%ffeinó-5ch&adeki
Robii
Rijwielbanden een kostbaar bezit
AANüAG 7 AF-RIL ÏÏ4Ï
PAG. S
Kerk en Zending
NED. HERV. KERK
|oepen: Te 's-HeeH'nb.oek-Niesw-
oez.), carï* W. C. Luuring te Heem-
*- n naar Oudemirdum,
t Kleine, hlf.lppred. te Nije?-.aske
liijke, die bedank* heeft voor Wagen-
I en voor Wijnjeterp c.a.
lero^en, S. v. d. Linden te Lopik.
jïsen Zweins. cand. J. G. de Jong te
DOOPSGEZ. KERK
a n k t: Voor Aardenburg, W. Broer
IV land-
fHTING „T.C.L.", WAGENBORGEN
schoen^ mej. S. Kinders
met ingang van
het Pavlijoen
aebruil^ ,.aa- als hoofd van het 1
Tda eervol ontslag verleend,
bekendpe^ bereiken van den pensioen-
tigden leeftijd.
son I Rojns is aan het adj.-hoofd van Bethesda
e r#»r>iitarf Diikema' °P een nog nader te bepa-
p afum, eervol ontslag verleend, met toe-
te hi van Pensioen.
ingang van 1 Aug. a.s. is zr. H. M. Vis-
,Met Rolians hoofd van het Paviljoen Eben-
er benoemd het tegenwoordige adj.-
lethesda. In de plaats van zr. H. M.
I is als hoofd van het Paviljoen Eben-
benoemd het tegen worodig adj.-
jvan dit Paviljoen, zr. C. Timmers.
met ingang van 1 Aug. a.s.
ider en rE GEREF0RMEERDE BOND.
gereformeerde Bond tot verbreiding en
van de waarheid- in de Ned.
"iKerk houdt op 17 April a.s. in het
voor Kunsten en Wetenschappen te
zijn jaarvergadering. Aan de orde
n. de verkiezing van twee hoofdbe
en. wier beurt van aftreden het is.
■I^^^redende leden zijn L. F. Du yma er
en ds. J. J. Timmer. "Bei-
"fcllen zich herkiesbaar.
GODSDIENSTIGE LEVEN IN
JOEGOSLAVIË
bevolking van Joegoslavië werd op het
van 1936 geschat op ruim 15 millioen
1/ L| Hiervan behooren 7 millioen tot de
f JU Jjoxe kerk, dit is 48 pet. Ruim vijf
D_ jj£n behooren tot de Roomsch Katholieke
H T)it zijn voor het grootste deel Kroaten
pvenen. De Serven behooren meeren-
tot de Orthodoxe kerk; 11 pet. van de
iing belijdt den Mohammedaanschen
jenst. De Mohammedanen wonen hoofd-
V1"de|k in Bosnië en Herzegowina.
J de 700.000 Rijksduitschers, die in Joe-
en wonen zijn er 575.000 Roomsch Ka-
st0^k. Er zijn voorts drie Evangelische
_varif n.l. de Luthersche-Slowaaksche kerk
hü70,000 zielen; de Hervormde kerk met
mj aee* leden waarvan 42,000 Hongaren en
gingen,| Duitschers en de Duitsch Evangelische
A. B. die overwegend Duitsche leden
werk,!. 100,000 van de 125,000.
verd)
verbrJ
s Insul^NJE GARDE WORDT OPGEHEVEN
had kt dagelÖksch bestuur van de Oranje-
irige w Nederland heeft, gelet op de door
n onsc|Hidige tijdsomstandigheden ontstane
dan efikheclen en het sterk teruggeloopen
^en rIJ leden, besloten de Landelijke Organi-
ook d-°ranie Garde" in Nederland, met alle
lelijke afdeelingen, met ingang van 1
1941 op te heffen.
[TH. PREDIKANTENVERGADERING
123e Predikantenvergadering zal wor-
jehouden op Donderdag 24 April a.s. in
pnsistoriekamer der Herst. Ev. Luth.
Spinhuissteeg 11, Amsterdam.
C. Pel Jr. zal een exegetisch-stichte-
jinleiding geven, over 1 Petr. 5 1—4.
I W. J. Manger zal spreken ovèr „Het
HAAbenstig volkskarakter van het Neder-
jche volk", en Ds. Th. S c h a r t e n Jr.
■■„De prediking in onzen tijd".
