Mmwe ^riitsdjf (tfourant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken PA Q^nnementsprüs: per 3 maanden 2.47, vermeerderd met ioudi 0.15 incassokosten. Per week 19 ct 'nern Losse nummers 5 ct. Zaterdagnumrr.ers met Zondagsblad Vh ct Alles bij vooruitbetaling. "'Wtentiepryzen Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 5893i 24 ct per regel Ingezonden Mede- deelingen 46 ct per regeL Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ct Bij con tract belangrijke korting. No. 6425 Hoofdredacteur H. Diemer, Rotterdam. ZATERDAG 10 MEI 1941 Bijdragen van medewerkers, Ingezon den stukken aan de Red. 21e Jaargang IETS BIJ GEVAL zal den leeft dit jaar lang geduurd, voordat I 't oud-Nederlandsch volksliede- nazeggen: „Die winter is ver gen, Ic sie des Meyen schijn". En lllen wij zelden zoozeer als juist in vinter naar de lente hebben uitge- ^_rant de verduisteringsmaatregelen jjïjn de dagen kort en de nachten I Ckensch gaat tegen het voorjaar ver- jnaar de schoonheid van de uitbot- aaqiatuur. De planten ontvouwen de en de vogels bouwen hun nesten. N tr strekt de handen uit naar den (achtenden akker: Hij wil aan den in den productieslag ook. B ons vertrouwd, die voortgang van |aar zomer en van h^fst naar win- leven in dien voortgang, maar I leven hem zoo weinig bewust. De heeft geleerd om zijn werkschema (assen in het raam van de wisselin- dl het natuurgebeuren. Hij weet het: nnjpt ik dit doen en het volgend jaar- wj meer voor dat geschikt. Het den- In den mensch is in den machtigen |aat der .schepping mechanisch ge- P Gty de Schrift laat ons dien voort- kien zooals hij ook werkelijk is en I m moet worden als blijk van Gods fc fenigheid en van Gods genade Aan het eerste tijdperk van en winters, lenten en herfsten zondvloed een krachtig einde ge- 1 Maar op dat einde volgde een (begin met de belofte, dat voortaan, dagen der aarde", zaaiïng en oogst, n en hitte, zomer en winter, dag en i naniet zouden ophouden. woord teekent ons iets van de m welke de mensch in de natuur in- De romantiek heeft den mensch Niejwillen zien als deel van de natuur, ■«.wij weten, dat dan de geheel eigen i van den mensch als heer der ~~"T>ing spoedig wordt veronachtzaamd, t woord van God tot Noach wordt |etoond, hoe de krachten en gaven ■tuur dienstbaar zijn om het leven iet menschdom te bestendigen. Maar jlen anderen kant schetst ditzelfde de diepe afhankelijkheid van den th, niet van de schepping, doch van >chepper. is goed om onder dit aspect iets te jd inhouwen van de beteekenis, welke de ..gang der jaargetijden heeft. Wij blij— niet blind voor de schoonheid der TElF» integendeeL die schoonheid doet e eerbiediger opzien tot den Heer aller ai. Als in Psalm 104 ons èen machtig ipingstafereel voor oogen wordt ge- dan heet het ook, dat Gód het gelaat ENardrijks vernieuwt. Elke lente, elke r, herfst en winter richt, zoo. het goed nze aandacht weer opwaarts. God p en schept nog steeds, maar ook, Hij fhoudt dit alles nog „gelijk als met naaj hand". hgrijpend is dit beeld van de hand oi% Wij proeven er iets in van de majes- te waarmee Hij alles bestuurt, maar d^keer van de teerheid, waarmee Hij het ovpje verzorgt-, van de nauwlettendheid (waarmee Hij de haren van óns hoofd !fearj geteld. Het is van Zijn vaderlijke 1 dat ons alle dingen, goede en kwade, s >men. Er gaat voor ons van dit woord ik gterke vertroosting uit. Want het bant rhge®fa talisme en schakelt elk toeval uit. VOO' 'reis dezen geest nu mogen wij ook be- vera de lente van het jaar 1941. Er is een jaar verstreken sinds de Mei- __jn uit 1940, die ons nimmer uit de ge- felnken zullen gaan. Het voorjaar is ook aar ge tij de, waarin de machten zich bij ek kunnen ontplooien. Heel vroeger placht men van de lente te gewagen bouten den tijd, waarin de koningen