Mmwe ^riitsdjf (tfourant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
PA
Q^nnementsprüs:
per 3 maanden 2.47, vermeerderd met
ioudi 0.15 incassokosten. Per week 19 ct
'nern Losse nummers 5 ct. Zaterdagnumrr.ers
met Zondagsblad Vh ct Alles bij
vooruitbetaling.
"'Wtentiepryzen
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN
Telefoon 22710
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 5893i
24 ct per regel Ingezonden Mede-
deelingen 46 ct per regeL Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ct Bij con
tract belangrijke korting.
No. 6425
Hoofdredacteur H. Diemer, Rotterdam.
ZATERDAG 10 MEI 1941
Bijdragen van medewerkers, Ingezon
den stukken aan de Red.
21e Jaargang
IETS BIJ GEVAL
zal
den leeft dit jaar lang geduurd, voordat
I 't oud-Nederlandsch volksliede-
nazeggen: „Die winter is ver
gen, Ic sie des Meyen schijn". En
lllen wij zelden zoozeer als juist in
vinter naar de lente hebben uitge-
^_rant de verduisteringsmaatregelen
jjïjn de dagen kort en de nachten
I Ckensch gaat tegen het voorjaar ver-
jnaar de schoonheid van de uitbot-
aaqiatuur. De planten ontvouwen de
en de vogels bouwen hun nesten.
N tr strekt de handen uit naar den
(achtenden akker: Hij wil aan den
in den productieslag ook.
B ons vertrouwd, die voortgang van
|aar zomer en van h^fst naar win-
leven in dien voortgang, maar
I leven hem zoo weinig bewust. De
heeft geleerd om zijn werkschema
(assen in het raam van de wisselin-
dl het natuurgebeuren. Hij weet het:
nnjpt ik dit doen en het volgend jaar-
wj meer voor dat geschikt. Het den-
In den mensch is in den machtigen
|aat der .schepping mechanisch ge-
P
Gty de Schrift laat ons dien voort-
kien zooals hij ook werkelijk is en
I m moet worden als blijk van Gods
fc fenigheid en van Gods genade
Aan het eerste tijdperk van
en winters, lenten en herfsten
zondvloed een krachtig einde ge-
1 Maar op dat einde volgde een
(begin met de belofte, dat voortaan,
dagen der aarde", zaaiïng en oogst,
n en hitte, zomer en winter, dag en
i naniet zouden ophouden.
woord teekent ons iets van de
m welke de mensch in de natuur in-
De romantiek heeft den mensch
Niejwillen zien als deel van de natuur,
■«.wij weten, dat dan de geheel eigen
i van den mensch als heer der
~~"T>ing spoedig wordt veronachtzaamd,
t woord van God tot Noach wordt
|etoond, hoe de krachten en gaven
■tuur dienstbaar zijn om het leven
iet menschdom te bestendigen. Maar
jlen anderen kant schetst ditzelfde
de diepe afhankelijkheid van den
th, niet van de schepping, doch van
>chepper.
is goed om onder dit aspect iets te
jd inhouwen van de beteekenis, welke de
..gang der jaargetijden heeft. Wij blij—
niet blind voor de schoonheid der
TElF» integendeeL die schoonheid doet
e eerbiediger opzien tot den Heer aller
ai. Als in Psalm 104 ons èen machtig
ipingstafereel voor oogen wordt ge-
dan heet het ook, dat Gód het gelaat
ENardrijks vernieuwt. Elke lente, elke
r, herfst en winter richt, zoo. het goed
nze aandacht weer opwaarts. God
p en schept nog steeds, maar ook, Hij
fhoudt dit alles nog „gelijk als met
naaj hand".
hgrijpend is dit beeld van de hand
oi% Wij proeven er iets in van de majes-
te waarmee Hij alles bestuurt, maar
d^keer van de teerheid, waarmee Hij het
ovpje verzorgt-, van de nauwlettendheid
(waarmee Hij de haren van óns hoofd
!fearj geteld. Het is van Zijn vaderlijke
1 dat ons alle dingen, goede en kwade,
s >men. Er gaat voor ons van dit woord
ik gterke vertroosting uit. Want het bant
rhge®fa talisme en schakelt elk toeval uit.
