IHimtPr ^riïisrijr (tfaumnt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Actief bataljon van ambtenaren waakt voor uw belangen ^I^nentsprys: maanden 2.47, vermeerderd met |5 incassokosten. Per week 18 ct. J, fe nummers 5 et Zaterdagnummers Zondagsblad 7*4 ct. Alles bij bitbetaling. IT. nra^ltiepr\jzi en: Bar. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 «ct per regeL Ingezonden Mede- 46 ct per regel Minimum ils. Bewijsnummer 5 ct Bij con- belangrijke korting. No. 6431 Hoofdredacteur H. Diemer, Rotterdam. ZATERDAG 17 MEI 1941 22e Jaargang ;:,1c lom der prediking er I en de rijkdom der Schrift lenbaren, zich weerspiegelen 'er|im der prediking. Het be- i: stzelf zeker niet aanleiding te zoo er eenig on- lt op te merken tusschen de lo—ïpp in onderscheidene perio- Gods is verkondigd. Er is 2o}hen de prediking uit de da- en die uit onze dagen. o^Jdezelfde periode is er nuan- 1 gelang van de gaven, waar- beschikt. Men behoeft ^p^Jringen niet dadelijk te her- jerdf1 verschil van meening om- rift zelve. anvjeft Prof. Dr. F. W. Grosheide, e kieen bij uitstek trouw kerk- beten en die om meer dan één 'Hrdeelen bevoegd is, in „Be de Jeven" op deze nuanceeringen schï meende, dat in onze dagen voebg twee elementen met name a| gorden gebracht, namelijk de i %Weging. De oudere dienaren v^spreken vooral van de rust, iggen den meesten nadruk op gi op het leven in gang. ,6g^fl dit te constateeren, ook al 1 CJ constateeren dan mede in 'puffjk dagblad. De prediking ^Miten het leven en buiten den .^♦■jsbeeld is niet volledig, wan- 'n^ens gelet wordt op de wijze, 1080 Woord Gods wordt uitge- 9i 'doen dit, als wij spreken over als wij spre- Middeleeuwen, als wij den- der Reformatie, van het van Réveil, Afscheiding en m fanneer Prof. Mr. A. Anema S 1921 ons in zijn mooie en nog |en boekje „Onze tijd en onze l beeld geeft van de periode, m toendertijd, dus in de na- éren, leefden, dan is een der m Bern vermelde punten de pre- m iet Woord. Hij merkt dan niet m if dringt aan op een onder- [schen rust en beweging-, maar inten gelegd op verstand en waardeering heeft hij voor week in week uit jrankelijk gemoed van den ge- gen, maar vreest eenigszins, _te spoedig de neiging aan- den nadruk wat eenzijdig te et verstandelijke met ver- van hetgeen te duidelijker eleven spreekt. ij weer 20 jaren verder oJpgen wij na hetgeen sind: dien ebrbel zeggen, dat het nog maar IT 4 niettemin blijven de toen r brem a geschreven woorden bg aller belangstelling waard. of|is der dogmatiek is niette 0 in, noch met het oog op den l het geloofsleven, noch met len afweer van aanvallen, van zijde ondernomen. En dank- van de rijke vruchten dhderzoek denken wij terug aan de tijden, waar- bl haar intrede deed en talrijke ï£-jrden uitgewischt. Maar wij* immer voor waken, en daar- fij menschen, dat wij ons in ""leven niet eenzijdig verliezen andelijke. De band mag nooit proken tusschen het hart des ri hetgeen door het verstand ^H5)oord. rs;heiding tusschen verstand -I leeft langzaamaan blijkbaar éalt voor de onderscheiding asten beweging. Wie .geen jg ii in den Bijbel, weet, dat voor den geloovige geen ig virmen. Terwijl wij weten, «eds de rust van het geloof jhonkm, weten wij tevens dat ie niet „op visite" zijn. Er is ook —en in ie rust. esufioogleraren Anema en Gros- pij var oordeel, dat bij dit alles bag w»rden van nuanceeringen _Jking. Sr zijn hier geen tegen- nn het geding. Er komt hier jeidenhüd van gaven aan den öe banc maar hecht blijft aan zelf bthoeven wij voor deze gen, wij. die als menschen de slechts len deele zien en spoe- tijdigheid vervallen, niet be- fijn. Want mits wij dicht blij- ko<t>ij de Schrift kan in deze nu- —4 de rijkdom van die Schrift f openbaring komen. is er van een bekwaam man _Jder „kamp", van Dr. H. Mis- ïeDi boekje verschenen over „het —ZON EN MAAN 'f Qng 18 Mei 5.40; onderg. 