UOH.ixu.iY" cIS UOl
„EEN KOOPMANSSTAD IN VUUR!"
HET valt te verstaan, dat groote gebeurtenis
sen invloed uitoefenen op hetgeen daarna
komt uit de handen van schilders of schrijvers,
zooals elke kunstenaar tenslotte niet is los te ma
ken uit zijn tijd en zijn omgeving. Die gebeurte
nissen mogen den één verstommen, den ander
openen zij den mond. Weliswaar kan men zich
opmaken tot een vlucht in de indifferente litera
tuur, maar zulk een narcose oefent slechts tijde
lijke werking uit Er blijft tenslotte altijd verband
tusschen het leven en de kunstzinnige reactie,
welke het oproept.
Zoo behoefde het niet te verbazen, dat de stad
Rotterdam, waarover het leed van den modernen
oorlog is gegleden, aanleiding heeft gegeven tot
hartekreten, zonder welke ook geen enkel product
van kunst te denken is. Hier komen ons voor den
geest die diepdoorvoelde gedichten, na de Mei
dagen uit de pen gekomen, handelend over de
vreemd openliggende stad. Hier ook mogen wij
noemen de boeken van de predikanten Van
Veldhuizen en N. Buffinga, het laatste juist ver
schenen by J. N. Voorhoeve in Den Haag.
Of zijn deze boeken misschien slechts bedoeld als
vlotte reportage, oefening in beschrijving, waarbij
de feften zelf het beeld blijven beheerschen
Neen, het zijn wel degelijk voortbrengselen, uit
het puin van de stad gegroeid, vruchten, temid
den van kommer en leed en verlatenheid gerijpt.
Als de feiten, die tot deze publicaties de aanlei
ding zijn geweest, zelf over ons komen, dan blijft
er voor denken, toch voorwaarde van eigenlijk
beleven, geen tijd over. Dan is er hoogstens
ruimte voor enkele instinctieve handelingen,
voortvloeiend uit den drang naar behoud van
het leven. Het besef zelf van wat zich voordeed,
dat komt eerst daarna in volle benauwing en
kracht op ons af. En dan ook is het, dat wij oog
herkrijgen, misschien ook voor het eerst krijgen,
voor den zin en de beteekenis der dingen.
Van dit gelouterd besef is ook vol het mooie,
nieuwe boek van Ds Buffinga over Rotterdam
„Een koopmansstad in vuur Er zijn punten van
overeenstemming met het boek, dat Ds van Veld
huizen reeds eerder het licht deed zien. Doch
afgezien van de omstandigheid, dat een gebeur
tenis, waarbij het hart van een wereldstad ten
onder ging, waarlijk niet in een uiteraard be
perkt boek kan worden samengevat, wil de indruk
niet zeer ten deele zijn, zijn er tusschen de publi
caties van den Hervormden en den Gereformeer
den predikant ook punten van onderscheid op te
merken. Daar is reeds de uiterlijke factor, die toch
niet zonder beteekenis is, dat de één den onder
gang van het centrum der stad heeft beleefd van
uit het Oosten en de ander vanuit het Noorden.
Doch hierbij willen wij niet blijven.
Wat groote gebeurtenissen ons leeren is tenslotte
dit, dat, wat het menschelijke betreft, ieder tot
midden in de warmste gemeenschap toch geheel
alleen staat. Door den nood wordt men geworpen
op de klippen van zelfbezinning en inkeer tot
eigen ik. Wij veronachtzamen daarbij in geenen
deele de koesterende zorg, welke juist op of na
zulke ingrijpende momenten en uren kan worden
betoond. Maar het wezenlijke is en blijft, dat men
zich eigen kleinheid pijnlijk bewust wordt, zoo
dat men toch weer uit zichzelf wordt uitgedreven.
Welnu, dit heel persoonlijk karakter van de wijze,
waarop het leed moet worden gedragen, geeft
ruimte voor meer dan één tot het hart gaande
beschrijving, waarin men zichzelf terugvindt.
Daarom zyn wij behalve Ds van Veldhuizen ook
Ds Buffinga ten diepste dankbaar voor zijn boek.
