EMMAHUIS"
SATERDAG 8 FEBRUARI 1941
PAG. 7
Natuurschoon op de Westelijke Veiuwe Binnenlandsch Nieuws
Regeling tusschen Putten en
Garderen
In het Streekplanrapport voor de Veiuwe
hit een interessante kaart voor, namelijk een
lart, waarop alle terreinen zijn aangegeven,
e tot de „min of meer beschermde natuur-
loongebieden" behooren. Daartoe behooren
Domeingronden van het Staatsboschbeheer
n Natuurmonumenten, de stichting Dp
joge Veiuwe en Het Geldersch Landschap,
üitaire oefeningsterreinen, gemeentegron-
in, beijcschte gemeentegronden onder beheer
|n het Staatsboschbeheer, en tenslotte de
fendorrmen van particulieren, welke onder
1 Natuirschoonwet 1928 vallen.
505n totaal vormen al deze gebieden een op-
i fcvlakU van ruim 57000 H.A., zoodat het
et te verwonderen valt, dat de kaart voor
ke3 midd«n-Veluwe en de Noordelijke Veiuwe
sbeiast geen wit vertoont; niet zonder reden kan
van Veluve als een nationaal park worden be-
®™jlouwdj een enorm en schoon recreatie- en
ituurgeaied van bosschen, heiden en stuif-
mef den. Jan Arnhem tot Wezep en van Apel-
tct Harderwijk kan men over de bo-
ingenotmde terreinen trekken zonder een-
nthSal onleschermd gebied te betreden (afge-
M»ten legerplaatsen en jachtterreinen buiten
gelaten).
veilig zijn al deze duizenden hec-
Aren dis niet, zooals met de natuurmonu-
Bnten eer particuliere vereenigingen en van
Staa het geval is. Doch wat komt het er
W. aan, vanneer in andere terreinen het bosch
vordt uitgeoefend, of dat zij voor de
*tht,-w»rdt gereserveerd, of dienen voor
ilitair gebruik? Hoofdzaak is, dat zij als na-
=airruime veilig zijn, dat zij de wijde verge-
thten ei de ongestoorde zwerftochten door
tsschen en over heiden mogelijk maken, dat
t grooti wild er bescherming vindt.
7aDe boschen zijn andere, dan er in vroeger
■•uwen ^jn geweest, hetgeen lang niet be-
iperfkent, cat er van verlies gesproken kan
^^rden, til van heiden zijn kleiner geworden.
'voor dm landbouw geschikte gronden zijn
tjjgjrk uit^breid, doch nog altijd leeft daar
kaait oude landschap voort, het verleden
reekt mg op vele plaatsen tot on^, de
eurkwaariigheden van den bodem, zooals de
of osar, de diepe trechter -
io-rmige kuilen welke vermoedelijk ook van
fg^cialen corsprong zijn, vennetjes en veent-
sii, enkele beken, zij zijn nog altijd aanwe
tal vai grafheuvels liggen er nog in bos
sen verbreid, welke nog nimmer geëxplo
r prd zijn. En met vreugde aanschouwen wij
g de sckilderachtige kleine nederzettingen,
umgd door haar met eeuwenoude knoestige
ïenstamnen bezette hooge wallen, haai
or bosschen ingesloten eng of enk, welke
as nog met zeldzame boschfragmenten is
iet.
Anderzijds is daar de ergerlijke-prozaische
bouwing in en rondom oude dorpen, zoo-
Garde.-en, Elspeet en Vierhouten, welke
een wlnterschen tocht veel meer opvalt
n in den zomer. De zomersche natuur ver-
!ht zoo veel. Voorts verbaast men zich ovei
aanwezigheid van een breeden autoweg
ir de Ermelosche Heide, welke de rust van
landschap tusschen de Sprielder en Speul-
Bosschen in het zuiden en die van Leu-
ïum in het noorden geheel verstoort. Tol
verontrustende bebouwingen behooren ook
ir en daar de verspreid neergezette zomer-
Isjes, ofschoon gelukkig nog niet, nog lang
st, van een algemeene plaag kan worden ge-
■oken.
3ezien wij dus de metamorphose van de
luwe in het groot, dan is er geen dringen-
reden om alarmeerende klanken te later.
Dren, wat intusschen niet beteekent, dat de
:dere ontwikkeling geen nieuwe maatrege-
i noodzakelijk zal maken. De in het streek-
inrapport bedoelde gemeentegronden blij-
n nog wel eens tot de „min" beschermde
tuurschoon gebieden te behooren. Goede
jzen vormen een gemakkelijke aanleiding
ar verkoop. Dat geldt ook voor particuliere
rittingen, die op tal van plaatsen door de
h of meer beschermde complexen heen lig-
n. De Veiuwe zal hoe langer hoe meer in
k komen, van Holland uit wordt hel ge
■d over de nieuwe autowegen steeds vlug-
r bereikbaar. Op tal van plaatsen is de
ïedzame penetratie in vollen gang, zoodat
ordening van boven af, dus door de bo-
ngemeentelijke overheid, noodzakelijk
Tdt. Met de provinciale verordening tol
tuurbescherming valt reeds een en ander te
reiken De Veiuwe moet worden bezien als
.1 geheel, als een landschappelijk monu-
Jnt, dat zijn karakter in lengte van dagen
iet behouden, en daarom moet alles worden
claan om de ruimten tegen bebouwingen te
schermen.
