Bij het heengaan van
Hendrika Kuyper-van Oordt
„AURORA"
Mevrouw H. KuyperVan Oordt
(Foto uit eigen arohief).
afloopt, maar proeven de diepe tragedie, zooala
de menachen ut „Jonker Konolijn" die geproefd
hebben en zooals de schrijfster die in haar edele
woordkunst trachtte te vertolken.
Zóó hadden misschien wel de meeste toehoorder»
bladzijden geschreven door H. K.-v. O. nog nooit
doorleefd. Men voelde 't als een diepe zelfbeschul
diging: wat had men deze schrijfster vaak ge
negeerd, wat was men vaak slordig heengel no
pen over wat zij zoo moeizaam had opgebouwde
Als men haar zóó hoorde, wat gaf zij dan véél en
■wat was 't schóón.
Die avond was voor velen een openbaring. Er
.werden goede voornemens gemaakt, die ook wer
den ten uitvoer gebracht.
Er kwam meer vraag naar „Het goed van Cro-
naert", „De wrok van Dieo'erik Spijkerboer" en
werden.
Over haar laatste gToote boek „Een martelaars
kroon voor Joris I'raet" is veel gesproken en
geschreven.
't Was weer 't zelfde verschijnsel als a'tijd: som
migen dweepten er mee; anderen vonden 't
maar zoo-zoo-.
Te verwono'eren is dit laatste niet. Er wordt
im onze kringen tamelijk veel gelezen. Het
goede, spannende verhaal vindt graag gehoor. En
nu komt daar opeens een boek, dat ongetwijfeld
van den lezer inspanning vraagt.
Voor menschen, die in een ver'oren uurtje eens
graag een mooi boek ter band nemen ter ont
spanning, i« mevrouw Kuyper zeker niet de aan
gewezen auteur.
Van een mooi Christelijk vernisje wilde zij niet
weten, dat maakte haar toorn gaano'e. En toch
heeft zij in meer dan één novelle en boek de
gToote waarden onzer Christelijke levensbeschou
wing op vaak kunstzinnige wijze bloot gelegd.
We denken aan 't aangrijpend slot van „Joris
Praet"
ONDER groote belangstelling werd Woensdag
middag op de begraafplaats „Oud Eik en
Duinen" te "s-Gravenhag'e hel stoffelijk overschot
ter aarde bestelt.' van mevrouw Hendrika Kuy
per van Oordt, die in onze Prot. Cbr. 'iteratuur
een vooraanstaande en een zeer éigen plaats in-
In onze gewone dagkrant hebben wij natuurlijk
aan dit plotseling overlijden de hoodige aan
dacht gewijd- Maar ook in ons Zondagsblad,
waarin zoovele pennev ruchten van deze bijzon
dere schrijfster werden opgenomen, mag een
woord van warme waardeering bij haar heengaa^
niet ontbreken.
Deze schrijfster nain onder onze Christelijke
auteur» een zeer eigen plaats in. Dat was haar
eere, maar deze uitzonderlijLe positie bracht ook
Wel eens moeilijkheden mee.
Vele bladen en periodieken stelden het zeer op
prijs haar artikelen te mogen plaatsen, maar ook
vaak bleek, dat zij goot een groot deel van ons
lezend pub'iek niet- of misverstaan werd. 't Ge
wone k>t van auteur», die in visie en vorm
geving ver uitsteken boven den gewonen middel
maat schrijve«r.
Mevrouw Kuyper-van Oordt heeft 't aangeo'urfd
en haar ongemeen talent stelde haar daartoe
»n staat oorspronkelijk te zijn en te blijven.
Zij wist zelf zeer goed, dat een groot deel van t
pub'iek, waarop zij in de eerste plaats was aan
gewezen, 't graag ónder» wilde. Maar zij heeft
zelfs niet getracht 't andei» te doen. Dat zou
voor haar een moedwillig verlaten zijn geweest
van den weg, di^n zij vrijwillig en welbewust
had gekozen en waarop zij kon en wilde yoor-
gaan
We hebben mannen gekend die den moed had-
den op politie^ terrein niet popu'air te willen
zijn- Hun taak was veel zwaarder dan die van
collega's die juist in de eei»te plaats naar po
pulariteit streefden. Maar vaak feeds tijdens hun
Jeven heeft de tijd over hun arbeid gericht ge
houden. Naar de eersten werd door steeds bree-
deren kring geluisterd, terwijl de anderen ver
eenzaamd bleven staan om weldra geheel ver
geten te worden.
