Ilieuiue £riïlsdjr (Courant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
GROOT WERK VAN NEDERLANDERS
BLU- FAX
U Abonnementsprijs
per 3 maanden in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 2.35
Per week 18 ct Losse nummers 8 ct.
Alles bij vooruitbetaling.
Advertentieprijzen
24 ct per regel. Ingezonden Mede-
deelingen 43 ct. per regel. Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con
tract belangrijke korting.
No. 6355
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN
Telefoon 22710
(Na 0 uur 2*166).
Postbox 20. Postrek. 58936
21e Jaargang
-'GOEDE BELIJDENIS
zijn wij opgeschrikt, toen in de
J van het vorig jaar bij de opening
nieuwen cursus meer dan 40 pet.
studenten, die zich- voor het eerst
i inschrijven aan de Stedelijke Uni-
J\leit van Amsterdam, zonder meer
te leven buiten kerk en gods-
L Was de afval in bepaalde kringen
en toekomstige intel-
ïN^elen dan reeds in» die mate voortge-
!^jh het leven gaat verder, de studen-
Dljn aan de studie gegaan, hopen wij,
'erj-erigens is er niets veranderd. Een
"He pijnlijke gewaarwordingen in dezen
die vol is van elkander snel opvol-
belevenissen, is, dat men spoediger
pit aan velerlei went. Eri zoo moeten
jet bekennen, .dat de ruim 40 pet., die
tanvankelijk. benauwden, ons uit de
zijn gegaan.
is er werkelijk niets veranderd
den dag van inschrijving? Wij weten
°^genlijk niet. Wij weten wèl, dat sinds-
*aan de Universiteit van Amsterdam
Evangelie is verkondigd. Een groep
Inten, leden .van enkele organisaties,
4n de handen ineengeslagen en een
jersiteitsweek voorbereid, die in No-
van het vorig jaar is gehouden,
tern van deze week bestond uit een
<^1 lezingen, van .Prof. Dr. J. H. Ba-
Prof. Dr. H. Kraemer en Dr. K. H.
itte. De Uitgeversmaatschappij D. A.
jjhen te 's-Gravenhage heeft de goede
:hte gehad deze drie lezingen uit te
i, zoodat men achteraf nog eens van
[esproken woord kan kennis nemen,
mooi uitgevoerde boekje verscheen
Jr den titel „Salve Rex".
ANlat bij let lezen van deze voordrachten
sterk moet opvallen, al hadden wij
Vefigenli.k niet anders verwacht, is, dat
vordt getoond zooals Hij staan
middsn in ons leven, als middelpunt
de wereld. Hij is het centrum der
s(hiedens en Hij omvat het heelal.
is ce oude, welbekende en blijde
lschap, welke hierin doorklinkt. Maar
onderwerp is er een van een voort-
agwtiue eozjch ainjd weer vernieuwende
^nristus spreekt ook vandaag
'variZijn w<ord- lijn aan de his-
jarf- Dat wil iets zeggen in een tijd,
19rin gest-eefd wordt naar dadendrang,
d« een pakken van het leven, zooals het
3va* momeiteel aan ons voordoet. Want
lerijbeteekeit, dat de geschiedenis niet
i A^ts een /oortjachten is van oogenblik
°j)ogenblk, een stroom, die rusteloos
ttgaat, naar dat daarin is een lijn en
centrum tevens. Hier worden bruggen
ochjuwd tuschen ver uiteenliggende mo-
J- xen in wereldgeschiedenis. En ook
^lk onze*, wanneer en waar wij ook
dó,len of kven, blijft de vraag komen,
wij denlen' van den Christus.
meeJ- Want dit bestaan van een
£nd cenrum wil tevens zeggen, dat
(gens rust is, dat er 'steeds eenzelfde
veerklinkt, een boodschap,
f in de wisselende spanningen van
^jd mogtlijk een anderen klank heeft,
die imner gelijk is. Ook hier weer
tan die voortdurende en bestendige
jy^iteit. Werkelijk, tegenover Christus
alle leven, ook dat van vandaag,
ufn „geconfronteerd". Hij vraagt een
sing, Hij vraagt, wien wjj kiezen
j, heden.