Moeten wij het nog aanbevelen Het onderwerp
spreekt in al zyn scherpte voor zichzelf. En Ds
Buffinga heeft het behandeld, sober, zonder zucht
naar sensatie, maar aangrijpend door den ernst
van het gegeven en de diepte der reactie. Hy
heeft den moed onze aandacht niet slechts te be
palen bij de verschijnselen als de zenuwachtige
spanning uit die dagen en uren, waarin de onge
wisheid steeg, doch ook het oog te richten op
de eeuwige waarden, welke achter dit leven
liggen en daarin steeds openbaar moeten worden.
In het boek van Ds Buffinga hebben wij het
sober, maar helder sprekend relaas van iemand,
die de donkere dagen als Rotterdammer met de
Rotterdammers heeft meebeleefd. In zyn stijl
proeven wy iets van de nuchtere vastberaden
heid, waarmede de werkelijkheid in al haar ernst
werd doorschouwd en waardoor de handen spoe
dig weer tot werken gereed waren.
Waarlijk, een stad, waarin iets van dien levens
gloed wordt gevonden, kan hard worden gesla
gen, maar haar volharding kan grooter zijn. Een
koopmansstad geraakte in vuur, een koopmans
stad zal herrijzen. Het is goed dit alles te zien
belicht vanuit en overstraald door hooger glans,
zooals wy het, dank zy den blik van Ds
Buffinga, mochten schouwen en opmerken.
Wy hopen, ja weten, dat dit boek in vele handen
zal komen.
RATJE, een jongen van de straat, door
ANNE DE VRIES. Uitgave van J. N.
Voorhoeve te Den Haag.
Een vierde druk van dit bekende verhaal van
Anne de Vries.
Wie kent „Ratje" niet 't Is een mooi boek voor
oud en jong. De uitgever verzorgde dezen nieuwen
druk op keurige wijze. De teekeningen van
Tjeerd Bottema illustreeren 't verhaal uitstekend
en ook de suggestieve omslagteckening van Hein
Kray doet 't goed.
In een kort woord ter inleiding van dezen nieuwen
druk zegt de schrijver o.m.: Dat het ook als lec
tuur voor volwassenen is gewaardeerd en bij
dör sloppen, deze arme" kleine straatratten, dio
toch lederen dag langs ons gaan op de tx th
Het leven van velen hunner is een aanklacht te
gen onze Christelijke samenleving.
Een boek als „Ratje" wekt medelijden en barm
hartigheid. Hoe triest en somber is menig kinder
leven, niet alleen maar toch vooral in onze groote
steden. En wie neemt er notitie van Ja, ze zijn
er toch wel, die met de boefjes meeleven en mee
lijden, en wier grootste rijkdom 't is 't ver
troostend en verlossend licht van 't Evangelie te
brengen in de sloppen en krotten der verstoo-
tenen.
Dat doet ons Anne de Vries in dit boek op vaak
ontroerende wijze zien.
CATALOGUS VAN KOK'S UITGAVEN.
Boekenvrienden zullen 't bezit van den nieuwen
catalogus der Uitgeversmaatschappij J. H. Kok
N.V. te Kampen zeker op prijs stellen, 't Is een
mooi uitgevoerd boekje van 144 blz. en rijk ge
ïllustreerd met reproducties van boekomslagen. De
talrijke werken zijn overzichtelijk in rubrieken
ingedeeld. Bovendien is achter in dezen catalogus
een alfabetische lijst van schrijversnamen opge
nomen, wat 't oriënteeren en nazoeken zeer verge
makkelijkt.
Dat de persen van Kok rusteloos in de weer zijn
om ons volk van goede lectuur te voorzien, weet
ieder. Maar deze catalogus geeft er een indruk
wekkend beeld van. Men vindt hier alle bijzon
derheden omtrent damesboeken, bijbelboeken voor
de jeugd, encyclopaedieën, bijbelstudie, dogmati
sche werken, apologetiek, eschatologische boeken,
kerkgeschiedenis, vreemde godsdiensten, zending
en evangelisatie, ambtelijke vakken en kerkrecht,
preeken, meditaties, geestelijk leven, wijsbegeerte
en zielkunde, opvoeding en onderwijs, ethiek, hu
welijk, letterkunde, gedichten, geschiedenis, le
vensbeschrijvingen, natuurleven en natuurweten
schap, landen en volken, geneeskunde, ziekenver
pleging, stemvorming, muziek.