21.33 ve'lng 19 Mei 5.39; onderg. 21.34 leegang 18 Mei 2.44; onderg. 13.25 eebang 13 Mei 3.09; onderg. 14.31 gang 20 Mei 3.32: onderg. 15.35 kwartier Zondag 18 Mei; nieuwe Maandag 26 Mei; eerste kwartier 4 Juni; volle maan Maandag beter ons apparaat gaat loopen, er het aantal te onderzoeken zaakjes stijgt •-... (Foto Schlmmelpenninck) o-pr el zou beko lie als Hoe de prijzen bedwongen worden EEN BOETE VAN &0,000 KAN NOG BEST OVER SCHREDEN WORDEN Mr. J. A. M. Pott legde die zaken eens duidelijk voor ons uit Den Haag, 17 Mei. Toen enkele maanden geleden de bladen het bericht brachtendat een groote Haagsche winkel een boete ge kregen had van f 250,000, omdat die ja. zich aan prijsopdrijving had schul dig gemaakt, zullen sommigen zich wellicht hebben ajgevraagd, of derge lijke straffen maar worden uitgedeeld al naar het uitkomt. Een boete van 2*A ton is immers iets, dat zoo lang zamerhand de menschelijke begrippen te boven begint te gaan. Wij wilden over dit onderdeel van onze samen leving wel eens wat meer weten en zijn daarom een uurtje gaan babbelen met Mr- J. A. M. Pott, het hoofd der afdeeling Prijsbeheersching van den Gemachtigde voor de Prijzen. „De afdeeling Prijsbeheersching", zoo merkte mr. Pott om te beginnen op, „is nog geen half jaar oud en dus mag men niet ver wachten, dat een dergelijk apparaat reeds tot in de perfectie is uitgebalanceerd. Maar het loopt al vrij goed en 't zal ongetwijfeld iedere week nog beter gaan draaien. In Duitschland werd vier jaar geleden al met de Prijsbeheersching begonnen en onder veel rustiger omstandigheden dan w ij die thans kennen. Derhalve zou het niet billijk zijn, nu reeds vergelijkingen te gaan maken, al mogen de resultaten, die tot dusver hier geboekt werden, zeker niet onbevredigend worden genoemd". Hoe wordt de overtreder gestraft? „En hoe bereikt u die resultaten?", zoo vragen we Mr. Pott. „Kunt u de werking van uw apparaat aan de hand van een eenvoudig voorbeeld demonstreeren?" „Neem het geval", aldus onze zegsman, „dat u in een zaak iets koopt en daarbij tot de ontdekking komt, dat men u overvraagt. Dan doet u er verstandig aan naar de politie te stappen en uw bevindingen mee te deelen. De politie stelt, al dan niet in gezelschap van een deskundige, een onderzoek in, maakt proces verbaal op en geeft dit door aan een der Inspecteurs voor de Prijsbeheersching. Daarvan hebben we er vijf in ons land, die elk een rayon bestrijken dat overeenkomt met het territorium van een gerechtshof. Zoo'n proces verbaal kan in orde worden bevonden, doch wanneer dat niet zoo is stuurt de Inspec teur het weer terug met het verzoek om de noodige aanvullingen. Ook kan het gebeuren, dat de Inspecteur zidh in verbinding stelt met het desbetreffende Rijksbureau betreft- het b.v. e»n levensmiddelenaangelegenbeid dan zoekt hij contact met het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening teneinde aldus vast te stelien, in hoeverre er inderdaad van prijs opdrijving sprake is. En blijkt dit zoo te zijn, dan aarzelt hij ook geen oogenblik vereischte straf op te leggen. Dat die straffen soms lang niet malsch zijn