Jlirtuirr geiitöcitt (imirant Abonnementsprijs: per 3 mbanden 2*?f, vermeerderd met 0.15 incassokosten. Per week 19 ct Losse nummers 5 ct. Zaterdagnummers met Zondagsblad IV» ct. Alles bij vooruitbetaling. Advertentieprijzen: 24 CL per regeL Ingezonden Mede- deelingen 46 ct per regel. Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con tract belangrijke korting. Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Sur. Redactie en Administratie: No. 6417 DONDERDAG 1 MEI 1941 21e Jaargong IN DANKBARE NAGEDACHTENIS Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne overleden of. Slotemaker de Bruïne is heenge- het is ons moeilijk dit feit in heel beteekenis door te denken. Want deze die immer vol was van actie en rijk warmte, heeft nu zijn taak op aarde ndigd. Hij heeft gewerkt zoolang het was, ja, tot in den avond, maar thans st oog gesloten, de hand rust, de mond gt. Zijn gestalte, tot oplettend luiste- spoedig ietwat gebogen, is nu gestrekt, gulle lach wordt niet meer gehoord, ij weinigen scheen de afstand zoo groot chen de bewegelijkheid van het leven ie starre stilte van den dood Toch is deze lamp, die tot het laatst haar licht ipreidde, gedoofd en is het moment dat wij, voordat het leven voortgang it, ons bezinnen moeten en willen op jeen deze man in zijn lange leven van zijdige activiteit heeft mogen zijn. list omdat dit bestaan van meer dan tntig jaren aan leven zoo rijk was, rom heeft het zulk een aanlokkelijke i en is het zulk een dankbare plicht, dezen notariszoon uit het oude Huge- tngeslacht een acte van verdiensten te jen opmaken. Want de schoonheid van leven is ook geweest, dat het. hoezeer scheen uiteen te vallen in een bonte <s van bezigheden, toch vol is geweest harmonie en steeds gekenmerkt door gedachte van eenheid. Prof. Slotema- de Bruïne heeft niet maar te hooi en [ras iets aangepakt om het weldra v zich af te werpen, wanneer de aan- ht zich op iets anders concentreerde, waar hij met het leven in al zijn akeeringen in aanraking kwam, ep hij het aan en bracht het in nauw itact met zijn beginsel. Prof. Slotemaker de Bruïne heeft het en dan ook niet vermeden, heeft niet vlucht genomen in studeerkamer of stvertrek. Ook hierin kwam de harmo- in dit bestaan aan den dag. Want. ag predikant in het Friesche dorpje «ulerwijk met zijn droeve sociale toe- inden en slechte economische verhou- igen, heeft hij er zich niet toe bepaald, gezette tijden zich vanaf den kansel het volk te vertoonen, doch hij wierp i onder de menschen, greep de maat- appelijke vraagstukken aan en zocht ider rust naar oplossing en verbetering. Zoo is het gebleven, toen hij elders het edikambt aanvaardde, toen hij hoog- raar werd, toen hij in het sociale en litieke leven al meer naar voren trad. veel, maar ook, wat hij deed, dat éd hij met alle kracht. Ook daardoor rden in zijn breede activiteit de tegen- Uingen vermeden. Er gaapte bij hem en kloof tusschen woord en daad, er was •chte verwantschap tusschen den rijken oom van literatuur, welken hij de we- d inzond, en zijn leven zelf. Op wat hij npakte legde hij zich toe ook. Hoe ver- gd was niet zijn betoog, hoe kloek zijn isbouw, hoe afgewogen zijn gebaar! Waarlijk, wat hij deed, deed hij met el zijn kunnen. Wij denken aan zijn rkzaamheid op het terrein der politiek, irkwaardig, eerst die lange pooze van thouding, zelfs in het uitbrengen van 0 stem! Doch toen hij de noodzakelijk- id voor den Christen inzag om ook op gebied de stem te doen hooren, toen 1 het met de onthouding ook voorgoed en was hij behalve kiezer weldra ook kozene. Het leven is ook niet gemeden en ont- icht bij het vallen van den avond, 'er de zeventig reeds was hij en boven in in het politieke beweeg ambteloos rger, toen gansch nieuwe omstandighe- ii haar invloed op ons staatsbestel de gelden. Het scheen zoo natuurlijk, dien deze man na zijn leven van activi- it zich had teruggetrokken in de een- amheid, mogelijk zelfs met een beroep zijn verdiensten. Maar juist in die langrijke maanden van kentering