VAN RIJN S
MOSTERD
VAN BOEKEN EN SCHRIJVERS
„AUROR A"
BON
uvg> piaqj® m j opvua» v\ jjiw ^v\j Jw/mwi i >-» i—
ALS DE TARWE, door C. VAN MEER-
DINCK Uiig. J. H. Kok N.V., Kampen.
DIT door Kok mooi uitgegeven boek teekent
op vaak ontroerende wijze het groote levens
leed van dominee Weynandts tijdens zyn kort
stondig verblyf te Hoornaer.
Het thema is bekend: een predikant, die zich met
volle toewijding geeft aan zijn herderlijken
arbeid, maar die door zijn gemeente niet wordt
begrepen. En daarbij komt dan nog dat andere:
lastertongen probeeren ook den goeden naam van
dezen dorpsdominee door 't slijk te sleuren. De
schuld voor dit laatste is voor 't grootste deel te
wyten aan dominee Bertelds, een ring-collega
van Weynandts, wiens verleden lang niet vlekke
loos is en die door geheimzinnig gewroet en ge
stook de lastercampagne tegen den leeraar van
Hoornaer aan den gang maakt. Om den strijd voor
't echtpaar Weynandts nog moeilijker te maken,
voegt zich by dit alles nog een liefdeshistorie: hun
zoon Jan krijgt omgang met Lien Bertelds, heeft
dit meisje hartstochtelijk lief, ofschoon zijn moe
der van een verloving niet weten wil.
Men ziet: er zit spanning, gelatenheid in dit boek.
En de vraag is nu maar wat de auteur van deze
figuren weet te maken.
We willen aanstonds erkennen, dat Van Meer-
dinck knap werk heeft geleverd. We ontmoeten
hier echte, levende menschen. Hun karakters zijn
raak geteekend en psychologisch volkomen aan
vaardbaar.
Ds Weynandts is een idealist van de eerste tot de
laatste bladzijde. Hij ziet zijn roeping en blijft
aan die roeping getrouw, ondanks de nuchtere
kijk van zijn vrouw, die 't leven en de menschen
veel beter verstaat en doorziet dan hy. Beiden,
man en vrouw, openbaren een heldennatuur; ze
vechten met 't leven, dat voor hem al moeilijker
wordt Maar ze blyven zichzelf in al hun reacties.
Die gave, trouwe teekening maakt dit boek tot
een sterk boek, waarvan stalende invloed op de
lezers zal uitgaan.
De schrijver bedient zich af en toe van een
realisme, dat noodig maakt zijn boek alleen voor
volwassenen aan te bevelen. Die gewaagde
tafereeltjes waren hier zeker niet noodig; ze
konden zonder bezwaar gemist worden. Liet de
auteur zich wellicht te veel leiden door de zucht
de „spanning" er in te houden Naar ons gevoe
len was dat heelemaal niet noodig.
Wie dit boek gelezen heeft zal de herinnering
bewaren aan een prachtig toegewijd leven, dat
vruchteloos scheen, maar 't toch lang niet was.
Welk een diepen weg moest dominee Weynandts
gaan. Tegengewerkt en belasterd vertrok hij als
een gebroken man naar Lisette om in 't hoogge
bergte genezing te zoeken. Welk een strijd heeft
de arme man daar doorgemaakt; inderdaad werd
hij gezift als de tarwe. Door verontrustende be
richten van thuis vertrekt hij plotseling weer naar
Hoornaer, waar hij kort daarna overlijdt. Op
tweeden Kerstdag wordt hij begraven en heel 't
dorp staat ontroerd en zichzelf beschuldigend
om zijn graf. En dominee Prinsen spreekt uit wat
in ieders hart leeft: „Wat 'n ommekeer heeft,
méér nog dan zijn bescheiden woord, de wijze
van zijn leven in veler denken gebracht. Zijn
leven, dat blijkbaar sterven moest als het tarwe-
graan, zou het veel vrucht voortbrengen. Die
vrucht speurt reeds nu menigeen in het eigen
hart. De jonge menschen hadden hem aanstonds
lief. Zij leefden op De ouderen heeft hij door
zyn dood gewonnen. Niet voor zich zelf. Maar
voor Hem, Dien hij gepredikt heeft ook in zijn
nooit verwijtend zwijgen."
