EMMAHUIS" SATERDAG 8 FEBRUARI 1941 PAG. 7 Natuurschoon op de Westelijke Veiuwe Binnenlandsch Nieuws Regeling tusschen Putten en Garderen In het Streekplanrapport voor de Veiuwe hit een interessante kaart voor, namelijk een lart, waarop alle terreinen zijn aangegeven, e tot de „min of meer beschermde natuur- loongebieden" behooren. Daartoe behooren Domeingronden van het Staatsboschbeheer n Natuurmonumenten, de stichting Dp joge Veiuwe en Het Geldersch Landschap, üitaire oefeningsterreinen, gemeentegron- in, beijcschte gemeentegronden onder beheer |n het Staatsboschbeheer, en tenslotte de fendorrmen van particulieren, welke onder 1 Natuirschoonwet 1928 vallen. 505n totaal vormen al deze gebieden een op- i fcvlakU van ruim 57000 H.A., zoodat het et te verwonderen valt, dat de kaart voor ke3 midd«n-Veluwe en de Noordelijke Veiuwe sbeiast geen wit vertoont; niet zonder reden kan van Veluve als een nationaal park worden be- ®™jlouwdj een enorm en schoon recreatie- en ituurgeaied van bosschen, heiden en stuif- mef den. Jan Arnhem tot Wezep en van Apel- tct Harderwijk kan men over de bo- ingenotmde terreinen trekken zonder een- nthSal onleschermd gebied te betreden (afge- M»ten legerplaatsen en jachtterreinen buiten gelaten). veilig zijn al deze duizenden hec- Aren dis niet, zooals met de natuurmonu- Bnten eer particuliere vereenigingen en van Staa het geval is. Doch wat komt het er W. aan, vanneer in andere terreinen het bosch vordt uitgeoefend, of dat zij voor de *tht,-w»rdt gereserveerd, of dienen voor ilitair gebruik? Hoofdzaak is, dat zij als na- =airruime veilig zijn, dat zij de wijde verge- thten ei de ongestoorde zwerftochten door tsschen en over heiden mogelijk maken, dat t grooti wild er bescherming vindt. 7aDe boschen zijn andere, dan er in vroeger ■•uwen ^jn geweest, hetgeen lang niet be- iperfkent, cat er van verlies gesproken kan ^^rden, til van heiden zijn kleiner geworden. 'voor dm landbouw geschikte gronden zijn tjjgjrk uit^breid, doch nog altijd leeft daar kaait oude landschap voort, het verleden reekt mg op vele plaatsen tot on^, de eurkwaariigheden van den bodem, zooals de of osar, de diepe trechter - io-rmige kuilen welke vermoedelijk ook van fg^cialen corsprong zijn, vennetjes en veent- sii, enkele beken, zij zijn nog altijd aanwe tal vai grafheuvels liggen er nog in bos sen verbreid, welke nog nimmer geëxplo r prd zijn. En met vreugde aanschouwen wij g de sckilderachtige kleine nederzettingen, umgd door haar met eeuwenoude knoestige ïenstamnen bezette hooge wallen, haai or bosschen ingesloten eng of enk, welke as nog met zeldzame boschfragmenten is iet. Anderzijds is daar de ergerlijke-prozaische bouwing in en rondom oude dorpen, zoo- Garde.-en, Elspeet en Vierhouten, welke een wlnterschen tocht veel meer opvalt n in den zomer. De zomersche natuur ver- !ht zoo veel. Voorts verbaast men zich ovei aanwezigheid van een breeden autoweg ir de Ermelosche Heide, welke de rust van landschap tusschen de Sprielder en Speul- Bosschen in het zuiden en die van Leu- ïum in het noorden geheel verstoort. Tol verontrustende bebouwingen behooren ook ir en daar de verspreid neergezette zomer- Isjes, ofschoon gelukkig nog niet, nog lang st, van een algemeene plaag kan worden ge- ■oken. 3ezien wij dus de metamorphose van de luwe in het groot, dan is er geen dringen- reden om alarmeerende klanken te later. Dren, wat intusschen niet beteekent, dat de :dere ontwikkeling geen nieuwe maatrege- i noodzakelijk zal maken. De in het streek- inrapport bedoelde gemeentegronden blij- n nog wel eens tot de „min" beschermde tuurschoon gebieden te behooren. Goede jzen vormen een gemakkelijke aanleiding ar verkoop. Dat geldt ook voor particuliere rittingen, die op tal van plaatsen door de h of meer beschermde complexen heen lig- n. De Veiuwe zal hoe langer hoe meer in k komen, van Holland uit wordt hel ge ■d over de nieuwe autowegen steeds vlug- r bereikbaar. Op tal van plaatsen is de ïedzame penetratie in vollen gang, zoodat ordening van boven af, dus door de bo- ngemeentelijke overheid, noodzakelijk