Jïieuuir (ifourant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken ln u t UIT HET LAND DER BULGAREN Aanwijzing van nieuwe bonnen UJr 'lonnementsprijs: per 3 maanden in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is J 2.35 Per week 18 ct. Losse nummers 5 ct. Alles bij vooruitbetaling. i vertentieprijzen: 5, v| 24 ct per regel. Ingezonden Mede- deelingen 46 ct. per regel. Minimum CkM 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con- Haq tract belangrijke korting. Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 58938 No. 637S ruin. vijkf— zaterdag 8 maart 1941 21e Jaargang Bijdragen van medewerkers. Ingezon den stukken aan de Red. Abonnementen, Advertenties, enz. aan de Administratie. moeden rust C.l Sb 5oge, 4u: gwijfes menschen leven is de onrust k. De periode, waarin wij le- Broï'k *n dezen z*n van beteekenis, dan5 ontdekkend werkt en ons her- ïerbfi oude waarheden. Want de rust ïeengegaan op hetzelfde oogen- rop de zonde haar intrededeed. staat de rust en den vrede in Wat wij sindsdien aan rust en trecljbben gekend droeg altezeer het W^van betrekkelijk te zijn. Vrede iten omvang kan eerst dan weer jenoten, wanneer hemel en aarde van den vrede zijn gewijd en ^n. Daar moet het heen. Maar nu nog niet toe aan de afsluiting jreldgeschiedenis. "rust, ook in een volksleven, ten jen relatief begrip is, zou men inen afleiden uit het onbetwist- eyerddat zij heel dikwijls verslappend fet is weei een oude waarheid, we«ds in het begin der nationale ideaal"8 van *et Verbondsvolk bij orden werd bevestigd: „Als zij rust '•erden zij weder om kwaad te Uw aangezicht". En heel de van wel alle vólken laat 72(j p een gelijk beeld zien. in te bk de vrede, in .het persoonlijk 'klantworven' kan moeilijk absoluut moge zich in wijsgeerige berus- (gen op het beoefenen van een in* /""insstijl, afstand doende van het- ler menschelijk lijkt, ook dan chtenk'ede in strikten zin iets, wat an hey weer te grijpen zoekt. Wat ter ui! W01"dt is dan hoogstens een, ontwikkeld, gevoel van nig3arjüging. Maar uiteindelijk blijft /arkerjen cirkel staan. aa^|n tijden, waarin men op het De ivan dien relatieven vrede, af- ernatiin zijn. De Psalmist wist hier- sPreken- Hij was kortweg nij- an 8 J de mogelijkheid om van deze geva. verlost te worden lag slechts uifnkeer, niet in philosophischen ;an deze tot omkeer leiden. en de rust kunnen eerst dan illen omvang worden genoten, die hif oorzaaIt van de onrust en den maan? weggenomen. Dit allereerst rp worden gezien. Er staat in i een schijnbare tegenspraak, hierop een verhelderend licht SNHA(#en- Jezus zeide eens, dat Hij 'ENBUi11 WaS 0m vrede *e brengen, jwaard. Doch de profetie, welke ■eeÜta aank°ncbgde, betuigde als hadp tegenstelling dat de straf, gekogi vrede aanbrengt, op Hem is. eek dJe totale breuk met alle schijn- opgebepn met allen relatieven vrede. menschelijke verhoudingen iegveld|r waar niet voor een oogenblik leen, de zonde zelf wordt weg- de, ^atPe straf gedragen, en hierin, i 'schijierin alleen, is de mogelijkheid iad gee{van (jen vre(je geschonken. Dit hieuw ontdekkend. Want zij, alleen willen aanvaarden als p wijze, waarop zij den vrede fillen zien, zonder dat zij het in de kern willen doorschou- i zich teleurgesteld en bespeu- arbeid een reden tot ergernis, iiddels mogen wij, in het by- lijdensweken, doch ook daar- ioven, dat de straf, door Chris- fen, ons den vrede hééft aan boor het lijden is de oorzaak tze ellende