heeft de praktijk reeds geleerd en u behoeft zich er niets over te verbazen, wanneer binnenkort nog hardere slagen zullen vallen. Dat hangt er heelemaal vanaf wat voor een kwestie het betreft. Wordt nu een winkelier veroordeeld tot 250 boete, dan krijgt hij een Tuchtbesohikiking thuis gestuurd, waarop vermeld staat, dat hij binnen 10 a 14 dagen het genoemde bedrag moet hebben voldaan. En daarmee is de zaak „erledigt". „Maar wanneer er verschil van meening bestaat, kan dan zoo'n gestrafte zich nog op een of andere instantie beroepen „Inderdaad is die mogelijkheid aanwezig, ofschoon het niet de bedoeling is langdurige processen in het leven te roepen. Daarom is hiervoor als minimale grens een boete van 500 gekozen. Pas wanneer een dergelijk be drag of hooger wordt opgelegd kan het slachtoffer in beroep gaan en zich daartoe tot den gemachtigde voor de prijzen wenden. Hij mag zich daartoe van een advocaat bedienen. Op deze wijze wordt dan uiteindelijk beslist, of het gelijk aan de zijde van den inspecteur, dan wel aan die van den „beklaagde" ligt. Nogmaals wijs ik er u echter op, dat pleidooien zooveel mogelijk vermeden worden en de pro blemen snel en zakelijk worden opgelost. Zoo in den geest van een inspecteur der Belas tingen." Wanneer wij Mr. Pott vervolgens vra gen welke maatstaven voor de boeten worden aangelegd, antwoordt hij ons, dat het er in de eerste plaats om gaat, het voordeel, d£t de winkelier meende te kunnen behalen, teniet te doen. „Heeft een firma op onrechtmatige wijze 1000 ver diend, dan bedraagt dus de boete ten minste 1000, 'waaraan als regel nog een respectabel bedrag wordt toegevoegd. Hebben we bijvoorbeeld met een han delaar in schoenen te doen, dan gaan we eerst na. hoe groot het extraatje was dat hij diende, kiezen dit als uitgangspunt vooi boete en nemen daarenboven nog de helft van zijn voorraad in beslag. Soms nog met soms wat minder. Dat hangt heelemaal de situatie af waarin hij verkeert. Hoofdzaak is, dat hij de straf werkelijk als een straf aanvoelt. Terug naar de kern der sonde Nu gaat het bij de prijsbeheersching van zelfsprekend niet direct om de detaillisten, de kleinhandelaren 'z.g.n. horizontale con- tróle), maar vooral om de oorspronke lijke prijsopdrijvers. Want al wordt natuur lijk een in overtreding zijnde winkelier ge straft, toch beseffen we heel goed, dat het kwaad vaak dieper schuilt. Immers, het is dikwijls zoo, dat de winkelier te duur ver koopt omdat de grossier hem te veel liet be talen, terwijl dan bij het verdere onderzoek weer blijkt, dat de grossier door den fabrikant is afgezet. Wanneer we met zoo'n geval te doen hebben, gaan we uiteraard terug tot de bron, om zoo rationeel mogelijk te kunnen handelen (verticale contróle). Met dat al ziet ge dus, welk een groote macht de vijf prijzeninspecteurs bezitten, die ieder voor hun eigen rayon verantwoordelijk zijn. Zij arbeiden doorgaans snel, trachten bovenal rechtvaardig te zijn, doch zijn onver- biddellijk in hun oordeel, wanneer zij met overtredingen te doen hebben. In tegenstelling met den oeconomischen rechter kunnen zij evenwel geen vrijheidsstraffen opleggen. Daar het toch kan voorkomen, dat iemand verdient eenigen tijd uit de maatschappij ver bannen te worden een slager b.v. die zich niet alleen schuldig maakt aan prijsopdrij ving, maar bovendien nog vleesch van een t.b.c.