31iruiut güriltsdp (iourattt <r Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Duitschland en Turkije sluiten een vriendschapsverdrag I^ginentsprijs: S maanden 2.47, vermeerderd met 15 Incassokosten. Per week 19 ct iel ie nummers 5 ct Zaterdagnummers Zondagsblad 7% ct Alle6 bij n -uitbetaling. la!ütieprijzen: Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 58936 rden ct per regeL Ingezonden Mede- zigd!^lingen 45 Ct" per regeL 22e Joargang No. 6457 Hoofdredacteur H. Diemer, Rotterdam. DONDERDAG 19 JUNI 1941 Uitgave: N.V. Nieuwe Leidsehe Courant egcnw- pond ^JTuttige commentaar sprinj goud llijk, dat hier em daar een klaoht eend.jt de uitbetaling van de kinder- GMorvr het eerste kwartaal wat lang de Ei wachten. Toch laat die vertra- en d wel begrijpen, als men bedenkt, ^to b$e eer6t€ niaal natuurlijk ver- t. Hacphnisohe moeilijkhedein over- maalsen worden en bovendien de be- ïlijkei^n tijdsverloop v>an eenige weken land01 verdeeld. °iU ^rengen wy die klachten gaarne a" de^et de belangstelling, welke in bestaat voor het belangrijk BNts/Vetgeving, dat in den kinderbij- irbeidelegd- Als 15 de e'-genlii|ke ge in de verplichte kinderbijelag- is o»n Nederland betrekkelijk jong, v thans reeds 20 lentes. Omstreeks ductievvaarop d€ mensch' °°k de soci- setaali mensch en dat zijn er in eid veel velen meerderjarig pleegt nstem meer recht van spreken krijgt, grondïn leeftijd va>n haar geschiedenis ïtschelinderbijslagwet tot gelding ge- iank tont, dat men niet langer kan ire w4 theoretische vertoogen, maar ""•'"gissing wordt overgegaan. Het |uld, een belangrijk ding tevens, i 3ritscl»en in de algemeene principieele rloosd waaraan zulk een omvangrijk !s.het,de sociale wetgeving moet vol- t>efd ?et is een ander ding, en ook dat )egenagrijk, de verschillende wetsarti- !ngen,umen uitleggen en toepassen. olharceen handleidinS niet worden ge- dcn n t hetugt ons, dat bij N. Samson N.V. ïrs den den Rijn een goede handleiding eves passing van de Kinderbijslagwet luropen, verzorgd door de heeren Dr. le beiaay Fortman, hoofdcommies bij k^e^nent van Sociale Zaken, en Mr. Ier Gh de Ven, commies bij hetzelfde 'he adiwij'ze wordt een duidelijk over- ipa istn over de ingewikkelde materie, en h?toch zoo heel velen te maken inleiding, waarin eren wordt Bank de geschied ends van de wet, gaat bescander vooraf. op6 hi besef had voor hetgeen het circulin behoefde, heeft lang en met aar de verwerkelijking uitgezien 'vü^ctoten, zooals thans in deze wet e grin deze wet immers zijn alleszins tionee denkbeelden belichaamd, die )o?b <hds lang werden voorgestaan, /"decent de toepassing ook met nauw- althaln beleid te geschieden. De wet ïrze iiht op, alleen reeds om de gedach- :'ceblizij bevat. Bij die toepassing kan aalde'ïtrekte handleiding veel steun lige 1 e spec r genei, Rijk *?sgeg? Orde op den weg 'op d^lachtoffers van bet verkeer over e hefste maanden van dit jaar, deze i5 tezamen genomen, maar vooral over >o va.April, niet onaanzienlijk daalde. s op uding nam het aantal gewonden e effef. effenoorzaken van deze dalingen in de ie An^011 Q^et ^ang zoeken. Een e best1 raam fs veelal reeds voldoende buiternmdering of de wijziging van het laapst doen opmerken. Toch kan men ervooies over één kam scheren. De sta- ïdedeelingen zeggen namelijk nog harde den ki mededeelingen toch bldjQct, dat, het geheele land in de periode aan:ste vier maanden van 1941 het en du verkeersongevallen gedoode per- oor djC) aantal in de groote steden 1 meer^an 100,000 inwoners geheel ge- as een)it beteekent dus, dat, ondanks het 'afkapt groote verkeer, het ver- 3onseg de ër°ote steden niet vermin ven, c hangrt uiteraard samen met het ikter Wal in de steden motorrijtuigen '/"voU^ vervoersmiddelen, vooral fiet- bij djvvangen. Gheef(rlandsch€ volk kan men zich zon- racht111 