MONUMENTEN in Zuid-Holland Trouw Toren der Ned. Herv. Kerk te Groot-Ammers. "IT7ANNEER men in snel tempo na elkaar eer VVaantal plaatsen in Zuid-Holland ziet, za men met genoegen bemerken hoeveel architec turale producten van oude cultuur daar nog wezig zijn, al hebben eerbiedlooze zielen vee waarlijk schoons opgeofferd aan de utiliteits eischen, terwijl de oorlog, die verwoestend ovei meerdere plaatsen in deze provincie trok, mede een dynamische factor was in het spel van sloopen van wat eertijds tot de schoonste voorvaderlijke erfenissen behoorde. Teneinde nog meer bedacht te zijn op het behoe den van oude schoonheid, was indertijd een Monumenten-commissie voor Zuid-Holland inge steld. Deze heeft thans in haar jaarverslag mede gedeeld, dat zij bij besluit van Gedep. Staten is opgeheven. De Commissie betreurt dit te meer, daar zij er van overtuigd is, nuttig en goed werk te hebben gedaan en dat zy, met de zeer beperkte credieten, waarover zij mocht beschikken, toch talrijke klei ne, maar in haar omgeving kostbare zaken heeft kunnen redden. Hoe vaak toch b.v., zoo lezen' we in het verslag, werden sobere voordeuren, die geheel passen bij hun 18de-eeuwsche gevels, hoe klein van afme ting deze ook mogen zijn, vervangen door „mo derne" teakhouten fabrieksproducten, die door hun „drukke" paneel- en lijstverdeeling en hun kleur de statigheid van den gevel geheel beder ven en het huis een armelijk uiterlijk geven. Ook de prachtige koperen deurversieringen op antieke deuren, die zooveel werk van poetsen ge ven, worden steeds weer verwijderd. De gevels van oude huizen in rustige Hollandsche stadjes en dorpen worden meer en meer schreeu- werig-rommelig overdekt met helkleurige emaille reclameplaten en -plaatjes: enorme borden, dik wijls tevens lichtreclames met koeienletters be dekken de gevels zoo overdadig, dat niemand de opschriften meer leest. De geheele straat- of pleinwand rammelt in kleur en lijn. De gewoonte van het zonder noodzaak aanleggen (Uit eigen archief). Haastrecht. Waar de nieuwe weg het dorp snijdt. (Uit eigen archief). van trottoirs in stille straatjes, waarbij knusse stoepen, stoeppalen, hekken en kettingen ver dwijnen, en aan huizen en huisjes alle individua liteit wordt ontnomen, neemt vooral in dezen werkverschaffingstijd steeds grootere afmetingen aan: onherstelbare saaiheid is hiervan het gevolg. Nog steeds viert in simpele „burger"-straatjes de cementeering en winkelraamneiging hoogtij. De pleisterwoede, botgevierd in de 19e eeuw, die zooveel onherstelbaar heeft bedorven, is bij de overgroote meerderheid van bouwtechnici reeds lang bekoeld, niet echter bij de kleine metselaars bazen in kleine, ja zelfs ï.og in grootere plaatsen. De oorlog heeft mede veel schoons doen verdwij nen. Hoeveel heeft Alblasserdam geleden De geheele dorpskern werd verwoest, waarbij ook het schilderachtige, in 1937 gerestaureerde Waard huis van de Nederwaard, nabij de sluis, verloren ging. Het raadhuis brandde geheel uit Gelukkig bleef hier een 17de eeuwsche gevel, voorkomend in de „Voorloajkee Lijst", gespaard. Eenzelfde lot omïerging Bleskensgraaf. Het aloude, uit de 15de eeuw dateerende kerkgebouw, werd ernstig beschadigd en by deze geconcentreerde verwoesting bleef van het fraaie, monumentale 17de eeuwsche meubilair van het bedehuis, wei nig over. Op aandrang der Commissie, die daarvoor gel den voteerde, besloot de kerkvoogdij den zwaar beschadigden inventaris, als preekstoel, doophek en het beeldhouwwerk van andere banken te restaureeren en met de oude zerken over te brengen in de nieuwe te bouwen kerk. De fraaie dorpskerk te Ameide zal aanmerkelijk worden vergroot. Het is dan te hopen, dat ook de kerkkronen zullen worden gerestaureerd. Ook te Krimpen a. d. Lek, waar het oude, buiten dijks gelegen kerkgebouw is gesloopt, zal het antieke meubilair, na restauratie in de nieuwe kerk worden aangebracht. Bij het wegnemen van het koorhek van omstreeks 1630 kwam daarachter een eenvoudig geprofi