en gewisheid heeft Prof. Slotemaker door n rustig woord en door zijn bewonde- ïswaardige karaktervastheid heel velen sterkt en bekrachtigd. Nogmaals, er zaten tal van trekken, die eenheid en harmonie wezen in dit ilzijdige leven. Van die harmonie den itaansgrond na te vorschen is niet moei- In dfeze jaren, ook in het sterfjaar Prof. Slotemaker de Bruïne, wordt il gesproken over de voleinding, over de ir der laatste dingen. Maar toen de thans irledene in 1894 in de pastorie van Hau- ijK zijn arbeid aanving, toen behaalde tevens den doctorstitel, -en wel op een ver de eschatologische voorstel- ng, de beschouwing over de laatste din- K in I en II Corinthe. Heel zijn leven jig feitelijk nog voor hem, maar hij greep Een rijke staat van verdiensten is afgesloten Hedenmorgen halfzes is overleden Prof. D r. J. R. Slotemaker de Bruïne, oud-hoogleeraar van de Rijks-Universiteit te Utrecht en oud minister van Onderwijs, K. en W. Toen wij in de Meimaand van het jaar 1939 naar aanleiding van den naderenden zeven tigsten verjaardag van prof. Slotemaker de Bruïne zijn veelzijdige activiteit aan een be schouwing onderwierpen schreven wij: „Het lijkt er niet veel op, dat we van dit leven de eindrekening zouden moeten opmaken". Inder daad, de werkzame geest van dezen mensch had toen nog weinig te lijden van de omstan digheid, dat weldra de leeftijd der sterken zou zijn bereikt. Toch was het een dankbare taak terug te zien op de werkzaamheid, welke in al die tientallen van jaren en op zoovele terrei nen was ontplooid. Dankbaarheid is ook wat wij gevoelen, nu aan dit welbestede leven op aarde een einde is gekomen, dankbaarheid voor wat in pror. Slotemaker aan ons volk, aan heel ons volk, is geschonken. Wij zeggen het met opzet zoo. Prof. Slote maker de Bruïne was een populaire verschij ning onder ons, populair in den besten zin van het woord, populair mede in deze beteekenis, dat hij leefde en werkte onder de menschen. Hij gaf zich, hij greep het leven aan, hij woe kerde, jaar in jaar uit, met zijn talenten, en zijn levep heeft hem de mogelijkheid geschon ken iets, neen veel te doen zien van zijn wijd vertakte bekwaamheden en zijn groote gaven. De kwaliteiten schaarden zich bij hem dicht opeen en grepen geheel op elkaar in: theoloog, hoogleeraar, lid van de Provinciale Staten, lid van de Eerste Kamer, Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, lid van de Tweede Kamer, Minister van Sociale Zaken, Minister van Onderwijs. Wij zijn niet compleet, want ook mogen vermeld worden zijn hulppredi kerschap te Wassenaar, zijn lidmaatschap var den Hoogen Raad van Arbeid, zijn hoofdredac teurschap van De Nederlander, zijn activiteit op het gebied van de drankbestrijding, h Oecumenische Beweging, in den Centralen Bond voor Inwendige Zending en Chr. Philan- tropische Instellingen, in de Zuiderzeecommis- Waarlijk, men behoefde het breede ter van het nationale leven slechts vluchtig te overzien om bij herhaling de vertrouwde figuur van prof. Slotemaker de Bruïne tegen te komen. Bij zulk een veelzijdige figuur neemt men al spoedig de vlucht in een voornamelijk chronologische vermelding van feiten en ge beurtenissen. Welnu, prof. Slotemaker de Bruïne is op 6 Mei 1869 te Sliedrecht geboren. Na te Haarlem het gymnasium te hebben be zocht liet de jongeman zich aan de Universi teit te Utrecht inschrijven als student in de theologie. In 1893 werd hij door het Prov. Kerkbestuur van Overijssel toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk. Het jaar daarop promoveerde hij te Utrecht tot doctor in de Heilige Godgeleerdheid op een proefschrift, dat tot titel droeg: „De escha tologische voorstelling in I en II Corinthe." Eveneens in 1894, en wel op 16 September aanvaardde hij te Haulerwijk het predikambt. (Foto Rott.) noemd om onderwijs te geven aan de Univer siteit te Utrecht in de Geschiedenis van de Ned. Herv. Kerk en haar leerstellingen, de Leerstellige Godgeleerdheid en het Ned. Herv. Kerkrecht, had hij getoond geenszins een homo