Tdt. Met de provinciale verordening tol tuurbescherming valt reeds een en ander te reiken De Veiuwe moet worden bezien als .1 geheel, als een landschappelijk monu- Jnt, dat zijn karakter in lengte van dagen iet behouden, en daarom moet alles worden claan om de ruimten tegen bebouwingen te schermen. Wat nu op de Westelijke Veiuwe door de rgzaamheid van particuliere landgoedbezit- •s tot stand is gekomen, verdient zeker de ndacht. Het nieuwe cultuurlandschap, zoo- l zich dat langs de Westelijke Veiuwe steeds eer uitbreidt het eene keuterboerderijtje rschijnt er na de andere, dank zij de kunst- est en de kippenteelt (thans is er natuur- k vertraging) zal zich ongetwijfeld ieds verder over het oude landschap uit- eiden, en dat zeker daar, waar de vrucht- arste gronden liggen. Zoo drong het ook op van Voorthuizen- ïtten in de lichting tan Garderen. Noord Estelijk van Garderen liggen de oude maal hapbosschen van Speulde en Spriel, die tol it bezit van het Staatsboschbeheer behoo rt. Het zijn vooral deze bosschen, welke ons (Teekenlng Rotterdammer) nog een beeld geven van het oud-Veluwsche bosch, historisch en heemkundig dus van bij zondere beteekenis. Ten Zuidwesten hiervan ligt het bekende Schovenhorst van de familie Oudemans, nieuwe cultuurbosschen, met wei. ker aanleg wijlen mr. J. Schober een aan vang maakte. Bekend is het Pinetum op dit landgoed. Ten Westen van Garderen bevond zich nu een landschap van gemengd karaktci bouwland en bosch, met nog enkele heidevel den. Ook liggen hier nog particuliere bezit tingen, verder naar het Zuiden begint het Staatsboschbeheer opnieuw, de staatsbezit- tingen gaan verder door naar Kootwijk. Grindhorst en Veluwhul liggen aan den weg van Putten naar Garderen, gedeeltelijk oude larïJbouwgronden, die dr. Th. C. Oudemans opnieuw laat bebosschen naar moderne plan- tensociologische inzichten. Bezittingen van de familie Nachenius sluiten er bij aan, tevens sluiten zij bij het complex Boeschoten van den Staat aan. Het streven van dr. Oudemans is er nu op gericht geweest, zijn eigen bezit zoodanig uit te breiden, door aankoop van ettelijke per- ceelen, dat een zone natuurschoon intact blijft, welke de beide terreinen van den Staat (de Speulder Bosschen aan den noordkant en Boeschoten aan den zuidkant) met elkaar ver bindt. De familie Nachenius verklaarde zich voorts bereid met Het Geldersche Landschap een accoord aan te gaan, waarbij bij even- tueelen verkoop van de haar toebehoorende gronden aan de stichting het recht van eer sten koop wordt verleend. Men kan er van verzekerd zijn, dat de zone natuurschoon ten westen van Garderen voor altijd intact zal blijven, zomerhuizen moeten zich met ruimte elders tevreden stellen, ter wijl aan de Wëstzijde van deze zone, waar- zich overigens ook nog ander bosch bevindt, de penetratie van boerderijtjes een natuur lijk einde vindt. Zoo blijft een geweldig aan eengesloten gebied van natuurschoon in stand. Deze regeling werd door particulieren ge troffen. Zoodanige ordening is op meer plaat sen noodig. Het ware te wenschen, dat tus schen meer particulieren aan de eene zijde en overheidsorganen of natuurbeschermings organisaties aan den anderen kant dergelijke overeenkomsten konden worden aangegaan om versnippering van het natuurschoon te voorkomen. Dan behield de Veiuwe haar groote waarde als nationaal park ook in de verre toekomst. Wetenschappen Het karakter van de plattelands samenleving Voordracht van dr. P. W. J. v. d. Berg te Groningen Voor de Vereeniging voor Paedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Gro ningen heeft de heer dr. P. W. J. v. d. Berg, predikant bij de Ned. Herv. Kerk te Nije- veen gisteravond een voordracht gehouden over: Het karakter der plattelandssamen leving. Het onderscheid tusschen stad en dorp hangt, naar sprekers meening,- af van de overheerschende bezigheid van de inwoners. Is het hoofdkarakter daarvan agrarisch of vormt de bevolking een gesloten groep in een bepaald bedrijf, zooals Scheveningen en Zandvoort, dan kan men van een dorp spreken. Niet het