MARNIX VAN ST ALDEGONDE (1540-1940)
II (slot)
Zoo bleek hy in dienst van den Prins een diplo
maat van den éersten rang, wel blijvend in de
schaduw van dezen, die geniaal was als staats
man, die het was „every inch". Hij handelde zel
den op eigen initiatief; hij werd in 1571 voor goed
's Prinsen rechterhand en boezemvriend tevens,
die de meest delicate opdrachten te vervullen
kreeg, o.a. heeft hij in het huwelijksplan van den
Prins, die om de haod dong van Charlotte de
Bourbon, belangrijke missie's vervuld; en de bruid
begeleid vanuit Heidelberg in de Palts naar Hol
land. Het was Marnix die tot in Polen toe op
zoek ging naar professoren voor de in 1575 ge
stichte Leidsche hoogeschool; hy is het hoofd van
het gezantschap dat aan Anjou, broeder van den
Franschen koning, de souvereiniteit over deze
landen aanbiedt Maar zijn primair functionnee-
ren komt sterk uit en bereidt hem désillusie's, als
hy in het gevolg van Anjou te Londen zich be
vindt, en er huwelijksplannen in de maak zijn
tusschen Koningin Elisabeth en den Franschen
hertog. Dan heeft Marnix de situatie of liever
de hun-rol-spelende partijen niet dóór Elisabeth
houdt Anjou voor den mal; ze wisselen komedie
achtig van ringen en Marnix geeft het sein door
naar Holland om daar alvast de pektonnen te
branden ter eere van het paar. Als het blijkt
hoe groot de vergissing Is, trekt Marnix zich voor-
loopig terug in de stilte van zijn kasteel te West-
Souburg, waar hij genoot van zijn geliefde stu
diën, zijn psalmberijming verbeterde en liefheb
berde in tuinbouw en bloemenkweekery. Zijn
eigenlijke, diepste wezen zocht en beminde de
stilte. Hij drong zich aan de daad nooit op. Hij
heeft diep in zich altoos de begeerte gekend naar
een leven voor de wetenschap, in zijn genre
de theologie. Hij was een „kerkvader", een vraag
baak als Calvyn het was, voor velen, o.a. de
vluchtelingengemeenten in Londen, de Palts, etc.
Als diplomaat in de schaduw van den Prins ver
mocht hij veel. maar hij moest geroepen worden,
zooals hy zelf beleden heeft. Ambitie heeft hij
niet gekend voor dat gevaarlijke diplomatenspel,
al had hij er als voorzichtig, scherzinnig intellec
tueel wel groote talenten voor. Dat hij den Prins
hoogelijk vereerde, ook als karakter, toont hoe ze
gelijkgestemde geesten waren, al bleven er mar
kante verschillen. De Prins was doodsbenauwd
voor een nieuwe „munnikery", d.w.z. een over-
heersching van de kerk over de staat en van de
ambtsdragers over de „leeken". Zoo voelde de
Prins niet, Marnix wel voor de kerkelijke tucht,
en wilde godsdienst-vrijheid ook voor de Weder-
doopers; Marnix, in dit opzicht onverzettelijk, wil
de wel de Roomsch-Katholieke Kerk aan haar
plaats laten, maar in geen geval de anabaptisten
als daarmee gelijkgerechtigd dulden. Tegen de
Wederdoopers schreef hij op lateren leeftijd 'n ge
schrift „Onderzoeking ende grondelijke weerleg-
ginge der geestdrijverische leere", waarin de theo
loog vaste lijnen aangeeft van Schriftexegese
tegenover de allegorische verdamping der histori
sche openbaringsfeiten, het z.g.n. innerlijke licht
der enthousiasten.
Fanatiek moge de jonge Marnix zich hebben ge
uit in zyn pamfletten, b.v. als hi) de beeldstor
merij eer*t in 't Hollandsch. daarna in 't Fransch,
fyda Arttü ihhJi.l.
i tutis.'l.-i ti<-
'7*y Dor? -j ;rns a'-ijncn
/(tjnmuU Ytrtitiü
y-tr fpltruii»/ (_*7r./r:tvrr, .jsn.r
'bluiijismj-Uyoipr.tff.uiujun
'ïipU Th'iUpfuj Ifrtru.