weggenomen en 01^ vrede eerst hecht een absolu- de rust, hierdoor geschonken, tangevoe staan en leven, ook temidden ken2TTeust' Tot die rust m°gen wij ïoopn, die haar thans nog niet 249 onze daj^n vele moede men- van steunpunten, waarop zij q aangejjn weggevallen. Allerlei waar- an zij gehecht waren, hebben ^!van den vroegeren glans ver- "®*"*lijk zullen zij iets van ja- gevoelen, wanneer zij den de kinderen Gods zien. Dat óed. Want zoo kunnen zij wor den tot in onzen kring. Voor dat ook zij gaan zien de oor- gen kommer, maar tevens den veg om uit hun benarde positie Zulke menschen, hongerend naar rust, zijn er talrijken, plicht, aan dankbaarheid ont- i te strekken tot een wegwij- evenepad. waarvan wij hier spreken, is stilstand in den krijg, is geen n loop der gebeurtenissen, is ON EN MAAN 3 9 Maart 8.10; ondergang 3 10 Maart 8.08; ondergang "3 9 Maart 14.58; ondergang 6.14 ng 10 Maart 16.07; ondergang k 6.49 ftg 11 Maart 17.21; ondergang 7.21 tier Donderdag 6 Maart, volle erdag 13 Maart, 1 fitste kwar- "dag 20 Maart, nieuwe rnaan 27 Macrt. Hoe het „Pruisen van den Balkan" zich ontwikkelde De bakermat van den arbeidsdienst De gebeurtenissen van de laatste dagen hebben eens opnieuw aller oogen naar den Balkan gewend, den ouden stormhoek van Europa, waar het ditmaal Bulgarije is, dat de aandacht tot zich trekt. Wij willen daarom in kort bestek hier een en ander verhalen over dit in veel opzichten opmerkelijke land, hetwelk door Friedrich Wallisch het „Prui sen van den Balkan" werd genoemd. In een tijd als de onze, die zich door zoo veel veranderingen van grenzen en. groepee ringen kenmerkt, valt het niet mee juiste ge- tallen van bodemoppervlak en bevolking voor zoo menigen staat te geven. Indien wij dan ook beginnen met de opsomming, dat Bulga rije omstreeks 110,000 vierkante kilometer groot is, en zoo ongeveer zes millioen nwo- ners heeft, waarvan rond 83 procent F .ga ren zijn, terwijl men er verder belangrijke De vrouw van een groot man Op 29 October 1937 hebben wy herdacht, dat voor een eeuw werd geboren een der grootsten onder de grootten, Dr. Abraham Kuyper. Waarin ligt het geheim van iemands welslagen in het leven? Vele factoren kunnen hiertoe bijdragen. Een der belangrijkste fac toren kan bestaan in het bezit van een ge loovige, moedige ecbtgenoote, die. haar mai in het leven tot een steun is. Vandaag, op 8 Maart, is het honderd Ja« geleden, dat te Rotterdam het levenslicl aanschouwde Johanna Hendrika Schaay, di op 1 Juli 1863, eveneens in de Maasstad, m< Dr. Kuyper in het huwelijk zou vorden ve bonden. Zooals zij in den tijd van haar h' welijk was wordt zij ons door den Kuype biograaf Rullman beschreven als „een g heel ongeloovig, wereldsch meisje". Ma ook Dr. Kuyper was, toen zij samen pastorie te Beesd introkken, larg niet v van opvattingen, aan het modernisme or leend. Eerst later heeft hij de oude waarhe teruggevonden, en wij mogen gelooven, d zijn vrouw hem hierin is gevolgd. Dra zal de jonge Mevrouw Kuyper hebbi moeten ervaren, dat zij haar man voor e( heel groot deel aan allerlei belangrijk( arbeid had af te staan. Te Beesd reeds moe zij hem soms midden in den nacht uit zi_ studeervertrek roepen, wilde de slaap er niet geheel bij inschieten. Maar zeker is, dat het een rijk huwelijk is geworden, gezegend met acht kinderen, vijf jongens en drie meisjes. De jongste spruit, die naar Keuchenius was genoemd, stierf op bijna tien-jarigen leeftijd. Kuyper