aantal inwoners of ver spreide bewoning bepaalt het verschil tus schen stad en dorp, maar een complex van kenmerken. Het verschil ligt in de bezig heid der bewoners. Daardoor is de plaatse lijke samenleving anders en zij zal dat blij ven bij alle assimilatie. Waar de agrarische sfeer heerscht, blijft net plattelandskarakter. Zoo in Twente. Brabant en Limburg, waar industrie en mijnbouw is. ten hoek grond hebben ze allen nog. Ook de oude dorpsambachtslieden, meester en dominé waren mee boer. Deze samenleving is een organisa tie 't.o. de stadsche organisatie. Bedrijf en hui selijk leven vallen samen; de woning is ook bedrijfsruimte. De stadsche moeder en kinde ren weten niets van het werk van den vader. De dorpsgemeenschap is sociaal veel min der verschillend dan de stad. Er is meer ge lijkheid van bedrijf, belang en levenspeil. In de stad is de sociale pyramide steiler en hoo- ger. De tegenstelling boer-arbeider is niet blij vend of intrinsiek. Ook de arbeider kent het heele bedrijf. Hij kan bij voldoende kapitaal boer of zetboer worden. De samenleving op het platteland is een levende eenheid, die alle levensgebieden om vat, ook godsdienstig. Uitwendig heeft de groep een bepaalde be grenzing, als buurt, dorp of streek. Deze is niet altijd dezelfde als van de officieele bur gerlijke gemeente. Eerder is de kerkelijke in deeling beslissend. De grenzen der buurt zijn vaak oude wegen, waterloopen, kanalen, drif ten, grenzen van vroegere marken, grietenijen en kerspelen. Binnen de gemeenschap heerscht strenge ge bondenheid. De vrijheid van het buitenleven is illusie van den stadsmensch, deze geldt voor hen, die er niet bijhoort. Maar de ongeschre ven wet der zede geldt voor de leden der groep. Zij is gegroeid, wordt ook met dwang gehandhaafd en algemeen gehoorzaamd als iets, dat behoort. De zede bevat vele survivals van vroegere rechtsbeginselen, rechtsvormen er. praktijken Zij vervormt zich in den loop der tijden naar nieuwe eischen en toestanden. Haar gevoelsin houd slijt af (o.a. de begrafenisgebruiken) er. wordt vaak tot zinledigen vorm. Daardoor zijn zeer vele goede en aardige gebruiken in de laatste üQ jaar geheel ordwenen. Diefstal van een groote partij bintijzer De Rotterdamsche politie is een com plot van ijzerdieven op het spoor geko men, dat wijdvertakt bleek te zijn en dat tot verscheidene Eirrestaties heeft geleid De dieven bleken zich meester te hebben gemaakt van een partij bintijzer tot een totale hoeveelheid van eenige tonnen, af komstig van een sloopwerk aan de Kip straat, alhier. Reeds eenige weken geleden werd er bij de politie aangifte gedaan, dat er van het boven bedoelde sloopwerk een groote partij bint ijzer was gestolen. Er werd een diepgaand onderzoek ingesteld, waarbij kwam vast te staan, dat de transporten van dit ijzer in de vroege ochtenduren, dus nog tijdens de duisternis, moesten geschieden. De politie vond hierin aanleiding om in die uren eens een oogje in het zeil te houden ih de buurt van de Kipstraat. Daarbij is het gelukt, op een ochtend in het laatst van Januari, de daders op het 'spoor te komen. Bij die gelegenheid zagen een paar recher cheurs, dat eenige mannen bezig waren met hef laden van ijzeren binten op een vracht auto. Op het moment, dat de wagen zou weg rijden hebben de rechercheurs zich met het geval bemoeid. De auto bleek geladen te zijn met een groot aantal stukken ijzer met een gezamenlijk gewicht van eenige duizenden kilo's. De mannen, die zich bij den auto bevonden, werden gearresteerd en in het hoofdbureau opgesloten, de partij ijzer werd in beslag genomen. De daders hebben be kend de diefstallen gedurende de laatste twee maanden gepleegd te hebben; irj het geheel is er een hoeveelheid van eenige ton nen ijzer gestolen. Een dezer dagen zijn de mannen, t.w. de 25-jarige losse werkman H., de 32-jarige losse werkman D. en de 35-jarige losse werkman v. M. naar het huis van bewaring overge bracht en ter beschikking van de justitie gesteld. Inmiddels werdhet onderzoek met kracht voortgezet. Het resultaat was, dat nog eenige personen