DE WERELDREIS VAN PROFESSOR SPUYT
PAG. O
¥r c rachtigheid van
Jezus' opstanding
If btijdsclLO
I weerzieri
pding uit d<
IcMrd spory
jar die de H
V zou doen
nnj7 van h<-
ijofen, ts di
jHjzenw bio
yêtloof in
miger. Ik vi
tn Voder et
it denkbeeld,
v tn de apo:
I? opstandin
lykheid t,c
fenzeer vastst
rheid, die
plachtig was
En daartoe i
;h om zoo te
r ran aller
prtuigci, dot
tnde nit lie
opgestaan.
b
net de zij
i en zij
Hij an
Ver oopstand
ti verscheen,
leas, in hun s
t zagen (J,
feus hen tot
èt Mijn hande
11 en ziet.
venkomt, ma
tt kunnen g
len mge
ian Con
jbben met Hi
at Hij uit
andel. 10 4
van Jezus' discipelen over
■an hun Heere na zijn op-
dooden liep gevaar in een
te geraken. Het lag voor
Men, dat zij nu weer als te
i zouden verkeeren, dat zij
itvangen wat zij in Zijn
verloren,
iding van Jezus was van
'teekenis. Een beteekenis,
•instonds konden doorzien,
ilige Geest hun van liever-
erstaan. Eerst als de open-
Nieuwe Testament is af-
volle rijkdom van Jezus'
tgelegd.
ft Jezus van stonden aan
iet juiste spoor geleid met
Met de daad door niet
met hen te verkeeren,
enpoozen aan hen te ver-
et woord door hun te doen
ir op tot mijnen Vader en
tot mijnen God en uwen
ze er ook voor bewaard
nder uiterste te vervallen,
mocht de gedachte bij
alsof Jezus na zijn ster-
ichtbaar zou voortbestaan,
dat uit het heidendom
■tolische eeuw de Christe-
ndrong, en waartegen de
in het 15e hoofdstuk van
ef aan die van Corinthe
■cht is opgekomen-
niets minder zijn dan een
de waarachtigheid van
uit de dooden. De licha-
Zijn opstanding moest
-an als de hemelsche heer
lij met zijn opstanding
geworden.
oest het dienen, dat Jezus
eggen uitputte in het vin-
i middelen om hen te
Hij als waar mensch, be
aam en ziel, uit het graf
middelen is geweest, dat
■ien heeft gegeten en ge-
met Hem.
n den avond van den dag
ng in het midden der zij-
meenden zij, zoo verhaalt
:hrik en vrees, dat zij een
icas 24 37). Dan brengt
bezinning: Waarom klim-
leggingen in uwe harten
n en Mijn voeten. Tast mij
En als dan de blijdschap
1ar ze het van blijdschap
looven hoe echt men-
n eet Hij voor hun oogen
a gebraden visch en honig-
geen spijze meer noodig,
vergegaan in. het eeuwige
:t meer de gewone men-
wet geldt. Maar om der
nen doet Hij het.
i dit in het besef van zijn
rongen, dat Petrus in het
eliiLS getuigen kanwij
m gegeten en gedronken
de dooden was opgestaan.
iui et Jezus' opstanding alles
'fiers gewuren. Hij, die ons in alles
Ilyk geworden was uitgenomen de zonde,
n daarin or ongelijk, dat Hij den dood
ieft over wc. en, dat Hij het sterfelijke
eft afgelegd, dat Hij niet meer het
Jrdsche leven mede leeft.
'Jaar niet veranderd is het waarachtig,
F'ntbaar en t istbaar menschelijke. Ze
Innen Hem met hun zintuigen waarne
men, niet anders dan te voren.
AHierin j t 1 gt het mysterie van Jezus'
istandJ g. Hier is het tweeledige, dat we
ÏLMet ons nt urlijk bevattingsvermogen
jet n één blik kunnen samenvatten.
jaar beide staan voor ons vast. Want zoo-
fel hei e Is het andere is gebleken,
eit bove-ia ch verheerlijkte èn het
in y 'sch waar tembare.
Kir om aai'aardt ons geloof den ver
die' lijkten Middelaar, beide in de Godde-
•orgb heerlijkheid, die zijn menschheid
rvult. èn in de waarachtigheid van zijn
ien ensc^'ie e heerlijkheid des
en nders in genten is.