Hetzelfde verschijnsel ig ook op literair terrein
waar Ie nemen. En de moeilijke maar prachtige
arbeid van de thans overleden schrijfster heeft
wei aangetoond, dat ook hier geldt: de aanhou^
der wint
Het streven van den Chr. Auteurskring om schrij
ver» en lezer» dichter bij elkaar te brengen, is
niet ze'den met mooi succes bekroond. We her
inneren ons nog levpndig een avond in de be
kende bovenzaal aan de Ammanstraat te Rotter-
xUun. (Van kerk en zaal is door bet oorlogsge
weld zoo goed als geen steen meer overgebleven,
inaar duizena'en zul.'en dankbare herinneringen
tie waren aan uren daar doorleefd.)
Onder de auteui», die dien avond uit eigen werk
zouden voorlezen, behoorde ook Hendrika Kuy
per van Oor at- Nog zien wij haar voor den les
senaar treden met een ondeugend lachje in de
sprekende oogen. Ze la» een hoofdstuk uit
„Jonker Konstijn". Ze deed geen moeite om luid
te lezen, maar toch werd haar vaste stem door
heel de zaa' gehoord'. Men zette zich tot luisteren
|a natuurlijkk, haar naam als schrijfster was
wel bekend, maar was dót nu iets voor dézon
«vond
Maar men luisterde en de aandacht en spanning
klom. 't Was weer 't thema, dat deze schrijfster
in zo© inr-nig boek en novelle gekozen had een
uitgebloeid geslacht, o'at een» groot en voor
naam was, maar nu de verdwijning nabij. Wat
een weemoed, satyre, oog weJ droeve humor,
andere boeken, die in vele gevallen oog ongelezen
in de boekenkast stonden-
Men had geproefd, de miiaak wa» opgewekt
en de spijze smaakte naar meer.
In vorige jaargangen van on» Zondagsblad zijn
vele artikelen opgenomen met de onderteekening
HeniVrika Kuyper van Oordt. De twee laatste
werden geplaatst op 12 en 19 October 1940.
Wie met haar handschrift eenigsein» vertrouwd
was, la» haar copie gaarne. De eerste bladzijde
was gelijk aa-n de laatste: vaste karakteristieke
letter», immer met blauwe inkt op papier gezet
„'k Heb twee artikelen voor 't Zondagsblad
klaar", deelde de schrijfster ong te'efonisch
mede. „Laat u ze even halen".
„Graag mevrouw waar gaat 't over
„Over het ouo'-Finsche epos de Kalevala, ver
taald door Jan H. Eekhout''.
Zou dat iets voor ons Zondagsbald zijn vroe
gen we ons af, maar wc wieten ook, dat 't voor
velen een vreugde zou zijn weer een8 een ar
tikel van H. K-v. O. aan te treffen.
Herinnert ge u nog lezer, hoe mevrouw Kuyper
dit tweeta' artikelen inleidde
Laten we dien aanhef hier nog eens even mogen
afdrukken.
„Wie van een helo'enepos hoort, maakt zich
aJRicht een voorstelling van veel krijgsru
moer en zwaardgekletler. En al» men daar
niet vam houdt zou men zich met eenige
vrees begeven tot de lezing van het oud-
Finsche epos, de Kaleva'a, metrisch vertaald
door Jan H. Eekhout, en onlangg in dit blad
met zooveel waardeering besproken. Ik kan
hem of haar die zoo aénkt evenwel gerust
stellen: er wordt in dit prachtige en merk
waardige boek meer gezongen dan gevochten.
