STAAL
GOLFCARTON-
CONSTRUCTIES
A.DE JONG
Rad ioprogram ma
DE
WERELDREIS VAN PROFESSOR
SPU
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941
pag.
De boekentafel
8AXOFRISIA
De tweede jaargang van het tweemaande-
lijksch tijdschrift „Saxo-Frisia" is compleet
gekomen met het dezer dagen verschenen
nummer. Daarom wordt de inhoudsopgave
er meteen bijgevoegd.
Dit zesde nummer begint met een artikel
van dr. W. J. Formsma over de Friesche
kolonisatie te Kuinre in de 12e eeuw. In
1165 kregen de Friezen van bisschop God
fried »en stuk grond onder zekere bepalin
gen. De omschrijving die er bij gegeven werd
wordt door dr. Formsma onderzocht en hy
komt dan tot de conclusie dat het geschon
ken land de heerlijkheid, nu de gemeente,
Kuinre is. De Friezen van Lammerbroek
hebben in het mondingsgebied van Kuinder
en Linde de waterafvoer verbeterd. Ze heb
ben daartoe een nieuwe benedenloop van de
Linde gegraven. Er werd een dijk langs
gelegd, waarop of waarbij een kerk werd
gebouwd, n.l. die van het latere dorp Kuinre.
J. Naarding beëindigt zijn artikel over
de Boo, een Drentsche benaming, waarop
wij vroeger reeds de aandacht vestigden.
Over dit vraagstuk is nog geen algemeen
aanvaarde oplossing bereikt. Naar de m«;-
ning van Prof. K a p t e y n verdient het van
een ruimer gezichtspunt beschouwd te wor
den dan het Friesche en Saksische alleen.
Hierop zal dan in een der volgende nummers
nog nader worden ingegaan.
Dr. D. K a 1 m a vervolgt zijn kroniek de
Friesche letteren, terwijl enkele kleinere
bijdragen het nummer besluiten.
HISTORISCH TIJDSCHRIFT
Dezer dagen is de Februari-aflevering uit
gekomen van het Historisch Tijdschrift. Zoo
als men weet verschijnt dit viermaal per jaar
en wordt het uitgegeven door de Drukkerij
Henri Bergmans te Tilburg.
Het artikel dat het grootste deel van deze
aflevering vult is van D. Vermaseren, en
het handelt over „Leven en Werken van
Michael ab Isselt". Deze ab Isselt is een
figuur uit de Contra-Reformatie, die ongeveer
1550 a 1553 geboren moet zijn. Sommigen zeg
gen van in Amersfoort; anderen in Dokkum.
Zijn vader was geneesheer en heeft in beide
plaatsen gewoond. Vermaseren is het eens
met het standpunt van Van Sasse van Ysselt,
dat Dokkum de plaats moet zijn, waar deze
priester het levenslicht heeft aanschouwd.
Verder bevat het artikel een tot in details
gaande levensbeschrijving, waarna gecon
cludeerd wordt, dat ab Isselt een rusteloos en
buitengewoon wcvkzaam leven heeft geleid.
Hij werkte actief mee aan de Contra-Refor
matie in deze landen en het groote doel van
zijn leven was „de ketterij bestrijden", gelijk
te verwachten was van een vurig vereerder
en aanhanger der r.-kath. leer in het laatst der
zestiende eeuw. Maar behalve dit wordt ook
getuigd dat hij zijn heele leven lang „zich
aan de zielzorg in de practijk" gewijd heeft.
Historisch is het eerste een belangrijk ge
zichtspunt, het laatste is wat ons in deze
tijd in de geestelijkheid het meest aantrekt
en wat we ook het eerst van hen mogen
verwachten. Een bibliografie wordt aan het
slot van het artikel gegeven.
Tijdschriftenrevue volgt daarna nog. met een
inhoudsopgave van de afgeloopen negen
tiende jaargang.
Sil, de Strandjutter, door
Cor Bruijn. (Nijkerk, G. F.
CaUenbaoh.
Het aantal goede streekromans die in ons
land zijn uitgekomen, is door dit werk van
Cor Bruijn weer met één vermeerderd De
lezer wordt binnengeleid in de sfeer van het
eiland Terschelling, Skylge, zóoals het in de
taal der bewoners, een dialect van het Friesch,
heet. Deze menschen zijn gehecht aan hun
grond, ze zijn er mee vergroeid; maar even
zeer zijn ze gehecht aan de zee Elk van die
boeren is in hart en nieren ook strandjutter;
wat de zee op het strand werpt, is voor hen.