Wat nu op de Westelijke Veiuwe door de
rgzaamheid van particuliere landgoedbezit-
•s tot stand is gekomen, verdient zeker de
ndacht. Het nieuwe cultuurlandschap, zoo-
l zich dat langs de Westelijke Veiuwe steeds
eer uitbreidt het eene keuterboerderijtje
rschijnt er na de andere, dank zij de kunst-
est en de kippenteelt (thans is er natuur-
k vertraging) zal zich ongetwijfeld
ieds verder over het oude landschap uit-
eiden, en dat zeker daar, waar de vrucht-
arste gronden liggen.
Zoo drong het ook op van Voorthuizen-
ïtten in de lichting tan Garderen. Noord
Estelijk van Garderen liggen de oude maal
hapbosschen van Speulde en Spriel, die tol
it bezit van het Staatsboschbeheer behoo
rt. Het zijn vooral deze bosschen, welke ons
(Teekenlng Rotterdammer)
nog een beeld geven van het oud-Veluwsche
bosch, historisch en heemkundig dus van bij
zondere beteekenis. Ten Zuidwesten hiervan
ligt het bekende Schovenhorst van de familie
Oudemans, nieuwe cultuurbosschen, met wei.
ker aanleg wijlen mr. J. Schober een aan
vang maakte. Bekend is het Pinetum op dit
landgoed. Ten Westen van Garderen bevond
zich nu een landschap van gemengd karaktci
bouwland en bosch, met nog enkele heidevel
den. Ook liggen hier nog particuliere bezit
tingen, verder naar het Zuiden begint het
Staatsboschbeheer opnieuw, de staatsbezit-
tingen gaan verder door naar Kootwijk.
Grindhorst en Veluwhul liggen aan den weg
van Putten naar Garderen, gedeeltelijk oude
larïJbouwgronden, die dr. Th. C. Oudemans
opnieuw laat bebosschen naar moderne plan-
tensociologische inzichten. Bezittingen van
de familie Nachenius sluiten er bij aan, tevens
sluiten zij bij het complex Boeschoten van
den Staat aan.
Het streven van dr. Oudemans is er nu op
gericht geweest, zijn eigen bezit zoodanig uit
te breiden, door aankoop van ettelijke per-
ceelen, dat een zone natuurschoon intact
blijft, welke de beide terreinen van den Staat
(de Speulder Bosschen aan den noordkant en
Boeschoten aan den zuidkant) met elkaar ver
bindt. De familie Nachenius verklaarde zich
voorts bereid met Het Geldersche Landschap
een accoord aan te gaan, waarbij bij even-
tueelen verkoop van de haar toebehoorende
gronden aan de stichting het recht van eer
sten koop wordt verleend.
Men kan er van verzekerd zijn, dat de zone
natuurschoon ten westen van Garderen voor
altijd intact zal blijven, zomerhuizen moeten
zich met ruimte elders tevreden stellen, ter
wijl aan de Wëstzijde van deze zone, waar-
zich overigens ook nog ander bosch bevindt,
de penetratie van boerderijtjes een natuur
lijk einde vindt. Zoo blijft een geweldig aan
eengesloten gebied van natuurschoon in stand.
Deze regeling werd door particulieren ge
troffen. Zoodanige ordening is op meer plaat
sen noodig. Het ware te wenschen, dat tus
schen meer particulieren aan de eene zijde
en overheidsorganen of natuurbeschermings
organisaties aan den anderen kant dergelijke
overeenkomsten konden worden aangegaan
om versnippering van het natuurschoon te
voorkomen. Dan behield de Veiuwe haar
groote waarde als nationaal park ook in de
verre toekomst.
Wetenschappen
Het karakter van de plattelands
samenleving
Voordracht van dr. P. W. J. v. d. Berg
te Groningen
Voor de Vereeniging voor Paedagogisch
Onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Gro
ningen heeft de heer dr. P. W. J. v. d. Berg,
predikant bij de Ned. Herv. Kerk te Nije-
veen gisteravond een voordracht gehouden
over: Het karakter der plattelandssamen
leving.
Het onderscheid tusschen stad en dorp
hangt, naar sprekers meening,- af van de
overheerschende bezigheid van de inwoners.
