UOH.ixu.iY" cIS UOl „EEN KOOPMANSSTAD IN VUUR!" HET valt te verstaan, dat groote gebeurtenis sen invloed uitoefenen op hetgeen daarna komt uit de handen van schilders of schrijvers, zooals elke kunstenaar tenslotte niet is los te ma ken uit zijn tijd en zijn omgeving. Die gebeurte nissen mogen den één verstommen, den ander openen zij den mond. Weliswaar kan men zich opmaken tot een vlucht in de indifferente litera tuur, maar zulk een narcose oefent slechts tijde lijke werking uit Er blijft tenslotte altijd verband tusschen het leven en de kunstzinnige reactie, welke het oproept. Zoo behoefde het niet te verbazen, dat de stad Rotterdam, waarover het leed van den modernen oorlog is gegleden, aanleiding heeft gegeven tot hartekreten, zonder welke ook geen enkel product van kunst te denken is. Hier komen ons voor den geest die diepdoorvoelde gedichten, na de Mei dagen uit de pen gekomen, handelend over de vreemd openliggende stad. Hier ook mogen wij noemen de boeken van de predikanten Van Veldhuizen en N. Buffinga, het laatste juist ver schenen by J. N. Voorhoeve in Den Haag. Of zijn deze boeken misschien slechts bedoeld als vlotte reportage, oefening in beschrijving, waarbij de feften zelf het beeld blijven beheerschen Neen, het zijn wel degelijk voortbrengselen, uit het puin van de stad gegroeid, vruchten, temid den van kommer en leed en verlatenheid gerijpt. Als de feiten, die tot deze publicaties de aanlei ding zijn geweest, zelf over ons komen, dan blijft er voor denken, toch voorwaarde van eigenlijk beleven, geen tijd over. Dan is er hoogstens ruimte voor enkele instinctieve handelingen, voortvloeiend uit den drang naar behoud van het leven. Het besef zelf van wat zich voordeed, dat komt eerst daarna in volle benauwing en kracht op ons af. En dan ook is het, dat wij oog herkrijgen, misschien ook voor het eerst krijgen, voor den zin en de beteekenis der dingen. Van dit gelouterd besef is ook vol het mooie, nieuwe boek van Ds Buffinga over Rotterdam „Een koopmansstad in vuur Er zijn punten van overeenstemming met het boek, dat Ds van Veld huizen reeds eerder het licht deed zien. Doch afgezien van de omstandigheid, dat een gebeur tenis, waarbij het hart van een wereldstad ten onder ging, waarlijk niet in een uiteraard be perkt boek kan worden samengevat, wil de indruk niet zeer ten deele zijn, zijn er tusschen de publi caties van den Hervormden en den Gereformeer den predikant ook punten van onderscheid op te merken. Daar is reeds de uiterlijke factor, die toch niet zonder beteekenis is, dat de één den onder gang van het centrum der stad heeft beleefd van uit het Oosten en de ander vanuit het Noorden. Doch hierbij willen wij niet blijven. Wat groote gebeurtenissen ons leeren is tenslotte dit, dat, wat het menschelijke betreft, ieder tot midden in de warmste gemeenschap toch geheel alleen staat. Door den nood wordt men geworpen op de klippen van zelfbezinning en inkeer tot eigen ik. Wij veronachtzamen daarbij in geenen deele de koesterende zorg, welke juist op of na zulke ingrijpende momenten en uren kan worden betoond. Maar het wezenlijke is en blijft, dat men zich eigen kleinheid pijnlijk bewust wordt, zoo dat men toch weer uit zichzelf wordt uitgedreven. Welnu, dit heel persoonlijk karakter van de wijze, waarop het leed moet worden gedragen, geeft ruimte voor meer dan één tot het hart gaande beschrijving, waarin