Kerk en Zending
DOOPSGEZ. KERK
AFSCHEID EN INTREDE
Ds. M. de Goede hoopt op 11 Mei a.s.
afscheid te nemen van de Geref. Kerk te
Breukelen om Zondagmorgen 25 Mei a.s. in
df Oosterkerk te Utrecht als predikant der
Geref. Kerk te Utrecht te worden bevestigd
door Ds. P. Ch. v. d. Vliet aldaar. Op Don
derdag 29 Mei des avonds halfacht hoopt
Ds. de Goede in de Oosterkerk intrede te
Ds. M. Hoekstra t
In het ziekenhuis te Heerenveen, waar hij
eenigen tijd werd verpleegd, is in den ouder
dom van 56 jaar overleden ds. M. Hoek
stra Azn., voorganger der Ned. Herv. Kerk
te Soherpenzeel-Munnekeburen.
DS. E. H. JONKERS
Woensdag 16 April a.s. viert ds. ,E. H.
Jonkers, predikant bij de Ned. Herv. Ge
meente' te Goudswaard (Z.H.) zijn 80sten
jaardag. Ds. Jonkers studeerde aan de R.U.
te Groningen theologie. In 1883 candidaat
geworden in Groningen nam ds. Jonkers uit
elf beroepen dat naar Buitenpost aan, waar
hij 13 Jan. 1889 bevestigd werd. In 1894
vertrok ds. Jonkers naar Zuid-Beyerland,
welke standplaats in 1900 met Lienden ver
wisseld werd. In 1916 verbond hij zich
de gemeente van Waspik, waar hij 13 jaar
is werkzaam geweest. Nadien nam hij nog
een beroep aan en 7 April 1929 deed hij
zijn tegenwoordige gemeente intrede. Hier
mocht de krasse grijsaard in 1939 onder
groote belangstelling zijn gouden ambtsfeest
vieren, bij welke gelegenheid hij benoemd
werd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
In Zuid-Beyerland mocht ds. Jonkers het
bedehuis met 150 zitplaatsen zien vergrooten
en nam hy het initiatief tot het bouwen van
een orgel in het kerkgebouw. In Lienden was
ds. Jonkers elf jaar praeses van het classi
caal bestuur van Tiel, in Waspik secr. var
het Prov. kerkbestuur van Noord-Brabant en
Limburg. Ook stichtte hij te Waspik
Chr. school.
Ds. Jonkers is thans nog praetor van den
ring Oud-Beyerland. Zijn oudste zoon, mr.
J. E. Jonkers, is bijzonder hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht. Ds. Jonkers
is slechts een paar keer door lichte ongesteld,
heid verhinderd geweest in de meer dar
50 dienstjaren die hij heeft voor zijn ge
meente op te treden.
Aanhanger van de Geref. beginselen, be
hoort ds. Jonkers niet tot eenige partij.
LICHT IN T OOSTEN.
Van de zijde van het Nederlandsch Comité
tot steun der Christenen in Rusland „Licht in
't Oosten", wordt ons het volgende mede
gedeeld:
Blijkens bij ons comité inkomende berichten
van de Duitschen Zendingsbond Licht im
Osten te Wernigerode is het nog altijd moge
lijk pakketten te zenden naar geloovigen in
Sovjet-Rusland. Weliswaar is de mogelijkheid
lang zoo ruim niet meer als vroeger, maar
bewijzen van dankbare ontvangers bereiken
ons nog steeds.
Daarnaast ondersteunt de Duitsche Zen
dingsbond gemeenten van Evangelie-Christe
nen (vroegere Stundisten) in het Generaal
Gouvernement Polen, terwijl ook de uit Rus
land gevluchte Oekrainsch Hervormde (Ge
ref.) geloofsgenooten niet vergeten worden.
Recht hartelijke dankbrieven werden door
Ds. Dresselhuis te Oldeboorn ontvangen van
vijf uit Oekraine ontvluchte collega's. Een
ervan kon benoemd worden aan een Zen
dingsschool der Zuidoost-Europa zending in
Silezië, een ander arbeidt te Warschau onder
twee uitgeweken gemeenten.
De eerste oplaag van het Oekrainsche
Nieuwe Testament, in nieuwe vertaling. Is
vrijwel uitverkocht. Wernigerode overweegt
daarom een nieuwe oplaag te laten drukken.
Eveneens werd besloten het Christelijk Lie
derenboek in de Oekrainsche taal te laten
herdrukken. Professor I. O h i e n k o, thans
aartsbisschop Hilarion, is met de vertaling
ook van het geheele Oude Testament gereed
gekomen. Daar de drie leden van de com
missie tot nazien der vertaling momenteel
echter de handen vol hebben met arbeid
onder him uitgeweken landgenooten, zal de
druk van het O.T. nog wel even op zich laten
wachten. Tot de leden dezer commissie behoort
onder meer de bovengenoemde ds. Zura-
k o w s k y, die ook mede den Heidelberg-
schen Catechismus in het Oekrainsch ver
taalde.
Op zijn den 20sten Maart gehouden ver
gadering kon het comité besluiten wederom
600 steun te verzenden: de eene helft be
stemd voor de geloovigen in Sovjet-Rusland,
de andere helft voor de gevluchte Oekrain
sche geloofsgenooten.
