Ilirutue geitecitt (iouroitt TLER SPREEKT IN DEN RIJKSDAG Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken rzaken en verloop van den Balkan-oorlog nnementsprijs: per 3 maanden 2.47. vermeerderd met 0.15 incassokosten. Per week 19 ct Losse nummers 5 ct. Zaterdagnummers met Zondagsblad 7V» ct Alles bij vooruitbetaling. ertentieprijzen 24 ct per regeL Ingezonden Mede- deelingen 48 ct per regeL Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con tract belangrijke korting. No. 6420 MAANDAG 5 MEI 1941 21e Jaargong Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 Postbox 20. Postrek. 58936 lirer heeft gisteren tijdens de zitting Duitschen Rijksdag een verklaring ojksregeering afgelegd. Hierin zeid® jet .volgende: tijd, waarin daden alles en woorden |eteekenen, is het niet mijn bedoe- gekozen vertegenwoordiger van het [volk meer dan absoluut noodzake- iU te verschijnen. De eerste maal heb (j het uitbreken van den oorlog tot d op het oogenblik, waarop dank zij Isch-Fransche samenzwering tegen Ie, iedere poging om met Polen tot elijk te komen, hetgeen anders zeker was geweest, was mislukt, fn pogingen om juist met Engeland ivergelijk, ja tot een blijvende en jiappelijke samenwerking te komen, (ïipbreuk op den wensch en den wil kleine kliek die ofwel uit haat of [rieel oogpunt, elk Duitsch voorstel rergelijk van de hand wezen met het peelde besluit, den oorlog onder alle Igheden te willen. De man, die dit jatieke als duivelsche plan tot eiken irzette om een oorlog te verkrijgen, E reads Churchill, en zijn helpers mannen, die op dit oogenblik deel h van de Britsche regeering. Open- neimelijk werd dit streven deels liet Et bevorderd door de z.g. „groote Itieën" aan deze en gene zijde van èan. In een tijd van toenemende on- Iheid der volkeren met hun falende igskunsten, meenden aldaar de ver- delijke mannen het snelst door een |ken oorlog de vraagstukken, die toch niet meer voor oplossing vat- pden zijn onder de knie te kunnen r hen stond het groote internationale fe bank-, beurs- en wapenings- l dat weer evenals voorheen de lucht fan de mogelijkheden om een hoe- |rig, toch goed zaakje te maken. En j voorheen was men zonder gewetens- t ertoe bereid om terwille van hun iet bloed der volkeren te offeren. Ion deze oorlog. Enkele weken later [staat, die zich het eerst lichtvaardig [voor het karretje had latert spannen belangen van financiën en kapitaal Irlogsophitsers verslagen en vernietigd, lende het onder deze omstandigheden j eigen Duitsche volk en aan tallooze zelf eveh fatsoenlijke als onschul- ienschen eener andere wereld ver- {d te zijn opnieuw een beroep te moe- in op het inzicht en het geweten der staatslieden. Op den zesden October mstateerde ik derhalve opnieuw, dat land noch van Engeland, noch van jk iets verlangd heeft, noch verlangen de voortzetting van den oorlog waan- n dat vooral de verschrikking van de e oorlogswapenen, zooals deze eens zouden worden, groote gebieden rernietigen. Ik waarschuwde voor den |er zware verdragende artillerie tegen jrgers bewoonde plaatsen, wel weten- tdaaruit slechts van beide zijden een ting van uitgebreide landstreken kon i. In het bijzonder wees ik er op. dat iruik van het luchtwapen met zijn uit- f; op grooten afstand zou leiden tot de ging van alles wat eeuwenlange ar- oeizaam had opgebouwden Europa als ël bezit tot stand gebracht had. als echter reeds mijn beroep van den i September 1939 vergeefsch bleek, zoo k het nieuwe beroep een bepaald ver- irdiging wekkende afwijzing ten deel. tsche oorlogsophitsers en hun Joodsch istische aanstokers haclden voor mijn lelijk beroep geen andere verklaring e veronderstelling der aanwezigheid in Duitsche zwakheid. Toen reeds be- (rblind door een met een stalen gezicht (voorspellingen van Churchill, de Noor- geering met de gedachte eener Britsche I te 'spelen, ten einde door een bezet- in Noorsche havens en van het Zweed- ttsgebied te dulden, tot de vernietiging [uitschland bij te dragen. Zoo zeker eindelijk de heeren Churchill en leynaud van hun succes van hun aan- lat zij, of wel door lichtzinnigheid of der invloed van sterken drank meen- In voornemens niet meer stil te moeten Aan deze praatzucht van de beide dankte toen de Duitsche regeering de van de tegen het Duitsche rijk ge- p plannen en het Duitsche volk dankte n wellicht ook, dat het zijn meest be den slag in dezen oorlog van zijn kant bebrengen. Want de Britsche aanslag orwegen was ongetwijfeld de voor het he rijk dreigendste onderneming. En- beken later was dit gevaar