moeilijk meer denken. En het is ven ';ere hoogte begrijpelijk, dat de zoodot om zich meer rechten toe te kapita Woensdag om 21.00 uur is ie Ankara door den Duitschen ambassadeur Von Papen in opdracht van de rijksregeering en door den Turkschen minister van buitenlandsche zaken, Saradjogloe, namens de Turksche regeering een vriendschapsverdrag tusschen Duitschland en Turkije onderteekend. Het verdrag heeft den volgenden tekst: Het Duitsche rijk en de Turksche republiek, bezield door den wensch de betrekkingen der beide landen te baseeren op weder- zijdsch vertrouwen en oprechte vriendschap, zijn onder voorbehoud van de tegenwoordige verplichtingen van beide landen overeen gekomen een verdrag te sluiten. Hiertoe heeft de Duitsche Rijks kanselier tot zijn gevolmachtigde benoemd ambasadeur Franz von Papen en de president van de Turksche republiek den minister van buitenlandsche zaken Saradjogloe, die op grond van de hun verleende volmachten de volgende bepalingen zijn overeengekomen: Artikel 1. Duitschland en Turkije verplichten zich wederzijdsch de integriteit en onschendbaar heid van hun staatsgebied te eerbiedigen en geenerlei maatregelen te nemen, die direct of indirect tegen den anderen verdragspartner zijn gericht. Artikel 2. Duitschland en Turkije verplichten zich in de toekomst om in alle vraagstukken, die hun wederzijdsche belangen raken, met elkaar in vriendschappelijk contact te treden, teneinde bij het behandelen van dergelijke vraagstuk ken tot overeenstemming te geraken. Artikel 3. Bovenstaand verdrag wordt geratificeerd en de ratilicatie-oorkonden zullen weldra te Berlijn worden uitgewisseld. Het verdrag treedt op den dag van de on- derteekening in werking en geldt van dit oogenblik af voor den duur van tien jaar. De verdragspartners aullen te zijner tijd overleg plegen over verlerging van het verdrag. Gedaan in twee/oud, in het Duitsch en In het Turksch, te Ankara, den 18den Juni 1941. Spoedig oeconomische onderhandelingen Tegelijk met de onderteekening van het Duitsch-Turksche vriendschapsverdrag zijn de volgende nota's gewisseld door de Duitsche en Turksche gevolmachtigden over de oeconomi sche betrekkingen tusscheri beide landen. Met verwijzing naar de gelukkige slui ting van het Duitsch-Turksche verdrag van heden heb ik de eer ter kennis van Uwe Excellentie te brengen, dat mijn regeering bereid is zooveel maar eenigs- zins mogelijk is de oeconomische betrek kingen tusschen Duitschland en Turkije te bevorderen met inachtneming van de mogelijkheden, besloten in de oeconomi sche structuur beider landen en met als grondslag de ervaringen, die de beide landen tot wederzijdsch nut met elkaar in den oorlog hebben opgedaan. De beide regeeringen zullen weldra onderhandelingen openen om zoo spoedig mogelijk in een verdrag de grondslagen neer te leggen voor de uitvoering van deze overeenkomst. De Giethoornsche punters De A.N.W.B. deelt ons mede, dat na overleg tusschen den burgemeester van Giethoorn en de Duitsche autoriteiten deze laatsten hebben goedgevonden, dat de zg. punters te Giethoorn kunnen worden eeb-uikt voor dezelfde doel einden, waarvoor zij werden gebruikt vóór het in werking treden van de verordening op de kust verdediging. Deze bela..grijke beslissing maakt het mogelijk, dat Giethoorn's voornaamste at tractie en daarmee zijn karakter van toeristen centrum kan behouden. Er wordt echter op gewezen, dat de toegestane verzachting op de verordening alleen geldt voor de zg. punters. Kerk en Zending NED. HERV. KERK. Geref. Kerken. Beroepen: Te Leeuwarden H. van Andel te Soest. Tweetal: Te Rotterdam-Delfshaven(Vac. J. Schoonhoven), G. Hagen te Asperen en P. Veenhuizen te Den Helder. Tweeial vervallen. Aangezien Ds. J. C. Maris, die deel uit maakte van het door den kerkeraad der Chr. Geref. gemeente