VAN RIJN S
ITJOSTERD
„A URORA"
IBON E N. S. A. I. D.
EEN ROMAN VAN SCHEVENINGEN
„MARTIJNTJE" door AREND TAEL.
MARTIJNTJE" van den jongen auteur, die
zich verschuilt achter het pseudoniem
Arend Tael, is een debuut: een roman van Sche-
veningen, door een Scheveninger. Het is niet de
badplaats Scheveningen, maar het visschersdorp
waarin hij ons binnenleidt en waarvan het ons het
meer intieme leven der bevolking laat meeleven.
Daartoe heeft hy zijn heldin, de „mooie Martijn-
tje", in haar eenvoudigen levensgang temidden
van haar dorpsgenooten geschetst: haar optreden
reeds op achttienjarigen leeftijd als hoofdvrouw
van de nettenboetsters, haar verloving en huwe
lijk met stuurman Floor, zoon van een der vele
Scheveningsche weduwen, haar omgang met de
dorpelingen, inzonderheid met de vrouwen, terwijl
de mannen op zee zijn. Haar getrouwd zijn geeft
den schrijver gelegenheid om ook Floor's leven
tusschen de andere visscherlui te teekenen, in hun
gebruiken en gewoonten en om voorts, als levend
element van het verhaal, er den strijd tusschen
den modernen logger en de verouderde bom, als
mede de crisis om de reglementeering van de ver
houding tusschen reeders en visschers in te ver
werken. Floor is n.l. een man, die van de oude
tradities gaat afneigen en daardoor met den con
servatieven dorpsgeest in botsing komt. Dat wordt
ten slotte zijn vroege dood en Martijntje's we
duwschap op nog geen dertigjarigen leeftijd.
Al worden er in dit boek geen persoonlijke
psychologische problemen gesteld en tot oplossing
gebracht, het boeit toch van den eersten tot den
laatsten volzin, doordat 't zoo levensecht is. Het
is dat inzonderheid ten aanzien van de hoofd
persoon. Martijntje is een ernstige, sympathieke
jonge vrouw, met intellect en wilskracht en zij
blijft dit door het geheele verhaal heen, onder
alle omstandigheden, die haar treffen. De meeste
andere personen krijgen ook hun deel in de
karakterteekening, inzonderheid Floor, oom Piet
de Vlag en de beide moeders van het jonge echt
paar. De mysticistische inslag, welke by het zee
volk gewoonlijk te vinden is, vindt men vertegen
woordigd in Martijntje's vader, Jakob van Gijze.
Bij zijn teekening van het Scheveningsche
volksleven kon de schrijver natuurlijk het bijzon
dere Scheveningsche dialect niet ontberen. Ook
dit volkje leeft in zijn taal, welke de kleine ge
meenschap saambindt en van de buitenwereld af
sluit. ondanks het feit, dat dit dorp door de stad
en het moderne badplaatsleven omgeven is. Dit
dialect wykt hier en daar zóóveel af van het „al
gemeen beschaafd", dat de schrijver het noodig
gevonden heeft zijn boek een woordenlijstje mee
te geven, waarin de voornaamste „Schevelingis-
roen" verdietscht worden en overigens eenige
visscherijtermen worden verklaard. Zonder dat
lijstje zouden dan ook de meeste lezers geen
weg weten met uitdrukkingen als: „des lik me de
f>ote". „doe-swa", „drieklaesoor", „tikke lange",
„kokkebeine", „schampeljoen" en zoo meer.
Deze Scheveningsche roman is in vier „boeken"
onderverdeeld. In elk daarvan vindt men zeer ge
slaagde brokken litteratuur. Zoo herinnert het
zesde hoofdstuk van het tweede boek, „Zout ver-
woning, naar zijn persoon en leven. Geen
kazerne der uniformiteit, maar het huis met
de eigenaardige onderafdeelingen voor de in
dividualiteit der bewoners". Het begrip wo
ning ondersteunt ook de mogelijkheid der
herkenning.