leerd koorhek met het jaartal 1555 te voorschijn, waaraan de (vermoedelijk) ijzeren spijlen ont braken. Dit hek is helaas niet bewaard, maar als restauratiehout benut. dan hier, dan daar mee bezig, maar.... alles in verband met z'n kleinzoon. En ale het o'an geen Kees geweest was, bedenkt hij op eens. Wel, dan was het wagentje daar stil in den donkeren hoek blijven staan en hij zou er nooit wat van gezegd hebben, totdat Maar nu zal hij ze allemaal verrassen.... wat zullen ze opkijken. Zelf heeft hij er nu al plezier van.... en later, dan zal hijja er komt nu weer wat meer fleur in zijn eentonige leven. Later.... dan.... ja dan.... zal hij.... Eindelijk slaapt de oud'e man in. Zooals altijd, Dinsdagsmorgens is Kees al vroeg in het schuurtje bezig. Dinsdag is waschdag voor Gerritje; ze hoeft dan '9 middags niet weg, heeft den geheelen dag ter beschikking Kees zorgt o'an al vast voor het vuur onder het groote wasch- fomuis, terwijl Gerritje het noodzakelijke werk in buis doet. Zijn eerste gedachten zijn vanmorgen: het wa. gentje. Zou hij nu eerst Nu, eerst even het fornuis aanmakenbedrij vig, zooveel, als zijn stramme leden dat toelaten, loopt hij heen en weer, neemt wat kranten en droog hout Zijn stijve knieën buigen zich voor het fornuis en weldra knettert het drooge hout. Vonken spatten o'oor de kleine opening van het deurtje- Dan legt hij wat droog hout op het vuur. ^Ziezoo, dat kan zoo wel even liggen", mompelt hij. En nu dan even het wagentje er aj balen, Hij gunt zich nauwelijks tijd om het 'addertje goed etcvig te plaatsen. Gerritje kan zoo ook komen en dan moet in ieder geval het wagentje klaar «taan om bewonderd te woro'en. Ja, waar komt dat dan zoo gauw vandaan I Dat weet hij alleen. Met veel moeite klimt hij naar boven, kruipt over de ruwe p'anken, zet hier en daar wat op zij Daar achter in dien hoek, daar etaat het var- borgen onder een jute zak. Tastend gaat hij verder, heeft eina'elijk het be geerde in handen. Met moeite komt hij weer. vooraan, waar het laddertje staat. Hier bekijkt hij nog even z'n werkhij glimlacht houdt z'n ruwe handen om het handvatzoo op z'n knieën ligt hij er voorJa, zoo zal eenmaal de kleine Kees het voortduwen Hij ver'angt al naar dien tijo'in stilt» droomt hij weer van een heerlijke toekomst op z'n ouden dag met nog zooveel geluk Hij tast met z'n eenen voet om steun te vinden op het laddertjehet wagentje houdt hij stevig onder den arm Dan plotseling voelt hij iets wegglijdeneen gekraakeen angstige gi'gcvolgo' door een doffen slag Ais Gerritje in het schuurtje komt, vindt ze Kees op den gTond liggenhet wagentje over hem heenzijn hand geklemd om het hamk- vat...... Het vuur* onder hei fornuis i8 uitgegaan...*. Zoo heeft de Commissie te Schoonhoven goed werk verricht, door de restauratie van een oud orgeltje in de Ned. Herv. Kerk te stimuleeren. Wat toch was het geval Reeds jaren lang werd het uit het begin van de 17de eeuw dateerende orgelfront je geheel uit elkaar genomen bewaard bij den meubelma ker die indertijd het kerkmeubilair van de Ned. Herv. Kerk had gerestaureerd. Het grootste stuk van dit orgeltje was op «den zolder van het wees huis geborgen. De Commissie verzocht kerkvoog den dit (in later jaren wit geschilderde) en uit gebreide gebeeldhouwde front te doen restauree ren en ophangen tegen het blinde venster aan de Noordzijde van het koor boven den ingang van de consistoriekamer. Een subsidie van de Commissie deed kerkvoogden daartoe besluiten, zoodat met de restauratie werd begonnen. Niet minder belangrijk zijn de Zuidhollandsche torenmonumenten, waarvan de restauratie of al in vollen gang óf aanstaande is. We bedoelen den toren van Groot Ammers, het eerwaardige, eeuwenoude baksteenen jouwwerk, waarvan de restauratie gestadig vordert, den be- langwekkenden, 15de eeuwschen toren van Gies- sen Oudekerk, die eindelijk uit zyn diep verval zal worden opgeheven en niet minder den rijken laat-Gotischen St. Janstoren te Gorkum, thans geheel ingepakt