Igens het officieele onderzoek naar de
ikkeling van de Godsdienstgemeenschap-
onten |n de Vereenigde Staten het resultaat
op de de in 1936 gehouden telling werd pas
stelleiv h einde van 1940 bekend gemaakt
rfani^r e 1 *936 256 verschillende godsdienst-
uitvo|er PPen tegen 213 in het jaar 1926.
b ii Roomsch-Katholieken is, naar een
TwccC^hineton verschijnend Roomsch-Katho-
art vjbiad mededeelt, in deze tien jaren met
1.3 millioen toegenomen tot 19,914,937
kaart»nwoordig meer dan 20 millioen), het aan-
Pr- lieden van de Protestantsche richtingen
de frond 600,000 afgenomen. Het sterkst zijn
Vieiprotestantsche zijde de 21 groepen van de
p^jjjisten met tezamen 8,262,827 aanhangers,
's 'volgen de Methodisten eveneens in meer
eQ20 groepen verdeeld, met rond 7,000,000
taa't ziJ hebben meer dan 1,000,000 aanhan-
Prij verloren. De Luthersche kerk is gegroeid
«schik tot 4.2 millioen en de Mormonen zijn
gnomen van 600.000 tot 774.000.
DS. G. MOLENAAR HERSTELD
Dry G. Molenaar, ie nestor der Cly. S*ref.
NED. LUTH. GENOOTSCHAP
De voorjaarvergadering van tot Luth. Ge
nootschap wordt gehouden op Woensdag 23
April a.s. in-Tiet Kerkelijk Gebouw der E»-ang.
LifSh. Gemeente, Hantifcoogstraat te Amster-
dam.
Zendeling W L S l I n h a r t heeft toe
gezegd een referaat te'houden.
LUTH. JEUGDBONDEN
Het Lnth. Jeugdblad meldt, dat op den
tweeden Paaschdag te Amsterdam een Fede
ratiedag wordt gehouden uitgaande van de
drie Luthersche Jeugdbonden (Jong. Ver.,
Meisjes ver. en Gemengde ver.) Des morgens
wordt de d ienst in de Oude'Kerk aan het
Spui bijgewoond, waar Prof. S tegenga
voorgaat, terwyl des namiddags een samen
komst wordt gehouden in de Lutherkapel,
waar Ds. W. Spliethoff spreken zal over
het onderwerp „Koele hoofden, warme har
ten".
Ds. A. W. C d e Wit, die aan de beurt van
aftreding is als voorzitter van den Luth-
Jongelingsbond, stelt zich als zoodanig niet
herkiesbaar.
De bondsvergadering van den Meisjesbond
wordt 2den Pinksterdag te Utrecht gehouden.
BEROEPINGSWERK TE 'S-GRAVENZANDE
-.u een geslaagde actie tot verhooging van
bijdragen en een daarop gevolgde vergadering
met de lidmaten der gemeente heeft de kerke-
raad van de Geref. Kerk van 's-Gravenzande
thans definitief besloten over te gaan tot be
roeping van een tweeden dienaar des woords.
Een pastorie is voor dit doel reeds aangekocht
's-G ravenhage Bilderdij\school. Tot
hoofd (vac. T. Hautzema): ae heer L. v. d.
Brink, hoofd der Chr. school te Vianen.
Examens
Utrecht. Semi-arts examen Th. G yan RUssel.
L. van Hoorn. R. A. C. lïertdrikx. W. H.
Borst mej. M Bakker.
Arts-examen A. A. Oostenbrir/k.
Cand. muziekwetenschap mej. S Winkler.
Apothekersexamen Ie ged. Mej. M. Rutgers A.
H. v./d. Berg W H. v./d. Kamp.
Schrale; propaedeutisch theologie mej.
tracht, R Etdering; theoretisch tandheelkunde
laks en het tandarts-es
T. Kater.
Itrecht. de promotóe
Amsterdam, is met lof gesohi__
DELFT. Technische Hoogeschool. Candid;
examen werktuigkundig ingenieur de heeren
van Blerkom, Vlissingen, N. Feis. Modjokerto
J. J. A. Geluk Noordgouwe.
Ingenieursexamen werktuigkundig ingenieur d«
heeren D. van Amstel. Amersfoort. J. P. M. Com
mandeur. Schoten. H. J. S. Elink Schuurman
W. H. Engelkes. H<
J.
Lelyveld Zar
C. Rei
's-Gra
GIFTEN EN LEGATEN
de
u
PrijJDe Ned. Herv. Gemeente van Blokzijl
het t^ing een legaat groot 1000 van een oud-
ons ter dezer gemeente.
Onderwijs
Nederlands werk in Indië
Voordracht van Dr. H. Colijn over
ons grootsch verleden
Dr. H. C o 1 ij n heeft Vrijdagavond in de aula
der Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam,
in het kader van den lezingen-cyclus, georga
niseerd door de Contact-Commissie der
Amsterdamsche studenten, een voordracht
gehouden over het onderwerp „Nederland
overzee".
Volgens de Telegraaf bestond er voor deze
bijeenkomst overweldigende belangstelling,
zoowel van de zijde der studenten als van
den kant der hoogleeraren en hun dames,
onder wie wij ook den rector magnificus,
prof. dr. B. Brouwer, en zijn echtgenoote
opmerkten.