'ItguisAwj kjc 1.7 .n* -
p
Jyrnhlu»
TêJ'u
.tetlrul K_-
JV/y— -■
,,y,> /e T. -« -
—nr..-- l "-*■
Een blad uit een „Vriendenalbum" van Jan
van der Does, eigenhandig door Marnix
F geteekend
(Uit eigen archief)
vurig verdeelgt, o.a. tegenover Martinisten (Lu-
therschen), ouder geworden en meer levenswys,
blijkt hy den Prins te verstaan en con amore
met hem mee te werken voor een geeste
lijke vrijheid, die helaas in fanatieke Calvinis
ten felle tegenstanders ontmoet (Datheen e.a.).
Dat bewees hij in de jaren 1576—1579, zware
jaren van spanning en inspanning van de zijde
van den Prins, ook van Marnix, om Noord en
Zuid, Gereformeerd en Roomsch, saam te binden
in den gemeenschappelijken stryd tegen een ge-
meen schappelijk en belager. Geen geduchter be
strijder van Don Jan's verzoeningsgezinde poli
tiek (1578) dan Marnix, die hem doorzag en be
streed met de hem eigene vlotte, warme welspre
kendheid in de vergadering der Staten. Hy was
het die de extremistenDatheen, Rijove en
Hembyze op last van den Prins te Gent ging over
reden om den godsdienstvrede ook daar te dul
den; met gevaar voor eigen leven heeft hij die
zending volbracht Ook 's Prinsen vriend zal daar
den smaad ondervonden hebben die over zijn last
gever werd uitgegoten, als zou deze van religie
veranderen als van jas of rok, en een atheïst moest
wezen, die godsdienst bedreef uit opportuniteit en
voordeel
De mensch wikt, God beschikt.Het is Marnix
zelf die in later dagen de smaad rijkelijk over zich
ziet uitgegoten, de laster vooral als zou hij de
oorzaak zijn, dat de Zuidelijke Nederlanden
Spaansch waren geworden. Hij werd op uitdruk
kelijk verzoek van den Prins burgemeester van
Antwerpen; liever was hij op West-Souburg's
rustige huizinge gebleven. Maar hij gaat
en hij moet in 1585 capituleeren: Parma krijgt
Antwerpen na een van weerskanten hevige strijd.
Dat werd zijn zwaarste tijd, want er scheelde
weinig aan of hij, die verrader gescholden was,
werd ook als zoodanig gevangen genomen. Hij
heeft zich in een publiek geschrift verdedigd. Hy
mag niet eens op Walcheren in zijn kasteel wo
nen; hij gaat er toch heen maar mag zijn kasteel
niet verlaten. Wat een beproeving voor dezen
man, die een grootheid van karakter blijkt te be
zitten dat bestand is tegen de meest pijnlijke
nederlaag, de felste beproeving. Vlijm-scherp zegt
Busken Huet hiervan: „Om zijn (Marnix') eigen
oud-teslamentische lieve!ingstaal te bezigen
Marnix is de bok Azazel geweest, dien de Zeeu
wen en de Hollanders de woestijn hebben inge
jaagd, beladen met de zonde van Antwerpen's
verlies, dat bestemd was de opkomst van Mid
delburg, van Rotterdam, van Amsterdam te wor
den." Ziehier de kronkelwegen der vaderlandschc
toenmalige politiek: toen Antwerpen belegerd
werd, liet het Noorden denzelfden man in den
steek, die later als laffe verrader de schuld van de
debacle op zyn arme hoofd ziet geladen. En
van achteren gezien heeft dat Noorden vanwege
de belangen der beurs heimelijk gelachen om
Antwerpen's val, terzelfder tijd dat ze Marnix
boycotten
Marnix een fanaticus, een extremist We hebben
sterke bewijzen van het tegendeel. Hooft
zegt van hem: hy was meer op den vrede dan op
den oorlog afgericht. Als soldaat, als militair
faalt hij, de enkele malen dat hij actief aan den
krijg deelneemt. Zoo in Antwerpen als bij Maas-
landsluis, waar hij aan 't hoofd van een legertje
daar geponeerd, overvallen werd door de Span
jaarden en na persoonlijk dapper verweer (zyn
soldaten lieten hem in den steek) werd gevangen
genomen.
Tijdens zijn hechtenis genoot hij de vrijheid tot
briefwisseling en studie.