Karakter en bekwaamheid blijken in moeilijke dagen
r 1
'agen om uitredding. Er valt hier een
idtjpiaats te vervullen, zonder Christus
irer]fekt er aan het leven een kern. En
is het heel wel mogelijk, dat
cofcn tijd van zoeken en zwerven velen
nabij zijn. Het is, zooals
Bavinck het in zijn lezing zeide:
:us te zien, dat is van levenvernieu-
kracht voor ons moedeloos geslacht,
is te zien, het werpt terug op het
indamenteelste, op de wortels van
te £llende, op de wortels van onzen
n het drukt ons in onze bevende
het eenige wat ons waarlijk be-
kan, de zekerheid van Gods trouw
liefde".
leeft deze belijdenis aan de Amster-
Universiteit weerklonken. De be-
getuigenis" en „Universiteit" lig-
en^t zoo ver van elkander verwijderd,
vifci misschien meenen zal. Het woord
[Jf^sor" komt van een werkwoord, dat
openlijk getuigen, openlijk be
ide h, openlijk verkondigen. Wij hebben
lgln1t woord „getuigen" in den loop der
^"^[zoowel een meer beperkten als een
t gebreiden zm Segeven dan vroe-
lubil werd gedaan. Wij hebben het in
piSste plaats meer betrokken op ons
Wi trachten te verwerven wat
d; vaderen ons nagelaten
hebben
Vj -hadden ons voorgenomen nog eens
teru te komen op het gedenkboek, dat de
Komklijke Paketvaart Maatschappij te
Ams.rdam ter gelegenheid van haar
vijftijarig bestaan het licht heeft doen
Het bok is, zooals de heer M. C. Koning,
voorzitte van den Raad van Bestuur, oud-
presidentlirecteur in Nederlandsch-Indië en
oud-insp<teur der K.P.M. zelf, schrijft, in de
eerste plits bedoeld om hulde te betuigen
aan de gmdvesters van het bedrijf, door in
het licht 1 stellen het mooie resultaat, dat in
de afgelocen 50 jaren, dank zij hun voor
tref felijkeppzet en hun zoo juiste richtlijnen,
waarlangs et bedrijf zich moest ontwikkelen,
werd beret. In de tweede plaats wil het de
aandacht \igen op het belangrijke werk, dat
door de eete bestuurders moest worden ver
richt om h bedrijf in den aanvang op stevi-
gen grondig te vestigen en dadelijk daarop
zijn ontwiksling gelijken tred te doen houden
met den homcnalen groei in die jaren van
den binne- en buitenlandschen handel van
Ned.-Indii
Vervolgis wordt aangetoond, dat de bedoe
ling der ojichters n.l. een niet slechts in naam
doph ookmetterdaad zuiver Nederlandsc'ne
maatschajij te stichten, ten volle tot haar
recht is jkomen en dat de K.P.M. te allen
tijde is gileken een vaardig bestuursmiddel
te zijn. Ti slotte wordt de ongekende vlucht,
die hande cultures en industrie in Ned.-Indië
hebben giomen, in beschouwing genomen en
het aandë, dat de K.P.M. daarin heeft gehad,
in het lie gesteld.
Wij Neerlanders moeten in dezen tijd wel
eens hoorn, dat we veel te veel op ons groote
verleden.eren en zelf, nu ja, min of meer
futloos zn.
Een glenkboek als dat van de K.P.M. is
een leveiige illustratie van een tegengestelde
opvattin; wij Nederlanders putten juist uit
onze hisTie de kracht om ook nu te toonen,
dat wij ndernemingszin en doorzettingsver
mogen bbben en dat wij datgene, dat we
van de aderen gekregen hebben, met alle
kracht ce in ons is, trachten te verwerven
om het t bezitten.
Dat di niet gemakkelijk is, toont onder
meer ooi de geschiedenis van de K.P.M. en
haar sticlers en beheerders.
Medewerking bij de
Lombok-expeditie
Zoo vftelt het boek ons hoe reeds betrek
kelijk krt na haar oprichting de K.P.M.
voor erg lastige vragstukken is geplaatst.