Als uitgangspunt van zijn rede koos
dr. Colijn het geboortejaar .dn den drang
naar expansie, 1453, waarin de Turken
Constantinopel veroverden. Toen hun ook
Egypte in handen ipel, was de weg via het
Oostelijk bekken der Middellandsche Zee ver
sperd. Twee nieuwe paden werden nu inge
slagen. De Venetianen poogden de Turken uit
hun positie te verdrijven, doch faalden hierin,
anderen daarentegen trachtten langs Gibraltar
en Afrika's Westkust een nieuwen doorgang
te vinden, hetgeen ten slotte den Portugeezen
gelukte. De eerste tocht, door Hollanders
ondernomen, droeg een zuiver privaatrechte
lijk karakter. Pas langzamerhand volgde
men naast het economische streven de handel
wijze der Portugeezen door volksplantingen
te stichten, politieken invloed bij de inland-
sche grooten na te streven en het Christen
dom te verbreiden.
Scheen in 1811 ons gansche koloniale ge
bied verloren, in 1816 was de oude toestand
grootendeels hersteld geografisch althans.
De status van Indië was geheel veranderd,
nu het beheer er over van de Compagnie op
den Staat was overgegaan. Dr. colijn besprak
achtereenvolgens de perioden van het batig
slot, van de verlichting der drukkende lasten
en, sint* 1900, van de cultureele en welvaarts-
politiek. Eerst na den kostbaren Atjehoorlog
kon men onder Van Heutsz overgaan tot de
vestiging van ons gezag in alle gebiedsdeelen
en tevens tot de ontsluiting van alle mogelijk
heden van een gezonde welvaartspolitiek.
Hoe groot Nederlands aandeel in deze politiek
was, wordt o.a. geïllustreerd aoor het in 1923
in Indië geïnvesteerde bedrag van 3600 mil
lioen, waarvan Nederland in Europa 2600
millioen verschafte.
De politiek sinds 1900 illustreerde
dr. Colijn door te wijzen op de instel
lingen voor inlandsch onderwijs. Over
schreed het aantal scholen in 1907
nauwelijks de honderd, twee decennia
later bedroeg het niet minder dan 12,000,,
terwijl het thans, met inbegrip van
missie- en zendingsscholen, de 28,000 be
reikt heeft. De onderwijsuitgaven stegen
in dit tijdvak van 7 tot 40 millioen.
Veel statistisch materiaal zou nog te ver
werken zijn, doch spr. meende piet dit histo
risch overzicht voldoende het feit belicht te
hebben, dat Indië voor Nederland een eere
zaak is en dat het Nederlandsche volk, ge
dachtig aan dit grootsche verleden, tot zich
zelf dient te zeggen: „Nous maintiendrons".
ONDERWIJSBENOEMINGEN
S t o 1 w ij k. School m. d. Bijbel. Tot kw
m. a.: de heer T. van Barneveld te
Delft
N a a 1 d w ij k. Chr. school. Tot onderwij
zer: de heer B. Koekkoek aldaar.
B u s s u m. Julianaschool. Tot kw. m.a.:
mej. T. Koolhaas te Huizen.
i D. M Alsem.
Gerads. beiden Vught; G ^Edlnga^ P. Zadoks.^A-
Apothekersadsistentexamen. Geslaagd
mej. J. A. M. van Wesemaal te Amsterdam.
's-Gravenhage. Stuurlieden-examens. ^Geslaagd
groote handelsvaart W.
Binnenlandsch Nieuws
De laatste twee collecten van
de Winterhulp
De tot nog toe behaalde resultaten
Zooals gemeld en zooals ook zal blijken
uit de nieuwe affiches, welke dringend tot
ofieren zullen uitnoodigen, zal van 15 tot
en met 19 April in ons land weder een
lijstencollecte voor de Winterhulp Nederland
worden gehouden. Daarna volgt ten slotte op
2 en 3 Mei nog een straatcollecte en daar
mede wordt dan het werk van de Winterhulp
Nederland voor den winter 19401941 af
gesloten.
Nu het einde van deze werkperiode zoozeer
in het zicht is, heeft een verslaggever van het
A.N.P. nog eens een kort onderhoud gehad
met een van de naaste medewerkers van den
directeur-generaal, teneinde eenige indrukken
te krijgen over de tot dusver behaalde
resultaten.
In de eerste plaats kon worden geconsta
teerd, dat de stemming van het publiek,
welke in het begin der werkzaamheden nogal
eens van tegenzin blijk gaf, zich geleidelijk
ten goede heeft gewijzigd. Vooral de laatste
huiscollecte heeft reden gegeven, deze gun
stige kentering vast te stellen. Want thans
kan reeds worden aangenomen, dat de op
brengst van deze midden Maart gehouden
collecte niet onbevredigend zal zijn, al is het
totale bedrag nog niet met juistheid bekend,
omdat van tal van gemeenten de opgaven nog
moeten binnenkomen.