In deze verscheidenheid van het hemelleven
is ten slotte ook vervat het verband, dat God
zal leggen tusschen wat Zijn kinderen hier op
«arde zijn geweest en daar zullen zijn. De
«arde kende hen in hun verschillende graden
van geloofskracht en geloofsdaad, van ijver
voor Gods huis en van hun arbeid voor Zijn
Koninkrijk. De hemel zal hen kennen even
redig aan die verscheidenheid. Reeds Daniël
profeteerde„De leeraars zullen blinken
als de glans des uitspansels, èn die er velen
rechtvaardigen gelijk de sterren, altoos en
eeuwiglijk (12 3).
Laat ook hierin onze vreugde om Jezus'
hemelvaart zich vermenigvuldigen. Heen
gaande, om ons plaats te bereiden, zal Hij
met dezelfde teedere zorgf die Hem de Zijnen
op aarde doet zoeken één voor één en een
ieder in zijn eigen omstandigheden, de plaats
bereiden, de woning bestemmen, die juist
voor hen de beste is, opdat ten volle de kracht
des eeuwigen levens zich ontplooie naar de
rnate, ieder afzonderlijk geschonken. O, daar
te zijn
„Waar de patriarchen wonen,
De profeten altemaal,
Waar de twaalf apostelen tronen
In de wijde hemelzaal,
Waar reeds zooveel duizend jaren
Alle vromen, martelaren
Zich verzaam'len om den Heer,
En Hem eeuwig brengen eer".
J54
zoute", waarin Floor's eerste terugkeer van zee
als getrouwd man levendig wordt beschreven, aan
een van die schilderijen van Mesdag met op de
kust toestevende bommen en groepjes wachtende
menschen op het strand en de wyde en bewege
lijke zee als machtige achtergrond.
Het laatste boek, „Bloedpekel", met het tragi
sche einde, ligt onder de dreigende schaduw van
het onheilsgevoel, dat zich demonstreert in Mar
tijntje's benauwende waakdroom in den donkeren
stormnacht, als ze, alleen met haar slapende
kinderen in haar huisje, Floor's terugkeer ver
beidt Zij droomt van.verbolgen mannen aan
het strand, toen de ontredderde klomp met de
zwaarden als uitgestrekte armen omhoog". Alleen
te bed liggend, verbeeldt ze zich, dat Floor met
forsche stappen door het poortje komt en de klink
van haar achterdeurtje oplicht.
„Wat kan een mensch zich in zijn eenzaamheid
en onzekerheid al niet verbeelden, denkt Mar
tijntje. Hoor, nu gaat hy weer weg. Hu, toch
akelig. Toch net de stappen van Floor".
„Ik moet opstaan en naar boven gaan, de kinder
tjes roepen, denkt ze. Wat zullen de kindertjes
kunnen helpen? Helpen behoeft ook niet, Mar
tijntje is nog veel mans, ze wil ze alleen maar
wakker maken om maar iets te doen, het hindert
niet wat; of zal ze liever even buiten* kijken,
achter op het plaatsje, zien of de deur van de
poort gesloten is
In haar onrustigheid sluipt zij naar boven, waar
de kinderen gerust slapen. Dan wil zy zich maar
weer ontkleeden en naar bed gaan. Dan hoort ze
opnieuw de stappen van Floor.
„Ze wil naar de deur vliegen om open te doen,
maar ze blijft als vastgeketend op haar plaats
staan. Aandachtig luistert ze toe.
„Nu 'Wordt de klink opgelicht. Daar stapt hij het
keukentje in, nu het gangetje door. Nu staat hy
voor de kamerdeur. Zal ze opendoen? Zal ze hem
onstuimig begroeten Waarom komt hij niet
binnen? Hij weet toch de weg, de oude, vertrouw
de weg. Heeft hij soms staar op het oog gekregen
van het brijn of het zoute water op zee En wat
zou dat dan nog, kan hij niet meer een deurtje
openmaken
Neen, hij kan geen deurtje meer openmaken. Het
kan Floor niet zijn. Het is zijn afgezant, zyn
geest Het koude angstzweet breekt Martijntje
uit. Dus is het toch waar. Moet dit het teeken
zijn? Héér in den hemel, wees my genadig. Hoe
kun Je me zoo ontdoen van een liefhebbende
man en vader, of zijt Gij het niet. Heer, die deze
teekenen geeft, is het mogelijk een Uwer geval
len engelen, is het misschien Beëlzebub zelf
Maar dan De oude strijdlust herleeft in
Martijntje. Ze springt van haar stoel en of dat
nog niet voldoende is. gaat ze rechtop staan, mid
den in de donkere kamer. Ze is de trotsche vrouw
weer, die de boetsers met ontzag vervulde.