Ze zouden u vreemd aanstaren als ge hun
zoudt zeggen, dat het vergrijpen is aan ander
mans goed als ze het naar huis brengen, in
plaats van naar den burgemeester-strand
vonder. Vanuit dit oogpunt moet men ook
het conflict bezien tusschen Sil en zijn zoon
Wietse. Deze laatste gaat er andere gedachten
op na houden, en daaruit ontstaat de ver
wijdering. Maar als het goed eenmaal binnen
het duin is, dan is het veilig, men kan het
gerust laten liggen, niemand zal het mee
nemen. Daarom voelt Sil het ook zoo erg aan
als een vat wfjn dat hij had gevonden, daar
vandaan verdwenen is.
Het boek is verder vol van al dergelijke
folkloristische trekken. De schrijver heeft op
schitterende wijze weergegeven hoe de be
volking zich aan de "grond verbonden voelt,
hoe him leven niet een vrijheid is zooals een
stadsmensch zich die wel eens denkt. Iemand
uit een groote stad is in de grond der zaak
veel vrijer en individualistischer, op het
platteland heerschen ongeschreven wetten, die
men moet eerbiedigen en die ook door ieder
geëerbiedigd worden, op straffe van uitslui
ting uit de gemeenschap. Iemand die niet tot
die gemeenschap hoort, komt er niet „in",
of tenminste niet gemakkelijk. Zoo laat dit
boek ons deze menschen zien. Of ook deze
banden de laatste tij^i niet veel losser zijn
geworden? Vermoedelijk, ja zeer zeker, wel.
Maar Cor Bruijns figuren leven zoowat in
het laatst der vorige eeuw; er is tenminste
sprake van houten schepen die zoo lang
zamerhand door ijzeren vervangen worden,
en van iemands grootvader die in de zestiger
jaren op zee voer. Dus leefde Sil met z'n
gezin zoowat vóór de groote verschuiving
begon, op de grens van twee werelden.
Maar regionale kunst hebben we nog niet,
wanneer de schrijver z'n plaats van hande
ling kiest in een bepaalde streek en de
eigenaardigheden daarvan goed heeft weer
gegeven. Dat is de achtergrond voor het ziel
kundige probleem dat hij zich gesteld heeft.
De romankunst wil ons de menschen laten
zien. en die menschen moeten toch zijn „van
gelijke beweging als wij"'. Wij moeten ze
accepteeren en hun leven kunnen begrijpen.
Is Cor Bruiin hierin geslaagd? Wij meenen
van ten volle. Zijn boek' is een bizonder sterk
boek. De strijd van Sil, de boer en de strarfd-
jutter, wordt geteekend met een kracht en
een scherpte, die ons boeit van begin tot
eind. Hij is ook de, wat de kunst betreft,
beste figuur uit het boek. Op zyn karakter
valt al het licht dat de schrijver erop wil
laten vallen. Zonder te denken aan vrouw of
kind waagt hij zijn leven, en redt een meisje,
dat hij als zijn eigen grootbreng!, en op wie
hij de liefde van een vader overdraagt. Uit
Papierwarenfabriek N.V.
Nijverheidstraat 39-49, Tel. 73074, Rotterdam.
Fabrikante van
Golfcartondozen in alje kwaliteiten. - Bedrukte rollen papier. - Pakpapier.
Die GRIEP-oanval
wordt gestuit!
Duizenden hebben reeds vroegei de ver
rassende werking v;.n Akker s Abdijsiroop
bij griep-aan vallen ondervonden. Door haar
hoest-stillende werking, haar ziektekiem-
doodende eigenschappen, haar gunstigen
invloed op de borst, keel en ademhalings
organen is de bekende, vanouds geprezen
akkers Abdijsiroop
het beproefde hoest geneesmiddell
deze handeling vloeit al het andere voort: dit
kind wordt de oorzaak van de verwijdering
tusschen Sil en zijn zoon Wietse; het wordt
ook de oorzaak van de botsing tusschen hem
en de andere zoon Jelle, en van de dood
van deze laatste. De techniek van deze
roman is daarom ook superieur; volgehouden
van begin tot eind.