VOO'
'reis dezen geest nu mogen wij ook be-
vera de lente van het jaar 1941. Er is
een jaar verstreken sinds de Mei-
__jn uit 1940, die ons nimmer uit de ge-
felnken zullen gaan. Het voorjaar is ook
aar ge tij de, waarin de machten zich bij
ek kunnen ontplooien. Heel vroeger
placht men van de lente te gewagen
bouten den tijd, waarin de koningen uit-
hstfcen ten oorlog. Niet meer als in vroe-
t°^peuw legt de winter kluisters om het
4sbedrijf. Maar het voorjaar is toch
eHwpe gebleven van de krachtsont-
ngefeling. Deze waarheid is bij herhaling
ordlstigd en ook de geschiedenis van ons
j zal hiervan bij het gedenken van de
yiagen van 1940 te duidelijker spreken,
nu sedert die bange dagen weer
jaar is verstreken willen wij
voorbijzien de bewarende hand Gods.
in een wereld, waarin de oorlog woedt,
/voortgaat met het schenken van Zijn
1 bladen, niet slechts sporadisch, hier en
maar allerwege, ook in het doen aan
beten van deze nieuwe lente en in het
uitbreken van groen en kruid, is een
van Zijn majesteit en mededoogen,
uronder wij, zondige schepselen, ons te
er moeten verootmoedigen,
l n'Ü willen in onze herinneringen niet
n0 ZON EN MAAN
e
cheionsopgang 11 Mei 5.51; ondergang 21.20
et 'onsopgang 12 Mei 5.5.0; ondergang 21.24
'weSaansopgang 11 Mei 21.44; onderg. 6.22
te^aantopgang 12 Mei 22.57; onderg. 7.06
(laansopgang 13 Mei 0.02; onderg. 7.58
Eerste kwartier Zondag 4 Mei, volle
NQaan Zondaa 11 M»i. laatste kwartier
^ndag 18 Mei; nieuwe maan Maandag
Mei.
IN DE VACANTIE NAAR DEN BOER
Een aangename en nuttige
tijdpasseering
Nog maar weinigen beseffen dit
Het is voor velen, die schoolgaande kinde
ren hebben, een vrij moeilijk probleem, waar
mee ze in de komende vacantiedagen hun
kinderen, vooral hun groote kinderen, eens
echt vacantiegenot zullen kunnen geven.
Inderdaad is dat oogenschijnlijk een groote
puzzle voor de bewoners onzer steden. ZIJ
zijn over het algemeen genomen gewend er
op uit te gaan, terwijl ze hun kinderen mee
nemen of ze laten hen, als ze groot genoeg
zijn, op eigen gelegenheid „trekken" of kam
peeren. Maar dit brengt tegenwoordig óf
groote bezwaren met zich mee, wat het
„trekken" aangaat, óf is geheel uitgesloten,
wat het kampeeren betreft. Nu is al sedert
een drietal jaren een bijzonder mooi plan in
bewerking en ook reeds uitgevoerd, n.l. om
de jeugd in de vacantietijd bij boeren onder
te brengen, om daar hun vrije tijd nuttig en
bovenal aangenaam door te brengen.
Voor zooiets is natuurlijk een heele orga
nisatie noodig, want als men dit aan eigen
initiatief zou overlaten dan zou er niets van
terecht komen.
In het eerste jaar is het plan dan ook niet
tot volle uitvoering gekomen. Verleden jaar
had men vóór de Meidagen reeds een 400-tal
ingeschrevenen, die op een boerderij him
vacantie met lichte landarbeid zouden door
brengen. De oorlog en de bezetting maakten
het echter onmogelijk die plannen in zijn
geheel tot uitvoering te brengen. De toe
stand in het land was nog te ongeregeld, dan
dat er iets van beteekenis van kon komen.
En bovendien waren verreweg de meeste
ouders er niet voor te vinden, zoodat men de
plannen maar in het klein heeft kunnen uit
voeren.
Ondertusschen is er thans wel zooveel ver
anderd, dat het dit jaar zonder groot bezwaar
zal kunnen. Er is, zooals we in het begin van
dit artikel reeds opmerkten, met het oog op
de moeilijkheden aan kampeeren en „trek
ken" verbonden, zelfs reden om te verwach
ten, dat er bijzonder groot animo voor dit
plan zal zijn. Veel hangt natuurlijk ook af
van de propaganda, die er voor gemaakt
wordt. En deze is in de eene gemeente veel
grooter, dan in de andere. Zoo hadden we ge
hoord, dht in Vlaardingen door de betreffende
leiders van deze aangelegenheid een bijzon
dere ijver aan den dag gelegd werd. Daarom
hebben we daar ons licht eens opgestoken.