-varken verhandelt gebeurt het wel, dat de Prijzeninspecteur de zaak overdraagt aan den oeconomischen rechter, met het doel, den persoon in kwestie tot een hechtenis- of gevangenisstraf te laten veroordeelen. Hetgeen een ieder, die de groote waarde van de volks gezondheid erkent, stellig zal toejuichen. Waar de zgn. verticale controle onmogelijk door de politie kan worden uitgeoefend, ge schiedt deze door de ambtenaren van de di verse Rijksbureaux. Is er dus een fabriek, die vermoedelijk te veel vraagt voor haar textiel producten, dan reizen er een of meer ambte naren van het Rijksbureau voor de Textiel heen, zoomede een vertegenwoordiger van den Accountantsdienst, die dan tezamen grondig nagaan hoe het geval in elkaar zit. Ook dat gaat heel gauw, zelfs wanneer de boeken moeten worden meegenomen". Hoe groot is het aantal klachten, dat een prijzeninspecteur per week te behandelen krijgt!" zoo informeeren we vervolgens. „Dat bedraagt momenteel ongeveer 200 per week, wat dus voor het geheele land op circa 1000 gevallen neerkomt. En hoe beter ons ap paraat gaat loopen, hoe meer dit aantal stijgt. Want naarmate de controle intensiever wordt, neemt het aantal „ontmaskeringen" toe. Dit heeft er toe geleid, dat naast iederen Inspec teur enkele adjunct-inspecteurs zijn benoemd. Zoodoende telt de afdeeling Prijsbeheersching thans circa honderd personen, een aantal, dat binnenkort ongetwijfeld eenige uitbreiding zal moeten ondergaan. Het moet echter ook weer niet.te groot worden, daar dit aan het snelle functionneeren van ons apparaat niet ten goe- de zou komen. De branches, waarin zich prijsopdrijving veelvuldig voordoen, zijn vrij talrijk. Ik n bijvoorbeeld producten als melkpoeder, brand hout (takkenbosschen voor bakkerijen), apo thekerswaren, specerijen, zuivelproducten er textielgoederen, terwijl de huishuren en pach ten eveneens onze belangstelling hebben. De politie op itap met een prijxenboekje. Een uitstekend preventieve maatregel, die voor de detaillisten werd uitgevaardigd, kan de verplichting tot het prijzen van hun arti kelen worden genoemd. Een politieagent be hoeft hierdoor slechts z'n blik over een étalage te laten gaan om te controleeren, ot er geen ongeoorloofde prijzen worden ge vraagd. Wel is waar ontbreekt het hem thans nog aan een uitvoerige prijslijst, doch ook hieraan wordt gewerkt. NIEUW PLAATJESVERHAAL Mijnheer Pimpelmans heelt alweer pech I Dinsdag liep de wereldreis van pro fessor Spuyt af en mocht de hoog geleerde heer na vaak ijselijke avon turen weer behouden thuis komen. Ons nieuwe plaatjesverhaal, waarmee we vandaag beginnen ,is weer geteekend en geschreven door G. Th. Rotman. Hij gaat weer vertellen en vooral laten zien hoe mijnheer Pimpelmans alweer pech heeft. Wie kent mijnheer Pimpelmans niet, den goedmoedigen veearts van Ep- scheuten? Wat heeft die goeie dikkerd al niet beleefd! Menigeen bewaart boek jes vol van 's mans ongelukken. Maar 't verhaal van zijn veelbewogen leven is nog niet uit. Naar zijn verdere lotgevallen gaan we nu kijken en luisteren. We gaan binnenkort n.l. over tot do cumenteeren, hetgeen wil zeggen, dat aan alle politiekorpsen in den lande kleine handige boekjes worden verstrekt, die volgedrukt zijn met een massa prij- zen-wetenschap. Daar bovendien de groote steden reeds een deel van haar politie korps hebben gereserveerd voor de con trole op de prijsvoorschriften en de Ham- sterwet, mag ook hierdoor worden ver wacht, dat we ons doel steeds meer zul len benaderen. Ten besluite vertelde mr. Pott ons bij wijze van voorbeeld eenige gevalen uit de praktijk. Een huisbaas in Noord-Holland