Het komt ons voor dat dit boek een nobel
deel is van de Nobel-reeks. Alleen op het
eind soheen het ons toe dat de schrijver wat
te veel heeft toegegeven aan het verlangen
om het voor al de figuren goed te laten
afloopen. Niet voor niets heeft men vroeger
wel gesproken over „the tyranny of the
happy ending". Alles loopt ook hier goed af;
alleen voor Gert en Nienke nu niet zoo heel
bizondec, want hun dochter gaat hen verlaten.
Maar ze hebben dan tocih nog de voldoening
da? die getrouwd is met de zeeman, die
plotseling ergens vanuit de Oostzee wordt
teruggeroepen om z'n misstap goed te maken
met een huwelijk. Maar naast dit huwelijk
staat het gelukkige huwelijk van Wietse en
Lobke, die tenslotte het stugge en strakke
boerenhart van Sil tot oVergave hebben weten
te brengen; een overgave die hemzelf ook
een overwinning bracht.
De bekende kunstenaar Anton Pieck heeft
het boek met acht prachtige platen in vier
kleuren en bovendien nog twintig zwart-
teekeningen verlucht.
WIJ JONGE VROUWEN
Het tweede nummer van de 23e jaargang
van „Wij Jonge Vrouwen" is dezer dagen
verschenen Het ziet er weer even verzorgd
uit als het vorige en trouwens als alle
vorige. Het beval hee wat artik?ler voor
jongere vrouwen, maar ook voor de oudere,
voor moeders bijvoorbeeld. Interessant is
wat geschreven wordt over de Friesche
vrouwen, waarin deze gekarakteriseerd wor
den als iets aparts te hebben, hoewel ze toch
„sterk en diep liefhebben" kunnen. Ze zijn
niet stug tegen vreemden, zegt de schrijfster,
dat lijkt alleen maar zoo. ze zijn integen
deel vriendelijk en gastvrij. Lezenswaard
is ook wat Rie van Rossum -chri t nv°r e°r
tocht die vier meisjes naar Kopenhagen
hebben gemaakt.
De verhalen ontbreken verder niet; en de
speciale vrouwenlectuur over allerlei dingen
die de vrouw meer dan de man interessee
ren evenmin. In één woord: weer een schit-
ONTVANGEN WETBOEKEN
In de editie Schuurman en Jordens van Ne-
derlandsche Staatswetten, uitgave van de n.v.
W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolje, ontvingen
wij den derden druk van de Wet op de Collec
tieve Arbeidsovereenkomst, verzorgd door mr.
ir. A. W. Quint, het Besluit op de Loonbelas
ting 1940, bewerkt door mr. M. J. Prinsen, en
den negenden druk van de Merkenwet en Han-
delsnaamwet, verzorgd door dr. L. Leijdesdorff.
Uit de rijdschriften
Weer eer, oelangwekkend nummer van El-
the i c ligt op de .eesiaiei Di H var. Oyen
geeft er een scnet. van Kar. bardi's nemogie.
eer. duidelijke er. leerzame beschrijving, be
rekend op de oelangstelling var. iongei er. en
var. nen. die mei eer eenvoudige teekening
gedienci zijn, omdat mer. deze groote figuur
.kenner, moet als eer. zeer invloedrijke op
den gang der nieuwere theologie. Da van Oyen
verdedigt zich vooral t.a.v, hel betrekkelijke
van zijn teekening, de vraag der redactie, om
er een te maken, is zoo ongeveer een vraag
als. „geef eens een teekening var. den Dom
toren' aan iemand die in de 13e eeuw zoo
nieuwsgierig was om zijn neus tusschen de
stellages te steken, terwijl men zoo ongeveei
aan de eerste trans bezig is. Mijn voorgangers
in deze serie hadden het voorrecht voltooide
„bouwwerken" tot voorwerp van beschouwing
te hebben- Augustinus, Luther, Calvijn. Ze
zagen vanuit eeuwen-verte klare contouren,
ik ben de toeschouwer wien 't hoogstens ver
gund kan zijn ergens op een paar balken een
wankel evenwicht te zoeken en één hoek van
den toren met aandacht te bekijken, radend
vanuit dit onderdeel den stijl van 't geheel
Maar best mogelijk, dat 't geheel straks heel
anders uitvalt; vooral bij 't bouwwerk, dat
Barth heet, zijn verrassingen niet uitge-
Het eindoordeel van den schrijver is, dat
Barth „in de theoretische en practische con
sequenties van zijn strijd tegen het fatale
„und", waarmede de theol. scholen de open
baring Gods in Christus hebben verbonden,
ontegenzeggelijk de huidige „leeraar der
Kerk" is geworden, die haar weer het escha
tologisch karakter der verkondiging tot be
wustzijn heeft gebracht. Dat wil zeggen, dat
God in Christus de machten, waaraan wij
onderworpen zijn: zonde en dood heeft ver
nietigd en de Opgestane Heer degene is, dien
wii eens in Zijn wederkomst als Triumfator
mogen verwachten
„Als de Kerk zich thans deze dingen
nog eens extra door Barth laat zeggen, ja, zij
„wist" het natuurlijk al, want ZU „bezat" het
Woord Gods immers als de Kerk zich dit
nu nog eens extra laat zeggen en haar leden
dit ter harte nemen in ootmoedig en wakend-
biddend geloof dan ben ik overtuigd, dat er
in de boodschap die Earth meent te moeten
brengen een grooie mate van geloofsverster
king schuilt en een rijke vertroosting en be
moediging".