Zijn Hebreeuwsch Oude Testament dat hij altoos
bij zich droeg, geeft hem gelegenheid zyn Psalm
berijming voort te zetten. Maar: deze stilte is
gevaarlyk, want er wordt op zijn leven geloerd,
al werd er namens den Prins hard gewerkt voor
een ruil van Marnix met voorname Spaansche ge
vangenen als Bossu of Mondragon. In die maanden
van eenzame opsluiting overvalt hem een depres
sie, die nauw verband houdt rpet zijn karakter, dat
altoos de stimulans behoeft van wie daadkrachti
ger is dan hij zelf. Hij legt den Prins vredesplan
nen voor, niet zonder overleg met Requesens, den
landvoogd en Noircarmes. Zelfs mag hij den Prins
gaan bezoeken te Rotterdam, om zich met hem
over die plannen te beraden, gijzelaars in zijn
plaats achterlatend als waarborg.
De Prins is onverzettelijk in zyn politieke opinie:
hy wil van geen vrede weten, zoolang er nog
Spaansche troepen in het land zijn. Hij zei een
keer tegen Marnix: „Vertrouw hen nooit die hun
aan ketters gegeven woord niet houden." De
nuchtere reëele politiek van Oranje wantrouwt
waar Marnix nog gelooft aan goede trouw by den
tegenstander.
We zeiden zooeven: h^ was een depressie waar
onder Marnix toen tot die vredes-idee kwam.
Heeft hij in dien tijd niet het plan geopperd een
nieuw vaderlimi te zoeken, waar voor de ware
kerk een wijkplaats was Maar: aan de andere
kant is het ook geheel in de lijn van Marnix' kijk
op den oorlog met den Koning, dat hij zoo deed.
Hij inoge dan niet de dichter zijn van het Wilhel
mus, maar uit zyn hart is het gezongen
Den Koninck van Hispaniën
Heb lek altijt geëert.
By den vromen Marnix ging het au fond niet om
de ptflitieke onafhankelijkheid der 17 gewesten;
boven alle dingen gaat het hem om vrijheid van
geweten, of, in de trant van 't Wilhelmus
Voor God wil ik belijden.
En Zijner groter macht
Dat ik tot gener tijden
Den Koninck heb veracht;
Dan dat ik God den Heere
Der Hoogster Majesteit
Heb moeten obédiëren
In der gerechtigheid,...
Hij, die als wapenspreuk koos, het vrome: Repos
ailleurs, had den vrede lief boven den strijd; na
den val van Antwerpen schreef hij aan een
vriend: „Ik ben van oordeel dat wij ons moeten
vernederen onder de hand van God, dat wy Zijn
mond ondervragen, en oplettend luisteren naar
wat Hij spreekt en dat wy er ons voor wachten
Hem te verzoeken. Ik zie ook dat men zoo vaak al
tevergeefs de wapenen heeft beproefd en dat, hoe
langer de oorlog duurt, hoe meer de kennis van
God en de ware vroomheid wordt gebluscht en
vernietigd; zonder nog te spreken van de totale
ruïne en onderwerping van het vaderland; en
toch wil men het opnieuw met de wapenen wagen
Monument te West-Souburg, in 1872 door
Antwerpenaren opgericht
(Uit het archief)
en hopen togen alle hoop en alle waarschijnlijk
heid en waarom zou men niet opnieuw kunnen
trachten te komen tot een gemeen accoord en
hopen tegen hoop dat God de harten buige en
zal doen hetgeen Hij tot nu toe niet deed
Dat Marnix na den val van Antwerpen gewan
trouwd werd, had oorzaak: ze vonden dat hij veel
te vertrouwelijk met Parma had omgegaan. En
inderdaad: Parma had in den burgemeester van
Antwerpen een nobelen partner ontdekt; hy
schreef van hem dat hij heel sterk aan zijn gods
dienstige overtuiging gehecht was, maar dan ook:
onomkoopbaar. En moge Marnix vaak geaarzeld
hebben als het op doorzetten aankwam, feit is ook
dat hij door zijn vijanden onverzettelijk werd be
vonden ten aanzien van de kern-oorzaak van den
opstand: religie- en gewetensvrijheid. Granvelle
zei, toen hij meende dat Jean Jaurequi's aanslag
was gelukt ik wilde wel dat Marnix zich met
den Prins had laten begraven, zooals Indische
vrouwen bij de dood van hun geliefde vorst ple
gen te doen."