Merkwaardig is het voorts te kunnen vast
stellen, dat door de arbeiders zeer goed wordt
gegeven, en dat de ontvangst van de col
lectanten in het algemeen bij de gevers zeer
hartelijk is.
Daartegenover staat echter het bedroeven
de feit, dat in de wijken der beter ge
situeerden niets of weinig wordt gegeven, in
hoofdzaak niets. Ook hier zal ten bate van de
hulpbehoevenden een kentering ten goede
moeten komen.
Verheugend is het verder, dat de propa
ganda tegen de Winterhulp is verminderd, al
is deze helaas in zekere mate nog blijven be
staan. Werkte men vroeger veel met de be
wering, dat de ingezamelde gelden voor het
grootste deel voor Duitschland bestemd
zouden zijn, thans, nu de praktijk de onhoud
baarheid aan deze stelling heeft doen blijken,
heeft men weer een ander praatje, en wel.
dat er geld uit Duitschland komt om de
resultaten van de collectes zoo gunstig moge
lijk te kunnen voorstellen.
Van het eene uiterste komt men naar het
andere, maar dat bewijst tevens wel zeer
duidelijk, welk een waarde aan een dergelijke
kwaadwillige actie moet worden toegekend.
Wat nu de resultaten van de gehouden
collectes betreft, is reeds medegedeeld, dat de
opbrengst over de eerste drie maanden der
werkperiode bijna 3 millioen gulden heeft be
dragen, welk bedrag ook reeds werd uitge
keerd. Over het tweede tijdvak van drie
maanden wordt eenzelfde resultaat verwacht
en op grond hiervan is tot Mei dan ook in
totaal een bedrag van ongeveer 5% millioen
gulden toegewezen, welke toewijzing bij een
zelfden gang van zaken als tot dusver als
redelijk gedekt kan worden beschouwd. Tot
nu toe zijn de opbrengsten geheel in overeen
stemming met die verwachting, en het is dan
ook te hopen, dat met de twee nog restende
collectes dezelfde lijn kan worden door
getrokken. Als sluitsteen van de actie is daar
om de collecte in Mei een zaak van groot ver
trouwen, opdat de mede daarop gebaseerde
toewijzingen ook ten volle zullen kunnen
borden uitgekeerd.
De ervaring, wellïe Winterhulp Nederlctnd
rh de afgeloopen maanden heeft opgedaan,
heeft bewezen, dat de nood, welke door ge
zamenlijke inspanning moet worden geleoigd,
enorm groot is, en tegen het einde der werk
periode zullen ruim 1 millioen personen ge
deeltelijk eenmaal, gedeeltelijk meermalen
zijn ondersteund en wel met een gemiddelde
bijdrage van vier gulden per hoofd. Daar
naast komen nog allerlei uitkeeringen in con
tanten aan stille armen, instellingen, oorlogs
weduwen enz.
Dat deze hulp bij lange na niet voldoende
is om allen nood te lenigen behoeft wel geen
betoog en daarom moge op het publiek een
dringend beroep worden gedaan, om nog
meer algemeen dit mooie sociale werk te
steunen, waarbij voor de gevers een aan
sporing moge zijn te weten, dat de dank van
hen, die steun ontvangen, in het algemeen
zeer groot is, doch dat helaas met het oog
op de beschikbare fondsen in vele gevallen
teleurstellingen niet konden worden voor
komen.
Offert daarom gul voor uw behoeftige
landgenooten.
Bloedgemeenschap
Een bureau voor onderzoek
van het rassenprobleem
Zaterdagmiddag heeft dr. T. Goedewaagen,
secretabis-generaal van het departement van
volksvoorlichting en kunsten te Amsterdam
voor een groot gezelschap intellectueelen een
rede gehouden over het onderwerp „Bloed
gemeenschap".
Dr. Goedewaagen merkte op, dat de op het
beginsel van de bloedgemeenschap berusten
de joden-zuivering van de Nederlandsche
cultuur vele Nederlanders blijkt te veront
rusten. Velen achten zich geroepen hiertegen
een protest te doen hooren, dat op motieven
van menschenliefde en humaniteit gebaseerd
is. De menschenliefde van vele Nederlanders
echter, schijnt zich speciaal te richten op de
Joden en minder op andere Nederlanders, die
een bepaalde politieke overtuiging zijn toe
gedaan. Ja, tegenover deze groep schijnt het
als een humane deugd te gelden wanneer
men haar met laster, terreur en broodroof
tracht uit te roeien.
