%ffeinó-5ch&adeki Robii Rijwielbanden een kostbaar bezit AANüAG 7 AF-RIL ÏÏ4Ï PAG. S Kerk en Zending NED. HERV. KERK |oepen: Te 's-HeeH'nb.oek-Niesw- oez.), carï* W. C. Luuring te Heem- *- n naar Oudemirdum, t Kleine, hlf.lppred. te Nije?-.aske liijke, die bedank* heeft voor Wagen- I en voor Wijnjeterp c.a. lero^en, S. v. d. Linden te Lopik. jïsen Zweins. cand. J. G. de Jong te DOOPSGEZ. KERK a n k t: Voor Aardenburg, W. Broer IV land- fHTING „T.C.L.", WAGENBORGEN schoen^ mej. S. Kinders met ingang van het Pavlijoen aebruil^ ,.aa- als hoofd van het 1 Tda eervol ontslag verleend, bekendpe^ bereiken van den pensioen- tigden leeftijd. son I Rojns is aan het adj.-hoofd van Bethesda e r#»r>iitarf Diikema' °P een nog nader te bepa- p afum, eervol ontslag verleend, met toe- te hi van Pensioen. ingang van 1 Aug. a.s. is zr. H. M. Vis- ,Met Rolians hoofd van het Paviljoen Eben- er benoemd het tegenwoordige adj.- lethesda. In de plaats van zr. H. M. I is als hoofd van het Paviljoen Eben- benoemd het tegen worodig adj.- jvan dit Paviljoen, zr. C. Timmers. met ingang van 1 Aug. a.s. ider en rE GEREF0RMEERDE BOND. gereformeerde Bond tot verbreiding en van de waarheid- in de Ned. "iKerk houdt op 17 April a.s. in het voor Kunsten en Wetenschappen te zijn jaarvergadering. Aan de orde n. de verkiezing van twee hoofdbe en. wier beurt van aftreden het is. ■I^^^redende leden zijn L. F. Du yma er en ds. J. J. Timmer. "Bei- "fcllen zich herkiesbaar. GODSDIENSTIGE LEVEN IN JOEGOSLAVIË bevolking van Joegoslavië werd op het van 1936 geschat op ruim 15 millioen 1/ L| Hiervan behooren 7 millioen tot de f JU Jjoxe kerk, dit is 48 pet. Ruim vijf D_ jj£n behooren tot de Roomsch Katholieke H T)it zijn voor het grootste deel Kroaten pvenen. De Serven behooren meeren- tot de Orthodoxe kerk; 11 pet. van de iing belijdt den Mohammedaanschen jenst. De Mohammedanen wonen hoofd- V1"de|k in Bosnië en Herzegowina. J de 700.000 Rijksduitschers, die in Joe- en wonen zijn er 575.000 Roomsch Ka- st0^k. Er zijn voorts drie Evangelische _varif n.l. de Luthersche-Slowaaksche kerk hü70,000 zielen; de Hervormde kerk met mj aee* leden waarvan 42,000 Hongaren en gingen,| Duitschers en de Duitsch Evangelische A. B. die overwegend Duitsche leden werk,!. 100,000 van de 125,000. verd) verbrJ s Insul^NJE GARDE WORDT OPGEHEVEN had kt dagelÖksch bestuur van de Oranje- irige w Nederland heeft, gelet op de door n onsc|Hidige tijdsomstandigheden ontstane dan efikheclen en het sterk teruggeloopen ^en rIJ leden, besloten de Landelijke Organi- ook d-°ranie Garde" in Nederland, met alle lelijke afdeelingen, met ingang van 1 1941 op te heffen. [TH. PREDIKANTENVERGADERING 123e Predikantenvergadering zal wor- jehouden op Donderdag 24 April a.s. in pnsistoriekamer der Herst. Ev. Luth. Spinhuissteeg 11, Amsterdam. C. Pel Jr. zal een exegetisch-stichte- jinleiding geven, over 1 Petr. 5 1—4. I W. J. Manger zal spreken ovèr „Het HAAbenstig volkskarakter van het Neder- jche volk", en Ds. Th. S c h a r t e n Jr. ■■„De prediking in onzen tijd". Igens het officieele onderzoek naar de ikkeling van de Godsdienstgemeenschap- onten |n de Vereenigde Staten het resultaat op de de in 1936 gehouden telling werd pas stelleiv h einde van 1940 bekend gemaakt rfani^r e 1 *936 256 verschillende godsdienst- uitvo|er PPen tegen 213 in het jaar 1926. b ii Roomsch-Katholieken is, naar een TwccC^hineton verschijnend Roomsch-Katho- art vjbiad mededeelt, in deze tien jaren met 1.3 millioen toegenomen tot 19,914,937 kaart»nwoordig meer dan 20 millioen), het aan- Pr- lieden van de Protestantsche richtingen de frond 600,000 afgenomen. Het sterkst zijn Vieiprotestantsche zijde de 21 groepen van de p^jjjisten met tezamen 8,262,827 aanhangers, 's 'volgen de Methodisten eveneens in meer eQ20 groepen verdeeld, met rond 7,000,000 taa't ziJ hebben meer dan 1,000,000 aanhan- Prij verloren. De Luthersche kerk is gegroeid «schik tot 4.2 millioen en de