te Den Haag gestelde twee tal, het beroep naar Oud-Beyerland heeft aangenomen en Ds. C. v. d. Zaal nog geen beroep in overweging kan nemen, is het door den kerkeraad gestelde tweetal hiermede vervallen. Binnenkort zal een nieuw tweetal worden bekend gemaakt DS. F. L. CASTELEIN Wegens ongesteldheid heeft ds. F. L. Caste- lei n. Ned. Herv. predikant te IJzendijke, tegen 1 Juli a.s. eervol emeritaat aangevraagd. Ds. Castelein werd in 1886 geboren en in 1914 candidaat in Friesland om 18 April 1915 te Groot-Schermer in zijn eerste gemeente te worden bevestigd. Vandaar vertrok hij 25 Jan. 1920 naar zijn tegenwoordige gemeente. Dl. Castelein is praetor van den ring IJzen dijke en assessor van het classicaal bestuur van IJzendijke. HET IDENBURGFONDS Als voorzitter van het Idenburgfonds dat ten bate van de zending werkzaam is, is be noemd als opvolger van wijlen prof. dr. A. G. Honig te Kampen, die het presidium vanaf de oprichting heeft bekleed, prof. dr. J. H. Bavinck te Bilthoven. Nederlandsch Bijbel genootschap Algemeene vergadering te Amsterdam Der traditie getrouw kwam het Neder landsch Bijbelgenootschap gisteren te Amster dam in de Doopsgezinde Kerk aan den Singel in algemeene vergadering bijeen. Den avond tevoren waren in het Bijbelhuis in een besloten vergadering reeds allerlei huis houdelijke aangelegenheden besproken. De algemeene vergadering was druk be zocht. Prof. Dr. F. W. Grosheide, voorzitter van het genootschap, opende ae bijeenkomst omstreeks 10 uur met het lezen van Psalm 97 en gebed. Daarna hield hij zijn openingsrede, waarvan we gisteren reeds verslag gaven. De vergadering besloot tot de heeren René van Ouwenaller en Dr. Harrenstein telegram men van medeleven te riohten. Naar aanleiding van het reeds door ons ge publiceerde jaarverslag verkreeg de heer E. J. Brugman het woord voor het doen van mededeelingen over het uitreiken van Nieuw Testamenten en Bijbels aan arbeiders, die naar Duitschland en Noord-Frankrijk zijn vertrokken. Een kring van 80 personen werkt hieraan te Amsterdam mede. Tot heden zijn 13,000 Nieuw Testamenten en 1100 Bijbels uitgereikt. Ds. D. E. B o e k e, de binnenlandsche secretaris, drong aan op belangstelling voor de Bijbeldagen in steden en dorpen, waartoe ook de jeugd het hare bijdraagt, terwijl de algemeene secretaris, Dr. H. C. Rutgers, in bijzonderheden trad omtrent den innerlij- ken toestand van het genocts&mp. Na eenige opmerkingen uit de vergadering werd het jaarverslag goedgekeurd. De financieele jaarstukken, overgelegd door den algemeenen penningmeester, den heer W. F. S i 11 e m, vermelden voor de balans een eindcijfer van 432,101.90, voor den staat van baten en lasten 118,649.45. Het nadeelig saldo is 7,907.31. De begrooting werd vast gesteld op 111,855. Op grond van het accountantsrapport werd de penningmeester gedechargeerd. Als bestuursleden zijn herkozen de heeren Ds. D. Crommelin, Aerdenhout; D. G. J. baron vanHeemstra en J.Hofman, te Amsterdam. In de vacature-Dr. W. G. Har renstein koos de vergadering uen heer J. C. H. H el dr in g, directeur van de Curagaosche Handelmaatschappij te Amsterdam; in de vacature-mevrouw J. C. E. de JongZeydner den heer Mr. Am. J. d' A i 11 y te Am sterdam. Herkozen werd als ondervoorzitter Ds. D. Crommelin en in plaats van Dr. W. G. Harrenstein de heer J. C. H. Heldring. In de middagvergadering hebben mej. M. W. B a r g e r en Dr. F. M. K o o y m a n ge sproken over het onderwerp „Wat kan het Bijbelgenootschap doen om met name de rijpere jeugd tot het lezen van den Bijbel te brengen Mej. W. W. Banger onderscheidde de jeugd, die de Christelijke school heeft bezocht en degenen, die van den Bijbel vreemd zijn gebleven. Voor beide groepen hebben de ouderen zioh te intere6seeren. Van hen be hoort een getuigenis uit te gaan, vrij van