«2 c E'n O. q
I SaSli-4 «lU
1 Ükl *±mJL
115
r>e reis voert langs wegen vol verwarring, 1
schen met huisraad, troepen vee en groepen
militairen. Na veel oponthoud komt toch eindelijk
het dorp weer in 't zicht. De kerktoren staat nog
overeind. Dit doet vertrouwd aan temidden van
de rumoerige omgeving. Maar in de straat waar
de vriendelijke dorpshuisjes staan, zijn groote
gaten geslagen.
De boer nadert in stijgende spanning zyn bezit
tingen. Het laatste gedeelte van de reis spreekt
hij niet meer tot zijn vrouw, maar beider gedach
ten stemmen overeen. Sombere voorgevoelens
drukken hen beiden.
Daar komt de kastanjeboom in 't zicht. Het doet
den boer goed hem weer te herkennen uit de
verte. Maar, dan ziet hij meer.... Van zijn hof
stede staan slechts eenige brokken muur over
eind, als verminkte stompen weeklagend ten
hemel geheven. De rest is in het geweld der
explosieve krachten, uiteengeslagen en bezweken.
De vruchten van een leven van arbeid zijn ver
nietigd; een bloeiend bedrijf veranderd in een
puinhoop. De boerin kan het niet aanzien, maar
laat zich gewillig wegvoeren door de medelijden
de bewoners van de naburige hofstede.
Een kop koffie, wat rust en woorden van troost
en bemoediging doen echter de sterke boerin weer
spoedig op verhaal komen. Zij staat op om haar
man weer op te zoeken. Haar plaats is naast hem,
ook nu, juist nu in de zware tegenslag.
Hij staat er nog, maar heeft zijn rug naar de
ruïne gewend en staart met afwezigen blik naar
den kastanjeboom.
Een plotselinge nieuwe schrik beklemt het hart
van de boerin. Zou de boer in zijn zware tegen
spoed zijn verstandMaar neen, met rustige
blik ziet hij haar aan, terwijl hij zich omdraait.
„Al wat ik gebouwd heb, is verwoest, Anne.
Alleen wat God heeft doen groeien, dat staat "nog
overeind."
„Het huis was niet op zoo onwrikbare grondslag
gebouwd, als ik wel dacht", mompelt hij dan,
meer voor zich heen.
„We zullen opnieuw moeten beginnen, Anne.
Moge God het ons wel doen gelukken. Dan willen
we Hem de eer geven, die Hem toekomt.... De
kastanje kan het ons leeren, zijn arbeid verricht
hij worstelend met zijn wortels in de donkere
diepte van de aarde. Maar zijn blinkende bloe
semkroon is aan God gewijd en ten hemel gehe-
„Kom Anne, we zullen zien dat we ergens voor-
loopig een dak boven ons hoofd krijgen, en dan
gaan we weer aan het werk."
De boerin knikt. Zelf streng Calvinistisch opge
voed, is zij meermalen innerlijk verontrust ge
weest over de oppervlakkige geestesgesteldheid
van haar man. Zij miste echter het overwicht,
noodig om de sterke persoonlijkheid van haar
man in andere koers te stuwen. Nu echter, in de
zware tegenspoed, doet het haar weldadig aan,
dezen innerlyken omkeer bij haar man te bemer
ken. Het geeft haar een gevoel van rust, ook bij
alle onzekerheid die beiden nog drukt, wanneer
ze denken aan het lot van hun twee zonen. De
jongens, ja, als zij die mochten behouden, zouden
ze ondanks alles, veel reden tot dankbaarheid
hebben. Uit beider hart welt een vurige bede op,
terwijl ze naast elkander onder de kastanje staan.
Uit de verte nadert een Nederlandsche soldaat
met vermoeiden tred. De helm is hem schuin over
het hoofd gezakt. Het geweer draagt hij los onder
zyn arm. Zijn ongeschoren gelaat, zwart van de
kruitdamp, verraadt nog trekken van ontbering
en spanning.
„Harm", denkt de boerin hardop. Maar neen, hij
Mooi werk van menschen-
liefde dat reeds
vele eeuwen bestaat
HOOG in de Zwitsersche bergen, honderden
meters boven de grens van den boomgroei,
ligt in het gebied van rots en sneeuw, een
klooster: het Hospice van den Grooten St. Bern-
hard.
Eenige jaren geleden was het nog zoo, dat ieder
die zich daar aanmeldde voor nachtlogies, gratis
daar kon verblijven. De aanleg van prachtige
wegen heeft er toe geleid dat men het klooster
niet vaak meer aandoet, daar men makkelijk in
een dag van stad tot stad kan reizen.