novus, een nog onbekend man te zijn. De rij van geschriften, toen reeds door hem uitgegeven, spreekt hier duidelijke taal. Wij noemen allereerst zijn hoofdwerk „Christelijk-Sociale Studiën", dat in 1916 reeds vijf drukken had beleefd, verder „Christelijke Vakorganisatie", „Welke positie moet de Kerk innemen te midden van de sociale beweging van onzen tijd?" en „Soli- darisme", alle in de brochurereeks „Christen dom en Maatschappij", „Darwinisme", een studie over evolutie, selectie en mutatie, „Eenheid en roeping der Kerk" (twee pree- ken naar aanleiding van de kwestie-Dr. Bah- ler), „God :n de Vrede in Zuid-Afrika" (tijd woord), „Gods lof uit de kindermonden" (preek over de opvoeding), „Het geloof aan God in de 20ste eeuw", „Vrijzinnigen in de Hervormde Kerk", verschenen in „Pro en Contra", „Op den Berg" en „In de Diepte" (stichtelijke stukken), „Toegepast Christen dom", aan de hand van C. M. Sheldon's ro man, „Plaats en Taak van. de Hervormde Kerk", „Sociologie en Christendom", „De Hervormde Kerk en de Politiek", „De Chris telijk-Sociale Beweging in Frankrijk". Klei nere bijdragen schreef hij in „Getuchtigd en niet gedood", „De Goede Belijdenis" en „Je zus Christus voor onzen tijd". Tevens was hij Een sociaal voelend man ZON EN MAAN Zonsopgang 2 Mei: 6.08; ondergang: 21.07 Maansopgang: 2 Mei 10.31; ondergang: 1.28 Maansopgang 3 Mei: 11.30; ondergang 2.09 Eersie kwartier Zondag 4 Mei, volle maan Zondag 11 Mei, laatste kwartier Zondag 18 Mei; nieuwe maan Maandag Dat de jonge Slotemaker de Bruïne te Hau lerwijk zijn werk begon is van veel beteekenis voor hem geworden. Want de toestand, waarin dorp en streek zich toen bevonden, schreeuw de om liefdevolle bearbeiding. Het dorp toch lag in het allerarmste deel van Friesland, en het anarchisme dat in die dagen zijn duizen den versloeg, voerde er den boventoon. Deze situatie nu veroorzaakte mede, dat de jeugdige predikant zich al meer tot sociale studiën aangetrokken gevoelde, welke studiën hij, zijn drukken werkkring ten spijt, ijverig en nauwgezet voortzette. Toch is Ds. Slotemaker de Bruïne niet lang in Haulerwijk gebleven. Na drie jaar volgde Beilen, na weer drie jaar Middelburg en nog weer drie jaar later Nijmegen. En op 20 Oc tober 1907 werd hij verbonden aan de Kerk van Utrecht, waarbij zijn arbeidsterrein vooral kwam te liggen in het Noord-Oostelijk stadsgedeelte. Van zijn activiteit in het Sticht mogen wij wel noemen het bevorderen van de stichting van de Nieuwe Kerk aan de Bollen- hofschestraat en zijn organiseerend werken in zijn wijk, het Poortstraatkwartier achter de Biltstraat. Hij richtte verschillende vereeni- gingen op, zoowel van mannen als van vrou wen, die de Kerk in haar taak op maatschap pelijk terrein konden steunen. Dat zijn arbeid erkenning vond bleek ook wel uit de omstan digheid, dat hij in deze periode werd benoemd tot predikant-directeur van de Heldring gestichten te Zetten, zulks als opvolger van Ds. Pierson, een benoeming echter, waarvoor Dr. Slotemaker de Bruïne meende te moeten be danken. Eveneens heeft hij tijdens zijn predi kantschap met ijver gestreefd naar invoering van het parochiestelsel. Zijn werkzaamheid blijkt voorts hieruit, dat hij benoemd werd tot adviseur van den Chr. Nationalen Werkmansbond en dat de Sociale Conferentie te Utrecht hem onder haar spre kers telde. Daartoe aangezocht door de Alge- meene Synode der Ned. Herv. Kerk gaf hij voor de theologische studenten een socialen zich reeds vast aan het einde, aan de vol einding. Zoo kon over zijn persoon en zijn werk iets van eeuwigheidslicht uitstralen. En zoo kon zijn leven door één gedachte worden omvat, de gedachte, welke is neer gelegd in het Schriftwoord, waarmee hij op 16 September van hetzelfde jaar 1894 zijn predikambt aanvaardde, het woord uit Psalm 36: „Bij U is de fontein des Levens". Dit woord omspande zijn leven, uiterlijk, want hij sprak er ook over op zijn jubileumdag, 16 September 1934 te Wassenaar, doch ook innerlijk. Het betee- kende het geheim van den