Eén is er geweest, die zijn dominee begreep en
ondanks alles trouw bleef. Ouderling Willemse.
Een pracht-figuur, zooals er gelukkig in onze ste
den en dorpen vaak nog te vinden zijn. Bij hem
gaat Bertelds biechten na de begrafenis. En dan
zegt de zieke man tot dezen dominee, wien hij
vaak harde waarheden vlak in z'n gezicht zei
„Vergete we maar niet, dat de Heere Jezus het
Petrus ook zei I k heb voor jou gebeeje. Dat is
het: óók niet dominie Weynandts, hoe 'n lief kind
van God die ook was. Maar de Heiland Die
bidt voor jou en mijn
Gods liefste kinderen worden door Satan vaak
hevig geschud maar ze blyven in de zeef,
die bewaakt wordt door een liefdevollen Heiland.
Ja, die waarheid wordt ons door dit boek wel heel
nabij gebracht. En hebben, vooral in dezen tijd,
hónderden daaraan geen behoefte J. S.
JAN ROMEIN en ANNIE ROMEIN: ERF
LATERS VAN ONZE BESCHAVING.
Deel IV Uitgave N.V. Em. Querido's Uit-
geversmij., Amsterdam
MET dit vierde deel heeft het echtpaar
Romein de reeks van zes en dertig gestalten
uit zes eeuwen in geschreven portretten voltooid.
Reeds drie deelen mocht ik met waardeering bij
de lezers inleiden en thans wil ik iets zeggen over
deze tien figuren uit de 19e en 20ste eeuw. Het
Is my inmiddels uit verschillende gesprekken ge
bleken dat ook in onzen kring deze boeken zeer
de aandacht trekken en met belangstelling gele
zen worden. Dit feit is op zichzelf verheugend,
maar maakt het aan de andere kant te noodiger
om principieel onze houding tegenover dit werk
te bepaler
Een prealabele kwestie verdient daarom hier naar
myn meening eerst aan de orde te komen voor
lk iets zeg over dit deel zelf. In zijn opstel over
Schaepman zegt Romein o.a. dit: „Men herkent
iemand het gemakkelijkst in wat hij bewondert".
Dit zinnetje heeft mij gedurende het lezen van
dit boek niet meer losgelaten, omdat menige blad
zijde een illustratie is van die uitspraak. Ik heb
hierbij het oog op de keus der tien erflaters in
dit deel. Veel meer dan in de vorige deelen geldt
voor my hier het woord, dat we de erfenis der
gekozenen slechts wenschen te aanvaarden onder
benificie van boedelbeschrijving. Een erfenis toch
hy moge stoffelijk of geestelijk zijn aan
vaardt men niet, of men moet er van overtuigd
zyn, dat men er niet minder door wordt. Huet,
Multatuli, Domela Nieuwenhuis, Vincent van
Gogh en Gorter om slechts deze te noemen
kfcn ik als overtuigd en belijdend Christen in geen
enkel opzicht als erflater aanvaarden, omdat ze
voor mij de verachters en vertreders zyn van
waarden, die alle aardsche schatten ver overtref
fen, waarden die de eeuwigheid verduren zullen
en van wier aanvaarding of verwerping het
eeuwig wel of wee van een menschenziel afhan
kelijk is. Door de verachting van het Christen
dom kunnen ze voor mij nooit Erflaters
onzer beschaving zyn, omdat ik het
zoowel de roeping van mezelf als die van ieder
ander Christen acht, om zooveel mogelijk alles
wat door hen is ontwricht en uit de voegen ge
licht, te brengen in het spoor van Gods ordinan-
De Christen kan dus dezen niet als erflater aan
vaarden. Maar daar komt bij, dat ook op andere
gronden de keus dezer lieden mij niet bij uitstek
gelukkig schijnt. Typeerend bijv. vind ik het, dat
in het oorspronkelijk prospectus Troelstra als
erflater was aangekondigd, maar dat deze heeft
moeten wijken voor Domela Nieuwenhuis. Toen
ik dat ontdekte, dacht ik weer aan boven geciteer
de uitspraak. Stellig bewonderen de Romeins de
idealist Nieuwenhuis meer dan de handige tacti
cus Troelstra. maar ziende op het resultaat van
hun werk als Nederlander gesproken nu en niet
als Christen gewaardeerd zullen we toch eer
Troelstra dan Nieuwenhuis een erflater achten.