Hebben mannen geschil, zij trekken niet zoo
aanstonds het me» of beuken met vuisten,
doch gaan een wedstrijd in 't zingen aan. De
zang bereikt wonderen 't ig ook geen ge
woon, maar een soort magisch zingen, waar
door bijvoorbeeld het paaru' van den ander
tot een rotsblok versteent
't Is al zang, waarin de mooie, eenvoudige
verhalen gekleed zijn. Er heerscht een sfeer,
bijna van huiselijkheid meermalen wordt
men sterk herinnerd aan de sprookjes van
Grimm, welke, evenals de runen van de Ka
levala, en ook ongeveer terzelfder tijo', na
melijk omstreeks het midden der vorige
eeuw, door ge'eerden uit den volksmond zijn
opgeteekend. Het bovennatuurlijke en het
eenvoudige, menscltelijke, het te allen tijde
gebeurlijke, liggen vlaknaast elkaar- Toch
moet men niet meenen cat óeze landelijkheid
of huise'ijkheid, ooit tot het platvloereche
zinktintegendeel, de geest orn 't helden
dicht is zeer verheven, en getuigt van een
fijn ontwikkelden zin voor het onderscheid
tusschen goed en kwaad.
De vrouwenfiguur, vooral die o'er oudere
vrouw, de moeder treedt in de Kalevala sterk
tiaar voren de zoon pleegt overleg met zijn
moeder, meer dan met zijn vader. Zij raadt
hem ten bestesoms luistert hij, soms niet,
dan loopt het ook meestal slecht met hem af.
Doch één ding staat tast: onwankelbaar is
ofe moederliefde, en de zoon ig daarvan vol
komen overtuigd. Niet in één dich in meer
verhalende zangen komt dit motief voor; de
jongeman, hij moge tegen haar wensch ver
zijn afgezworven, vertrouwt op zijn moeder
en zij verzaakt hem niet. Dat gaan we zien
in de. geschiedenis van Ahli Lemminkainen",
Dat Is nu echl mei rouw Kuyper-van Oordt. In
deze eerste regel» geeft zij een rake karakteris-
„Er gebeurden vreemde dingen voor haar
(Stephanie's) geest. Zij zag Jorig Praet in t
midden van o'e kamer staan, nankt in zijn
hemd, barrevoets, de handen samengebonden.
Zijn haar kieefde aaneen van bloed, alsof er
ruw aan gerukt en getrokken was; ook zijn
voorhoofd was bebloed, klam van zweet, en
hij zag er zeer bedroefd en mistroostig uit
Hij sprak klagelijk „Ik ben belogen, Ste
phanie, ik heb o'e martelaarskroon niet ge
kregen- En 't was mij toch zoo vast en zeker
beloofd. Ik zou dadelijk de kroon op 't hoofd
ontvangen. Maar ik draag geen kroon, zie
maar I 't Is al'es bedrog en verraad geweest
en daarom sta ik hier nu zoo, en alle zonden
blijven on vergeven".
„Christus is het, die de zon tien vergeeft"
Wie sprak het, wie dacht het Stephanie
Visser? Zij lag voor de poorten des doods,
Of de man, wiens fantoom in haar koorts
droom daar stond, die arme verblinde marte
laar, Joris Praet
Doch van voor de poorten de» doods keerde
Stephanie terug, zij herstelde. Er brak een
morgen aan, dat voor 't eerst weer ook voor
haar de zon schoen in haar kamer. Zij zag,
als ontwaakt, haar moea'er, zij vroeg naar
haar oom. Zij verhaalde hem 'ator haar
droom, en Joris zeide dat hij telkens jn zijn
wroeging en radeloosheid oeze zelfde woor
den als met ooren had gehoord.
Er greep met Joris Praet een verano'ering
plaats, gelijk aan die, welke zich aan zijn
zuster Jogma had voltrokken: de Goede Her
der had het verdoolde terecht gebracht...."
De boeken van mevrouw Hendrika Kuyper-van
Oordt zijn waard gelezen en herlezen te woro'en.
Laten wij zc dankbaar als een kostbare erfenis
aanvaarden.
Ook de jongeren moeten ze leeren lezen-
Edelgwriecnte vindt men zoo maar niet in 't zand
of lang» den weg.