Een geroepene bleek Marnix, geroepen door den
Prins maar wat steeds meer bleek geroepen
door de Voorzienigheid voor een taak die hem
meermalen te zwaar drukte. Meer dan eens heeft
hy den Prins om ontslag gevraagd; eenmaal
schreef deze hem dit treffend-vrome woord: „St.
Aldegonde, dulden we dat men over ons loopt,
mits we de kerk des Heeren maar kunnen die
nen". Ze hebben over die twee geloopen, tot
verdoens toe
Had het aan Marnix gelegen, de strijdbijl ware al
in 1573 begraven, mits de koning religie-vrijheid
had toegestaan. Maar: de nood en de noodzaak
van den oorlog was en bleef hem opgelegd. Hij
heeft zoo raak gekarakteriseerd waarom in 1531
den koning de gehoorzaamheid moest worden op
gezegd, een daad van vérstrekkende kracht, die
alleen mogelijk was omdat inderdaad de inzet van
den strijd bleef zooals Marnix die altijd zag: „Wij
verwerpen den Koning, ook dewijl hij, gezworen
vijand van de ware religie en van Gods Woord, in
geenerlei manier het Bestuur des lands hebben
wil dan op voorwaarde van het Rijk van Jezus
Christus te kunnen uitroeien".
Een zeldzaam gaaf en hoogstaand karakter, waar-
f
Ik den jongen binnen riep zei hij. den draad beet
pakkende Nee Mama, eerst dominee luisteren I
VOrig jaai Ilad hij rvom olijk do licrlllclcfooil b(J
zyn Opoe in gebruïK gezien
Platen kijken doet hij natuurlijk graag. Op een
keer liet m'n man hem in den platenbijbel zien
Jezus wandelende op het meer. Hij vertelde hem,
dat de Heere Jezus dit maar alléén kan, papa en
mama ook niet. Terwijl hij wees op het scheepje
der discipelen kwam er toen zoo naief mogelijk
uitPapa ja Gróóte schoenen aan
Met Sint-N icolaas had hy een paar luxe zakdoek
jes gekregen. Op één ervan stond een trein ge
drukt. Toen ik na het wasschen dezen opnieuw
aan hem gaf door het wasschen was het plaatje
zoo goed als geheel verdwenen riep hy, teleur
gesteld kijkend op z'n zakdoek: O, Mama, stoute
tramme weggerijd
Het volgende is uit wat een vader uit Rotterdam
ons nog schrijft
„Een Opa als medewerker aan de afdeeling „Wat
kinderen zeggen" las ik in Uw gewaardeerd blad,
en dat deed me haast blozen. Ik dacht: Noblesse
oblige, Adeldom verplicht, nietwaar Ik voelde
myn plicht en daarom nog eens
De kleine Gerda zag Papa met de verduisterings
werkzaamheden bezig. Daarbij kwamen triplex en
carton te pas. Op een gegeven oogenblik was ze
bezig aan haar poppewagen met een stukje carton
(of triplex) aan de gordijntjes aan het prutsen.
Verduisteren
Kleine Gerry draagt reeds een bril. In het begin
was dit onwennig en werd de bril zelfs wel afge
smeten en meer dan eens was het ding défect. Dat
kostte geld en maakte Mammie boos, die sprak
over duur. Nu is het echter zoover dat de jon
gen het zelf inziet, want als er een blousje over
z'n hoofd moet, moet eerst op zijn verzoek z'n
bril af, want, zegt hy dan: Is zoo duurt....
Een defect stopcontact kreeg hjj eens om bij z'n
speelgoed te voegen. Hij bekijkt het voorzichtig
aan den achterkant en zegt vragende: Moet je
daar nu dood aan gaan Het was hem goed inge
prent van stopcontacten af te blijven. Maar hy
was met het ding gauw verzoend'en houdt het nu
aan tante Mien, een trouwe huisvriendin, heur
oor en knipt dan, waarop tante Mien reageert
door bezwijming voor te geven. Ook tante Truus
moet er wel eens aan gelooven. Maar de dames
zyn spoedig weer by, namelijk „als 't ie knap
doet".
Kleine Piet was op bezoek, een neefje, zeer be
scheiden, wat goed uitkwam bij den maaltijd.