Hetzelfde valt op te merken, wanneer we bijv.
Gorter vergelijken met Albert Verwey. Ook bij
deze vergelijking valt onze keus stellig op de
laatste. Van Gogh en Breitner Bij de beant
woording dezer vraag laat ik Mevr. Romein even
zelf aan het woord „Naarmate deze reeks van
historische portretten de eigen tijd nadert, moet
de keuze der erflaters noodzakelijkerwijs sub
jectiever worden en (moeten, K.) de auteurs zich
meer tot verantwoording van die keuze geneigd
voelen. Neemt Van Gogh in deze reeks zyn plaats
in als onmiskenbaar de grootste en veelzydigste
schilder der 19e eeuw, zooals Rembrandt dat
zelfs zonder miskenning van Hals voor de 17e
eeuw kon doen Men zou niet zonder recht voor
Breitner, Thijs Maris of met name als ver
tegenwoordiger der 19e eeuw voor Jozef Is
raels kunnen pleiten." De lezer ziet, de auteurs
hebben wel degelijk de moeilijkheid der keus ge
voeld, maar toch bewust gekozen voor de onbe-
grepenen, tot drie of vier maal toe. Hoeveel be
koring er in schuilen moge onbegrepenen tot stu
dieobject te kiezen en met hoeveel smaak en
kennis de schrijvers zich gekweten hebben van de
zichzelf gestelde taak, dat neemt niet weg, dat
zij ons er niet van hebben kunnen overtuigen,
dat we hier met erflaters te doen hebben.
Hoe ongaarne ik het ook deed ik achtte het
noodig hier eerst over de keus onomwonden mijn
oordeel uit te spreken. Over de behandeling der
personen zelf gaat het gemakkelijker te spreken.
Als steeds zijn de opstellen weer gedegen, pittig,
interessant en origineel. Natuurlijk is de een wel
wat aantrekkelijker voor den lezer dan de ander,
maar daar spreekt de persoonlijke belangstelling
voor een bepaalde figuur ook een krachtig woord
mee. Het minst bevredigde mij de behandeling
van Huet, die er naar mijn overtuiging veel en
veel te gunstig afkomt. Hoemeer ik deze man en
hoe meer ik de bijzonderheden van zijn leven ga
kennen, hoe lager ik hem ga aanslaan als mensch
en als karakter. Ik zie hem als een buitengewoon
handig en geslepen maar even laf en karakter
loos iemand en daarom is hij voor mij geen erf
later. Trouwens, ook anderen oordeelen zoo
Huet als criticus wordt lang niet algemeen de lof
toegekend, die mevrouw Romein hem hier toe
zwaait. In gedegenheid en voornaamheid stel ik
Potgieter en Pierson nog altijd boven Huet, al
overtrof hij beide in sappigheid en gewiekstheid.
Behalve de reeds door mij genoemde personen
komen hier aan de orde Thorbecke, Politicus
zonder Phrase; Donders, Specialist tegen wil en
dank; Kuyper, De klokkenist der kleine Luyden;
Schaepman, 's Pausen Zwitser; Berlage, Bouw
meester der Beurs.