De tewerkstelling van scholieren in hun
vacantietijd en van jeugdige werkloozen in
hun vrije tijd berust thans bij de Rijks-
arbeidsbureaux. Bij den leider van het ge
west, waar men bij behoort, moet men zich,
om mee te doen, aanmelden. Daarbij moeten
adressen opgegeven worden, waar men in-
formeeren kan omtrent den aard en het karak
ter van den aanstaanden amateur-land
arbeider. Men moet n.l. de zekerheid hebben,
dat de tijdelijke pleegouders, de boeren, waar
men de lui wil onderbrengen, geen lastpakken
thuis krijgen. En ook omtrent de gezond
heidstoestand van de jongelui moet men
zekerheid hebben, dat ze geen gevaar zullen
opleveren voor hun tijdelijke omgeving. Da»
mag men natuurlijk niet riskeeren.
Maar omgekeerd moeten de ouders van de
jongens en meisjes ook eenige zekerheid heb
ben. dat hun kinderen in een familie komen,
die hen past en waarvan noch moreele, noen
godsdienstige, noch hygiënische bezwaren te
wachten zijn. Met andere woorden, op de
boerengezinnen, die voor plaatsing in aan
merking komen, wordt strenge keur gehou
den.
Dat moet ook: er staan te hooge belangen
op het spel. In enkele dagen, in een paar
weken, kunnen door een slechte omgeving
veel hoogere schatten verloren gaan of be
smeurd worden. Dat weten de leiders van
dezen dienst wel heel goed en de juiste maat
regelen worden in dit verband genomen. Zoo
wordt b.v. gezorgd, dat gelijkgezinden bij
elkander komen, dus een Gereformeerde
vacantieganger. bij een Gereformeerde boer,
een Ned. Hervormde bij een Ned. Hervormde
boer, enz. Dit is te meer noodig, omdat de
jongelui geheel als gezinslid bij den boer op
genomen zullen worden.
Bij den boer zullen ze het door dezen aan
gewezen werk moeten verrichten en dat na
tuurlijk met vlijt en nauwgezetheid. Men be
hoeft heusch niet bang te zijn, dat dit werk
te zwaar zal zijn; het zullen niet anders zijn
dan lichte hand- en spandiensten. Zwaar
wérk vertrouwt de boer uit den aard der
zaak al niet aan ongeschoolden toe. Van de
meisjes zal verlangd worden, dat ze de boerin
met licht huiselijk werk zullen helpen. Men
moet dus bedenken, dat het eenerzijds geen
luilakkerij wordt, geen omklungelen in den
boomgaard, geen slapen in het hooi of luieren
op het grasland, maar ook anderzijds geen
uitbuiten van de werkkracht van den gast,
die zich omdat hij onbekend is met den ar
beid licht zou overwerken. Natuurlijk blijft
er om te rusten tijd te over. Men kan volop
genieten van het schoone, dat de boerderij
en de omgeving biedt en er wordt gelegen
heid gegeven voor ontspanning.
Maar het boerenwerk blijft de hoofdzaak.
Zóó kunnen de jongelui meewerken aan
den productieslag en zal het hun een eer zijn
om te kunnen zeggen, dat ze iets meegehol
pen hebben om in zware distributietijd nog
zooveel mogelijk te produceeren.
Er zit een ideëele zijde aan deze taak, die
persoon voor persoon onbeduidend mag
blind zijn voor de kleine en groote dingen,
heel ingrijpend vaak, welke het voorbijge
gleden jaar ons te doorleven heeft ge
geven. Maar wij willen bij het nieuwe be
wijs van Gods onderhoudende voorzienig
heid, als hoedanig wij deze lente in het
jaar onzes Heeren 1941 mogen aanvaarden
zooals het kind een geschenk ontvingt,
onze harten opheffen tot den God van alle
leven. Hij zal ook verder het lot der
wereld, ook ons lot, als volk en heel per
soonlijk, bestieren.
Ik zal, zoolang ik 't levenslicht geniet,
Gods mogend'-eid verheffen in mijn lied;
Ik zal mijn I met lofgezangen eeren,
Terwijl ik i op aarde mag verkeeren.
Mijn aandacht zal op Hem gevestigd staan,
En met vermaak Zijn grootheid gadeslaan;
Ik zal mij in den God mijns heils
[verblijden.
En dag op dag aan Hem mijn psalmen
[wijden.
lijken, doch door de massa van niet geringe
beteekenis kan zijn.
Loon wordt niet gegeven, wel een zakgeld
van een gulden per week, terwijl natuurlijk
kost, inwoning, bewassching enz. vrij zijn.
Ook zijn de heen- en terugreis, die onder
geleide plaats vinden, vrij. Dat zijn dus lang
geen onvoordeelige voorwaarden voor de
jongelui.