Mormonen zijn gnomen van 600.000 tot 774.000. DS. G. MOLENAAR HERSTELD Dry G. Molenaar, ie nestor der Cly. S*ref. NED. LUTH. GENOOTSCHAP De voorjaarvergadering van tot Luth. Ge nootschap wordt gehouden op Woensdag 23 April a.s. in-Tiet Kerkelijk Gebouw der E»-ang. LifSh. Gemeente, Hantifcoogstraat te Amster- dam. Zendeling W L S l I n h a r t heeft toe gezegd een referaat te'houden. LUTH. JEUGDBONDEN Het Lnth. Jeugdblad meldt, dat op den tweeden Paaschdag te Amsterdam een Fede ratiedag wordt gehouden uitgaande van de drie Luthersche Jeugdbonden (Jong. Ver., Meisjes ver. en Gemengde ver.) Des morgens wordt de d ienst in de Oude'Kerk aan het Spui bijgewoond, waar Prof. S tegenga voorgaat, terwyl des namiddags een samen komst wordt gehouden in de Lutherkapel, waar Ds. W. Spliethoff spreken zal over het onderwerp „Koele hoofden, warme har ten". Ds. A. W. C d e Wit, die aan de beurt van aftreding is als voorzitter van den Luth- Jongelingsbond, stelt zich als zoodanig niet herkiesbaar. De bondsvergadering van den Meisjesbond wordt 2den Pinksterdag te Utrecht gehouden. BEROEPINGSWERK TE 'S-GRAVENZANDE -.u een geslaagde actie tot verhooging van bijdragen en een daarop gevolgde vergadering met de lidmaten der gemeente heeft de kerke- raad van de Geref. Kerk van 's-Gravenzande thans definitief besloten over te gaan tot be roeping van een tweeden dienaar des woords. Een pastorie is voor dit doel reeds aangekocht 's-G ravenhage Bilderdij\school. Tot hoofd (vac. T. Hautzema): ae heer L. v. d. Brink, hoofd der Chr. school te Vianen. Examens Utrecht. Semi-arts examen Th. G yan RUssel. L. van Hoorn. R. A. C. lïertdrikx. W. H. Borst mej. M Bakker. Arts-examen A. A. Oostenbrir/k. Cand. muziekwetenschap mej. S Winkler. Apothekersexamen Ie ged. Mej. M. Rutgers A. H. v./d. Berg W H. v./d. Kamp. Schrale; propaedeutisch theologie mej. tracht, R Etdering; theoretisch tandheelkunde laks en het tandarts-es T. Kater. Itrecht. de promotóe Amsterdam, is met lof gesohi__ DELFT. Technische Hoogeschool. Candid; examen werktuigkundig ingenieur de heeren van Blerkom, Vlissingen, N. Feis. Modjokerto J. J. A. Geluk Noordgouwe. Ingenieursexamen werktuigkundig ingenieur d« heeren D. van Amstel. Amersfoort. J. P. M. Com mandeur. Schoten. H. J. S. Elink Schuurman W. H. Engelkes. H< J. Lelyveld Zar C. Rei 's-Gra GIFTEN EN LEGATEN de u PrijJDe Ned. Herv. Gemeente van Blokzijl het t^ing een legaat groot 1000 van een oud- ons ter dezer gemeente. Onderwijs Nederlands werk in Indië Voordracht van Dr. H. Colijn over ons grootsch verleden Dr. H. C o 1 ij n heeft Vrijdagavond in de aula der Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, in het kader van den lezingen-cyclus, georga niseerd door de Contact-Commissie der Amsterdamsche studenten, een voordracht gehouden over het onderwerp „Nederland overzee". Volgens de Telegraaf bestond er voor deze bijeenkomst overweldigende belangstelling, zoowel van de zijde der studenten als van den kant der hoogleeraren en hun dames, onder wie wij ook den rector magnificus, prof. dr. B. Brouwer, en zijn echtgenoote opmerkten. Als uitgangspunt van zijn rede koos dr. Colijn het geboortejaar .dn den drang naar expansie, 1453, waarin de Turken Constantinopel veroverden. Toen hun ook Egypte in handen ipel, was de weg via het Oostelijk bekken der Middellandsche Zee ver sperd. Twee nieuwe paden werden nu inge slagen. De Venetianen poogden de Turken uit hun positie te verdrijven, doch faalden hierin, anderen daarentegen trachtten langs Gibraltar en Afrika's Westkust een nieuwen doorgang te vinden, hetgeen ten slotte den Portugeezen gelukte. De eerste tocht, door Hollanders ondernomen, droeg een zuiver privaatrechte lijk karakter. Pas langzamerhand volgde men naast het economische streven de handel wijze der Portugeezen door volksplantingen te stichten, politieken invloed bij de inland- sche grooten na te streven en het Christen dom te verbreiden. Scheen in 1811 