De gedachte van bloedgemeenschap in ver
band brengend met de begrippen gebonden
heid en vrijheid, zeide dr. Goedewaagen, dat
de gebondenheid zich uitdrukt in het woord
„bloed". Bloed is het erfdeel der vaderen, een
gift die wij medekregen, een interne aard, een
complex van mogelijkheden en tegelijk een
beperking en begrenzing, die wij niet kunnen
overschrijden.
Het hoogste goed is de menschen-adel; de
aangewezen weg erheen, zoo zeide spr., bestaat
voor alle bloedgemeenschappen in veredeling,
in het niet alleen voortplanten, maar ook
„omhoogplanten". De adel van lichaam en ziel
is het leidend beginsel van deze gemeen
schap. Daarom is het noodig dat een volk, dat
gezond wil worden zich een elite schept, die
in haar voortplanting waarborg van ver
edeling geeft.
De democratie, gepaard met het humanisme,
had hiervoor geen oog, zij preekte een huma
nitaire moraal, een staatsbestel naar de maat
staf van privaatrechtelijke betrekkingen. Het
humanisme leidde tot ontwrichting van gezin
nen, sibben, volk, stam en ras omdat het
begrip noch intuïtie had van deze levens
vormen. Het liet het gewichtigste deel der ge
meenschapsvorming aan het toeval over. Een
fout in de politiek en de staatkunde is door een
andere politiek te achterhalen. Een zonde tegen
het bloedverbonden volk b.v. door bloedver
menging is nooit te achterhalen.
De 20ste eeuw schept- een nieuwe wereld
geschiedenis uit de idee der bloedgemeenschap.
Voor het nationaal-socialisme zijn gezin en ras
heilige waarden. Zooals de renaissance het
hoogste in het avontuurlijk individu vereerde,
evenzoo vereert het nationaal-socialisme het
hoogste in de bloedgemeenschappen. Deze visie
bepaalt de nationaal-socialistische moraal, de
oeconomie, de politiek en de opvoedkunde.
Voor het nationaal-socialisme is de „omhoog
planting" van onze sibbe en ons volk een
hoogste imperatief, waartegen, al het andere
als wezenlooze abstractie verbleekt.
Het jodenvraagstuk wil dr. Goedewaagen
van dit standpunt uit bekijken. De nationaal-
socialist, die in de gemeenschapsvormen des
bloeds de hoogste gemeenschapsvormen ziet,
verzet zich tegen de humanitaire moraal, die
volken en rassen chaotisch door elkaar wil
vermengen. Wij zien in de humanistische ver
ontrusting over de jodenmaatregelen symp
tomen van een geestelijke ziekte, een
psychische verslapping, een cultureel nihilisme
Sterker dan oeconomische, politieke, paeda-
gogische maatregelen is de activiteit ten goede
en ten kwade, die de mensch in zijn voort
plantingsdrang ontwikkelt. Wij beoordeelen
het jodenvraagstuk niet individualistisch, wij
zien in den jood geen individu alleen, maar
een buitenstaander van ons gezin, ons geslacht,
ons volk, ons ras.
Wanneer deze gedachte nu wordt geconcreti
seerd, ontdekt men aan lijf en ziel, wat het
beteekent naar den bloede Nederlandsch,
Germaansch, Noorsch te zijn. Deze begrippen
omvatten ons geheele bestaan. Zij omvatten
niet alleen ons verleden, onze voorgeschiede
nis, maar ook onze toekomst, de toekomst van
ons geheele bestaan.
Aan het slot van zijn rede heeft dr. T.
Goedewaagen medegedeeld, dat aan het
departement van volksvoorlichting en
kunsten een bureau voor onderzoek van
rasproblemen in verband met de politieke
taak van dit departement, zijn werk zal
beginnen. Aan dit bureau zal naast het
jodenvraagstuk, ook het Indo-vraagstuk
bestudeerd worden.
Houdt de hand aan
uw band
De oeconomische voorlichtingsdienst deelt
mede:
Nu een einde is gekomen aan den vrijen
aankoop van banden en de overheid wegens
de slechte positie van onze rubber, is moeten
overgaan tot een zeer straffe distributie van
alle soorten binnen- en buitenbanden van
rijwielen en transportfietsen, zal menigeen
zich hebben afgevraagd hoe hij zijn band
moet verzorgen om er zoo lang mogelijk ple
zier van te hebben.
Een goede verzorging van den band omvat
niet slechts goed oppompen en het vrijwaren
voor schuren en schaven van den band, maar
strekt zich uit tot de geheele fiets.
Dikwijls heeft de wijze, waarop men rijdt, of
de spanning der spaken grooteren invloed
op den levensduur dan de behandeling van
den band zelf.
De banden rolllen niet zoomaar voort
dat gebeurt alleen, wanneer men de fiets aan
de hand meevoert waarbij zij nauwelijks slij
ten maar zetten zich af aan den weg, wat
met meer of minder kracht gepaard gaat en
dus noodzakelijk eenige slijtage veroorzaakt.
