Rad ioprogram ma w to rnË W/ Ml if n m w L Jl n s m mm mmm ZA' P.DAG 8 FEBRUARI 194T PAG. 5 Kunst en Wetenschap De Nieuwe Taalgids De i >m van dn Uuechtsche hoogleeraar C. G. N. de V o o y s staat nog al- tij r het hoofd ;an Nieuwe Taalgids, - *r Jan tri i.ï 1.-/1 /.ijn 35ste jaargang is 'nvgnnnen. V de ze aai gang zijn thans de eer.-te twee iruers ?rschenen; zooals men weet is de firma J. B. Wolters ta Groningen de uitgever. In de ontwikkeling van de taalkundige wetenschap in ons land heeft dit tijdschrift mol or belangrijk aan deel i had. Hol heeft altijd open gestaan voor nieuwe denkbeeld- op het gebied dat het bestrijkt en laat zich niet verleiden tot eer naloopen van traditionéele inzichten of van rreeningen, die niet voldoende in de verkolI kheid v r. zyn. Vele bekende taalkundigen r then er in de loop der jaren zeer bnlr.n. ruke en baanbrekende artikelen in gapublieeerd werden uitgekomen werken besproken op objectieve wijze, waar bij gewaardeerd werd, wat op waardeering door z'n inhoud, ert niet door de naam van de schrijver of schrijvers alleen, kon aan spraak maken. Maar evenzeer werd de tiek niet gespanrd aan wat beneden de maat bleef Zoo am len gezonde denkbeelden ge bracht in de bi cede kring van leeraars en eer de arbeid van Prof. de Vo'-.y; g wu - -d is, is verleden jaar ge- toen hij zijn zilveren jubileum als De prachtige bundel op- n ld loc nngen die ter herden- leerlingen is uit gegeven, legt hier bovendien getuigenis van at. In het eerste nummer van de ni< jaargang schrijft A. V.', C. Zuidema de historische spelen van Albert Verwey; iW. H. Sta verman over het eeuwfeest van Klikspaan; „Studententypen" en B Nonch over ge; note-: de schooluitgaven en een merkwaardige dru' fout in Woutertj' Pi» >rise, Prof. N. van Wijk behandelt de scherp en zwak gesneden klinkers. Scherp ge sneden zijn de klinkers, w anneer ze op het punt van hun grootste intensiteit worden af gesneden of afgebroken door de volgende r cdeklinker <bv lat, bed, dop, kom); de stoord uitklw lar.gt vokalen (b.v. vader, maand; hoe ten dar zwak gesneden. Vroeger noemde men ze meestal gedekt of gedekt, of men sprak van fester Anschlusz" i n ..loser Anschlusz". Reeds vroeger heeft Prof. van Wijk hierover geschreven, maai i «kal betrekt hij de diachronische ontwik- ïng mede - bet onderzoek en plaatst hij c diachronische en de synchronische ge zichtspunten naast elkaar. Het tweede nummer van deze jaargang be- gin*. e» artikel van Prof. d e V o o y s over „scheldnamen, spotnamen en vle'namen". Het vorig jaar verscheen deze auteur de tweede druk van een studie over iet zoogenaamde „slang". Daarin heeft de chrijver het groote gebied var sche.dwoo ,n terziide g en. Ook voor leek op taalkundig gebied is dit artikel interessant. We hopen in een onzer volgende nummers cc-n e ander uit leze studie te ver- Stsverman geeft het slot ver nr artikel Kliks. aans „Studenten eer o m a schrijft over de korte o-klanken in het Neder!andsch en Prof. A. A. Verdenius over Twee klassieke ontlee ningen bij'Vondel. Hollandsche beschaving in de 19e eeuw Onder di1. opechri t - ïetst Mi. A. de Graaf een drietal vrouwen uit cfen kring de: Chr. prilantxopic Woord er Daad", Douair. Gravin Bylandt-van Looi, Mevr. yan Eeghen-geb JKvt. O.ga van Loon en at. da Casta- d. Bergh. Mooi geteekend 4e eerste: Als men binnenkwam in haar buitan, dan -v.fen het eer.