Toen hem gevraagd werd of hy nog meer wilde
hebben van het hoofdgerecht, antwoordde hy:
Hoeft niet, krijgen pap Hy zag zeker de onge
bruikte lepels liggen ofwas wellicht tevoren
In de keuken geweest?....
En dan Japie Op zekeren dag was hij bij het
boodschappen doen in de stad ineens verdwenen.
Een straat verder vonden we hem terug. Wat doe
je hier werd hem gevraagd, waarop hy ant
woordde: Ik sta hier een beetje heen en weer te
loopen
Oude kaas heeft meer
voedingswaarde dan jonge van
dezelfde soort
Indien ge uw rantsoen zoo goed moge
lijk wilt benutten, doet ge er goed aan,
wa4 meer naar oude kaas te vragen.
VOOR de meeaten van om* ia hel zuiver een
kweel ie vun smaak, waarom we de voor
keur geven aan oude dan wel aan jonge kaas.
De een vindt nu eenmaal het pittige aroma van
oude soorten lekker, terwijl de ander den zuch
ten roomigen smaak, die jonge kaassoorten eigen
la, verklad.
„Over «maak vnlt niet te twisten", zegt het
oude, wijze spreekwoord dan ook en van beide
fijnproever® mogen wij daarom slechta opmer
ken, dal ze er uit voedingsoogpunt ook góéd aan
doen van kaas te houden, daar immers kaas,
hertzij jong of oud, do vaste vorm i8 van melk
en evenals deze élle voedingswaarden bevat,
waaraan one lichaam behoefte heeft.
In verband met den bijzondcren tijd, waarin wij
leven en de daaruit voortvloeiende rantsocnee-
ringen, moet hel ons evenwel toch van het hart,
dat wij dengene, die zijn rantsoen thans be
steedt aan óude kaas, verstandiger vinden, want
wanneer men van een bepaalde kanssoort
bijvoorbeeld volvette Goudsche, 40 plug Edam
mer, 20 plu® Lcidsche de oude kiest inplan ts
ran jonge, dnn krijgt men méér voedingswaarde
voor zijn „bon'' en besteedt men dus zijn rant
soen op de heat mogelijke wijze.
Dit i« gemakkelijker te begrijpen dnn gij wel
licht zoo oppervlakkig denktkoopt men z'n
onsje jonge kans, dan is daar uiteraard nog een
hoevclheid vocht bij, hetgeen bij oude kaaa lang
niet in diezelfde mate het geval is.
Een paar cijfers illustreeren dit zeer duidelijk
Jonge volvette kaas bevat bijvoorbeeld ca. 28
procent vet, oude daarentegen ca. 31 proc., bo
vendien is o.a. ook het eiwitgehalte van oude
kaas van heteekenis hooger dan vnn jonge.
Bij 40 plus knas zijn de verhoudingen voor de
oude kaas dienovereenkomstig gunstig.
Wanneer gij en uw huisgenooten dus, tot nu toe
meestal jonge kaas gegeten hebt, hoewel ge ter
afwisseling <len smaak ran oude ook lekker
vindt, vraagt dan eens meer naar de oude I Dat
zal stellig in déze tijden, nu wij moeten trach
ten ons met de beschikbare rantsoenen zooveel
mogelijk voedingswaarde te verschaffen, on6
gezin ten goede kunnen komen.
Wanneer men van meening is, dat oude kaas
minder voordeelig uitkomt, daar men haar
moeilijk voor de boterham kan snijden, moet
men eens een proef nemen, doch bovendien
geeft ze ©en prettige variatie en ge weet het,
onze voorvaderen, die ©p culinair gebied vele
spreekwoorden maakten, waren ook wijs ge
noeg, om in te zien dat „Verandering van spijs
doet eten".
Bovendien heeft oude kaas dit voordeel boven
jonge, dat ze door haar bijzonderen, pittigen
«naak allerlei soepen, sauzen en etainpotten
niet alleen veel voedzamer, doch tevens veel pi
kanter en appetijtelijker kan smaken.
Onthoudt het du8 goed: niet alleen de „wijn
moet oud zijn", zooalg het in het bekende liedje
heel, doch in déze tijden mag dit ook wel eens
gelden voor de Hollandsche kaas I
MANYA BEUKMAN.