Is het hoofdkarakter daarvan agrarisch of
vormt de bevolking een gesloten groep in
een bepaald bedrijf, zooals Scheveningen en
Zandvoort, dan kan men van een dorp
spreken. Niet het aantal inwoners of ver
spreide bewoning bepaalt het verschil tus
schen stad en dorp, maar een complex van
kenmerken. Het verschil ligt in de bezig
heid der bewoners. Daardoor is de plaatse
lijke samenleving anders en zij zal dat blij
ven bij alle assimilatie.
Waar de agrarische sfeer heerscht, blijft net
plattelandskarakter. Zoo in Twente. Brabant en
Limburg, waar industrie en mijnbouw is. ten
hoek grond hebben ze allen nog. Ook de oude
dorpsambachtslieden, meester en dominé waren
mee boer. Deze samenleving is een organisa
tie 't.o. de stadsche organisatie. Bedrijf en hui
selijk leven vallen samen; de woning is ook
bedrijfsruimte. De stadsche moeder en kinde
ren weten niets van het werk van den vader.
De dorpsgemeenschap is sociaal veel min
der verschillend dan de stad. Er is meer ge
lijkheid van bedrijf, belang en levenspeil. In
de stad is de sociale pyramide steiler en hoo-
ger. De tegenstelling boer-arbeider is niet blij
vend of intrinsiek. Ook de arbeider kent het
heele bedrijf. Hij kan bij voldoende kapitaal
boer of zetboer worden.
De samenleving op het platteland is een
levende eenheid, die alle levensgebieden om
vat, ook godsdienstig.
Uitwendig heeft de groep een bepaalde be
grenzing, als buurt, dorp of streek. Deze is
niet altijd dezelfde als van de officieele bur
gerlijke gemeente. Eerder is de kerkelijke in
deeling beslissend. De grenzen der buurt zijn
vaak oude wegen, waterloopen, kanalen, drif
ten, grenzen van vroegere marken, grietenijen
en kerspelen.
Binnen de gemeenschap heerscht strenge ge
bondenheid. De vrijheid van het buitenleven is
illusie van den stadsmensch, deze geldt voor
hen, die er niet bijhoort. Maar de ongeschre
ven wet der zede geldt voor de leden der
groep. Zij is gegroeid, wordt ook met dwang
gehandhaafd en algemeen gehoorzaamd als
iets, dat behoort.
De zede bevat vele survivals van vroegere
rechtsbeginselen, rechtsvormen er. praktijken
Zij vervormt zich in den loop der tijden naar
nieuwe eischen en toestanden. Haar gevoelsin
houd slijt af (o.a. de begrafenisgebruiken) er.
wordt vaak tot zinledigen vorm. Daardoor zijn
zeer vele goede en aardige gebruiken in de
laatste üQ jaar geheel ordwenen.
Diefstal van een groote partij
bintijzer
De Rotterdamsche politie is een com
plot van ijzerdieven op het spoor geko
men, dat wijdvertakt bleek te zijn en dat
tot verscheidene Eirrestaties heeft geleid
De dieven bleken zich meester te hebben
gemaakt van een partij bintijzer tot een
totale hoeveelheid van eenige tonnen, af
komstig van een sloopwerk aan de Kip
straat, alhier.
Reeds eenige weken geleden werd er bij de
politie aangifte gedaan, dat er van het boven
bedoelde sloopwerk een groote partij bint
ijzer was gestolen. Er werd een diepgaand
onderzoek ingesteld, waarbij kwam vast te
staan, dat de transporten van dit ijzer in de
vroege ochtenduren, dus nog tijdens de
duisternis, moesten geschieden. De politie
vond hierin aanleiding om in die uren eens
een oogje in het zeil te houden ih de buurt
van de Kipstraat. Daarbij is het gelukt, op
een ochtend in het laatst van Januari, de
daders op het 'spoor te komen.
Bij die gelegenheid zagen een paar recher
cheurs, dat eenige mannen bezig waren met
hef laden van ijzeren binten op een vracht
auto. Op het moment, dat de wagen zou weg
rijden hebben de rechercheurs zich met het
geval bemoeid. De auto bleek geladen te zijn
met een groot aantal stukken ijzer met een
gezamenlijk gewicht van eenige duizenden
kilo's. De mannen, die zich bij den auto
bevonden, werden gearresteerd en in het
hoofdbureau opgesloten, de partij ijzer werd
in beslag genomen. De daders hebben be
kend de diefstallen gedurende de laatste
twee maanden gepleegd te hebben; irj het
geheel is er een hoeveelheid van eenige ton
nen ijzer gestolen.
Een dezer dagen zijn de mannen, t.w. de
25-jarige losse werkman H., de 32-jarige losse
werkman D. en de 35-jarige losse werkman
v. M. naar het huis van bewaring overge
bracht en ter beschikking van de justitie
gesteld.