Wie over dezen arbeid meer wenscht te
weten, vrage bij den administrateur J.
Seegers, Hoogstr. 3, Weesp, het orgaan
„Uw Koninkrijk kome". (Giro 166821).
Zooals bekend bestaat het bestuur van het
Nederlandsche Comité uit de heeren: G. L.
Baron van Boetzelaer, ds. F. Dresselhuis, J.
Seegers en Ds. H. Janssen. In de Commissie
Toezicht hebben zitting de heeren mr.
B. de Gaay Fortman. Mr. G. P. Haspels en
D. G. if. Bar van Heemstra, terwijl de com
missie van aanbeveling onder meer bestaat
uit de heeren Dr. C. W. Th. Baron van
Boetzelaer van Dubbeldam en Prof. Dr. F.
W. Grosheide.
3
STOFZUIGERS
voor eik tapijt, voor elke beurs.
N.V. COUZY, le Middellandstr. 72.
Rotterdam.
PAASCHBOODSCHAP DER EVANGELISCHE
ALLIANTIE
Laat juist nu het troostende
Paasch-evangelie tot u spreken
Jezus kan droefenis omzetten in
blijdschap
Het hoofdbestuur der Evangelische Allian
tie schrijft ons:
Misschien dat iemand zich afvraagt, of 't
niet beter is om nu maar niet al te veel na
druk te leggen op het Paasch-evangelie.
Paschen spreekt immers van licht en van
blijdschap!
Blijdschap?
Als de pijn, over veel geleden verlies, nog
schrijnt en het bloed nog uit geslagen wonden
vloeit! Blijdschap?
Als veel idealen, door gebed en zorg ge
dragen, in rook zijn opgegaan! Blijdschap?
Zou het niet beter zijn om de Paasch-Bood-
schap maar stil te laten rusten, tot meer ge
legener tijd?
Met meer klem dan ooit te voren zeggen
we neen; Paschen, juist nu!
De oude opstandingsverhalen, zooals wij die
in den Bijbel verteld vinden, spreken ons
van een verzegeld graf, van verloren hoop.
van teleurgestelde, verslagen en bevreesde
menschen, van mensohen, die alle licht en
vreugd hadden verloren. Jezus was immers
weg!
Maar dan komt de opstandingsmorgen ons
vertellen, van het door God zelf gebroken
zegel, van een door Hem weggejaagde wacht,
van den afgewentelden steen en van het
opengebroken graf.
Jezus is verrezen!
Het Leven heeft uiteindelijk getriumfeerd
over zonde en dood.
„Niets, niets kan Hem tegenhouden; zelfs
de hel niet met haar macht!"
Paschen herinnert ons in onafwijsbare
kracht: God is er ook nog!
Wij willen U allen opwekken, het troosten
de Paasch-evangelie tot U te laten spreken;
juist nu!
Ons hart is misschien vervuld, van veel
bekommernis, van veel teleurstelling, van
veel leed en smart.
Onze persoonlijke en gemeenschappelijke
zonden en fouten staan, als onverzettelijke
bergen, op den weg der menschheid.
Niemand, ook dc sterkste onder de sterken,
De Bijbelkiosk te Amsterdam
Dezer dagen ds de Bijbelkiosk, uitgaande
van het Bijbelkiosk-Comité Amsterdam, her
opend. Evenals het vorig jaar staat zij in de
Linnaeusstraat bij den ingang van het Kolo-
iaal Museum.
Bij de opening gewaagde de voorzitter van
het Comité, de heer J.N Voorhoeve, te
's-Gravenhage, van het gevleugeld woord
van John Wesley: „De geheele wereld is mijn
parochie". Hierdoor wordt ook het werk van
de Bijbelkiosk getypeerd, al is dit in dezen
tijd ook moeilijker. Het woord van Jezus:
„Predik het Evangelie aan alle creaturen"
wordt hier niettemin nagestreefd, want on
danks de drukkende tijdsomstandigheden
komt de Bijbel als het wereldboek over de
geheele wereld. Een bewijs hiervan zag spr.
in het feit, dat nimmer de Bijbel zoo veel
is verspreid als in deze donkere dagen.
Het woord Gods is ook van hieruit ter
hand genomen en overdacht. Spr. wekte op
voor dezen arbeid te bidden, er kracht en
belangstelling voor te tooiien. In afhanke
lijkheid van God en onder geloovige inwach
ting van 's Heeren zegen gaan wij, besloot
spr., met dit werk voort en opende hij den
Bijbelkiosk-arbeid in de lente en zomer
maanden van 1941.