-t de machtige boomen bij den A ijver en in de - e de sierlijke her,j es en }de reëen. Binnenkomende door een paar kamers heen, zag mm chter in een vrij donkere, vrij ,-:oude kamer (het is r.ajaar) maar naast een verandah met een schat van Jjfraaie bloemen, bii £en eectrisch kacheltje, een zeer oiide dame zitten, met een levend igep blik, maar zoo bescheiden, zoo stil terug getrokken, alsof zij zich byna schaamde over haar tegenwoordigheid, niet uit verlegenheid, maar uit behoefte aan groote bescheidenheid, zoodat men zich wel zou willen verstoppen om zioh te vernederen tegenover zoo groote nederigheid. Maar dit is slechts een eerste indruk, die niet blijvend is, wel als ondergrond, maar die uitwendig toch verdwijnt, doordat met zooveel aandacht wordt geluisterd naar wat men heeft mede te deelen, met zooveel aan dacht maar tevens met zooveel begrip, dat men zich zelf geheel vergeet, en men uit sluitend denkt over het onderwerp, waarover men ls komen spreken. En nu gaat men samen met gToote levendigheid verder denken. Eindelijk vertrekt men, maar het is zeker, dat zij na uw vertrek blijft denken over de problemen, door u ter sprake gebracht. Naar huis wandelende, denkt gij na over deze indrukwekkende persoonlijkheid, indruk wekkend. juist omdat zij zoo zeer op den achtergrond van het leven wenscht te blijven. Ging zij, als zij gastvrouw was (en welk een goede gastvrouw) niet werkelijk soms in een hoekje van de kamer zitten? En omdat gij de reden van deze bijna overdreven bescheidenheid, die geen ver legenheid was, aanvoeldet als een geestelijke beschaving, boeide deze edele figuur u bij uitnemendheid. Wilde zij alle aandacht van haar zelve afwenden? Wilde zij u laten voelen dat haar geld niet haar geld was, maar het geld van Hem die haar alles gegeven had en aan wien zij zich zelve gegeven had? Is het wonder dat men deze stille vrouw, toen zij overleden was, miste, .dat iedereen haar miste, de rijken zoo goed als de armen, omdat iedereen de gedachte had, dat zij, die zich altijd wilde geven, ook hun eigendom Is dit niet geestelijke beschaving? En is de grond van geestelijke beschaving niet geloof en de grond van geloof niet: zich zelf weg gegeven hebben, omdat „de eenige troost beiden in leven en in sterven is, dat men niet zijns zelfs, maar zijns getrouwen zaligmakers Jezus Christus' eigen is." Ons Kerkgezang Toen de bekende Engelsche prediker Spurgeon eens eer. kerk in ons land bezocht had, verklaarde hij, dat hij nu de koeien van Bazan had hooren loeien. Hij overdreef natuurlijk, maar de waarheid in die niet malsche critiek was niet te ontkennen. In „Belijden en Beleven" treffen wij een artikel aan van Henk A. Brongers, dat deze materie behandelt. Eerst wijst hij enkele zwakke plekken in de gemeentezang. Aller eerst is daar het tempo. In de ééne kerk wat sneller dan in de andere, maar in het algemeen veel te langzaam. Alle muziek, ook het eenvoudige lied, vereischt nu eenmaal een zeker tempo, wil ze niet alle verband, alle eenheid verliezen. Zoo valt