Inmiddels werdhet onderzoek met kracht
voortgezet. Het resultaat was, dat nog eenige
personen in het hoofdbureau konden worden
opgesloten, die bij de diefstallen betrokken
bleken te zijn geweest. Dit zijn de 45-jarige
losse werkman V en 50-jarige losse werk
man D. Ook zij zijn ter beschikking van de
justitie gesteld. Bovendien is het de politie
gelukt de hand te leggen op twee mannen
die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij hei
opladen en vervoeren van de partijen ijzer
en die, evenals de andere mannen, een gp-
deelte van de opbrengst hebben ontvangen
Het zijn de 32-jarige de G. en 40-jarige V.
Uit het onderzoek is tenslotte gebleken, dal
de 30-jarige koopman B. al het ijzer van de"
mannen heeft opgekocht. Ook hij werd ge
arresteerd en in het hoofdbureau van politie
opgesloten. Gisteren is hij eveneens naar hel
huis van bewaring overgebracht.
„MEELUISTERTELEFONEN"
Door een handelsonderneming, welke eenige
jaren geleden Tela-„meeluistertelefonen" in den
handel bracht, wordt thans aanschaffing aan
bevolen van apparaten van denzelfden aard
onder den naam Timbre-meeluisterapparaten.
Ter voorkoming van teleurstelling wordt de
aandacht er op gevestigd, dat het gebruik van
dergelijke apparaten volgens art. 12 der voor
waarden van aansluiting verboden is.
Wie bij zijn telefoontoestel een apparaat om
mee te luisteren wenscht, kan zich hiervoor tot
den rijkstelefoondienst wenden. Apparaten om
lee te luisteren kunnen, tegen een geringe
laandelijksche vergoeding op elk telefoontoe-
:el worden aangebracht
Aanbesteding
BREDA. Gisteren is alhier aanbesteed
an rioleerings- en bestratingswerken
anleg van een gedeelte van de Irenestr
:edeelte van de Graaf Hendrik 3-laan
IJSSELMONDE. Gistermiddag ls op het raadhui:
lhier aanbesteed de bouw van een rioolwaterzul-
erlngsinrichting, bestaande uit een pompstatlor
net "pompputten met voorbezlnkingsbassm, eer
ëratletank, een nabezinkingsbassm een slijkgls-
Inpstank en. vier slljkvelden. een en ander mei
bübehoorende. werken Er waren 24. inschrijvingen
Laagste n.v Duynrade te 's-Gravenhage vooi
I 52.700.
BINNENDEUREN
gestoomd en gedroogd. I iaai garantiel
Uit voorraad leverbaar in
Standaardmaten en modellen
M. BORST - Aelbrechtskade 121
ROTTERDAM (W.) TELEFOON 33429
WAAR KOMT DE RING VANDAAN?
De trouwring een schepping
van het Christendom
Germanen hadden bronzen
ringen
Hoe de ring tot liefdepand werd
Over de beteekenis van de ring is ons
weinig bekend. Ook weten we niet, waar
de ring vandaan komt. Er hangt een ge
heimzinnige sluier om het ontstaan van
dit voorwerp, dat schier iedereen dage
lijks bij zich draagt. De geschiedenis van
ae ring gaat terug tot de oudste tijden en
er zijn sprookjes en sagen ontstaan, die
het bestaan en het wezen van de ring nog
geheimzinniger maken.
Een dezer sagen luidt als volgt:
„Midden in een holle berg ligt een donker
meer en op dat meer zwemt een zwaan, die
in de snavel een ring draagt. Laat hij hem
vallen, dan vergaat de wereld. Maar trouw
houdt hij hem vast, want de zwaan is het
symbool van de boodschap der liefde, en de
ring beteekent de bond, die de liefde met
de wereld gesloten heeft. De boodschap is
onfeilbaar, de ring kan niet vallen, want de
liefde is zonder einde."
De „Hengelosche Fabrieksbode" ontleent
aan een studie van dr. Theodoor Habel het
volgende over de geschiedenis van de ring:
De ring is van uit de oudste tijden het sym
bool van de macht en van de daarmee ver
bonden vrijheid of slavernij.
Latere Jijden met zachtere, minder barbaar-
sche zeden verhieven hem dan tot symbool
van de trouw. Tot aan het einde der middel
eeuwen werd hij slechts aan de vinger der
bruid gestoken ten teeken van het verbonden
zijn en toebehooren. Eerst toen de kerkelijke
plechtigheid bij de inzegening van het huwe
lijk. in den aanvang der vijftiende eeuw alger
meen met meer luister werd omgeven, kreeg
ook de bruidegom een ring en wel van den
priester.