Welk een uitgebreid terrein en men weet wat
Kok uitgeeft, voldoet naar uiterlijk en inhoud aan
de hoogste eischen.
Deze catalogus bevat niet al de uitgaven van den
Kamper uitgever. Romans, verhalen, jeugdboeken,
brochures enz. (tezamen ruim 500 uitgaven), wer
den niet opgenomen.
Maar deze catalogus en de volledige titellijst van
alle uitgaven zijn op aanvrage gratis verkrijgbaar.
Gaarne wekken wy daartoe onze lezers op. Op
den omslag staat vermeld: Breng licht in uw
avonden met een boek van Kok. Dat is meer dan
een reclame-slagzin, 't Is honderd procent werke
lijkheid I
Taaiinspectie aan de Vlaamsch-Waalsche grens
Het moeilijke onderzoek
Voor de groote bloemententoonstelling, welke
in April in het Zuiderpark te Den Haag ge
houden zal worden, zijn de voorbereidingen
begonnen. Het stroo wordt van de jonge
plantjes verwijderd.
(Foto Schimmelpenningh)
IN Volk en Staat, het orgaan van het Vlaamsch
Nationaal Verbond, deelt een der leden van de
onlangs ingestelde taal inspectie een en ander mee
over zyn ervaringen by het schoolbezoek op de
taalgrens. Het komt er daarbij op aan na te gaan,
of er wellicht ook Vlaamsche kinderen in de klas
sen met Fransche onderrichtstaal zitten. De
schoolhoofden en onderwijzers doen al het moge
lijke om die kinderen voor kleine Walen of al
thans Fransch-sprekenden te doen doorgaan. De
inspecteur moet nu en dan een beetje listig optre
den om achter de waarheid te komen. Ziehier een
paar typische gevallen
Een kleuter, erg frisch en sympathiek, kwam het
eerst aan de beurt. Zyn ouders werden geboren
daar waar ook Gezelle de eerste lichtstraal ont
ving.
Vooraleer hy mij zyn handje durfde toevertrou
wen, kwam er een schuchter vreesglansje in zijn
heerlijke onschuldige kinderoogen en blikte hij
naar zijn onderwijzer, die een kouden blik en éen
marmeren gelaat gestadig over de klas hing. Dan
keek hij weer vol schroom naar my en wou wat
zeggen. Ik moedigde hem aan met een blik en
een zacht handdrukje.
Toen kwam het.
Fran..(ais, Monsieur.
Weer keek hij naar het stugge beeld voor de klas.
Dan weer naar mij.
Fran, .(ais, Monsieur, herhaalde het jongetje.
„En wou weer wegdribbelen.
Zijt ge bang van my Dacht ge dat ik „Boe
teman" was
Hij lachte stilletjes en keek my vroolijk aan.
Recht stond zyn blik in mijn oog gericht. Heer
lijk en puur.
En gaat gy ook wel eens naar Brugge Bij
uw tante
Ja, mijnheer.voor drie weken ben ik er nog
geweest
En gaat ge er graag naar toe
Ja, lachte hy, voortdurend duwden zijn mol
lige vingertjes om de mijne, myn tante heeft al
tijd wat lekkers voor me.
Zoo.
Ze heeft ook een kanarievogel en.... twee
groote honden 1
En wie heeft u zoo goed Vlaamsch leeren spre
ken
Verwonderd ging zyn kopje wat zijwaarts staan.
Thus.... mijnheer.
Ga maar weer vlijtig leeren, héDan wordt
ge later een flinke knappe jongen
Ja, Mijnheer fluisterde hij in eerlijke geest
drift.
Een vlug kereltje, met vinnige, bruine oogjes.
Toen hij op een paar passen van me was, bleef
hij staan:
Comprends pas, comprends pas, comprends pas.
En bij iedere „Comprends pas" gingen zijn teere
schoudertjes omhoog.
