van BOEKEN en SCHRIJVERS KARAKTER, door F. Bordewijk. Uitg.: Nijgh v. Dilmar, Rotterdam. BORDEWIJK beeft in de roman „Karakter" een boek gegeven dat in onze bibliotheken meestal „uit" is in tegenstelling met zijn vroe gere verhalen-bundels, als „Fantastische Vertel lingen" (drie deelen) en een roman „Bint", waarvan Dirk Coster heeft gezegd in „De Stem" dat deze ontstellend-lugubere vertelling de wraak moet zijn van een leeraar die geen orde kon houden en zijn minderwaardigheidscomplexen daarin heeft afgereageerd door een genadelooze, demonische „tucht" in 't product van zijn zieke lijke verbeelding gestalte te geven. Het is n.l. de be- scnrijving van een school, waar de directeur met zijn kei-harde naam „Bint" een soort terreur uit oefent met behulp van een knokploeg van leer- Hard is ook de titel van de veel-gelezen roman Karakter. Het is een vertelling uit de Rotterdam- scne zpken-wereld. In tegenstelling met „Bint" is „ivarakter" een boek met een heel wat aangena merkarakter. Het is de doodgewone geschie denis van een jongen, die vooruit wil; zoo in den geest van: Van de planken hut naar het Witte Huis. Maar: doodgewoon wil niet zeggen dat het talent van Bordewijk heel gewoon is, n.l. dat van een verteller zonder meer. Hij heeft de gave ons heel uitzonderlijke menschen te teekenen, allerlei karakters, tot in 't grotesk-demonische toe. Een der hoofdpersonen, een Rotterdamsche deur waarder, Dreverhaven, ziet er zoo uit: een zware gedrongen gestalte, gezet zonder buikigheid, eer breed dan groot, een man met een machtigen flambard op zijn hoofd. De hoed had veel gele den, de man was onachtzaam gekleed. Zijn wijde zwarte broek slobberde. Ofschoon het zomer was droeg hij een slordigen zwarten demi-saison. Hij droeg de jas open, de gekleede jas daaronder ook, of h\j de jassen niet dicht had kunnen knoopen over een borst als een hoogvlakte. Hij had de handén in de zakken van zijn demi. Papieren en enveloppen staken uit al de binnenzakken van zijn jassen. Zij staken dreigend naar voren als vaandels van een leger op het oorlogspad. In een hoek van zijn mond hield hij een sigaar, onwaar schijnlijk lang door een lange sigarenpijp, schuins ietwat omhoog. Het was of een slagschip één kanon dreigend hield gericht." Merk op wat oorlogszuchtige beeldspraak de schrij ver aandurft. Hij beeld ons een uitzonderlijke figuur, maar die je aanvaardt omdat hij je gesug gereerd wordt door de droge maar niettemin over tuigende vormgeving der rake plastiek. Trouwens, Bordewijk gaat, hoe realistisch ook, het gewone realisme onzer Hollandsche nuchterheid te boven, niet door het zijn gevoel mee te geven, maar zijn vlijmende geestes-scherpte: sur-realisme zou het met een aan de Fransche literatuur ontleende benaming moeten heeten. In den zoon van dezen deurwaarder culmineert de harde niets ontziende zakelijkheid van den vader, maar in edeler, gekuischtrr vorm: Jacob Willem heeft n.l. van zijn moeder 'n andere erfenis meege kregen: niets ontziende doortastendheid van wil. Ziehier de sobere aanvang van zijn geboorte: In het zwartst van den tijd, omtrent Kerstmis, werd op de Rotterdamsche kraamzaal het kjnd Jacob Willem Katadreuffe met de sec«io cnesarea (keizersnede) ter wereld geholpen. Zijn moeder was de achttienjarige dienstbode Jacoba Kata dreuffe, zij werd by verkorting Joba genoemd. Zijn vader was de deurwaarder A. B. Drever haven, een man van achter in de dertig, toen reeds bekend als het zwaard zonder genade voor iederen schuldenaar die hem in handen viel". Wonderlijk, buitenissig is het verhaal van die jonge moeder, die haar kind niet naar den vader mag noemen, overweldigd als hij haar