in het hoofdbureau konden worden opgesloten, die bij de diefstallen betrokken bleken te zijn geweest. Dit zijn de 45-jarige losse werkman V en 50-jarige losse werk man D. Ook zij zijn ter beschikking van de justitie gesteld. Bovendien is het de politie gelukt de hand te leggen op twee mannen die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij hei opladen en vervoeren van de partijen ijzer en die, evenals de andere mannen, een gp- deelte van de opbrengst hebben ontvangen Het zijn de 32-jarige de G. en 40-jarige V. Uit het onderzoek is tenslotte gebleken, dal de 30-jarige koopman B. al het ijzer van de" mannen heeft opgekocht. Ook hij werd ge arresteerd en in het hoofdbureau van politie opgesloten. Gisteren is hij eveneens naar hel huis van bewaring overgebracht. „MEELUISTERTELEFONEN" Door een handelsonderneming, welke eenige jaren geleden Tela-„meeluistertelefonen" in den handel bracht, wordt thans aanschaffing aan bevolen van apparaten van denzelfden aard onder den naam Timbre-meeluisterapparaten. Ter voorkoming van teleurstelling wordt de aandacht er op gevestigd, dat het gebruik van dergelijke apparaten volgens art. 12 der voor waarden van aansluiting verboden is. Wie bij zijn telefoontoestel een apparaat om mee te luisteren wenscht, kan zich hiervoor tot den rijkstelefoondienst wenden. Apparaten om lee te luisteren kunnen, tegen een geringe laandelijksche vergoeding op elk telefoontoe- :el worden aangebracht Aanbesteding BREDA. Gisteren is alhier aanbesteed an rioleerings- en bestratingswerken anleg van een gedeelte van de Irenestr :edeelte van de Graaf Hendrik 3-laan IJSSELMONDE. Gistermiddag ls op het raadhui: lhier aanbesteed de bouw van een rioolwaterzul- erlngsinrichting, bestaande uit een pompstatlor net "pompputten met voorbezlnkingsbassm, eer ëratletank, een nabezinkingsbassm een slijkgls- Inpstank en. vier slljkvelden. een en ander mei bübehoorende. werken Er waren 24. inschrijvingen Laagste n.v Duynrade te 's-Gravenhage vooi I 52.700. BINNENDEUREN gestoomd en gedroogd. I iaai garantiel Uit voorraad leverbaar in Standaardmaten en modellen M. BORST - Aelbrechtskade 121 ROTTERDAM (W.) TELEFOON 33429 WAAR KOMT DE RING VANDAAN? De trouwring een schepping van het Christendom Germanen hadden bronzen ringen Hoe de ring tot liefdepand werd Over de beteekenis van de ring is ons weinig bekend. Ook weten we niet, waar de ring vandaan komt. Er hangt een ge heimzinnige sluier om het ontstaan van dit voorwerp, dat schier iedereen dage lijks bij zich draagt. De geschiedenis van ae ring gaat terug tot de oudste tijden en er zijn sprookjes en sagen ontstaan, die het bestaan en het wezen van de ring nog geheimzinniger maken. Een dezer sagen luidt als volgt: „Midden in een holle berg ligt een donker meer en op dat meer zwemt een zwaan, die in de snavel een ring draagt. Laat hij hem vallen, dan vergaat de wereld. Maar trouw houdt hij hem vast, want de zwaan is het symbool van de boodschap der liefde, en de ring beteekent de bond, die de liefde met de wereld gesloten heeft. De boodschap is onfeilbaar, de ring kan niet vallen, want de liefde is zonder einde." De „Hengelosche Fabrieksbode" ontleent aan een studie van dr. Theodoor Habel het volgende over de geschiedenis van de ring: De ring is van uit de oudste tijden het sym bool van de macht en van de daarmee ver bonden vrijheid of slavernij. Latere Jijden met zachtere, minder barbaar- sche zeden verhieven hem dan tot symbool van de trouw. Tot aan het einde der middel eeuwen werd hij slechts aan de vinger der bruid gestoken ten teeken van het verbonden zijn en toebehooren. Eerst toen de kerkelijke plechtigheid bij de inzegening van het huwe lijk. in den aanvang der vijftiende eeuw alger meen met meer luister werd omgeven, kreeg ook de bruidegom een ring en wel van den priester. De ring is heden ten dage, waarin krans en sluier vallen, het eenige duurzame zinnebeeld van de rechtmatig tot stand gekomen echtver bintenis. Als trouwring is hij het symbool ge worden van de meest verheven vorm van menschelijke gemeenschap. Uit