Zeer lezenswaardig is ook de bijdrage van
ds. K. H. M i s k o 11 e over „Rangorde in de
traditie", waarbij hij nagaat, hoe Kerk en tra
ditie, Kerk en humaniteit, een bepaalde kerk
en een bepaald volk zich verhouden. De Kerk,
zoo is ongevegr zijn betoog, is alleen Kerk,
voorzoover zij uit haar Oorsprong leeft: het
werk van Christus, met name Zijn hooge-
priesterlijk werk, dat de dienende intercessie
voor het aangezicht des Vaders omvat. De
Kerk kan zich echter in deze wereld niet an
ders openbaren dan in en door de traditie. ,,In
VLAARDINGEN
hAoandoo 17 Februari
HILVERSUM I 415 V
Nederlandsch Programma
V.A.R.A.
1 30 Gramofoonmuziek
7 15 Ochtendgymnastiek
7.55 Gramofoonmuziek
8 20 Ochtendgymnastiek
6.30 Nieuwsberichten ANP
8.16 Gramofoonmuziek
.0.00 VPRO: Morgenwijding
10.20 Orgelspel
11.00 Declamatie
11.20 Fluit en piano
lil.SO Gramofoonmuziek
12 00 Esmeralda en solisten
12.42 Almanak
12.45 Nieuws- en oeconom.
berichten ANP
1.00 Gramofoonmuziek
1.15 VARA-orke9t
2.00 Viool en piano
2.36 Keukenpraatje
3.00 Gramofoonmuziek
3.15 Cyclus „De vrouw in
haar beroep"
3.30 Gramofoonmuziek
4.00 Gramofoonmuziek met
toelichting
4 3l Voor de kinderen
5.0C Gramofoonmuziek
5.15 Nieuws-, oeconom. en
beursberichten ANP
5.3( Esmeralda en solisten
8.IC De Ramblers
6 42 Almanak
6.45 Actueele reportage of
gramofoonmuziek
7 00 Friesch praatje ANP
7.15 Orgelspel 1750—7.45
Berichten - Engelsch)
8.00 Nieuwsberichten ANP
8 16 Gramofoonmuziek
8 30 Berichten (Engelsch)
8 46 VARA-orkest
9 46 Eng. berichten ANP
10 00 Nieuwsberichten ANP
en sluiting
HILVERSUM II 301.5 M
N.C.R.V.
7.30 Gramofoonmuziek
7.46 Ochtendgymnastiek
7.55 Gramofoonmuziek
8.00 Schriftlezing en Medit
8.15 Mannenkwartet met
orgel (opn.)