geweken. volkomen succesrijke Duitsche afweer tot een zoodanige versterking van onze in Europa, dat zij strategisch niet hoog J geschat kan worden. Itond na de mislukkig van deze plan- litstond een verhoogde druk der Engel- Jorlogsophitsers op België en Neder- ;Het doel was thans, nu de aanslag r.p [anvoer van erts mislukt was om donr eesleepen van België en Nederland, het. te verleggen tot aan den Rijn en daar- j de plaatsen, waar het erts verwerkt i te bedreigen en uit te schakelen. Op lenden Mei van het vorige jaar begon Üenkwaardigste strijd misschien van geheele Duitsche geschiedenis. Binnen t dagen tijds braken wii door de viian- e fronten en werd een toestand gé én, welke een operatie mogelijk maait- Idende tot de grootste vernietigende lagen in de wereldgeschiedenis. 7.oo fe Frankrijk ineen. België en Nederland j> bezet. De Britsche afdeelingen vpf- verslagen en zonder wapens verstrooid luropeesche continent. I den tienden Juli 1940 riep ik toen voor ferde maal den Duitschen Rijksdag bij lik heb ook die vergadering gebruikt Ie wereld nog -eens tot den vrede te ver in. Ik liet er geen twijfel over bestaan, [lijn hoop in deze richting op grond van ervaringen slechts gering zou kunnen immers, de mannen, die den oorlog ge- i hadden, hfjndelden niet uit eenigerlei He overtuiging. Achter hen stond als lende kracht het joodsch democratische Jalisme, waaraan zij verplicht en waar- zij daarmede waren overgeleverd, bn vredesaanbod werd als het teeken fengst en lafheid van de hand gewezen, jgelukte den Europeeschen en Ameri- ischen oorlogsophitsers, het gezohde ver stand der breede massa, die geen voordeel van dezen oorlog kon hebben, opnieuw te benevelen door leugenachtige voorstellingen, nieuwe hoop te wekken en daarmede einde lijk door middel van de openbare meening, welke door hun pers geleid werd, de volkeren wederom tot een voortzetting van den strijd te verplichten. Ook mijn waarschuwingen tegen het toepassen van de door den heer Churchill gepropageerde nachtelijke bomaan vallen op de burgerbevolking, werden slechts opgevat als een teeken van de Duitsche on macht. Deze bloedigste dillettant van de ge schiedenis aller tijden meende in ernst de maandenlange gereserveerdheid van het Duitsche luchtwapen slechtè als een bewijs voor zijn onbekwaamheid om des nachts te vliegen, te mogen opvatten. Zoo liet deze man door zijn betaalde schrijvers het Engel- sche volk maanden achter elkaar voorliegen, dat alleen het Britsche luchtwapen in staat was op zoodanige wijze oorlog te voeren, en dat men daarmede het middel had gevon den om door den meedoogenloozen strijd van het Engelsche luchtwapen tegen de Duitsche burgerbevolking, verbonden met de honger- blokkade, het Duitsche rijk klein te krijgen. Juist daarvoor heb ik steeds weer gewaar schuwd en wel meer dan 3Viz maand. Dat deze waarschuwingen op Churchill geen in druk maakten, verwondert mij niet. Wat is dezen man het leven van anderen waard? Wat beteekent voor hem de cultuur, wat. beteekenen voor hem bouwwerken? Bij het begin van den oorlog heeft hij het reeds ge zegd, dat hij zijn oorlog hebben wil. Ook sl zouden zelfs de steden van Engeland daarbij tot puin moeten vervallen. Hij heeft dien oorlog nu gekregen. Mijn verzekering, dat wij van een bepaald oogenblik af eiken bom zoo noodig honderdvoudig zouden vergelden, heeft dezen man niet kunnen bewegen ook maar éénmaal over het misdadige van zijn optreden na te denken. Hij verklaart, dat hem dit niet bedrukt, ja, hij verzekert ons zelfs, dat ook het Britsche volk hem na dergelijke bomaan vallen pas goed met stralende vroolijkheid heeft aangekeken, zoodat hij steeds weer op nieuw versterkt naar Londen was terugge keerd. Het kan zijn, dat de heer Churchill op deze wijze opnieuw versterkt werd in zijn be sluit den oorlog ook langs, dezen weg verder te voeren. Wij zijn echter niet minder vast besloten om voor eiken bom, ook in de toe komst, er zoo noodig honderd terug te werpen en wel zoolang totdat het Britsche volk zich van dezen misdadiger en zijn methoden ont daan heeft En wanneer Churchill van tijd tot tijd meent, de kracht en hevigheid van zijn oorlog door propaganda te moeten versterken, dan zijn wij bereid ook op deze wijze den oorlog te beginnen. Het beroep van dezen nar en zijn trawanten op het Duitsche volk juist ter gelegenheid van den 1 Meidag, om mij in den steek te laten, kan slechts ver klaard worden of wel door een verlamming of door de krankzinnigheid van een drinke broer. Uit deze geestelijk abnormale