onvergankelijk goud gesmeed is hij onveranderlijk als de echte, ware liefde, die het verbond voor altijd gesloten heeft. De ring tooit de hand, doch tegelijkertijd vermaant hij hen die hem dra gen, dagelijks en ieder uur de beloofde trouw te bewaren. Van oudsher gold de trouwring bIs iets heiligs en onvervreemdbaars, waaraan zelfs wonderbaarlijke kracht werd toegeschre- irschi.inljjk wel, wijl de liefde zegi loren ander van den vinger laten trekken. Twee dracht en ontrouw zouden daardoor in het huis haar intrede doen. In de oudheid droegen de vrouwen de ring alleen aan de vierde vinger van de linkerhand, de zoogenaamde „geneeskundige" vinger, daar men geloofde, dat daardoor een van het hart komende zenuw liep. Zinnebeeld ran kerkelijke macht. Bij den aanvang der Christentijden droe gen de bisschoppen hun ring aan de linker hand, om te toonen, dat zij „gemaal der Kerk" waren. Paus Gregorius IV eerst nam aan stoot aan deze overname van wereldlijke over levering in kerkelijke gebruiken en gelastte m het jaar 827, dat de bisschopsring aan de wijsvinger van de rechterhand moest gedra gen worden, omdat met de rechterhand de heilige handelingen volbracht worden en de zegen wordt gegeven. Zoo werd ten tijde van de machtsontplooiing van het pausdom de ring tot zinnebeeld van kerkelijke en bisschop pelijke macht. En al ontwikkelde zich het menschdom gees telijk, godsdienstig en historisch, de ring gaf zijn geheimzinnige tooverkracht niet prijs. Hij !s een cirkel en heeft als zoodanig begin noch eind. De slang, die zich in de staart bijt, is zijn oerbeeld, evenals de cirkelende zon, die het jaar vormt. Daarom noemden de Romei nen hem „annulus" (van „annus", jaar, afge leid). Het jaar omvat de tijd in aanhoudend en herhaald wederkeeren, het bindt dagen, welken, maanden aaneen en geen. minuut kan uitvallen. Ongeduld vermag niets tegen hei regelmatig draaiend rad van den tijd. Daarom ls de ring ook het symbool der aan-banden- legging. De geschiedenis van de ring leert ons dat hij niet altijd dezelfde beteekenis had als tegenwoordig. Geenszins had hij hier altijd zijn hoofdbeteekenis als trouwring of als sym bool der echtelijke saamhoorigheid. De oudste ons bewaard gebleven ringen zijn van Egyp- tlschen oorsprong. Bij de vrouwen was het meestal wel een sieraad, dat natuurlijk door den persoon van den gever zeer veel waarde verkrijgen kon. Allerlei zinnebeelden werden op de steenen, die den ring droeg, afgebeeld. We zien offer- tooneelen, een zwaan, een graankorrel met NIEUWE BEBAKENING VAN DE SPOORWEGOVERGANGEN Het RijK heeft besloten, over te gaan tot bebakening van alle bewaakte en onbewaakte spoorwegovergangen, gelegen in de verharde wegen. Bij de in de Rijkswegen gelegen spoorwegovergangen zal deze bebakening door den Rijkswaterstaat worden aangebracht; voor het overigei ongeveer 700 spoorwegover gangen, welke hiervoor im aanmerking komen, is met den A.N.W-B., die op het gebied van wegbebakening zijn sporen heeft verdiend, overeengekomen, dat deze voor de plaatsing en het onderhoud van de bakens op Rijks kosten zal zorg dragen. De bebakening zal voo iederen overweg bestaar lit twaalf bakens, waarvan er zes tan beide zijden van den overweg en wel drie aan eiken kan-t van den weg zullen worden geplaatst, op afstanden van ongeveer 240 m, 160 m en 80 m van den spoorweg. De bakens zijn 1 m hoog en 0.30 m breed. De kleur is wit met zwarten rand. Op de bakens worden over de geheele breedte in schuine richting reflectoren aan gebracht, waarvan de kleur rood ia voor de bakens aan den rechterkan-t en wit voor die aan den linkerkant van den weg en wel drie op. de verst van den overweg verwijderde bakens, twee op de volg-Tide en een op de daarop volgende De verst van den overweg verwijderde ba- sens aan den rechterkant worden bovendien voorzien van het voorgeschreven driehoekige waarschuwingsbord voor een onbewaakten overweg Uocomotiefteeken) of voor een be waakten overweg (hek). V een slang en een hagedis er naast, en een voetzool, het zinnebeeld der inbezitneming, dat we ook later zeer vaak