uit- hstfcen ten oorlog. Niet meer als in vroe- t°^peuw legt de winter kluisters om het 4sbedrijf. Maar het voorjaar is toch eHwpe gebleven van de krachtsont- ngefeling. Deze waarheid is bij herhaling ordlstigd en ook de geschiedenis van ons j zal hiervan bij het gedenken van de yiagen van 1940 te duidelijker spreken, nu sedert die bange dagen weer jaar is verstreken willen wij voorbijzien de bewarende hand Gods. in een wereld, waarin de oorlog woedt, /voortgaat met het schenken van Zijn 1 bladen, niet slechts sporadisch, hier en maar allerwege, ook in het doen aan beten van deze nieuwe lente en in het uitbreken van groen en kruid, is een van Zijn majesteit en mededoogen, uronder wij, zondige schepselen, ons te er moeten verootmoedigen, l n'Ü willen in onze herinneringen niet n0 ZON EN MAAN e cheionsopgang 11 Mei 5.51; ondergang 21.20 et 'onsopgang 12 Mei 5.5.0; ondergang 21.24 'weSaansopgang 11 Mei 21.44; onderg. 6.22 te^aantopgang 12 Mei 22.57; onderg. 7.06 (laansopgang 13 Mei 0.02; onderg. 7.58 Eerste kwartier Zondag 4 Mei, volle NQaan Zondaa 11 M»i. laatste kwartier ^ndag 18 Mei; nieuwe maan Maandag Mei. IN DE VACANTIE NAAR DEN BOER Een aangename en nuttige tijdpasseering Nog maar weinigen beseffen dit Het is voor velen, die schoolgaande kinde ren hebben, een vrij moeilijk probleem, waar mee ze in de komende vacantiedagen hun kinderen, vooral hun groote kinderen, eens echt vacantiegenot zullen kunnen geven. Inderdaad is dat oogenschijnlijk een groote puzzle voor de bewoners onzer steden. ZIJ zijn over het algemeen genomen gewend er op uit te gaan, terwijl ze hun kinderen mee nemen of ze laten hen, als ze groot genoeg zijn, op eigen gelegenheid „trekken" of kam peeren. Maar dit brengt tegenwoordig óf groote bezwaren met zich mee, wat het „trekken" aangaat, óf is geheel uitgesloten, wat het kampeeren betreft. Nu is al sedert een drietal jaren een bijzonder mooi plan in bewerking en ook reeds uitgevoerd, n.l. om de jeugd in de vacantietijd bij boeren onder te brengen, om daar hun vrije tijd nuttig en bovenal aangenaam door te brengen. Voor zooiets is natuurlijk een heele orga nisatie noodig, want als men dit aan eigen initiatief zou overlaten dan zou er niets van terecht komen. In het eerste jaar is het plan dan ook niet tot volle uitvoering gekomen. Verleden jaar had men vóór de Meidagen reeds een 400-tal ingeschrevenen, die op een boerderij him vacantie met lichte landarbeid zouden door brengen. De oorlog en de bezetting maakten het echter onmogelijk die plannen in zijn geheel tot uitvoering te brengen. De toe stand in het land was nog te ongeregeld, dan dat er iets van beteekenis van kon komen. En bovendien waren verreweg de meeste ouders er niet voor te vinden, zoodat men de plannen maar in het klein heeft kunnen uit voeren. Ondertusschen is er thans wel zooveel ver anderd, dat het dit jaar zonder groot bezwaar zal kunnen. Er is, zooals we in het begin van dit artikel reeds opmerkten, met het oog op de moeilijkheden aan kampeeren en „trek ken" verbonden, zelfs reden om te verwach ten, dat er bijzonder groot animo voor dit plan zal zijn. Veel hangt natuurlijk ook af van de propaganda, die er voor gemaakt wordt. En deze is in de eene gemeente veel grooter, dan in de andere. Zoo hadden we ge hoord, dht in Vlaardingen door de betreffende leiders van deze aangelegenheid een bijzon dere ijver aan den dag gelegd werd. Daarom hebben we daar ons licht eens opgestoken. De tewerkstelling van scholieren in hun vacantietijd en van jeugdige werkloozen in hun vrije tijd berust thans bij de Rijks- arbeidsbureaux. Bij den leider van het ge west, waar men bij behoort, moet men zich, om mee te doen, aanmelden. Daarbij moeten adressen opgegeven worden, waar men in- formeeren kan omtrent den aard en het