sleur. Door middel van de Christelijke gezinnen behoort kracht uit te gaan ook op de jongeren uit andere gezinnen. In ieder gezin behoort een Bijbel te zijn. Menigeen grijpt gemakkelijker naar den Bijbel als van buiten af hiertoe opgewekt wordt. Elk lid van het gezin behoort persoonlijk een Bijbei te bezitten, waarbij het Bijbelrooster goede diensten bij het lezen kan bewijzen. Ook als boek behoort de rijpere jeugd eerbied voor den Bijbel te hebben. Men moet dien niet onachtzaam behandelen. Spr. bepleit smaak volle uitgaven van bepaalde Bijbelgedeelten en een specialen Bijbelrooster met niet te lange stukken, met een verklaring van minder bekende woorden. Voor de niet-Ohristelijke jeugd wenschte spr. op den Bijbel gegronde en naar den Bijbel heerwijzende verhalen. Het Bijbelgenootschap, besloot spr., door dringt alle zijne leden van de noodzakelijk heid om de rijpere jeugd op de aangegeven wijze te bereiken. Dr. F. M. Kooyman besprak in het bijzonder de jongere onder de rijpere jeugd, van 15 tot 25 jaar. In de eerste plaats besprak spr. de manne lijke rijpere jeugd uit Christelijke kringen, ten opzichte van welke spr. waarschuwde tegen overdaad, waardoor in menig geval jongeren immuun voor den Bijbel worden. Vervolgens wees spr. op het bezwaar, dat jongeren gevoelen tegen het gebruik van den Bijbel, waar deze voorwerp is van onder scheiden uitlegging. In de kringen der niet-Christelijke jongeren zag spr. bezwaren, samenhangend met hun opvattingen omtrent het conservatisme der kerk en van burgerlijke moraliteit Spr. meende, dat de Kerk en de jeugd verenigingen tot taak hebben de afgesloten heid der jeugd voor den Bijbel te over winnen. Het Bijbelgenootschap geve een Bijbel met verklarende noten of steune eene dergelijke uitgave financieel. Ten tweede vroeg sipr. een Bijbel, gewoon gedrukt als boek en niet in kolommen, terwijl spr. de illustratie hierbij zou willen zien gébruikt. Op inrichtingen van onderwijs, in arbeidskampen, clubhuizen e.d.g. zou spr. wenschen een Bijbelverhaal met aanteeke- ningen om daar te worden voorgelezen. Om de jeugd van Nederland te winnen zou, besloot spr., het Bijbelgenootschap het uiterste hebben te doen. Na een geanimeerde gedachtenwisseling is de vergadering met dankzegging beëindigd. Theologische Hoogeschooidag te Utrecht I behdde Srootere stilte °P den weS ge- atscreh hij steeds bezat. Doch daarmee :ntevodielwijze nog niet goed te keuren. WjfiM daarvan zelf heel dikwijls het i hoog hetzij in geldelijk hetzij zelfs in aanki opzicht. Verkeersdiiscipline is een :n varied, dat door geen enkelen weg- 'SoUkwJlag worden verwaarloosd. Het is i e e n Pd. dat wel eens wat karig wordt n e. n, zooals een ieder zal beamen, ie'e". heel een vreemdeling is op den stelde0dh vraagt handhaving van de ïtotarlveinig opoffering en verschaft zij is gerot. dDC >Ukv< RAUDULEUS GESLACHT e e Vlaardingen heeft den 37-jarigen J. annin4ngerambacht en den 34-jarigen P. de lerlaaiïnr.en gearresteerd wegens het frau- ,rd™^ON EN MAAN 1- en anjuisng 20 Juni 5.16; onderg. 22.06 loor i erlandjang 20 Juni 3.11; onderg. 17.37 is, za^ang 21 Juni 3.38; onderg. 18.38 terugt iderkemaan Dinsdag 24 Juni; eerste !e Ei Woensdag 2 Juli: volle maan eerdé Juli; laatste kwartier Woens- bij uli, nieuw? maan 24 Juli, eerste Ische 31 Juli. i heb De Engelschen wijken met verliezen bij Solloem De actie op den Atlantischen Oceaan Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakte gisteren bekend: De met het zwaarste gebruik van ge pantserde strijdkrachten ondernomen poging van den vijand, om door ons front aan de Egyptische grens heen te breken en daardoor de omsingeling van Tobroek te verijdelen is onder bui tengewoon hevige Britsche verliezen, vooral aan pantserwagens, mislukt. De tegenaanval 7an het Duitsche corps in Afrika, versterkt