sprak van dit zoontje als van „een onvergetelijk kind". Vermelding verdient, en het kan sommige mannen misschien beschamen, dat Dr. Kuy per, zijn ontzaglijken werkkring ten spijt, het huiselijk leven nimmer verwaarloosde, waar toe de nauwkeurige indeeling van zijn tijd buiten twijfel niet weinig kon bijdrager- Steeds ook placht hij, zooals vroeger de ge woonte was onder velen onzer, de levensdata van hemzelf en van zijn gezin op te teekentn in zijn Statenbijbel. Zwaar was de slag voor echtgenoot en kin deren, toen op 25 Augustus 1899 in het Zwit- sersche Berner Oberland Mevrouw Kuyper stierf. Dr. Kuyper was juist aan het treffen van voorbereidingen voor zijn magistrale rede over „Evolutie" en gewaagt in het voor woord bij deze oratie van het feit, dat droeve omstandigheden hem noodzaakten de rede op reis op te stellen, ver van zijn letterkundige hulpmiddelen. Na hei aangrijpend overlijden van zijn echtgenoote vertolkte Dr. Kuyper, de meditator bij uitstek, zijn gevoelens in een treffende meditatie over de woorden uit 2 Cor. 5 4 „Het sterfelijke van het leven verslonden". En ook zijn volgende meditaties hadden nog geruimen tijd op het sterven be trekking. Naar aanleiding van het overlijden van zijn echtgenoote kreeg Dr. Kuyper van Minister N. G. Pierson het volgende schrijven: „Zulk een verlies is onherstelbaar. Ik weet, wat Mevrouw Kuyper voor U was en welk een bron van kracht, opwekking en troost voor U verloren ging, toen Gij haar moest derven. Moge het U gegeven zijn het U opgelegde kruis te dragen, gelijk zijzelve wenschen zou, dat Gij het dragen kondit". Ons dunkt, dat deze woorden duidelijk en scherp aangeven, wat Mevrouw Kuyper voor haar echtgenoot en voor haar kinderen heeft mogen zijn. geen barricade, waarachter wij schuilen mogen. Die rust is ook geen voorwendsel om er nu maar op los te leven. In het Oude Testament was de vrede nauw ver bonden aan het beminnen van de wet. In het Nieuwe Testament wordt, in aan sluiting hierop, gesproken van het werken van het goede. Dit is geen tegenstelling. De wet is voor ons niet dood, maar zij staat voor ons in het hoofdstuk der dank baarheid. Daarom is onze Vtede geen lediggang, geen werkloosheid, doch een gestadig voortarbeiden aan de verbreiding van het Koninkrijk Gods. Voor de onrust der tijden blijven wij dan waarlijk niet blind, maar wij mogen staan op den vas ten grond van het geloof. Al voelen wij ons meermalen zwak uit onszelf, toch mo gen wij immer rustig zijn. tot zelfs mid den in het woeden der b~er. Turksche en Joodsche mindtrhedei vindt, en kleinere groepen van Roemmen, krieken, Armeniërs, Russen enz., dan doen ve zulks met eenig voorbehoud. Wanl de jongste grensverschuivingen, waardoor bijviorbeeld hetZuidelijk deel van de Dobroedsja vin Roe- meensch in Bulgaarsch bezit is oveigegaan, hebben de officieele opgaven ;n dit opzicht eenigszins door elkander geworpen. De huidige Bulgaarsche staat heeft twee natuurlijke grenzen, namelijk in het Noorden, waar de Donau de afscheiding met Roemenië vormt, behalve dan in de Noord-Wet- Dobroedsja en in het Oosten, waar de Zwarte Zeekust de uiterste limiet is. Teróer ligt deze staat ingesloten tusschen Europeescb Turkije, Griekenland en Zuid-Slavië, waar door hij o.a. een verbinding met de Egeïsche Zee mist, omdat het vredesverdrag van Neuilly bepaalde, dat Griekenland voortaan het geheele gebied bezuiden den Despoto Dagh zou bezitten, zoodat een haven van be- teekenis als Dede Agatsj niet langer den Bulgaren ten dienste zou staan. Wij zeiden zooeven, dat Wallisch, die een mooi boek schreef over de zeden en gewoon ten van den Balkan, de Bulgaren de Pruisen van dit Zuid-Oostelijk deel van Europa noem de. ALG. FRIESGHE LEVENSVERZ.