aantreffen op de oud-Christelijke ringen. Het is mogelijk, dat dit soort eertijds trouwringen geweest zijn. Iets meer weten we van de Romeinsche ringen en hunne beteekenis. Zooals in het al gemeen waren ook bij de Romeinen de rin gen doorgaans niet van goud. Men had bron zen, ijzeren, klei-ringen, enz. Toen later de weelde toenam, werden de bronzen en ijzeren ringen gouden, die echter alleen door sena toren en ridders gedragen werden. De ring was bij de Romeinen het zinne beeld van macht en vrijheid. Geen slaaf mocht een ring dragen. Bij de Romeinsche vrouw was hij aanvankelijk slechts het teeken van de meesteres. Eerst later werd hij tot een liefdepand. Doch als trouwring vinden we hem bij de Romeinen eerst in den Roomsch- Christelijken tijd. Bronzen ringen bij de Germanen- Niet anders was het bij de Germanen. Bron zijn ringen als tooisel voor de armen en de vingers zijn in overvloed in alle Germaansche graven gevonden. Ieder provinciaal museum kan er toonen. Als in de eerste eeuw de Ro meinsche cultuur naar onze landen overge bracht werd. kwamen ook de gouden en zil veren ringen met de gesleepen steenen in zwang. In den vroeg-Christelijken tijd werd voorts vaak een Christelijk symbool op de Germaanshe ringen aangetroffen. En langza merhand voltrok zich ook hier de ontwikke ling. Bij de vrouw werd de ring van een lou ter sieraad tot liefdepand. De ring beteeken- de de gehoudenheid van de belofte van trouw. Deze gehoudenheid was eenzijdig. Slechts de bruid kreeg den ring, de bruidegom niet, ook niet na het huwelijk. Nog heden ten dage krijgt in vele streken van Duitschland, Oos- tendijk en Romaansche landen bij de verlo ving alleen het meisje den ring. Eerst bij het huwelijk krijgen beiden een ring van den geestelijke. En daarmede heeft „de ring als trouwring" zijn beteekenis gekregen. Als trouwring is de ring een schepping van het Christendom. Zoolang het koophuwelijk bestond, was de vrouw door den ring ei andere ceremoniën als onderworpene aan den man eenzijdig verbonden. Nu stelde het Chris tendom tegenover het machtsbegrip het be ginsel der liefde, die wederkeerig zijn moet. En ten teeken der wederzijdsche genegenheid en der wederzijdsche plichten gaf het èn m'an èn vrouw den ring. Dat was een beteekenis- volle zedelijke gedachte, welke diep inwerkte op de onbeschaafde en ruwe kuituuropvattin gen der middeleeuwen. Alle rechtsboeken men bereidwillig de toedeeling der ringen aan de beide echtelieden bii de huwelijks voltrekking op en de oude „Sachsenspiegel" schreef bovendien nog voor, dat bruid bruidegom als zinnebeeld der verbintenis de ringen in de hoogte moesten houden. Financieel Nieuws 50 jaar Incassobank Een gedenkboekje verschenen Als uitgave van het maandblad „De Bank" is verschenen een keurig boekje, getiteld „50 jaar Incasso-Bank 18911941". In haar voorwoord schrijft de redactie, dat dit boekje niet de pretentie heeft een gedenkboek te zijn. Zij is van het standpunt uitgegaan, nu het jubileum niet wordt gevierd, dat in dagelijksche jachtende strêven een oogenblik van bezinning, waarbij getracht wordt een beeld te geven van de wijze, waarop het grootbedrijf zich heeft ontwikkeld, ook onder de tegenwoordige omstandigheden zeer zeker voegt. Tevens is zij er van overtuigd, dat een dergelijk geschrift, aan alle employé's uitge reikt, er toe kan bijdragen, het gevoel van eenheid en saamhoorigheid te versterken onder het personeel van de Bank in het ge heele land. De schrijver van het boekje heeft de wor dingsgeschiedenis van de Bank beschouwd in chronologische perioden van 10 jaar. Hij karakteriseert de eerste periode 18911901 als het tijdvak van vestiging en fundeering. In de tweede periode 1901—1911 schrijdt de ontwikkeling voort. De eerste bijkantoren te Rotterdam en te Almelo worden gevestigd. De derde periode 19111921 is die van de beginnende bankconcentratie en van de vestiging in de provincie. In dit tijdvak worden 26 bijkantoren gevestigd. De vierde periode 1921—1931 is het tijdvak van conso lidatie; in deze periode worden 15 bijkan toren gevestigd. Het