ons gansche koloniale ge bied verloren, in 1816 was de oude toestand grootendeels hersteld geografisch althans. De status van Indië was geheel veranderd, nu het beheer er over van de Compagnie op den Staat was overgegaan. Dr. colijn besprak achtereenvolgens de perioden van het batig slot, van de verlichting der drukkende lasten en, sint* 1900, van de cultureele en welvaarts- politiek. Eerst na den kostbaren Atjehoorlog kon men onder Van Heutsz overgaan tot de vestiging van ons gezag in alle gebiedsdeelen en tevens tot de ontsluiting van alle mogelijk heden van een gezonde welvaartspolitiek. Hoe groot Nederlands aandeel in deze politiek was, wordt o.a. geïllustreerd aoor het in 1923 in Indië geïnvesteerde bedrag van 3600 mil lioen, waarvan Nederland in Europa 2600 millioen verschafte. De politiek sinds 1900 illustreerde dr. Colijn door te wijzen op de instel lingen voor inlandsch onderwijs. Over schreed het aantal scholen in 1907 nauwelijks de honderd, twee decennia later bedroeg het niet minder dan 12,000,, terwijl het thans, met inbegrip van missie- en zendingsscholen, de 28,000 be reikt heeft. De onderwijsuitgaven stegen in dit tijdvak van 7 tot 40 millioen. Veel statistisch materiaal zou nog te ver werken zijn, doch spr. meende piet dit histo risch overzicht voldoende het feit belicht te hebben, dat Indië voor Nederland een eere zaak is en dat het Nederlandsche volk, ge dachtig aan dit grootsche verleden, tot zich zelf dient te zeggen: „Nous maintiendrons". ONDERWIJSBENOEMINGEN S t o 1 w ij k. School m. d. Bijbel. Tot kw m. a.: de heer T. van Barneveld te Delft N a a 1 d w ij k. Chr. school. Tot onderwij zer: de heer B. Koekkoek aldaar. B u s s u m. Julianaschool. Tot kw. m.a.: mej. T. Koolhaas te Huizen. i D. M Alsem. Gerads. beiden Vught; G ^Edlnga^ P. Zadoks.^A- Apothekersadsistentexamen. Geslaagd mej. J. A. M. van Wesemaal te Amsterdam. 's-Gravenhage. Stuurlieden-examens. ^Geslaagd groote handelsvaart W. Binnenlandsch Nieuws De laatste twee collecten van de Winterhulp De tot nog toe behaalde resultaten Zooals gemeld en zooals ook zal blijken uit de nieuwe affiches, welke dringend tot ofieren zullen uitnoodigen, zal van 15 tot en met 19 April in ons land weder een lijstencollecte voor de Winterhulp Nederland worden gehouden. Daarna volgt ten slotte op 2 en 3 Mei nog een straatcollecte en daar mede wordt dan het werk van de Winterhulp Nederland voor den winter 19401941 af gesloten. Nu het einde van deze werkperiode zoozeer in het zicht is, heeft een verslaggever van het A.N.P. nog eens een kort onderhoud gehad met een van de naaste medewerkers van den directeur-generaal, teneinde eenige indrukken te krijgen over de tot dusver behaalde resultaten. In de eerste plaats kon worden geconsta teerd, dat de stemming van het publiek, welke in het begin der werkzaamheden nogal eens van tegenzin blijk gaf, zich geleidelijk ten goede heeft gewijzigd. Vooral de laatste huiscollecte heeft reden gegeven, deze gun stige kentering vast te stellen. Want thans kan reeds worden aangenomen, dat de op brengst van deze midden Maart gehouden collecte niet onbevredigend zal zijn, al is het totale bedrag nog niet met juistheid bekend, omdat van tal van gemeenten de opgaven nog moeten binnenkomen. Merkwaardig is het voorts te kunnen vast stellen, dat door de arbeiders zeer goed wordt gegeven, en dat de ontvangst van de col lectanten in het algemeen bij de gevers zeer hartelijk is. Daartegenover staat echter het bedroeven de feit, dat in de wijken der beter ge situeerden niets of weinig wordt gegeven, in hoofdzaak niets. Ook hier zal ten bate van de hulpbehoevenden een kentering ten goede moeten komen. Verheugend is het verder, dat de propa ganda tegen de Winterhulp is verminderd, al is deze helaas in zekere mate nog blijven be staan. Werkte men vroeger veel met de be wering, dat de ingezamelde gelden voor het grootste deel voor Duitschland bestemd zouden zijn, thans, nu