gesteld heid spruit ook het besluit om den Balkan in een oorlogstooneel te veranderen Als een gek loopt deze man sinds vijf jaren door Europa en zoekt naar iets wat zou kunnen branden. Een nieuwe brandhaard Jammer genoeg zijn er altijd weer betaalde elementen te vinden, die voor dezen inter nationalen brandstichter de poorten van hun landen openstellen. Nadat hij het in den loop van den winter had klaargespeeld aan het Britsche volk door een wolk van beweringen en bedriegerijen de meening op te dringen als zou het Duitsche Rijk uitgeput door zijn veld tocht van het vorige jaar volkomen aan het eind van zijn krachten zijn, zag hij zich thans verplicht om te handelen alvorens het Duit sche Rijk weer zou zijn ontwaakt, opnieuw een nieuwe brandhaard in Europa te stichten. Hij keerde daarbij terug tot het plan, dat hem reeds in het najaar van 1939 en het voor jaar van 1940 door het hoofd speelde. Gij zult u herinneren, afgevaardigden, de gepubliceer de documenten van La Charité, waarin de poging onthuld werd om in den winter 1939 1940 van den Balkan een Europeesch oorlogs tooneel te maken De voornaamste regisseurs van deze onderneming waren toen Churchill, Halifax, Daladier, Paul Reynaud, generaal Weygand en generaal Gamelin. Zooals uit deze documenten blijkt, rekende men op de mogelijkheid om, indien deze aanslag op den vrede in Zuidoost-Europa zou gelukken, on geveer honderd divisies voor de belangen van Engeland te kunnen mobiliseeren. De plotselinge ineenstorting in Mei en Juni van het vorige jaar liet ook deze plan nen voorloopig weer met rust. Reeds in het najaar van het vorige jaar begon de heer Churchill opnieuw dit vraagstuk te over wegen, hoewel deze poging nu moeilijker ge worden was alleen al omdat intusschen op den Balkan zelf in zooverre een verandering ontstaan was daar door de wijziging in Roe menië deze staat definitief voor Engeland was uitgevallen. Het nieuwe Roemenië onder leiding van generaal Antonescu begon een uitsluitend Roemeensche politiek te voeren, zonder rekening te houden met de hoop van Britsche belanghebbenden bij den oorlog. Daar kwam nog bij de houding van Duitsch- land zelf. Duitsch lands verhouding tot den Balkan Ik wil allereerst een korte uiteenzetting van het doel der Duitsche Balkanpolitiek geven, zooals ik die in mijn gedachten had en wij die trachtten te bereiken. 1. Zooals steeds had het Duitsche rijk op den Balkan geen territoriale en geen zelfzuchtige politieke belangstelling. Dat beteekent, dat het Duitsche rijk in geen enkel opzicht om een of andere egoïsti sche reden belang had bij de territoriale vraagstukken en binnenlandsche toestan den in deze Btaten. 2. Het Duitsche rijk heeft er echter naar gestreefd, juist met deze staten nauwe oe:o- nomische betrekkingen aan te knoopen en te versterken. Dat was niet alleen in het be lang van Duitschland, maar ook in dat van die landen zelf. Want als ergens de natio nale oeconomieën van twee handelscontrac tanten elkaar aanvullen, dan was en is dat het geval tusschen de Balkanstaten en Duitschland. Duitschland is een industrieland en heeft levensmiddelen en grondstoffen noo dig. De Balkanstaten zijn landbouwlanden: zij beschikken over grondstoffen en hebben industrieele producten noodig. De mogelijk heid van een buitengewoon vruchtbare uit breiding der handelsbetrekkingen vloeide daar noodzakelijk uit voort. Indien Engelsche of Amerikaansche kringen daarin een on gerechtvaardigde penetratie van Duitschland in den Balkan wilden zien, dan was dat een even domme als onbeschaamde aanmatiging. Want iedere staat zal zijn oeconomische poli tiek opbouwen volgens de belangen van het volk en niet volgens die van vreemde, ont wortelde Joodsch-democratische kapitalisten. Bovendien kon zoowel Engeland als Amerika in dit gebied hoogstens als verkooper en nooit als kooper optreden. Maar Duitschland heeft aan den Balkan niet alleen verkocht: het was daar vooral de grootste kooper, en wel een blijven de en soliede kooper, die de producten der boeren van den Balkan betaalde met den arbeid van den Duitschen fabrieks arbeider en niet met zwendelvaluta's en deviezen, die reeds jarenlang aan chro nische depreciatie hadden geleden. Het was dan ook geen wonder, dat Duitsch land de grootste handelspartner der Bal kanstaten werd. Bij deze transactie waren er overwonnenen noch overwinnaars, er waren slechts contractanten en het Duit sche rijk der nationaal-socialistische revolutie richtte er zijn eerzucht op, ,een fatsoenlijk partner te zijn, dus met be