Er moet voor gewerkt, gedolven worden.
Wie o'e moeite van 't werken van 't zoeken proeft,
zal ook de blijdschap \an *t vinden smakewi.
H. Z.
Ware liefde
De bladeren van den lindeboom zijn teer en doen
niemand pijn. Maar als de herfst met zijn stor
men komt, vallen zij allen af en vervliegen ztj
op den adem van den wind.
De naalden van den dennebooin doen dikwijls
pijn, want ze zijn scherp en spits. Maar de herfat
en de winter mogen komen zij houden stand
en blijven altijd groen.
Er zijn. vrienden, die u zóó lief hebben, c'at zij
u nimmer pijn doen. Maar hun liefde houdt geen
stand. Wanneer het winter wordt, wanneer onge
luk en sinart u treffen, dan heeft de wind hen
ver weg doen stuiven.
De liefde van uw narc'schen vader doet menig
maal pijn. Zij bestraft u en toomt op u, wanneer
gij dat verdient. Maar zij blijft altijd dezelfde;
altijd frisch en groen, óók in de dagen der smart
Zou uw homelschc .Vader minder liefhebben Ilij
toornt en Hij bestraft. Hij wond en Ilij slaat
terneder. En toch, waar is een liefde, aan de
Zijne gelijk 7
«2
rmt tuut (ongeveer uur). Bereid intus-
•chen de saus door de boter met de bloem op een
zacht vuur roerende te verwarmen tot een glad
mengsel, dit geleidelijk te verdunnen met de
melk, o'e saus even te laten doorkoken en ze dan
af te maken met de tomatenpurée of de kaas en
,wat zout.
Leg met behulp van een schuimspaan de goed uit
gelekte stukken kool in de schaal, bedek ze met
•en gedeelte van de saus en presenteer er de
rest in een sauskom bij (zoodoende is bij de aaro-
•ppelen geen jus noodig).
WITTEKOOLSLA (4 pereonen).
250 gr. pond) witte- of savoyekool, 160
gr. (IVi ons) win ter-wortel of selderij-
knol, 3 eetlepels hangop, melk of karne.
melk, 1 eetlepel azijn of citroensap, wat
mosterd, peper en zout, wat fijngesneden
peterselie.
Beroid de slasaus door de hangop, de melk of de
karnemelk te vermengen met den azijn of het
citroensap, oen mosterd, de peper en het zout.
Ontdoe een kool van de buitenste bladeren. Snijd
«e c'an doormidden en rasp de vereischtc 250 gr.
(gebruik de rest van de kool den volgenden dag
bijv. voor een stamppot.) Rasp ook het scho .in
gemaakte stuk winterwortel of selderijknol, ver-
tmeng de groenten dan met de slasa.i» en etroii
er de peterselie over.
Kwark in plaats van hangop, melk of karnemelk,
▼ormt een meer gebono'en saus, in dikt«» overeen
komende met mayonnaise.
MAHTINE WITTOP KONING,
Nu eten we spruitjesl
1. Met weinig kokend water kort koken-
De minder mooie zijn nog uitstekend
voor den stamppot.
Spruitjes zijn één van de meest gezonde groen
ten van dezen tijd van het jaar; ze bevatten
verschi'Jende belangrijke voedingsstoffen en het
groote voordeel is, dat ze juist in de strenge
wintermaanden versch te krijgen zijn.
Spruitjes zijn n.l. tegen vorst bestand we eten
spruitjes immers niet eerder dan wanneer het
gevroren hoeft, zooaJs beweerd wordt, omdat
ze andere niet lekker zouden smaken De wer
kelijke reden is m.i. evenwe', dat we, wanneer
de vohd over de spruitjes gegaan is, we geen last
meer hebben van rupsjes en ander ongedierte.
Van de sprujtkoolplant gebruiken wij in den
regel a'leen de kleine spruitkooltjes, welke
groeien in de oksels van o'e bladeren van de
plant boven aan de plant zit echter nog een
grooitc 'oase spruit, die heel lekker is om er
bijv- stamppot van te koken.