Psalm 68, in het gebruikelijke tempo gezongen, in twee gelijke deelen uiteen, en datzelfde geldt voor vele andere psalnen. Verder zouden we den inzet van eiken regel kunnen no;men. De gemeente is dan altijd bij het orge iets achter, met het gevolg, dat zij ook achter blijft In de kerk zijn we daaraan gewend, maar luister eens naar den kerkzang, die voar de radio wordt uitge zonden. Dan val', deze leelijke ongelijkheid ook den minst mozikalen hoorder op. Er valt zoo meer te noemen. Maar dat is niet noodig, wan; als we het ons eerlijk af vragen, moet een ieder toegeven, dat ons zingen verre van fraai is. Maar nu: hoe kan dat beter worden? Er jn maar weinigen bij het kerkgaand publiek, die muzikaal ontwikkeld zijn. Maar volkomen •an muzikaliteit ontbloot is niemand. Een voudige muziek en zijn onze psalmen gezangen dat niet? kan elkeen waar- deeren en begrijpen. Welke middelen staan voor verbetering ten dienste? In de eerste plaats grooter oplettend heid en critischer zin bij het zingen, We moeten er rekening mee houden, dat we niet a capella, zonder begeleiding, zingen, maar dat de organist er is, om leiding te n. Bij het voorspel dient de aandacht al gespannen te zijn, zoodat de gemeente onmiddellijk na het afsluiten daarvan invalt. en den organist niet tot het leelijke „toontje vooraf" dwingt. Hieruit volgt, dat er groote nauwlettend heid betracht moet worden bij het kiezen van een organist. Wanneer er, bij het ontstaan van een vacature, geen candidaat is, die in het bezit is van een diploma, dat twijfel aan zijn competentie ten eenenmale buitensluit, moet er een examen afgenomen worden door een bevoegde instantie. Ook aan de orgels dient meer aandacht besteed. Voor een groote kerk, b.v. van 1500 plaatsen, is een orgel met een veertig sprekende stemmen noodig, maar dikwijls brengt men het, uit geldgebrek n.b., niet verder dan tot ongeveer twintig registers. Dat zoo iets op het zingen een fun est an invloed heeft, spreekt vanzelf. Een tegenwoordig hoe langer hoe meer toe gepast middel tot verbetering van het kerk gezang, is het houden van zangavonden. De schrijver acht het gewenscht, dat deze toe nemen, vooral, omdat men er rhythmisch kan leeren zingen. Dit te bereiken, acht hij winst; er kan mooier gezongen- worden en men keert ermee terug tot de oorspronkelijke zangwijze. Prijsvraag van het Schiedamsch Sted. Museum Een stadsgezicht in olieverf Het Stedelijk Museum Schiedam heeft be sloten een wedstrijd uit te schrijven, op het gebied der schilderkunst, waaraan Nederland- sche kunstenaars en kunstenaressen kunnen deelnemen. c vraagd wordt een schilderij in olieverf, waarvan het onder p een stadsgezicht Schiedam moet zijn. De grootste afmeting mag 1.50 m niet overschrijden. Het werk moet ongeteekend worden inge zonden tusschen 20 en 25 October aan hef Gebouw van het Stedelijk Museum Schie dam. De jury bestaat uit: prof. J. H. Jurres, prof. Huib Luns, Bart Peizel en de heeren P. Dirk zwager, lid der commissie van het Stedelijk Museum en C. H. Schwagermann, conser vator. Voor de best gekeurde inzending wordt een prijs van 300 en voor de naastbijkomen- de een prijs van 200 uitgfloofd. Het Stede lijk museum Schiedam behoudt zich