-MY LEEUWARDEN BURMANIAHUIS VAN 1845 AMSTERDAM. VAN BRIENENHUIS BEIDER GARANTIE VOOR ALLE VERZEKERDEN gronde, doch in het jaar 1186 herwon het goeddeels zijn oude glorie, al was zijn grond gebied niet meer zoo uitgestrekt als voorheen. De opkomst van den Islam is voor de zelf standigheid der Bulgaarsche en Byzantijnsche rijken echter noodlottig geweest. In hei jaar 1393 werden beide staten door de Turken vernietigd: de' Halve Maan van den Profeet is toen zelfs tot voor de poorten van Weencn verschenen. Zwaar heeft in de volgende eeuwen de Ti'| csche heerschappij op de Bulgaren ge- druKt. De Bulgaarsche adel verdween, geval len voor het kromzwaard of gevlucht naar Hij doelde u<*drme~aé in de eei op de Bulgaarsche dapperheid en „Tüchtig- keit". Bulgarije heeft echter ook in andere opzichten overeenkomsten met den sterken staat in het Westen, waarvan Pruisen oor spronkelijk het pièce de résistance heeft ge vormd. Het zou zich bijvoorbeeld met gelijk recht als het Groot-Duitsche Rijk „het derde rijk" kunnen noemen. Een klein uitstapje in het verleden kan daarvoor de bewijzen bij eenbrengen. Het eerste Bulgaarsche rijk ontstond om streeks het jaar 679, toen onder Asparuch de Bulgaarsche stammen hun oude woongebie den nabij den Wolga verlaten hadden, den beneden-Donau waren overgetrokken en in den Balkan de grondvesten voor een staat hadden gelegd, welke zich vervolgens van de grenzen van het tegenwoordige Hongarije tot aan de Egeïsche Zee, en van de Zwarte tot aan de Adriatisehe Zee zouden uitstrekken. De Bulgaren kwamen daardoor in nauw con- toct met het Byzantijnsche keizerrijk, uit wel ke omstandigheid mede te verklaren is, dat zij, als eerste van alle Slavische stammen, in 866 tot het Christendom overgingen. De kloosterbroeders Cyrillus en Methodi stelden omstreeks denzelfden tijd een Slavisch alpha bet samen, hetwelk voor de zelfstandige ont wikkeling van een Bulgaarsch-Christelijke cultuur van onschatbare beteekenis is ge weest. Dit eerste Bulgaarsche rijk ging in 1018, na herhaalde botsingen met de Byzantijnen te uuigoa.j.fHrgcjeeruen ui hooge geestelijken ondergingen eenzelfde rampspoedig lot. Zoo bleef in de oude Bul gaarsche woongebieden praotisch niets anders achter dan een eenvoudig volk van boeren en kleine handwerkslieden, die ard moesten ploeteren, om voor hun Turksche meesters rijkdommen bijeen te brengen, en tijd noch lust hadden, zich met studie of hoogere cul tuur bezig te houden. De Bulgaren werden een volk van slaven, die zelfs in hun kerK- diensten zich niet langer van hun eigen taal bedienen mochten, want de Grieksche patriarch van Konstantinopel, die bij den Sul tan in de pas had weten te komen, had van hem gedaan gekregen, dat er aan het zelf standig bestaan van een nationale Bulgaar sche kerk een einde werd gemaakt, en dat hij het hoofd aller Christenen werd, gelijk zijn heer het hoofd was van alle moslems. Wellicht heeft deze intrige van Grieksche zijde nog meer schade berokkend aan het. Bul gaarsche volksbestaan dan de Turksche bur gerlijke heerschappij, want toen het Grieksch tot algemeene kerkelijke taal werd verheven, werd de Bulgaarsche literatuur terzijde ge schoven, en een oud