GOEDE BEREIDING VAN SPRUITJES
Zooals gezegd, zijn spruitjes een zeer gezonde
wintergroente, m i t» we er voor zorgen, dat er
tijdens de bereiding geen bcstanddeelen verlo
ren gaan.
We zetten o'e spruitje» op met weinig kokend
water en een beetje zout, juist zooveel water,
als er in ongeveer 20 minuten op kan verkoken.
De spruitjes zijn dan gaarwe schudden ze
even om met een stukje boter, voor we ze op
lafe'. brengen. Desgevvenscht kan er een weinig
nootmuskaat over geraspt worden.
Inplaats van met boter, kunnen we de spruit
jes ook met een scheutje melk stoven. Zoodra
de spruitjes gaar en droog zijn, gieten we er
«en beetje melk over en wachten, totdat de
melk aan de kook isóan binden we de me'k
af mei gekruimelde beschuit of met inaizena.
8TAMPPOT VAN SPRUITKOOL IN
EEN PAN
Hiervoor gebruiken we dug losse spruiten, die
boven aan de spmitkoolplant groeien of ook we',
•ig g-roote spruitjes, die or niet zoo ooglijk meer
uit zien, om als groente op tafel gebracht te
worden. Voor den stamppot 'eggen we de liefst
ongeschihle, goed geboende en gepilde aard
appelen onder in de pan en er bovenop de
schoongemaakte en gewasschen spruitjes. We
gieten er zooveel water op dat de aardappelen
half onder staan en brengen a'les aan de kook;
Stoom-, Wasch- en Sti ♦•ichting
B. Spierenburg Utrecht
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen des tijds Ingericht
WascM uitsluitend met nortonwater
VRAAGT TARIEVEN
na uur is de stamppot gaar en d-roog. W«
gieten er dan wat melk bij (voor 4 personen on
geveer zoodra de melk kookt, stampen
.we al'es door elkaar met vet of boter en maken
den stamppot, op smaak af met zout.
Wanneer we geen vleesch bij den stamppot
geven, is het ook zeer smakelijk, om op het
aller'aatste oog opblik wat geraspte kaa» door
den stamppot te roeren.
BIJ SCHAARSCHTE AAN VLEESCH EN VET
KUNNEN ANDERE PRODUCTEN
AANVULLEN
In dezen tijd, waar er een schaarschte aan
vleesch en vet heerscht, i» het aan te raden,
in het middagmaal meer gebruik te maken van
me'k melkpoeder en kaas.
U weet waarschijnlijk, dat sommige waarde
volle stoffen o.a. eiwit - die in v'eesch voor
komen ook in melk aanwezig zijn en niet a'leen
in volle melk, vooral juist in taptemelkpoeder
en in 20 plus kaas. Het is dus aanbevelenswaar
dig, om zoo nu en dan, in de plaats van het
vleesch, melk, melkpoeder of kaa» te gebrui
ken.
Voor 4 personen gebruiken we dan l'/fc ons
kaas (belegen 40 plus) en '/fc 1. melk of iy2 ons
kaas (belegen 40 plus) en 3 afgestreken eet
lepels melkpoeder. ÜENNY VAN DEN BERG,
In het belangrijke kweekerscentrum Aalsmeer heerscht weer groote drukte in verband met
den verhoogden uitvoer der producten. Groote bossen seringen worden voor verzending ge
reed gemaakt. (Foto Pax-Holland)
Geef de noodige aandacht aan
de restjes
Breng re»ljes vooral in aantrekkelijkcn
vorm op tafel: ze gaan dan even graag
naar binnen als een versch bereid ge-
In *t algemeen is het beter om géén restjes te
hebben: herhaald opwarmen komt nl. niet ten
goede aan de voedingswaarde van de spijzen, on
bet is uit dat oogpunt zeker af te keuren, om
stelselmatig voor twee dagen tegelijk te koken.
Maar aan onverwachte omstandigheden kan
geen enkele huisvrouw ontkomenpersonen
waarop ze gerekend had, zijn bijv. niet aan tafel
verschenen; de eetlust bleek niet in overeen
stemming met de bereide portie voedse'; de
groente leverde meer uit dan men vermoedde,
enz. enz.