hoorlijke en soliede goederen te betalen en niet met democratische zwendelpapie- 3. Met het oog hierop heeft het Duitsche rijk als men dan al van politieke belangen wil spreken slechts een belang gehad dat de handelspartner inwendig gezond en krachtig was. Het Duitsche rijk heeft dan ook alles gedaan, om door zijn invloed en hulp, met raad en daad deze landen bij te staan in de bevestiging van him eigen be staan en van hun inwendige orde, ongeacht hun bijzondere staatsvormen. De toepassing van deze overwegingen, leidde niet alleen tot een stijgende welvaart in deze landen, maar ook tot een wederzijdsch vertrouwen, dat langzamerhand veld begon te winnen. Des te heftiger streefde de wereldbrand stichter Churchill er naar, deze vreedzame ontwikkeling te verbreken en door het onbe schaamde uitdeelen van Britsche hulpbelof ten, garanties enz. die op zichzelf volkomen waardeloos waren, de elementen van onrust, onveiligheid, wantrouwen en eindelijk ook van twist in dit tot rust gekomen gebied te brengen. Met deze „garanties" werd eerst de Roemeensche staat gevangen en later voor al Griekenland. Dat achter deze garanties geen enkele macht stond, die werkelijke hulp kon verleenen, zal intusschen wel duidelijk genoeg bewezen zijn. Roemenië heeft zijn garantie, die het welbewust van de spilmo- gendheden moest vervreemden, duur moeten betalen. Griekenland, dat de garantie juist het minste noodig had, was eveneens bereid aan de Engelsche lokstem gehoor te geven en zijn lot te verbinden aan dat van den geld schieter en lastgever van zijn koninklijken heerscher. Want ik moet ook thans nog ik meen dit aan de historische waarheid ver schuldigd te zijn onderscheid maken tus schen het Grieksche volk en de dunne laag eener verdorven leiding, die, onder inspiratie van een aan Engeland ondergeschikten ko ning, minder de werkelijke taak van het Grieksche staatsbestuur op het oog had en in de eerste plaats de bedoelingen der Britsche oorlogspolitiek tot de hare maakte. Ik heb dit oprecht betreurd. Britsche invloed Griekenland Voor mij als Duitscher, die door opvoeding in de jeugd en later door beroep een zeer groote vereering bezat voor de beschaving en de kunst van een land, van waar eens het eerste licht van menschelijke schoonheid en waardigheid uitstraalde, was het zeer moei lijk en bitter deze ontwikkeling te moeten gadeslaan en er niets tegen te kunnen doen. Door de documenten van La Charité hadden wij een kijk gekregen op het drijven van de machten, die den Griekschen staat vroeg of laat in een onmetelijk ongeluk moesten stor ten. In den nazomer van het vorige jaar slaagde Churchill er in, de platonische garan tiebeloften aan Griekenland in het brein van zekere kringen zooveel vorm te geven, dat daaruit een geheele reeks voortdurende neu- traliteitsschendingen konden worden afge leid Het eerst werd Italië daardoor getroffen. Het voelde zich dan ook genoopt, in October 1940 de Grieksche regeering voorstellen te doen en waarborgen te eischen, die aan dezen voor Italië onhoudbaren toestand een einde konden maken. Onder invloed van de Brit sche oorlogsdrijvers wees men dit verzoek bruusk af, waarmede aan den vrede op den Balkan een einde kwam. Het slechte weer, sneeuw, storm en regen, en terwille van de historische rechtvaardigheid moet ik dat constateeren de buitengewoon dappere tegenstand der Grieksche soldaten gaven de regeering te Athene genoeg tijd om zich op de gevolgen van haar ongelukkig besluit te bezinnen en naar een mogelijke verstandige oplossing uit te zien. Duitschland heeft in dien tijd de betrekkingen met Griekenland niet verbroken, in de stille hoop, dat het toch nog op de een of andere wijze tot opheldering van den toestand kon bijdragen. Geen tweede Saloniki Ik moest echter ook toen reeds, volgens mijn plicht, jegens de geheele wereld er np wijzen, dat wij bij een hervatting van het oude Saloniki-denkbeeld uit den wereldoor log niet werkeloos zouden toezien Jammer genoeg werd mijn waarschuwing, dat, wan neer de Engelschman zich ergens in Europa zou nestelen, wij besloten waren hem oogen blikkelijk naar zee terug te drijven niet ern stig opgevat. Zoo konden wij toen in den loop van den winter zien, hoe Engeland in toenemende mate begon de grondslagen voor de vorming van zulk een nieuw Saloniki-leger te leggen. Men begon met het aanleggen van vliegvelden, en zorgde eerst voor de noodige organisatie op den grond, in de overtuiging, dat de bezetting der plekken zelf dan zeer snel kon plaats .vinden. Eindelijk kwamen