rijken inhoud van dit leven en het geeft aan, dat ook voor Prof. Slotemaker de Bruïne de wan del in den hemel in" het verlengde ligt van zijn wandel op aarde. als redacteur verbonden aan het orgaan van den Chr. Nationalen Werkmansbond „De Voorzorg", aan de „Nieuwe Nederlandsche Kerkbode", aan het tijdschrift „Stemmen des Tijds" en aan het orgaan „Tijdschrift voor. Armenzorg en Kinderbescherming". Een voorloopig onaangeroerd terrein Zoo had Dr. Slotemaker de Bruïne zich sinds lang op velerlei terrein bewogen. Maar het terrein van de politiek bleef vooralsnog onaangeroerd. Het is te merkwaardig om niet vermeld te worden, maar de man, die reeds in zoovele kwesties duidelijk partij had ge kozen, ging eerst in 1918 voor de allereerste maal ter stembus. Voorloopig dus een a-politiek wezen! Maar toen zijn stem eenmaal in de bus was geval len voelde hij, zich ook hier weldra thuis. Niet alleen koos hij nu, doch hij werd ook gekozen: Spoedig werd hij voor de Chr. Hist. Unie afgevaardigd naar de Prov. Sta ten van Utrecht. Het bleef hierbij niet, want in 1922 werd hij gekozen als lid van de Eer ste Kamer, tot welk college hij heeft be hoord totdat hij in 1926 werd aangezocht de portefeuille van Arbeid, Handel en Nijver heid te aanvaarden. In 1929 werd hij lid van de Tweede Kamer om in 1933 hoofd te wor den van het nieuwe Departement van So ciale Zaken. Na het aftreden van Mr. Mar- chant werd hij Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen. Zoo heeft de heer Slotemaker de Bruïne tal van jaren een Departement beheerd en vaak in moeilijke jaren. Van de wetgeving, onder zijn bewind tot stand gekomen, mogen wij noemen de nieuwe Ziektewet, de herzie ning van de wet op de besmettelijke ziek ten, de regeling voor de tandtechnici, terwijl hij als Kamerlid en als Minister een belang rijk aandeel had in de tot standkoming van de Drankwet en van de Winkelsluitingswet. Het schijnen allemaal losse feiten, maar zij getuigen, elk voor zich en alle bijeen, van de veelzijdige en onvermoeide activiteit, wel ke deze man heeft ontplooid. En toen gansch andere omstandigheden zich deden gelden, heeft Prof. Slotemaker de Bruïne niet geaar zeld over de belangrijke vraagstukken van nationaal besef en volkseenheid en alles wat daarmede samenhangt zijn meening te doen blijken op een wiize, welke bij heel velen de bewondering voor zijn omvangrijke ver diensten nog aanmerkelijk heeft verhoogd- Wij zullen nog heel lang vol dankbaarheid aan dit leven, vol van rijke plichtsvervulling ten dienste van ons land en volk. blijven terugdenken. Zijijn verdiensten vonden erkenning in zijn benoeming tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw en tot groot-officier in de orde van Oranje-Nassau. terwijl hij was begiftigd met het grootkruis in de orde van de kroon van Italië. Daarnaast vielen hem ook nog enkele andere buitenlandsche onderscheidingen ten deel. Wij mogen in dit verband herinneren dat hem in 1937 het eere-doctoraat in de theologie van wege de Prat. theol. faculteit van de univer siteit te Praag ten deel viel als een erkenning van zijn verdiensten in betrekking tot het graf van Comenius te Naarden. De laatste collecte van de Winterhulp Langs de huizen en op straat op Vrijdag en Zaterdag a.s. Het A. N. P. meldt: Nog eenmaal in dit seizoen zullen de ijve rige collectanten met de bekende roode bus sen van Winterhulp Nederland onze aandacht vragen en wel bij de huizen- en stratencol- lecte op morgen en Zaterdag. Daarmede wordt de eerste collecte-periode voor dit mooie sociale werk afgesloten en hierna kan de balans worden opgemaakt van de offervaardigheid van het Nederlandsche volk voor zijn minder bedeelde landgenoo- ten. Hoewel de tot dusver behaalde resulta ten niet geheel en al onbevredigend mogen worden genoemd, wanneer allerlei tegenwer kende factoren in aanmerking worden geno men, toch mag niet worden verheeld, dat de opbrengsten geenszins aan de verwachting hebben beantwoord. Immers, bij de oprioh- ting van Winterhulp Nederland