heeft en die zelfs niet met hem trouwen wil als hij het haar herhaaldelijk voorstelt en die zijn postwissels weigert eveneens herhaaldelijk haar gezonden. Een meisje uit het volk, die dezen heer van zake lijke importantie botweg van de deur afwijst en die zelf zoo nuchter-scherp haar „val" veroordeelt dat ze in trotsche haat afgeeft op haar sexe. Een zoon van zoo'n moeder en van zoo'n vader, wat een zeldzaam en toch weer eenvoudig gege ven: die jongen moet wel karakter hebben en het is aan den groei van dit sterke karakter dat Bordewijk zijn bizondere vertelkunst heeft ge wijd. Ik zei zoo even: zeldzaam en toch weer eenvou dig. De kunst waarvan dit boek een specimen geeft, is die der beton-harde zakelijkheid. Er klopt in dit verhaal het hart van de stad, welker beeld de schrijver herhaaldelijk voor ons oproept. Mis schien zeg ik het niet goed: hét hart. want al is Rotterdam de stad van de koude zakelijkheid, door de ziel van die stad klinken ook andere harle- tonen dan alleen van de Dreverhaven's en zijns gelijken. En die andre tonen krijgen hier wel een kans, maar ze worden overstemd, verdoofd door die andere geluiden van faillissement, gel- deliike neerganc. woeker en crediet. muziek in de oren van den deurwaarder, die parasiteert op den weedom van de oude binnenstad. De schrij ver heeft lust zijn figuren symbolische namen te geven, als b.v. aan de knechten van den lugube- ren on-mensch: ze ljeefen' Hamerslag en Den Hieper-boree, bijgenaamd: Kolengrijper. Twee gebouwen worden uitvoerig ons uitgebeeld: het advocatenkantoor waar Jacob Willem Kata dreuffe zijn carrière begint, nadat deze mislukt is in een sigarenzaakje, gekocht met voorschot van een woekerbankje, de Maatschappij voor Volks- crediet. Het werd een faillissement dat hem als een fatum jaren lang zal vervolgen, zelfs als hij meent er af te zijn. Hier ligt vooral de clou van de roman, want door dat faillissement komt hij in directe aanraking met zijn vader, en ook met het advocatenkantoor, waar hij zijn opgang aan te danken krijgt. Karakter dat toont hij in buiten gewone mate te bezitten: onder de meest moei lijke omstandigheden studeert hij voor het Staatsexamen en bereikt aan 't eind zijn doel: meester in de rechten. En rekent op meer dan een manier met zijn vader af. Het gevecht met dien woekeraar, dien demonischen deurwaarder, man van „grooten bpdrijve" in kwade zaken, loopt op diens nederlaag uit. En toch: als ze el kaar ontmoetten in de finale en de zoon hem ver wijt:een vader die mij mijn heele leven heeft tegengewerkt, durft deze te zeggen: of méé ge werkt.'. In tweeërlei opzicht was dat waar: hij had van zijn vader de heerserstrek der „streberei" en de tegenwerking van zyn vader had hem gedreven tot een „ausdauer" die hem bereiken deed wat onmogelijk scheen. Maar aan 't eind bemerkt Katadreuffe ook wat hij in zijn harde nuchterheid had gepasseerd: de liefde van een vrouw, die hem gelukkig had kun- Wat in deze zakclijkheidsroman aan gevoel is gespendeerd, blijkt alleen voor wie tusschen de regels door kan lezen. De nuchtere, vaak doodge wone recht-lijnige taal ontroert niet; maar het is of de schrijver zich zelf teekent als het heet na een vloekwoo:rd van zyn hoofdpersoon: „Een man, in ontroering, huilt niet, hy vloekt." Dit boek is geboren uit diepe ontroering om zoo veel leegheid in levens door de demonie der zake lijkheid gedreven als Dreverhaven die zijn éigen jongen vervolgt; maar het is geen „gevoe lig" boek geworden; het huilt er niet in; het vloekt aldoor, al staat er zoo nu en dan maar een vloek in. Het leeft er zoo vlak als de vloer van het kantoor. Of het dan nooit in zijn tegendeel