karak ter van den aanstaanden amateur-land arbeider. Men moet n.l. de zekerheid hebben, dat de tijdelijke pleegouders, de boeren, waar men de lui wil onderbrengen, geen lastpakken thuis krijgen. En ook omtrent de gezond heidstoestand van de jongelui moet men zekerheid hebben, dat ze geen gevaar zullen opleveren voor hun tijdelijke omgeving. Da» mag men natuurlijk niet riskeeren. Maar omgekeerd moeten de ouders van de jongens en meisjes ook eenige zekerheid heb ben. dat hun kinderen in een familie komen, die hen past en waarvan noch moreele, noen godsdienstige, noch hygiënische bezwaren te wachten zijn. Met andere woorden, op de boerengezinnen, die voor plaatsing in aan merking komen, wordt strenge keur gehou den. Dat moet ook: er staan te hooge belangen op het spel. In enkele dagen, in een paar weken, kunnen door een slechte omgeving veel hoogere schatten verloren gaan of be smeurd worden. Dat weten de leiders van dezen dienst wel heel goed en de juiste maat regelen worden in dit verband genomen. Zoo wordt b.v. gezorgd, dat gelijkgezinden bij elkander komen, dus een Gereformeerde vacantieganger. bij een Gereformeerde boer, een Ned. Hervormde bij een Ned. Hervormde boer, enz. Dit is te meer noodig, omdat de jongelui geheel als gezinslid bij den boer op genomen zullen worden. Bij den boer zullen ze het door dezen aan gewezen werk moeten verrichten en dat na tuurlijk met vlijt en nauwgezetheid. Men be hoeft heusch niet bang te zijn, dat dit werk te zwaar zal zijn; het zullen niet anders zijn dan lichte hand- en spandiensten. Zwaar wérk vertrouwt de boer uit den aard der zaak al niet aan ongeschoolden toe. Van de meisjes zal verlangd worden, dat ze de boerin met licht huiselijk werk zullen helpen. Men moet dus bedenken, dat het eenerzijds geen luilakkerij wordt, geen omklungelen in den boomgaard, geen slapen in het hooi of luieren op het grasland, maar ook anderzijds geen uitbuiten van de werkkracht van den gast, die zich omdat hij onbekend is met den ar beid licht zou overwerken. Natuurlijk blijft er om te rusten tijd te over. Men kan volop genieten van het schoone, dat de boerderij en de omgeving biedt en er wordt gelegen heid gegeven voor ontspanning. Maar het boerenwerk blijft de hoofdzaak. Zóó kunnen de jongelui meewerken aan den productieslag en zal het hun een eer zijn om te kunnen zeggen, dat ze iets meegehol pen hebben om in zware distributietijd nog zooveel mogelijk te produceeren. Er zit een ideëele zijde aan deze taak, die persoon voor persoon onbeduidend mag blind zijn voor de kleine en groote dingen, heel ingrijpend vaak, welke het voorbijge gleden jaar ons te doorleven heeft ge geven. Maar wij willen bij het nieuwe be wijs van Gods onderhoudende voorzienig heid, als hoedanig wij deze lente in het jaar onzes Heeren 1941 mogen aanvaarden zooals het kind een geschenk ontvingt, onze harten opheffen tot den God van alle leven. Hij zal ook verder het lot der wereld, ook ons lot, als volk en heel per soonlijk, bestieren. Ik zal, zoolang ik 't levenslicht geniet, Gods mogend'-eid verheffen in mijn lied; Ik zal mijn I met lofgezangen eeren, Terwijl ik i op aarde mag verkeeren. Mijn aandacht zal op Hem gevestigd staan, En met vermaak Zijn grootheid gadeslaan; Ik zal mij in den God mijns heils [verblijden. En dag op dag aan Hem mijn psalmen [wijden. lijken, doch door de massa van niet geringe beteekenis kan zijn. Loon wordt niet gegeven, wel een zakgeld van een gulden per week, terwijl natuurlijk kost, inwoning, bewassching enz. vrij zijn. Ook zijn de heen- en terugreis, die onder geleide plaats vinden, vrij. Dat zijn dus lang geen onvoordeelige voorwaarden voor de jongelui. Voor de ouders kan het verder nog aanr genaam zijn te vernemen, dat jeugdleiders voor het noodige toezicht zorgen en