De ring is heden ten dage, waarin krans en
sluier vallen, het eenige duurzame zinnebeeld
van de rechtmatig tot stand gekomen echtver
bintenis. Als trouwring is hij het symbool ge
worden van de meest verheven vorm van
menschelijke gemeenschap. Uit onvergankelijk
goud gesmeed is hij onveranderlijk als de
echte, ware liefde, die het verbond voor altijd
gesloten heeft. De ring tooit de hand, doch
tegelijkertijd vermaant hij hen die hem dra
gen, dagelijks en ieder uur de beloofde trouw
te bewaren. Van oudsher gold de trouwring
bIs iets heiligs en onvervreemdbaars, waaraan
zelfs wonderbaarlijke kracht werd toegeschre-
irschi.inljjk wel, wijl de liefde
zegi
loren
ander van den vinger laten trekken. Twee
dracht en ontrouw zouden daardoor in het
huis haar intrede doen. In de oudheid droegen
de vrouwen de ring alleen aan de vierde
vinger van de linkerhand, de zoogenaamde
„geneeskundige" vinger, daar men geloofde,
dat daardoor een van het hart komende zenuw
liep.
Zinnebeeld ran kerkelijke macht.
Bij den aanvang der Christentijden droe
gen de bisschoppen hun ring aan de linker
hand, om te toonen, dat zij „gemaal der Kerk"
waren. Paus Gregorius IV eerst nam aan
stoot aan deze overname van wereldlijke over
levering in kerkelijke gebruiken en gelastte
m het jaar 827, dat de bisschopsring aan de
wijsvinger van de rechterhand moest gedra
gen worden, omdat met de rechterhand de
heilige handelingen volbracht worden en de
zegen wordt gegeven. Zoo werd ten tijde van
de machtsontplooiing van het pausdom de
ring tot zinnebeeld van kerkelijke en bisschop
pelijke macht.
En al ontwikkelde zich het menschdom gees
telijk, godsdienstig en historisch, de ring gaf
zijn geheimzinnige tooverkracht niet prijs. Hij
!s een cirkel en heeft als zoodanig begin noch
eind. De slang, die zich in de staart bijt, is
zijn oerbeeld, evenals de cirkelende zon, die
het jaar vormt. Daarom noemden de Romei
nen hem „annulus" (van „annus", jaar, afge
leid). Het jaar omvat de tijd in aanhoudend
en herhaald wederkeeren, het bindt dagen,
welken, maanden aaneen en geen. minuut kan
uitvallen. Ongeduld vermag niets tegen hei
regelmatig draaiend rad van den tijd. Daarom
ls de ring ook het symbool der aan-banden-
legging.
De geschiedenis van de ring leert ons dat
hij niet altijd dezelfde beteekenis had als
tegenwoordig. Geenszins had hij hier altijd
zijn hoofdbeteekenis als trouwring of als sym
bool der echtelijke saamhoorigheid. De oudste
ons bewaard gebleven ringen zijn van Egyp-
tlschen oorsprong.
Bij de vrouwen was het meestal wel een
sieraad, dat natuurlijk door den persoon van
den gever zeer veel waarde verkrijgen kon.
Allerlei zinnebeelden werden op de steenen,
die den ring droeg, afgebeeld. We zien offer-
tooneelen, een zwaan, een graankorrel met
NIEUWE BEBAKENING VAN DE
SPOORWEGOVERGANGEN
Het RijK heeft besloten, over te gaan tot
bebakening van alle bewaakte en onbewaakte
spoorwegovergangen, gelegen in de verharde
wegen. Bij de in de Rijkswegen gelegen
spoorwegovergangen zal deze bebakening door
den Rijkswaterstaat worden aangebracht;
voor het overigei ongeveer 700 spoorwegover
gangen, welke hiervoor im aanmerking komen,
is met den A.N.W-B., die op het gebied van
wegbebakening zijn sporen heeft verdiend,
overeengekomen, dat deze voor de plaatsing
en het onderhoud van de bakens op Rijks
kosten zal zorg dragen.
De bebakening zal voo iederen overweg
bestaar lit twaalf bakens, waarvan er zes
tan beide zijden van den overweg en wel
drie aan eiken kan-t van den weg zullen
worden geplaatst, op afstanden van ongeveer
240 m, 160 m en 80 m van den spoorweg. De
bakens zijn 1 m hoog en 0.30 m breed. De
kleur is wit met zwarten rand.
Op de bakens worden over de geheele
breedte in schuine richting reflectoren aan
gebracht, waarvan de kleur rood ia voor de
bakens aan den rechterkan-t en wit voor die
aan den linkerkant van den weg en wel drie
op. de verst van den overweg verwijderde
bakens, twee op de volg-Tide en een op de
daarop volgende
De verst van den overweg verwijderde ba-
sens aan den rechterkant worden bovendien
voorzien van het voorgeschreven driehoekige
waarschuwingsbord voor een onbewaakten
overweg Uocomotiefteeken) of voor een be
waakten overweg (hek).
V
een slang en een hagedis er naast, en een
voetzool, het zinnebeeld der inbezitneming,
dat we ook later zeer vaak aantreffen op de
oud-Christelijke ringen. Het is mogelijk, dat
dit soort eertijds trouwringen geweest zijn.