de praktijk de onhoud baarheid aan deze stelling heeft doen blijken, heeft men weer een ander praatje, en wel. dat er geld uit Duitschland komt om de resultaten van de collectes zoo gunstig moge lijk te kunnen voorstellen. Van het eene uiterste komt men naar het andere, maar dat bewijst tevens wel zeer duidelijk, welk een waarde aan een dergelijke kwaadwillige actie moet worden toegekend. Wat nu de resultaten van de gehouden collectes betreft, is reeds medegedeeld, dat de opbrengst over de eerste drie maanden der werkperiode bijna 3 millioen gulden heeft be dragen, welk bedrag ook reeds werd uitge keerd. Over het tweede tijdvak van drie maanden wordt eenzelfde resultaat verwacht en op grond hiervan is tot Mei dan ook in totaal een bedrag van ongeveer 5% millioen gulden toegewezen, welke toewijzing bij een zelfden gang van zaken als tot dusver als redelijk gedekt kan worden beschouwd. Tot nu toe zijn de opbrengsten geheel in overeen stemming met die verwachting, en het is dan ook te hopen, dat met de twee nog restende collectes dezelfde lijn kan worden door getrokken. Als sluitsteen van de actie is daar om de collecte in Mei een zaak van groot ver trouwen, opdat de mede daarop gebaseerde toewijzingen ook ten volle zullen kunnen borden uitgekeerd. De ervaring, wellïe Winterhulp Nederlctnd rh de afgeloopen maanden heeft opgedaan, heeft bewezen, dat de nood, welke door ge zamenlijke inspanning moet worden geleoigd, enorm groot is, en tegen het einde der werk periode zullen ruim 1 millioen personen ge deeltelijk eenmaal, gedeeltelijk meermalen zijn ondersteund en wel met een gemiddelde bijdrage van vier gulden per hoofd. Daar naast komen nog allerlei uitkeeringen in con tanten aan stille armen, instellingen, oorlogs weduwen enz. Dat deze hulp bij lange na niet voldoende is om allen nood te lenigen behoeft wel geen betoog en daarom moge op het publiek een dringend beroep worden gedaan, om nog meer algemeen dit mooie sociale werk te steunen, waarbij voor de gevers een aan sporing moge zijn te weten, dat de dank van hen, die steun ontvangen, in het algemeen zeer groot is, doch dat helaas met het oog op de beschikbare fondsen in vele gevallen teleurstellingen niet konden worden voor komen. Offert daarom gul voor uw behoeftige landgenooten. Bloedgemeenschap Een bureau voor onderzoek van het rassenprobleem Zaterdagmiddag heeft dr. T. Goedewaagen, secretabis-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten te Amsterdam voor een groot gezelschap intellectueelen een rede gehouden over het onderwerp „Bloed gemeenschap". Dr. Goedewaagen merkte op, dat de op het beginsel van de bloedgemeenschap berusten de joden-zuivering van de Nederlandsche cultuur vele Nederlanders blijkt te veront rusten. Velen achten zich geroepen hiertegen een protest te doen hooren, dat op motieven van menschenliefde en humaniteit gebaseerd is. De menschenliefde van vele Nederlanders echter, schijnt zich speciaal te richten op de Joden en minder op andere Nederlanders, die een bepaalde politieke overtuiging zijn toe gedaan. Ja, tegenover deze groep schijnt het als een humane deugd te gelden wanneer men haar met laster, terreur en broodroof tracht uit te roeien. De gedachte van bloedgemeenschap in ver band brengend met de begrippen gebonden heid en vrijheid, zeide dr. Goedewaagen, dat de gebondenheid zich uitdrukt in het woord „bloed". Bloed is het erfdeel der vaderen, een gift die wij medekregen, een interne aard, een complex van mogelijkheden en tegelijk een beperking en begrenzing, die wij niet kunnen overschrijden. Het hoogste goed is de menschen-adel; de aangewezen weg erheen, zoo zeide spr., bestaat voor alle bloedgemeenschappen in veredeling, in het niet alleen voortplanten, maar ook „omhoogplanten". De adel van lichaam en ziel is het leidend beginsel van deze gemeen schap. Daarom is het noodig dat een volk, dat gezond wil worden zich een elite schept, die in haar voortplanting