mogelijke klachten behandelen. Veel reden tot klagen zal er echter niet zijn, daarvan zijn we over tuigd. Het gedeelte van het land, waar men heen gaat, hangt van de jongelui zelf af, daar ze bij de aangifte kunnen mededeelen aan welke streek van ons land ze de voorkeur geven. Daar kan niet altijd heel streng de hand aan gehouden worden, omdat de regel, dat gelijkgezinden bij elkander komen, dit wel eens onmogelijk maakt. Niet overal zal men b.v. voldoende Hervormde boeren kun nen vinden om aan de wensch van alle Her vormde jongelui te kunnen voldoen. Zoo zijn er b.v. veel verzoeken om in Limburg ge plaatst te worden. Maar dat is practisch alleen maar mogelijk voor Roomsch Katho lieke jongelui. Er wordt echter zooveel mo gelijk met de wenschen rekening gehouden. En dat kan ook, omdat het uitzoeken der boerderijen van één centraal bureau in Den Haag uitgaat en de plaatsing daar ook ge schiedt. De ouders kunnen er van overtuigd zijn, dat bij eventueel ziek worden of bij een on verhoopt ongeluk, dadelijk alles gedaan wordt wat maar te doen is en de ouders ook direct gewaarschuwd zullen worden. We vernemen, dat er in verschillende plaatsen groote belangstelling voor deze trek uit de stad naar het land is. Dat is te begrij pen. Niet ieder weet, dat deze organisatie be staat en werkt. Bij de gewestelijke arbeids- bureaux kan men, zooals we reeds opmerk ten, terecht. Daar zullen ze alle inlichtingen geven en inschrijfformulieren willen verstrek ken. m Voor onze' jongelui van 16 tot 20 jaar is het een schoone gelegenheid om hun vacantie op een aangename wijze door te brengen. Want heusch, het zal een zeer prettig leven zijn op het land. Wij, die het door en door kennen en gedurende een groot deel van ons leven op het land verkeerden, garandeeren dit. Misschien zijn er heel, heel enkelen, die het minder prettig zullen vinden, maar dat zullen uitzonderingen zijn. Er zijn nu een maal van die menschen, die het nergens kun nen vinden en overal wat op aan te merken hebben. Voor dezulken is dit plan niets. Nuf fige bakvischjes en arrogante melkmuilen blijven dus zeker thuis (dit wil niet zeggen, dat allen die thuis blijven onder deze twee categorieën vallen, er kunnen verschillende redenen zijn waarom men thuis moet blijvenJ. Maar flinke, frissche, ferme meisjes en jon gens gaan als het even kan in hun vacantie tijd naar den boer om te helpen bij den ar beid, om te genieten van het heerlijke land leven en niet het minst om den boeren stand te leeren waardeeren en de groote be teekenis van den landbouw eenigszins te leeren kennen. De prijzen van gevogelte Het rijksbureau voor voedselvoorziening in oorlogstijd maakt het publiek er nogmaals op attent, dat door den secretaris-generaal van het departement voor landbouw en visscherij d.d. 20 December 1940 in het Prijzenbesluit 1940 Gevogelte is bepaald dat het te koop aanbie den, verhandelen en afleveren van gevogelte aan consumenten, respectievelijk het afnemen van gevogelte door consumenten slechts geoor loofd is tegen prijzen, die niet hooger liggen dan 1.50 per kg geslacht gewicht, zonder Onder gevogelte wordt verstaan: kippen, hanen, kuikens, eenden, kalkoenen en ganzen Voorts is bepaald, dat een ieder, die gevogelte aan consumenten verhandelt en aflevert, ver plicht is op een duidelijk zichtbare plaats in zijn winkel een prijslijst aan te brengen, waar op de prijzen, waartegen hij gevogelte verhan delt, vermeld staan. Zondag 11 Mei Moederdag. Zeg het met bloemen, denkt de jeugd, maar ook In dat geval kan de keuze moeilijk zijn (Pax-Holland) Prof. Dr. S. Greydanus een stemmig met palmen en bloemstuk ken gesierde kleine aula van de Theologische Hoogeschool te Kampen herdacht het studen- denkorps F. Q. I., in bijzijn van talrijke ge- noodigden, den 70en verjaardag