men zichzelf terugvindt. Daarom zyn wij behalve Ds van Veldhuizen ook Ds Buffinga ten diepste dankbaar voor zijn boek. Moeten wij het nog aanbevelen Het onderwerp spreekt in al zyn scherpte voor zichzelf. En Ds Buffinga heeft het behandeld, sober, zonder zucht naar sensatie, maar aangrijpend door den ernst van het gegeven en de diepte der reactie. Hy heeft den moed onze aandacht niet slechts te be palen bij de verschijnselen als de zenuwachtige spanning uit die dagen en uren, waarin de onge wisheid steeg, doch ook het oog te richten op de eeuwige waarden, welke achter dit leven liggen en daarin steeds openbaar moeten worden. In het boek van Ds Buffinga hebben wij het sober, maar helder sprekend relaas van iemand, die de donkere dagen als Rotterdammer met de Rotterdammers heeft meebeleefd. In zyn stijl proeven wy iets van de nuchtere vastberaden heid, waarmede de werkelijkheid in al haar ernst werd doorschouwd en waardoor de handen spoe dig weer tot werken gereed waren. Waarlijk, een stad, waarin iets van dien levens gloed wordt gevonden, kan hard worden gesla gen, maar haar volharding kan grooter zijn. Een koopmansstad geraakte in vuur, een koopmans stad zal herrijzen. Het is goed dit alles te zien belicht vanuit en overstraald door hooger glans, zooals wy het, dank zy den blik van Ds Buffinga, mochten schouwen en opmerken. Wy hopen, ja weten, dat dit boek in vele handen zal komen. RATJE, een jongen van de straat, door ANNE DE VRIES. Uitgave van J. N. Voorhoeve te Den Haag. Een vierde druk van dit bekende verhaal van Anne de Vries. Wie kent „Ratje" niet 't Is een mooi boek voor oud en jong. De uitgever verzorgde dezen nieuwen druk op keurige wijze. De teekeningen van Tjeerd Bottema illustreeren 't verhaal uitstekend en ook de suggestieve omslagteckening van Hein Kray doet 't goed. In een kort woord ter inleiding van dezen nieuwen druk zegt de schrijver o.m.: Dat het ook als lec tuur voor volwassenen is gewaardeerd en bij dör sloppen, deze arme" kleine straatratten, dio toch lederen dag langs ons gaan op de tx th Het leven van velen hunner is een aanklacht te gen onze Christelijke samenleving. Een boek als „Ratje" wekt medelijden en barm hartigheid. Hoe triest en somber is menig kinder leven, niet alleen maar toch vooral in onze groote steden. En wie neemt er notitie van Ja, ze zijn er toch wel, die met de boefjes meeleven en mee lijden, en wier grootste rijkdom 't is 't ver troostend en verlossend licht van 't Evangelie te brengen in de sloppen en krotten der verstoo- tenen. Dat doet ons Anne de Vries in dit boek op vaak ontroerende wijze zien. CATALOGUS VAN KOK'S UITGAVEN. Boekenvrienden zullen 't bezit van den nieuwen catalogus der Uitgeversmaatschappij J. H. Kok N.V. te Kampen zeker op prijs stellen, 't Is een mooi uitgevoerd boekje van 144 blz. en rijk ge ïllustreerd met reproducties van boekomslagen. De talrijke werken zijn overzichtelijk in rubrieken ingedeeld. Bovendien is achter in dezen catalogus een alfabetische lijst van schrijversnamen opge nomen, wat 't oriënteeren en nazoeken zeer verge makkelijkt. Dat de persen van Kok rusteloos in de weer zijn om ons volk van goede lectuur te voorzien, weet ieder. Maar deze catalogus geeft er een indruk wekkend beeld van. Men vindt hier alle bijzon derheden omtrent damesboeken, bijbelboeken voor de jeugd, encyclopaedieën, bijbelstudie, dogmati sche werken, apologetiek, eschatologische