omslaat, dus sentimenteel is Misschien heeft hy zijn held te „zoet" gezien, te kuisch temidden van zooveel zwakke, alleen voor hun lusten levende indivi- duën; we zeiden al dat deze kunst rechtlijnig is, dus: zwart en wit heel streng gescheiden houdt. Is ook de moeder niet van bovenmenschelijke karakterkracht Een Dreverhaven buiten de maat slecht Sur-realisme is deze kunst, die on- Hollandsch aandoet in zijn geduchte over-drijving. Maar er is wel de sfeer van het groote advocaten-kantoor, d.L de demonie van den door- gewinterden business-man, die voor niets staat en waar de held van dit boek niet aan ent- komen kon. Tegenover en naast hem is er de kostganger van zijn moeder, Jan .Maan, een idealist, die mij herinnert aan een anderen idea list van byna denzelfden naam uit Joh. de Meester's roman „Geertje", ook een Rotterdam sche roman. Maandag heet hij daar, een toevlucht voor Geertje zooals Jan Maan het was voor de moeder van Katadreuffe; het is een communist. Ten slotte: Bordewijk's kunst is droog en hard en vlijmend-wreed als de verstarde en verharde zielen dergenen die als hoofd- en bijfiguur fun- geeren in een wereld die geen hoogere lusten kent dan die van wat de Bijbel noemt: het vleesch. Zoo is dit boek „Karakter" als een lang aange houden klacht, als een monotone door-dringend- felle aanklacht tegen zoo'n saamleving. A. WAPENAAR. STICHTELIJKE LECTUUR DAT de aanwas van stichtelijke lectuur in de laatste jaren vóór den oorlog niet zou afne men, veeleer toenemen dóór den oorlog, is begrij pelijk. Waar de zichtbare (en hoorbare!) dingen het. menschel ijk hart overstelpen en de wereld, met alles wat zij heeft en geeft, haar aantrekke lijkheid op beschamende wijze inboet, wordt het verlangen naar zielsverheffing sterker en richt zich almeer het oog op de dingen, die niet ver gaan. Zoo kwamen in een paar weken alweer acht boeken en boekjes van de pers, die in djt verband aandacht èn aanbeveling verdienen. De op dit terrein zeer vruchtbare pers van Voor- h oeve leverde in de reeds tot 47 nummers ge stegen reeks „Brandende Kaarsen" twee uitnemende boekjes af. Het eene „En toch is God 1 i e f d e", van Prof. Dr F. W. A. Korf f, bevat een kostelijk antwoord op de vraag-van-den- dag hoe kan God liefde zijn bij een wereld als van deze dagen Het andere, van Prof Dr P. Stegenga Azn, geeft onder den titel „In de nachtwake" aan, hoe onze levenshouding in dezen tyd moet zijn, nu donkerheid en spanning ons dagelijks vergezellen. Een zeker aan velen welkome uitgave is een voor onzen tijd bewerkte commentaar op de bekende „Christenreis", van Bunyan. Onder den titel „Eens Christen reis ln dezen tyd" hebben de Di A. G. Barkey Wolf, O. Norel en A. K. Straatsma ieder eenigé figuren uit dat nog altyd actueele boek belicht, of wil men die figu ren gezet in de lyst van onzen tijd. En dan blijkt, dat ze nog volle beteekenis hebben; de auteurs beschikken bovendien over de gave, dit met hei lige ernst en in pakkenden vorm ons voor oogen te stellen. Eindelijk is-er van derT uitgever Voor hoeve nog een boekje van Prof. Dr P. Stegen ga, „Bij de donkere po or t", dat ook weer voor onzen tijd, doordreunt als hij wordt met de mokerslagen van den gewelddadigen dood, bij zonder geëigend is. De schrijver geeft geen be toog, dorh vertelt uit zijn ervaringen aan ziek en sterfbedden aangrijpende voorbeelden van de De japenboomin het Vondelpark heeft ook nu nog niets aan attractie bij de jeugd ingeboet. (Foto Pax-Holland) 'Jo^p,ap«uoS-'»..oAja,s '-...p suc|3 op uo JoPlo» W Ur W»o.,>, op MO». iF'MTTl.0" "S Ml 11 I een eigenhandig geschreven testa ment. En hy had God voorbygezien. Heel zake- lyk heet