Voor de ouders kan het verder nog aanr
genaam zijn te vernemen, dat jeugdleiders
voor het noodige toezicht zorgen en mogelijke
klachten behandelen. Veel reden tot klagen
zal er echter niet zijn, daarvan zijn we over
tuigd.
Het gedeelte van het land, waar men heen
gaat, hangt van de jongelui zelf af, daar ze
bij de aangifte kunnen mededeelen aan
welke streek van ons land ze de voorkeur
geven. Daar kan niet altijd heel streng de
hand aan gehouden worden, omdat de regel,
dat gelijkgezinden bij elkander komen, dit
wel eens onmogelijk maakt. Niet overal zal
men b.v. voldoende Hervormde boeren kun
nen vinden om aan de wensch van alle Her
vormde jongelui te kunnen voldoen. Zoo zijn
er b.v. veel verzoeken om in Limburg ge
plaatst te worden. Maar dat is practisch
alleen maar mogelijk voor Roomsch Katho
lieke jongelui. Er wordt echter zooveel mo
gelijk met de wenschen rekening gehouden.
En dat kan ook, omdat het uitzoeken der
boerderijen van één centraal bureau in Den
Haag uitgaat en de plaatsing daar ook ge
schiedt.
De ouders kunnen er van overtuigd zijn,
dat bij eventueel ziek worden of bij een on
verhoopt ongeluk, dadelijk alles gedaan
wordt wat maar te doen is en de ouders ook
direct gewaarschuwd zullen worden.
We vernemen, dat er in verschillende
plaatsen groote belangstelling voor deze trek
uit de stad naar het land is. Dat is te begrij
pen. Niet ieder weet, dat deze organisatie be
staat en werkt. Bij de gewestelijke arbeids-
bureaux kan men, zooals we reeds opmerk
ten, terecht. Daar zullen ze alle inlichtingen
geven en inschrijfformulieren willen verstrek
ken. m
Voor onze' jongelui van 16 tot 20 jaar is
het een schoone gelegenheid om hun vacantie
op een aangename wijze door te brengen.
Want heusch, het zal een zeer prettig leven
zijn op het land. Wij, die het door en door
kennen en gedurende een groot deel van ons
leven op het land verkeerden, garandeeren
dit. Misschien zijn er heel, heel enkelen, die
het minder prettig zullen vinden, maar dat
zullen uitzonderingen zijn. Er zijn nu een
maal van die menschen, die het nergens kun
nen vinden en overal wat op aan te merken
hebben. Voor dezulken is dit plan niets. Nuf
fige bakvischjes en arrogante melkmuilen
blijven dus zeker thuis (dit wil niet zeggen,
dat allen die thuis blijven onder deze twee
categorieën vallen, er kunnen verschillende
redenen zijn waarom men thuis moet blijvenJ.
Maar flinke, frissche, ferme meisjes en jon
gens gaan als het even kan in hun vacantie
tijd naar den boer om te helpen bij den ar
beid, om te genieten van het heerlijke land
leven en niet het minst om den boeren
stand te leeren waardeeren en de groote be
teekenis van den landbouw eenigszins te
leeren kennen.
De prijzen van gevogelte
Het rijksbureau voor voedselvoorziening in
oorlogstijd maakt het publiek er nogmaals op
attent, dat door den secretaris-generaal van
het departement voor landbouw en visscherij
d.d. 20 December 1940 in het Prijzenbesluit 1940
Gevogelte is bepaald dat het te koop aanbie
den, verhandelen en afleveren van gevogelte
aan consumenten, respectievelijk het afnemen
van gevogelte door consumenten slechts geoor
loofd is tegen prijzen, die niet hooger liggen
dan 1.50 per kg geslacht gewicht, zonder
Onder gevogelte wordt verstaan: kippen,
hanen, kuikens, eenden, kalkoenen en ganzen
Voorts is bepaald, dat een ieder, die gevogelte
aan consumenten verhandelt en aflevert, ver
plicht is op een duidelijk zichtbare plaats in
zijn winkel een prijslijst aan te brengen, waar
op de prijzen, waartegen hij gevogelte verhan
delt, vermeld staan.
Zondag 11 Mei Moederdag. Zeg het met bloemen, denkt de jeugd,
maar ook In dat geval kan de keuze moeilijk zijn (Pax-Holland)
Prof. Dr. S. Greydanus
een stemmig met palmen en bloemstuk
ken gesierde kleine aula van de Theologische
Hoogeschool te Kampen herdacht het studen-
denkorps F. Q. I., in bijzijn van talrijke ge-
noodigden, den 70en verjaardag van prof. dr.