De secretaris, de heer W. van R ij n, van
Amsterdam, deelde in het versla? over 1940
mede, dat de arbeid meer belangstelling trok
dan in het voorafgaande jaar. De geestelijke
nood, als gevolg van den oorlogstoestand,
dreef velen hierheen. Ook tal van kinderen
kwamen langs de kiosk, die op een gunstig
punt staat De kinderen leerden teksten en
liederen, waarvoor 1200 belooningsboekjes en
tekstkaarten beschikbaar werden gesteld, een
middel om ook de ouders te bereiken.
In 20 talen werden 35 Bijbels en 600
nieuwe Testamentjes verkocht, terwijl 1700
Schriftgedeelten werden uitgereikt. In deze
ciifers zijn de gratis-exemplaren begrepen.
Meestal stelden de betrokkenen er echter
prijs op iets, al was het weirig te geven.
Het is thans voor de tiende maal, dat de
Bijbelkiosk is geopend. De inkomsten belle
pen 1600, waardoor ditmaal een klein
overschot werd verkregen, dank zij den steun
van mede-Christenen. Tot den laatslen dag
was er verleden zomer bezoek.
De heer J. T i e s e m an, van Hilversum,
richtte zich inzonderheid tot den Evangelist
colporteur, den. heer P. Ravensberg,
wien hij ter bemoediging wees op het Schrift
woord uit Psalm 107:20: „Hij zond Zijn
Woord uit en heelde hen". Góds Woord heeft
ook verleden zomer, zei spr., genezing ge
bracht aan velen. Met onverschilligen, ont
wikkelden en bedroefden heeft de heer
Ravensberg kunnen spréken. Zijn werk
eischte den geheel en persoon op. Het was
noodig telkens het juiste Schriftwoord te
kiezen. Spr. hoopte, dat ook nu Gods zegen
op dezen heerlijken, gewichtigen arbeid moge
rusten.
Met een woord van dank door den heer
P. Ravensberg voor de tot hem gerichte
•oorden, begon deze zijn arbeid. Het samen-
jn werd met dankgebed door den heer
Voorhoeve besloten.
die ze wegdraagt. Maar, Jezus is ver-
En Hij kan, wat niemand kan: droefenis
omzetten in blijdschap; donkerheid doen
wegvluchten, voor Zijn heerlijk opstandings-
licht.
Misschien zal Hij ook lot ons eerst zeggen:
„O onverstandigen en tragen van hart, om te
gelooven, al hetgeen de profeten gesproken
hebben!"
Maar Hij wil ons ook de oogen openen.
Hij wil ook ons maken tot menschen met
brandende harten.
Hij wil ook ons maken tot menschen met
sterke, bezielende blijdschap.
Hij wil ook nu achter onze gesloten deuren
komen
Met groote barmhartigheid wil Hij onze
tranen drogen.
Met sterke liefde wil Hij onze wonden
genezen.
Wij willen met sterke verwachting opzien
tot den gekruisten en verrezen Heiland;
Op alle terreinen moeten we ons beperken;
misschien ook op het terrein onzer gods
dienstige begrippen. Dat onze belijdenis
worde het eenvoudige:
„Jezus Christus is gestorven,
Is verrezen, ook voor mij!"
Laat ons dit getuigenis met sterke ge
loofskracht uitdragen in een wereld, die
meer dan ooit hijgt naar verlossing.
Wij bidden: Heere, kom achter de gesloten
deuren; kom in ons aller leven en in de
levens onzer kinderen met Uw: „Vrede zij
ulieden!"
LITURGISCHE CONFERENTIE
Dinsdag en Woensdag 15 en 16 April zal op
kasteel Hemmen de 8e Liturgische Conferen
tie gehouden worden.
Dinsdag wordt de Conferentie om 3 uur
geopend, waarna te half vier viering van het
H. Avondmaal plaats heeft. Te 5 uur houdt
de heer W. van Beusekom een inleiding
over het onderwerp „De Liturgische Ver
eeniging: middel tot liturgische Gemeen
schap.
In de avondbijeenkomst heeft een bespre
king van de inleiding plaats, waarna prof.
dr. G. van der Leeuw zijn boek: „Li
turgiek" bij zijn hoorders zal inleiden en ge
legenheid zal geven om vragen te stellen.
Woensdag half elf houdt prof. Van dei
Leeuw een inleiding over het sacramenteel
karakter van den eeredienst, sacramentalla
en sacramentstheologie. 's Middags half drie
gemeenschappelijke zang onder leiding van
den heer A. C. Schuurman. Om vier uur
spreekt prof. Van der Leeuw over het onder
werp: „In eiken Zondagmorgendienst het
Avondmaal". Des avonds half acht zal de
zelfde spreker behandelen het onderwerp: „De
eeredienst in het persoonlijk en gemeente
lijk leven".