waarborg van ver edeling geeft. De democratie, gepaard met het humanisme, had hiervoor geen oog, zij preekte een huma nitaire moraal, een staatsbestel naar de maat staf van privaatrechtelijke betrekkingen. Het humanisme leidde tot ontwrichting van gezin nen, sibben, volk, stam en ras omdat het begrip noch intuïtie had van deze levens vormen. Het liet het gewichtigste deel der ge meenschapsvorming aan het toeval over. Een fout in de politiek en de staatkunde is door een andere politiek te achterhalen. Een zonde tegen het bloedverbonden volk b.v. door bloedver menging is nooit te achterhalen. De 20ste eeuw schept- een nieuwe wereld geschiedenis uit de idee der bloedgemeenschap. Voor het nationaal-socialisme zijn gezin en ras heilige waarden. Zooals de renaissance het hoogste in het avontuurlijk individu vereerde, evenzoo vereert het nationaal-socialisme het hoogste in de bloedgemeenschappen. Deze visie bepaalt de nationaal-socialistische moraal, de oeconomie, de politiek en de opvoedkunde. Voor het nationaal-socialisme is de „omhoog planting" van onze sibbe en ons volk een hoogste imperatief, waartegen, al het andere als wezenlooze abstractie verbleekt. Het jodenvraagstuk wil dr. Goedewaagen van dit standpunt uit bekijken. De nationaal- socialist, die in de gemeenschapsvormen des bloeds de hoogste gemeenschapsvormen ziet, verzet zich tegen de humanitaire moraal, die volken en rassen chaotisch door elkaar wil vermengen. Wij zien in de humanistische ver ontrusting over de jodenmaatregelen symp tomen van een geestelijke ziekte, een psychische verslapping, een cultureel nihilisme Sterker dan oeconomische, politieke, paeda- gogische maatregelen is de activiteit ten goede en ten kwade, die de mensch in zijn voort plantingsdrang ontwikkelt. Wij beoordeelen het jodenvraagstuk niet individualistisch, wij zien in den jood geen individu alleen, maar een buitenstaander van ons gezin, ons geslacht, ons volk, ons ras. Wanneer deze gedachte nu wordt geconcreti seerd, ontdekt men aan lijf en ziel, wat het beteekent naar den bloede Nederlandsch, Germaansch, Noorsch te zijn. Deze begrippen omvatten ons geheele bestaan. Zij omvatten niet alleen ons verleden, onze voorgeschiede nis, maar ook onze toekomst, de toekomst van ons geheele bestaan. Aan het slot van zijn rede heeft dr. T. Goedewaagen medegedeeld, dat aan het departement van volksvoorlichting en kunsten een bureau voor onderzoek van rasproblemen in verband met de politieke taak van dit departement, zijn werk zal beginnen. Aan dit bureau zal naast het jodenvraagstuk, ook het Indo-vraagstuk bestudeerd worden. Houdt de hand aan uw band De oeconomische voorlichtingsdienst deelt mede: Nu een einde is gekomen aan den vrijen aankoop van banden en de overheid wegens de slechte positie van onze rubber, is moeten overgaan tot een zeer straffe distributie van alle soorten binnen- en buitenbanden van rijwielen en transportfietsen, zal menigeen zich hebben afgevraagd hoe hij zijn band moet verzorgen om er zoo lang mogelijk ple zier van te hebben. Een goede verzorging van den band omvat niet slechts goed oppompen en het vrijwaren voor schuren en schaven van den band, maar strekt zich uit tot de geheele fiets. Dikwijls heeft de wijze, waarop men rijdt, of de spanning der spaken grooteren invloed op den levensduur dan de behandeling van den band zelf. De banden rolllen niet zoomaar voort dat gebeurt alleen, wanneer men de fiets aan de hand meevoert waarbij zij nauwelijks slij ten maar zetten zich af aan den weg, wat met meer of minder kracht gepaard gaat en dus noodzakelijk eenige slijtage veroorzaakt. Het sterkst is die slijtage natuurlijk, wanneer zoo hard op het pedaal wordt getrapt, dat het wiel doorschiet en de band over het wegdek schuurt. Bij sterk en plotseling remmen geschiedt hetzelfde: het wiel schuift over den weg. Dat beide ge vallen zeer schadelijk zijn, behoeft geen be toog. Maar wel moet de aandacht worden