in voortdurende transporten van materiaal, de uitrustingsstykken voor een leger, dat, vol gens de opvatting en het inzicht van Chur chill zelf, binnen enkele weken tijds naar Griekenland gestuurd moest worden. Ons bleef dit niet verborgen. Wij hebben naar dit geheele eigenaardige spel, maandenlang, hoewel met terughouding, toch met aandacht gekeken. De tegenslag, welke het Italiaan sche leger in Noord-Afrika als gevolg eener technische inferioriteit van den pantseraf- weer en van het pantserwapen zelf leed, bracht eindelijk den heer Churchill tot de overtuiging, dat thans het oogenblik geko men was om het oorlogstooneel van Libye naar Griekenland te verplaatsen. Hij liet de nog aanwezige pantserwagens alsmede de hoofdzakelijk uit Australiërs en Nieuw-Zee- landers bestaande divisies infanterie vervoe ren en was er van overtuigd thans den slag te kunnen slaan, welke met een stoot den Balkan in brand zou zetten Churchill heeft daarmede strategisch een der grootste fouten van den oorlog gemaakt. Zoodra er geen twijfel meer mogelijk was over de bedoeling van Engeland om zich op den Balkan te nes telen, heb ik de noodige stappen gedaan om ook van Duitsche zijde, leer om leer, op dit voor ons vitale gebied, de strijd krachten gereed te houden, die noodig waren om aan elke eventueele onbe schaamdheid van dezen heer het hoofd te kunnen 'bieden. Ik moet hier uitdrukkelijk vaststellen, dat dit niet tegen Griekenland gericht was. De Duce zelf heeft mij er nooit om verzocht hem voor dit geval ook maar één Duitsche divisie ter beschikking te stellen. Hij was er van overtuigd, dat zoodra het goede jaargetijde zou aanbreken, de strijd tegen Griekenland op de een of andere wijze spoedig tot succes zou leiden. Ik was dezelfde meening toege daan. Bij het oprukken van de Duitsche strijd krachten ging het dus niet om een hulpver- leejiing aan Italië tegen Griekenland, doch om een voorzorgsmaatregel tegen de Britsche poging, onder dekking van het geraas van den Italiaansch—Griekschen oorlog, zich heimelijk op den Balkan te nestelen, teneinde vandaar naar het voorbeeld van het leger van Saloniki uit den wereldoorlog een beslissing uit te lokken, vooral echter om daarmede ook nog andere strijdkrachten bij den maalstroom van den oorlog te betrekken. Deze hoop berustte daarbij o.a. op twee staten: op Turkije en op Zuid-Slavië. Sinds de jaren der overneming van de macht heb ik wat deze heide landen betreft steeds er naar gestreefd, een nauwe op oeconomische doelmatigheid gebaseerde samenwerking te verkrijgen. Zuid-Slavië was, voor zoover het den Servischen kern betrof, in den wereld oorlog onze vijand geweest. Ja, van Belgra do uit is de wereldoorlog begonnen. Niette min bestond er onder het Duitsche volk. dat van nature geen wrok kent, in het geheel geen haat jegens Belgrado. Turkije was in den wereldoorlog onze bondgenoot. De on gelukkige uitslag van den wereldoorlog druk te op dit land even zwaar als op ons zelf. De groote geniale herschepper van Turkije was de eerste, die een wonderbaarlijk voorbeeld gaf voor de verheffing van den toen door het geluk in den steek gelaten ep door het lot zoo ontzettend zwaar getroffen bondge noot Zuid-Slavië viel als slachtoffer Terwijl nu Turkije dank zij de realistische houding van zijn regeering de onafhankelijk heid van eigen besluit wist te bewaren, viel Zuid-Slavië ten offer aan de Britsche kui perijen. Ik heb er naar gestreefd tusschen Duitschland en Zuid-Slavië oprechte betrek kingen van goed begrip, ja van vriendschap tot stand te brengen. Jarenlang heb ik daar aan gewerkt. Ik meende mij daarbij gesteund te zien door afzonderlijke vertegenwoordi gers van dit land die, evenals ik, van een nauwe samenwerking tusschen onze beide staten slechts nut schenen te verwachten. Toen als gevolg van de Britsche kuiperijen de Balkan meer en meer door het gevaar bedreigd werd, vroeg of laat eveneens bij den oorlog betrokken te worden, was het eerst recht mijn streven alles in het werk te stellen om Zuid-Slavië voor een zoo ge vaarlijke verwikkeling te behoeden Onze minister van buitenlandsche zaken, partij genoot von Ribbentrop, heeft in dezen geest met het hem eigen geduld en geniale stand vastigheid in talrijke bijeenkomsten en be sprekingen steeds weer op de doeltreffend heid, ja noodzakelijkheid gewezen, althans dit deel van Europa buiten den oorlog te houden. In dezen geest heeft hij aan de Zuid- Slavische regeering 'oorstellen gedaan welke zoo prachtig en loyaal waren, dat eindelijk ook in den toenmaligen