het hier: „Hy had opeens behoefte niet om op de godsdienst te steunen, want dat was minderwaardig voor een man, maar toch om God in te lyven in zyn leven als een gedachte waar bij hy kon verwijlen." Om het te zeggen met een boekhoudersterm: hij had God vergeten, zelfs „pro memorie" op zijn balans onder te brengen. „Toen dacht hy er weer over hoe hy God bij zich zou inlijven, niet als kapitalist, maar omdat het thans het oogenblik was, nu hij op het punt stond de reis te beginnen. Daar mochten geen la- cunen zijn in de lading, alles moest netjes ge stuwd liggen, ja, inderdaad, nu hy goed rond keek, zag hy nog een ruim dat was overgeslagen.'' eSiuaa spun, 'ufiz ua^ojv""»"! u3aui«« 'Ir. «a,p •sunSuot ut.2 »3inM»A 130 rijke vitaminebron hoeveelheden tot zelfs acht millioen kilogram in Juni aangevoerd. En om thans op de laatste vraag terug te komen door het gebruik van deze nieuwe broodbe- legsels kan men van het kaasrantsoen desge- wenscht een deel voor het middagmaal reservee ren. De kaas kan men in plaats van vleesch goed verwerken door stamppot, een sausje, soep of gToente. Wanneer men oude soorten raspt en jonge en belegen sóórten in blokjes snijdt en door de gerechten mengt, krijgen deze een pittigen smaak en een hooger gehalte aan eiwit, vet, zou ten en andere voor de voeding belangrijke stoffen. Radijs," wortel, in het algemeen dagelijks wat rauws, óók op de boterham, dat is de enkelvou dige oplossing voor drie vragen des tyds MANYA BEUKMAN. Gij danl Weest ook bereid! Twee menschen woonden aan den oever van een groote rivier. Een tijd lang scheen alles voorspoedig te gaan, maar daarop werd o'e een door tegenspoeden bezocht; zijn gezondheid werd ondermijnd; zijn runderen stierven Het scheen of er een vloek op zijn velden rustte; bij werd arm, en een voor een verlieten hem zijn vrien den. Het gevo'g was, dat hij gedurig moedeloos ter neder zat op den oever, en zijn oog vestigde op een woning aan de andere zijde der rivier ge legen, waar een vrieno' woonde. En hij ver langde bij hem te zijn. Velen hadden medelijden met hem, terwijl hij »ijn buurman benijdde, wien het alles scheen mede te loopen. We'dra kwam er echter een bevel, dat zij beiden zouden verhuizen naar o'e andere zijde van de rivier. Zeer verschillend werd dit bevel d«*>r den een en den ande» ontvangen. De arme had niets te verliezen, maar w-el allee te winnen. Hij ver langde te komen, waar zijn verwachting reeds langen tijd was geweest. De rijke moest alles ver ladenzijn schat en zijn hart was met o'e goe deren die hij achterliet en hij verliet zijn wo ning met wanhoop in het hart, want nu had bij alles verloren. Waar binnen enkele weken de vingerafdruk van heel Amsterdam genomen zal worden. In de 'Apollohal wordt de kunstijsbaan met spoed opgeruimd, om plaats te maken voor de tafels, waaraan de ambtenaren zullen zetelen, die de persoonsbewijzen aan de imooners der hoofd stad moeten uitreiken. (Foto Pax-Holland) hangt uiteraard af van allerlei voor de hand lig gende factoren, die we hier kwalijk behoeven te hespreken. Maar is de toekomstige woonplaats bepaald of wil men in de plaats, waar men thans reeds woont, verhuizen, dan volgt voor iedereen, het punt een huis te vinden, dat aan zooveel mo gelijk wenschen voldoet. Als regel is het zoo, dat, hoe grooter de plaats js, des te moeilijker het juiste huis zonder hulp is te vindfen. In sommige gemeenten kan men een behoorlijk overzicht over de beschikbare wonin gen krijgen door middel van een woningcourant In alle plaatsen echter van eenigszins grooteren omvang vinden we wel woningbureaux, waar op verlangen inlichtingen verstrekt worden. Js men wat de