gestorte aandeelenkapi taal bereikt een hoogte van 30 millioen. De vijfde periode 1931—1941 is er een van sterke expansie en bedrijfsontwikkeling. In dit tijd vak worden 32 bijkantoren gevestigd, deels door oprichting van nieuwe kantoren, deels door overneming van bestaande bedrijven, waardoor het aantal bijkantoren tot 75 wordt uitgebreid. Aan elk van deze perioden wijdt de schrij ver een uitvoerige beschouwing, terwijl hij tenslotte een overzicht geeft van de Incasso- bank ten tijde van haar 50-jarig bestaan op 6 Februari 1941. Het boekje is op fraaie wijze geïllustreerd. Men treft er in aan foto's van het hoofdgebouw te Amsterdam en van tal van bijkantoren, voorts afbeeldingen van de tegenwoordige Directie, alsmede een zeer duidelijk portret van wijlen den heer K. G Goedewaagen, den stichter der Incassobank. Dit gedenkboekje want daarvan mag men gerust spreken mag zeer geslaagd worden genoemd en het zal bij het personeel en bij vele anderen ongetwijfeld, een goed onthaal vinden. Hel Verzekeringswezen Dat men in de Verzekeringswereld sinds 15 Mei niet stilgezeten heeft, mag als bekend worden verondersteld. Verschillende maat regelen zijn reeds genomen om zich aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen en liet publiek volledige dekking te verschaffen, nadat de dekking van het grootste deel der Buitenlandsche Maatschappijen weggevallen Er was echter nog een bepaald onderdeel van de assurantie-markt, waarvoor nog geen voorzieningen getroffen werden, n.l. de plat telandsposten die om verschillende redenen door Nederlandsche maatschappijen steeds als ongewenschte risico's werden beschouwd. Voorheen werden deze nagenoeg alle zonder meer bij Lloyd's te Londen ondergebracht, Veel bezwaar leverde dit nimmer op, tot ook deze mogelijkheid afgesneden werd. Hoewel sindsdien de maatschappijen hun standpunt ook ten opzichte van dit soort ver zekeringen wel iets verruimd hebben, had dit toch niet tot resultaat dat de groote massa dezer risico's ondergebracht kunnen worden. Daarin is nu verandering gekomen. On langs is opgericht het Syndicaat voor Brandverzekering in Nederland dat gevormd wordt door de volgende Neder landsche Verzekerings Maatschappijen: Amsterdamsche Zee- en Brandassurantie Mij. N.V., N.V. Nationale Zee- en Brand Assurantie Maatschappij, N.V. Maatij. van Brandverzekering De Groote Bossche van 1838, Algemeene Brandwaarborg Maatschap pij van 1818, N.V. Verzekering Maatschappij De Oude Zwolsche van 1895, Nederlandsche Verzekering Maatschappij De Unie N.V., Verzekering Maatschappij Minerva N.V., it Proleslanlsch Tehul» voor gegoeden. Heeft rustigen tuin, hygiënische, welverzorgde keuken, afzonderlijke bediening en eigen zieken-afdeeling. ROTTERDAM. SCHIEKADE 35. Telef3<4407. Zeyl's Verzekering Maatschappij N.V.,- Gene rale Verzekering Maatschappij N.V., N.V. Algemeene Verzekering Sociëteit. Dit Syndicaat zal worden beheerd door den heer W. F. N. van der Leeuw te Amsterdam die ook het initiatief tot de vorming ervan genomen heeft. Het stelt zich speciaal ten doel de hierboven bedoelde z.g. plattelands posten te verzekeren, waarvoor bij Neder landsche maatschappijen geen of niet vol doende dekking verkregen kan worden. Waar het hier gaat om die risico's die meestal tot de materieel „zwaardere" en minder gewenschte verzekeringen behooren, zal dit op de te betalen premie terugslaan die dan ook hooger ligt dan bij meer nor male posten. Verder hoopt men door een voorzichtige bedrijfsvoering en bepaalde maatregelen te bereiken dat deze tak van het assurantiewezen een loonend bedrijf zal op leveren. Restant dividend A.K.U. De directie van de Algemeene Kunstzijde Unie te Arnhem deelt mede, dat de raad van commissarissen heeft besloten, het restant dividend over 1939 ad 2 pet. op de gewone aandeelen, thans betaalbaar te stellen. Op 28 September j.l. werden de eerste 2 pel. van het dividend over 1939 ad 4 pet. be taalbaar gesteld, met de bepaling, dat het restant ad 2 pet. zou worden uitgekeerd, zoo dra de geldmiddelen daarvoor beschikbaar zouden 7.ijn, waartoe van