ge vestigd op de omstandigheid, dat zich in ge ringere mate hetzelfde voordoet, wanneer de fiets te snel in beweging komt of te hevig wordt afgeremd, men doet daarom goed steeds geleidelijk aan te remmen en niet als een racer te starten, maar het rijwiel de ge legenheid te geven langzaam vaart te krijgen. Ook het wiel moet zich in goeden toestand bevinden. Daartoe moet erop worden gelet, dat de wielen niet slingeren, goed s p o r en (d.w.z. precies in eikaars verlengde staan en niet het eene loodrecht op den weg en het andere scheef) en worden gesteund door behoorlijk strak aangedraaide spaken. Het wiel heeft den steun, dien het van de spaken ontvangt, noodig om zijn juisten ron den vorm te bewaren. Het tweede onderdeel, waar het critisch oog vaak vele fouten ontdekt, is de velg. De velg mag niet roesten, want roest vreet den binnenband aan en de velglinten moeten behoorlijk op hun plaats liggen om daar den band tegen de spaakeinden te be schermen. Overvloedig smeren is gevaar- 1 ij k, want bij stilstand van het wiel, kan de olie via de spaken door den nippel den bin nenband aantasten. Tenslotte de band zelf. Repareert men een band zelf, dan moet erop wor den gelet, dat de dradenbescherming niet wordt beschadigd en de binnenband niet tus- schen velg en buitenband stuk geknepen kan worden. Is de band lek geworden door een spijker, een stuk glas of een ander scherp, puntig voorwerp, dan behoort men voor het rijwiel naar den reparateur wordt geduwd, het kwaad, dat de lekkage veroorzaakte, ver wijderen. Doet men dit niet, dan is de kans groot, dat het scherpe voorwerp, vastge klemd als het is in den buitenband, den bin nenband op talrijke plaatsen doorboort en hem zoo waardeloos maakt. Rijden op een gesprongen band is natuurlijk uit den booze. Men moét ook in ander opzicht voorzichtig zijn met het vervoeren van een rijwiel o p een lekken band, want dan dreigt op- loopen van den binnenband. Het is namelijk zoo, dat' een niet onder spanning staande buitenband eenigszins gaat rondschuiven en daarbij den binnenbind meetrekt. Deze heeft, doordat hij met het ventiel aan de velg vast zit, niet eenzelfde bewegingsvrijheid. Hij wordt dus eensdeels van het ventiel af uit gerekt en anderdeels nar het ventiel toe op gepropt, hetgeen afbreuk doet aan zijn duur zaamheid. Voorts is eendynamo, dienietjuist gesteld is, funest voor den band. want het aandrijfwieltje draait dan niet soepel langs den band, maar schuurt en schuift er langs. Dit is gemakkelijk te controleeren; met een touwtje kan men zonder moeite nagaan of de lengte-as van de dynamo heen wijst naar Wie, ondanks alle voorzorgen, met stukkenc fietsbanden tobt en geen nieuwe mag koopen, kan vaak nog baat vinden bij vulcaniseeren. Maar daar moet de vakman aan te pas komenl (Foto uit eigen archief.) de as van het wiel. Staat het aandrijfwieltje scheef op den band, dan komt binnen korten tijd het canvas bloot te liggen. Een vanzelfsprekende constateering is, dat veel meer kilometers kunnen worden afge legd op een goed opgepompten dan op een te slappen, band en dat nooit op een leegen band mag worden gereden. Daarom dient iedere wielrijder over een behoorlijke pomp te beschikken en er geregeld gebruik van te maken. Ook tegen stoepjes oprijden of door glas of andere scherpe voorwerpen fietsen is schadelijk. Iedereen weet dit, en toch ziet men het vooral bij de jeugd, nog herhaaldelijk. Zware belasting van een band is evenmin goed, een regel, waartegen vooral wordt gezondigd door hem, die iemand op de bagagedrager laat meerijden. Als laatste, veel voorkomende euvel, moet het aanloopen van den band worden genoemd. Spatbordstang, jasbeschermer door vocht van vorm veranderd) en kettingkast helpen den band veel sneller aan zijn einde dan noodig is. Een schurend geluid moet voor ieder een waarschuwing zijn niet langer zoo door te rijden, maar het euvel op te heffen. Bovenstaande wenken zullen voor weini gen iets