In de wintermaanden en voor den St. Bern-
hard zijn er acht wintermaanden trokken van
oudsher dagelijks in beide richtingen twee broe
ders met de beroemde St. Bernhardhonden dal-
waarts om de reizigers te zoeken en te helpen,
die den tocht over den pas ondernamen en in de
sneeuw verdwaalden.
's Zomers hebben de honden 'n lui leventje, ze
zwerven wat door de gangen, liefst in den omtrek
van de keukens of waggelen naar de achterstoep
waar ze zich koesteren in de zeldzame zonne-
weelde.
Het hospice ligt op de Zwitsersch-Italiaansche
grens, nog juist op Zwitsersch gebied, 2400 Mtr.
hoog, op het hoogste punt van den weg die Mar-
tigny met Aosta verbindt.
'n Bergbaantje van Martigny naar Orvières brengt
de reizigers feeds .26 K.M. de bergen in tot 1200
meter hoogte. Dan moeten er nog 26 K.M. te
voet afgelegd worden, tfenzij men een plaats weet
te veroveren in den postwagen van Orvières naar
Barry St Pierre; een armelijk stadje met meer
Italiaansch dan Zwitsersch uiterlijk, dat nog leeft
in de herinnering van" Napoleon, die in 1800 met
40.000 man den pas overtrok. Van Barry St. Pierre
rijdt een andere postwagen eens per dag naar
St. Pierre, maar biedt slechts plaats voor twee
passagiers.
'n Uitmuntende breede rijweg leidt over de pas.
Tot 1893 bestond er slechts een muilezel weg,
welke thans nog gedeeltelijk als toepad door de
is het niet. De vreemde soldaat nadèrt het twee
tal.
„Bent U boer Haverkamp
„Ja, dat ben ik."
„Dan kom ik U goed bericht brengen van uw
twee jongens. Harm heb ik zelf gesproken en
deze heeft door een Veldprediker bericht gehad
van zijn broerIk moest hier toch langs en
Harm vroeg me even aan te loopen om U te
zeggen dat ze het beiden goed maken."
De militair heeft zijn boodschap gebracht. Hij
heeft ook geen tijd meer en neemt weer snel af
scheid.
Het was goed, dat hij spoedig ging, want de sterke
boer was klein geworden. Het harde hart smolt
weg, zooals na striemende v f irjaarsvlagen, de
eerste weldadige zonnewarmte de boeien van den
winter slaakt en de weeke aardbodem ontvanke
lijk maakt voor nieuw leven.
Nog lang hebben ze beidén daar gestaan, toen zijn
ze samen het leven weer ingegaan, sterk door hun
geloof, rijk ondanks hun armoede.
Een jonge St. Bemhard
(Zwitsersch Verkeersbureau, A'dam)
Een broeder van het St. Bernhardklooster met
zijn hond.
(Zwitsersch Verkeersbureau)
voetgangers benut wordt. De nieuwe weg aan de
Italiaansche kant is pas in 1905 gereed gekomen
en thans snorren de auto's langs den mooien
bergweg van Martigny naar Aosta.
Hoeveel moeizamer volbracht Nhpoleon met zyn
leger den tocht door de barre bergen. In zes
dagen tijds, van 1521 Mei, trok hij den pas
over, welke in die maand nog voor 'n groot deel
onder de sneeuw ligt; en den 14den Juni leverde
hij den slag bij Marengo. De geschiedenis ver
meldt tal van andere militaire overtochten, maar
men schijnt niet langer te kunnen volhouden, dat
reeds Hannibal over den St. Bernhard trok;
waarschijnlijker is. dat hij den Col du Clapier
benut heeft.
Maar de Romeinen 'zijn vaak óver den pns ge
trokken; zü schatten de afstand od 65 mijl
93 K.M. hetgeen dus vry nauwkeurig was.
Caesar heeft den eersten gebaanden wej over
den pas doen aanleggen.
Reeds in den Romeinschen tijd bestond er dicht
bij de plek waar thans, de gebouwen van het
hospice staan, aan den overkant van het meertje,
een tempel, aan Jupiter gewijd, met een schuil
plaats voor den reiziger. Bij opgravingën heeft
men belangrijke archeologische vondsten ge
daan, welke in het museum van het hospice be
waard worden. De Romeinsche naamMons
Jovis Berg van Jupiter is langen tijd blij
ven voortleven als Mont Joux; omstreeks 1600
sprak men nog van den Mont Joux de St. Bern
hard.