S. Greydanus. Na de opening, waarbij ge
lezen werd 2 Tim. 4: 15, hield de praetor
l.t. G. v. Rongen zijn gedachtenisrede,
■in hij zijn blijdschap uitte over het feit,
dat F. Q. I. den jubilaris nog in actieven
dienst als hoogleeraar aan de Theol. Hooge
school mocht eeren. Wij weten, aldus spr.,
reeds uit uw vertrouwelijk spreken van
Fides", dat u ons corps een warm hart toe
draagt en wel als gemeenschap van studenten
in de Theol. Hoogeschool.
U beiden, professor en mevrouw Greydanus.
sterke de Heere om ook in den komenden tijd
,v ambt en plicht te vervullen tot Zijn eer.
Vervolgens kreeg prof. dr. K. Schilder
gelegenheid tot het uitspreken van zijn ge
dachtenisrede. Spr. wilde, gedachtig aan het
spreekwoord: „Mieux vaut l'honneur que les
honneurs", den jubilaris van vanavond de
eer geven, die, in het gedenken, gehoorzamen
en groeten, naar schriftuurlijke opdracht den
ambtsdragers toekomt. Want elk ambt moet
zijn eer hebben. Ook over het mogen spreken
had spr. geen 'oogenblik ïn dubio verkeerd.
En wel staat hij hier als oudste lid van F.Q.I.,
maar juist als dogmatisch geïnteresseerde
geeft dit hem des te grooter vreugde. Want
deze jubilaris, opvolger van prof. L. Linde
boom, had evengoed den dogmatischen leer
stoel kunnen bezetten. Spr. illustreerde dit
met de verschillende noteerbare uitkomsten
's jubilaris' ambtswandel en met zijn
ijveren voor een dogmenhistorischen leerstoel.
Wanneer de Kamper dogmaticus dan ook bij
den Kamper Nieuwtestamentischen exegeet
te gast gaat. keert eerstgenoemde steeds van
een welvoorzienen disch terug! In dit ver
band noemde spr. de dissertatie „Mensch-
wording en Vernedering". Maar ook in zijn
kleinere geschriften: publicaties van refera
ten enz., bewoog Greydanus zich op dogma
tisch gebied. De brochure „Erkenningsgrond
van den canon" is van grondleggende betee-
Huil en de Midlands gebombardeerd
Schepen in den Noordelijken Atlantischen Oceaan
tot zinken gebracht
Ook een aanval op N. W.
Duitschland
Het Duitsche weermachtsbericht
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
Een duikboot onder bevel van den
luitenant ter zee eerste klasse Kuppisch
heeft in het Noordelijke deel van den
AtalantischenOceaan vier koop
vaardijschepen met tezamen meer dan
20,000 brt., deel uitmakende van een
krachtig beschermd konvooi, tot zinken
gebracht
Het luchtwapen bombardeerde in den afge-
loopen nacht met goede uitwerking de
haven van Hull. In havens, opslagplaatsen
en graanpakhuizen breidden groote branden
zioh tot een op grooten afstand zichtbare
vlammenzee uit Bomtreffers van allerlei
kaliber of fabrieken in de Midlands,
vooral in Nottingham, alsmede in havenwer
ken in Z u i d-E ngeland, verwekten hevi
ge verwoestingen. Gevechtsvliegtuigen deden
in Zuid-Engeland een stoutmoedigen aanval in
scheervlucht op een groote fabriek van de
vliegtuigindustrie en op een vliegveld. De
aanvallen hadden bijzonder goed resultaat
In het ze e g e b i e d voor de Oost kust
van Engeland en Schotland ver
nietigden gevechtsvliegtuigen een koopvaar
dijschip van 5000 brt. en beschadigden zes
andere groote schepen zoo ernstig, dat nieuwe
zware verliezen als vrijwel zeker te be
schouwen zijn. Bij aanvallen op de B r i t-
sche Zuidkust schoten jachtvliegtuigen
gisteren zeven Britsche jagers omlaag en
vernietigden een vijandelijke motortorpedo
boot door beschieting met boordwapens. De
bemanning werd door den Duitschen red
dingsdienst ter zee in veiligheid gebracht.
De beide laatste nachten gelukte het vier
Britsche vliegtuigen boven vijandelijk ge
bied omlaag te schieten. Duitsche torpedo-
en gevechtsvliegtuigen schoten in het gebied
van de Middellandsche Zee drie
Britsche jachtvliegtuigen van het type Hur
ricane neer.