keuze betreft door werk of door andere oorzaken aan een bepaald stadsdeel ge bonden, dan geve men dit op, zoodat de lijst van te huren woningen niet al te groot wordt en zich niet in het oneindige verliest Sommige bureaux hebben de opgegeven perceelen naar huurprijs gerangschikt, waardoor het publiek vlugger de gewenschte adressen kan krijgen. Daar de verschillende huiseigenaren hun onbewoonde perceelen niet aan alle woningbureaux opgeven, is men wel verstandig, zoo men bij meer dan één bureau opgave vraagt. Niemand behoeft met het oog op het kostenvraagstuk bezwaar te hebben tegen het gebruik maken van den dienst van een woningbureau of makelaar. Het huren van een nieuw huis biedt, indien het nog niet geheel is voltooid, ontegenzeggelijk voor- deelen, omdat de huurder in den regel nog eeni- gen invloed kan uitoefenen ten opzichte van den ~bouw of de kleur der verf. Maar aangezien mo menteel het aantal huizen, die juist aan de afwer king toe zyn, door de beperkte bouwmogelijk heden vry gering is, is het niet noodzakelijk, dat we op dit punt nader ingaan. Wel kan men zeg gen, dat een nieuw huis meestal practischer is ingericht. Maar daartegenover staat, dat een oud huis dikwijls droger is en over het algemeen min der gehoorig en ook minder koud door de dikke muren. Een huis met tuin wordt vooral tegenwoordig, nu velen wat willen tuinieren of konijnen of andere dieren houden, bijzonder gewaardeerd. Men moet evenwel tevoren de kosten van tuinaanleg en tuinonderhoud niet uit het oog verliezen. Wil men door den eigenaar veranderingen aan gebracht zien, dan moet men die veranderingen eerst behoorlijk overwegen en goed bespreken. Op de volgende punten zal men bij het huren zeker willen letten: J. Verdeeling en inrichting van de kamers ten opzichte van elkaar, zoodat het huis zoo prac- tisch mogelijk bewoond kan worden; 2. Voldoende bergruimte; 3 Afwerking van muren, plafond en vloeren; 4. Watervoorziening en verwarming; 5. Het aantal en de plaats der stopcontacten; 6. Sloten der verschillende deuren. Als het huis gehuurd moet worden, maakt de eigenaar zelf of de makelaar het huurcontract op. Soms ook gaat men hiervoor naar een advocaat of notaris. Dit huurcontract moet in duplo worden opgemaakt, één voor den eigenaar en één voor den huurder. Men leze het contract alvorens het te teekenen, goed na. Het betalen van de huur vooruit is niet steeds gewoonte. In het contract vinden we altijd huurprijs en huurtijd. Huurt men een huis met een aantal optiejaren, dan heeft men eigenlijk een verlengd huurcon tract. Heeft men het huis bijvoorbeeld gehuurd voor 3 jaar met 3 optiejaren, dan heeft de huur der na het verstrijken van den eigenlijken huur termijn het recht om voor den tijd der optie jaren onder dezelfde voorwaarden weder in te huren. De eigenaar heeft dus van zyn. kant met betrekking tot het huurcontract dit bijzondere recht van den huurder in acht te nemen. Het maken van een plattegrond en het nemen van maten zoodra het huis gehuurd is is aanbe velenswaardig met het oog op de voorbereidingen van de inrichting van het huis. Maar het zoeken is dan al met succes bekroond en het huis ge huurd, al zal men als regel alvorens te huren enkele malen met centimeter of duimstok door het huis van zijn of haar wenschen zyn geslopen. Want aan het betrekken van een woning zit nu eenmaal heel wat vast. Sterkte ermee Drie vragen des tijds met een enkelvoudige oplossing ER zyn drie huisvrouwelijke problemen-van dezen-tijd, die voor een goed deel in één keer kunnen worden opgelost en deze oplossing is eigenlijk zoo simpel.... als het bekende ei van Columbus. Ten eerste is daar de moeilijkheid