en zelfbewust volk ge leidelijk van zijn eigen verleden vervreemd. Wederom zouden het kloosterbroeders zijn, die den fakkel zouden brandende houden, tot dat de tijd zou rijpen, om daaraan een nieu wen brand te ontsteken. Terwijl de groote massa der Bulgaren verachterlijkte, afgesne den als men was van het overig Europa, De secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij maakt het volgen de bekend. Boter en vellen. Gedurende het tijdvak van Maandag 10 Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft de met „07" genummerde bon van de laatste uitgereikte boter- en vetkaart recht op het koopen van 250 gram boter of margarine of 200 gram spijsvet. De met „07" genummerde bonnen, die op 16 Maart nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog geldig tot en met Zondag 23 Maart a.s. Eieren. Gedurende het tijdvak van Maandag 10 Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft de met „91" genummerde bon van de „bon kaart algemeen" recht op het koopen van een ei. De bonnen, welke op 16 Maart nog niet gebruikt zijn, blijven geldig tot en met Zon dag 23 Maart a.s. met dien verstande, dat zij gedurende de week van 17 Maart tot en met 23 Maart niet gebruikt mogen worden in ho tels, restaurants e.d. Kaas Gedurende het tijdvak van Maandag 10 Maart tot en met Zondag 23 Maart a.s. geven de met „61" en „71" genummerde bonnen van de „bonkaart algemeen" elk reoht op het koopen van 100 gram kaas. De bonnen, welke op 23 Maart nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog geldig tot en met Zondag 6 April a.s. Brood en gebak Gedurende het tijdvak van Maandag 10 Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft elk der met „07" genummerde bonnen van de broodkaart recht op het koopen van onge veer 100 gram brood. Voorts geeft elk der met „07" genummerde broodbonnen recht op het koopen van een rantr-cn gebak. Dit omvat voor de- hierna genoemde bakkerijproducten telkens ten minste het daarachter geplaatste aantal grammen: beschuit 75 gram; biscuits en wa fels 90 gram; speculaas 140 gram; andere koekjes 200 gram; koek 160 gram; cake 300 gram; gevuld klein korstgebak (b.v. amandel broodjes) 400 gram; gevuld groot korstgebak (b.v. boterletter) 500 gram; taart en gebakjes 600 gram. Voor geheel of ten deele uit meel of bloem gebakken producten, welke hierboven niet genoemd zijn, geldit, dat een rantsoen een hoe veelheid omvat, waarin 70 gram meel of bloem is verwerkt. De op 16 Maart nog niet gebruikte bonnen blijven voorts nog geldig gedurende de week van 17 Maart tot en met 23 Maart a.s. met dien verstande, dat zij gedurende laatst genoemde week niet mogen worden gebruikt in hotels, restaurants e.d. Vleesch en vleeschwaren. Gedurende het tijdvak van Maandag 10 Maart tot en met Woensdag 19 Maart a.s. geeft elk der vier met „07 vleesch" ge merkte bonnen van de laatst uitgereikte vleeschkaart recht op het koopen van 100 gram vleesch, been inbegrepen, of een rant soen vleeschwaren de met „07 worst, vleeschwaren" gemerkte bon geeft uit sluitend recht op het koopen van een rant soen vleeschwaren. De bonnen welke op 16 Maart a.s.. nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zondag 23 Maart a.s. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, of kalfsvleesch en voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nierbrood en 150 gram voor bloedworst. De met „06" genummerde bon van de vleeschkaart zal niet worden aangewezen en kan dus worden vernietigd. bleef voor de kloosterlingen de mogelijkheid van eenig contact, zoodat zij kennis bleven dragen van wat er in het Westen op staat kundig en cultureel gebied plaats vond. Een van deze monniken is de beroemd ge worden Paissi, die in een Grieksch klooster, op den befaamden heiligen berg Athos, in 1762 zijn groote werk over de Bulgaarsche geschie denis te boek stelde. Met dit manuscript reisde hij vervolgens van stad tot stad, van klooster tot klooster, en terwijl hijzelf predikte, waren nijvere handen in de weer, om zijn Bulgaar sche historie te copieeren en overal te ver spreiden Vermoedelijk hebben de Turken het gevaar beseft, dat door deze actie voor hun bewind kon ontstaan, tenminste Paissi is ver dwenen, zonder dat men ooit heeft ervaren, wat er van hem is geworden. Doch het zaad der nationale bewustwording, door hem zoo moeizaam uitgestrooid, had overal wortel ge schoten; er kwamen volksbewegingen op, er ontstonden botsingen en gevechten, waarin de befaamde Haiduken, vrijheidshelden, die zich in de bergstreken ophielden, een roem rijke rol speelden, en tenslotte, na bijna vijf eeuwen van knechtschap, ontstond in 1878 het derde Bulgaarsche rijk, de kern van wat thans het Bulgaarsche koninkrijk is. Liever, dan de Bulgaarsche nationale ge schiedenis verder te verhalen, wij willen nog slechts in het voorbijgaan eraan herin- i ren, dat de Bulgaren -in den wereldoorlog Duitschlands bondgenooten waren, en dat zij ruimschoots in de beproevingen der nederlaag hebben moeten deelen, willen wij hier nog iets \«rtellen over land en volk. Bulg.^c is een in hoofdzaak agrarisch land. Th\>dor Christoff, die in 1930 daaraan een studie wijdde, zegt dat blijkens de volks telling van 1926 omstreeks 80 procent van de bevolking in den landbouw zijn bestaan vond, en dat het aantal boerderijen zich jaarlijks met ongeveer 5 pet vermeerderde. Deze ver meerdering zou tot een oeconomische crisis voeren, zoo niet de mogelijkheid aanwezig was door het in cultuur brengen van moeras sen en wouden, en door rationeele landbouw methoden den beboubaren grond evenredig uit te breiden. Granen, tabak en rozen, ziedaar de drie belangrijkste producten, welke de Bulgaar sche landbouwer teelt. De rozen worden er niet, gelijk bijvoorbeeld in Nederland, ver edeld, doch ze gelden er als massa-product, waaruit men de essence trekt, de Bulgaarsche rozenolie, die in heel de wereld beroemd is. De tabakscultuur neemt hand over hand aan belangrijkheid toe, en heeft vooral thans een goed toekomst, nu Europa zich op oeco nomische samenwerking en zelfstandigheid gaat bezinnen. In het bijzonder gedurende de laatste jaren is de oeconomische wissel werking tusschen de in hoofdzaak agrarische Balkanlanden en het induslrieele Westen steeds krachtiger geworden. Zoo is bijvoor beeld de Bulgaarsche fégeering erop uit, den landbouw te bevorderen door het verstrekken van creaieten, teneinde de boeren in de ge legenheid te stellen zich moderne ploegen en andere landbouwwerktuigen aan te schaffen. De toenemende ontwikkeling van het verkeer heeft bovendien de vraag naar verbeterde wegen, naar auto's en naar allerlei technische installaties, sterk doen toenemen. In deze behoeften wordt grootendeels door de Duit- sche industrie en handel voorzien, ofschoon ook Sowjet-Rusland, dat met Sofia goede be trekkingen onderhoudt, voor deze producten aan de markt is, en van tijd tot tijd belang rijke leveranties, gelijk van