„Taylc de hoofdagent in Nederlandsch-
Indië, ce in 1893 den eersten hoofdagent
jhr. L. I D. Op ten Noort 's opgevolgd
kreeg lar een negen- of tiental schepen be-
schikbaa te stellen; op 3 Juli moesten deze
te Soeraaja beschikbaar zijn.
Nog tos de vloot niet groot:, „de elastici
teit onze diensten wordt tot het uiterst uit
gerekt; ie minste kink in den kabel zal ons
doen vatloopen." Taylor vertrok zelf naar
Amsterdam om leiding te geven: ,ik durf ge
rust zegjen, dat nog nimmer zulk een kranige
1 expeditl-vloot in deze wateren verzameld is
geweest zelfs de oude Amboina maakte in
m ZON EN MAAN
'jJ93"9 Februari 8.54; ondergang
Waj5jopgang 17 Februari 8.52; ondergang
Wotnsopgang 17 Febr. 1.02; ondergang
5 Mf25*
nsopgang 18 Febr. 2.07; ondergang
ct 1»02.
Mufste kwartier Dinsdag 18 Februari;
tve maan Woensdag 26 Februari;
te kwartier Donderdag 6 Maart; volle
n Donderdag 13 Maart
(Vervdg van de eerste kolom.)
geestelijk leven in engeren zin. Maar aan
den aideren kant zijn wij het almeer gaan
vereenzelvigen met het woord „belijden".
Tegen dit laatste kunnen bedenkingen
rijzen. De Rotterdamsche predikant Dr. R.
Schippers heeft in zijn dissertatie aange
toond, dat het woord „getuigen" in het
Oude, maar vooral in het Nieuwe Testa
ment de beteekenis heeft van „oor- of
ooggetuige zijn". Dan heeft het woord dus
een beperkter beteekenis dan wij er in
onze dagen vaak aan geven. Wij begrijpen
de bedenking van Dr. Schippers, wanneer
hij het betreurt, zoo eenige beweging, die
den band aan den Bijbel wil vasthouden,
in haar terminologie een spraakgebruik
heeft, waarin woorden een domineerende
plaats ontvangen met een andere beteeke
nis dan zij in de Schrift hebben.
Daarom willen wij van het woord, dat
tot de Amsterdamsche studenten is ge
richt, liever spreken als van een belijde
nis, een belijdenis, ja, maar daarbij en
daarin ook een verkondiging van de goede
boodschap, goed voor intellectueelen en
niet-intellectueelen, goed voor heel de
wereld. Moge er wasdom worden gegeven
het zaad, dat in den arbeid der evan
gelisatie hier en elders werd en wordt ge
strooid!
De stoomboot „Willem I", een der eerste
stoomschepen, die omstreeks 1835, door het
Nederlandsch-lndische Gouvernement voor
inter-insulair vervoer in de vaart werd
gebracht. Het schip vertrok zeilende naar
Indië, waar de raderen weer werden aan
gebracht. Het is echter op zijn eerste reis
naar de Banda-eilanden op de Lucipara-
klippen geloopen en vergaan. Kort daarna
heeft de regeering met meer succes andere
stoomschepen in de vaart geLracr.t. Particu
liere stoombooten ontbraken aanvankelijk
bijna geheel en er moest nog menig jaar
verloopen eer de K.P.M. haar glorievolle
loopbaan in Indië's wateren kon gaan
haar nieuwe jas een goed figuur", schreef hij
aan den administrateur te Amsterdam.
Het is bekend, dat de expeditie aanvanke
lijk onverhoopt gunstig verliep; de sultan on
derwierp zich, althans in schijn; op 13 Juli
berichtte de hoofdagent: „de troepen zullen,
nu alles geregeld is, terugkeeren met achter
lating van één compagnie: vermoedelijk zal
de generaal bij wijze van machtsvertoon wel
eerst een marsch over het eiland maken". En
op 27 Juli „alleen de Maetsuycker is als zie-
kenschip aangehouden: de Lombokexpeditie
is voor ons afgeloopen".
Zij zou echter eerst beginnen. Op 25 Aug.
had bij Tjakra Negara de bekende overval
op het hoofdkwartier plaats; met groote ver
liezen moest men naar Mataram, daarna naar
de kust de wijk nemen; de ouderen onder ons
herinneren zich den verpletterenden indruk
dien dit voorval overal in den lande maakte.