in een wirwar van stellages, die zijn typische contouren grootendeels aan het oog onttrekken. Voor de restauratie van dit bouw werk is een bedrag geraamd van f 180.000. Verder vroegen de historische gemeentehuizen in de pro vincie Zuid-Holland de aandacht der Monumen ten-Commissie. Voor de restauratie en vergrooting van het statige, over het grachtje gebouwde raadhuis te Nieuw- poort uit 1697 werd door het Rijksbureau voor de Monumentenzorg een ontwerp gemaakt. De niet meer in gebruik zijnde, aan het stadhuis ge bouwde waag zal dan tot brandvrij archief wor den ingericht. Eveneens zijn er restauratieplannen gesignaleerd voor het interieur van het antieke raadhuis te Haastrecht. Sterk storend voor de historische sfeer van dit kunstwerk is, dat op het plein er achter een ontsierend betonnen urinoir is ver rezen en dat in de (door den nieuwen weg) thans stille Dorpsstraat trottoirs zijn aangelegd, die het plaatsje nog meer zullen „moderniseeren". Het behoud van het voormalige rechthuis van den Stormpolder te Krimpen aan den IJssel, waarvoor men ook restauratieplannen had, is ech ter uit architectonisch oogpunt niet van belang, volgens het advies van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, na ingesteld onderzoek ter plaatse. Zonder voorbehoud kunnen we in meer dere plaatsen van Zuid-Holland ook vele kleinere gebouwen bewonderen als schoone architectoni sche producten van de oude culturen. Hier den ken we b.v. aan Ammerstol, vroeger Klein-Am- mers geheeten, liggend aan den anderen oever van de rivier tegenover Groot-Ammers en dat door haar belangrijk tolrecht den naam Ammers tol kreeg. Het historische tolhuis, een klein eenvoudig ge bouwtje, gebouwd op den dijk aan de rivierzijde, heeft een hoog dak, waarop een dakruitertje met bel. Hoewel jaren geleden van bestemming ver anderd, is het nog steeds in gebruik als waag. De belangstelling in de gemeente voor dit bouw werkje was mede oorzaak, dat de burgemeester de cementlaag er van liet verwijderen. De thans weder zichtbare baksteenen wijzen door hun for maat met de oorspronkelijke bouwsporen op hoo- gen ouderdom. Het jaartal 13^1 in het deurkalf geeft het jaar aan waarin het tolrecht wordt ver leend. Te Bergambacht is de hofstede „Bouwlust" uit 1671 gelegen te Bovenberg, welke hofstede gene raties lang in bezit was van het geslacht Ver- dyn op loffelijke wiize gerestaureerd 64 ^"flSP^yzonder verdient hier Oudewater ver melding. Voor herstel van het fraaie' 17de eeuw sche woonhuis IJsselveer 13 a werd door de Com missie een bydrage verleend. Wederom is een gevel in deze plaats, die nog zulk Raadhuis te Nieuwpoort. (Uit eigen archief). Jammer is het, dat in den laatsten tijd de restau ratie van een ander aantrekkelijk, eenvoudig geveltje op minder deskundige wyze is geschied, terwijl daarenboven een interessant 17de eeuw sche geveltje, dat door zijn ongewone vormge ving opviel, door een „meer gangbare" 17de eeuwsche imitatie is vervangen. Voor de restauratie van een eenvoudige gevel der bijzonder goed bewaarde boerderij B. 16 te Berkenwoude, met gesneden deurkalf, waarop het jaar 1667, zegde de Commissie subsidie toe, ter wijl ze den eigenaar van het vervallen hek met de gebeeldhouwde leeuwen van de hofstede „Het Leeuwenhuis" buiten Schoonhoven verzocht heeft, dit niet door een modern hek te vervangen. Zy stelde voor de niet-oorspronkelijke houten palen te vervangen door baksteenen. Hoe jammer is het, dat de geslotenheid van het dorpsbeeld van Haastrecht ernstig geschonden is door den aanleg van een breeden verkeersweg, die tegenover het museum Bisdom van Vliet langs de oude kerk het dorp diagonaalsgewijs door snijdt. Het sierlijke Lodewijk XV-hek van den overturn van genoemd museum werd tientallen meters ach terwaarts verplaatst, gevat in twee disharmoni- eerende nieuwe boksteenen pilasters. Een aangrenzend Lodewijk XV-tuinhek ging ver loren. De Dorpsstraat is thans als het ware open gescheurd, terwijl daarenboven het verband