van prof. dr. S. Greydanus. Na de opening, waarbij ge lezen werd 2 Tim. 4: 15, hield de praetor l.t. G. v. Rongen zijn gedachtenisrede, ■in hij zijn blijdschap uitte over het feit, dat F. Q. I. den jubilaris nog in actieven dienst als hoogleeraar aan de Theol. Hooge school mocht eeren. Wij weten, aldus spr., reeds uit uw vertrouwelijk spreken van Fides", dat u ons corps een warm hart toe draagt en wel als gemeenschap van studenten in de Theol. Hoogeschool. U beiden, professor en mevrouw Greydanus. sterke de Heere om ook in den komenden tijd ,v ambt en plicht te vervullen tot Zijn eer. Vervolgens kreeg prof. dr. K. Schilder gelegenheid tot het uitspreken van zijn ge dachtenisrede. Spr. wilde, gedachtig aan het spreekwoord: „Mieux vaut l'honneur que les honneurs", den jubilaris van vanavond de eer geven, die, in het gedenken, gehoorzamen en groeten, naar schriftuurlijke opdracht den ambtsdragers toekomt. Want elk ambt moet zijn eer hebben. Ook over het mogen spreken had spr. geen 'oogenblik ïn dubio verkeerd. En wel staat hij hier als oudste lid van F.Q.I., maar juist als dogmatisch geïnteresseerde geeft dit hem des te grooter vreugde. Want deze jubilaris, opvolger van prof. L. Linde boom, had evengoed den dogmatischen leer stoel kunnen bezetten. Spr. illustreerde dit met de verschillende noteerbare uitkomsten 's jubilaris' ambtswandel en met zijn ijveren voor een dogmenhistorischen leerstoel. Wanneer de Kamper dogmaticus dan ook bij den Kamper Nieuwtestamentischen exegeet te gast gaat. keert eerstgenoemde steeds van een welvoorzienen disch terug! In dit ver band noemde spr. de dissertatie „Mensch- wording en Vernedering". Maar ook in zijn kleinere geschriften: publicaties van refera ten enz., bewoog Greydanus zich op dogma tisch gebied. De brochure „Erkenningsgrond van den canon" is van grondleggende betee- Huil en de Midlands gebombardeerd Schepen in den Noordelijken Atlantischen Oceaan tot zinken gebracht Ook een aanval op N. W. Duitschland Het Duitsche weermachtsbericht Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Een duikboot onder bevel van den luitenant ter zee eerste klasse Kuppisch heeft in het Noordelijke deel van den AtalantischenOceaan vier koop vaardijschepen met tezamen meer dan 20,000 brt., deel uitmakende van een krachtig beschermd konvooi, tot zinken gebracht Het luchtwapen bombardeerde in den afge- loopen nacht met goede uitwerking de haven van Hull. In havens, opslagplaatsen en graanpakhuizen breidden groote branden zioh tot een op grooten afstand zichtbare vlammenzee uit Bomtreffers van allerlei kaliber of fabrieken in de Midlands, vooral in Nottingham, alsmede in havenwer ken in Z u i d-E ngeland, verwekten hevi ge verwoestingen. Gevechtsvliegtuigen deden in Zuid-Engeland een stoutmoedigen aanval in scheervlucht op een groote fabriek van de vliegtuigindustrie en op een vliegveld. De aanvallen hadden bijzonder goed resultaat In het ze e g e b i e d voor de Oost kust van Engeland en Schotland ver nietigden gevechtsvliegtuigen een koopvaar dijschip van 5000 brt. en beschadigden zes andere groote schepen zoo ernstig, dat nieuwe zware verliezen als vrijwel zeker te be schouwen zijn. Bij aanvallen op de B r i t- sche Zuidkust schoten jachtvliegtuigen gisteren zeven Britsche jagers omlaag en vernietigden een vijandelijke motortorpedo boot door beschieting met boordwapens. De bemanning werd door den Duitschen red dingsdienst ter zee in veiligheid gebracht. De beide laatste nachten gelukte het vier Britsche vliegtuigen boven vijandelijk ge bied omlaag te schieten. Duitsche torpedo- en gevechtsvliegtuigen schoten in het gebied van de Middellandsche Zee drie Britsche jachtvliegtuigen van het type Hur ricane neer. In N o o r d-A f r i k a aan beide zijden acti viteit van