boeken, kerkgeschiedenis, vreemde godsdiensten, zending en evangelisatie, ambtelijke vakken en kerkrecht, preeken, meditaties, geestelijk leven, wijsbegeerte en zielkunde, opvoeding en onderwijs, ethiek, hu welijk, letterkunde, gedichten, geschiedenis, le vensbeschrijvingen, natuurleven en natuurweten schap, landen en volken, geneeskunde, ziekenver pleging, stemvorming, muziek. Welk een uitgebreid terrein en men weet wat Kok uitgeeft, voldoet naar uiterlijk en inhoud aan de hoogste eischen. Deze catalogus bevat niet al de uitgaven van den Kamper uitgever. Romans, verhalen, jeugdboeken, brochures enz. (tezamen ruim 500 uitgaven), wer den niet opgenomen. Maar deze catalogus en de volledige titellijst van alle uitgaven zijn op aanvrage gratis verkrijgbaar. Gaarne wekken wy daartoe onze lezers op. Op den omslag staat vermeld: Breng licht in uw avonden met een boek van Kok. Dat is meer dan een reclame-slagzin, 't Is honderd procent werke lijkheid I Taaiinspectie aan de Vlaamsch-Waalsche grens Het moeilijke onderzoek Voor de groote bloemententoonstelling, welke in April in het Zuiderpark te Den Haag ge houden zal worden, zijn de voorbereidingen begonnen. Het stroo wordt van de jonge plantjes verwijderd. (Foto Schimmelpenningh) IN Volk en Staat, het orgaan van het Vlaamsch Nationaal Verbond, deelt een der leden van de onlangs ingestelde taal inspectie een en ander mee over zyn ervaringen by het schoolbezoek op de taalgrens. Het komt er daarbij op aan na te gaan, of er wellicht ook Vlaamsche kinderen in de klas sen met Fransche onderrichtstaal zitten. De schoolhoofden en onderwijzers doen al het moge lijke om die kinderen voor kleine Walen of al thans Fransch-sprekenden te doen doorgaan. De inspecteur moet nu en dan een beetje listig optre den om achter de waarheid te komen. Ziehier een paar typische gevallen Een kleuter, erg frisch en sympathiek, kwam het eerst aan de beurt. Zyn ouders werden geboren daar waar ook Gezelle de eerste lichtstraal ont ving. Vooraleer hy mij zyn handje durfde toevertrou wen, kwam er een schuchter vreesglansje in zijn heerlijke onschuldige kinderoogen en blikte hij naar zijn onderwijzer, die een kouden blik en éen marmeren gelaat gestadig over de klas hing. Dan keek hij weer vol schroom naar my en wou wat zeggen. Ik moedigde hem aan met een blik en een zacht handdrukje. Toen kwam het. Fran..(ais, Monsieur. Weer keek hij naar het stugge beeld voor de klas. Dan weer naar mij. Fran, .(ais, Monsieur, herhaalde het jongetje. „En wou weer wegdribbelen. Zijt ge bang van my Dacht ge dat ik „Boe teman" was Hij lachte stilletjes en keek my vroolijk aan. Recht stond zyn blik in mijn oog gericht. Heer lijk en puur. En gaat gy ook wel eens naar Brugge Bij uw tante Ja, mijnheer.voor drie weken ben ik er nog geweest En gaat ge er graag naar toe Ja, lachte hy, voortdurend duwden zijn mol lige vingertjes om de mijne, myn tante heeft al tijd wat lekkers voor me. Zoo. Ze heeft ook een kanarievogel en.... twee groote honden 1 En wie heeft u zoo goed Vlaamsch leeren spre ken Verwonderd ging zyn kopje wat zijwaarts staan. Thus.... mijnheer. Ga maar weer vlijtig leeren, héDan wordt ge later een flinke knappe jongen Ja, Mijnheer fluisterde hij in eerlijke geest drift. Een vlug kereltje, met vinnige, bruine oogjes. Toen hij op een paar passen van me was, bleef hij staan: Comprends pas, comprends