Het best uit deze heele bundel is naar mijn mee
ning het opstel óver Kuyper. Ik heb na de lezing
eenigen tijd gewacht alvorens ik dit oordeel neer
schreef om de doodeenvoudige reden, dat ik mijn
eigen oordeel niet vertrouwde. Ik beschuldigde
mezelf van vooringenomenheid en wilde nog eens
toetsen en nog eens vergelijken. Tot mijn vreugd
blijkt mij, dat ook elders het opstel over Kuyper
Eter geroemd werd of althans zeer opmerkelijk
HET GELOOF
Zie het geloof door steen en staal,
ft Gods macht te grijpen weet,
n En God zoo het geloof ook faal' ft
J Zijn kind toch niet vergeet.
't Geloof ervaart wel duizendmaal
In rampspoed en in leed,
Dat God hoe diep het leven daal'
Terecht een Helper heet.
't Geloof spreekt altyd ééne taal
Het roemt al toot God deed,
Omdat het in de zwakste straal.
Zijn liefde oneindig weet
fi Gods liefde is zonder perk of paal,
5 Zijn arm met macht bekleed;
6 Door muren, hard van steen en staal,
'fi Vindt men zijn God gereed J
gevonden. Nam niet de Kern een uitvoerig uit
treksel op in zijn nummer van November Deze
dingen gaven me weer een klein beetje vertrou
wen in mijn eigen objectiviteit en nu schreef ik
bovenstaande appreciatie met vertrouwen neeT.
Welk een verschil is er bijv. tusschen het opstel
over Kuyper en dat over Schaepman Het eerste
is vol gloed, het tweede ziet er uit als een stuk
grauwe plichtsvervulling. Romein wordt pas warm
voor zyn menschen, wanneer ze, zooals hy zelf
van Kuyper zegt, het onmogelijke willen. Dan
worden ze hem lief. Het is dezelfde reden, waar
om hy naar mijn meening Troelstra heeft ver-
worpen en Nieuwenhuis verkoren. Bij alle groot
heid en belangrijkheid mist Schaepman de genia
liteit; hij is te nuchter en laat zich te weinig
gaan om Romein te verrukken.
Van het opstel over Kuyper hier een uitvoerig
overzicht te geven lijkt mij overbodig. Ik schreef
er reeds over in het Calvinistisch Weekblad van
27 December, bovendien gaf de Heraut van dien
zelfden datum een uitgebreid en zeer waardee-
rend overzicht van Prof. H. H. K. Ieder lezer
van deze beoordeeling zal het trouwens zelf in zijn
geheel moeten en willen lezen. Het 's ook afzon
derlijk in het tijdschrift de Stem uitgekomen. Er
bestaat dus gelegenheid genoeg er meer van te
weten te komen.
Aan het slot van deze aankondiging deelen we
nog mee, dat een beknopte litteratuurlijst, strek
kende over de vier deelen, aan het einde van dit
vierde deel is opgenomen, die de belangstellende
lezer nadere inlichtingen voor verdere studie
biedt
Wij wenschen de schrijvers geluk met de voltooi
ing van hun werk en we vertrouwen dat het ge
heel spoedig een herdruk zal beleven; het tweede
en derde deel worden reeds herdrukt. Het zal wel
te veel gevraagd zijn dan in het vierde deel een
meer bevrediging schenkende keus te geven,
maar wel willen we er nog even op attendeeren,
dat niet Melchior Treub (pag. 295), maar M. W. F.
Treub wethouder van Amsterdam was, als ook dat
de Lofzang van Simeon (pag. 232) geen oud
maar nieuw-testamentische uiting is.
Dr. J. KARSEMEIJER.
Rectificatie
In ons artikel over de Nederlandsche Psalm
berijmingen (zie Zondagsblad d.d. 18 Jan.), zijn
enkele storende drukfouten geslopen.