wilde een woning alleen verhuren als hij 13 weken huur vooruit kreeg. Deze huisbaas toonde daarmee uit de heerschende woningschaarschte munt te willen slaan dochgreep er naast en kreeg een flinke boete. Aardig was ook een geval uit het Oosten des lands, waar een slager met een fraudu leus geslacht varken doodleuk den boer op ging en met 10 k 20 kilo tegelijk het beestje voor zwaar geld verkocht. Voor dit eene var ken moesten toen maar liefst 31 processen- verbaal worden opgemaakt, waardoor behalve de slager ook de 30 afnemers stuk voor stuk een tuchtbeschikking van den Inspecteur thuis gestuurd kregen. Al naar gelang de koopers er financieel voorstonden varieer den de boeten van 25 tot 200, terwijl het vleesch bij alle dertig in beslag genomen werd. Tal van andere voorbeelden zouden we zoo nog willen opsommen, indien we niet van oordeel waren, thans wel voldoende licht te hebben geworpen op dit actieve ambtenaren- bataljon. Rest ons dus nog slechts de con clusie: Een nuttig apparaat voorwaar. da\ vanzelfsprekend nog wel eens hier en daai wat haperen zal. Maar in zooverre heeft her de eigenschappen van de beste apparaten gemeen! Britsche aanvallen bij Tobroek en Solloem Een duikboot rapporteert als gezamen lijk resultaat van haar gevechlsactie het tot xinken brengen van 26,000 ton scheeps- ruimte. Daarvan werd 18,000 ton reeds in vorige berichten vermeld. Het luchlwapen vernietigde in het xeegebied rondom Engeland twee schepen van tezamen 5000 ton en beschadigde een ander schip in een dok door volle treffers van zwaar kaliber. Gevechfs- en jachtvliegtuigen vie len overdag en 's nachts verscheidene Britsche vliegvelden aan en vernielden een aanial*vijandelijke vliegtuigen op den beganen grond. Andere geslaagde lucht aanvallen waren in den afgeloopen nacht gericht op havensteden in Schotland en Zuid-Engeland. In Noord-Afrika sloegen Italiaan- sche af deelingen van het Afrikaansche corps een aanval van den vijand bij Tobroek af. Met gebruikmaking van talrijke pantserwa gens rukten vrij sterke Britsche strijdkrachten naar Fort Capuzzo en Solloem en drongen met deelen van hun strijdkracht Solloem bin nen. De vijand leed hierbij zware verliezen, er werd een aantal gevangenen gemaakt. Lichte Duitsche gevechtsvliegtuigen namen met succes deel aan de gevechten bij Tobroek en Solloem. In het gebied van de Middellandsche Zee bestookten formaties van het Duitsche luchtwapen in herhaalde aanvallen het vliegveld Lucca op het eiland Malta met brisant- en brandbommen, welke groote branden en verscheidene ontploffingen ver oorzaakten. Op het eiland Kreta werden kazernes van den vijand in brand geworpen en op een vliegveld drie toestellen op den beganen grond vernield. In het zeegebied om Kreta plaatsten Duitsche gevechtsvlieg tuigen volle treffers van bommen op drie groote koopvaardijschepen. Bij de poging om in den loop van den dag de Duitsche Bocht en de bezette gebieden binnen te vliegen verloor de vijand bij elkaar vijf vliegtuigen. In den afgeloopen nacht vl^og de vijand met vrij sterke strijdkrachten naar Noord en Noord-West Duitschland en deed o.a. een aanval op Hannover. Afzonderlijke vliegtuigen drongen door tot Berlijn, nergens ontstond noemenswaardige militaire schade. Bij de burgerbevolking werden eenige per- sQnen gedood en gewond. Drie der aan vallende Britsche vliegtuigen werden om- laaggeschoten. Y. STEENSMA t Te Bergum is in den ouderdom van 71 jaar overleden de heer Y. Steensma, wethouder der gemeente