In der schulp zelle ze kruip.
Dan klinken drie doffe slagen op de deur. Een
oogenblik is het Martijntje of koud water, ijskoud
water, haar over het hoofd woedt gegoten. Een
rilling vaart haar door de leden; maar ze weet
zich weer te vermannen. Fier richt ze zich op,
mogelijk nog flinker dan vroeger voor de boet-
sters, als ze die een berisping had te geven. Haar
oogen fonkelen in d-i duisternis.
Kom je in naam yan God of van den duivel
buldert ze.
Geen antwoord dringt tot haar door. Het is stil
en het blijft stil, onaangenaam stil"
In denzelfden na'.ht bleek Floor te IJmuiden zijn
watervaf gevonden te hebben.
Bovenstaand citaat geeft wel een indruk van het
belangrijk wer*r van Arend Tael.
Dit goede boek is tevens het eerste van de vier
oorspronkelijke Nede*-Iandsche romans, die in de
boekenserie De M^iderkring" het licht zullen
zién bij de N V. Amsterdamsche Boek- en Coti-
lantmaa appij.
auasiSoi
in het NederlaiHlech
MOGEN letterkundigen en partijgenooten Bil-
derdijk hu'digen in zijn qualiteit ale dich
ter. geleerde, christen, enz., Dr H. Blink heeft
in zijn beschouwing een merkwaardig bewij6 van
de veelzijdig* ontwikkeling van deze eminente
persoonlijkheid bijgebracht, door hem te beschrij
ven al« den eerelen auteur van een geologisch
werk in het Neder'andsch.
Het boek over geologie, dat aan Mr Willem Bil-
rferdijk wordt toegeschreven, draagt tot titel
Geologie of Verhandeling o\er de Vorming en
Ver\orming oer Aarde. Te Groningen bij Wybe
Wollens, MDCCCXIII. Het telt 136 bladzijden,
met een voorbericht van 16 pagina 6. De schrij
ver wordt hier niet vermeld, maar toch wijst
„het titelvignet, hetwelk door Bi'derdijk zeiven
vervaardigd werd, en \fln zijn handteekoning is
voorzien, er reeds op, dat Bilderdijk waarschijn
lijk de schrijver is. Toch wenschten wij meer
zekerheid dienaangaande".
Wel moet Bilderdijk geologisch studiën ge
maakt hebben. Noemt van der Aa hem niet „een
oorspronkelijk wijsgeer en een zeer ervaren geo
loog
Ook in van Kainpen'e geschiedenis der Nedcrl.
Letteren en Wetenschappen wordt over Bilder-
dijk'e geologie gesproken, maar in Dr II. Ba-
vinck's studie over „Bilderdijk a's denker en
dichter" wordt over geologie niet gehandeld. En
toch, zegt Dr Blink verder, valt er niet aan te
twijfelen, of Bilderdijk is de schrijver van bo
vengenoemd werk. Da Costa zegt in zijn „Over
zicht van het leven en de werken \an Mr Wil'ein
Bilderdijk", Jitdrukke'ijk, dat deze een werkje
over geologie heeft uitgegeven zonder naam.
Ook Dr Kollewijn spreekt hierover «n Prof. Tij-
deman licht ons zelf® nader in, omtrent het
ontstaan van dit boekje.
Uit Bilderdijk's mededeeling aan Tijdcman
blijkt, dal het bewuste werkje in 1811 geschreven
werd Hij stelde den professor de vraag, of deze
kans zag het op enke'e aannemelijke voorwaar
den gedrukt te krijgen. De geleerde toch ver
keerde toen in moeilijke financièele omstandig-
henen, omdat na de inlijving van ons land bij
Frankrijk in 1810 het pensioen door koning Lo-
dewijk Napoleon hem toegekend, geheel of ge
deeltelijk niet meer betaald werd.
Bilderdijk's werkje werd toen bij Wybe Wolters
te Groningen uitgegeven (1813) op een honora
rium van f 70.Tegelijkertijd verscheen, ook
van Bi'derdijke hand, maar anoniem; ..Kort ver
haal van een aanmerkelijke luchtreis en nieuwe
planeetontdekking. Uit het Russisch vertaald".