door Ilaliaansche troepen, is geëindigd met een vol ledige overwinning der vereenigde troepen. De vijand is verslagen en trekt zich terug. De bevelvoering en de troepen hebben zich gedurende deze gevech ten, welke drie dagen duurden, in de woestijn bijzonder onderscheiden en geweldige dingen gepresteerd. Het Duitshe en Italiaansche luchtwapen droegen aanmerkelijk tot het succes bij. In den loop van den 17en Juni werden 14 Britsche vliegtuigen neer geschoten en werd de vijand door on ophoudelijke aanvallen van gevechts formaties en duikbommenwerpers op verscheidene plaatsen genoodzaakt le wijken. Duikbooten brachten in het Noorde lijke en centrale deel van den At lantischen Oceaan vijf vijandelijke koopvaardijschepen van tezamen 31,939 ton tot zinken. Duitsche jagers behaalden ook gisteren bij luchtgevechten aan de kust het Kanaal een doorslaande overwinning op hel Britsche luchtwapen. Bij de poging den vijand om met gevechtsvliegtuigen onder krachtige bescherming van jagers naar de bezette gebieden le vliegen, werden 21 Brit sche jagers neergeschoten, en wel 15 van het Hurricane-, vijf van het Spitfire- en een van het Brewsler-type. Het luchtwapen bombardeerde vliegvelden, luchtdoelstellingen en havenwerken in het Oosten en Zuid-Oosten van het Britsche eiland. Ten Oosten van Sun derland geraakte een groot tankschip door de uitwerking van bommen in brand. De vijand liet vannacht met zwakke strijdkrachten in West-Duitschland brisant- en brandbommen vallen, waardoor verscheidene burgers werden gedood of ge wond. Er ontstond uitsluitend materieele schade in woonwijken. Nachtjagers en lucht doelartillerie schoten twee der aanvallende toestellen omlaag. Daarmede verloor de vijand gisteren en vannacht tezamen 37 vliegtuigen. Drie der eigen toestellen gingen verloren. HERINNERING AAN WILLIBRORD EN VOETIUS Redevoeringen van de professoren Schilder en Dijk en van Ds. Overduin Prof. Bavinck over „Zending en Theologie" De nog nimmer gebroken traditie van den Kamper Sahooldag in Kampen heeft het thans moeten afleggen; de reis-mogelijkheden zijn van dien aard, dat men beter in Utrecht kon samenkomen en zoo zag Maandag de Wester- kerk te Utrecht de getrouwen weer bijeen om t e gedenken en zioh te bezinnen op de be langen der Theol. Hoogesohool die reeds zoo vele jaren Geref. kansels heeft helpen be volken. Vooraf ging (oudergewoonte) gister avond een bidstond ook in de Westerkeiik, waar Ds. B. Holwerda van Amersfoort voorging, en waarop een ontmoetingssamen komst volgde in Hotel Noord-Brabant. Welkomstwoord van Prof. Dr. G. M. den Harlogh Hedenmorgen half elf ving de Schooldag aan. De leiding was door het curatorium op gedragen aan Prof. Dr. G. M. den Har- t o g h. Deze opent de vergadering, laat zingen Psalm 119 65 en gaat voor in gebed. Na de lezing van Psalm 119 121136 rioht hij in een inleidend woord de aandacht op het levensdevies der Hoogeschool: De opening Uwer woorden geeft licht (Ps. 119 130). Veel donkerheid is er in het wereldleven en in het leven van land en volk en zwarte sohaduwen vallen ook over de kerken. Te heerlijker straalt het licht van Gods getuige nis en te duurder is de roeping van de ker ken en haar dienaren om in getrouwheid en gehoorzaamheid bovenal aan God, de Heilige Schriften te ontsluiten en de heerlijkheid van haar boodschap in belofte en eisoh voor levensgebied te doen uitschitteren, opdat ook de meest eenvoudigen (de „slechten" in de Sta ten-vertaling) duidelijk weten, wat zij te aanvaarden en te verwerpen, te doen en ten hebben. Daartoe mede te werken, was is de taak van allen, die arbeiden aan onize Theologische HoogeschooL Tengevolge van de tijdsomstandigheden roep zij ditmaal voor het eerst sinds onheu gelijke jaren voor haar jaarlijkschen toog- dag niet op naar het goede Kampen. Welkom