het recht voor het werk, dat met den eersten prijs werd bekroond, voor 150 en dat van den tweeden prijs voor 100 aan te koopen. Na de uitspraak der jury zal tenminste gedurende veertien dagen in het stedelijk muset'.n een verkoopten toonsteling worden gehouden van alle inzendingen. Van de opbrengst der verkochte werken zal 10 pet. komen ten bate van de „Vrienden van het Stedelijk Museum Schiedam". Alle correspondentie betreffende deze prijs vraag te richten tot den conservator van het stedelijk museum, den heer C. H. Schwager- Winssum zijn gehouden, doch wegens gebrek aan deelneming werd hij eenige weken geleden afgelast. Onder deze omstandigheden wees de Groninger IJsbond den titelwedsttijd toe aan de ijsclub Hunsingo te Onder den Dam, die thans niet minder dan 36 rijders, onder wie verscheidene sterke Friezen, aan den start zag verschijnen. Desniettemin werd het kampioen schap nu eens niet door een Fries gewonnen. De titel was voor den Eelder athleet Hoven, die in den eindstrijd Doeke Hielkema van Bontebok achter zich liet. Deze beide rijders maakten den snelsten tijd (15.2 sec.) Op de derde plaats kwam de internationale voetbal ler Abe Lenstra uit Heerenveen. De wedstrijd, die groote belangstelling trok, was eerst om half acht geëindigd en het gevolg was, dat de beslissende ritten minder tot hun recht kwa- omdat zij in het donker moesten plaats Lichamelijke Oefening Schaatsenrijden. BREUKELEN HULDIGT BOSMAN De bevolking van Breukelen heeft Bosman, den winner van den tweeden prijs in den elfstedenwedstrijd, een grootsche ontvangst Bij zijn aankomst aan het station had zich een gToote menigte verzameld, terwijl ook de muziekvereeniging Breukelen aanwezig was. Ook de loco-burgemeester van Breukelen- Nijenrode, de heer J. Molenkamp en de gemeen tesecretaris, mr. van Ginkel, gaven van hun belangstelling blijk. Bosman reed, vergezeld door zijn drie vrienden, die eveneens den tocht met succes volbracht hebben, in een open rijtuig naar hotel Het Statenwapen, waar de officieele huldiging plaats had. De rijder werd daar door den heer Molenkamp op har telijke wijze toegesproken. HOVEN KAMPIOEN VAN GRONINGEN Niettegenstaande den dooi heeft de hard rijderij voor mannen om het kampioenschap van de provincie Groningen doorgang kunnen vinden. Oorspronkelijk zou deze wedstrijd te ONS FEUILLETON i Groninger en hij besloot zich r HILVERSUM I Maandag 10 Februari 5.15 Nieuws-, beursberichten ANP 5.30 Orgelspel '6.00 9.05 berichten) fi wi r.ramofoonmuziek reportage of Immuzlek :h Stedelijk elven De i. die God ezing emengd zang- ,erna: Schrift- e berichten ANP aiichten ANP ig. I 301.5 M 8.30 Nieuwsberichten ANP gramofoonmuziek 10 00 VPRO: Morgenwijding 10.20 Gramofoonmuziek 11.00 Declamatie 11.20 Pianovoordracht en gramofoonmuziek 12.00 Berichten £ïiïUANP 1215 Orgelspel met gramo- foonmuziek 12.45 Nieuws- en oeconom. berichten ANP 1.00 VARA-orkest en solist 2.00 Esmeralda en solisten 2.50 Keukenpraatje 3.15 Fluit en piano 3,45 Cyclus „De vrouw in haar beroep" 4.00 Gramofoonmuziek m. toelichting 4.30 Voor de kinderen 5.00 VPRO: Cyclus „Het gezin in onzen tijd". 