maand tot maand de kaspositie onder oogen zou worden gezien. Thans heeft deze blijkbaar de uitkeering ge wettigd. Interimdividend Gero Zeist De directie van de Gerofabriek te Zeist maakt bekend, dat op de gewone aandeelen een interim-dividend van 10 pet. op rekening van het boekjaar 1940 betaald is gesteld. Over 1939 werd in totaal 10 pet. dividend uitge keerd. Stijgende Engelsche oorlogs uitgaven Nadat midden October J.l. de Engelsche schatkist een crediet van 1000 millioen had aangevraagd ter dekking van de uit gaven tot midden Maart 1941, is de schat kist thans weer gedwongen geweest een nieuw crediet van 1000 millioen aan te vragen. Deze nieuwe aanvragen schijnt volgens den coiTespondent van de N.NZ. verband te hou den met een versnelling van het tempo der uitgaven, dat nu 4400 millioen per jaar be draagt tegen 3000 millioen tevoren. Te Londen acht men deze versnelling een teeken van meer intensieve wapening, doch de schatkist heeft geen bijzonderheden om trent de besteding van het crediet medege deeld. ROTTERDAMSCH BELEGGINGS CONSORTIUM De gisteren gehouden jaarlljkschc algemeene ver. gadering van aandeelhouders van het Rotterdamcsh Beleggingseonsortium heeft de jaarstukken goed gekeurd en het dividend vastgesteld op 4 pet. Ala commissaris werd herkozen mr. H. C. Hintzen en benoemd mr. H. L. Woltersom. Rechtszaken Knoeien met bonnen De rechtbank te Zwolle heeft uit spraak gedaan in de zaken tegen ambtenaren va nhet Zwolsche distributiekantoor en enkeie andere verdachten. Zij hebben veertien dagen geleden terecht gestaan wegens het knoeien met distributiebonnen. De hoofdverdachte B. van V., tegen wien vier maanden gevangenisstraf was geëischt, werd veroordeeld tot twee maanden. G. van der K., die broodbonnen, welke van V. ontvreemd had aangenomen heeft, werd tot twee weken gevangenisstraf veroordeeld. De eisch luidde zes weken. Zijn broer E. van der K., die al? bakker, van deze bonnen had geprofiteerd, en tegen wien 50 boete, subs. 40 dagen was geëischt, werd ver oordeeld tot 15 subs, tien dagen. De ambtenaar G. N. U. H., die op onrecht matige wijze vetbonnen had afgescheurd en tegen wien 14 dagen gevangenisstraf was ge- eischt, werd veroordeeld tot 15 boete, subs, tien dagen. Eenzelfde straf werd opgelegd aan den amb. tenaar A. W. S., die van den verdachte van V. een aantal textielbijslagkaarten had aangenomen. Tegen hem luidde de eisch 20 subs, tien dagen. Tenslotte werd H. J. B., die eveneens tex tielbijslagkaarten van Van V. had aange nomen, veroordeeld tot 10 subs, tién dagen. Ook tegen hem was 20 subs, tien dagen geëischt. Scheepvaart Veiligheid van handelsschepen tijdens den oorlog Het D.N.B. meldt uit Stockholm, dat ver tegenwoordigers van scheepvaartkringen uit Zweden, Denemarken en Finland op uitnoo- diging van de Zweedsche autoriteiten op 6 Februari te Stockholm zouden tezamenko- men, om besprekingen te voeren over de veiligheid van handelsschepen tijdens den oorlog. S.P.T. meldt nog uit Stockholm: Alhier ls een conferentie van vertegenwoordigers van alle scheepvaartbelangcn in de Scandinavische lan den begonnen. Deze conferentie heeft ten doel maatregelen te nemen, waardoor aan de schepen der neutrale landen, onder de tegen woordige oorlogsomstandigheden de grootst mogelijke veiligheid wordt geboden. De bevoegde Noorsche instanties zullen van het resultaat der conferentie op de hoogta worden gesteld. Nieuwe Duitsche tarieven voor verzekeringen tegen het oorlogs gevaar op zee In Duitschland is een nieuwe schaal van premietarieven voor verzekering vair het oor logsgevaar op zee ingevoerd. De- nieuwe tarieven beteekenen een aanmerkelijke ver laging vergeleken mét de" oude no'eeringen. De premies zijn geldig voor scbëpen onder Duitsche, Italiaansehe en neutrale wlag. De we schaal vermeldt ook premienotee- ringen voor reizen van en naar Nederland- iche havens. NIEUWSBERICHTEN Hel RijnMarnekanaal voor de scheepvaart opengesteld. Parijs, 7 Febr. (D.N.B.) Het Rijn—Marne kanaal is weer voor de scheepvaart opengesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7