Zoo moet de laatste regel van den daarin afge-
drukten Psalm 78 33 naar de berijming van
Datheen aldus worden gelezen
,,'t Welck hen een eeuwige schand is en
smaedt."
De tweede regel van het afgedrukte gedeelte uit
Psalm 78 2 moet luiden
„Dat ze de kinderen ook wisten alvoren,"
Verder is een jaartal foutief afgedrukt, n.l. voor
de Staatsberijming (op dezelfde pagina) 1573,
wat moet zijn 1 7 7 3.
Tenslotte moet tusschen de woorden „blijkbaar"
en „tevreden" (17den regel van boven op pag. 21)
het woord „lieve r" worden ingelascht, zoodat de
zin luidt: „en we ons blijkbaar liever tevreden
stellen met een ongeveer voor de helft bruikba-
ren en dan nog gebrekkigen Psalmbundel, dan
gretig te grijpen naar 'n superieur Psalmboek als
bet Psalter 1936 inderdaad is", enz.
W. P. V,
50
Jon had zij zeer goed geleera en hoe kwam haar
dat Ie pas Opvallend was haar volkomen rust
Nimmer heeft iemand haar nerveus of prikkelbaar
gezien, noch in huis, temidden van haar kinderen,
noch daar buiten op al haar vergaderingen of ba
za ra, en dat in deze zoo boog bewogen tijden
Dit is wel voor een groot deel toe te schrijven
aan haar goede gezondheid (gedurende haar g<?-
heele huwelijk is zij nooit ziek geweest vóór een
paar dagen voor haar overlijden maar de oor
zaak was boven alles haar vast geloof en daar.
inent' samenhangende haar vroolijkheid en haar
moederlijkheid, die haar in staat stelden ook voor
andere kinderen, dan de hare goed te zorgen.
En we willen dan nog iets dieper graven, dón is
liet geheim van haar leven de tekst uit 1 Joh. 4
vers 19, door een van haar zoons, als de dbor
baar meest geliefde woorden uit den Bijbel bij de
begrafenis, voorgelezen „Wij hebben Hem lief,
omdat Hij ons eerst heeft liefgehad".
Dit is de beschaving, zooals deze vrouwen die uit
de 19de eeuw tot ons hebben overgebracht, op de
wijze zooals vrouwen dit alleen kunnen doen.
Smakelijke groente, voor de
variatie eens met oude of
belegen kaas inplaats van boter
Geraapte oude kan»; 'l meeat economisch
gebruik van one ranteoen.
Hoewel kaas onder de distributie valt, kunnen
jwe er toch zoo nu en dan bij den wannen maal
tijd wel eene wat van gebruiken.
Een beetje geraapte oude kaas geeft aan veel
groeiden een lekkeren, pittigen smaak en be
zorgt de zoó gewenschle afwisseling.
Vooral koolraap, witlof, knolselderij en Savoye
kool kunnen hun voordeel doen met deze toe
voeging.
Wie graag sausjes bij de groente heeft, kan
hierin uitstekend een beetje Qude kaas oplossen.
Toevoeging van een klordje boter kan in dit
geval desnoods achterwege blijven.
Zoo'n groentesausje kunnen we op verschillende
manieren bereiden, afhankelijk van de soort
kaas, die we gebruiken zullen.
We nemen ditmaal eens oude kaas; we hebben
dun bet voordeel van een pittigen smaak
benevens dat van een hoogere voedingswaarde
(oude kaas heeft naar verhouding 10 pincent
méér voedingswaarde dan jonge: het komt dus
neer óp 10 procent méér voedingswaarde op
dezelfde bon).
Hel recept laten wij hieronder volgen, in combina
tie met witlof.
WITLOF MET PITTIGE KAASSAUS (voor
4 personen).
IY2 k.g. witlof, t/2 ons kaas, ifa liter kook
nat van witlof met melk, 5 afgestreken
eetlepels bloem of 2y2 afgestreken eet
lepels aardappelmeel, Vfc eetlepel zout.