5.15 Nieuws-, oeconom. en beursberichten ANP 5.30 De Ramblers 6 00 Esmeralda 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek 7.007.15 Oeconom. vragen van den dag ANP en sluiting. SCHAAKRUBRIEK Eventueele correspondentie over deze rubriek te richten tot; H. J. J. Slavekoorde, Valken- boschkade 625, Den Haag. Oplossingen der problemen en eindspelen moeten uiterlijk op 15 Februari a.s. in het bezit van den redacteur zijn. Albin's tegengambiet (slot) Wij beginnen met het afdrukken der stelling, welke wij in onze vorige rubriek bereikten en welke was ontstaan na de zetten: 1. d2d4 d7d5 2. c2c4 e7—e5 3. d4xe5 d5—d4 4 Pgl—f3 Pb8c6 5. Pbld2 Stelling na 5. Pbld2 1 i. I A 14 4 4 4 Ï2 'ér 4 WM. 8 ia D \JAt a m A a b c d e f g In plaats van Pblb2 kan wit ook terstond g2—g3 spelen. Maar het witte paard kan van d2 uit op het juiste moment naar b3 gespeeld worden en van daar uit den zwarten pion op d4 aanvallen: daarom geeft men aan Pbld2 meestal de voorkeur. Minder doelmatig ware 5. Lelf4, omdat zwart dan later door Pg8e7g6 een tempo Na 5. Lelg5 zou het pionoffer 5f7f6 gevolgd door 6. e5xf6 g7xf6! 7. Lg5f4 Pg8 e7 en 8Pe7g6 zwart goede vooruitzich ten bieden. 5Lc8e6 Na 5. Lc8g4 moet deze looper eerst door h2h3 naar h5 verdreven worden. Dan volgt 6. a2a3 (om eventueel b4 te kunnen spelen) a7a5 7. Dfla4 benevens 8. g2g4 en 9. Lflg2, waardoor de zwarte damevleugel een weinig in gevaar zou komen. Ook het pionoffer 5f7f6 leidt bij goed tegenspel tot nadeel voor zwart: 6. e5xf6 Pg8x f6 (na 6Dd8xf6 7. a2a3 dreigt wit reeds door Pd2b3 pion d4 te heroveren) 7. g2g3 en zwart heeft niet voldoende compensatie voor den geofferden pion. Door den looper naar e6 te ontwikkelen belet zwart tijdelijk den zet Pd2b3, omdat pion c4 is aangevallen. 6. a 2a3 Dd8-d7 Hierdoor wordt Tad8 of de lange rochade voorbereid. ?- g2-g3 Wit kan pion d4 niet veroveren zonder pion c4 in den steek te laten. Zoo beschikt zwart na 7 b2b4 Pg8—e7 8. Lel—b2 Pe7—g6 9. Tal—cl (om c4 te dekken) Ta8—d8 10 b4—b5? Pc6xe5 11. Pf3yd4 over den aardigen zet Lf8xa3!, bijv. 12. Pd4xe67 Dd7xe6 13. Lb2xa3 Pe5d3 mat 7Pg8e7 8. Lfl—g2 Pe7—g6 Nu kan zwart zijn geofferden pion niet zon- t meer terugwinnen, omdat na tweemaal slaan op e5 pion b7 instaat. Wit staat echter voorloopig wat gedrukt. Het beste ls waar schijnlijk de voortzetting b2b4 en Lelb2. Zwart zal dan öf lang rocheeren om na de korte rochade van wit met zijn h-pion op te rukken, èf hij zal eerst rustig Lf8e7 en 00 snelen om zijn koning niet aan den druk van Lg2 bloot te stellen. Wit heeft misschien iets betere kansen, maar het is niet eenvoudig dit kleine voordeel uit te buiten. Dit gaat gemeen lijk slechts ten koste van groote complicaties Albin's tegengambiet is in de handen van een aanvalsspeler een gevaarlijk wapen, maar wit kan er zich rustig op inlaten, wanneer hij er zich maar voor hoedt den pluspion ten koste van zijn ontwikkeling te verdedigen. Voorzoo ver men tegenwoordig kan oordeelen is er geen reden om den zet 2. c2c4 wegens het ant woord e7e5 te verwerpen. Een fraai offer Onderstaande partij werd gespeeld ln den wedstrijd tusschen Utrecht en dë Haagsche Chr. Schaakvereeniging, welke wedstrijd op 1 Fe bruari 1941 te Utrecht plaats vond. De "zwart- speler komt in ernstige moeilijkheden tenge- VERSCHENEN: ONGELOOF EN REVOLUTIE door Mr. G. GROEN v. PRINSTERER VIERDE UITGAAF Ing. .4.20 - Geb. 5.15 VOORHANDEN Firma DE KLER, Oude en Nieuwe Boekhandel, Nieuwe Rijn 45, Tel. 20885 LEIDEN volge van het feit, dat hij een riskanten zet doet Toch schijnt het alsof hij den dans zal ontspringen, waarna zijn pnionnenmeerderheid op de damevleugel van beslissende beteekenis zal worden. Wit weet echter den aanval steeds weer te doen opleven en eindelijk volgt dan een fraai offer van een paard, dat gelijktijdig de beslissing brengt Wit: J Fernhout (H. Chr. S.V., Zwart: L. M. Bruins (Utrecht). Evansgambiet 1. e2e4 e7—e5 2. Pgl—f3 Pb8—c6 3. Lfl—c4 Lf8c5 4. b2b4 Lc4xb4 5. c2—c3 Lb4—a5 6. d2d4 e5xd4 7. 0—0 La5xc3? Een veel te riskante zet Reeds in 1851 was bekend, dat deze zet zwart sterk in het nadeel brengt. 7La5b6 was de aangewezen zet. 8. Pbl X c3 d4xc3 9. Ddl—b3! Kg8—f8 10 Lc4xf7 Dd8—f6 11. Lf7—h5 g7—g6 12. Lel—g5 Df6g7 13. Lh5g4 Pg8—f6. Deze zet is even voor de hand liggend als sterk. Het is nu voor wit niet zoo gemakkelijk den aanval voort te zetten, vandaar dat wu even onderzoekt of zwart som» in remise door herhaling van zetten wil treden. 14. Db3a3+ Kf8—g8 15. Da3—b3t Kg8—f8 16. Db3—a3t Pc6e7? Zwart had beter gedaan met het onultgespro; ken remiseaanbod van wit te accepteeren. Nu komt hij steeds verder in de verdrukking. 17. Da3xc3 Pf6xg4 18. Lg5xe7t Kf8—g8 19. Le7b4 d7d6 20. Pf3—g5 h7—h6 21. Dc3—b3t Kg8—f8 22. Db3f3t Kf8—e7 23. Lb4—c3 Pg4— e5 24. Lc3xe5 d6xe5 25. Df3—a3t Ke7—f6 26. Pg5—f3 Lc8g4 Eindelijk kan deze looper spelen, schijnbaar ten minste, want wit's volgende zet leert, dat pion e5 dringend bescherming behoefde. 27. Pf3xe5! Lg4—e6 28. Da3—c3 Ta8-^c8 29. Tfl—dl Th8g8 30. Tdl—d3 Kf6—e7 31. Dc3— c5t Ke7—e8 32. Tal—dl Tg8—f8 33. h2—h3 Tf8— 34. f2—f3 h6h5 35. Pe5—c6ü Dit fraaie offer brengt gjeteen de beslissing, ongeacht of het wordt aangenomen of niet 35b7 x c6 36. Dc5xc6t Ke8— f8 37. Td3— d8+ Tc8 >'d8 38. Tdlxd8+ Kf8—e7 39. Dc6xc7f Ke7—f6 40. Dc7xf4t. Zwart gaf het op. Met een kwaliteit en twee pionnen achter is toch niets meer te bereiken. EINDSPELRUBRIEK Eindspel Ten J. Fernhout (eerste publicatie). Oplossing: 1. Le2xb5 Ke4—d5 2. Pg6e7t Kd5—d6 3. Pe7f5t Kd6—c7 4. Pf4g3 en wint Wit verovert in elk geval de beide zwarte Êionnen en blijft dan met paard en looper tegen oning over. 2. Pg6f4t faalt op 2. Kd5d6 en pion h2 is niet meer tegen te houden. Schijnbaar is 2. Lb5a6 wèl voldoende. En hier komt dan de vergelijking met het eindspel dat wij in onze rubriek van 14 December publi ceerden, tot haar recht Maar na dien zet ont komt zwart nog juist aan de nederlaag: 2. Lb5 a6, Kd5c6 3. La6—e2, h2—hlD 4. Le2—f3f Dhlxf3 5. Pg6e5t Kc6—b6 met remise. Wat in het vorige eindspel noodzakelijk was, is hier juist verkeerd. 