Tietjerksteradeel. De overledene heeft een groot aantal jaren voor de Anti-Rev. partij in den gemeenteraad zitting gehad. WAAR SCHADUWEN VALLEN EN LICHT ONTSTOKEN WORDT Algemeen overzicht waagstuk der prediking". Het is geen boekje, dat zich licht laat lezen. Het moet doorworsteld worden. Maar het wil ons bladzijde na bladzijde den afstand voor oogen stellen tusschen den grooten God en den kleinen mensch en het wonder, dat deze God Zich door menschen aan men schen wil laten prediken. Hier valt weer de nadruk op gansch andere gedachten. Men voelt hier wel eens fundamenten onder zich wegglijden. Maar daarnaast ge voelt men hier iets van het gevaar om van God op aardsche wijze te denken. Te groo- ter is de genade, dat die God Zich in Zijn Woord heeft willen openbaren en Zich door Jezus Christus met de gevallen we reld heeft willen verzoenen. Van den rijkdom verhalen, welke hierin be sloten ligt, mogen en kunnen de predikers nimmer moede worden. In het veelzijdige werk der hulpverleening aan hen, die tengevolge van eenigerlei vorm van levensleed op anderen zijn aangewezen men noeme het maatschappelijke zorg, in wendige Zending, philantropische arbeid of Christelijke barmhartigheid heeft ons volk, vooral in de laatste 40, 50 jaren een groot aandeel genomen. Men kan de oorzaak daar van ten deele zoeken in onzen volksaard, die in vorige eeuwen, bijv. door hulp aan vluch telingen, de gastvrijheid toonde, welke ver want is aan de bewogenheid met leeddragen- den. Men kan ook een oorzaak vinden in de doorwerking der levensbeschouwing, die haar kracht ontleent aan het Goddelijk gebod tot „liefhebben van den naaste als zichzelven." Dat deze hulpverleening ook in de hand ge werkt zou worden door de aanwezigheid van een bovenmatig getal door lichamelijke of geestelijke afwijkingen getroffenen, achten wij niet aannemelijk. Het Nederlandsche volk vertoont in dit opzicht zeker geen ongunstig beeld t.o.v. andere landen, gelijk we dat in dezer artikelenreeks nog wel hopen aan te toonen. Dit neemt echter niet weg, dat het terrein, waar deze schaduwen vallen, in het geheel onzer samenleving een aanmerkelijke oppervlakte beslaat, ook door de allengs toe genomen specialiseering van verzorging en verpleging, voor- en nazorg e.d. In de poging, om van dit terrein eenige in drukken te geven, hebben we een zeer groote mate van bereidwilligheid ontmoet, om door ter zake kundige voorlichting den tegenwoor- digen toestand te kunnen overzien, niet alleen wat betreft de instellingen, waar allerlei hulp betoon aan leeddragenden wordt verleend, maar ook in betrekking tot de algemeene ge steldheid op de onderscheiden gebieden van dezen prachtigen, moeilijken en gezegenden De grenzen van ons onderwerp zijn niet ge makkelijk precies te trekken, zij hebben hun grensgevallen. Een duidelijke afscheiding echter is te maken tusschen persoonlijke nö'oden en die van groepen of klassen; bij de laatste denken we eer aan sociale voorzie gen dan aan philantropische hulp. Zorg voor de volksgezondheid bijv. valt buiten, zorg voor lijders aan chronische ziekten binnen onze grenzen. In het algemeen willen we ons in deze artikelen bezig houden met die corpora ties en instellingen die zich tot taak gesteld hebben het verzorgen, verplegen, zoo moge lijk genezen van hen, die lichamelijk en geestelijk ontberen, wat de normale mensch bezit. Dat we daarby inzonderheid aandacht geven aan onze Chr. Phil. Inrichtingen spreekt van zelf. In hoofdtrekken omvat de bemoeiing met hulpbehoevenden in ons land in den zin van ons onderwerp de zorg voor onvolwaardigen, voor lichamelijk gebrekkigen, doofstommen (slechthoorenden) blinden (slechtzienden), zenuwlijders, epileptici, zwakzinnigen, gees teszieken en t.b.c.