Hier geeft Bilderdijk een voorlooper van Jules
Verne's werken. Het was geen vertaalde, maar
een oorspronkelijke „Kleine astronomische ro
man".
In het Nederlandsch komt volgens Dr Blink,
geen ander geo'ogisch werk vroeger voor, ten
minste geen oorspronkelijk werk. Wel was hier
een vertaling verschenen van Buffon's werk.
„Dat, niettegenstaande deze zekerheid, er over
Bilderdijks geologische studie zelden gesproken
wordt, is waarschijnlijk daaraan toe te schrij
ven, dat Bilderdijk de „Geologie" niet met zyn
naam op het titelblad als schrijver voorzag".
Al verrichtte Bi'derdijk op geologisch gebied
geen baanbrekend werk, en al „kan zijn naam
in aardrijkskundig opzicht niet met die van
Varenius en Lulofs vergeleken worden, die. even
eens in Nederland op dit gebied werkten, toch
achten wij het feit, dat Bilderdijk het eerste Ne-
derlandsche bock over geologie schreef", belang
rijk.
Hoe kwam Bilderdijk er toe geologie te bestu-
deeren en er over te schrijven En hoe koint
het toch, dat een dichter zich gaat bezighouden
met wcterischappellijke vraagstukken van de
geschiedenis der aarde
Gaf J. J. L. ten Kale in „De Schepping'" een po
pulaire voorste'ling van het ontstaan der aarde,
dit was geen studie der geologie. Bilderdijk staat
hierin niet alleen. (Vgl. Goethe's geologische be
schouwingen
Bilderdijk was n.l. in aanraking gekomen met
een beroemd Zwitseisch geoloog, Jean André de
Luc (t 1817), professor aan de hoogeschoo] te
Góttingen.
Tijdens Bilderdijk's bal'ingeohap bewoonde deze
professor toevallig in hetzelfde huis van den
dichter enkele kamers. „Die geleerde man, met
omvangrijke algemeene kennis evenals Bilderdijk,
had door zijn vriendelijke voorkomende manie
ren en diep gevoel een grooten invloed op onzen
'andgenoot in (fen vreemde en Bilderdijk sloot
zich nauw bij hem aan. De vriendschap werd in
niger en de wetenschappelijk verwantschap nau
wer toen het bleek, dat De Luc op geologisch ge
bied een leer verkondigde, welke niet streed inet
de godsdienstige opvattingen van Bilderdijk. De
Luc streefde naar verzoening tusschen godsdienst
en wetenschap cn trachtte de juistheid van het
scheppingsverhaal op natuurkundige gronden te
bewijzen. Mei hem beoefende Bilderdijk nu de
geologie in haar betrekking tot Bijbei en gods
dienst". 1
En dan.... in Bilderdijk's tijd, werden de den-
om bij de thans zoo veel besproken vitamine-C
aangelegenheid te blijven, om de vraag
Hoé kunnen we vitamine C, waarover zooveel
geschreven wordt en die onmisbaar voor dé ge
zondheid blijkt te zijn, dan eigenlijk goed en
het voordeeligst tot ons nemen We'nu, de meest
eenvoudige natuurproducten kunnen u helpen I
Daar zijn bijvoorbeeld onze aardappelen, die als
een belangrijke vitamine-C-bron beschouwd
kunnen worden, mits we ze in de 6chil met
slechts een bodempje water koken. Behalve vi
tamine C leveren ze ons dan nog zetmeel, eiwit,
ka'k, tcisfor, ijzer, sporen jodium en vitamines
van de B-groep
De meeste groenten en vruchten bevatten vita-
mine-C, sinaasappelen, grape-fruit, citroenen,
rype tomaten, spruitjes, pcteiselie, waterkers en
de diverse koolsoorten zijn zeer rijk aan vitanxine-
C; een iets mindere, maar toch aanmerkelijke
hoeveelheid bevatten jonge sappige wortelen,
ramenas, rapen, radijsjes, aalbessen, frambozen,
kersen en kruisbessen. Weinig vitamine-C komt
voor in: appelen, peren, perziken, abrikozen.