8.20 Ochtendgymnastiek
8.30 Nieuwsberichten AN)
8.46 Gramofoonmuziek
9.40 Celesta-ensemble
10.15 Gewijde muziek (opn
10.30 Morgendienst
11.00 Celesta-ensemble e
gramofoonmuziek
12.00 Berichten
12.15 Gramofoonmuziek
12.45 Nieuws- en oeconor
berichten ANP
1.00 NCRV-orkest (opn.)
1.16 Orgelooncert
2.00 Voor scholen
2.35 Nederl. pianokwarfc I
en gramofooramuziel
3.30 Bijbellezing
4.09 GramofoonmuzdeV
500 VPRO: Cyclus: „H
gezin in onzen tijd
5.16 Nieuws-, oeconom.-
beursberichten ANP
5.30 Pianovoordracht
6 00 Berichten
6 05 Bel Canto
6.45 Actueele reportage
gramofoonmuziek
7.007.15 Oeconom vrag<
van den dag ANP
sluiting
de Schrift liggen kiemen van verschillende
tradities, welke in evenwicht te brengen, of
liever: in hun evenwicht te schouwen en in hun
samenhang te ontvouwen, de taak is der theo
logie. De alles-bepalende traditie is zonder
twijfel de Israëlitische denkvorm van het
Nieuwe Testament. De apostelen zijn zoo
goed als de profeten in den stand van een
bepaalde geestelijke taal geplaatst. Het Woord
Gods en deze denkvorm zijn nu eenmaal niet
te scheiden".
Onder de secondaire tradities rekent dr.
M., summier gezegd, rekenen het „christen
dom", nader: de wereldbeschouwing, de neer
slag van zedelijke oordeelen, de veelheid van
vormen, de durende beseffen, het gangbare
gevoelen, de levensstijl en het eenheidsfer
ment van de Europeesche christenheid, zoo
dat men tweeërlei gebruik van den term
„christelijk" heeft te onderscheiden n.l.
een kerkelijke-traditioneele en een cultureel-
traditioneele beteekenis.
Op de vraag of de geestelijke gestalte van
een volk niet tot de „secondaire" tradities der
kerk zou kunnen gerekend worden, moet be
vestigend geantwoord worden; zoo goed als
er van een „christelijke" bouwkunst valt te
spreken, zoo ook van een „christelijk" levens
gevoel in de veelvuldigheid van nationale
Een sterk voorbeeld van dezen samenhang
acht de schrijver het Nederlandsche volk,
„niet alleen dank zij het feit, dat de opstand
tegen Spanje en de uitbonw van een gerefor
meerd kerkverband een historische tweeëen-
heid vormden („Juicht God ter eer. Zijn lof
vermeer, die zulken grooten werk gedaan
heeft voor Zijn Kerk"), maar ook en vooral
doordat met de politieke zelfstandigheid een
opening der Schriften gepaard ging, die niet
naliet voor de komende eeuwen ons volk een
geheel-eigen karakter te verleenen, waarvan
niemand ontkennen kan, dat het verviel
naarmate de Schriftkennis in verval raakte
en opnieuw rees met de verlevendiging van
die kennis."
De roeping nu eener ontwaakte Kerk is. om
wat blijven mag, opnieuw onder de wijding
en leiding van den Oorsprong, van Christus
worden gesteld. „En dan zal het zeker niet
hetzelfde blijven; dan zal de kerk begrijpen,
waarom haar zooveel achterdocht omgeeft.
Kroonprins Umberto in ge
zelschap van de oHioeren
van den Itatiaanschen gene-
ralen staf (Foto Weltbild)
De reddingbooten der Scheveningsche zwembaden worden nagezien, om voor het komende seizoen in brde *Ü|V
Ze blijken intusschen een dankbaar object voor de jeugd, want het bordje .gebruik op eigen verantwoordelijkheid
wordt voor kennisgeving aangenomen (Foto Schimmelpenningh)
De strijd in Afrika. Italiaansche koloniale soldaten in een
van hun stellingen (Foto Weltbild)
dan zal zij de nieuwe verantwoordelij|
voor het sociale en nationale leven, die
nu wordt opgelegd, aanvaarden. Ander
zal zjj dan te minder voet geven aan een
veuse verstoring van wat gegroeid is, wa
gegroeid in de schaduw van het Woord
zij zal met te meer vrijmoedigheid j
mate zij onder de kritiek is doorgegaan
geestelijke gestalte van ons volk bijv
steunen en sterken. En dat van voren al
op een versehen en levenden weg."