pas, comprends pas. En bij iedere „Comprends pas" gingen zijn teere schoudertjes omhoog. Venez ici, mon petitzei ik zoo liefjes als dit by een man mogelijk is. Vous parlez déja bien le fran(aisbewonderde ik. ComprComprends pas Méme quand je vous parle fran(ais Hy keek vragend naar „den meester". Stug en koud voor de klas staand als een uit graniet ge kapt veldheer. En 't ventje vóór mij ging ook al zoo'n houding aannemen en niets meer, zelfs geen „comprends pas" kwam er nog uit. Ik voelde mij plotseling vermoeid en geestelijk afgetobd. Steeds nieuwe persoonlijkheidjes die men eerst moet weten te doorgronden, karakters even talrijk als verscheiden en die men maar niet zoo vlug te pakken had. Er zit een beestje in uw nek, vriendje Als een bliksem schoot zijn kleine hand naar zijn hals. Ten es gien woar, lachte hij. Ziet ge wel dat ge Vlaamsch kent Hij trok een schuldig gezichtje. En wat spreekt uw Papaatje en uw Mamaatje, wanneer ze middagmalen Vlaamsch Vlaamsch. Spreken ze ook wel eens Fransch Ze kenne er gien, hy lachte en weer glommen zijn vinnige oogjes helderbruin Het leven begint met angst en pijn en eindigt vaak in beide. Wij worden geboren in eens anderen pijn en sterven in onze eigene. OS -tl PRE1SUI I' vi, r pi \an A. J. Goetheer. Ruim iy2 k-g- aardappelen, 1 k.g- prei, 2 one taptemclkpoeder, 2 one rijet, 4 liter water, peper, zout, 4 bouillonblokjes, 40 gram boter. Smoor de gesnipperde prei circa tien minuten in de boter. Voeg het water, de f ijngeeneden aardappelen, de gewaeechen rijst en bet zoul toe. Kook de 6oep in ongeveer een ha'f uur gaar. Maak ze op amauk af met de peper en d« bouil lonblokjes. Roer op het laatete de aangemengde melkpoeder door de soep en laat ze even mee koken. Wordt bij deze aoep een boterham gegeven, dan kan ze ale volledige maaltijd dienen- Laat due den Reu» van Carentan nog dikwijle op tafel verschijnen en vergeet ook die andere goeole preisoort, de „Brakar>t«che winterprei", niet-*' Ze bevatten beide de beschermende atof- fen, waaraan wij zoozeer behoefte hebben, MANYA BEUKMAN. Witlof Breng het in uw Zondagsmaal! Vijftig tot zestig jaer geleden werd er in Hol- lan ook zoo nu en dan lof gegeten o'oor de liefhebbers wel te \eretaan, want de vrij bit ter* smaak van dit „euikerijlof" (verbastering van cichorei) trok 'ang niet iedereen aan. De groente werd geoogst als losse toefjes blade ren, die in het voorjaar evenals de nóg- vroe ger verschijnende paardenb'oeri-uitloopers de molsla intuitief door velen als „gezono"' be schouwd werdenin een tijd toen de vi tamines en hun rol nog diep in het duister lagenI De Belgische kweekers ontdekten voor deze groente nieuwe mogelijkheden, die èn vorm én smaak ten goede kwamen. Zij zaaiden Ze in 't voorjaar, dunden en hielden ze gedurende den zomer g'oed los door den grond nu en otan met den ,.hak" te bewerken. Omstreeks November werden de plar.ten gerooid; de wortel werd in gekort en de bladeren weraten lot 2 ft 3 cm. bo ven den wortel afgesneden. De a'dus voorbe reide plantjes werden rechtstandig neergezet in een 20 cm. diepe kuil, ze werden bedekt met een 25 cm. aikke laag fijne aarde en Zv. groeiden dan uit tot de stevig gesloten b'anke struikjes, die hun reputatie van „Brus6elsch witlof' ook buiten de grenzen van België eer aandeden. Wat was natuurlijker dun dat ook de tuinder» in Neder'ano' zich op de cultuur van een zoo ge wilde wintergroente