Iets meer weten we van de Romeinsche
ringen en hunne beteekenis. Zooals in het al
gemeen waren ook bij de Romeinen de rin
gen doorgaans niet van goud. Men had bron
zen, ijzeren, klei-ringen, enz. Toen later de
weelde toenam, werden de bronzen en ijzeren
ringen gouden, die echter alleen door sena
toren en ridders gedragen werden.
De ring was bij de Romeinen het zinne
beeld van macht en vrijheid. Geen slaaf mocht
een ring dragen. Bij de Romeinsche vrouw
was hij aanvankelijk slechts het teeken van
de meesteres. Eerst later werd hij tot een
liefdepand. Doch als trouwring vinden we
hem bij de Romeinen eerst in den Roomsch-
Christelijken tijd.
Bronzen ringen bij de Germanen-
Niet anders was het bij de Germanen. Bron
zijn ringen als tooisel voor de armen en de
vingers zijn in overvloed in alle Germaansche
graven gevonden. Ieder provinciaal museum
kan er toonen. Als in de eerste eeuw de Ro
meinsche cultuur naar onze landen overge
bracht werd. kwamen ook de gouden en zil
veren ringen met de gesleepen steenen in
zwang. In den vroeg-Christelijken tijd werd
voorts vaak een Christelijk symbool op de
Germaanshe ringen aangetroffen. En langza
merhand voltrok zich ook hier de ontwikke
ling. Bij de vrouw werd de ring van een lou
ter sieraad tot liefdepand. De ring beteeken-
de de gehoudenheid van de belofte van trouw.
Deze gehoudenheid was eenzijdig. Slechts de
bruid kreeg den ring, de bruidegom niet, ook
niet na het huwelijk. Nog heden ten dage
krijgt in vele streken van Duitschland, Oos-
tendijk en Romaansche landen bij de verlo
ving alleen het meisje den ring. Eerst bij het
huwelijk krijgen beiden een ring van den
geestelijke. En daarmede heeft „de ring als
trouwring" zijn beteekenis gekregen.
Als trouwring is de ring een schepping van
het Christendom. Zoolang het koophuwelijk
bestond, was de vrouw door den ring ei
andere ceremoniën als onderworpene aan den
man eenzijdig verbonden. Nu stelde het Chris
tendom tegenover het machtsbegrip het be
ginsel der liefde, die wederkeerig zijn moet.
En ten teeken der wederzijdsche genegenheid
en der wederzijdsche plichten gaf het èn m'an
èn vrouw den ring. Dat was een beteekenis-
volle zedelijke gedachte, welke diep inwerkte
op de onbeschaafde en ruwe kuituuropvattin
gen der middeleeuwen. Alle rechtsboeken
men bereidwillig de toedeeling der ringen
aan de beide echtelieden bii de huwelijks
voltrekking op en de oude „Sachsenspiegel"
schreef bovendien nog voor, dat bruid
bruidegom als zinnebeeld der verbintenis de
ringen in de hoogte moesten houden.
Financieel Nieuws
50 jaar Incassobank
Een gedenkboekje verschenen
Als uitgave van het maandblad „De Bank"
is verschenen een keurig boekje, getiteld
„50 jaar Incasso-Bank 18911941". In haar
voorwoord schrijft de redactie, dat dit boekje
niet de pretentie heeft een gedenkboek te
zijn. Zij is van het standpunt uitgegaan, nu
het jubileum niet wordt gevierd, dat in
dagelijksche jachtende strêven een oogenblik
van bezinning, waarbij getracht wordt een
beeld te geven van de wijze, waarop het
grootbedrijf zich heeft ontwikkeld, ook onder
de tegenwoordige omstandigheden zeer zeker
voegt. Tevens is zij er van overtuigd, dat een
dergelijk geschrift, aan alle employé's uitge
reikt, er toe kan bijdragen, het gevoel van
eenheid en saamhoorigheid te versterken
onder het personeel van de Bank in het ge
heele land.
De schrijver van het boekje heeft de wor
dingsgeschiedenis van de Bank beschouwd
in chronologische perioden van 10 jaar. Hij
karakteriseert de eerste periode 18911901
als het tijdvak van vestiging en fundeering.
In de tweede periode 1901—1911 schrijdt de
ontwikkeling voort. De eerste bijkantoren te
Rotterdam en te Almelo worden gevestigd.
De derde periode 19111921 is die van de
beginnende bankconcentratie en van de
vestiging in de provincie. In dit tijdvak
worden 26 bijkantoren gevestigd. De vierde
periode 1921—1931 is het tijdvak van conso
lidatie; in deze periode worden 15 bijkan
toren gevestigd. Het gestorte aandeelenkapi
taal bereikt een hoogte van 30 millioen. De
vijfde periode 1931—1941 is er een van sterke
expansie en bedrijfsontwikkeling. In dit tijd
vak worden 32 bijkantoren gevestigd, deels
door oprichting van nieuwe kantoren, deels
door overneming van bestaande bedrijven,
waardoor het aantal bijkantoren tot 75 wordt
uitgebreid.