automobielen en landbouwmachines, kan verrichten. De hoofdstad Sofia vertoont het beeld van een stad, die in snelle ontwikkeling is. Op de marktplaats ziet men de typische vertegen woordigers van het platteland, di^ daar rustig verwijlen met lammeren of speenvarkens in de armen, of te midden van een voorraad paprika. Die boeren zijn in den regel in wijde mantels gehuld, en de kleeding van hun vrouwen onderscheidt zich van de hunne slechts door een levendiger kleur. Behalve vee en landbouwproducten toont die markt te Sofia ook uitstallingen van bont beschilderd aardewerk en van allerlei primi tief houten gereedschap, terwijl afgespannen wagens en logge trekossen den weg versper ren, alsof men in het een of ander afgelegen dorp was. Dit marktleven is echter slechts een der aspecten van de Bulgaarsche hoofdstad. Komt in de omgeving van het koninklijk paleis, dan ontwaart men modern aangelegde ave nues, die elkander rechthoekig snijden en uitstekend geplaveid zijn, en ziet men zich de groote winkels aaneenrijen, die dezelfde weelde-artikelen etaleeren, die men in onver schillig welke wereldstad tegen goed geld verkrijgen kan- Begeeft men zich wat verder uit het cen trum, dan verkrijgt Sofia wederom een ander karakter. Hier geen moderne hotels welverzorgde villa's, doch slecht straten, dié nauwelijks begaanbaar zijn, en armzalige huizen, die tegen elkander leunen, uit den grond gestampt in een periode van armoede en verval, toen de rampzalige ge volgen van den wereldoorlog het land lood zwaar drukten- Maar op het uur dat de bureaux en de scholen uitgaan is Sofia een moderne hoofd stad, krioelend van een druk verkeer trams, auto's en voetgangers, waartusschen de rustieke kleederdrachten der boeren en df bonte studentenpetten aardig contrastee- Uw cadeau /12.SO |A\ tik pak Itualttn uilpeMcida pcbtwksannüyilnQ. kJK Ha^LtUwipVuLba aancU deoltn. sesuwvU. /utcukalktcUrC r>cn pak r. 0.29 ZON, Verkrijgbaar bij olim winkelier VRAAGT ONS PROSPECTUS: HANDELSWETENSCHAPPEN Boekhouden en HandeiscorresDonaentie. STAATSPRAKTIJK-D1PLOMA Boekhoud®» tvl O RESA - ARNHEM (Bekende Schriftelijke Cursus). Utv -fifijl nwtstudiaf \Auag 'ronco toezending prospectus voor schriHeiijke of mondeJinqn opleiding non INSTITUUT PONT HOOFDKANTOOR DEN HAAG JO Scho/an in Nadartand JO jaar ervaring.' Wij willen deze korte beschouwingen niet eindigen zonder te wijzen op een merkwaar digheid, die het vermelden waard is, namelijk dat niet het Derde Rijk, doch Bulgarije de bakermat is van denArbeidsdienst. Een wet van 10 Juni 1920 heeft deze ingevoerd, „teneinde de arbeidskracht des lands te orga- niseeren en aan te wenden tot opvoering der productie en verheffing der volkswelvaart." Mede had men daarbij op het oog, bij de bur gerij arbeidsvreugde te wekken en het be wustzijn te verdiepen, dat men niet slechts tenopzichte van zichzelf, doch ook van anderen plichten had. De wet op de arbeidsdienstplicht in Bul garije stamde dus uit de dagen, onmiddellijk na den rampzaligen wereldoorlog, toen Bul garije uitgeput en gedemoraliseerd was, de overheid met haar problemen nauwlijks raad wist, en in de breede lagen van 'het volk de begeerte wakker werd, de afgeschafte mili taire dienstplicht door een anderen plicht ten- opzichte van de gemeenschap te vervangen. Niet Duitschland, doch Bulgarije is het der halve geweest, dat deze nieuwe gedachte naar voren gebracht, en met vrucht verwerkelijkt heeft. Doch aan het Derde Rijk