in het centraal gelegen Utrecht! zegt spr. Utrecht, de stad, die het middelpunt was van Willibrord's arbeid tot kerstening van de lage landen aan de zee. De stad, waarin Gisbertus Voetinus tientallen jaren als leidinggevend theoloog zeer veel vruchtbaren arbeid heeft verricht, waarvan we tot op heden de vruch ten plukken. Juist dit jaar is het drie eeuwen geleden, dat de man, die als levensprogram angaf de vereeniging van wetenschap met godsvrucht voor het eerst het rectoraat van de Utrechtsche Academie waarnam. Welkom in Utrecht! God geve ons een rijk gezegenden dag. die aan den bloei van onze kerkelijke Hoogeschool ten goede komt en daarin bevorderlijk is aan het welzijn onzer kerken en aan de eere van haar eenigen en eeuwigen Koning! Korte toespraak van den Rector. Thans was het woord aan den rector van dezen cursus, prof. dr. K. Schilder. Voor de eerste maal in oorlogstijd ontmoe ten we elkander in onze jaarlijksche reünie, aldus spr. Reeds het elkaar ontmoeten maakt blij; daarnaast niet daartegenover staat het besef, dat we onze geestelijke wa penrusting samen willen zien: de strijd voor één Vader maakt de verbonden krijgsknechten van het gemeenschappelijke kindschap be wust, en omgekeerd. In de twee jaren die voorbij gingen (verle den jaar was de samenkomst onmogelijk) is veel gebeurd, ook in den kring der TheoL hoogeschool. Spr. memoreerde enkele perso nalia, en noemde o.a. de curatoren ds. J. L. Schouten, dr. H. Kaajan,.prof. dr. A. G. Ho nig, mevrouw de wed prof. Bouwman, den heer J. H. Kok, allen overleden. In het cura torium had\:n mutaties plaats. Mevrouw de wed. Hoekstra keerde naar Kampen terug. Prof. Greijdanus, gedecoreerd, herdacht zijn 70sten jaardag. Er is, aldus spr., ook zeer veel, waarvoor te danken is. De zendingshoogleeraar heeft zijn werk aanvaard; de volledige kring van het corpus docentium kon weer samenzijn, en de series lectionum volgen. De eenheid des geloofs is bewaard, die der liefde versterkt. Naar we mogen gelooven is in de vervulling der wetenschappelijke roeping trouw aan de belijdenis betoond, ook in deze dagen. Het koningschap van Christus in zijn universeele beteekènis bleef erkend, ook ter bepaling van eigen plaats in de menschelijke samenleving. Een stormwind ging over ons heen; maar het inzicht is niet zooals het uitzicht belemmerd. Inzake .cultuurvragen en -kringen" hielden we vast aan onze eigen, aan geen anti-confes sioneel e filosofie ontleende, opvatting van we zen en doel der cultuur; en de principieele antithese is daarbij niet losgelaten, in ons denken niet en in ons spreken niet. Zoo blijft er veel te hopen. „Voorspellen" leeren we éf; maar „profeteeren" leeren we aan. Ook thans gaat onze God zijn eigen, vas ten gang, ter overwinning. Laatste spreker op de morgenvergadering was prof. d r. K. D ij k, die een referaat hield over het onderwerp Actueele prediking. Spr. begon met de herinnering aan de recto rale rede, welke docent S. v. Velzen, de eer ste hoogleeraar in de Homiletiek aan onze Hoogeschool, op 19 Dec. 1897 gehouden heeft over het onderwerp: De prediking met be trekking tot den tegenwoordigen tijd; in deze rede behandelde Van Velzen dit vraagpunt in het licht van het gezag, het doel, van de eischen voor, en de plaats, welke de predi king toekomt, en hij wees ons hierin den weg om de actueele prediking principieel te be zien. In dat licht moeten wij de vraag naar de actueele prediking, d.i. de prediking, wel ke met den tijd, waarin we leven, ten ernstig ste rekening houden wil, beantwoorden, er deze vraag is niet nieuw. Aan onze hooge school was men er reeds in 1877 mee bezig; ze heeft later, vooral in de oorlogsjaren 1914 1918 nieuwe beteekenis gekregen: ze drong naar voren temiddelen van de sociale beroe ringen en de problemen o.a. van jeugd en kerk, en