Het sterkst is die slijtage natuurlijk, wanneer
zoo hard op het pedaal wordt getrapt, dat
het wiel doorschiet en de band
over het wegdek schuurt. Bij sterk
en plotseling remmen geschiedt hetzelfde:
het wiel schuift over den weg. Dat beide ge
vallen zeer schadelijk zijn, behoeft geen be
toog. Maar wel moet de aandacht worden ge
vestigd op de omstandigheid, dat zich in ge
ringere mate hetzelfde voordoet, wanneer de
fiets te snel in beweging komt of te hevig
wordt afgeremd, men doet daarom goed
steeds geleidelijk aan te remmen en niet als
een racer te starten, maar het rijwiel de ge
legenheid te geven langzaam vaart te krijgen.
Ook het wiel moet zich in goeden toestand
bevinden. Daartoe moet erop worden gelet,
dat de wielen niet slingeren, goed
s p o r en (d.w.z. precies in eikaars verlengde
staan en niet het eene loodrecht op den weg
en het andere scheef) en worden gesteund
door behoorlijk strak aangedraaide spaken.
Het wiel heeft den steun, dien het van de
spaken ontvangt, noodig om zijn juisten ron
den vorm te bewaren.
Het tweede onderdeel, waar het critisch
oog vaak vele fouten ontdekt, is de velg. De
velg mag niet roesten, want roest
vreet den binnenband aan en de velglinten
moeten behoorlijk op hun plaats liggen om
daar den band tegen de spaakeinden te be
schermen.
Overvloedig smeren is gevaar-
1 ij k, want bij stilstand van het wiel, kan de
olie via de spaken door den nippel den bin
nenband aantasten.
Tenslotte de band zelf. Repareert
men een band zelf, dan moet erop wor
den gelet, dat de dradenbescherming niet
wordt beschadigd en de binnenband niet tus-
schen velg en buitenband stuk geknepen kan
worden. Is de band lek geworden door een
spijker, een stuk glas of een ander scherp,
puntig voorwerp, dan behoort men voor het
rijwiel naar den reparateur wordt geduwd,
het kwaad, dat de lekkage veroorzaakte, ver
wijderen. Doet men dit niet, dan is de kans
groot, dat het scherpe voorwerp, vastge
klemd als het is in den buitenband, den bin
nenband op talrijke plaatsen doorboort en
hem zoo waardeloos maakt. Rijden op een
gesprongen band is natuurlijk uit den booze.
Men moét ook in ander opzicht voorzichtig
zijn met het vervoeren van een rijwiel o p
een lekken band, want dan dreigt op-
loopen van den binnenband. Het is namelijk
zoo, dat' een niet onder spanning staande
buitenband eenigszins gaat rondschuiven en
daarbij den binnenbind meetrekt. Deze heeft,
doordat hij met het ventiel aan de velg vast
zit, niet eenzelfde bewegingsvrijheid. Hij
wordt dus eensdeels van het ventiel af uit
gerekt en anderdeels nar het ventiel toe op
gepropt, hetgeen afbreuk doet aan zijn duur
zaamheid.
Voorts is eendynamo, dienietjuist
gesteld is, funest voor den band. want het
aandrijfwieltje draait dan niet soepel langs
den band, maar schuurt en schuift er langs.
Dit is gemakkelijk te controleeren; met een
touwtje kan men zonder moeite nagaan of
de lengte-as van de dynamo heen wijst naar
Wie, ondanks alle voorzorgen, met stukkenc
fietsbanden tobt en geen nieuwe mag koopen,
kan vaak nog baat vinden bij vulcaniseeren.
Maar daar moet de vakman aan te pas komenl
(Foto uit eigen archief.)
de as van het wiel. Staat het aandrijfwieltje
scheef op den band, dan komt binnen korten
tijd het canvas bloot te liggen.
Een vanzelfsprekende constateering is, dat
veel meer kilometers kunnen worden afge
legd op een goed opgepompten dan
op een te slappen, band en dat nooit op een
leegen band mag worden gereden. Daarom
dient iedere wielrijder over een behoorlijke
pomp te beschikken en er geregeld gebruik
van te maken. Ook tegen stoepjes oprijden
of door glas of andere scherpe voorwerpen
fietsen is schadelijk. Iedereen weet dit, en
toch ziet men het vooral bij de jeugd, nog
herhaaldelijk.
Zware belasting van een band is
evenmin goed, een regel, waartegen vooral
wordt gezondigd door hem, die iemand op de
bagagedrager laat meerijden.
Als laatste, veel voorkomende euvel, moet
het aanloopen van den band worden
genoemd. Spatbordstang, jasbeschermer door
vocht van vorm veranderd) en kettingkast
helpen den band veel sneller aan zijn einde
dan noodig is. Een schurend geluid moet voor
ieder een waarschuwing zijn niet langer zoo
door te rijden, maar het euvel op te heffen.