Daar de meeste van de hier genoemde vruchten
er nog ixiet.zyn en terdege rekening gehouden
moet worden met den prijs voor sinaasappelen
en citroenen, zal men er goed aan doen, nu als
broodhelegging, geraspte worteltjes, raapjes en
radijsjes, bestrooid niet wat zout, te kiezen.
Van de dierlijke producten is melk het ecnige,
waarin in beperkte mate vitamine-C kan voor
komen, afhankelijk van het voedspj van dé koe
en de juiste behandeling van het product (niet
blootstcl'en aan zon en licht, lecLts éénmaal ko
ken, niet opwarmen). Eet de koe namelijk veel
groenvoer en wortelen, dan komt In de melk vi
tamine C voor; wordt ze gevoed met gedroogd
voer, hooi stroo, etc., dan Jcvat dei melk weinig
vitamine C.
Doe dus uit de bier genoemde natuurproducten
een keuze, die in overeenstemming is met uw
smaak, uw middelen en het seizoen en ge kunt
de onaangename verschijnselen, die hij gebrek
aan vitamine C optreden, vóórkomen.
We'ke 'leze verschijnselen dan wel zijn
Een volkomen gebrek aan vitamine-C in de voe
ding veroorzaakt scheurbuik; een gedeeltelijk
gebrek kan de oorzaak zijn van vermoeidheid,
prikkelbaarheid en slechten groei en eetlust van
kinderen. Bovendien heeft een tekort aan deze
vitamine een slechten invloed op hel gebit
Ook de bekende, zoogenaamde „voorjaarsver-
moeidheid" ie een gevolg van een tekort aan
vitamine-C.
Nederland interesseert zich plotseling en hevig
voor vitamine CMoge het dan ook een ver
standige keuze doen uit de producten van zijn
bodem, leneinde een tekort aan dit vitamine op
verstandige wijze tegen te gaan.
Keuken en keukeninrichting
IN vele gevallen wordt de keukeai niet slechts
als kookplaats, maar ook als werkplaats,
soms daarbij als woonvertrek van het dienst
meisje gebruikt Vooral in bet laatste geval moe
ten wc, behalve dat we op een goede inrichting
van dit vertrek als kookplaats letten en uit dit
oogpunt voor een prettig aanzien zorgen, tegelij
kertijd trachten min of meer een gezelligheids-
sfeer aan te brengen: Een vrooiijk stofje,
dat bestand is tegen zon en gcwasschen kan wor
den, kan hierbij wellicht van dienst zijn.
Een goeoe doelmatige inrichting van de keuken
zal het werk, dat daar verricht moet worden,
zeer vergemakkelijken. In een huurhuis moet de
inrichting meestal worden aanvaard zooals ze is.
Toch kunnen we soms met weinig kosten kleine
veranderingen aanbrengen, waardoor het werk
doelmatiger en prettiger kan geschieden.
Die de plaats van den tractor innemen. Gezapig trekken de karbouwen de eg door de zware
Limburgsche klei. (Het Zuiden
Aan welk« eischen zal nu een keuken, wat bouw
en inrichting betreft, moeten beantwoorden om
in oé practijk te voldoen Wie voor den bouw
en de indeeling van zijn woning zelf aanwijzigin-
gen kan geven, vindt hier enkele wenken. Zoo-
veej mogelijk zul ook op practische wijzigingen
voor bestaande keukens de aandacht worden ge
vestigd.
De ligging van de keuken moet zoo zijn, dat
de ramen zich aan ae koudste zijde van het huis
bevinden, dus op het Noorden of Oosten. Een keu
ken op de zonzijde is des zomers te warm en men
heeft er teveel last van vliegen en wespen. De
Zuid-Oost-kant ie voor keukenramen ook zeer
geschikt, daar dan alleen de vroege morgenzon
kan binnenkomen.
Huren we een huis met oe keuken op de zonzijde,
dan is het aan t« bevelen waar mogelijk zon-gor-
dijnen aan te brengen. Deze zijn doorzichtig en
hoi>d«n, doordat zij buiten aangebracht worden,
de keuken heerlijk koel. Rolgordijnen aan oen
binnenkant sluiten dikwijls lang niet in die mate
de zonnewarmte buiten, maar kunnen desnoods
luifel of markies vervangen.