3. Lb5c6 is onvoldoende wegens 3 Kd6xe7 4. a4a5 Ke7—d6 en zwart wint zelfs nog. PROBLEEMRUBRIEK Onderstaand probleem geven wij ter oplos sing. Men late zich niet door het aantal zetten afschrikken. De oplossing is werkelijk niet zoo moeilijk te vinden en bovendien geeft het motto een aanwijzing. Probleem van H. Bolton (Chess Players Chronicle 1841) ,De Schildwacht". BONN ARTIKEL BON DUUR HOEVEELHEID Bloem BL 4 tm. 23 Febr. raniw gebak of 35 gr meei of bloem 5p gr roggebrood of 50 gr ander brood of Boter ot margarine Bo. 28 (oude kaart) Ve. 28 (oude kaart) Bo. 02* (nwe kaart) Ve. 02* (nwe kaart) tm. 9 (16) Febr. t.m. 9 (16) Febr. 10 tm 16 (23) Febr 10 tm. 16 (23) Febr. 250 gr boter of mar garine of 200 gr. vet 250 gr boter of mar garine Brandstoffen Haarden en kachels Voor centr. rerw. Cokes Generafor-anthraciet Generafor-turf (Vierde periode) K 08 t.m 10 K. 11 12 13 K 15 t.m 24 K 25 t.m. 32 (Vierde periode) (Eerste periode) (Eerste periode) tm 28 Febr. tm 14 Febr. tm 28 Febr. tm. 14 Febr. um. 28 Febr. tm 28 Febr. tm 28 Febr. tm 28 Febr. eenheid vaste brandst 1 hl 50 stuks baggerturf Br. 25 BI. 4 Br. 01 (nwe kaart) Br. 02* (nwe kaart) evt tm 9 Febr. evt tm. 9 Febr. tm 9 (16) Febr. 10 tm 16 (23) Febr. 100 gr roggebrood of 100 gr ander brood of 1 rantsoen gebah 50 gr. brood 100 gram brood A. 59 A 3 (nwe kaart) A 4* (nwe kaart) evt tm 9 Febr. tm. 9 (16) Febr 10 tm 16 (23) Febr. 1 el Gebok Br. 25 BI. 4 Br. 01 (nwe kaart) Br. 02* (nwe kaart) evt tm 9 Febr. tm 23 Febr tm 9 (16) Febr. 10 tm 16 (23) Febr. Vi rantsoen Gort. gortmoot of Grutten A 44 tm 21 Febr. 250 gram Havermout, havervlok ken, gort of grutten A 57 tm 21 Febr. 250 gram Hondenbrood H 15 tm 28 Febr. 1 rantsoen K.a. A. 19 32 45 58 tm 23 Febr. 100 gram Kattenbrood K 15 1 t/m. 28 Febr. 1 rantsoen Koffie A 02 (nwe kaart) tm 16 Maart 125 gram Macaroni of vermi celli of spaghetti A 31 tm 21 Febr. 100 gram Maizena of griesmeel of puddingpoeder A 87 tm 21 Febr. 100 gram Peulvruchten (erwten, boonen en eapueijners) A 102 tm 16 Febr. 500 gram Petroleum Per. 8 Per. D tm 23 Febr. tm. 23 Febr. 2 liter voor verlichting voor de keuken Rijst (-emeel, -gries, -ebloem) of grotten- A 92 tm 21 Febr. 250 gram Scheerzeep A 117 tm 30 April 50 gr. scheerzeep, tube of pot Slaolie nieuwe bon nog niet bekend afleveringstermij n van oude bon 21 verlengd tm 28 Febr. Suiker A 91 tm 14 Febr. 1 kg. Thee A 02 (nwe kaart) tm 16 Maart 50 gram Vet Bo. 02* (nwe kaart) Ve. 02* (nwe kaart) 10 tm. 16 (23) Febr. 200 gram Vleescb VI. 16 VL 01* evt tm. 9 Febr. tm .16 (19) Febr. 100 gram vleescb Vleeschwaren VL 16 VL 01* evt tm. 9 Febr. tm 16 (19) Febr. 1 rantsoen Zeep AangezieD het oi dagelijks de bonnenL (no. 51) uit te knippen Nieuwe bon A 01 (nwe kaart) is mei het oog o ijst te publiceeren, en te bewaren, tot de tm 28 Febr. de plaatsruimte verzoeken wij onz volgende, no. 52 ver rantsoen niet mogelijk is om en lezers, deze lijst schijnt Tenminste, dat zei Martha." roken, Martha? Was ze in de stad?" n de stad. Ik belde haar vanmiddag even rovincie in, maar zou om acht uur wel Martha groote moeite. Zij moest vrien- jn, maar zij zou wel kunnen huilen van »g- beter op, toen Tjaard en Truus kwamen, n en het ruime vertrek gevuld werd met oeder niet al te wel was", zei Heino pla- er niet veel van. 't Was zeker het oude ongen. 