komt de eer toe, voor dit nieuwe vroegtijdig een open oog te hebben gehad, en het als eerste staat in West-Europa op zoo ruime schaal toegepast te hebben. De reeds in zoo velerlei opzicht vruchtbare samenwerking tusschen beide landen zal door de toetreding van Sofia tot het Driemogend- heden-pact ongetwijfeld nog worden verdiept en verbreed. Het Duitsche weermachtsbericht Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakte gisteren bekend: Een duikboot heeft twee gewapende vijan delijke koopvaardijschepen tot zinken ge bracht, welke tezamen een inhoud hadden van 12,061 ton. In Noord-Afrika hebben Duitsche formaties gevechtsvliegtuigen bij Derna colonnes voer tuigen, troepenconcentraties en barakkenkam pen met bommen van licht en middelzwaar kaliber bestookt. In de kampen ontstonden hevige branden, tal van voertuigen werden vernield en gebouwen door treffers verwoest of zwaar beschadigd. Een formatie Duitsche duikbommenwerpers bombardeerde in de avonduren van gisteren de haven- en dokinstallaties van La Valetta op het eiland Malta. De aanval had een goede uitwerking. Bij aanvallen op verscheidene vliegvelden in Zuid- en Zuidoost-Engeland plaatsten ge vechtsvliegtuigen verscheidene treffers op hangars en er tusschen staande vliegtuigen. Verscheidene toestellen werden op den bega- nen grond vernield. Vliegtuigen der gewapende verkenning be stookten in Zuid en Zuidoost-Engeland de ha veninstallaties van verscheidenen steden, daaronder van Londen, op krachtige wijze met bommen. Een gevechtsvliegtuig ondernam een vermetele scheervlucht naar de vliegtuig fabriek van Filton. Bommen van zwaar kali ber vernielden een groote montagehal, ver scheidene gereedstaande vliegtuigen werden beschadigd. De verkenning boven het op 5 Maart «in gevallen vliegveld Halfar op het eiland Malta bracht groote verwoestingen in de installaties van het vliegveld aan het licht. O.a. zijn drie zware gevechtsvliegtuigen, een montagehal en een barak vernietigd, bovendien liepen ver scheidene hangars en vliegtuigen zware be schadigingen op. Noch overdag noch 's nachts is de vijand het gebied van het Duitsche rijk binnenge vlogen. Bij den aanval op de vliegtuigfabriek van Filton heeft de bemanning van het aanvallen de gevechtsvliegtuig, eerste luitenant Hollinde, Oberfeldwebel Lebuda, onderofficier Weber en Gefreiter Schilling zich bijzonder onder scheiden. Wethouders uit hun ambt ontheven Naar de Deutsche Zeitung in den Nieder- landen meldt, heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied op grond van par. 3 van zijn vierde verordening nr. 108/40 betreffende bijzondere bestuursrech telijke maatregelen van 20 Augustus 1940 de heeren mr. G. C. J. D. Kropman, F. van Meurs, D. C. Franken en Wak-ave Boissevain uit hun ambt van wethouder der gemeente Amsterdam ontheven. HET GEMAAL BIJ URK In den sluisput staat alles gereed om het laatste gedeelte van den onderbouw van het gemaal af te maken. Met het storten is reeds een aanvang gemaakt met het beton. Zoodra het betonstorten klaar is wordt met den boven bouw begonnen. Dit wordt een geraamte van stalen balken en dakspanten en daartusschen worden de muren gemetseld. De dakbedekking wordt van beton. In de Lemmer is het ge bouw al bijna gereed en het gemaal maakt een geweldigen indruk. De aannemersfirma, welke het gemaal in de Lemmer heeft ge bouwd, zal zeer waarschijnlijk ook dat van Urk bouwen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1