-lijders. Hiermee stellen we dus ter zijde de armen- en oudeliedenzorg, weezen, verwaarloosde jeugd, zorg voor on gehuwde moeders, de reclasseering, zorg voor zwervers en landloopers, drankzuchtigen, welke alle behooren tot wat men onder soci ale zorg verstaat. Wat ons nu bezig houdt, is de charitatieve arbeid, welke in ons land zijn Prot. Chr., R.K. en humanitaire inslag heeft. Bezien wij eerst het geheel, dan is het op merkelijk, dat de groote en op sommige ge bieden snelle ontwikkeling van het hulpbetoon wij zullen dit woord als samenvatting van alle vormen behouden op den voet gevolgd door de moderniseering van gebouwen en toerusting, ongeveer samenvalt met de ge organiseerde samenwerking tusschen de op dit gebied werkende corporaties of instel lingen. Deze ontbrak tot het einde der 19e eeuw vrijwel geheel. In landelijken omvang was in 1899 de eerste de Ned. Bond tot Kin derbescherming en op Prot. Chr. terrein volgde in 1901 de Centraal Bond van Chr. Phil. Inrichtingen, die thans ook de benaming Inwendige Zending in haar vlag voert. (Deze toevoeging betreft een term, die al bijna een eeuw oud is; in 1843 gebruikte Prof. Lucke te Göttingen hem voor het eerst, als titel van een zijner boeken: „De tweevoudige Prof. L. Lindeboom, stichter van den Geref. Bond van Stichtingen van Barmhartigheid. (Foto Rott.) inwendige en uitwendige Zending der Prot. Kerk." In 1849 deed de bekende voortrekker op dit gebied Wichem desgelijks.) Hadden de twe.e genoemde organisaties nog alleen betrekking op bepaalde onderdeelen, in 1908 volgde een vereeniging op breeder basis, de Ned. Verg. tot Armenzorg en Wel dadigheid; deze echter heeft een indirecte be- teekenis; zij bepaalt zich tot bevordering van samenwerking, voorlichting en verbetering in den gang van het werk. Haar jaarlijksche vergaderingen hebben ten deze grooten in vloed gehad en haar geschriften vormen een waardevol arsenaal voor de behartiging van allerlei belangen op dit ge"bied. Wij keeren terug binnen de grenzen van ons onderwerp. Op Prot. Chr. terrein werken thans twee nationale Bonden: de zooeven ge noemde Centraal Bond, die zijn bureau in Amsterdam en een eigen inspecteur heeft; hij omvat 145 instellingen .waarvan er 90 onder de inspectie vallen), bevordert ook de oplei ding van personeel, heeft een adviesbureau, een plaatsingsbureau voor werkkrachten in Evangelisatie, jeugdwerk, opvoedings- en ver- plegings-inrichtingen, houdt een bibliotheek en belegt ook conferenties; de andere Bond is de Geref. Bond van vereenigingen en stich tingen van barmhartigheid, die te 's-Graven- hage zijn zetel heeft, onderlinge steun en samenwerking van de 11 bij hem aangesloten vereenigingen beoogt en de opleiding van personeel verzorgt. Van dezen Bond gaat ook uit de school voor Geref. wijkverpleging, welke in het ziekenhuis Eudokia te Rotterdam een cursus van 10 maanden geeft. Over beide Bonden een enkele toelichting. In 1854 was de „Vergadering van Christelijke Vrienden" (een in 1846 gevormde groep Ré veilmannen van pl.m. 200 personen) uiteen gegaan om redenen van kerkelijk inzicht en jarenlang daarna was de inwendige Zending in ons land zonder centrale leiding. Men leefde los naast elkaar voort en zoowel de pogingen van den bekenden