De afmetingen zijn zeer wisselend. In vele
moderne flats zijn de keukens 2 bij 4 of 2% bij 4Va
meter. DH ie dan ook het minimum, waarmede
w« kunnen volstaan. In dit geval moet men bij
de veroere inrichting met de ruimte woekeren.
Een iets grootere keuken ie evenwel te verkiezen
en bij meer dan één dienstbode zelfs noodzakelijk.
Indien de maten 3 bij 4 meter zijn, heeft men nog
geen last van overtollige ruimte. Een flinke
hoogte is ook gewenscht, bijv. 2.80 meter.
Een bijkeuken, vanuit de Tteuken bereikbaar,
is practische omdat werk, dat stof kan versprei-
on en de keukenatmosfeer kan bederven, daar
kan geschieden. We voorzien du6 de bijkeuken
van gootsteen en aanrecht.
In de bijHouken een <deur naar buiten geeft min
der heen en weer geloop bij het helpen van de
dagelij-ksche leveranciers en meer rust in huis.
Deze toegang worde zoo gemaakt, oat dc keuken
gevrijwaard blijft voor nieuwsgierige blikken.
Velen verkiezen dan ook een deur uit boven en
onderdeur bestaande, die bovendien nog tocht
voorkomt. In een stao' is d.it meestal niet mogo-
lijk.
Wel kan aanbrengen van een boodsch;
pen bus naast of aan de voordeur veel heen
weer loopen beperken en nuttig zijn
n, die veel afwezig zijn. Van deze bus z
i den buitenkant oen klein luikje, dat q<
P-
huis
den' leverancier geopend kan worden. Aan den
binnenkant zien we 3 of 4 vakjes, die automatisch
zakken, wanneer er iets ingelegd ia. Een volgend
leeg vakje komt weer achter het luikje en de
leverancier kan zonder bellen opnieuw bood
schappen bezorgen.
Wand-en vloerbedekking moeten gemak
kelijk te reinigen zijn. De wanden moeten ter
hoogte van 1.25 meter en bij den schoorsteen ter
hoogte van 1.80 meter bekleed worden met tegels.
Een licht gekleurde vuurkleitegel, gezet met
„voeg" (de tegels enkele milimeters van elkaar,
waardoor een donkergrijze lijn van oement zicht
baar is) staat warm en gezellig. Bij het zetten
van tegels met voeg behoeft de huisvrouw na ja
renlang gebruik van de keuken niet de ergernis
van vuile kalkrandjes tusschen o'e tegels te heb-
IIet bovengedeelte van de muur geschuurd en met
koud waterverf behandeld geeft weinig onder-
houo en ie practisch, doordat 't vocht opneemt.
Om deze reden moet ook het plafond in schuur-
werk worden uitgevoerd, wat men na ongeveer
4 jaar opnieuw kan laten bestrijken. Bedekking
van de muren en het plafond met olieverf is on-
practisch. Waterdamp condenseert door de on
poreuze afwerking, en stof en overblijfsels van
zeep hechten zich zeer vast, zoodat het schoon
houden veel moeite kost.
Vloeren moeten, om goed schoon gehouden te
kunnen worden, naadloos zijn. Tegels, rubber en
houtgraniet, hoewel niet af te keuren, bieden
minder vooroeelen dan steengraniet. Houten keu
kenvloeren kunnen met linoleum bedekt worden.
Stoom-, Wasch- en Strijkinrichting
B. Spierenburg Utrecht
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No 43430 Opgericht 1656
Geheel naar de eischen des tijds ingericht
Wascht uitsluitend met nortonwater
VRAAGT TARIEVEN
JAMES EN MEISJES MAAK NU ZELF
UW KLEEDING
I Zendt ons een briefkaart, met de naam van dit
I dad, aan ENSAID INSTITUUT, Tolsteegsingel
54 te UTRECHT en beplakt met 35 cents aan
jostzegels, (Porto briefkaart inbegrepen) en wij
enden U een mooi boek .net ruim 100 maten
|cn modellen en tevens een gratis apparaat om
U te laten zien hoe gemakkelijk onze methode
§is om THUIS alle kleeding te leeren maken en
vermaken.
aan INSTITUUT
Tolsteegsingel 54 - Utrecht
Turfsteken. De dikke over het landgespreide veenlaag wordt met vakkundige hand veideeld.
(Pax-Holland)