artillerie en verkenners. Voor To- broek verloor de vijand een gevechtsvlieg tuig van het type Bristol-Blenheim in een luchtgevecht. De vijand wierp vannacht met vrij sterke strijdkrachten brisant- en brandbommen op verschillende plaatsen van het Noord- W e s t-D uitsche kustgebied, vooral op Hamburg en Bremen. Naast eenige indus- trieele schade, ontstonden voornamelijk ver woestingen aan woonwijken. De verliezen van de burgerbevolking aan dooden en ge wonden zijn aanzienlijk. Afzonderlijke vijan delijke vliegtuigen drongen langs de Rijks hoofdstad door tot in de streek van Posen. Nachtjagers en luchtdoelartillerie schoten elf der aanvallende toestellen omlaag. De totale verliezen van den vijand op 7 en 8 Mei bedragen daarmede 39 vliegtuigen. Daarvan werden er twintig in luchtgevechten, 12 door nachtjagers, vier door luchtdoelartil lerie, twee door mijnenvegers en een door marine-artillerie neergeschoten. In denzelf- den tijd gingen 22 eigen vliegtuigen verloren. Bij verkenningsvluchten boven Engeland hebben zich twee bemanningen bijzonder onderscheiden: eerste-luitenant Matzel, eerste luitenant Wenzel, Oberfeldwebel Schmidt, onderofficier Röff en vervolgens eerste-luite- nant Hoffman, Obergefreiter Netz, en Ober- gefreiter Ekrowski. Op 1 Mei ondernam een gevechtsvliegtuig onder den eerste-luitenant Heinrichs metFeld- webel, Karsch, Feldwebel Igener en Gefreiter Mandl onder moeilijke omstandigheden een stoutmoedigen en succesrijken aanval op de torpedofabriek in Portland-Weymouth. kenis geweest voor vele theologische disputen uit den lateren tijd. In deze brochure, waarin hij den erken ningsgrond van den canon aanwees als in den canon zeiven te vinden, kwam natuurlijk ook zijn opvatting aangaande het Testimo nium Spiritus Sancti, het getuigenis van den Heiligen Geest ter sprake. De opvatting n.l. van de innerlijke toebereiding des menschen door den Heiligen Geest tot het aanvaarden van den canon in geloof. Het getuigenis van den Heiligen Geest is niet de grond van het geloof, maar de kracht en de bekwaamma- kende werking van den Heiligen Geest En ook tegenover Dr. J. Th. Ubbink hield hij aan deze meening vast. Vooral ten opzichte van Dr. Ubbink bond hij den strijd aan tegen den exponent van het opkomend subjecti visme, dat ook nu nog, ook in onze kerken, bestreden dient te worden. Voorts ligt ons nog versoh in het geheugen de polemiek over den persoon en de twee naturen van Chris tus, waarbij Greydanus eraan vasthield, dat de persoon geen bestaanswijze is der men- schelijke natuur. En de historie van Assen heeft wel bewezen, dat het, zooals bijvoor beeld bij de ideëel-empirische methode bij de ambtelijke vakken, bij kwesties, oogen schijnlijk, van methode meestal niet gaat over een wijze van aanpak, die verschilt vai£ een vroegeren maar over. een daarachter lig gende gedachtenwereld, verschillend van de Gereformeerde. Prof. Greydanus beschuldi gen van oorspronkelijkheidsziekte kan met recht een gewaagde onderneming genoemd. In alles bevindt spr. Greydanus als den man, die niet vanuit de polemiek zijn verhóuding tot den Christus der Schriften tracht te con- solideeren, maar zich in zijn polemiek laat bepalen door de Schriftuurlijke verhouding tot den Christus der Schriften. Een indica tieve en vindicatieve zegen van God acht spr. het, dat zulk een man en op zulk een wijze: zonder aanvulling van de Synodale voordracht, verkozen werd tot hoogleeraar aan de Theolgische Hoogeschool. De geschie denis zelf doet geen recht, maar God doet recht in de geschiedenis, ook aan dezen man, die, helaas, dank zij het feit, dat hij het waarheidscriterium nooit achterstelde bij het vriendschapsverbond, veel tegenkanting heeft moeten ondervinden, ook van geestverwante zijde. Bij de ruïnes van zijn levenswerk ech