Verwijder van het witlof de leelijke blaadjes en
het binnenste massieve gedeelte aan de onder
einden. Snijd het witlof in vingerbreede stukken,
wasch het en laat het daarna in een vergiet
goed uitlekken. Kook het witlof in 25 minuten
gaar, onder toevoeging van wat zout, rnaar zón
der water. Laat het daarna op een vergiet uit
lekken, maar vang het uitlekkende vocht op.
Gebruik liter vocht, eventueel aangevuld met
melk, voor de bereiding van de saus.
SAUS VAN OUDE OF BELEGEN KAAS.
V2 ons oude of belegen kans, y2 liter
kooknat met melk, 2y2 afgestreken eet
lepel aardappelmeel.
Meng het aardappelmeel aan met een scheutje
melk en giet het in het kokende groen te nat. Voeg
de geraspte kans bij de saus en laat ze er in
smelten.
Laat de uitgelekte groente in de saus weer even
aan de kook komen en dien ze dan metsen op.
(Nie1 nastoven, want dan wordt de Saus weer
dunner, terwijl bovendien het vilaminegehalte
noodeloos wordt verminderd).
IETS OVER DE VOEDINGSWAARDE VAN
ONZE CONS U MPTIEMELK
Ook met het huidige vetgehalte: het meest
veelzijdige en hoogwaardige voedingsr
middel.
„Onlroomdc" melk en „ondermelk" waren bij de
huisvrouw nimmer het meest in trek. Het is daar
om goed stil te stnan bij de vraag hoe staat het
met de voediivg.waarde van de thans gestandaar
diseerde mejk 7
Vooreerst moet het ieder duidelijk zijn, dat ,.ge_
standaard! see rd" geenszins beteekent volledig
„ontroomd" of .ginder-" „magere-" of „lapte-
molk". lederean weet wel, dat melk een verschil
lend vetgehalte kan hebben. Het gemiddelde ge
halte ligt van pature boven de 3 procent. De over
heid heeft thans bepaald, dat melk „gestandaar
diseerd" moet zijn op een vetgehalte van 2
Dut wil zeggen, dat het vetgehalte van alle melk,
welke voor de consumptie wordt aangeboden, is
voor de kaas bijv. 40 pius, zoB ia cr ou» nu ecu
standaard voor melk, n,l. 2%*/v vet
De voedingswaarde van de melk wordt voorna
melijk bepaald door haar gehalte aan vet, eiwit,
melksuiker, aan mineralen en vitaminen.
Het vet levert ongeveer evenveel verbrand ings-
waarde als het eiwit en de melksuiker tezamen.
Volledig ontroomde melk heeft dus ongeveer de
helft van de verbrandingsw aarde van volle rnelk.
Wordt het melkvet slechts ten deele onttrokken,
zooals bij de thans gestandaardiseerde consump
tie-melk het geval is, n.l. tot op 2,/4*/». dan is de
verbrandingswaarde dus ongeveer zeven achtste
van die van volle melk.
De eiwitwaarde ervan is echter gelijk gebleven.
In onze behoefte aan een dierlijk eiwit kan dus
even goed door afgeroomde melk als door volle
melk worden voorzien.
Wat de vita-mioenwaarde betreft, die wij aan onze
voedingsmiddelen kunnen aanleggen bij voltal
lige onlrooming verliest de melk mèt het vet de
in vet oplosbare vitaminen, -waarvan de vitami
nen A. en D. de belangrijiksU »i»n. Al het andere
blijft in de taptemelk, dus ook hel zoo belang
rijke eiwit, de kalk, de phosphor en de in water
oploobare vitaminen, n.l. die van de B.-groep en
ht vitamine C.
De gedachte dat ondermelk in de meeste geval
len van geringe voedingswaarde zal zijn, mag
men dus wel dadelijk -onderdrukken.