't Was de vreugde over je komst, akte". irlijk lang weggebleven, Heino", meende elle, dat oom Heino kwam, maar hij keek n voorwereldlijk dier sprak. Wat weet hij hebt het schandelijk gemaakt. Rotterdam waarde schoonzuster, 't Is bij ons altijd niet over twisten. Je bent er nu. Maar et wel wat overdreven was." van af, wat zaken Heino bedoelt", lachte auw vermoeden, dat bruine of blauwe of i Rotterdam gevangen houden. Wat jij, an", antwoordde Martha, die nauwelijks •ertrouwt mij zijn hartsgeheimen niet toe." Martha uitte deze laatste woorden op snijdend-scherpen toon, zoodat Truus haar te meer, want zij had het reeds gedaan, met opmerkzaamheid aanstaarde. „Er is van dat alles absoluut geen sprake", zeide Heino. „Ik ben zoo vrij als een vogel in de lucht". „Dan wordt het toch zoo langzamerhand eens tijd, kerel. Je krijgt nu een prachtpositie in Amsterdam, zoodat je behoor- liik een vrouw kan onderhouden, beter dan ik het kan doen." „Je moogt je aanstaande vrouw tenminste wel behoorlijker behandelen dan Tjaard zijn vrouw doet, Heino", plaagde Truus. „Tjaard maakt er maar wat van." ,,'k Weet wel beter", zei Heino. „Overigens helpt al dat ge praat niet. Ik denk voorloopig niet aan verloven en trouwen." Een heftige blos bedekte Martha's gelaat. Zij verborg dien, door haastig op te staan, om koffie te schenken. Maar Truus had het gezien. En over het gelaat van Tjaards vrouw vloog een peinzenden trek Ietwat later zeide Martha, dat zij naar haar kamer ging, uit sprekend de verwachting, dat zij den volgenden morgen wel iets beter zou zijn. „Wat heeft Martha?" vroeg Tjaard. „Ze is niet wel. Ik vermoed, dat het voorjaarsweer haar par ten speelt", dacht mevrouw Schrader. Toen Tjaard en Truus vertrokken, werd afgesproken, dat de anderen den volgenden middag bij hen zouden komen en na kerktijd er verder den avond zouden doorbrengen. „Als Martha tenminste weer is orde is Anders blijf ik thuis", zei mevrouw Schrader. „Dat zal wel, als zij mankeert, wat u vermoedt. Dan is een wandeling in de buitenlucht juist heel goed", meende Truus. HOOFDSTUK V. „Neen, laten we niet trammen, maar loopen en een ommetje maken", zei Truus, toen zij met Tjaard buiten op straat liep. „Ik moet eens even met je praten." „Wat heb je?" vroeg Tjaard verwonderd. „Dat weet ik zelf niet. Zeg, heb je iets bijzonders aan Heino gemerkt?" „Iets bijzonders? Wat bedoel je? Ik heb gemerkt dat hij allu res heeft gekregen, die hij vroeger niet bezat. Verder meent hij, geloof ik, dat het Amsterdamsche filiaal alleen kan blijven be staan, als hij er heen gaat. Me dunkt, dat hij zich een tikje te veel gaat verbeelden. Maar de ervaring zal dat wel wegbeze- men. En dan is zijn toon veel losser dan vroeger. Een grapje is best. Maar zoo nu en dan klinkt er nauw verholen spot met wat ons heilig moet zijn in zijn woorden. Toen wij over die preek spraken, ging hij bepaald over de schreef. Ik zag aan moeder, dat zij er ook zoo over dacht. En dan is hij, veel meer dan vroeger, een materialist in optima forma. Dat alles heb ik meenen op te merken. Heino gaat er in Rotterdam niet op voor uit Bedoel je iets van dit alles, Truus?" „Neen, dat bedoelde ik niet Eigenlijk heb ik daar niet zoo bij doorgedacht, behalve dan van die lichte spot, die mij ook opviel. Neen, ik bedoel iets heel anders. Vrouwenoogen zien in die dingen altijd scherper. Ik geloof, dat er iets is tusschen Heino en Martha. Me dunkt, het is niet zuiver tusschen din twee." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5