Gelukkig toonde de nieuwe Gouverneur-Gene
raal (jhr. C. H. A. van der Wijck, die als lid
van den Raad van Bestuur der K.P.M. in
1893 haar bedrijf in Indië had geinspecteerd.
Red.) tegen de moeilijkheden opgewassen
te zijn. Op 30 Augustus werd Taylor ten pa-
leize geroepen, waar de gouverneur-generaal
met den Raad van Indië ten de commandanten
van leger en marine in conferentie was. Wij
bezitten van deze merkwaardige zitting het
verslag van een ooggetuige. De gouverneur-
generaal opende met de woorden: ,Wij blijven
op Lombok!"- Zich tot den legercommandant
wendend: „Hoeveel troepen hebt ge gereed
om daarheen te vertrekken?" Drie bataillons
één berg- en één veldbatterij!" Wanneer Jfun-
den die vertrekken?" „Morgen?"
Daarna richtte de Landvoogd zich tot den
hoofdagent: „Hebt ge schepen om die troe
pen over te brengen?" En op het bevestigend
antwoord een tweede vraag, wanneer deze
gereed zouden zijn. Voor Taylor mocht het
een groote voldoening zijn geweest dat hij ze
den volgenden dag ter beschikking kon stellen
Weef volgde nu een uitermate drukke tijd;
in latere jaren heeft Taylor wel eens ver
zekerd, dat het werk tijdens de Atjehexpeditie
niet in vergelijking kon staan met dat tijdens
de Lombokaffaire; autoriteiten verhaalden, dat
alles in ongeloofelijk korten tijd gereed was
geweest. Het uiterste werd van het personeel
en van de schepen gevergd; toen evenwel de
overwinning behaald was, kon de Paketvaart-
Maatschappij er trotsch op zijn, dat zij daar
toe belangrijk had bijgedragen. De maand
extra-gage, aan het varend personeel uitge
keerd, en de benoeming van Taylor tot rid^
der in de orde van Oranje Nassau waren in
den volsten zin des woords verdiend.
Was dus bij de Lombokexpeditie de Paket-
vaart-Maatschappij in den volsten zin des
woords een vaardig bestuursmiddel gebleken,
Taylor zou geen koopman geweest zijn, als
hij niet meteen de voordeelen had in het oog
gevat, welke de onderwerping van het eiland
voor zijn maatschappij zou kunen meebren
gen. Tot dusver was dat voor haar bedrijf
zonder eenige beteekenis geweest; de vorst
van Lombok was geïnteresseerd in Chinee-
sche booten, welke hem t.vens wapenen van
Singapore brachtten; verscheping per K.P.M.
werd zooveel mogelijk tegengegaan. Onmid
dellijk na zijn terugkeer van de eerste expe
ditie en dus vóór de tragische gebeurtenissen
van 25 Augustus tot algeheele onderwerping
leidden, had hij zijn conclusies getrokken.
Het geheele verkeer van Bali en Lombok
richtte zich naar Singapore; daaraan was voor-
loopig niets te veranderen, doch de K.P.M.
moest een nieuwen veertiendaagschen dienst
van Singapore via Soerabaja, Boeleng en
Ampenan naar Makassar instellen. „Te oor-
deelen naar wat ik er van heb gezien, houd
ik Lombok voor een rijk en vruchtbaar land,
hetwelk slechts op een meer geregeld be
stuur wacht om tot grooten bloei te komen.
De Koninklijke Paketvaart-Maatschappij zal
daarvan ongetwijfeld de vruchten kunnen
plukken, mits zij slechts dadelijk gereed zij om
over Ampenan een korte, geregelde verbin
ding met Singapore te geven. Daarheen toch
richt zich alle verkeer; willen wij hierin ver
andering brengen, dan moeten wij beginnen
den bestaanden toestand te aanvaarden en
door rationeele tariefstoepassing het vervoer
geleidelijk naar Java trekken"."