De behoeft* aan kalk bij kinderen ie reeds zoo
groot, dat de voeding met eenige of geen melk
voor ben in djt opzicht vrijwel steeds een tekort
oplevert. Afgeroomde melk kan in o'ese behoefte
even goed voorzien als volle melk. Ook uit dezen
hoofde blijft melk. ook al is zij oulroomd, nood
zakelijk.
De voorxienijig met vitamine B 1, is in ons land
in het algemeen niet ruim.
Melk kan hierin een zeer gewaardeerde aan
vulling geven. De gestandaardiseerde melk is,
wat vitamine B-waarde betreft niet minder dan
melk, waaraan geen vetdeelen zijn onttrokken.
De gedachte, dat de melk thans toch minder goed
is nan voorheen en dat het melkgebruik zonder
bezwaar sterk zou kunnen worden verminderd,
is dus geheel misplaatst. Evenzeer is de be
wering onjuist, dat melk nu een minder belang
rijk voedingsmiddel zou zijn geworden. Juist is,
nat thans alleen het gehalte aan vet van de con-
sutnpLiemelk eenigszins verlaagd werd van meer
dan drie op twee en een half procent. Dit vet
gehalte is uit voedingsoogpunt evenwel nog zéér
belangrijk. Het gehalte van de andere voedings
stoffen is tenminste gelijk gebleven. Alle voe
dingsstoffen van de melk zijn ous ook thans in
dei gjeslandaaixHeeerde melk aanwezig in een
goede hoeveelheid. -
Melk is nog steeds een veelzijdig en hoogwaardig
voedingsmiddel, dat in voedende samenstelling
door geen ander voedingsmiddel wort overtrof
fen. Bijzondere aandacht kan aan dit feit ge
schonken worden door de moeders, die zich over
de voeding harer kinderen noodeloos ongerust
hebben gemaakt. Niet alleen als drank bij den
broodmaaltijd, evenzeer als bestanddeel van
pappen, soepen en stamppotten, verdient de ge
standaardiseerde melk onder de huidige omstan
digheden door de huisvrouwen te worden ge
waardeerd, De gez'l «voeding wint er door aan
veelzijdigheid' en aan volledigheid.
Wat kinderen zeggen
Een lezeres uit Alphen aan den Rijn vertelt ons
„Met belangstelling lezen ook wij de leuke ru
briek in Uw Zondagsblad „Wat kinderen zeggen".
Mag ik als tante ook een bijdrage leveren over
„ons kind" Ons kind is het oudste dochtertje
ze hebben twee dochters, de kleinste ie nog
een baby van mijn broer en schoonzuster. Het
is een meisje van net drie jaar, de speelpop van
(ie familie, die van haar leuke gezegden syiult
natuurlijk.
Ze heet Julia. Enkele maanden geleden er
was toen juist een bruiloft in 't zicht las mijn
broer uit den Bijbel het vervo'.ghoofdstuk, dat
ditmaal ging over den bruiloft te Kuna. Hij begon
En er was een bruiloft te Kana, waarop Julia
hem onderbrak Zoo, ga je ook tlouwen, pappa
(Ze kan de r niet zeggen).
Kort geleden het was koud' was £r buiten
geweest en toen kwam ze de kamer binnen met
klapperende tandjes van kou. Ze riep O Moes,
kijk es. m'n kin hobbelt zoo
Hij Oma komt ze wel eens een dagje. Dat is voor
bei (fff partijen een heel feest. Toen ze er weer
eens was. stond ze met een arm vol speelgoed
voor een dichte deur. Omoe, vroeg ze, doe es even
de deur open. Oma deed het, waarop haar klein
dochter haar dankbaarheid betuigde met ó'e woor
den Beste meid, hoor Omoe
Toen we eens een spelletje deden met z'n allen,
een knikkerspel, zat Julia bij een van de OonrTs
en gaf elke keer ondeugend een duwtje tegen de
knikkerbak, totdat Oom boos uitviel Houd toch
op, meid Blijf er af met je vingers Waarop
Julia repliceerde Doe niet zoo kattig, jo
Aan Sinterklaas gelooft ze niet. Het was in de
week voor Sinterklaas, dat Pappa zei, voordat
ze naar bed ging. Nu moet Julia eerst haar
versje zingen bij den schoorsteen, dan zet je je
schoentje bij den schoorsteen, gaat inet Moes
even de kamer uit, en als je terugkomt zal do
Sjm wijl wul in je schoentje gestopt hebben.