Zuidslavischen staat de stemmen schenen toe te nemen die voor een zoodanige samenwerking te vinden wa ren. Het is daarom ook volkomen juist wan neer minister Halifax heden verklaart, dat het niet de Duitsche bedoeling geweest was op den Balkan een oorlog te verwekken. Ja, het is juist dat het integendeel ons oprecht streven was, langs den weg eener nauwere samenwerking met Zuid-Slavië wellicht zelfs nog de mogelijkheid te be naderen van een bijlegging van het con flict met Griekenland op zoodanige wijze, iat met de billijke wenschen van Italië rekening gehouden zou worden. De Duce heeft niet alleen ingestemd met de poging om Zuid-Slavië in een nauwe belangen gemeenschap te brengen met onze vredes doeleinden. doch heeft deze poging met alle middelen gesteund. Zoo werd het eindelijk mogelijk de Zuid- Slavische regeering tot toetreding tot het driemogendhedenpact te bewegen, waarbij aan Zuid-Slavië in het geheel geen eischen gesteld werden doch dit land slechts v deelen geboden werden Want ter wille de geschiedkundige waarheid moet ik heden verklaren, dat Zuid-Slavië in dit pact en door het daarmede verbonden aanvullende accoord tr' geen enkele hulpverleening verplicht Integendeel, het kreeg van de mogendheden van het drielandenpact de plechtige zekering, niet alleen geen hulp te behoeven te verleenen, doch wij waren bereid zelfs af te zien van elk doorgangs transport van oor logsmateriaal. Bovendien echter, had Zuid- Slavië op wensch van zijn regeering de ver zekering gekregen, in geval van territoriale wijzigingen op den Balkan een onder de 2uid-Slavische souvereiniteit staanden toe gang tot de Egeische Zee te krijgen, welke o.a. ook de stad Saloniki zou omvatten. Zoo werd op den 25sten Maart van dit jaar te Weenen een pact onderteekend, dat den Zuid-Slavischen staat de grootste toe komst bood en aan den Balkan den vrede kon waarborgen. Met een werkelijk gelukkig gevoel verliet ik op dien dag de mooie Donaustad niet alleen, omdat daarmede een buitenlandsche politieke taak van bijna acht jaren beloond scheen te worden, maar ook omdat ik meende, dat daarmede wellicht nog op het laatste oogenblik het Duitsche ingrij pen op den Balkan volkomen overbodig zou kunnen worden. Twee dagen later werden wij allen geschokt door het bericht over den staatsgreep van een handjevol gehuurde putschisten, die een daad volbrachten, welke den Britschen minister-president den jubel kreet deed uiten, dat hij eindelijk iets goed te melden had. Ik gaf nu terstond het bevel tot (ïfen aanval. Het is immers onmogelijk, dat men op deze wijze met het Duitsche rijk te werk gaat. Men kan niet jarenlang om een vriendschap smeeken, men kan ook niet een verdrag aangaan dat alleen de andere partij ten góede komt en dan beleven, dat dit verdrag niet alleen in een nacht verbroken wordt, doch dat nu als antwoord, de vertegenwoordiger van het Duitsche Rijk beleedigd, de mi litaire attaché bedreigd, de assistent van dezen militairen attaché gewond wordt, dat talrijke andere Duitschers mishandeld worden, dat men kantoren, scholen, tentoonstellingslokalen enz af breekt, de woningen van rijksduitschers vernielt en volksduitschers opnieuw als rechteloos vee opjaagt en doodt. „Ik heb den vrede gewild Ik heb, dat weet Gód, den vrede ge wild. Wanneer echter Halifax hoonend verklaart, dat men dat heel goed wist en ons juist daarom dwong te vechten, alsof dit dus een bijzondere overwin ning van het Britsche staatbeleid is, dan kan ik tegenover een zoodanige boos heid niets anders doen, dan de belangen van het rijk in bescherming te nemen met de middelen die ons God zij dank ter beschikking staan. Ik kon dit besluit op dit oogenblik des te kalmer nemen, daar ik wist dat ik daarbij handelde in overeenstemming: le. met de ge zindheid en houding van Bulgarije, dat jegens het Duitsche rijk onwankelbaar trouw gebleven was; 2e. met de thans eveneens terecht verontwaardigde opvatting van Hon garije. Onze beide oude bondgenooten uit den wereldoorlog moesten deze daad als een uitda ging gevoelen, welke uitging van een staat, die reeds eenmaal geheel Europa in brand heeft gezet en als gevolg daarvan voor Duitschland, Hongarije en Bulgarije zoo on noembaar groot leed op het geweten heeft. De nog op 27 Maart door mij via het opper bevel van de weermacht uitgegeven alge meens aanwijzingen voor de krijgsverrich tingen plaatsten het leger en het luchtwapen voor een zeer moeilijke taak Er moest for meel voor de vuist weg een nieuwen plotselin- gen grooten opmarsch op touw gezet