gingen toeleggen Zelfs amateurs wisten er in den moestuin goede resul taten mee te bereiken. Tegenwoordig mag o'an ook misschien het predicaat „Brusselsch" 'of de herinnering leven dig houden aan het pionierswerk van de Bel gische kweekers witlof zonder meer o'uidt than* het product aan, dat vanuit verschillende Ho'landsche tuinbouwstreken gedurende de laatste jaren van November tot en met April, v-ia de veilingen de huisvrouw bereikt, in een regelmatiger! maandclijkschen aanvoer van rond anderhalf millioen en dat haar wordt aange boden tegen een prijs, die onder het bereik van zeer vele gezinnen valt- Tusschen de goedkoopere wintergroenten door, de voor stamppot bij uitstek geschikte kool, wortelen, uien en rapen, vormt het a's afzono'er* lijke groente bereide lof in concurrentie mis schien met de schorseneeren en de spruitjes een wolkome afwisseling voor den Zondagschcn maaltijd. Fijn gesnipperd of in hec.le struikjes, voorzien van een melk-, een bouillon- of een kaaseausje, komt de groente bij vleesch en bij anrdappelen goed tot haar recht. We geven vano'aag een voorbec'd van 't eerste geval, terwijl we binnenkort op ecnige tusschcn- scbotels zu'len terugkomen. GESNIPPERD WITLOF ZONDER BOTER (4 personen). 1 tot iy2 kg. witlof, 50 gr. (Vi ons of 6 voJ'e eetlepels) geraspte jonge kaas, 40 gr. (4 afgestreken eetlepels) bloem, 2'/<i d-1. melk, wat zout. Maak het lof schoon, snipper het, wasch het, laat h«t even uitlekken en breng het dan zonder water vlug aan de kook. Laat bet op een zacht vuur gaar worden (een klein half uur). Meng infusschen op een zacht vuur in een klein pannetje de bloem met do kans en 1 d.l. van do molk tot een gelijk deegje, verdun dit scheutje voor scheutje met de rest van de melk en laat de dikke saus een oogenblik doorkoken. Roer zo door hot gaargekooktr lof en maak de groente op smaak af met wat zout en o'osgewenscht wat nootmuskaat. (Zonder gebruik van boter maakt de satig een .roomigen" indruk en verzacht zo den anders vo menigeen te sterk uit komenden grocntc- eumak), MARTINE WITTOP KONING. voor dezen Lijd van 'l De gewon© winterpeen is eon bijzonder goed voedingomiioidel. "W 7"1E een mooi stilleven will zien, moet eens TT naar een schotel kijken, waar winterpeen den hoofdtoon voert Al is de winterdag nog zoo grauw, de helderrood-oranje kleuren vem de stukjes peen too veren elementen voor groei en bloei En met die peentjes is dat niet alleen im figuur lijken' ó'och ook in letterlijken zin zoo. Want in die weelderig warme kleuren kunnen we met recht een afspiegeling zien van een stof, waaruit zidh weer andere stoffen ontwikkelen ten dienste van onze gezondheid. De deskundigen spreken van ca ro tine en vitaminen A, Woorden, waarvan wij vroeger nooit hoorden, noch waarvan thans bekend is, dat zij een belangrijke rol in ons stof felijk leven spelen. Is die vitamine A niet de stof, die one voor nachtblindiheid behoedt? En herin neren wij ons niet uit den vorigen oorlog de lijdensgeiwïhieó'enis van de Decnsche kinderen, di« bij gebrek aan vitaminen A, oogziekten kregen T Natuurlijk kan men die vitaminen A ook nog aan andere producten on tl ©enen, doch in diic win- lerpeenen ziit toch wel een extra portie en boven dien nog vitamine B 1 en vitamine C. Doze vito- mines komen het allerbest tot haar recht, wan neer de peen, in schijfjes gesneden of grof ge raapt, rauw wordt gegeten. Doch ook bij