ging toen met Moeder de kamer uk. Maar even
later kwam ze weer terug, en met haar kopje
om 't hoekje van de kamerdeur riep ze Je moet
echt wat in mijn schoentje doen. hoor Pappa 1
Het volgende is van een Rotterdainsche lezeres
„Dat de Nederlandsche taal dikwijls een „op
lawaai" ontvangt van onze kleuters is bekend,
maar toch blijft het altijd grappig er naar to
luisteren. Janny, onze 3-jarige b.v., bedankt er
voor de letter g te zeggen. Ze heeft het steeds ove/
den „sroentenboer", of als er sneeuw ligt gaat ze
,.slijen" en zingt bijtijden in een feestelijke stem
ming Lang zal hij leven in de „sloria"
Ook als kinderen hun gedachten uiten is dat
soms het vermelden waard. Bijv., Sjaantje had
een broertje gekregen en later begon zij daar nog
een6 over. Ze zei tegen haar moeder: Toen Jan
ny geboren werd was u ziek en toen broertje ge
boren werd was u weer ziek. Hoe komt dat toch?
Och meisje, zei ik. oat komt, omdat de ooievaao
moeder telkens pikt.
Zoo, zei Sjaantje, maar waarom pikt hij de zuster
dan nooit 1f
Tot besluit nog iets. Mama doet broertje een
schoone broek aan en Sjaantje staat er vol aan.
dacht naar te kijken. Moeder neemt de poederhus
en strooit me.t gulle hand poeder op broertjes
„bibs", waarop Sjaantje langs haar neus weg
zegt: Zoo, nu nog een beetje suiker d'r op...."
Dit is van een lezer uit Haxerswoune
,,'s Avonds, voordat we de lamp opsteken, doen
we schermen voor de ramen om uitstraling va»,
licht Ie voorkomen. Nu zegl onze Willie 4 jaar
oud Pa, waarom moeten de schermen telkens
voor de ramen Dat komt, orndat het nog oorlog
is, hè Pa Als de oorlog afgeloopen is, hoeven ze
er niet meer voor. hè 7 Dan zeilen we de scher
men op zoloeii totdat het weer oorlog is, hè Pa 7
Ik antwoord haar: Het is te hopen, dat wij ze
dan nooit meer noodig hebben, lieve kind
Stoom-, Wasch- en Strijkinrichting
B. Spierenburg Utrecht
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen des tijds ingericht
Wascht uitsluitend met norton water
VRAAGT TARIEVEN
Utrecht
De Beste
VAN LIMBURG STIRUM SCHOOL
Eusebiusbuitenslngel ARNHEM
CHR. MEISJESSCHOOL
(met Internaat). Opgericht Mei 1913
Vijfjarige Cursus aansluitend aan de
Lagere School. Opleiding naar aard en
aanleg in velerlei richting en voor onder
scheiden werkkring. Eigen erkend diplo
ma. Prospectus en Inlichtingen te ver
krijgen bij de Diiectrice:
Mej. C M. ARNTZRN.
DAMES EN MEISJES MAAKT NU ZELF
UW KLEEDING
Cendt bon en 25 cent aan postzegels btf
roorkeur van 3 cent en U ontvangt een
nooi boek met ruim 100 maten en modellen
tn tevens een gratis apparaat om U te laten
lien hoe gemakkelijk onze methode is om
THUIS alle kleeding te leeren maken en
vermaken.
INSTITUUT
E. N. S. A. I. D.
Tolsteegsingel 54 - Utrecht
55