Ondernemingsgeest
in den wereldoorlog
En ten bewijze van de doorzettingskracht
der K.P.M. nu een beeld uit den wereldoorlog
19141918. In 1913 was de JavaAustralië-
lijn geopend door de maatschappijen der Ned.
Scheepvaart Unie gezamenlijk. „De Neder-
ALG. FRIESDHE LEVENSVERZ.-MY
LEEUWARDEN BURMANIAHUIS
VAN 1845
AMSTERDAM, VAN BRIENENHUIS
Hitier ontvangt
Zuidslavische ministers
Een conferentie van drie uur
met Tswetkowitsj en
Markowitsj
Het D.N-B. seint hel volgende com
muniqué uit Salzburg:
De Führer heeft Vrijdag in tegen
woordigheid van den minister van
buitenlandsche zaken, von Ribben-
lrop, den Zuidslavischen premier,
Tswetkowitsj, en den Zuidslavischen
minister van buitenlandsche zaken,
Cincar Markowitsj, op den Berghof
ontvangen. De besprekingen over
vraagstukken van gemeenschappelijk
belang werden gevoerd in den geest
van de tradilioneele vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen de beide
landen.
Het A.N.P. seint uit Berlijn:
Men meldt ons van welingelichte zijde: De
Zuidslavische premier en de minister van
buitenlandsche zaken zijn gistermorgen per
trein te Salzburg aangekomen. Zij waren
's middags te gast bij den Duitschen minister
van buitenlandsche zaken, von Ribbentrop, in
zijn landhuis te Puschl. Na een korte rust
poos, die de Zuidslavische gasten in hotel
öslerreichischei1 hof te Salzburg doorbrachten,
begaven zij zich naar den Berghof, waar zij
om half vijf door den Führer ontvangen wer
den, die hen in de vestibule van den Berghof
hartelijk welkom heette. Een afdeeling van
de wapen S S bracht den Zuidslavischen
staatslieden de eerbewijzen.
De besprekingen, die meer dan drie
uur duurden, werden slechts voor
korten lijd door de thee onderbroken.
Aan deze besprekingen namen be
halve Hitier, von Ribbentrop en de
Zuidslavische staatslieden gezant dr.
Schmidt als tolk deel. Na de bespre
kingen verlieten de gasten den Berg
hof tegen kwart voor acht en vingen
kort daarop de terugreis van Salz
burg naar Belgrado aan.
land en de Lloyd hadden toegezegd een deel
der verliezen te dragen; hun toezegging was
afgeloopen; op 18 Juni 1915 werd daarom tot
de twee maatschappijen de vraag gericht of
deze bereid waren den steun ook verder te
verleenen. De K.P.M. had in den laatsten
tijd loonende resultaten op charterreizen ver
kregen; zij was bereid de inkomsten daar
van aan de rekening ten goede te doen komen.
De zustermaatschappijen waardeerden dit aan
bod, maar zagen blijkbaar de zaak ongunstig
in; op 22 Juni 1915 berichtten zij, dat zij be
sloten hadden hiervan geen gebruik te maken,
zoodat verder niet meer op een bijdrage hun
nerzijds moest worden gerekend.
De K.P.M. heeft daarop besloten, de lijn
alleen voort te zetten; zij gaf hiervan kennis
aan de zustermaatschappijen, dankte voor den
verleenden steun en sprak de hoop uit, dat de
verdere exploitatie in staat zou stellen
om, wat feitelijk niet, als voor den Regeerings-
steun, voorgeschreven was door de overeen
komst, uit gemaakte winsten de geleden ver
liezen te vergoeden.f
Haar ondernemingsgeest is wel beloond; op
dat oogenblik is werkelijk een kentering ge
komen. Weliswaar is de J.A.L. nog geen goud
bron geworden, maar de toekomst werd toch
aanmerkelijk beter, de mislukte oogst maakte
invoer van mais uit Java en Celebes nood
zakelijk; het uitvallen van tonnage deed de
vrachten stijgen; de opbrengst der lijn nam
sindsdien geregeld toe. In het jaar 1919 kon
aan de zustermaatschappijen „het restant der
door hen betaalde subsidie" worden terug
betaald; ook de door den Staat verstrekte
gelden hebben hun weg naar de schatkist
teruggevonden: de verbinding met Australië,
eens een illusie van generaal Van Heutsz,
stond op stevige basis.
