190*4 188*4 190*4
Brussel 30.08 30 20 30 08 30 20
Stockholm 44.76 44 94 44.76 44 94
Zurich 43 59 43 75 43.59 43 75
KOERSEN NEDERL. CLEARINGINSTITUUT
Koersen voor stortingen op 20 Juni tegen
verplichtingen in:
Belga's 30.1432 Dinar (o. sch.) 3.43
Zwits. fr. 43.56 Dinar (n. sch.) 4.23
Fransche fr. 3.768 Turksche p. 1.4514
Lires 9.87 Lewa 2.30
Deensche kr. 36 37 Pengö (o. sch.) 36 519
Noorsche kr. 42.82 Pengö (n. sch.) 45 89
Zweedsche kr. 44.85 Zloty (o. sch.) 35
Tsjechische kr. Zloty (n. sch.) 37 68
(oude schuld 6.42 Lei 1.28
iin
er o|
ik zal me ook wel wachten, er over
oor hcen- Maar je zegt immers zelf, dat
emaak1 op dat punt scherp zijn? Welnu, ge-
V. gev wat ik zeg. We zouden het een prach-
door.r vinden Maar... het wordt geen
ootma.
mpenexcit". zegt Vanvelden. „Dan maar
en. In elk geval, we moeten ons wen-
de gedachte, dat we Greet verliezen.
>f niet spoedig."
vordt spoedig, heel spoedig.
jeeft Vanvelden niet kunnen denken,
j J die woorden zeide.
dat 2Pat de daarop volgende week naar de
0f jmn£ 'n Amsteraarfi en reist door naar
fkomsïd om de fabriek van De Bruin te be-
ec de relatie te verstevigen. Hij doet
i'ijzingidi4fkken op. die hem niet bevallen,
ie vee^fj zègt ze 'ian niemand. Want hij is
orzichtig zakenman. Hij kan zich ver-
De yjd zal het wel ieeren. Die leert
jor wie lëeren wiL
r iets anders vertelt hij wel, als hij
door
HUGO KINGMANS.
's avonds rustig met zijn vrouw en Greet in
den tuin zit. Het is nog hoogzomer.
„Raad nou eens, Cor, wie ik ontmoette in
den trein naar Hoogveld. In Hoogveld moet
je uitstappen, zie je. Laagveld ligt niet aan de
lijn. De Bruin was er met zijn wagen. Maar
wie ontmoet ik daar nu in den trein Nou
„Ja, hoe kan ik dèt nu raden
„Je hebt gelijk. Is niet te raden ook. Het ls
wel twintig en méér jaar geleden, dat we
elkaar zagen
„Dan hoef ik zeker niet te raden", zegt
Gretha lachend. „Dat was bijna vóór mijn
geboorte."
„Botterweg
„Hé, wat aardig. Kende hij je nog
„Onmiddellijk herkenden we elkaar. Alsof
we elkaar nooit uit het oog hadden verloren.
Het werd natuurlijk een gezellig praatje en
ophalen van oude herinneringen. Ik ben ook
nog bij hem thuis geweest. Hij woont prachtig
in Hoogveld. O ja, dat vergat ik te zeggen. Hij
woont daar. Al jaren. Een mooie villa. Hoog
veld is een pracht van een dorp Schitterend
natuurschoon. Je zou er best een vacantia
kunnen doorbrengen. Nu, toen ik van Laag
veld kwam, ben ik naar Botterweg toegegaan.
Hij heeft een aardige vrouw. Vier kinderen,
maar er is er slechts één meer thuis."
„Zit hij nog in het kweekersvak
„En öf. Een schitterende tuin. En achter de
duinen lappen grond voor zijn bloembollen.
Daar heeft hij geld mee verdiend. Hij reisde
in den goeden tijd meermalen naar Amerika.
Ik moest en ik zou er blijven eten. Slapen
werd ook geëischt. Maar dan zou ik nu hier
niet zitten, dus ik heb voor de invitatie be
dankt. Als motief gaf ik op, dat ik dan thuis
geen leven meer zou hebben, als ik vanavond
niet thuis kwam."
„Het staat je fraai, je vrouw zoo te beklad
den", schertst mevrouw Vanvelden terug
„Wat moeten die menschen wei niet van mij
denken
„Ze zullen je leeren kennen. Want volgende
paar dagen tusschen uit. We gaan er logeeren.
Greet mag ook mee, als ze wil. En ze mag,
als zij wil, ook wel in Hoogveld blijven
wonen."
„Watblief doen tante Cor en Greet,
hoogst verwonderd.
„Zal ik nader expliceeren. Ik ben aan het
solliciteeren geweest. Heusch. De voorwaar
den zijn niet bepaald gunstig, maar je moet
tegenwoordig aanpakken wat je krijgen kunt."
„U is iemand om een anaer orandend
nieuwsgierig te maken", merkt Gretha op. Ze
begint lont te ruiken. „Heb ik er iets mee te
maken, oom
„Het gaat Jou alleen aan, meisje. Maar
nu alle gekheid op een stokje. Ik praatte
uiteraard ook over jov Zonder meer. En wat
zegt toen Botterweg? Hij is ..cretaris van het
schoolbv.stuur. Ddominee, di heet Hengema,
is voorzitter. Botterweg zegt: we kunnen uw
nichtje hier wel gebruiken, als de zaken zóó
staan. Onze onderwijzeres: mejuffrouw, tja,
ik ben haar naam vergeten, d*.et er ^jk niet
toe, nou, die onderwijzeres is niet sterk. Een
volontaire '-ar. er geplaatst wo.den. Het be
stuur heeft er reeds over gesproken. Botter
weg maakt het wel voer jc irde, meent hij.