KERKELIJKE WIJDINGSDIENSTEN
Ds. A. A. Wildschut te Rotterdam
heeft Cbij Uitg. Mpij. Holland te Amsterdam)
uitgegeven een handwijzing omtrent litur
gieën voor kerkelijke wijdingsdiensten. Bij
de voorbereiding tot kerkelijke feestdagen
nemen die diensten steeds meer plaats in en
Ds. W. heeft nu een poging willen doen,
daarin wat eenheid te brengen. Hoofdbedoe
ling daarvan is, dat zij gedragen zullen wor
den door één centrale gedachte. Zoo zijn hier
afgedrukt de liturgieën voor twee Kerst
wij dings- en twee Passiewijdingsdien6ten,
zoomede één Pinkster-voorbereidingsdienst.
De gekozen liederen liggen alle binnen het
bereik der Herv. kerkkoren, Jong-Herv.
koren e.d. en zijn ontleend aan 9 diverse
bundels. Men make eens kennis met deze
handleiding, die met heldere letter gedrukt is.
RADIO-KERKDIENST BLOEMENDAAL
De Radio-kerkdienst van de Geref. Kerk te
Bloemendaal (golflengte 245.9 m) vermeldt,
dat Zondag 13 April in beide diensten, 10
uur v.m. en 5 uur n.m., zal voorgaan ds. J. G.
Brussaard. Op Maandag 14 April wordt niet
uitgezonden.
Vereeniging van Leeraren Chr. M. O.
25e Jaarvergadering
te Haarlem
Aan de te Haarlem gehouden gecombineer
de vergadering van de Ver. van leeraren der
Chr. Gymnasia, der Verg. van Docenten bij
het Chr. Gymn. Onderwijs en der Verg. van
leeraren bij het Chr. M.O.. ging vooraf de
25e jaarvergadering der laatstgenoemde ver
eeniging. Deze werd geleid door dr. J. F.
Reitsrna van Rotterdam, die in zijn ope
ningswoord wees op het vele, stoffelijk zoo
wel als ideëel, dat ons ontvallen is, maar dat
niet mag en kan wegnemen onze vastheid, ge
grond in de woorden: „Uw hart worde niet
ontroerd, gijlieden gelooft in God, gelooft ook
in Mij".
Uit het jaarverslag van den lsten secreta
ris, Dr. D o o r n e n b a 1, van Den Haag, uit
gebracht door den 2den secretaris, dr. R. v.
D e e m t e r, van Arnhem, bleek, dat in hel
afgeloopen jaar de samenwerking met de
andere vereenigingen zoo mogelijk nog beter
was dan in vorige jaren. De vroegere vorm
van contact is sedert eenigen tijd vervangen
door dien in den „Raad van Nederlandsche
Leeraren bij het Voorbereidend Hooger en
Middelbaar Onderwijs". Met de Vereeniging
van Docenten bij het Chr. Gymnasiaal Onder
wijs (C.G.O.) werd het contact ook nauwer
Waar dit gewenscht geoordeeld werd, zocht
het bestuur ook contact met den Bond van
Vereenigingen voor Chr'. M. en VH.O. en met
den directeur van het bureau van dien Bond.
mr. J. J. Hangelbroek.
Uit het verslag der redactie van het orgaan
bleek, dat begin Juli 1940 een ingrijpende
verandering heeft plaats gehad, doordat het
werd opengesteld voor artikelen der jonge
Ver. van Docenten bij het Chr. Gymnasiaal
Onderwijs. Door deze medewerking is het
Orgaan er volstrekt niet op achteruitgegaan.
De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat
inplaats van dr. J. F Reitsma, die aftrad
en niet herkiesbaar was, gekozen werd ir. C
Rodenburg uit Utrecht.
Het aftredend lid der redactie, de heer H
Heidings te Groningen werd herkozen.
Hierna werd een bespreking gevoerd over
aansluiting van het bestuur bij den „Raad van
Leeraren". Het desbetreffend reglement werd
aanvaard.
De gecombineerde vergadering werd geleid
door den nieuwen voorzitter, ir. Roden
burg, die na de vergadering op de gebrui
kelijke wijze te hebben geopend, alle aanwe
zigen welkom heette, in 't bijzonder prof
dr. J. Waterink den heer Elzenga, ver-
DS. A. VAN DER VEGT t
Te Groningen is in den ouderdom van 73
jaar overleden ds. A. v. d. Vegt, emeritus
predikant van de Geref. kerken.