stond den organisatoren eenerzijds de groote nood voor oogen, waarin een belangrijk gedeelte van de Nederlandsche volksgemeenschap nog ver keert, en anderzijds bestond het vertrouwen, dat alle andere Nederlanders, dien grooten nood kennende, zouden doordrongen zijn van den socialen plicht, welke op hen rust, om het leed van de minder bedeelden naar vermo gen te helpen verzachten. Helaas echter werd dat vertrouwen in ze keren zin beschaamd, en daarom was Winter hulp Nederland niet in staat, het bij de op richting gestelde doel ten volle te verwezen lijken. Dit is in hooge mate te betreuren, niet alleen omdat als gevolg daarvan velen van hen ,die dringend hulp behoeven, niet of niet voldoende kunnen worden geholpen, maar niet minder, omdat daardoor tot uiting komt, dat bij vele Nederlanders nog niet aan wezig is eenig besesf van gemeenschapszin om de zwakkere bij te staan, ten einde eendrachtig te trachten de kracht van het g e h e e 1 e Nederlandsche volk te vergrooten en te komen tot een samenleving, Waarin het schrijnende leed, dat thans nog als gevolg van geldelijke zorgen in zoo vele huisgezin nen heerscht, wordt verbannen, om plaats te maken voor een blijvenden zonnestraal, waar uit ook deze gezinnen de kracht zullen put ten zelf metterdaad mede te helpen aan de verhooging van hun eigen levensniveau en dat van anderen. Daarin ligt de grondslag van de kernspreuk van Winterhulp Neder land: Voor. het volk, door het volk, want de nu te verleenen hulp zal uiteindelijk ten goe de komen aan het geheele Nederlandsche Daarom mag niemand achterblijven in de vervulling van dezen op allen rustenden socialen plicht en de hoop moge worden uit gesproken, dat ieder zal voldoen aan het voor deze dagen geldlende parool: aantreden en zoo mogelijk in het eerste gelid. Leg thuis uw offer gereed voor de huis- collecte en tooit u allen Zaterdag met het bloemenspeldje van Winterhulp Nederland. Arbeidsbemiddeling in nieuwe banen Gewestelijke arbeidsbureaux vandaag in werking getreden Werkloosheid gedaald tot het peil van 1931 De taak en het doel van de nieuwe organisatie Vandaag is een belangrijke mijlpaal bereikt in de geschiedenis van de ar beidsbemiddeling in ons land. Immers xijn mei ingang van 1 Mei 1941 alle ge westelijke arbeidsbureaux en de daar onder resorleerende bijkantoren haar werkzaamheden aangevangen. Daarmee is de openbare arbeidsbemiddeling in ons land geheel een rijkszaak geworden. de eerste plaats een gemeentelijke gelegenheid, zij het onder toezicht landsoverheid. In dien toestand is ook door heerlijk, de Arbeidsbemiddeling 1930 geen wezenlijke Wat verandering gebracht De onvoldoende organisatie der arbeids bemiddeling heeft er toe geleid, dat deze hier te lande als sociaal instituut niet de taak leven zal kunnen ingroeien, al zal natuurlijk alles worden beproefd om het tempo van deze ontwikkeling zoo snel mogelijk te doen zijn. Daarbij mag ook een beroep op volle mede werking van het publiek niet ontbreken, want wil alles vlot loopen, dan is ook deze onont- de taak van het Rijksarbeids bureau? Het stelt zich als doel het aan den arbeid brengen en houden van heel ons volk van den kunstenaar af tot de onvolwaardige arbeidskracht toe. Een geweldig arbeidsveld heeft kunnen vinden, die zij had behooren te ligt hier nog braak. De bemoeienissen van het vervullen. Wanneer men ziet, dat het aantal plaatsingen in 1917 109,000 bedroeg en In 1939 tot 359,000 was gestegen, dan is dat een verheugende stijging. Desniettemin bureau komen op het volgende in grove trekken neer: a. ieder gewestelijk bureau zal worden in gericht voor het geven van voorlichting bij De waarnemend secretaris-generaal van departement van Socialè Zaken, de heer R. A. Verwey heeft ons gistermiddag tijdens persconferentie, te 's-Gravenhage ge- oogpunt en als factor werkloosheid. Fouten der organisatie. Ter toelichting gaf ir. Verwey enkele voor beelden. In tal van kleine gemeenten is de arbeidsbemiddeling in handen gelegd van een ambtenaar, voor