gebruik in gekookten toestand loont het alleszins de moei te, er «>p uit te zijn oeze goede sloffen tijdens de bereiding te behouden en het is zeker niet over dreven, om die gewone winterpeen met veel zorg te behandelen Hier volgen een tweetal van de vele mogelijkhe den, ale winterpeen ons voor de maaltijden biedt: HUTSPOT MET BOONENGEHAKT. Be- noodigdilieden (voor 4 personen): 1 Kg. wortelen, Kg. uien, 2 Kg. aardappelen, 50 gram l}/2 ons) boter of vet, 200 gram (2 ons klapstuk of 100 graim (1 one) belegen 40 kaas, 100 gram (1 ons) bruine booncn» 2 dl. (2 kopjes) melk of 15 gram (2 afge streken eetlepels) ta.ptemelkpoeder, '/2 L, water, 1 dl. boonennat, 50 gram bloem, peper, zout, noot, peterselie. water en een lepel zout en laat het circa 1 uur koken. Leg de aardappelen en de wortelen in Bereiding: Wasch het vleesch, zet het op met het water en wrijf ze met de pannenspons schoon. Snijd de wortelen in schijfjes en snijd de aard appelen in vieren. Log de wortelen op het vleesch, daarna de aardappelen en na een kwartier de ontvelde, in stukken gesneden uien. Laat ó'e wortelen en aardappelen Vfc uur koken, haal het vleesch er uit en maak den stamppot af op smaak met zout en desgewcnscht wat peper. Voeg onder het stampen de melk of de aangemengd», melk poeder to»» voor het smeuïg worden. Stamp niet grondig, daar hierdoor schade aan sommige voe dingsstoffen wordt toegebracht. Men kan beter stukjes aardappelen of wortel fijn kauwen dan voeotngswaarde verliezen. Voor het gehakt.- Week daags tevoren de gew.assclien boonen ftn y2 L. water en kook zie in het weekwnter in 45 minuten gaar. Maal ze tezamen met het vleesch door de vleesch molen of wrijf en snijd hel vleesch in kleine stukjes. Doe het mengsel in een pan met die bloem en het boonennat. Laat dat, onder roe ren, op een zacht vuur binden. Voeg petersoile, ui en de rest van de kruiden toe. (Bij gebruik van kaas inplaats van klapstuk, wordt deze geraspt aan hot gehakt toegevoegd). BRUINE JUS (tonder Tleeech). Best van de boter. 30 gram (3 afgestreken eetlepels) bloem, y2 L. water, 20 gram (2 afgestre ken eetlepels) taptemelk poeder, 1 bouil lonblokje, jusblokje, aroma of soja, zout cn poper en een mest punt koffieRt roop. Doe de bloem bij de boter; laat dit mengsel bruin klem ren, vlug even doorkoken en maak ze op kleur of smaak met de kofliestroop, eventueel het bouillonblokje, jusblokje, aroma of soja, peper en zouiL HUTSPOT MET RAUWE GROENTEN EN JUS (4 personen). 2 pond wortelen, y2 pond uien, 2 Kg. aardappelen, zout, 200 gram (2 ons) kaas, 2 dl. (2 kopjes) melk of 15 gram (2 afgestreken eetlepels tapte melk pocdor), water. Rereading: Leg de aardappelen en wortelen in het water en wrijf ze stevig schoon met de pan-ncn- spons. Snijd de aardappelen in vieren cn kook ze met een bodempje water in een half uur gaar. Snijd oe ontvelde uien in ringen en smoor ze tien minuten in zeer weinig van de boter. Rasp de wortelen op een rauwkost rasp zeer fijn en maal ze door de vlccsohmolen en stampt ze vlug door de gare aardappelen en de geantoorde uien. Maak den stamppot smeuïg door toevoeging van melk, roer u'e geraspte kaas erdoor en maak op smaak al met zout en eveiulucul popcr. «MMburotaaiiKl recept: Voor d'e jus: 60 gram (3 afgestreken eetlepels) boter, 30 gram (4 afgestreken eetlepels) bloem, 20 grain (2 afgestreken eetlepels) taptemelkpoeder, y2 L. water, een boud 11 on