Venez ici, mon petitzei ik zoo liefjes als
dit by een man mogelijk is.
Vous parlez déja bien le fran(aisbewonderde
ik.
ComprComprends pas
Méme quand je vous parle fran(ais
Hy keek vragend naar „den meester". Stug en
koud voor de klas staand als een uit graniet ge
kapt veldheer. En 't ventje vóór mij ging ook al
zoo'n houding aannemen en niets meer, zelfs geen
„comprends pas" kwam er nog uit.
Ik voelde mij plotseling vermoeid en geestelijk
afgetobd. Steeds nieuwe persoonlijkheidjes die
men eerst moet weten te doorgronden, karakters
even talrijk als verscheiden en die men maar
niet zoo vlug te pakken had.
Er zit een beestje in uw nek, vriendje
Als een bliksem schoot zijn kleine hand naar zijn
hals.
Ten es gien woar, lachte hij.
Ziet ge wel dat ge Vlaamsch kent
Hij trok een schuldig gezichtje.
En wat spreekt uw Papaatje en uw Mamaatje,
wanneer ze middagmalen
Vlaamsch
Vlaamsch.
Spreken ze ook wel eens Fransch
Ze kenne er gien, hy lachte en weer glommen
zijn vinnige oogjes helderbruin
Het leven begint met angst en pijn
en eindigt vaak in beide.
Wij worden geboren in eens anderen pijn
en sterven in onze eigene.
OS
-tl
PRE1SUI I' vi, r pi
\an A. J. Goetheer.
Ruim iy2 k-g- aardappelen, 1 k.g- prei, 2 one
taptemclkpoeder, 2 one rijet, 4 liter water, peper,
zout, 4 bouillonblokjes, 40 gram boter.
Smoor de gesnipperde prei circa tien minuten
in de boter. Voeg het water, de f ijngeeneden
aardappelen, de gewaeechen rijst en bet zoul
toe. Kook de 6oep in ongeveer een ha'f uur gaar.
Maak ze op amauk af met de peper en d« bouil
lonblokjes. Roer op het laatete de aangemengde
melkpoeder door de soep en laat ze even mee
koken.
Wordt bij deze aoep een boterham gegeven, dan
kan ze ale volledige maaltijd dienen-
Laat due den Reu» van Carentan nog dikwijle
op tafel verschijnen en vergeet ook die andere
goeole preisoort, de „Brakar>t«che winterprei",
niet-*' Ze bevatten beide de beschermende atof-
fen, waaraan wij zoozeer behoefte hebben,
MANYA BEUKMAN.
Witlof
Breng het in uw Zondagsmaal!
Vijftig tot zestig jaer geleden werd er in Hol-
lan ook zoo nu en dan lof gegeten o'oor de
liefhebbers wel te \eretaan, want de vrij bit
ter* smaak van dit „euikerijlof" (verbastering
van cichorei) trok 'ang niet iedereen aan.
De groente werd geoogst als losse toefjes blade
ren, die in het voorjaar evenals de nóg- vroe
ger verschijnende paardenb'oeri-uitloopers de
molsla intuitief door velen als „gezono"' be
schouwd werdenin een tijd toen de vi
tamines en hun rol nog diep in het duister
lagenI
De Belgische kweekers ontdekten voor deze
groente nieuwe mogelijkheden, die èn vorm én
smaak ten goede kwamen. Zij zaaiden Ze in 't
voorjaar, dunden en hielden ze gedurende den
zomer g'oed los door den grond nu en otan met
den ,.hak" te bewerken. Omstreeks November
werden de plar.ten gerooid; de wortel werd in
gekort en de bladeren weraten lot 2 ft 3 cm. bo
ven den wortel afgesneden. De a'dus voorbe
reide plantjes werden rechtstandig neergezet in
een 20 cm. diepe kuil, ze werden bedekt met een
25 cm. aikke laag fijne aarde en Zv. groeiden
dan uit tot de stevig gesloten b'anke struikjes,
die hun reputatie van „Brus6elsch witlof' ook
buiten de grenzen van België eer aandeden.