Het derde, evenzeer belangrijke art ik
dit nummer is van prof. dr. G. v. d. Lei
die een schets geeft van „het vermagei
proces der wetenschap. Prachtig typeei
haar situatie in dezen tijd:
Die in den hemel zit, zal lachen. Nle
den bitteren lach van den vijand, maai
den milden lach van den Vader. Dat
wraak van God, wanneer hij ons met
broodmagere wetenschap ziet staan tege1
de machten van leven en dood, van h
duivel. Wereldlingen onder de mannen v
wetenschap hooren dien lach niet, zij zij
heel verdiept in hun eigen spel, in hun
retische of toegepaste wetenschap. Zij n
sommen, zij doen spelen, zij bouwen bri
en vliegtuigen, zij ontwerpen systemen
wereldbeschouwing. Maar ook de chris
onder de mannen van wetenschap hoorei
lach vaak niet. Zij ook hebben geabdii
Zij hebben het heele terrein van de pr
wetenschap aan den duivel overgelatei
het „terrein" van het geloof des te vi
te kunnen afsluiten. Zij schrikken b:
woord magie en huiveren bij het woord i
omdat zi.i niet begrijpen, dat de fout ni»
in mythe of magie, maar in die mensche
zelf mythen willen produceeren of de
in eigen hand nemen. En vergeten, dal
aleen de groote magiër is en het verhaa
zijn doen met de wereld de eenige myth
geweldige antecedent, waar de gansch
schapen werkelijkheid op is betrokken. 1
zelf zelf ook veel hebben van eigenmai
mythologen en toovenaars, wanneer zij
nen dat zij met hun apologie den Bijbel k\
redden en met hun tooverstaf het „te
der openbaring afperken van de rest v
wereld".
Het Geref. Theol. Tijdschrlf
vat o.m. een diepgaande studie van Dr.
Ridderbos over de vraag, of de drie
ken Gen. 12 1020, Gen. 20 en Gen. 2'
11 te beschouwen zijn als pasallelle weeri
van eenzelfde verhaal. Zijn antwoord ii
kennend.
Een voor commissies van beheer en
voogdijen belangwekkend artikel vindt
in „Christel ij k Instellinswei
het jonge geïllustreerde maandblad
ziekenhuizen, gestichten, kerken en sö
Het behandelt uitvoerig de jaarrekenr
de balans van kerken, en is geschrever
J. Steenhuis, die in een vorig numme
de kerkelijke begrooting heeft besp)
Er volgt nog een artikel van hem o\^<D
organisatie der kerkelijke inkomsten. *2
Het Februari-nummer van Horiz^
vrijwel geheel gewijd aan het volk. In J~
zin dan, dat er artikelen zijn van ds.
Hagen over „Het volk van God", van .i,
de Bondt over „Het volk in den Bijbfw
van ds. W J. Kolkert Jr. over „De
van ons volk (een uitnemend pendant c
het door ons aangekondigde artik qj
Eltheto). jjj
De Kinderboekjl
van ROTMAN
zijn thans
UITVERKOCHT
Heden hebben wij de laatste!
ontvangen, waarmede wij de
bezit zijnde bestellingen kf
afwerken. Verdere best el j
kunnen wij tot onzen
meer aannemen, daar allé j
nu geheel uitverkocht zijn.
N.V. Dagblad „De Rotterdamit
Afdeeling Uitgev
door G. TH. ROTMAN
De Bloedtransfusiedienst, welke onder auspiciën van het Ned Roode Kruis te Amsterdam tot stand kwam,
is voortreffelijk georganiseerd. Hierboven het afnemen van bloed van een tfc«cr t-A-iiw"»nd)
I. (1-3). Professor Spuyt was 'n vreeselijk
geleerde man. Dag en nacht studeerde hij,
zodat hij niet eens tijd had om z'n haar te
laten knippen. „Vliegen is uit de tijd!" zei
hij, „de wereld snakt naar vooruitgang! We
moeten springen!" En daarom vond nij
een grote, holle kogel uit, helemaal van aiu-
je gezellig binnenin kon zit-
ten en waarmee hij grote sprongen dacht te zijn kleinzoontjes Flip en Flop mee,
Kunnen maken. Hoe groot de sprongen waren zouden hem op z'n wereldreis verg
sd waar hij zou neerkomen, dat kon hij met En toen eindelijk het ogenblik van
:'n geleerde bol precies uitrekenen. naderde, werd de „Pulex" zo he
Elke dag ging hij naar de vliegtuigen- nieuwe uitvinding in 't geheim n»
fabriek, waar de springkogel gemaakt werd, heuvel gebracht, waar ze er met hun
om te zien, hoe het werk vlotte. Hy nam dan bevend van aandoening inkropen.