Ook een tweetal nieuwe lijnen getuigen in
deze zoo moeilijke jaren van den onder
nemingsgeest der maatschappij. De Java-Ben-
galen Lijn liep zoowel Rangoon als Deli aan,
r kon van het vervoer tusschen deze
plaatsen niet veel werk maken, daar zij na
tuurlijk aan lading voor Batavia de voorkeur
gaf. Toch maakte zij bezwaar, toen de K.P.M.
een geregelden dienst wilde openen. De op
lossing werd gevonden, doordien de laatstge
noemde, die nog steeds bij de J.B.L. geinteres-
seerd was, geneigd bleek zich hieruit terug te
trekken; in de nieuwe lijn die voor de rijst-
voorziening van Deli weldra van groot belang
bleek, heeft zij hiervoor vergoeding gevonden.
Nog een tweede lijn werd naar Deli ge
richt. Dit gewest betrok een deel zijner koelies
uit China door middel van de Duitsche Jeb-
i-Lijn, die door den oorlog genoodzaakt
werd haar werk te staken. Nadat gebleken
dat de J. C. J. L. niet op dit vervoer
reflecteerde, werd na overleg met de Deli-
plnnters besloten een dienst op Swatow te
opoenen, welke op de heem-eis ook Penang,
Singapore en Hongkong aaaliep; weldra werd
ook het goederenvervoer van beteekenis. Het
volgende jaar werd de lijn, de Deli-Straits-
China-Lijn tot Amoy doorgetrokken; niet a!r
leen in Zuid-Oostelijke, maar ook in Noord-
Westelijke richting, heeft de maatschappij
dus haar voelarmen krachtig uitgeslagen. Het
Dclikoelievervoer op deze lijn heeft op den
duur belangrijk aan beteekenis ingeboet, maar
zij heeft in andere opzichten haar opi-ichting
volkomen gerechvaardigd".
Duitsche luchtactie boven
Engeland, de Middellandsche
Zee en Cyrenaica
Het Duitsche weermachtsbericht
Het opperbevel der Duitsche weer
macht deelde gisteren mede:
„Bij den aanval van Duitsche oorlogs
schepen op een vijandelijk konvooi in de
Atlantische wateren, waarvan het weer
machtsbericht van gisteren melding
maakte, is nog een gewapend koopvaardij
schip tot zinken gebracht, zoodat het aan
tal der bij dezen aanval tot zinken ge
brachte schepen is gestegen tot 14 met een
gezamenlijken inhoud van ongeveer 82,000
ton. De aan de oppervlakte varende Duit
sche vlootstrijdkrachten, die op den At-
lantischen Oceaan en in de overzeesche
wateren opereeren, hebben tot dusverre
ongeveer 670,000 ton vijandelijke of den
vijand nuttige koopvaardijscheepsruimte
tot zinken gebracht. Daarbij komen nog
de talrijke scheepsverliezen, die de vijand
in de overzeesche wateren heeft geleden
door het op mijnen loopen.
Bij aanvallen op voor den oorlog belang
rijke doelen op het Britsche eiland hebben
gevechtsvliegtuigen rechtstreeksche treffers
geplaatst op een metaalfabriek bij Glasgow
en op havenwerken aan de Schotsche Oost
kust en in het Zuidoosten van Engeland. Ten
Oosten van Peterhead is een konvooi met
goed gevolg aangevallen en verstrooid. Zes
schepen werden door bomtreffers zwaar be
schadigd. Twee groote koopvaarders geraak
ten in brand en kregen slagzij. In moedige
duikvlucht heeft een gevechtsvliegtuig ten
Oosten van Harwich'een tankschip van onge
veer 8000 ton tot zinken gebracht. Hetzelfde
toestel plaatste bovendien op een groot koop
vaardijschip en op een duikboot zoo zware
treffers, dat deze schepen volkomen verlo
ren geacht kunnen worden.
In de Middellandsche Zee hebben afdeelin-
gen gevechtsvliegers van de Duitsche luchtr
macht gisteren en in den afgeloopen nacht
hangars, kampementen en op den grond
staande vliegtuigen op vliegvelden in Cyre
naica vernield.