Wat was natuurlijker dun dat ook de tuinder»
in Neder'ano' zich op de cultuur van een zoo ge
wilde wintergroente gingen toeleggen Zelfs
amateurs wisten er in den moestuin goede resul
taten mee te bereiken.
Tegenwoordig mag o'an ook misschien het
predicaat „Brusselsch" 'of de herinnering leven
dig houden aan het pionierswerk van de Bel
gische kweekers witlof zonder meer o'uidt
than* het product aan, dat vanuit verschillende
Ho'landsche tuinbouwstreken gedurende de
laatste jaren van November tot en met April,
v-ia de veilingen de huisvrouw bereikt, in een
regelmatiger! maandclijkschen aanvoer van rond
anderhalf millioen en dat haar wordt aange
boden tegen een prijs, die onder het bereik van
zeer vele gezinnen valt-
Tusschen de goedkoopere wintergroenten door,
de voor stamppot bij uitstek geschikte kool,
wortelen, uien en rapen, vormt het a's afzono'er*
lijke groente bereide lof in concurrentie mis
schien met de schorseneeren en de spruitjes
een wolkome afwisseling voor den Zondagschcn
maaltijd. Fijn gesnipperd of in hec.le struikjes,
voorzien van een melk-, een bouillon- of een
kaaseausje, komt de groente bij vleesch en bij
anrdappelen goed tot haar recht.
We geven vano'aag een voorbec'd van 't eerste
geval, terwijl we binnenkort op ecnige tusschcn-
scbotels zu'len terugkomen.
GESNIPPERD WITLOF ZONDER
BOTER (4 personen).
1 tot iy2 kg. witlof, 50 gr. (Vi ons of 6
voJ'e eetlepels) geraspte jonge kaas, 40
gr. (4 afgestreken eetlepels) bloem, 2'/<i
d-1. melk, wat zout.
Maak het lof schoon, snipper het, wasch het,
laat h«t even uitlekken en breng het dan zonder
water vlug aan de kook. Laat bet op een zacht
vuur gaar worden (een klein half uur).
Meng infusschen op een zacht vuur in een klein
pannetje de bloem met do kans en 1 d.l. van do
molk tot een gelijk deegje, verdun dit scheutje
voor scheutje met de rest van de melk en laat
de dikke saus een oogenblik doorkoken. Roer zo
door hot gaargekooktr lof en maak de groente op
smaak af met wat zout en o'osgewenscht wat
nootmuskaat.
(Zonder gebruik van boter maakt de satig een
.roomigen" indruk en verzacht zo den anders
vo menigeen te sterk uit komenden grocntc-
eumak),
MARTINE WITTOP KONING.
voor dezen Lijd van 'l
De gewon© winterpeen is eon bijzonder
goed voedingomiioidel.
"W 7"1E een mooi stilleven will zien, moet eens
TT naar een schotel kijken, waar winterpeen
den hoofdtoon voert Al is de winterdag nog zoo
grauw, de helderrood-oranje kleuren vem de
stukjes peen too veren elementen voor groei en
bloei
En met die peentjes is dat niet alleen im figuur
lijken' ó'och ook in letterlijken zin zoo. Want in
die weelderig warme kleuren kunnen we met
recht een afspiegeling zien van een stof, waaruit
zidh weer andere stoffen ontwikkelen ten dienste
van onze gezondheid. De deskundigen spreken
van ca ro tine en vitaminen A, Woorden, waarvan
wij vroeger nooit hoorden, noch waarvan thans
bekend is, dat zij een belangrijke rol in ons stof
felijk leven spelen. Is die vitamine A niet de stof,
die one voor nachtblindiheid behoedt? En herin
neren wij ons niet uit den vorigen oorlog de
lijdensgeiwïhieó'enis van de Decnsche kinderen, di«
bij gebrek aan vitaminen A, oogziekten kregen T
Natuurlijk kan men die vitaminen A ook nog aan
andere producten on tl ©enen, doch in diic win-
lerpeenen ziit toch wel een extra portie en boven
dien nog vitamine B 1 en vitamine C. Doze vito-
mines komen het allerbest tot haar recht, wan
neer de peen, in schijfjes gesneden of grof ge
raapt, rauw wordt gegeten. Doch ook bij gebruik
in gekookten toestand loont het alleszins de moei
te, er «>p uit te zijn oeze goede sloffen tijdens de
bereiding te behouden en het is zeker niet over
dreven, om die gewone winterpeen met veel zorg
te behandelen
Hier volgen een tweetal van de vele mogelijkhe
den, ale winterpeen ons voor de maaltijden biedt:
HUTSPOT MET BOONENGEHAKT. Be-
noodigdilieden (voor 4 personen): 1 Kg.