In N o o r d-A f r i k a aan beide zijden acti
viteit van artillerie en verkenners. Voor To-
broek verloor de vijand een gevechtsvlieg
tuig van het type Bristol-Blenheim in een
luchtgevecht.
De vijand wierp vannacht met vrij sterke
strijdkrachten brisant- en brandbommen op
verschillende plaatsen van het Noord-
W e s t-D uitsche kustgebied, vooral
op Hamburg en Bremen. Naast eenige indus-
trieele schade, ontstonden voornamelijk ver
woestingen aan woonwijken. De verliezen
van de burgerbevolking aan dooden en ge
wonden zijn aanzienlijk. Afzonderlijke vijan
delijke vliegtuigen drongen langs de Rijks
hoofdstad door tot in de streek van Posen.
Nachtjagers en luchtdoelartillerie schoten
elf der aanvallende toestellen omlaag.
De totale verliezen van den vijand op 7 en
8 Mei bedragen daarmede 39 vliegtuigen.
Daarvan werden er twintig in luchtgevechten,
12 door nachtjagers, vier door luchtdoelartil
lerie, twee door mijnenvegers en een door
marine-artillerie neergeschoten. In denzelf-
den tijd gingen 22 eigen vliegtuigen verloren.
Bij verkenningsvluchten boven Engeland
hebben zich twee bemanningen bijzonder
onderscheiden: eerste-luitenant Matzel, eerste
luitenant Wenzel, Oberfeldwebel Schmidt,
onderofficier Röff en vervolgens eerste-luite-
nant Hoffman, Obergefreiter Netz, en Ober-
gefreiter Ekrowski.
Op 1 Mei ondernam een gevechtsvliegtuig
onder den eerste-luitenant Heinrichs metFeld-
webel, Karsch, Feldwebel Igener en Gefreiter
Mandl onder moeilijke omstandigheden een
stoutmoedigen en succesrijken aanval op de
torpedofabriek in Portland-Weymouth.
kenis geweest voor vele theologische disputen
uit den lateren tijd.
In deze brochure, waarin hij den erken
ningsgrond van den canon aanwees als in
den canon zeiven te vinden, kwam natuurlijk
ook zijn opvatting aangaande het Testimo
nium Spiritus Sancti, het getuigenis van den
Heiligen Geest ter sprake. De opvatting n.l.
van de innerlijke toebereiding des menschen
door den Heiligen Geest tot het aanvaarden
van den canon in geloof. Het getuigenis van
den Heiligen Geest is niet de grond van het
geloof, maar de kracht en de bekwaamma-
kende werking van den Heiligen Geest En
ook tegenover Dr. J. Th. Ubbink hield hij
aan deze meening vast. Vooral ten opzichte
van Dr. Ubbink bond hij den strijd aan tegen
den exponent van het opkomend subjecti
visme, dat ook nu nog, ook in onze kerken,
bestreden dient te worden. Voorts ligt ons
nog versoh in het geheugen de polemiek over
den persoon en de twee naturen van Chris
tus, waarbij Greydanus eraan vasthield, dat
de persoon geen bestaanswijze is der men-
schelijke natuur. En de historie van Assen
heeft wel bewezen, dat het, zooals bijvoor
beeld bij de ideëel-empirische methode bij
de ambtelijke vakken, bij kwesties, oogen
schijnlijk, van methode meestal niet gaat
over een wijze van aanpak, die verschilt vai£
een vroegeren maar over. een daarachter lig
gende gedachtenwereld, verschillend van de
Gereformeerde. Prof. Greydanus beschuldi
gen van oorspronkelijkheidsziekte kan met
recht een gewaagde onderneming genoemd.
In alles bevindt spr. Greydanus als den man,
die niet vanuit de polemiek zijn verhóuding
tot den Christus der Schriften tracht te con-
solideeren, maar zich in zijn polemiek laat
bepalen door de Schriftuurlijke verhouding
tot den Christus der Schriften. Een indica
tieve en vindicatieve zegen van God acht
spr. het, dat zulk een man en op zulk een
wijze: zonder aanvulling van de Synodale
voordracht, verkozen werd tot hoogleeraar
aan de Theolgische Hoogeschool. De geschie
denis zelf doet geen recht, maar God doet
recht in de geschiedenis, ook aan dezen man,
die, helaas, dank zij het feit, dat hij het
waarheidscriterium nooit achterstelde bij het
vriendschapsverbond, veel tegenkanting heeft
moeten ondervinden, ook van geestverwante
zijde. Bij de ruïnes van zijn levenswerk ech
ter zal deze trouwe, bevruchtende en steri-
liseerende, coupeerende en pareerende dienst
knecht, die ons is voorgegaan in het belij
den niet van de vernietiging van kerk en
wereld, maar van de reiniging, loutering en
verheerlijking van al het werk in Gods Ko
ninkrijk, nooit behoeven te staan. Met de
koningen der aarde zal hij de schatten in
dragen in het hemelsche Jeruzalem.