Aan elk van deze perioden wijdt de schrij
ver een uitvoerige beschouwing, terwijl hij
tenslotte een overzicht geeft van de Incasso-
bank ten tijde van haar 50-jarig bestaan op
6 Februari 1941. Het boekje is op fraaie wijze
geïllustreerd. Men treft er in aan foto's van
het hoofdgebouw te Amsterdam en van tal
van bijkantoren, voorts afbeeldingen van de
tegenwoordige Directie, alsmede een zeer
duidelijk portret van wijlen den heer K. G
Goedewaagen, den stichter der Incassobank.
Dit gedenkboekje want daarvan mag
men gerust spreken mag zeer geslaagd
worden genoemd en het zal bij het personeel
en bij vele anderen ongetwijfeld, een goed
onthaal vinden.
Hel Verzekeringswezen
Dat men in de Verzekeringswereld sinds 15
Mei niet stilgezeten heeft, mag als bekend
worden verondersteld. Verschillende maat
regelen zijn reeds genomen om zich aan de
gewijzigde omstandigheden aan te passen en
liet publiek volledige dekking te verschaffen,
nadat de dekking van het grootste deel der
Buitenlandsche Maatschappijen weggevallen
Er was echter nog een bepaald onderdeel
van de assurantie-markt, waarvoor nog geen
voorzieningen getroffen werden, n.l. de plat
telandsposten die om verschillende redenen
door Nederlandsche maatschappijen steeds als
ongewenschte risico's werden beschouwd.
Voorheen werden deze nagenoeg alle zonder
meer bij Lloyd's te Londen ondergebracht,
Veel bezwaar leverde dit nimmer op, tot ook
deze mogelijkheid afgesneden werd.
Hoewel sindsdien de maatschappijen hun
standpunt ook ten opzichte van dit soort ver
zekeringen wel iets verruimd hebben, had
dit toch niet tot resultaat dat de groote massa
dezer risico's ondergebracht kunnen worden.
Daarin is nu verandering gekomen. On
langs is opgericht het Syndicaat voor
Brandverzekering in Nederland
dat gevormd wordt door de volgende Neder
landsche Verzekerings Maatschappijen:
Amsterdamsche Zee- en Brandassurantie
Mij. N.V., N.V. Nationale Zee- en Brand
Assurantie Maatschappij, N.V. Maatij. van
Brandverzekering De Groote Bossche van
1838, Algemeene Brandwaarborg Maatschap
pij van 1818, N.V. Verzekering Maatschappij
De Oude Zwolsche van 1895, Nederlandsche
Verzekering Maatschappij De Unie N.V.,
Verzekering Maatschappij Minerva N.V.,
it
Proleslanlsch Tehul» voor gegoeden.
Heeft rustigen tuin, hygiënische,
welverzorgde keuken, afzonderlijke
bediening en eigen zieken-afdeeling.
ROTTERDAM. SCHIEKADE 35. Telef3<4407.
Zeyl's Verzekering Maatschappij N.V.,- Gene
rale Verzekering Maatschappij N.V., N.V.
Algemeene Verzekering Sociëteit.
Dit Syndicaat zal worden beheerd door den
heer W. F. N. van der Leeuw te Amsterdam
die ook het initiatief tot de vorming ervan
genomen heeft. Het stelt zich speciaal ten
doel de hierboven bedoelde z.g. plattelands
posten te verzekeren, waarvoor bij Neder
landsche maatschappijen geen of niet vol
doende dekking verkregen kan worden.
Waar het hier gaat om die risico's die
meestal tot de materieel „zwaardere" en
minder gewenschte verzekeringen behooren,
zal dit op de te betalen premie terugslaan
die dan ook hooger ligt dan bij meer nor
male posten. Verder hoopt men door een
voorzichtige bedrijfsvoering en bepaalde
maatregelen te bereiken dat deze tak van het
assurantiewezen een loonend bedrijf zal op
leveren.
Restant dividend A.K.U.
De directie van de Algemeene Kunstzijde
Unie te Arnhem deelt mede, dat de raad van
commissarissen heeft besloten, het restant
dividend over 1939 ad 2 pet. op de gewone
aandeelen, thans betaalbaar te stellen.
Op 28 September j.l. werden de eerste 2
pel. van het dividend over 1939 ad 4 pet. be
taalbaar gesteld, met de bepaling, dat het
restant ad 2 pet. zou worden uitgekeerd, zoo
dra de geldmiddelen daarvoor beschikbaar
zouden 7.ijn, waartoe van maand tot maand
de kaspositie onder oogen zou worden gezien.
Thans heeft deze blijkbaar de uitkeering ge
wettigd.