- Bemhard de Menton is waarschijnlijk in 998 ge
boren en omstreeks 1080 gestorven. Er is weinig
met zekerheid omtrent hem te vertellen; ev s
zoovele andere heiligenverhalen bevatten de boek
jes, welke zijn levensbeschrijving geven, maar
vrome Dichterung dan Wahrheit. Vast staat
echter dat hij de stichter van het hospice en de
grondlegger van het mooie werk van menschen-
liefde der klooster* roeders geweest is. En dat
werk is. alle eeuwen door, hoogelijk gewaardeerd.
Reeds omstreeks 1100 vindt men gewag gemaakt
van giften aai) het hospice. Terzelfder tijd werd
het verwoest door de Sarrassijnen en hersteld
door den bisschop van Geneve, dje aan liet
klooster het droit d'echoute toekent^ het recht
om zich toe te eigenen wat de reizigers wegwier
pen of overledenen achterlieten. De eerste mon
niken waren Italianen uit Aosta. In 1215 schreef
paus Innocentius III hun de regel van St. Augus-
tinus voor, welke zij thansnog volgen. Eugenius
VI was den monniken van "St. Berhard zeer wel
gezind en deed hun belangrijke schenkingen.
Ook van anderen kant werden veel giften ont
vangen, o.a. van Duitsche keizers, die, op weg
naar Italië, den pas overtrokken.
Het klooster werd aldus langzamerhand zeer
rijk en - had uitgestrekte bezittingen. Maar niet
alle rechten schijnen wel gefundeerd geweekt te
zijn. Het klooster verkeerde voortdurend in twist
over zijn eigendommen en het droeve slot was,
dat paus Benedictus XIV het klooster zeer veel
afnam maar in vergoeding daarvoor een groote
zelfstandigheid schonk.
De provoost, in het moederhuis te Martigny, is
slechts van den paus afhankelijk .Van Martigny
uit worden de beide hospices van den St Berhard
en den Simplon bediend. Van de conscientieuso
opvatting hunner taak hebben de monniken blijk
gegeven in 1847, toen zij zich huns ondanks in den
kerkdijken strijd betrokken zagen. Het voorloo-
pig bestuur van hel R. Kath. Kanton Valais ver»
1132
4 St!
i g
Aii
"wirtirawrf
bund, de bond van R.Kath. kantons, in hun oorlog
tegen de protestantsche kantons. Maar de pro
voost weigerde, het geld van zyn orde behoorde
®an de armen en mocht voor geen andere doel
einden gebruikt worden. Alle dreigementen ten
spyt volhardde hy by z'nweigering en 21 Jan.
1848 werd hij met zijn monniken uit het klooster
verdreven. De ballingschap duurde echter niet
lang en na eenige weken kon hij weer terugkee-
ren. Sindsdien is het werk van barmhartigheid
ongestoord en onvermoeid voortgezet.
Het hospice van den St. Bernhard wordt be-
wooi' door ongeveer twaalf monniken, meest
gonge mannen, die in hun flatteerende pij met
witte band.elier lang geen slecht figuur maken.
Meestal blijven zy niet lang in dit land van
sneeuw en ijs, het klimaat is te ruw en 't moeten
wel stoere bergjongens zijn, die hier aarden kun
nen. Tien jaar is wel het maximum.
Tweemaal per jaar, in de herfst en in de lente,
gaan de monniken een week naar de bewoonde
wereld, 's zomers kunnen ze niet gemist worden
en in den winter is de reis te avontuurlijk. Acht
maanden zijn ze ingesneeuwd en in de ergste win
termaanden is het klooster door de sneeuwstormen
dagenlang onbereikbaar.
Het is niet te ontkennen dat het eigenlijke doel
van het hospice wel eenigszins voorbijgestreefd
is. De gevaren, althans 's_ zomers, zijn voor de
reizigers niet grooter dan op andere bergwegen.
Er is daarom dan ook een bepaling gemaakt, dat
de monniken om aan de overgroote toeloop een
einde te maken, hèn mogen uitsluiten per
auto komen. Wie per auto reist kan in een half
uur of drie kwartier de naaste herberg bereiken
en het karakteristieke van deze kloostergastvry-
beid blijft behouden.
Zoo kan het leven der monniken, dat bestaat uit
eigen schoenen en kleeren maken, eten koken,
vervaardigen van boekbanden en schilderen, zon
der veel rustverstoring zyn voortgang hebben. De
laatste tijd is een deel der kloosterbevolking uit
gezonden naar Azië om daar op de bestaande
hoogvlakten hun liefde-werk voort te zetten.
R. v. RHOON.
De Ruilbeurs
sirifini
W. S. te Baarn De door U gevraagde bons waren
juist voorradig, zoodat we ze U konden toezen
den.