Na een korte pauze kreeg de monitor, bij
monde van den heer C. P. P1 o o y, het
woord. De heer A. Jagersma sprak ver
volgens den jubilaris in zijn „memmetaal"
toe. En tot slot sprak de gevierde hooglee
raar zelf, inzonderheid dankend voor de
Friesche bijdrage, die zijn voor Friesland
warm kloppend hart bijzonder verkwikt had.
En vervolgens, aan de hand van de op vol
komen natuurlijke wijze elkaar opvolgende
gebeurtenissen van zijn leven, wees hij er
op, dat ja. hij zelf wel werkzaam was ge
weest bij het bereiken van den 70-jarigen
leeftijd en dan in dit ambt, maar dat toch
in alles de leiding van God moest worden
erkend, Die al zijn gaven en eigenschappen
gebruikt had om hem langzamerhand te
brengen waar hij nu stond. Klein, zooals hij
was, zoo sprak deze groote man van zichzelf.
En met Prof. Dr. J. Rdderbos dankten allen
God voor dezen avond.
De consumptie van ongekeurd
vleesch
Ernstige ziekten kunnen hei gevolg zijn
Op vrij uitgebreide schaal wordt nog steeds
vleesch van clandestiene slacht afkomstig aan
den man gebracht, Nog steeds dringt het tot
velen niet door, dat het koopen van dit ge
smokkelde vleesch een asociale daad is, en
men vergeet ook, dat men zich door het con-
sumeeren van vleesch uit den smokkelhandel
aan ziekten blootstelt, daar dit vleesch niet
gekeurd is.
Een verslaggever van het A.NP. heeft hier
over een onderhoud gehad met den directeur
van het abbattoir te Amsterdam, den heer R. H.
Veenstra. Het groote gevaar van het consu:
ren van ongekeurd vleesch, zoo zeide de heer
Veenstra, ligt in het feit, dat men noch kan
zien, noch kan ruiken of proeven, dat
schadelijk vleesch eet.
Een ernstige infectie is de vleeschvergifti-
ging, het geheele geslachte beest is eelnfect
en soms ontstaat door het gebruik van
vleesch een endemie in een bepaalde streek.
Er zijn echter nog meer gevaarlijke parasi
taire infecties, zooals de trichinose, een maag-
darmaaandoening, welke een doodelijken al-
loop kan hebben, die ontstaat door het gebruik
In piëteitsvolle herinnering
Heden is het 10 MeL
Heden willen wy in piëteit hen gedenken,
die, thans voor een jaar, hun leven gaven in
de verdediging van hun vaderland. Heldhaftig
was hun strijd; de tegenstander heeft den
moed onzer mannen volkomen erkend. Zij
zijn gevallen, opgeroepen om den hun ver
trouwden grond te beschermen. Al« wij aan
hen denken, dan verstaan wy iets van het
machtige woord, dat niemand grooter liefde
heeft dan wie zijn leven geeft voor zijn vrien
den.
Heden staan wy metterdaad of in den
geest bij hun eenvoudige graven, oorlogs
graven zooals onze geschiedenis in lang niet
had gekend. Zy zijn na hun kloeken strijd
voor den vaderlandschen bodem ter aarde
besteld in dienzelfden vaderlandschen grond,
waarvoor zij hun bloed gaven. Hun gedachte
nis en hun graven zullen bij ons allen in eere
blijven.
Heden willen wy ook gedenken de Duitsche
soldaten, die in .de oorlogsdagen het leven
wisselden met het sterven. Ook zij on
dergingen den krijgsmansdood. Ook van hen
zijn er onder ons graven. De bazuinen zyn
verstomd. De dood, die felle scheidslijnen
kan trekken, werkt in ander opzicht vereeni-
gend, ook hier.
Eens zullen alle oorlogssymbolen vervan
gen zyn door symbolen des vredes: „Na dezen
zag ik, en zie, een groote schare, die niemand
tellen kon, uit alle natie en geslachten en vol
ken en talen, staande voor den troon en voor
het Lam, bekleed zijnde met lange witte
kleederen, en palmtakken waren in hun
handen".
van trichineus varkensvleesch. De keuring kan
dit voorkomen.