Ds. v. d. Vegt is 28 Juni 1867 geboren en
studeerde aan de Theol. Hoogeschool te
Kampen, waar hij in 1901 candidaat werd,
om 24 Nov. van dat jaar het predikambt te
aanvaarden te Westeremden. In 1910 vertrok
hij naar Sellingen welke standplaats in 1912
met Ureterp werd verwisseld. In 1919 ver
bond de thans overledene zich aan de kerk
van Oldehove, om in 1925 te Strijen zijn in
trede te doen. Hier werd hem om gezond
heidsredenen 1 Mei 1930 eervol emeritaat
verleend, waarna hij zich metterwoon te
Groningen vestigde.
BOND VAN J.V. OP G. G.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat de
vergadering van de afdeeling Zuid-Holland
van den Bond van Jongelingsvereenigingen
op Geref. Grondslag, welke tegen Paasch-
maandag in de Tidemanstraatkerk te Rotter
dam is uitgeschreven, doorgaat. De spre
kers zijn Ds. B Holwerda van Amersfoort en
Dr. C. Bouma van 's-Gravenhage.
Ook de jaarvergadering van de afdeeling
Gelderland van de Bond van J.V. op G.G.,
die te Apeldoorn wordt gehouden, gaat door.
De vergadering van de afdeeliftg Noord
holland zal te Alkmaar wel plaats hebben.
De afdeeling Noordbrabant houdt de pro
vinciale Bondsdag in Den Bosch. Ds. Veen-
hof zal spreken over „Schriftstudie op de
I. V." terwijl Ds. Veltman zal refereeren over
„Het tweede deel".
- genwoordiger van het college van inspec-
z en prof. dr. R H W o 11 j e r, voorzit-
.e van den Onderwijsraad.
Hierna bracht spr. nog den afgetreden
voorzitter dr. Reitsma dank voor al zijn
arbeid voor de vereeniging.
Prof. Waterink, het woord verkrijgende,
sprak over De beteekenis
lelijk) onderwijs
het
vap
de Nederland-
heel
Na een korte inleiding i
het vrije (Chr.) onderwijs, speciaal van de
vrije Chr. Middelb scholen, behandelde spr.
de vraag, wat onder een nationale cultuur
moet worden verstaan Het gaat er bij deze
cultuur om. dat al de goederen, welke God in
de nationale samenleving als nationale goede
ren gaf, worden gebruikt en aangewend op
zulk een wijze, dat God er in verheerlijkt
wordt.
Zij, die uit de beginselen der reformatie
leven, hebben bovendien de pretentie, dat zij
deze cultuur-richting de nationale cultuur
goederen het best tot hun recht komen.
Wat is nu het specifieke f—J
sche cultureele goederen?
De aard van onze Ned. cultuur is, zooals
het karakter van iedere cultuur, voor een
zeer belangrijk deel bepaald door de historie,
die ons volk èn den physieken zin èn geeste
lijk doormaakte en door de contacten, die
ons volk in de historie had met andere cul
turen en cultuurvormen.
Merkwaardig is nu de groote nadruk, die
bij het opkomen der Ned cultuur gelegd
wordt op de v r ij h e i d. Dat komt ook, j
dat onder de leiding Gods i
eigen historie had
Vandaar ook het sterk verzet in het begin
en midden der vorige eeuw, toen de Staat
hoe langer hoe meer zich het recht wilde
aanmatigen, de leiding van het geestelijk
leven van ons volk op zich te nemen,
specifiek Nederlandsch karakter
tuur verzette zich daartegen.
Bij den schoolstrijd ging het dan ook niet
alleen om de vrijheid van geloof, maar het
ging erom te handhaven de tot recht ver
heven pplichten van den enkeling, de gezin
nen en de vrije levenskringen om de vrijheid
te genieten en zich de vrijheid waardig te
maken om de geestelijke goederen, die God
aan ons volk gaf, blijvend te handhaven.
Komende tot de beteekenis van het vrije
(Chr.) onderwijs voor de Ned. cultuur, stelde
spr. in het licht, le: dat dit onderwiis die be
teekenis heeft als uitdrukking van de wezen
lijke trekken onzer cultuur; 2e. als stimulans
voor de handhaving onzer cultuur: 3e. als
bewijs voor het hooge peil onzer cultuur: 4e.
als openbaring van de gehoorzaamheid aan
God in de verbonden van onze cultuur.
In de ontwikkeling dezer gedachten heeft
prof Waterink betoogd, dat het Staatsonder
wijs met de beteekenis van het gezinals
cultureele kern en als wereldbeschouwings
kern <teen rekening houdt; het vrije onderwijs
daa- 'egen sluit zich geheel aan bij de be-
teekc. lis van het gezinsleven en is daarom
uitdrukking van een van de wezenlijke trek
ken van onze cultuur.
Geen beter stimulans voor de handhaving
onzer cultuur is denkbaar dan het behouden
van de vrijheid van onderwijs, waardoor langs
den meest natuurlijken weg het overgroote
deel van het volk rechtstreeks bij het wezen
lijke Nederlandsche cultuurleven wordt be
trokken.