ter zal deze trouwe, bevruchtende en steri- liseerende, coupeerende en pareerende dienst knecht, die ons is voorgegaan in het belij den niet van de vernietiging van kerk en wereld, maar van de reiniging, loutering en verheerlijking van al het werk in Gods Ko ninkrijk, nooit behoeven te staan. Met de koningen der aarde zal hij de schatten in dragen in het hemelsche Jeruzalem. Na een korte pauze kreeg de monitor, bij monde van den heer C. P. P1 o o y, het woord. De heer A. Jagersma sprak ver volgens den jubilaris in zijn „memmetaal" toe. En tot slot sprak de gevierde hooglee raar zelf, inzonderheid dankend voor de Friesche bijdrage, die zijn voor Friesland warm kloppend hart bijzonder verkwikt had. En vervolgens, aan de hand van de op vol komen natuurlijke wijze elkaar opvolgende gebeurtenissen van zijn leven, wees hij er op, dat ja. hij zelf wel werkzaam was ge weest bij het bereiken van den 70-jarigen leeftijd en dan in dit ambt, maar dat toch in alles de leiding van God moest worden erkend, Die al zijn gaven en eigenschappen gebruikt had om hem langzamerhand te brengen waar hij nu stond. Klein, zooals hij was, zoo sprak deze groote man van zichzelf. En met Prof. Dr. J. Rdderbos dankten allen God voor dezen avond. De consumptie van ongekeurd vleesch Ernstige ziekten kunnen hei gevolg zijn Op vrij uitgebreide schaal wordt nog steeds vleesch van clandestiene slacht afkomstig aan den man gebracht, Nog steeds dringt het tot velen niet door, dat het koopen van dit ge smokkelde vleesch een asociale daad is, en men vergeet ook, dat men zich door het con- sumeeren van vleesch uit den smokkelhandel aan ziekten blootstelt, daar dit vleesch niet gekeurd is. Een verslaggever van het A.NP. heeft hier over een onderhoud gehad met den directeur van het abbattoir te Amsterdam, den heer R. H. Veenstra. Het groote gevaar van het consu: ren van ongekeurd vleesch, zoo zeide de heer Veenstra, ligt in het feit, dat men noch kan zien, noch kan ruiken of proeven, dat schadelijk vleesch eet. Een ernstige infectie is de vleeschvergifti- ging, het geheele geslachte beest is eelnfect en soms ontstaat door het gebruik van vleesch een endemie in een bepaalde streek. Er zijn echter nog meer gevaarlijke parasi taire infecties, zooals de trichinose, een maag- darmaaandoening, welke een doodelijken al- loop kan hebben, die ontstaat door het gebruik In piëteitsvolle herinnering Heden is het 10 MeL Heden willen wy in piëteit hen gedenken, die, thans voor een jaar, hun leven gaven in de verdediging van hun vaderland. Heldhaftig was hun strijd; de tegenstander heeft den moed onzer mannen volkomen erkend. Zij zijn gevallen, opgeroepen om den hun ver trouwden grond te beschermen. Al« wij aan hen denken, dan verstaan wy iets van het machtige woord, dat niemand grooter liefde heeft dan wie zijn leven geeft voor zijn vrien den. Heden staan wy metterdaad of in den geest bij hun eenvoudige graven, oorlogs graven zooals onze geschiedenis in lang niet had gekend. Zy zijn na hun kloeken strijd voor den vaderlandschen bodem ter aarde besteld in dienzelfden vaderlandschen grond, waarvoor zij hun bloed gaven. Hun gedachte nis en hun graven zullen bij ons allen in eere blijven. Heden willen wy ook gedenken de Duitsche soldaten, die in .de oorlogsdagen het leven wisselden met het sterven. Ook zij on dergingen den krijgsmansdood. Ook van hen zijn er onder ons graven. De bazuinen zyn verstomd. De dood, die felle scheidslijnen kan trekken, werkt in ander opzicht vereeni- gend, ook hier. Eens zullen alle oorlogssymbolen vervan gen zyn door symbolen des vredes: „Na dezen zag ik, en zie, een groote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en vol ken en talen, staande voor den troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte kleederen, en palmtakken waren in hun handen". van trichineus varkensvleesch. De keuring kan dit voorkomen. Voorts komt bij 40 procent van de runderen tuberculose voor, varkens zijn van 10 tot 15 pro cent tuberculeus. Dat beteekent natuurlijk niet, dat al dat vleesch voor de consumptie onge schikt is, maar het wordt voor een belangrijk deel gesteriliseerd en is dan volkomen onscha delijk. Bij koken of braden is de temperatuur niet hoog genoeg en het gevaar blijft bestaan. P,?.1. men dit gevaar niet moet onderschatten blijkt uit het aantal geconstateerde t.b.c. geval len van dierlijke afkomst, want dit wordt steeds grooter. Vervolgens noemde de heer Veenstra de vlek ziekte, optredende bij varkens, waarmede de mensch gemakkelijk wordt geïnfecteerd. Zelfs een schrammetje veroorzaakt door een bot van varken, dat aan vlekziekte leed, kan deze infectie, die doodelijk kan verloopen, bij een mensch doen optreden. Even gevaarlijk is het vleesch van dieren, die aan miltvuur leden, miltvuurvleesch dat wij aantreffen, wordt on herroepelijk vernietigd. Ook dat miltvuur kan men met het bloote oog niet constateeren en pij consumptie kan evenals in de vorige geval len de dood het gevolg zijn. Tenslotte noemde de heer Veenstra de lint worm, die men door het gebruik van onge keurd vleesch naar binnen kan krijgen. Slaolie, boter of margarine op bon 17 Geldig van 26 Mei t.e.m. 11 Juni I>e secretaris-generaal van landbouw en visschery maakt het volgende bekend: Zooals reeds eerder is bekend gemaakt zal wederom sla-olie op een van de bonnen van de boter- of vetkaart verkrijgbaar worden gesteld. De bon. welke recht geeft op slaolie is bon ,17" van de boter- en vetkaart, welke geldig zal zyn van Maandag 26 Mei tot en met Woensdag 11 Juni a.s. Op bon „17" van de boterkaart zal in bo vengenoemd tijdvak 250 gram boter of 200 gram slaolie of raapolie verkrijgbaar zijn en op bon „17" van de vetkaart 250 gram boter of 250 gram margarine of 200 gram slaolie of raapolie. Voor slaolie of margarine moeten de bonnen vóór 17 Mei worden ingeleverd In verband met de bevoorrading van de winkeliers dient men de bonnen, waarop men slaolie, raapolie of margarine wenscht te be trekken, reeds van te voren by de winkeliers m te leveren. Degenen, die op bon „17" van de boter- kaart slaolie of raapolie of op bon „17" van de vetkaart slaolie, raapolie of mar garine wenschen te betrekken, dienen deze bonnen in het ijtdvak van Maandag 12 Mei tot en met Zaterdag 17 Mei bij de winkeliers in le leveren, die hiérvan een eenvoudige administratie dienen bij le houden en desgewenscht een ontvangst bewijs aan den klant behooren af te ge ven. Wanneer men verzuimd heeft vóór 17 Mei de bonnen bij de winkeliers in te leveren, kan hierop in de geldigheids periode van 26 Mei tot en met 11 Juni uitsluitend boter worden gekocht, echter zonder dat daarbij op de bonnen van de vetkaart reductie wordt verleend. In verband met het feit, dat het rantsoen slaolie of raapolie 200 gram bedraagt en de inhoud van de slaolieflesschen in het alge meen geen veelvoud van 200 gram vormt, zullen de winkeliers de hoeveelheid, waarpp hun klanten tejen inlevering van een of meer bonnen recht kunnen doen gelden, als regel niet in haar geheel in fabrieksverpakking kunnen afleveren. Zij zullen dus in dat geval de per heele of halve flesch afgeleverde hoe veelheid buiten de fabrieksverpakking om dienen aan te vullen. Wie b.v. vier bonnen heeft ingeleverd en daarvoor een heele flesch slaolie met een inhoud van 720 gram heeft ontvangen, zal, daar de ingeleverde bfjmen recht geven op 4x200=800 gram, nn 80 gram apart kunnen ontvangen. In een publicatie zijn de voorsch (ften voor het inleveren van de bonnen door i itail- listen bekend gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1