Overdag zijn geslaagde aanvallen gedaan
op militaire werken op Malta.
In den afgeloopen nacht heeft de lucht
macht doeltreffende bomaanvallen gedaan
op vliegvelden en industrieterreinen in de
omstreken van Londen en aan den mond van
de Theems.
De vijand is niet boven Duitsch gebied ver
schenen. Jachtvliegtuigen hebben boven
Dover drie versperringsballons vernietigd.
Marinegeschut heeft aan de Noorsche kust
een vijandelijk vliegtuig neergeschoten. Een
eigen vliegtuig wordt vermist
Bij den geslaagden aanval op zee ten
Oosten van Harwich, heeft de bemanning van
het gevechtsvliegtuig, de eerste luitenant
Baumbach, commandant en bestuurder, de
onderofficier Menz, bommenrichter, de Feld-
webel Thiess, radiotelegrafist en de onder
officier. Greif Mühlen, boordschutter, zich bij
zonder onderscheiden.
Hel brandstoffengebrek ten
plattelande
Organisatie van centrale kook-
gelegenheden aanbevolen
Het A.N.P. meldt:
Naar aanleiding van de moeilijkheden, welke
de brandstoffenvoorziening bepaaldelijk ten
plattelande ondervindt, heeft de secretaris
generaal van het departement van handel,
nijverheid en scheepvaart zich beraden, hoe
daaraan zooveel mogelijk kan worden tege
moetgekomen. In verband daarmee is aan de
burgemeesters het volgende in overweging
gegeven:
le. Voor zoover de bevolking door gebrek
aan vaste brandstoffen geen of onvoldoende
warm eten kan bereiden, ware uwerzijds te
bevorderen, dat een of meer centrale kookge-
legenheden worden georganiseerd, bijv. door
het beschikbaarstellen van keukens van
restaurants, café's, e.d.
Indien daarvoor meer gas of electnciteit
noodig zou zijn dan de toegestane 100 pet.
van 1939/1940, zullen de betrokken gas- en
electriciteitsbedrijven stellig tot medewerking
bereid worden bevonden. Mocht geen gas of
electriciteit aanwezig zijn, dan zou de burge
meester zich, met inschakeling van den be
trokken districtsadviseur van het Rijkskolen-
bureau, tot den leider van het Centraal
Distributiekantoor te 's-Gravenhage kannen
wenden voor een extra toewijzing van vaste
brandstoffen voor dit bijzondere doel. Ook
voor het verkrijgen van een voorschot resp.
extra-toewij zing voor levensmiddelen zal
men zich tot den leider van het centraal
distributiekantoor kunnen wenden.
2e. Zoowel voor het bereiden van warm
eten als voor verwarming onder leiding van
den burgemeester een onderlinge hulpver
leening door de bevolking te bevorderen. In
eventueel daaruit voortvloeiende grootere in-
dividueele behoeften aan gas, electriciteit of
vaste brandstoffen (de laatste uiteraard tot
zeer beperkte hoeveelheden) zou dan op de
zelfde wijze als hierboven omschreven kun
nen worden
iTelikan
en
Uw cadeau /12.SO
HUISVROUWEN
Met EEN PAK -Ttf&GO
Verkrijgb. bij alle winkelieri en warenhuizen
„G RE VOS" HANDELMAATSCHAPPIJ
Nieuwland 6a TeL 38169 Rotterdam
VRAAGT ONS PROSPECTUS:
HANDELSWETENSCHAPPEN
Boekhouden en Handelscorrespondentie.
STAATSPRAKTUK-DIPLOMA
Boekhouden M O
RESA ARNHEM
(Bekende Schriftelijke Cursus).
Ontheffing inkomsten
belasting
In verband met de loonbelasting
De staatscourant van gisteren bevat het
reeds aangekondigde besluit van den secre
taris-generaal van financiën tot uitvoering
van het besluit op de loonbelasting.