Dat er wat het L O. betreft 70 pet. vrije
scholen zijn en er wat het M O en V.H O.
betreft steeds meer vrije scholen komen, ge
tuigt van het hooge cultuurpeil van ons volks
leven, evenals het feit, dat er in zoo vele en
zoo versohillende kringen spontaan belang
stelling is, ook voor de vragen van M.O. en
V.H.O en de omstandigheid, dat er in alle
streken van het land mannen gevonden
worden, die in staat blijken scholen voor M.O.
en V.H.O. te besturen en dat alles zonder
eenige geldelijke vergoeding.
Iedere cultuur, ook iedere nationale cul
tuur, als wereldverklaring wordt gedragen
door principieéle belijdende menschen, door
die cultuur heen en achter en boven die cul
tuur is getrokken de lijn van het beginsel,
die eindigt in een vast punt van geloof, ge
loofsovertuiging en geloofsovergave
Dit alles wordt op zeer merkwaardige wijze
geconcretiseerd in het vrije Chr. onderwijs
En zoo is het ondenkbaar, dat onze natio
nale cultuur zou wegzinken tot het niveau
van onbeduidendheid.
Zoo blijft Nederland Nederland! Zoo blilft
de Ned cultuur onze cultuur, zoolang ons
vriie Chr onderwijs door .onze Ned cultuur
gedragen wordt en zoolang ons vrije Chr.
onderwijs de Ned. cultuur draagt En zoolang
wij samen gedragen worden 'door de we?e
Gods, zoolang is er hoop voor onze nationale
cultuur en hoop voor ons eigen Nederland.
door G. TH. ROTMAN
(Nadruk verboden.)
XXV (6870; Neen, ze botster, er niet zo gauw je een raam openzette, kwam er na- pje open en keek naar buiten. Een der
tegenaan, ze kwamen er oovenop terecht. De tuurlijk nog meer rook naar binnen. officieren van de boot was langs de ladder
Pulex stopte behaaglijit z'n neus en z"n voor- Bovendien lag de Pulex schuin voorover, tegen de schoorsteen opgeklommen en pro
pootjes in de lekker warme s:hoorsteen, als lerwijt hij natuurlijk tegelijk met de boot beerde hen te „praaien". ,-Waar is de rets
een poesje, dat van hitte houdt. flink heen en weer schommelde. Hoestend naar toe?" vroeg professor Spuyt. „Naar
Voor professor Spuyt en zijn reisgenoten en proestend, telkens op de grond rollend, Hono-Loeloe!" was het antwoord. „O, dat
was het echter minder aangenaam, want de liepen de stakkers door de verstikkende rook komt prachtig uit", riep Professor tussen
scherpe rook drong al spoedig door alle na- heen en weer. twee hoestbuien door, „daar wou ik juist
den en kieren van het toestel naar binnen. Plotseling klonk buiten een langgerekt: heen! Maar ik wou graag beneden komen,
Van luchten was ook al geen sprake, want „Holla heii!" Professor schoof een raam- als het U hetzelfde is!"
'rki heb in Zuid-Afrika gevochten. Wij verloren het, ik lag
fet een verbrijzeld been tusschen andere gewonden. Toen
rziiwam een Erigelsch officier en vroeg aan een der onzen: „Wie
juli ie commandant?" Maar die man verstond geen Engelsch,
jee!<'""om gaf ik het antwoord. En wat deed die kerel? Met een
tarwats,- die hij in zijn hand had, gaf hij me een striem over
Grt gezicht n schreeuwde: „Ik vraag jou niks!" Dat vergeet
t!0^£ nocit! Bi was toen weerloos, maar als ik hem nu tegenkom,
altijd nog op hoop, dan schiet ik hem dood."
'e „Dat mag niet. Dat is moord."
ebt „M_ord a geen moord, ik doe het."
8 .Hebt u altijd een vuurwapen oy zak?", vraagt een ander
luchter en met liphten spot.
elii „Als ik geen vuurwapeh heb, heb ik wel een mes."
De voorziti^r klopt, óe vergadering gaat beginnen. Hij opent
p gebed, leest een hoofdstuk uit den Bijbel en houdt de ge-
:;jk opspraak over benarde tijden en dreiging van nog
De menschen worden stil. Notulen worden gelezen en goed
gekeurd, alles is rustig. Er passeeren een paar jaarverslagen
en daarna komt de bestuursverkiezing aan de orde.
„Onze penningmeester stelt zich niet herkiesbaar, zulks in
verband met zijn leeftijd. Er moet dus een opvolger gekozen
worden, die in staat is de administratie te voeren en alle offi-
cieele stukken voor de subsidie in orde te maken. Wil de ver
gadering namen noemen?"