ze is verscherpt door velerlei in den laatsten tijd. In de eerste plaats door de ont wakende belangstelling voor de prediking, welke belangstelling zich echter dikwerf 11 verkeerde banen beweegt; ten tweede door een nieuwe bewustwording in die kringen, welke Barth als hun geestelijken vader erken nen; deze theologie heeft den nadruk op de verkondiging gelegd en gezocht naar de op lossing van het probleem Prediking en tijd, oplossing, waarop we als Gereformeerden niet geringe critiek moeten oefenen; en ein delijk moet hier genoemd worden de nieuwe „nood" van de prediking in dezen oorlogs tijd, die aan de boodschap der Kerk onge kende eischan stelt. Wat hebben we nu onder actueele prediking te verstaan? Bij de beantwoording van deze vraag wijst spr. eerst af die opvatting, welke de verkon diging des Evangelies de taak oplegt het Woord Gods actueel te maken; niet wij ma ken dit Woord actueel, maar het is vol actua liteit in zichzelf. In de tweede plaats moet scherp positie gekozen worden tegen dat soort tijdpreeken, waarin allerlei gebeurtenissen m de preek worden vermeld en de prediker er op uit is om sensationeel allerlei de revue te laten passeeren. Dien kant moeten we niet uit; dat is beneden de waardigheid van Gods Woord; dit vraagt om een andere tijdpredi- king, en deze moet voor alles uitgaan van de onveranderlijkheid van Gods Woord; de Kerk heeft slechts één Evangelie; zij kent door alle eeuwen heen één boodschap; zij heeft ook nu den vollen raad Gods te verkondigen, en de vraag: predik ik het Woord Gods is de beslissende vraag. Echter, al, is het Woord Gods boven de wis seling der tijden verheven, het is niet tijdloos en het spreekt tot de menschen van eiken tijd en geeft zijn boodschap voor iedere eeuw met haar eigen nooden; daarom moeten we bij de actualiteit niet ons uitgangspunt nemen in den prediker, hoe sterk ook zijn „persoonlijke in slag" zijn preeken beinvloedt: evenmin in de gemeente, in de hoorders- al hebben we met hen te rekenen, maar in wat Gods Woord ons verkondigt. Van dat Woord, ook van zijn bij zonderheden, mag de prediking zich niet los maken, zooais wel beweerd is, om dan alleen over fe houden wat God nu tot ons spreekt; hebben ons streng aan dat Woord te hou den, en wie dat preekt, wie de centrale bood schap des Evangelies brengt, heeft in eiken tijd iets te zeggen, dat actueele waardij heeft, al moet hij daarbij scherp zien op de teekenen der tijden; op de nooden van zijn gemeente; op de zonden van Gods Kerk, op de beroe ringen der eeuw. Daarin geven de apostelen en profeten, daarin geeft Jezus Christus ons het voorbeeld, en op den weg dien Hij wijst hebben de predikers bij Gods gratie gewan deld. Spr_ noemt met name de actueele pre diking van Calvijn, en uit de laatste decenniën de Woordbediening van J. C. Sikkel en hij zet uitvoerig uiteen aan welke eischen die dienst des Woords moet voldoen en voor weike gevaren we bij deze prediking op onze hoede moeten zijn. Wat nu speciaal den tijd betreft, waarin wij leven, is het niet gemakkelijk één karakteris tiek voor de prediking te noemen; deze tijd heeft zooveel aspecten; we moeten veroot moediging preeken onder Gods oordeelen, maar ook volharding en standvastigheid, waar Zijn rijk komt en voor dat rijk moet gestreden worden; we hebben onzen blik to richten naar de toekomst (de Maranatha-prediking) tevens sterk den nadruk to leggen op het be den en de roeping voor vandaag, en we heb ben de Kerk te vermanen tot christelijke liefde en een nauwen wandel in godzaligheid en tevens tot een heilig verzet tegen den geest der eeuw. In dit alles heeft de prediker zoo gewoon mogelijk de boodschap der zaligheid te verkondigen, en de gemeente heeft geen extra-ordinaire eischen to stellen en zich te bekeeren van alle sensatiezucht. Dan alleen beantwoordt