wortelen, Kg. uien, 2 Kg. aardappelen,
50 gram l}/2 ons) boter of vet, 200 gram (2
ons klapstuk of 100 graim (1 one) belegen
40 kaas, 100 gram (1 ons) bruine booncn»
2 dl. (2 kopjes) melk of 15 gram (2 afge
streken eetlepels) ta.ptemelkpoeder, '/2 L,
water, 1 dl. boonennat, 50 gram bloem,
peper, zout, noot, peterselie.
water en een lepel zout en laat het circa 1 uur
koken. Leg de aardappelen en de wortelen in
Bereiding: Wasch het vleesch, zet het op met het
water en wrijf ze met de pannenspons schoon.
Snijd de wortelen in schijfjes en snijd de aard
appelen in vieren. Log de wortelen op het vleesch,
daarna de aardappelen en na een kwartier de
ontvelde, in stukken gesneden uien. Laat ó'e
wortelen en aardappelen Vfc uur koken, haal het
vleesch er uit en maak den stamppot af op smaak
met zout en desgewcnscht wat peper. Voeg onder
het stampen de melk of de aangemengd», melk
poeder to»» voor het smeuïg worden. Stamp niet
grondig, daar hierdoor schade aan sommige voe
dingsstoffen wordt toegebracht. Men kan beter
stukjes aardappelen of wortel fijn kauwen dan
voeotngswaarde verliezen.
Voor het gehakt.-
Week daags tevoren de gew.assclien boonen ftn
y2 L. water en kook zie in het weekwnter in 45
minuten gaar. Maal ze tezamen met het vleesch
door de vleesch molen of wrijf en snijd hel vleesch
in kleine stukjes. Doe het mengsel in een pan met
die bloem en het boonennat. Laat dat, onder roe
ren, op een zacht vuur binden. Voeg petersoile,
ui en de rest van de kruiden toe.
(Bij gebruik van kaas inplaats van klapstuk,
wordt deze geraspt aan hot gehakt toegevoegd).
BRUINE JUS (tonder Tleeech). Best van
de boter. 30 gram (3 afgestreken eetlepels)
bloem, y2 L. water, 20 gram (2 afgestre
ken eetlepels) taptemelk poeder, 1 bouil
lonblokje, jusblokje, aroma of soja, zout
cn poper en een mest punt koffieRt roop.
Doe de bloem bij de boter; laat dit mengsel bruin
klem ren, vlug even doorkoken en maak ze op
kleur of smaak met de kofliestroop, eventueel
het bouillonblokje, jusblokje, aroma of soja, peper
en zouiL
HUTSPOT MET RAUWE GROENTEN
EN JUS (4 personen). 2 pond wortelen, y2
pond uien, 2 Kg. aardappelen, zout, 200
gram (2 ons) kaas, 2 dl. (2 kopjes) melk
of 15 gram (2 afgestreken eetlepels tapte
melk pocdor), water.
Rereading: Leg de aardappelen en wortelen in het
water en wrijf ze stevig schoon met de pan-ncn-
spons. Snijd de aardappelen in vieren cn kook
ze met een bodempje water in een half uur gaar.
Snijd oe ontvelde uien in ringen en smoor ze tien
minuten in zeer weinig van de boter. Rasp de
wortelen op een rauwkost rasp zeer fijn en maal
ze door de vlccsohmolen en stampt ze vlug door
de gare aardappelen en de geantoorde uien. Maak
den stamppot smeuïg door toevoeging van melk,
roer u'e geraspte kaas erdoor en maak op smaak
al met zout en eveiulucul popcr.