van de dorpshuizen met hun overtuin verloren is gegaan. Ook de ligging van den nieuwen weg vlak langs de kerk bederft de dorpskern. Ware deze weg eeni- ge honderden meters verder in de richting van den dijk afgetakt, dan was het fraaie dorpsbeeld van Haastrecht ongeschonden gebleven. Thans is de taak van de Monumenten-Commissie voor Zuid-Holland ten einde, maar de vele, door destructieve invloeden aangetaste historische mo numenten blyven restauratie eischen. ZONDAG aan Zondag neemt het oude moeder tje nog trouw haar plaats in binnen het doophekje, hoewel zy na de ramp, welke Kralin gen trof, naar een andere gemeente verhuisde. „Ach, mijnheer, er is toch maar één Kralingen, 'k Heb hier zooveel jaren gewoond. En 'k gevoel me alleen maar thuis in mijn eigen kerk". Zoo komt zij reeds 's Zaterdags naar haar oude woon plaats, gaat dan bij een vroegere buurvrouw slapen en des Zondagsmorgens komen zij dan naar onze Hoflaankerk. Zoo vertelt de heer J. A. Amèsz, diaken te Kralingen, in „Diakonia". Het was een smartelijke gewaarwording voor haar geweest, toen zij haar woning met al haar bezit in de vlammen zag opgaan. Zij bewoonde een kamer en keuken in een huis „met vier bu ren op één trap", zooals dat heet. Wat verwachtte zij gaarne het bezoek van haar wijk-diaken. Dat was iemand, die tijd had om naar haar te luiste ren. Zy zette dan een extra bakje koffie met een dubbel schepje gebrande suiker. Met recht kon haar bezoeker, op de vraag of het Hem smaakte, antwoorden, dat hij ze thuis zelfs niet zoo dronk. Oud moedertje had veel te vertellen uit haar lange leven, dat rijk aan moeite en verdriet was geweest. Daar getuigen de tallooze groefjes in haar gelaat van, welke zich vooral samentrekken om haar oogen en mond. Sinds een tweetal jaren vervult haar één groot verdriet. Zij verloor, na een langdurig ziekbed, haar grooten zoon. Wat had zy met haar schoondochter en kleinkinderen gehoopt op zijn herstel, toen hij in het sanatorium was. Maar hij had heimwee gekregen en was weer thuis gekomen. Zijn toestand was toen spoedig verergerd. Om de behulpzame hand te bieden ging oud moedertje dagelijks voor en dauw naar de woning van haar zieken jon gen. Loopen ging zij den verren afstand, want geld voor de tram kon er niet af. Toen haar wijk-diaken een en ander vernam, werd vanzelf sprekend haar ondersteuning verhoogd. Doch ook daarna bleef zij, weer of geen weer, loopen. Zy besteedde het geld liever om haar jongen er een extra fleschje melk van te geven. „Want hij heeft zooveel versterkende middelen noodig. Misschien wordt hij nog wel beter. Zoo lang er leven is, is er hoop, nietwaar Maar het oogenblik kwam, dat het haar duide lijk werd, dat geen beterschap zou komen. Dat was, toen een golf bloed het laken kleurde. Haar schoondochter kon van schrik en uit angst voor besmetting niet helpen. De oude, trouwe handen van moeder deden het werk. De eigen echtge- noote hield zich zoo ver mogelijk van het ziek bed verwijderd. Moeder liet het moede hoofd van haar grooten zoon in haar arm rusten en wischte hem het klamme zweet van het voorhoofd, als een hoestbui voorbij was. In zijn oogen had zij de angst voor den naderen den dood gelezen en ook haar eigen hart was zeer bezwaard over het heil van haar jongen. Al lange jaren had hij niets meer aan godsdienst of kerk gedaan. Als zij eens ging vragen of dominee haar jongen wilde bezoeken Vaag wist zij in het vreemde stadsdeel de straat, waar de predikant moest wonen. Vele malen herhaalde zij aan vooï> bijgangers haar vraag naar het huis van den dominee. In de groote stad staat de pastorie veel al in de schaduw van de kerk En wie van de vele voorbijgangers weet, waar de dominee woont Maar tenslotte, zij werd terecht geholpen en bracht haar verzoek over. „Dominee, myn jongen is zoo ziek. Hij 'ligt aan de tering. Hij zal wel niet meer beter worden. Hij moet zoo'n groote reis gaan maken en hij is er niet klaar voor. Wilt U hem komen opzoeken Hoe gaarne werd aan het