haar arbeid aan zijn doel en dan komt in de kracht des Heeren de actualiteit der prediking, getrouw aan het bevel Christus, tot haar recht. Daartoe moge door de gunst des Heeren onze Hoogeschool in haar opleiding tot den dienst des Woords meewer- W:n en zij dcf dit in het geloof, dat Gods woord in eeuwigheid bestaat en geen duim- I breed zal wijken. De middagvergadering Om 2 uur ving de middagvergadering aan. Als eerste spreker trad op ds. J. Over duin, Geref. predikant to Arnhem, met het onderwerp: „De plaats van de Christelijke hoop in de prediking". Referaat ds. J. Overduin Spr. ving zijn betoog aan met de opmerking dat de noodzakelijkheid van behandeling van een onderwerp als spr. thans koos eenerzijds wijst op de onuitputtelijke rijkdom van het Woord van God en anderzijds op de gebrek kigheid van de bediening van dit Woord, door zondige menschen. Wanneer de Chr. hoop geen of onvoldoende plaats in de theologie prediking ontvangt dan staat het met het geloof en de liefde ook niet al te best Immers deze drie zijn ten diepste één en kwalificee- ren elkander als echt. Daarom liggen zij niet mechanisch naast elkander om elkanders plaats te betwisten, maar organisch irj elkan- om elkanders plaats te waarborgen en te fundeeren. In de heilsfeiten van Kersfeest tot de wederkomst van Christus ligt een godde lijke climax. Helaas vertoont de geloofs- beantwoording meestal een anti-climax. De echtheid van het geloof komt mede uit de verwachting. De H. Schrift is en blijft adventsboek en daarom moet de kerk, kerk der hope zijn. Spr. waarschuwde tegen secu lariseering van de Bijbelsche woorden, dus oofc de hoop. De Chr. hoop, die zich richt op de ongeziene dingen in de toekomst heeft terugwerkende kracht in het heden. De Chr. hoop leeft van de rente van de nu nog ver borgen erfenis. De Chr. kerk wacht op ont sluiering, openbaring. Daarom moet elke pre- diging een zwaar eschatologisch accent heb ben. Indien eschatologie en ethiek op gespan nen voet leven, dan is noch het een noch het ander zuiver. Wij kunnen slechts mede-arbei ders Gods zijn in de kwaliteit van pelgrim, anders verbleekt onze roeping tot Chr. getint idealisme. Tenslotte zette spr. uiteen de geweldige troost van de Chr. hoop. Zij heft ons uit bo ven den nood der heiligmaking; zij geeft ons een allesoverwinnende kijk op ons kruis en de vervolging; zij geeft een voorloopig doch af doende antwoord op de onopgeloste en onop losbare problemen van het leven; zij opent het laatste perspectief. Meer dan ooit moet de gemeente zich bewust worden de schatten der Chr. hoop. Na gemeenschappelijk gezang trad als laatste spreker op prof. dr. J. H. Bavinck van Bilthoven, zendingshoogleeraar aan de Theol. Hoogeschool, met het onderwerp: Zending en Theologie. De band van zending en theologie is in de laatste tientallen jaren steeds nauwer ge worden. Karl Barth oordeelt dat de theologie is een gesprek dat de kerk met zichzelf houdt, zending is een gesprek met de buiten wereld. Dat gesprek met de buitenwereld is aan den gang en nu heeft de theologie de taak de juistheid van het zendingswerk te beoordeelen. Nu het practische zendingswerk te doen krijgt met ingrijpende vraagstukken als die van zending en cultuur, zending en volksleven, het vraagstuk van het aanknoo- pingspunt e.d., is de behoefte aan theologi sche bezinning overal op het zendingsveld zeer gegroeid, Hoe meer de zending een zaak wordt van de geheele kerk, d:. te sterker zal ook de theologische studie zich moeten bezig houden met de problemen, die op het zendingsveld oprijzen. Daarin ligt een gr*>te zegen, niet alleen voor het zendingsNverk zelf, maar ook toor <?e ke«ken ia Bet moeder land. Die kerken leeren meer to leven en te denken vanuit de jondingsrocping.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1