nieuws inhouden. Wie echter op straat zijn oogen goed den kost geeft, weet. dat zij geenszins overbodig zijn. Over de vraag, wie in aanmerking komt voor een nieuwen band, zij in aansluiting aan het vroeger bekend gemaakte nog ver meld, dat invaliden en zwakken, wanneer zij een bon voor een nieuwen band willen verkrijgen, aan het plaatselijk distri butiekantoor een doktersverklaring dienen over te leggen, dat zij hun rijwiel of inva- lidenwagen noodig hebben om zich langs den openbaren weg te kunnen voortbewegen. De Nederlandsche S.S. marcheert door Groningen Duitsche autoriteiten toonen hun belangstelling Zaterdagmiddag heeft de Nederlandsche S.S. een marsch door Groningen gemaakt. Precies •om vijf uur werd onder stroomenden regen van het beginpunt in het stadspark afgemar cheerd onder leiding /an den plaatsvervan- genden voorman, S.S.-onderstormleider J. P. Wolffraan. Ee:; achttal .amboers voorop, daar na de commandant en vervolgens de afdee lingen, waarvan als eerste standaard 1 van de Nederlandsche S.S. 'Groningen, Friesland, Drenthe) liep. gevolgd door de afdeelingen uit de andere deelen van het land. In totaal namen ongeveer vijfhonderd man aan dezen marsch deel. Langs de geheele routè, welke ongeveer twee kilomet'r lang was, sloeg een talrijk publiek de marcheerende colonne gade. Intusschen was het weer opgeklaard. Op de Groote Markt stond het vendel Groningen van de W.A. opgesteld onder commando van oppenkompaan J. Kollee, ook banleider Bres- ser was aanwezig. Een officieel défilé werd niet gehouden, doch cu Duitsche autoriteiten sloegen den marsch gade van het balkon van het dienstgebo w van den gevolmachtigde van den rijkscommissar Onder hen bevonden zich de höhere S.S. md Polizeiführer com missaris-generaal S.S. Brigadeführer Rauter en de gevolmachtigde van den rijkscommissa ris voor de provincie Groningen, dr. Conring. Op de Vischmarkt stond voor de A-kerk de National0 Jeugdstorm Ver leiding van den districtsleider, een heer Timmer, opgesteld en de districtsleidster van de N.S.V.O., mevr. Kuiper. Nadct in de Poelestraat de stoet was ontbonden, werd in het Concerthuis een maal tijd gebruikt, waarna men zich tegen acht uur in formatie naar de Harmonie begaf, waar een kameraadschapsavond werd gehouden, ter ge legenheid waavvan als première voor Neder land de film „Kampfgeschwader Lützow" werd vertoond. „En nu moet ik opnieuw beginnen, moeder. Ik zal naar De- 'enter gaan en er hard werken. Maar het is zoo donker, zoo jonker. Onder het werken zal ik alles vergeten, maar in ver- pren oogenblikkenHet is geen leven, moeder. Ik moet mijn iak alleen dragen. Waarom hebben u en Tjaard iemand als ik, ^ie zoo zijn toekomst heeft vergooid, geholpen? Ik was dat niet ,_jvaard. Ik ben er natuurlijk zeer dankbaar voor, want ik ben er loor gered. Maar verdiend heb ik het niet." jH Als in de dagen, toen hij nog een kleine jongen was, stond ?eiïmevrouw Schrader op, nam zijn hoofd in de handen en kuste FtEpem. ki! „Mijn jongen", zeide zij, met een door tranen verstikte stem, „over de hulp, die wij je hebben verleend, moet je niet spreken, ft Was natuurlijk vanzelfsprekend, dat we voor je in de bres f feprongen. Daarover praten we dus niet meer. En voor de rest, P IHeir.o, mijn jongen, ik kan je niet helpen. En je kunt jezelf ook keipen. Je kei* het w«ord van onzen Heiland: „Zonder Mij oojwUit ge niets doen." Ik begrijp, dat je geen licht ziet, dat alles 'W stikdonker is. Maar Jezus is het licht der wereld. Ik heb God ki! vurig véor ie gebeden. En mijn gebed is aanvankelijk verhoord, j Je bsr.t cp terugweg, wa»nt je z*et je zonden en je verkeerd heden. En dat is het begin van den terugkeer. Als wij niet zien, dat wij zondaars zijn, dan is er ook geen redding. Maar nu moet je nog een stap verder, jongen. Je kimt onmogelijk in Deventer voldoening en bevrediging in je werk vinden. Dat werk neemt niet de onrust van je ziel weg en kan je het verleden onmoge lijk doen