Maar meer dan tweehor 'erd gulden kan er
niet voor uitgetrokken. Wil je dus in aan
merking komen, dan kost het je geld. want
je moet er een kamer n. ren, etcetera. Intus
schen, de zaak is aan den rol. Tenminste,
wanneer jij er iets voor voelt. Dat moet je
Botterweg deze week schrijven. Volgende
week gaan we er heen, als ik zei. Je kunt dan
kennis m. ken, er misschien wel blijven. Nu
weet je alles Greet. De beslissing is aan jou.
Het is vrij zeker, dat je hartewensch in ver
vulling kan gaan. Alleenhet is ver weg.
En we zullen je missen, kind, erg missen ook."
De opgewekte stem is gedaald. De nuchtere
zakenman zegt de laatste woorden geroerd.
En zijn vrouw ziet zwijgend Gretha aan.
„Wilt u mij dan van het kantoor hebben?"
vraagt Gretha.
„Ja", is het vaste antwoord. „Niet voor
mij, maar voor jou. Ik houd je liever bij mij,
maar je werkt zuiver machinaal. Je hart is er
niet bij. En op den duur houd je dat niet voL
Ik heb tante gezegd, dat ik zoeken zal naar
een gaatje voor je, opdat je vóór de klas
komt. Daar alleen zul je leven! En omdat
zoowel tante als ik het goede met je voor
hebben en je in geen enkel opzicht willen
dwarsboomen, zullen we Je laten gaan, hoe
veel 't ons kost. De beslissing is dus aan jou.
Denk er nog eens een paar dagen over na.
Maar deze week moet er geschreven worden.
Tegen Maandagavond wilde Botterweg dan
een vergadering van het bestuur uitschrijven,
's Woensdags komen wij in Hoogveld. Bedenk
ook, dat het je geld kost. Dat is geen bezwaar
yoor je, 'k weet het wel. Maar het is een
factor, die je moet overwegen."
„De zakenman", glimlachte Gretha. „Ik
denk niet aan dat geld. Dat komt wel terecht.
Dat het ver weg is, kan me ook niet schelen,
als.... ik hier niet weg moest
Dan moeten alle drie opeens lachen om
dien onzin, waar de inconsequentie dik op
ligt.
„Nu ja", aarzelt Gretha. „U begrijpt me
wel. Ikik kan hier ook niet gemakkelijk
weg. En als u me liever op het kantoor
hebt.
„Ho even. Uitschakelen die overweging. Het
gaat om jouw belang en niet om het mijne.
Voor jou is het beter, dat je het kantoor zoo
gauw mogelijk vaarwel zegt. Je aardt er niet.
Dus wat ons betreft, ik weet ook namens tante
te spreken, kun je gaan, al zal het ons zwaar
vallen, als je gaat. Neem geen overijlde be
slissing. Denk er rustig over na. Natuurlijk, je
kunt er heen gaan en, als het je niet bevalt,
terugkeeren, we leven in een vrij land, maar
met die gedachte moet je niet gaan, vind je
wel? Trouwens, dat is niets voor jou en voor
ons ook niet"
In den tuin achter de groote woning op
den Praediniussingel heerscht dan geruimen
tijd stilte. Elk is vervuld met eigen ge
dachten.
Geruimen tijd later gaat Gretha voorzichtig
informeeren.
Natuurlijk heeft oom niet veel van het dorp
gezien. De tijd is er te kort voor geweest.
Maar wat hij heeft gezien en gehoord, heeft
hem de overtuiging geschonken, dat Hoog
veld een pracht van een dorp is, welvarend
in zekeren zin, met een goedwillende, nijvere
bevolking, hoofdzakelijk bestaande uit boe
ren en kweekers. Er staat een mooie kerk,
nog maar enkele jaren oud. De pastorie is
er naast. Dominee Hengema is een goeie vijf
tiger. Staat er al verscheiden jaren. Een ge
schikte kamer zal zij wel kunnen vinden.
„Bij Botterweg werd reeds een naam ge
noemd. De weduwe Verdonk. Je kunt ook
bij Botterweg zelf. Ruimte genoeg daar-
Maar eigenlijk vonden we 't beter, dat je
daar niet kwam. Om verschillende reden, z'e
je. Die wil ik je later nog wel eens zeggen.
We spraken natuurlijk verondertellenderwijs.
Want je bent er nog niet benoemd, al komt
dat wel in orde. En, het voornaamste is, dat
je zelf nog niets hebt beslist. Moet je van
avond ook niet doen."
„Ik dacht onder je praten, dat je alles al
voor elkaar hebt gemaakt", zegt mevrouw.
„Maar zóó staat het toch niet".
„Neen, neen", haastte hij zich te zeggen.
;,Ik heb alleen gepolst. Om Gretha te hel
pen. Als zij zegt: „ik doe het liever niet, ik
blijf hier, ons best."
Gretha staat op en slaat spontaan den arm
om zijn hals.
„U is een beste oom. Dat u zóó aan mij
denkt en mij zóó wenscht tegemoet te komen.
Maar u stelt mij voor een moeilijke beslis
sing. Ikikzou er g«fc<ig heen g#an,
maar.... dandan moet ik hier weg?'
(Wordt vervolgd).