wien deze taak niet meer dan een nevenbetrekking vormt, die op den koop toe wordt genomen. In de grootere ge meenten heeft men weliswaar een eigen uitrusting menigmaal ecu cuwiiiaciiuc K ,-ul„,uuia te wenschen over. Bovendien heeft men de houden, de beteekenis van de reorganisatie" meer en meer onder in- der arbeidsbemiddeling nader toegelicht. de bestrijding der daarbij van door medisch en psychotechnisch onderzoek verkregen gegevens gebruik kan worden gemaakt; b. de invoering van het arbeidsboek met verplichte registratie voor alle werknemers; c. bemoeienis met werkloosheidsverzeke ring, wachtgeldregelingen en steunregeling; d. cultureele werkloozenzorg voor ouderen en jongeren, w.o. begrepen de scholing, her- uiccureii uccxb men wciiswaoi een ei n - schGling enz. van werkloozen en eventueel de Êam'dïr"SèiSbsilSSëlS5r dodh ook" hier omscholing van werklooze en niet-werklooze De havens van den Zuidelijken Peloponnesus bezet Een groot aantal Engelschen gevangen gemaakt Felle acties van de Duitsche luchtmacht Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakte gisteren bekend: Duikbooten hebben uit krachtig bescherm de konvooien 35,265 brt. vijandelijke scheeps- ruimte, alsmede een escortevaartuig van de Britsche marine tot zinken gebracht. Motor- torpedobooten hebben bij een actie tegen de Britsche Zuidoostkust een krachtig beveiligd konvooi aangevallen en drie koopvaarders van 9500 brt. in totaal tot zinken gebracht In Griekenland zijn gemotoriseerde strijdkrachten van het Duitsche leger bij hun scherpe achtervolging tot aan de Zuidelijke havens van den Peloponnesus opgerukt en hebben de verdere vlucht van de Engelschen over zee belet. Daarbij zijn tot dusverre 5000 Engelschen, onder wie een generaal, benevens talrijke Ser viërs, onder wie vier generaals en 300 andere officieren, gevangen genomen. Maandag hebben Duitsche jagers in de Grieksche wateren bij het eiland Hydra een Engelsche Walrus vliegboot neergeschoten. Vier Britsche watervliëgtuigen werden aan de Zuidoostkust van den Peloponnesus vernield. Duitsche gevechtsvliegtuigen en stuka's hebben gisteravond en 's nachts de haven van La Valetta met groot succes aangevallen. Zij plaatsten bommen op een lichten kruiser, op stellingen van de luchtdoelartillerie, op haveninstallaties eri op benzine-opslagplaat- sen en schoten een torpedobootjager benevens een grooten koopvaarder in brand. Andere aanvallen waren op de vliegvelden te Lucca en La Valetta gericht. In luchtgevechten boven het eiland verloor de vijand twee jagers van het type Hurricane. Eigen ver liezen deden zich niet voor. In Noord-Afrika hebben Duitsche en Italiaansche stuka's de haven van Tobroek, artillerie-stellingen bij fort Pilastro en ver sterkte fabrieken ten zuiden van de Via Balbia met bommen van zwaar kaliber bestookt. Sterke formaties gevechtsvliegtuigen heb ben in den afgeloopen nacht weer de oorlogs haven Plymouth gebombardeerd. Er ontston den groote branden, vooral in Devonport en hevige ontploffingen op het terrein van de gasfabriek en in benzine-opslagplaatsen. Andere formaties gevechtsvliegtuigen deden succesrijke aanvallen op de havens van Cardiff, Lowestoft en Ipswich, benevens op vijandelijke nachtvliegvelden. Op zee rondom Engeland heeft het luoht- wapen een koopvaarder van 4000 brt tot zin ken gebracht en een vrij groot sohip zwaar beschadigd. Verdragende batterijen van het leger hebben met groot succes voor den oorlog belangrijke installaties in de omstreken van Dover beschoten. Duitsche jachtvliegtuigen hebben gisteren bij aanvallen op de Britsche Zuidoostkust en aan de Kanaalkust zes jagers van het type Spitfire en twee gevechtsvliegtuigen van het type Bristol-Blenheim zonder eigen verliezen omlaag gehaald. De vijand heeft in den afgeloopen nacht met betrekkelijk zwakke strijdkrachten op verscheidene plaatsen in West- en Zuidwest Duitsohland een gering aantal brisant- en brandbommen laten vallen, die slechts onaan zienlijke materieele schade veroorzaakten. Onder de