Hoe kom ik aan een smakelijke broodbelegging Ten tweede ryst de vraag Kan heA, fruit, dat thans zoo schaarsch is, misschien worden vervan gen En ten derde peinzen velen hieroverHoe kan ik het middagmaal ook zonder vleesch volledig maken Welnu wanneer ge radijs, kool- of knolraap en rauwe wortel op de boterham raspt en er des- gewenscht wat zout over strooit, hebt ge niet alleen een pittige, smakelijke broodbelegging, doch tevens vervangt ge dan tot op zekere hoogte het fruit. Het vitamine-gehalte van deze gewas sen is evenals dat van citroenen, sinaasappelen en grapefruit belangrijk en voor onze voeding in dezen tijd van het jaar van bijzondere betee kenis. Op deze wijze worden dus de twee eerste vragen opgelostmen verbétert de voeding, het huishoudbudget vaart er wél by ener komt wat afwisseling in de eentonigheid van de koffie- tafel-1941 Over enkele dezer gewassen wil ik U iets naders vertellen, want weten we eigenlijk niet véél ,te weinig van de eenvoudige, maar toch zoo gezonde dingen, die deel behooren uit té maken van onze dagelijksche voeding De radijsjes behooren tot de familie der Kruis- bloemigen. De eerste exemplaren komen uit bak ken en z.g. „warenhuizen", de volgende echter uit den vollen grond. De plant blyft klein en ont wikkelt zich snel. zoodat onze tuinders haar altijd als tusschengewas bij andere producten telen, b.v. bij erwten, aardbeien, bloemkool en wortelen. Daar radijs niet veel warmte noodig heeft kan men haar reeds eind Februari begin Maart zaaien. Er zyn zomer-, herfst- en winterwortels en hoe veel zorg de kweekers zich geven, om u smake lijke peentjes te bezorgen moge o.a. uit het vol gende blijken: wanneer de zomerwortels gezaaid moeten worden van Februari tot Maart, wordt het zaad eerst 24 uur in water geweekt en daar na een week lang in een zakje opgehangen ter kieming alvorens tot zaaien wordt overgegaan. Den geheelen winter, tot April toe, worden de winterpenen aangevoerd; daarna komen vooral in Mei, Juni en Juli de tuinworteltjes op de vei lingen; de laatste jaren worden van deze belang- Charmante meisjesjurk Bestelbon voor patroon no 80 Ondergetcekende wenscht te ontvangen het pa troon van de meisjesjurk no 80. waarvoor by- gaand het bedrag in postzegels. Halve bovenwijdte Lenete Taillewiidte Heu^wiidte Leelt ïjd Naam Deze charmante meisjesjurk leent zich voor een leeftijd van zes tot en met veertien jaar. Het model is geschikt voor elke voorko- mende zomerstof, zijde en crêpe. Het kraagje kan /'Y van dezelfde, stof viJt y als die van de jurk of van wit v den gemaakt, al naar de stof die •»/r3r voor de jurk ge- I W 1 kozen is, ver- 1 t eischt. i rok beslaat Y;*MW\\ i uit acht baanties' ,A\ I wat de jurk zeer 1 vlot en gekleed 'J /'TT, maakt. Het rui- m 1**1 T k V V'me mouwtje is L .WA van een man" 'I j t\ r»chetje voorzien, Ail '*i p 1 <4 vcA de knoopjes, be" LJ* |f staande of ge- J*-. j maakt uit twee kleuren, wanneer de stof niet ge bloemd of be werkt is, zullen de jurk meer ver- By de bestelde, op maat gemaak te patronen, wordt de benoo- digde hoeveelheid ff stof aangegeven. Men meet de volgende maten De halve bovenwijdte, van middenachter, onder den arm doorgemeten, tot middenvoor. De lengte, van het hoogste punt op den schouder, naast den hals, over den rug, zoo lang men de jurk wenscht. De taillewiidte, tamelijk slrak om de taille. De heupwiidle, over het breedst van de heup, glad gemeten. De prijs van het op maat gemaakte patroon be draagt 50 plus 7>/2 cent porto, toe te zenden aan de Re.<ïctie van Van en Voor de Vrouw, adres: Administratie van ons blad. 135

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 10