Voorts komt bij 40 procent van de runderen
tuberculose voor, varkens zijn van 10 tot 15 pro
cent tuberculeus. Dat beteekent natuurlijk niet,
dat al dat vleesch voor de consumptie onge
schikt is, maar het wordt voor een belangrijk
deel gesteriliseerd en is dan volkomen onscha
delijk. Bij koken of braden is de temperatuur
niet hoog genoeg en het gevaar blijft bestaan.
P,?.1. men dit gevaar niet moet onderschatten
blijkt uit het aantal geconstateerde t.b.c. geval
len van dierlijke afkomst, want dit wordt steeds
grooter.
Vervolgens noemde de heer Veenstra de vlek
ziekte, optredende bij varkens, waarmede de
mensch gemakkelijk wordt geïnfecteerd. Zelfs
een schrammetje veroorzaakt door een bot van
varken, dat aan vlekziekte leed, kan deze
infectie, die doodelijk kan verloopen, bij een
mensch doen optreden. Even gevaarlijk is het
vleesch van dieren, die aan miltvuur leden,
miltvuurvleesch dat wij aantreffen, wordt on
herroepelijk vernietigd. Ook dat miltvuur kan
men met het bloote oog niet constateeren en
pij consumptie kan evenals in de vorige geval
len de dood het gevolg zijn.
Tenslotte noemde de heer Veenstra de lint
worm, die men door het gebruik van onge
keurd vleesch naar binnen kan krijgen.
Slaolie, boter of margarine
op bon 17
Geldig van 26 Mei t.e.m. 11 Juni
I>e secretaris-generaal van landbouw en
visschery maakt het volgende bekend:
Zooals reeds eerder is bekend gemaakt zal
wederom sla-olie op een van de bonnen van
de boter- of vetkaart verkrijgbaar worden
gesteld.
De bon. welke recht geeft op slaolie is bon
,17" van de boter- en vetkaart, welke geldig
zal zyn van Maandag 26 Mei tot en met
Woensdag 11 Juni a.s.
Op bon „17" van de boterkaart zal in bo
vengenoemd tijdvak 250 gram boter of 200
gram slaolie of raapolie verkrijgbaar zijn en
op bon „17" van de vetkaart 250 gram boter
of 250 gram margarine of 200 gram slaolie
of raapolie.
Voor slaolie of margarine moeten
de bonnen vóór 17 Mei worden
ingeleverd
In verband met de bevoorrading van de
winkeliers dient men de bonnen, waarop men
slaolie, raapolie of margarine wenscht te be
trekken, reeds van te voren by de winkeliers
m te leveren.
Degenen, die op bon „17" van de boter-
kaart slaolie of raapolie of op bon „17"
van de vetkaart slaolie, raapolie of mar
garine wenschen te betrekken, dienen
deze bonnen in het ijtdvak van Maandag
12 Mei tot en met Zaterdag 17 Mei bij de
winkeliers in le leveren, die hiérvan een
eenvoudige administratie dienen bij le
houden en desgewenscht een ontvangst
bewijs aan den klant behooren af te ge
ven. Wanneer men verzuimd heeft vóór
17 Mei de bonnen bij de winkeliers in te
leveren, kan hierop in de geldigheids
periode van 26 Mei tot en met 11 Juni
uitsluitend boter worden gekocht, echter
zonder dat daarbij op de bonnen van de
vetkaart reductie wordt verleend.
In verband met het feit, dat het rantsoen
slaolie of raapolie 200 gram bedraagt en de
inhoud van de slaolieflesschen in het alge
meen geen veelvoud van 200 gram vormt,
zullen de winkeliers de hoeveelheid, waarpp
hun klanten tejen inlevering van een of meer
bonnen recht kunnen doen gelden, als regel
niet in haar geheel in fabrieksverpakking
kunnen afleveren. Zij zullen dus in dat geval
de per heele of halve flesch afgeleverde hoe
veelheid buiten de fabrieksverpakking om
dienen aan te vullen. Wie b.v. vier bonnen
heeft ingeleverd en daarvoor een heele flesch
slaolie met een inhoud van 720 gram heeft
ontvangen, zal, daar de ingeleverde bfjmen
recht geven op 4x200=800 gram, nn 80
gram apart kunnen ontvangen.
In een publicatie zijn de voorsch (ften
voor het inleveren van de bonnen door i itail-
listen bekend gemaakt.