verzoek van oud moe dertje en haar zoon gevolg gegeven. Aan een be angste, vermoeide ziel werd de troost van het Evangelie gebracht. Toen eenige weken later het vertreksein voor de groote reis werd gegeven, was de zoon van oud moedertje voor de afreis gereed. Daar kan zij bij herhaling over spreken, telkens als haar wijk-diaken haar bezoekt. Het doet haar zoo goed een luisterend oor te vinden, waar zy haar groote verdriet aan kan vertellen. Bij het heengaan brengt zij haar bezoeker naar de deur. Dan legt zij haar hand op zijn arm en geeft hem haar inhoudrijken groet mee: „Zegen, mijnheer." Oud moedertje luistert steeds aandachtig met geheven hoofd naar de prediking. Soms ontmoeten onze blikken elkaar en dan glijdt een glimlach over haar gegroefd gelaat. Het troostwoord, zoo juist gehoord, verkwikte haar zoo. Trouw is oud moedertje in haar zorgende liefde geweest voor haar kinderen, voor haar grooten zoon tot aan zijn stervensuur toe. Trouw is zij in haar liefde voor haar kerk. Trouw, dat is het edele kenmerk van haar heele Al is zij naar een andere gemeente verhuisd, de band tusschen haar en onze diaconie is niet ver- broken. Wij, diakenen, zijn daar ook dankbaar voor. .daB De oudste vulpenhouder ion- Vulpenhouders zijn van Amerikaansche vinding, wordt vrij algemeen aangenomen. Dit is even wel niet juist; de eerste vulpenhouder dagtee- kent uit een tijd, toen er in Amerika meer rood huiden dan blankgezichten waren en men in de nieüwe wereld wel aan wat anders had te den ken dan aan verbetering van ons schrijfmateriaal. Men vindt n.l. in een in 1638 in het licht gege ven boek van E. Schwender „Erquickstunden" getiteld, een beschrijving van een vulpenhouder, gemaakt van in elkaar geschoven ganzepennen, nog wel erg primitief, maar toch het systeem reeds aangevend, waarop de moderne vulpen is geba seerd. Opgang heeft de uitvinding niet gemaakt en dat is ook niet het geval geweest met den vulpenhouder van den werktuigkundige Scheller te Leipzig, in 1781 uitgedacht. Hij bestond uit een buisvormig metalen reser voir, dat aan de achterzijde met inkt werd ge vuld, waarna deze met een kurkje werd gesloten. Een zeer eng buisje aan de voorzijde vormde den uitlaat van de inkt, die daarlangs naar een ganzepen werd geleid, welke zoodanig bevestigd was, dat ze by slijtage gemakkelijk door een an ders was te vervangen. Een dop beschutte de pen tejgen beschadiging, wanneer zij niet werd gebruikt, terwijl dan tegelijkertijd een in den dop aangebrachte stift het uitvloeien van de inkt ver hinderde. Ook deze vulpenhouder is intusschen een unicum gebleven en eerst een eeuw later zijn de moderne vulpenhouders uit Amerika op T^ostzegelruilbeurs NIEUWE UITGIFTEN Hongarije. Hier verscheen een viertal w<i dadigheidszegels met toeslag ten bate van nood. lijdende kunstenaars. De waarden zijn 6 fililer plus 6 filler groeni. 10 f idler plus 10 filler bruin. 16 filler plus 16filler violet. 20 filler plus 20 filler roodbruin. Van deze zegels hebben wij enkele series ter be- schikking. Na storting van f 1.75 op onze post rekening 191240 volgt franco toezending, voorzoo- ver de voorraad' strekt Frankrijk, Hier zijn ie verine.u^.i .wee op drukken roode opdruk 1 F. op 2 fr. bruinlila, uitgifte ten bate van het gedenktceken tea- eere van de Fuansche infanterie, uitgifte 1938; rood® opdruk 1 F. op 1 fr. 75 blauw. Ceres. Yvert nr 372, Ook van deze zegels zijn eenige paren verkrijg baar. Prijs f 0.45 Vorder verscheen h.ea een viierlal toeslagzegel® „Hulp aan het vaderland": 80 cent. plus 2 franc grijs. 1 franc plus 2 franc bruin. 1 fr. 50 plus 2 franc lila. 2 fr. 50 plus 2 franc groen. Van deze zegels kunnen wij eveneens eenige Tenslotte nog een tweetal zegels met toeslag ten bate der krijgsgevangenen 80 cent plus 5 francs groen. 1 franc plus 5 francs roodbruin. Voor zoover de voorraad strekt kunnen wij ook deze twee leveren. Prijs f 0.95. ïfrtanfleex SihiCatetiatiaxfi 86

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 12