Interimdividend Gero Zeist
De directie van de Gerofabriek te Zeist
maakt bekend, dat op de gewone aandeelen
een interim-dividend van 10 pet. op rekening
van het boekjaar 1940 betaald is gesteld. Over
1939 werd in totaal 10 pet. dividend uitge
keerd.
Stijgende Engelsche oorlogs
uitgaven
Nadat midden October J.l. de Engelsche
schatkist een crediet van 1000 millioen
had aangevraagd ter dekking van de uit
gaven tot midden Maart 1941, is de schat
kist thans weer gedwongen geweest een
nieuw crediet van 1000 millioen aan te
vragen.
Deze nieuwe aanvragen schijnt volgens den
coiTespondent van de N.NZ. verband te hou
den met een versnelling van het tempo der
uitgaven, dat nu 4400 millioen per jaar be
draagt tegen 3000 millioen tevoren.
Te Londen acht men deze versnelling een
teeken van meer intensieve wapening, doch
de schatkist heeft geen bijzonderheden om
trent de besteding van het crediet medege
deeld.
ROTTERDAMSCH BELEGGINGS
CONSORTIUM
De gisteren gehouden jaarlljkschc algemeene ver.
gadering van aandeelhouders van het Rotterdamcsh
Beleggingseonsortium heeft de jaarstukken goed
gekeurd en het dividend vastgesteld op 4 pet. Ala
commissaris werd herkozen mr. H. C. Hintzen en
benoemd mr. H. L. Woltersom.
Rechtszaken
Knoeien met bonnen
De rechtbank te Zwolle heeft uit
spraak gedaan in de zaken tegen ambtenaren
va nhet Zwolsche distributiekantoor en enkeie
andere verdachten. Zij hebben veertien dagen
geleden terecht gestaan wegens het knoeien
met distributiebonnen.
De hoofdverdachte B. van V., tegen wien
vier maanden gevangenisstraf was geëischt,
werd veroordeeld tot twee maanden.
G. van der K., die broodbonnen, welke van
V. ontvreemd had aangenomen heeft, werd
tot twee weken gevangenisstraf
veroordeeld. De eisch luidde zes weken. Zijn
broer E. van der K., die al? bakker, van deze
bonnen had geprofiteerd, en tegen wien 50
boete, subs. 40 dagen was geëischt, werd ver
oordeeld tot 15 subs, tien dagen.
De ambtenaar G. N. U. H., die op onrecht
matige wijze vetbonnen had afgescheurd en
tegen wien 14 dagen gevangenisstraf was ge-
eischt, werd veroordeeld tot 15 boete, subs,
tien dagen.
Eenzelfde straf werd opgelegd aan den amb.
tenaar A. W. S., die van den verdachte
van V. een aantal textielbijslagkaarten had
aangenomen. Tegen hem luidde de eisch 20
subs, tien dagen.
Tenslotte werd H. J. B., die eveneens tex
tielbijslagkaarten van Van V. had aange
nomen, veroordeeld tot 10 subs, tién dagen.
Ook tegen hem was 20 subs, tien dagen
geëischt.
Scheepvaart
Veiligheid van handelsschepen
tijdens den oorlog
Het D.N.B. meldt uit Stockholm, dat ver
tegenwoordigers van scheepvaartkringen uit
Zweden, Denemarken en Finland op uitnoo-
diging van de Zweedsche autoriteiten op 6
Februari te Stockholm zouden tezamenko-
men, om besprekingen te voeren over de
veiligheid van handelsschepen tijdens den
oorlog.
S.P.T. meldt nog uit Stockholm: Alhier ls een
conferentie van vertegenwoordigers van alle
scheepvaartbelangcn in de Scandinavische lan
den begonnen. Deze conferentie heeft ten doel
maatregelen te nemen, waardoor aan de
schepen der neutrale landen, onder de tegen
woordige oorlogsomstandigheden de grootst
mogelijke veiligheid wordt geboden.
De bevoegde Noorsche instanties zullen van
het resultaat der conferentie op de hoogta
worden gesteld.
Nieuwe Duitsche tarieven voor
verzekeringen tegen het oorlogs
gevaar op zee
In Duitschland is een nieuwe schaal van
premietarieven voor verzekering vair het oor
logsgevaar op zee ingevoerd. De- nieuwe
tarieven beteekenen een aanmerkelijke ver
laging vergeleken mét de" oude no'eeringen.
De premies zijn geldig voor scbëpen onder
Duitsche, Italiaansehe en neutrale wlag. De
we schaal vermeldt ook premienotee-
ringen voor reizen van en naar Nederland-
iche havens.
NIEUWSBERICHTEN
Hel RijnMarnekanaal voor de scheepvaart
opengesteld.
Parijs, 7 Febr. (D.N.B.) Het Rijn—Marne
kanaal is weer voor de scheepvaart opengesteld.