blokje, jusblokje, aroma of soja, zout, peper, een mespunt koffie» stroop. Doe daarvoor de boter met de droge bloem im een pan; verwarm dit mengsel tot het bruim gekleurd' is. Voeg ineene het water toe en de aangemengde melkpoeder. Laat de jus even doorkoken en maak ze op kleur en smaak af met de kof fistroop, even tueel het bouillonblokje, aroma of soja, peper en zout. De schat in den akker Een neerstig landmandie veel goed'ren had vergaard, Zag rond zijn sterfbed al zijn kinderen geschaard, En sprak in dezer voege: ,Jk vraag en durf verhoper. Dat gij geliefden nooit den akker zult verkoopen, Want ik wete dat Een groote schat Er ieuwers ligt begraven, ik ken niet juist de plaats: maar spit en delft en ploegt Aleer gij zaaien zult, ja, werkt en zweet en zwoegt, Kn 't vinden van den schat zal mijn gezegde staven i" De vader stierf.Het land Werd diep gegrond, ten allen kant, Maar nieuwers vond men geld. Doch als straks de oorlogstijd keerde Was vlas en groen er al in overvloed: men leerde, Dat de verholen schat In vlijt en arbeid zat. (Uit: het Boekske der Vlaamsche landbouwers) Een Oostersch Godsoordeel Evenals in Europa in de middeleeuwen het „Gods oordeel" onder allerlei vormen werd gebruikt om een schuldige te ontdekken, is dit by Oostersch» volken nog in zwang. Aan boord van een boot, grootendeels bemand met Lascaren, miste een Indische kwartiermees ter geld, dat gestolen was uit zyn kooi. Het ge lukte den kapitein niet den schuldige te treffen en hy gaf het op. De bootsman echter niet en bij zonsondergang riep deze zijn lieden bijeen voor de „rijstprocf". Een schaal met ongekookte rijst werd door den bestolene geplaatst op een kist voor een man, die als priester fungeerde. De bemanning werd rond om de kist geschaard. De „priester" las op zin genden toon eenige koranverzen, blies driemaal op de rijst en bad, dat Allah deze tot middel mocht maken om de schuldige te ontdekken; dat diens keel droog mocht worden als het zand der woestijn, zoodat de onschuldigen bevrijd moch ten worden van de verdenking, die op hen rustte. Elke Lascar werd nu op zijn beurt geroepen; hij legde de eene hand op het heilige boek, nam met de andere rystkorrels en begon die te kauwen tot ze geheel vochtig waren; daarna werden ze door geslikt of uitgespuwd. Negen doorstonden de proef met goed gevolg, doch de tiende scheen er moeite mee te heb ben; dit werd dadelijk opgemerkt door de ande ren; ze drongen om hem heen en vroegen „Wat is er Is je keel droog Dit maakte het nog kwader voor hem; eenige oogcnblikken beproefde hij nog de proef ten einde te brengen; toen gaf hij het op, spuwde de rijst droog weer uit en ging naar de plaats, waar hij het geld verborgen had, dat hy den eigenaar terug gaf. Deze Oostersche proef is gebaseerd op natuur lijke verschijnselen. De Lascaren weten wel, dat wanneer iemand verkeert onder den invloed van een groote vrees, of zenuwachtige opwinding, de keel, vooral zijn verhemelte, droog en perkament achtig wordt, waardoor het moeilijk wordt droge rijst behoorlijk te kauwen. De onschuldige, die volmaakt kalm blijft, door staat gemakkelijk de proef, terwijl de misdadi ge onder den indruk der plechtigheid en van zijn schuld bewust, wetende ook, dat aller oogen op hem gericht zyn, bang wordt, wat zijn mond droog maakt Zoo komt hy er toe zichzelf te verraden. 108

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 10