worden, er moesien verplaatsingen uitgevoerd worden van reeds aangekomen afdeelingen troepen, de aanvoer van materiaal moest gewaarborgd worden en bovendien moest het luchtwapen talrijke geimproviseerde bases betrekken, welke toen deels nog onder water stonden. Zonder tegemoetkomende medewerking van Hongarije en zonder de volkomen loyale hou ding van Roemenië zou het heel moeilijk ge weest zijn om binnen het ons gestelde korte tijdsbestek de bevolen aanwijzingen aan te voeren. Als termijn voor den aanval werd door mij den zesden April vastgesteld. Op dien dag was de in Bulgarije staande Zuide lijke groep tot den aanval gereed, het opruk ken van de andere legers zou terstond ge schieden zoodra zij gereed waren, als termij nen waren vastgesteld 8, resp. 10 en 11 ApriL Het plan van den opmarsch De gedachte van de krijgsverrichtingen was: 1. Met een leger uit het Bulgaarsche gebied optrekken naar het Grieksche Thracië in de richting van de Egeïsche Zee. Het zwaarte punt lag op den reohtervleugel waar met ge bruikmaking van bergafdeelingen en een pantserdivisie de doorbraak naar Saloniki moest worden bevochten. 2. Met een tweede leger doordringen in de richting van Skoplje met het doel langs den snelsten weg een verbinding tot stand te brengen met de in Albanië staande Italiaan- sche strijdkrachten. Deze beide operaties zou den op 6 April beginnen. 3. De op 8 April beginnende andere opera ties voorzagen den doorbraak van 'n leger uit Bulgarije in algemeene richting naar Nisj met het doel het gebied rondom Belgrado te be reiken. In samenwerking daarmede zou een Duitsch corps op 10 April het Banaat bezet en daarmede van het Noorden uit voor Belgrado aankomen. 4. Op 11 April zou een in Karinthié-Sfier- marken resp. Westelijk Hongarije optrekkend leger tot den aanval in de richting van Agram (Zagreb)-Serajewo en Belgrado voorgaan. In verband daarmede waren afspraken ge maakt met onze bondgenooten Italië en Hon garije. De Italiaansche weermacht had het voornemen, vanuit zijn Julische front langs de kust in algemeene richting naar Albanië op te trekken, van Albanië uit via Skoetari de Italiaansche afdeelingen te ontmoeten en vervolgens door de Zuidslavische grensverster- kingen aan de Zuid-Slavisch-Albaneesche grens tegenover Skoplje heen te breken, ten einde de verbinding met het aldaar oprukken de Duitsche leger tot stand te brengen, einde lijk door het Grieksche front in Albanië zelf heen te breken en zoo mogelijk over een breed front naar de zee op te rukken. In verband daarmede zouden de Dalmatijnsche en Ionische eilanden bezet en alle overige steunpunten ingenomen worden. Ook tus schen de beide luchtwapens waren afspraken gemaakt over de samenwerking. De leiding over de tegen Macedonië en Griekenland ge bruikte Duitsche legers lag in handen van generaal-veldmaarschalk List, die zich reeds in de overige veldtochten bijzonder onder scheiden heeft. De uit het Zuidwesten van het Duitsche rijk en uit Hongarije naar Zuid- Slavië oprukkende strijdkrachten stonden onder beyel van generaloberst von Weichs, De onder het opperbevel van de generaal- veldmaarschalk von Brauchitsch en den chef Hitlerjügend en jeugdstorm Ter gelegenheid van het bezoek van den Jugendfi'^rer van het Duitsche rijk, Artur Axmann, heeft, n^ar het A.N.P. meldt, de Hitier Jugend en de Nationale Jeugdstorm een gemeenschappelijke feestelijke bijéén komst in het Concertgebouw te Amsterdam gehouden. De hoofdstormer C. van Geelkerken ver zekerde in een korte toespraak, dat de Ne- derlandsche Jeugdstorm klaar is, moedig en trouw, om de jeugd van het geheele volk te richten op de idealen van den nieuwen tijd. Hij wees er op, dat toen Griekenland, de laatste veste van Engeland op het vaste land, viel, ook Nederlandsche kameraden daarbij in de eerste rijen stonden. Uitgevoerd werd dan de kindercantate „Michiel Adriaanzoon de Ruyter, onder leiding van Adriaan Wagemaker. De heer Axmann heeft vervolgens, naar aanleiding van deze cantate, gesproken van De Ruyter niet slechts als de grootste Neder landsche zeeneld, maar als den voornaamsten zeeheld zonder meer. Al het groote komt voort uit een inwendi- gen drang. Zoo is het ook met het nationaal- socialisme, ook onder de jeugd. Wij hebben thans in Duitschland een staat van de jeugd, die aan het groote werk van de vrijmaking van arbeider en boer medewerkt. De nat. soc. revolutie heeft de Duitsche toekomst ver zekerd en Duitschland zal den oorlog winnen, omdat wij tot Führer Adolf Hitler hebben. In het nieuwe Europa