burgerbevolking waren er enkele dooden en gekwetsten. De bemanning van een naohtjager, Ober- feldwebel Sommer, Oberfeldwebel Reinnagel en Feldwebel Glass, heeft zich in den afge loopen nacht boven Engeland bijzonder onder scheiden. De totale verliezen, die de vijand Maandag en Dinsdag heeft geleden, bedragen 47 vlieg tuigen. Hiervan zijn er 21 in luchtgevechten en door nachtjagers, negen door marine artillerie neergeschoten. De rest is op den grond vernield. In dezelfde periode zijn zes eigen vliegtuigen verloren gegaan. de plaatselijke politiek z Allereerst deed hii enkele belaneriike hetgeen °P verschillend gebied een ongun- Aiiereersi aeea nij enseie Deiangrijse uppft „itaonof^nH arbeiders; e. het verzamelen van gegevens over den toestand van het bedrijfsleven, over het aan tal werkende en niet-werkende personen en de werkloosheid, mededeelingen omtrent het verloop der werk- brak dan ook he, Inzlcht baan.' dat de ns thans lager dan beidsbemiddeling op een breedere grondslag bevindt zich moes.t komen te berusten. stige invloed heeft uitgeoefend. Geleidelijk economische dienst en statistiek in het leven weer op het niveau van 1931. Een verheugend feit is bovendien, dat in het begin van April j.l. de grootste helft van het aantal werk loozen in ons land in werkverschaffing is ge plaatst. De cijfers luiden als volgt: 54,065 arbeiders zijn in de werkverschaffing plaatst, terwijl 50,965 werkloozen nog steun ontvangen. Deze zienswijze heeft in de laatste jaren aan verschillende kanten krachtige verdedi ging gevonden en in feite was dan ook reeds zal moeten worden geroepen; f. de plaatselijke, de inter locale, de in ter- gewestelijke en de internationale ameids- bemiddeling. Wat veranderen gaat Met ingang van vandaag is in het geheele daartoe bevoegde instanties. Thans heeft zij geworden. Voorts wordt het loketten-ysteem definitieven vorm gekregen in de gestalte afgeschaft. De werklooze wordt in een apart van het Rijksarbeidsbureau, dat bij besluit vertrek ontvangen waardoor beter persoon- 24 September 1940 door den Er is dus, aldus de heer Verwey, reeds nemend Secretaris-Generaal veel bereikt, maar er moet voortgegaan den op dezen weg. Vooral komt het er op aan, de werklooze man of vrouw op de juiste plaats te krijgen in het belang van de ge meenschap. Een stukje geschiedenis. De openbare arbeidsbemiddeling in ons land vindt haar uitgangspunt in gemeentelijk initiatief. In de laatste jaren der 19e eeuw hebben eenige steden gemeentelijke instellin gen voor arbeidsbemiddeling in het leven ge roepen. In 1908 werd de vereeniging van Nederlandsche arbeidsbeurzen opgericht. In 1913 bestonden hier te lande 27 arbeidsbeur zen, waaronder particuliere en 21 gemeente lijke. Reeds toen werd behoefte gevoeld aan meer ingrijpende voorzieningen, doch pas hei gemakkeling uitbreken van den wereldoorlog leidde tot bedrijfsleven het treffen van buitengewone maatregelen bemiddeling. Aldus ontstond op 3 Augustus 1914 een Cen trale Arbeidsbeurs. Desniettemin bleef nog een groot deel van het land van arbeids bemiddeling verstoken. Teneinde hierin tc voorzien kwamen in de tweede helft van 1915 dertig districtsarbeidsbeurzen tot stand, ter wijl van de 1092 gemeenten zich 970 bereir verklaarden een correspondentschap der ai beidsbemiddeling in te richten. Vervolgens werd in 1916 de Rijksdienst dt Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid deling ingesteld. Deze zag zich belast o.a. me de leiding der intercommunale arbeidsbemic deling, zoodat deze meer in de sfeer van d< regeeringsbemoeienis werd getrokken. tement van Sociale Zaken is ingesteld. Met de aanwijzing van het Rijks arbeidsbureau als orgaan van de arbeids bemiddeling is deze tot een rijkszaak onder centrale leiding geworden. Het Bureau vervult zijn taak door middel van een ambtelijk apparaat, dat 37 ge westelijke arbeidsbureaux en ongeveer 150 bijkantoren omvat. De indeeling wordt zoo geregeld, dat alle lijk contact ontstaat. De bemiddehtij. wordt bedrijfsgewijze