Dan zijn er wèl restjes en dan doen wc yer-
etandig met er de noodige zorg aan te besteden.
Lateh we ons dezen keer bepalen tot de in e'k
gezin toch minstens éénmaal per weck gebruikte
witte- of savoyekool. Hebben we die als stamp
pot gebruikt, dan doen we het best met in een
pan een bodempje water aan de kook te bren
gen „n o'aarin a's één geheel het stijve restje
stamppot te leggen. Op een zacht vuur wordt
nu de warmte van het kokende water geleide
lijk naar de stanippotlaag overgebracht zonder
veel kans op aanbraden, en, na even door ©1-
kaar geroerd te zijn komt ons restje even sma
kelijk op tafel alsof het versch was gekookt. Het
vormt op die manier een lekker warm hapje bij
de boterham.
Is het restje afkomstig van afzonderijk bereide
kool en hebben we tevens wat aardappelen over
gehouden, dan laat zich een smakelijk ,,'aagjcs-
schoteltje" bereiden. Van een vuurvaét scho
teltje bedekken we dan den boo'em met kool,
leggen daarop een laag, in plakjes gesneden
aardappelen, raspen er wat kaas over en her
halen de verschillende laagjes tot cms restje
verbruikt is. Kunnen we zonder bezwaar onzen
oven gebruiken, omdat we een ko'enfornuis
hebben, dan zetten we het schoteltje, overgoten
met ten scheutje melk en bestrooid met wat
paneermeel daar een half uurtje in.
Zijn we echter op gas of e'ectriciteit aangewezen,
dan komt zoo'n ovenschoteltje te onvoordeclig
uit voor on« brandstoffenrantsoenwe dekken
het met wat melk afgemaakte schoteltje «licht
en zetten het op een asbestp'aatje op een kleine
gaspit of (tonder ashestplaatje) op de laag in
geschakelde e'.ectireche p'aat. Op oie manner
deelt de warmte zich in een kwartier voldoende
mee aan het liee'e schoteltje en we kunnen
tenslotte tiet. korstje vervangen door er vóór hc4
opdienen nog wat kaas over te raspen.
Een dergelijk gerecht is uitstekend op zijn plaats
a!» vóórscliote'tje in het middagmaal. De
groente, die voor dien dag gekozen is kan dan
het best bereid worden as een rauwe sla: ten
eerste wordt daardoor het \itamine-verli€e ver-
goed, dut ontstaan is door het opwarmen en
ten lwe°de halen we er het gas- of stoomver
bruik mee uit, ilat door het ..schotc'tje" noodig
Nog één opmerking.
Wie jus over heeft maar dat durf ik op het
©ogenblik haast niet te veronderstellen 1 die
kan over de laagjes kool in het schote'tje tel
kens een lepe] ju» uitspreiden o'e hartigheid
van het gerecht wordt «laardoor bevordepl.
Het atoom
Dit nooit verkeerd, en steeds volkomen
„Krachten sling'ren in dit heelal
De bollen als een dans van zonnen.
Wat in den hemel is begonnen,
Handhaaft zijn wet, maat en getal.
In naderen en afscheidgeven,
Elkaar omzwaaien, een verbond
Sluiten, of er iets nieuws ontstond,
Wegzweven in een eenzaam leven,
Tot het zich ordent en weer schikt
i4ls in den aanvangen zij hooren
Naar den Geweldige, Die tevoren
Besloot, en dwingend naar hen blikt.
En deze onnoemlijken, de kleine
Heelallen, wijken uit hun stand
Door een bewegen; maar een fijne
Speling bewaakte hen van de Hand,
Die nooit verkeerd, en steeds volkomen
Hun wank'len voelt, en naar Zijn wet
Hun schommelen heeft vastgezet
En 't evenwicht doet zijn hernomen.
En al hun ruisingen en zingen
Beluistert Hij en keurt het goed,
Want 't reien van de hemellingen
Danst door de atomen van ons bloei}."
WILLEM DE MéRODfi.