zullen de Duitsche natioanal-socialistische beweging en de N.S.B. schouder aan schouder staan en zal ook de HiÜerjeugd met de onze in goede kameraad schap verbonden zijn. De Hauptbannführer, dr. H. Lindenburger, heeft daarna een drievoudig heil op den Führer uitgebracht Met het zingen van het Deutschlandlied en het Horst Wessellied en het zesde couplet van het Wilhelmus werd de bijeenkomst gesloten. van den generalen staf, generaloberst Halder, opereerende legercorpsen en afdeelingen der Waffen S.S. hebben reeds na vijf dagen het Grieksch-Thracische leger tot capitulatie gé- noodzaakt. De verbinding met de uit Albanië oprukkende Italiaansche strijdkrachten tot stand gebracht, Saloniki ingenomen, na twaalf dagen Servië tot capitulatie gedwon gen en daarmede de algemeene voorwaarde geschapen voor de even harde als roem rijke doorbraak via Larissa naar Athene. Deze operatie vond haar bekroning in de be zetting van den Pelopohnesus en van talrijke Grieksche eilanden. Het opperbevel van de weermacht zal echter deze waarlijk historische prestatie, waaraan de chef van het opperbevel van de weermacht generaalveldmaarsehalk Keitel en generaal Jodl zooals steeds op buitengewone wijze heb ben medegewerkt, op haar juiste waarde weten te schatten. Duitsche weermacht heeft zichzelf overtroffen De onder het persoonlijke opperbevel van den rijksmaarschalk en zijn chef van den generalen staf generaal Jeschonneck gebruikte luchtmacht, stond in twee groepen onder de bevelen van den generaloberst Löhr en van generaal Von Richthofen. Het was hun taak: 1. het vijandelijke luchtwapen te vernieti gen en de terrein-organisatie daarvan on bruikbaar te maken; 2. het centrum van samenzweerders, Belgrado, en alle militair belangrijke punten aan te vallen en daarmede van het begin af aan uit te schakelen; 3. de strijdende Duitsche troepen door mid del van vliegers en luchtdoelgeschut overal te helpen het verzet van den vijand te breken, zijn vlucht te bemoeilijken en zijn latere in scheping wanneer deze mogelijk zou zijn te verhinderen. Door het gebruik van lan dingstroepen uit de lucht en valschermtroepen moest het leger doeltreffend geholpen worden. In dezen veldtocht heeft de Duitsche weer macht zichzelf werkelijk overtroffen. Deze triomftocht heeft in nauwelijks drie weken in twee staten een einde aan den oorlog ge maakt. Wij zijn ons er van bewust, dat onze bondgenooten een groot aandeel aan deze successen hebben, dat vooral het feit, dat zij zes maanden lang onder de moeilijkste om standigheden en met de grootste offers den strijd tegen Griekenland hebben voortgezet, de hoofdmacht van het Grieksche leger vonden en dat zoozeer verzwakten, dat zijn ineenstorting in elk geval onvermijdelijk was geworden. Ook het Hongaarsche leger heeft zijn ouden wapenroem eer aangedaan. Het bezette Batsjka en rukte met gemotoriseerde afdee lingen over de Save op. De gerechtigheid der historie verplicht mij te constateeren, dat ander onze tegenstanders vooral de Grieksche soldaat met den grootsten moed heeft ge- 'Vochten. Hij capituleerde pas, toen verde tegenstand onmogelijk en dus nutteloos was geworden. Ik zie mij echter ook gedwongen te spreken over den tegenstander, die aanlei ding en oorzaak van dezen strijd was. Ik acht het als Duitscher en soldaat onwaardig een dapperen vijand te beschimpen Het lijkt mij echter noodzakelijk, de waarheid in be scherming te nemen tegen de opsnijderijen van een man, die als soldaat een miserabel politicus en als politicus een even miserabel soldaat is. Churchill. die ook dezen oorlog oitketende, tracht evenals bij Noorwegen en Du ukerken iets te zeggen, dat vroeg of laat misschien toch nog tot succes geiogen kon w>*den. Ik vind dat niet eervol, maar bij dizen man acht ik het begrijpelijk. Als iemand ande.s als politicus zooveel nederlagen had geleden en als soldaat zooveel rampen had ondergaan, dan zou hij geen zes maanden in functie gebleven zijn, tenzij hij eveneens beschikte over de capaciteit, waarin Churchill eenig is, n.L met een vroom gezicht te liegen en de waarheid te verdraaien, tot tenslotte uit ae verschrikkelijke nederlagdn nog triomfante lijke overwinningen worden. Churchill verklaart met een stalen gezicht, ZON EN MAAN Zonsopgang 6 Mei: 6.00: ondergang 21.12 Maansopgang 6 Mei: 15.02: ondergang 3.48 Maansopgang 7 Mei: 16.20: ondergang 4.16 Eerste kwartier Zondag 4 Mei. .volle maan J^ndag 11 Mei. Lafste kwanier Zondag 18 Hei: nieuwe maan Maandag 26 Mei.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1