vergeten. Je moet tot God gaan en Hem smeeken om vergeving van je zonden. En dan zal Hij hooren. „Roep Mij aan in den dag der benauwdheid en Ik zal u uitredden", heeft Hij gezegd. Eerst wanneer je dat hebt gedaan, zul je den vrede ver krijgen, waarnaar je haakt, waarnaar je gefolterde ziel snakt. Zoek het niet bij menschen of zaken, Heino, want die stellen teleur. Jezus, Jezus alleen kan en wil je helpen." Heino luisterde. Hij wist dat zijn moeder gelijk had, want het was hem van kindsbeen gezegd. „Ik heb de laatste weken gebeden, moeder, heusch. Maar het helpt niet", klaagde hij. In de oogen van mevrouw Schrader kwarni een lichtglans. En haar hart sprong op van vreugde, terwijl zij, zonder woorden, God dankte voor de verhooring van haar gebed. „Houd dan maar vol, mijn jongen. Bid zonder ophouden. En dan zal het Licht doorbreken. En dan is het eerst goed. Den volgenden dag volvoerde Heino het plan, dat in hem opgekomen was, toen hij op het station Utrecht Martha had gezien. Hij sprak er niet met zijn moeder over. Zonder dat zij het bemerkte, wist hij het adres van Martha gewaar te worden, en schreef hy haar het volgende korte oriefje: „Martha. Ik heb het al veel eerder willen doen, maar ik durfde niet. Maar nu ik je op het perron in Utrecht even gezien heb, wordt het mij te machtig. Ik vraag alleen, of je mij vergeven kunt. 'k Heb verkeerd gehandeld en moet daarvoor nu, welverdiend, boeten. Hoe dan ook, ik zal mijn lot dragen. Het zal mij gemak kelijker valler, als ik weet, dat je mij kunt en wilt vergeven het leed, dat ik je opzettelijk heb aangedaan. Méér verlang ik ni-et- Heino." Per keerende post kwam het antwoord: „Beste jongen, natuurlijk vergeef ik je van ganschèr harte. Dat heb ik voor mijzelf reeds lang gedaan. Ook mij heeft dat leed gelouterd. God doet ons wel eens door den smeltkroes gaan. Ik ben in het algemeen met je omstandigheden op de hoogte gebleven en heb medelijden met je. Maar vergeet niet, Heino, dat het niet voldoende voor je is, dat i k je volkomen alles vergeef. Doe de hartelijke groeten aan tante. Je „zusje" Martha." Aanvankelijk was Heino zielsblij met het briefje van Martha, dat hij zelf van den brievenbesteller in ontvangst genomen had, zoodat zijn moeder van de correspondentie onkundig was. Maar zijn vreugde werd getemperd. Hij had gemeend, dat hij door Martha's vergeving, ten deele althans, tot rust zou komen. Er was evenwel geen sprake van. De onrust bleef knagen. En toen hij een week later naar Deventer ging, om daar als chef van het filiaal van Van Halen Co.'s Handelsvennoot schap dat was de nieuwe naam sinds de combinatie met Jan sen van 't Laar tot stand gekomen was zijn werk aan te van gen, was hij nog dezelfde gebroken man, als toen hij naar zijn moeder kwam. Doch in Deventer kwam langzaam en geleidelijk, maar zeker, het Licht schijnen. Hij leerde uit het diepst van zijn ziel stame len: „O God, wees mij, zondaar, genadig." En weerklinken ging in zijn binnenste de echo van het woord: „Uw zonden zijn u vergeven. Ga heen in vrede." HOOFDSTUK XXI. Twee jaar later, het was hoogzomer, vertoefde Tjaard Schra der met zijn gezin weer in Wijk aan Zee, waar het hun de vorige maal zoo uitstekend bevallen was. De oude mevrouw Schrader was eveneens van de partij. Haar gezondheidstoestand Was veel beter dan enkele jaren terug. „Dat komt, omdat het met Heino in orde is", zei Truus dan. Mevrouw Schrader lachte dan maar wat. Misschien, vond zy, dat Truus gelijk had. Want inderdaad was het met haar beter geworden, toen bleek, dat Heino in Deventer van een zoeker een vinder geworden was. Geregeld éénmaal per maand kwam de eenzame man, die zulke bittere ervaringen vhad opgedaan, van Zaterdag tot Maan dag naar Groningen. Uit de gesprekken, die mo*ier en zoon dan voerden, bleek wel, dat Heino langzamerhand aan het veranderen was. wat mevrouw Schreider tot groote vreugde stemde. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5