De eerste drie artikelen van dit besluit
luiden als volgt:
Artikel 1. Aan dengene, die in de belastingen
naar het inkomen over het belastingjaar
1940/41 is aangeslagen uitsluitend ter zake
van opbrengst van in dienstbetrekking ver
richten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten
geniet welke aan de loonbelasting zijn onder
worpen, wordt op zijn verzoek een ontheffing
van zijn aanslag verleend over vier maanden.
Artikel 2. Aan dengene, die in de belas
tingen naar het inkomen over het belasting
jaar 1940/41 is aangeslagen mede ter zake
van opbrengst van in dienstbetrekking ver
richten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten
geniet, welke aan de loonbelasting zijn.
onderworpen, wordt op zijn verzoek een
ontheffing op zijn aanslag verleend ten be
drage van de belasting over vier maanden,
welke verschuldigd zou zijn geweest, indien
hij uitsluitend opbrengst van in dienstbetrek
king verrichten arbeid had genoten. De aldus
berekende ontheffing mag echter niet het
bedrag van ^en ontheffing van zijn aanslag
over vier maanden overtreffen.
Artikel 3. Indien wegens een feit, dat zich.
vóór 1 Januari 1941 heeft voorgedaan, inge
volge artikel 95 der wet op de inkomsten
belasting 1914 ontheffing wordt verleend,
wordt de ontheffing ingevolge de vorige
artikelen berekend over de opbrengst van in
dienstbetrekking verrichten arbeid, welke in
het overgebleven belastbaar inkomen, be
doeld in het tweede lid van het genoemde
artikel, is begrepen.
In afwachting van de totstandkoming van
de in artikel 1 van het besluit op de loon
belasting 1940 bedoelde enkele inkomsten
belasting wordt terzake van feiten, welke
zich na 31 December 1940 voordoen, geen
ontheffing ingevolge hoofdstuk 13 der wet op
de inkomstenbelasting 1914 verleend.
Oudheidkundig onderzoek te
Rhenen
Evenals te Middelburg en te Rotterdam zal
ook te Rhenen op het thans open liggende
terrein in de oude binnenstad een onderzoek
worden ingesteld naar de sporen van de oud
ste bewoning van deze plaats. Dit onderzoek
zal op verzoek van de rijkscommissie voor
het oudheidkundig bodemonderzoek worden
verricht door het rijksmuseum van oudheden
te Leiden in samenwerking met den dienst
jor den wederopbouw en met het rijksbureau
jor de monumentenzorg.
De werkzaamheden zullen Maandag 17 Fe
bruari beginnen en onder leiding staan van
den conservator dr. F. C. Bursch.
Voor een zoo nuttig mogelijk gebruik van
de veelal niet te ruime stationsemplacementen,,
die bovendien meestal historisch gegroeid
zijn en daardoor niet altijd de grootst moge
lijke efficiency waarborgen, is het gewenscht,
dat men:
le. nauwkeurig kan vastleggen wat men op
het emplacement er nog bij zou kunnen doen;
2e. in welke mate de vertraging veroor
zaakt wordt door de gesteldheid van sporen,
wissels en seinen;
3e. welken invloed een wijziging van wis
sels en sporen zou gehad hebben op de
opgenomen bedrijfsafwikkeling.
Wanneer b.v. uit Gouda een trein binnen
loopt op het spoor van het Utrechtsche
Centraalstation, dat het dichtst bij het
Stationsplein is gelegen (het eerste spoor),
dan kan gedurende den tijd, dat de wissels
en seinen voor die beweging gesteld zijn,
geen andere trein aan de n.w. zijde dit station
binnenkomen of verlaten. Het is voor het zoo
nuttig mogelijk gebruik van hei Utrechtsche
station dus gewenscht te weten, hoe lang b.v.
deze treinbeweging duurt en hoeveel tijd
andere treinen daarop moeten wachten.
Hiervoor nu is bij de Nederlandsche Spoor
wegen een ingenieus registreertoestel ver
vaardigd, waarmee het heele complex van
manipulaties op het seinhuis, noodig voor een
bepaalde treinbeweging, automatisch wordt
geregistreerd en men vrijwel alle emplace
menten in ons land kan bedienen en ook de
kwestie naar het nut van nieuwe plannen
ermee onderzoeken. Het apparaat heeft in
de praktyk van een jaar lang zijn nut reeds
bewezen.
li