Bovenstaande wenken zullen voor weini
gen iets nieuws inhouden. Wie echter op
straat zijn oogen goed den kost geeft, weet.
dat zij geenszins overbodig zijn.
Over de vraag, wie in aanmerking komt
voor een nieuwen band, zij in aansluiting
aan het vroeger bekend gemaakte nog ver
meld, dat invaliden en zwakken,
wanneer zij een bon voor een nieuwen band
willen verkrijgen, aan het plaatselijk distri
butiekantoor een doktersverklaring dienen
over te leggen, dat zij hun rijwiel of inva-
lidenwagen noodig hebben om zich langs den
openbaren weg te kunnen voortbewegen.
De Nederlandsche S.S.
marcheert door Groningen
Duitsche autoriteiten toonen hun
belangstelling
Zaterdagmiddag heeft de Nederlandsche S.S.
een marsch door Groningen gemaakt. Precies
•om vijf uur werd onder stroomenden regen
van het beginpunt in het stadspark afgemar
cheerd onder leiding /an den plaatsvervan-
genden voorman, S.S.-onderstormleider J. P.
Wolffraan. Ee:; achttal .amboers voorop, daar
na de commandant en vervolgens de afdee
lingen, waarvan als eerste standaard 1 van
de Nederlandsche S.S. 'Groningen, Friesland,
Drenthe) liep. gevolgd door de afdeelingen
uit de andere deelen van het land. In totaal
namen ongeveer vijfhonderd man aan dezen
marsch deel. Langs de geheele routè, welke
ongeveer twee kilomet'r lang was, sloeg een
talrijk publiek de marcheerende colonne gade.
Intusschen was het weer opgeklaard. Op de
Groote Markt stond het vendel Groningen
van de W.A. opgesteld onder commando van
oppenkompaan J. Kollee, ook banleider Bres-
ser was aanwezig. Een officieel défilé werd
niet gehouden, doch cu Duitsche autoriteiten
sloegen den marsch gade van het balkon van
het dienstgebo w van den gevolmachtigde van
den rijkscommissar Onder hen bevonden
zich de höhere S.S. md Polizeiführer com
missaris-generaal S.S. Brigadeführer Rauter
en de gevolmachtigde van den rijkscommissa
ris voor de provincie Groningen, dr. Conring.
Op de Vischmarkt stond voor de A-kerk de
National0 Jeugdstorm Ver leiding van den
districtsleider, een heer Timmer, opgesteld
en de districtsleidster van de N.S.V.O., mevr.
Kuiper. Nadct in de Poelestraat de stoet was
ontbonden, werd in het Concerthuis een maal
tijd gebruikt, waarna men zich tegen acht uur
in formatie naar de Harmonie begaf, waar een
kameraadschapsavond werd gehouden, ter ge
legenheid waavvan als première voor Neder
land de film „Kampfgeschwader Lützow"
werd vertoond.
„En nu moet ik opnieuw beginnen, moeder. Ik zal naar De-
'enter gaan en er hard werken. Maar het is zoo donker, zoo
jonker. Onder het werken zal ik alles vergeten, maar in ver-
pren oogenblikkenHet is geen leven, moeder. Ik moet mijn
iak alleen dragen. Waarom hebben u en Tjaard iemand als ik,
^ie zoo zijn toekomst heeft vergooid, geholpen? Ik was dat niet
,_jvaard. Ik ben er natuurlijk zeer dankbaar voor, want ik ben er
loor gered. Maar verdiend heb ik het niet."
jH Als in de dagen, toen hij nog een kleine jongen was, stond
?eiïmevrouw Schrader op, nam zijn hoofd in de handen en kuste
FtEpem.
ki! „Mijn jongen", zeide zij, met een door tranen verstikte stem,
„over de hulp, die wij je hebben verleend, moet je niet spreken,
ft Was natuurlijk vanzelfsprekend, dat we voor je in de bres
f feprongen. Daarover praten we dus niet meer. En voor de rest,
P IHeir.o, mijn jongen, ik kan je niet helpen. En je kunt jezelf ook
keipen. Je kei* het w«ord van onzen Heiland: „Zonder Mij
oojwUit ge niets doen." Ik begrijp, dat je geen licht ziet, dat alles
'W stikdonker is. Maar Jezus is het licht der wereld. Ik heb God
ki! vurig véor ie gebeden. En mijn gebed is aanvankelijk verhoord,
j Je bsr.t cp terugweg, wa»nt je z*et je zonden en je verkeerd
heden. En dat is het begin van den terugkeer. Als wij niet zien,
dat wij zondaars zijn, dan is er ook geen redding. Maar nu moet
je nog een stap verder, jongen. Je kimt onmogelijk in Deventer
voldoening en bevrediging in je werk vinden. Dat werk neemt
niet de onrust van je ziel weg en kan je het verleden onmoge
lijk doen vergeten. Je moet tot God gaan en Hem smeeken om
vergeving van je zonden. En dan zal Hij hooren. „Roep Mij aan
in den dag der benauwdheid en Ik zal u uitredden", heeft Hij
gezegd. Eerst wanneer je dat hebt gedaan, zul je den vrede ver
krijgen, waarnaar je haakt, waarnaar je gefolterde ziel snakt.