A. B. te Middelburg: Ringers werden genoteerd.
O. K. te Loosduinen: 30 Ringers genoteerd, Bus-
sink gezonden.
H. S. te Rotterdam: Hille gezonden,
P. K.: Uw zending ontvangen, doch enkele bons
hadden voor ons waarde, de rest werd gere
tourneerd piet de gevraagde plaatjes gedeelte
lijk.
F. L. te Rotterdam: Droste genoteerd.
A. J. N. te Oud Beijerland: 161 D.E. genoteerd.
W. S. van H. te Schiedam: Uw aanvraag ontvan
gen doch kunnen U nog niet dienen met D.E.
daar deze niet voorradig zijn, dus nog even
geduld hebben.
J. K. te Dordrecht: D.E. is niet voorradig; wij
ontvangen deze gaarne doch kunnen voorloo-
pig geen aanvrage meer aannemen
Mej. M. v. B. te Hillegersberg: Droste gezonden
inplaats van Kwattasoldaatjes.
J. G. te Zonnemaire: Wybert gezonden doch geen
Droste voorradig, de waardelooze bons retour
gezonden.
C. de W. te R'dam: Uw aanvraag behandeld.
Waardelooze bons worden retour gezonden.
Wie kan ons helpen aan:
D.E., Droste, Arks, Kwatta Soldaatjes, Quacker
Oats lepelbons, Paula's. Het Album: Verkade
„Waar wij wonen", Dobbelman „Onze overzeesche
gewesten".
Wie een Ruilformulier wenscht, zende even zyn
naam en adres en wij zorgen voor toezending.
DE RUILBEURS,
H. I. Ambacht (Z.-H.)
bewoner onder luid geklepper en wiekgeklap zijn
woning voorgoed betrekt. Ook duldt hij geen
anderen bewoner op hetzelfde dak. De binnen
zijde van het hest wordt gevoerd riet, haren, hooi,
stroo, enz. In dezen diepen kuil legt het wijfje
4 of 5 eieren lie effen wit zijn. Büchner merkt
op, dat men c n ooievaar niet kan foppen, door
vreemde eieren in het nest voor bebroeding te
deponeeren. daar hij dan de vreemde jongen on
verbiddelijk doodt.
Het mannetje laat het broeden geheel aan het
wijfje over. Wel draagt hij yverig voedsel aan,
Verzameld in den keelzak, en dat hy dan over-
lepelt in de wijdgeopende snavels dei -mgen, die
door luid gepiep hun honger en andtgewaar-
Postzegelruilbeurs
Allereerst een verzoek. Wil Nr. 37 H. v. d. Steer
Den Haag, ons even zijn tegenwoordig adres r
geven Bij voorbaat dank.
Onze rubriek nieuwe uitgiften vervolgende hebben
wy te vermelden:
HONGARIJE
.Serie van vier frankeerzegels met toeslag ten
bate van het luchtvaartfonds.
6 plus 6 filler gToen
10
10
lila
roodbruin
32 32 groenblauw
Wij hebben enkele van deze series ontvangen en
kunnen deze verstrekken voor den prijs van
f 1.40.
1»
aflÖGVflft ttlJÜ>05Tfcs
miiiHHiimiiHUii
BULGARIJE
Ter herdenking van de uitvinding van de boek
drukkunst verschenen hier twee zegels in de
waarden
-1 Lew zwartgroen, beeltenis van Johan Gutenberg.
2 Lewa donkerbruin, beeltenis van Nicolaas
Karastojanow, den eersten boekdrukker in Bul
garije.
FRANKRIJK
Het zegel van 1 franc rood Maarschalk Petain
verscheen met een opdruk plus 10 c.
Verder verscheen een zegel van 1,50 oranje, Iris
motief. Ook deze twee zegels kunnen wy ver
strekken voor den prijs van resp. 14 en .16 cent
V' rder ontvirlgen wij enkele series van de het
>rige jaar in Rusland verschenen zegels ter her-
enking van het overlijden 20 jaar geleden van
Prof. Timirjasew. Landbouwkundige en biolpog.
10 kopeken blauwzwart
15 violet
30 bruinlila
60 groen.
De prijs van deze serie is f 0,95.
&xantieeH. SUUlateÜAÜAcfi
eerst vliegoefeningen gehouden, waarby de zwak
ke exemplaren, die den tocht niet zouden kun
nen medemaken, zonder vorm van proces door
de soortgenooten worden afgemaakt.
Wie nog ontsnappen kan, blijft een eenzame
zwerver in onze lage streken, waar hij in den
barren wintertijd vaak door gebrek aan voedsel
jammerlijk verhongert