„Heeft het bestuur misschien een candidaat?"
„Door het bestuur wordt de heer Dekker aanbevolen."
„Kan de heer Brouwershof het penningmeesterschap niet
op zich nemen?"
Brouwershof schudt van neen. Hij zit aan de bestuurstafel,
maar wenscht geen vaste functie.
„De heer Brouwershof heeft verklaard, dit niet te kunnen
doen", antwoordt de voorzitter.
Brouwershof heeft een fabriekje van scheepswant, trossen en
kabels, door hemzelf opgericht en in korten tijd tot bloei ge
bracht. Hij is jong en krachtig, heeft een vierkanten energieken
kop, maar zijn oogen hebben iets loerends, dat is niet prettig-
De stembriefjes worden rondgedeeld. Een drietal laatkomers
komt luidruchtig binnen, ze brengen een rumoerige sfeer in
't lokaal en ze beginnen dadelijk gedempt te praten met de
menschen naast hen, die belangstellend opkijken en het nieuws
doorgeven aan hun buren.
De voorzitter geeft een waarschuwend klopje, om het op
komend rumoer te stillen, maar een der aanwezigen zegt: „De
heeren hebben het laatste nieuws meegebracht. Mag ik het even
meedeelen?"
Aller oogen richten zich in spanning op den spreker. Wat
nu weer? Een Jobstijding? Of wat anders?
„Goed. Ga uw gang," zegt de voorzitter.
„Het oorlogsschip, dat Lord Kitchener naar Frankrijk zou
brengen, is op zee vergaan. Ook Kitchener is verdronken."
„Wat
Uitroepen klinken aan alle kanten.
„Bravo roept de oud-Afrikaander.
„Bravo roept een tweede en klapt in de handen.
Een spontaan handgeklap en bravo-geroep davert door het
lokaal.
De voorzitter hamert. „Vrienden, dat gaat te ver. Die men
schen hebben ook een ziel te verliezen."
Sommigen kijken beschaamd, maar anderen lachen voldaan.
Aan de bestuurstafel zit nog iemand. Hij heeft niet geklapt
of geroepen, alleen maar verwonderd rondgekeken.
„Wat een mentaliteitdenkt hij. „Welk een geestelijke
verwoesting Als de menschen in de neutrale landen zulke
gevoelens hebben, hoe zal het dan wezen bij de volken, die
in oorlog zijn
Maar hij zegt niets. Spreken is zijn fort niet. Hij heeft de
algemeene achting, niet alleen om zijn persoon, maar ook om
zijn afkomst en zijn oude familie. Het geslacht Adelsberg
woont reeds twee eeuwen in de oude provinciestad. Maar hij
treedt nooit naar voren. Waardoor werd de naam Brouwers
hof genoemd en niet de zijne Door zijn bescheidenheid.
De stembiljetten worden geteld en de heer Dekker blykt
gekozen.
Brouwershof kijkt nadenkend naar Ebbing, den zakken-
handelaar. Het lijkt wel, dat hij een plannetje zit uit te broe
den. Zoodra de vergadering gesloten is, neemt hij haastig af
scheid van zijn mpde-bestuursleden, groet familiair den heer
Adelsberg met de woorden: „Dag, collega" en loopt vlug de
gang in. Aan de buitendeur achterhaalt hij Ebbing.
„Zoo Ebbing, hoe maak jij het?"
„Goed, mijnheer, gelukkig."
„Ik heb je hier nog nooit gezien."
„Nee, mijnheer, mijn oudste jongen is nog maar kort op
school."
„Zoo zoo. En hoe gaat het in de zaken?"
„Er is nog al vraag, meneer."
„Ja, dat heb ik gehoord."
„Maar dat is overal zoo. Meer vraag dan aanbod. En de
prijzen voortdurend hooger."
„Dan valt er wat te verdienen!"
„Ja, meneer, maar er moet geld wezen. Tegenwoordig moet
ik voor honderd zakken evenveel geld neertellen als vroeger
voor duizend."
„Weet je, wat je doet? Kom morgen eens bij mij op kantoor.
Dan kunnen we daar verder praten. Het is nu zoo laat!"
„Goed, meneer. Op welk uur denkt u?'
„Morgenmiddag om drie uur."
„Afgesproken, meneer."
Ze groeten en gaan naar huis.
Juffrouw Ebbing heeft haar naaiwerk neergelegd en is blijven
wachten op haar man.
„Het is laat geworden," zegt ze, ajs hij de kamer binnenkomt.
„Ik heb nog eve.n staan praten met meneer Brouwershof."
„Meneer Brouwershof? Wat had die met jou te bepraten?"
„Dat weet ik niet."
„Weet je dat niet?!"
CWüi