Zoek het niet bij menschen of zaken, Heino, want die stellen
teleur. Jezus, Jezus alleen kan en wil je helpen."
Heino luisterde. Hij wist dat zijn moeder gelijk had, want
het was hem van kindsbeen gezegd.
„Ik heb de laatste weken gebeden, moeder, heusch. Maar
het helpt niet", klaagde hij.
In de oogen van mevrouw Schrader kwarni een lichtglans. En
haar hart sprong op van vreugde, terwijl zij, zonder woorden,
God dankte voor de verhooring van haar gebed.
„Houd dan maar vol, mijn jongen. Bid zonder ophouden.
En dan zal het Licht doorbreken. En dan is het eerst goed.
Den volgenden dag volvoerde Heino het plan, dat in hem
opgekomen was, toen hij op het station Utrecht Martha had
gezien.
Hij sprak er niet met zijn moeder over. Zonder dat zij het
bemerkte, wist hij het adres van Martha gewaar te worden, en
schreef hy haar het volgende korte oriefje:
„Martha.
Ik heb het al veel eerder willen doen, maar ik durfde niet.
Maar nu ik je op het perron in Utrecht even gezien heb, wordt
het mij te machtig. Ik vraag alleen, of je mij vergeven kunt.
'k Heb verkeerd gehandeld en moet daarvoor nu, welverdiend,
boeten. Hoe dan ook, ik zal mijn lot dragen. Het zal mij gemak
kelijker valler, als ik weet, dat je mij kunt en wilt vergeven
het leed, dat ik je opzettelijk heb aangedaan. Méér verlang ik
ni-et- Heino."
Per keerende post kwam het antwoord:
„Beste jongen, natuurlijk vergeef ik je van ganschèr harte.
Dat heb ik voor mijzelf reeds lang gedaan. Ook mij heeft dat
leed gelouterd. God doet ons wel eens door den smeltkroes
gaan. Ik ben in het algemeen met je omstandigheden op de
hoogte gebleven en heb medelijden met je. Maar vergeet niet,
Heino, dat het niet voldoende voor je is, dat i k je volkomen
alles vergeef. Doe de hartelijke groeten aan tante.
Je „zusje" Martha."
Aanvankelijk was Heino zielsblij met het briefje van Martha,
dat hij zelf van den brievenbesteller in ontvangst genomen
had, zoodat zijn moeder van de correspondentie onkundig was.
Maar zijn vreugde werd getemperd. Hij had gemeend, dat hij
door Martha's vergeving, ten deele althans, tot rust zou komen.
Er was evenwel geen sprake van.
De onrust bleef knagen.
En toen hij een week later naar Deventer ging, om daar als
chef van het filiaal van Van Halen Co.'s Handelsvennoot
schap dat was de nieuwe naam sinds de combinatie met Jan
sen van 't Laar tot stand gekomen was zijn werk aan te van
gen, was hij nog dezelfde gebroken man, als toen hij naar zijn
moeder kwam.
Doch in Deventer kwam langzaam en geleidelijk, maar zeker,
het Licht schijnen. Hij leerde uit het diepst van zijn ziel stame
len: „O God, wees mij, zondaar, genadig."
En weerklinken ging in zijn binnenste de echo van het woord:
„Uw zonden zijn u vergeven. Ga heen in vrede."
HOOFDSTUK XXI.
Twee jaar later, het was hoogzomer, vertoefde Tjaard Schra
der met zijn gezin weer in Wijk aan Zee, waar het hun de vorige
maal zoo uitstekend bevallen was. De oude mevrouw Schrader
was eveneens van de partij. Haar gezondheidstoestand Was veel
beter dan enkele jaren terug. „Dat komt, omdat het met Heino
in orde is", zei Truus dan.
Mevrouw Schrader lachte dan maar wat. Misschien, vond zy,
dat Truus gelijk had. Want inderdaad was het met haar beter
geworden, toen bleek, dat Heino in Deventer van een zoeker
een vinder geworden was.
Geregeld éénmaal per maand kwam de eenzame man, die
zulke bittere ervaringen vhad opgedaan, van Zaterdag tot Maan
dag naar Groningen.
Uit de gesprekken, die mo*ier en zoon dan voerden, bleek
wel, dat Heino langzamerhand aan het veranderen was. wat
mevrouw Schreider tot groote vreugde stemde.
(Wordt vervolgd).