georganiseerd. De be middelaars zijn elk voor zich „specialiteit" in hun afdeeling, zoeken contact met de werk gevers en hen, die personeel aannemen. Aan den anderen kant leeren zij ook de werk nemers beter kennen doordat zij niet langer een „nummer" aan het loket zijn waardoor men beter in staat is de juiste man op de juiste plaats te brengen. Uit deze korte en natuurlijk onvolledige samenvatting blijkt wel zeer duidelijk hoe de werkingssfeer is, die aan het Rijks arbeiders en werkgevers binnen een afstand arbeidsbureau is toegedacht. Het ligt van ongeveer 12 km een gewestelijk arbeids- bedoeling daarbij met vaste, doch omzichtige bureau of een bijkantoor binnen hun bereik hand tewerk te gaan. Stuk voor stuk zullen hebben. In afgelegen plaatsen zullen boven- de onderdeelen van deze taak moeten worden dien spreekuren worden gehouden, ter ver- opgebouwd, waarbij zware eischen zullen i het contact tusschen het worden gesteld aan het inzicht, den ijver en de vertakkingen der arbeids- de kunde van hen, die daaraan deelnemen. Want het gaat er om het vertrouwen te Wat vandaag geschied is kgevers en werknemers beiden, waarvan sommigen in den beginne Tegelijk met een ingrijpende wijziging van wellicht nog wat onwennig zullen staan ien orgamsatorischen opzet der arbeids- tegenover dit nieuwe Nederlandsche instituut, Demiddeling ondergaan echter ook haar be- dat, met dankbare erkenning voor hetgeen moKemsseh belangrijke uitbreiding. De net kan leeren van elders opgedane ervarin- irbeidsbemiddeling moet meer dan tot dusver 3en, nauwe aansluiting zal zoeken bij de ge- gericht zijn op het aan den arbeid brengen gevens, die ons nationale bedrijfsleven biedt f51de" a,r ,ld houden der bevolking in nauwe en vertrouwelijke samenwerking Het Rijksarbeidsbureau zal zich dienen te met alle betrokkenen hoopt het Rijksarbeids- mtwikkelen tot een centrale kracht bij de bureau een organisatie van den arbeid op te organisatie van den arbeid. Natuurlijk wordt bouwen, die aan velen de vreugde van den enkel oogenblik bereikt. Wat arbeid zal hergeven en die, zoowel uit ia >'=<4* i-.-- menschelijk oogpunt, als sociaal-economisch bezien, ons vaderland tot rijken zegen kan lit niet i ian ook vandaag geschiedt, is de inwerking- telling van het nieuw opgebouwde apparaat, De arbeidsbemid delmg bleef niettemin op dat slechts geleidelijk in het maatschappelijk strekken. Karnemelk en taptemelk Slijters ontvangen in het gebied der A.V.M. 20 procent van hun omzet van gewone melk Naar wij vernemen is een nieuwe regeling in werking gesteld inzake de toewijzing van karnemelk en taptemelk aan de melkhande laren; zij komt hierop neer, dat voortaan alle melkslijters 20 pet. van hun omzet van gewone melk aan taptemelk en karnemelk ontvangen. Tot nu toe was het zoo, dat de eene melk handelaar wel karne- en taptemelk ontving en de andere daarop geen prijs stelde. Nu in verband met de melkdistributie de vraag naar deze beide soorten gestegen is, moest er natuurlijk een regeling ontworpen worden, waardoor alle verkoopers, naar verhouding van hun omzet, een hoeveelheid ontvangen. Deze heeft men thans gevonden op de hier boven genoemde wijze. Heeft een melkhan delaar dus bijv. 150 liter melk in de week, dan ontvangt hij daarbij 20 pet., dus 30 liter karne- en taptemelk tezamen. De verdeeling van de afnemers wordt aan de handelaren zelf overgelaten. Deze maatregel, getroffen door de A.V.M. geldt voor het geheele gebied hetwelk zij bestrijkt, dus de provincie Zuid-Holland, het Zuidelijke deel van Noord-Holland mei .de Zaanstreek en de provincie Utrecht. NIEUWE OPLICHTERSTRUC Een bewoner van de Tintorettostraat te Am sterdam kreeg dezer dagen een onbekenden man op bezoek, die, naar hij beweerde, npdracht had. het radiotoestel mee te nemen. Nadat de bewoner had geantwoord geen Jood te zijn, vertrok de onbekende weer, doch later bleek, dat hii dezelfde truc ook bij de buren had uit gehaald, echter evenmin met succes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1