T. M. L o o m a n (men zie ons blad van 12 Mei j.l.) in 1874 begonnen als die van Dr. L. Heldring in 1882 en die van Joh. van 't Linden hout (den stichter van Neenbosch) in 1891 om tot een heid te komen, misten het gewenschte ge volg. In 1895 en 1898 werden congressen voor dit doel in Amsterdam gehouden, in het be gin der 20e eeuw te Doetinchem. Zoo werd allengs de baan geëffend voor de oprichting van den Centraal Bond in 1901, die zich aan vankelijk vooral op de toepassing der Kinder wetten concentreerde en daartoe een eigen inspecteur (Mr. A. de G r a a f) aanstelde. Zijn bevindingen in de gestichten van dien tijd zijn aanleiding geweest tot veelzijdige verbe teringen en zijn rapporten hebben in dit ver band grooten invloed ten goede gehad. De Bond heeft ook de opleiding van personeel reéds spoedig ter hand genomen. Later zijn de Zettensche inrichtingen aangewezen voor de opleiding van vrouwelijke en die te Heemstede voor mannelijke verplegenden. Het in 1915 opgerichte Comité voor Inwen dige Zending, dat een Centraal bureau en een bibliotheek wilde stichten, geschriften uitgeven en het scholen van werkkrachten op zijn program had, onderhield reeds van den aanvang af nauwe betrekkingen met den Centraal Bond en in 1925 is het ermee ver- eenigd. Het Comité had een Duitsch voorbeeld de Central-Ausschuss für Innere Mission door Wichern opgericht en is dan ook als een Nederlandsche navolging te zien. Het arbeids terrein was echter zóó nauw ve: .."ant aan dat van den Centraal Bond, dat de samen smelting vrijwel vanzelfsprekend was. Van dit Comité ging destijds ook uit de Alg. Boek handel voor In- en Uitwendige Zending te 's-Gravenhage, die vooral buitenlandsche literatuur op dit gebied in ons land geïntro duceerd heeft. De Centraal Bond heeft door de uitgave van het Handboek voor Chr. Arbeid (1932) Mr. A. de Graaf, oud-inspecteur van den Centraal Bond voor Inw. Zending en Chr- Pbilantropie. (Foto Rott.) velen aan zich verplicht, want het is de eenige gids geweest tot 1940, toen de Gids voor Maatsch. Hulpbetoon van de Ned. Mij. voor Armenzorg en Weldadigheid verscheen. Deze strekt zich over alle richtingen uit. Het orgaan van den Centr. Bond is „Woord en Daad", dat sedert eenigen tijd een veel meer belangwekkend en inhoud heeft dan vroeger. De Geref. Bond, gesticht door den bekenden baanbreker op dit gebied, prof. Lindeboom, is van jongeren datum en in 1918 opgericht; hij vereenigt 11 corporaties, die uit dezelfde beginselen leven en heeft een soortgelijk doel als de Centr. Bond: onderlinge steun en sa menwerking, opleiding, examineering en di- plomeering van verplegend personeel. In 1924'* heeft de Regeering de diploma's der aange sloten vereenigingen erkend. De Bond heeft ook een bureau voor particuliere verpleging. Voorts richt de Bond zich op het brengen van eenheid in de inwendige organisatie der stichtingen, in de dienst- en rusttijden, sala risregeling, enz. Het vroegere maandblad van den Bond „Bethesda" is in 1920 vereenigd met het op hoog peil staande maandblad Refajah. In 1927 heeft ook deze Bond zijn Handboek uitgegeven met beschrijving en foto's der aangesloten stichtingen. De R.K. charitatieve instellingen zi.in niet in nationaal verband georganiseerd, doch heb ben uiteraard hun Kerkerlijke relaties. In het volgend artikel willen wij een aan vang maken met de behandeling der afzonder lijke onderdeelen van het gebied der zorg voor hulpbehoevenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1