«MMburotaaiiKl recept:
Voor d'e jus: 60 gram (3 afgestreken
eetlepels) boter, 30 gram (4 afgestreken
eetlepels) bloem, 20 grain (2 afgestreken
eetlepels) taptemelkpoeder, y2 L. water,
een boud 11 on blokje, jusblokje, aroma of
soja, zout, peper, een mespunt koffie»
stroop.
Doe daarvoor de boter met de droge bloem im een
pan; verwarm dit mengsel tot het bruim gekleurd'
is. Voeg ineene het water toe en de aangemengde
melkpoeder. Laat de jus even doorkoken en maak
ze op kleur en smaak af met de kof fistroop, even
tueel het bouillonblokje, aroma of soja, peper en
zout.
De schat in den akker
Een neerstig landmandie veel goed'ren
had vergaard,
Zag rond zijn sterfbed al zijn kinderen
geschaard,
En sprak in dezer voege: ,Jk vraag en durf
verhoper.
Dat gij geliefden nooit den akker zult
verkoopen,
Want ik wete dat
Een groote schat
Er ieuwers ligt begraven,
ik ken niet juist de plaats: maar spit en delft
en ploegt
Aleer gij zaaien zult, ja, werkt en zweet en
zwoegt,
Kn 't vinden van den schat zal mijn gezegde
staven i"
De vader stierf.Het land
Werd diep gegrond, ten allen kant,
Maar nieuwers vond men geld. Doch als
straks de oorlogstijd keerde
Was vlas en groen er al in overvloed: men
leerde,
Dat de verholen schat
In vlijt en arbeid zat.
(Uit: het Boekske der Vlaamsche
landbouwers)
Een Oostersch Godsoordeel
Evenals in Europa in de middeleeuwen het „Gods
oordeel" onder allerlei vormen werd gebruikt om
een schuldige te ontdekken, is dit by Oostersch»
volken nog in zwang.
Aan boord van een boot, grootendeels bemand
met Lascaren, miste een Indische kwartiermees
ter geld, dat gestolen was uit zyn kooi. Het ge
lukte den kapitein niet den schuldige te treffen
en hy gaf het op.
De bootsman echter niet en bij zonsondergang
riep deze zijn lieden bijeen voor de „rijstprocf".
Een schaal met ongekookte rijst werd door den
bestolene geplaatst op een kist voor een man, die
als priester fungeerde. De bemanning werd rond
om de kist geschaard. De „priester" las op zin
genden toon eenige koranverzen, blies driemaal
op de rijst en bad, dat Allah deze tot middel
mocht maken om de schuldige te ontdekken; dat
diens keel droog mocht worden als het zand der
woestijn, zoodat de onschuldigen bevrijd moch
ten worden van de verdenking, die op hen rustte.
Elke Lascar werd nu op zijn beurt geroepen; hij
legde de eene hand op het heilige boek, nam met
de andere rystkorrels en begon die te kauwen tot
ze geheel vochtig waren; daarna werden ze door
geslikt of uitgespuwd.
Negen doorstonden de proef met goed gevolg,
doch de tiende scheen er moeite mee te heb
ben; dit werd dadelijk opgemerkt door de ande
ren; ze drongen om hem heen en vroegen „Wat
is er Is je keel droog
Dit maakte het nog kwader voor hem; eenige
oogcnblikken beproefde hij nog de proef ten
einde te brengen; toen gaf hij het op, spuwde de
rijst droog weer uit en ging naar de plaats, waar
hij het geld verborgen had, dat hy den eigenaar
terug gaf.
Deze Oostersche proef is gebaseerd op natuur
lijke verschijnselen. De Lascaren weten wel, dat
wanneer iemand verkeert onder den invloed van
een groote vrees, of zenuwachtige opwinding, de
keel, vooral zijn verhemelte, droog en perkament
achtig wordt, waardoor het moeilijk wordt droge
rijst behoorlijk te kauwen.
De onschuldige, die volmaakt kalm blijft, door
staat gemakkelijk de proef, terwijl de misdadi
ge onder den indruk der plechtigheid en van zijn
schuld bewust, wetende ook, dat aller oogen op
hem gericht zyn, bang wordt, wat zijn mond droog
maakt Zoo komt hy er toe zichzelf te verraden.
108