Hutspot op andere wijze bereid
Nu het vleesch schaarsch is, kan men
het kaasrantsoen benutten, om een zeer
smakelijke en volledige hutspot te be
reiden.
Een van de smakelijke gerechten, die men mei
wortelen kan bereiden, is ongetwijfeld de ècht-
Holktndsche hutspot, waarvan elke recht
geaarde Leidenaar volgens de oude traditie op
den Derden October smult en die ook de overige
Nederlanders zoo gaarne in den winter eten.
Maar.... de groote vraag voor de huisvrouwen
is thans, of hutspot ook zonder vleesch smake
lijk kan zijn Welnu dat kan ze inderdaad I
Wanneer de huisgenooten met elkaar twee ons
belegen kaas willen „uitsparen" is er een huts
pot te bereiden, die wat smaak en voedings
waarde betreft niets onderdoet voor de he.kcnde
hutspot met klapstuk.
HUTSDOT, voor 4 personen, (recept van
Alida Beiding).
2Vi kg. aardappelen, 1 kg. wortelen, 250
gram pond) uien, 100 gram (1 ons)
boter of vet, 200 gram (2 ons) belegen
kaas, 1 afgestreken eetlepel zoul, 2'/2 d.l.
(2Vi kopje) melk.
Maak de wortelen en de uien schoon en snijd
ze fijn. Laat een deel van de uien met 2 «et-
lepels boter 10 min. zachtjes smoren. Doe er de
wortelen en ruim Va liter water bij. Voeg na 10
min. de schoongeboende of geschilde (in vieren
gesneden) aardappelen en het zout toe. I>aat
alles een half uur zachtjes koken. Stamp het
door elkaar en maak den hutspot srneuig, door
toevoeging van de gekookte melk. Roer van het
vuur de geraspte kaag er door. Bak de rest van
de uien in de koekenpan met de nest van de
boter lichtbruin; voeg wat bloem of aard
appelmeel toe, laat deze even bruin kleuren en
maak de jus af met een scheutje kokend wate.r.
Een deel \an de wortelen kan ook rauw, geraspt
door den hutspot gedaan worden dit is zeer
smakelijk en tevens vollediger.
MANYA BEUKMAN.
Huzarensla zonder vleesch
Bietje»
opgediend,
gerecht.
zoowel warm als koud
smakelijk, zeer gezond
Van nllè groenten zijn de bekende bietjes met
haar félroóde kleur wel het meest geschikt, om
een schold een fleurig appetijtelijk uiterlijk te
geven. Bovendien zijn ze goedkoop en.... wor
den ze reeds gekookt verkocht, zoodat we ze
uiterst gemakkelijk kunnen bereiden. Immers
we hoeven ze slechts even schoon te maken,
In plakje^ te snijden en met wat saus te ver
mengen, om een smakelijk, gezond slaatjo op
tafel te brengen en warmen ze op, dan krijgen
we een zoet en geurig gerecht, dat in den
wintertijd een prettige afwisseling vormt met
de vele koolsoorten.
Wanneer we over bieten spreken, denken we
natuurlijk ook aan de zoo populaire huzarcnsln,
die het koffieuurtje zoo gezellig kan maken, of
als hapje voor den warmen maaltijd zoo ge
liefd is en.... dan behoeven wc deze waarlijk
niet slechts als een „herinnering" te beschou
wen, want ook in dézen tijd kunnen we nog een
heerlijke huzarensJa bereiden, zonder vleesch
en mot een saus, waarbij slaolie niet noodig is.
Recept voor 4 personen (van Alida Rciding)
1 krop salade of struik adijvic, rest ge
kookte aardappelen, rest gekookte
groente, 1 bielje, 1 zure appel, 1 hard
gekookt ei (indien mogelijk 2), een paar
ingemaakte uitjes en augurkjes, 2 eet
lepels kwark, zout, peper, dcsgewonscht
Maak de sla of andijvie schoon en snipper ze
fijn. Snijd de schoongemaakte biet en de aard
appelen in kleine blokjes en snipper dc appel
de uitjes en de augurkjes. Meng alles door el
kaar. Klop twee eetlepels kwark met melk,
azijn, citroensap of tomaitenpurée, zoodat een
dikke, vloeibare saus wordt gevormd en maak
deze op smaak af met een snuifje fjjn zout, een
ietsje mosterdpoeder en wat peper.
Men kan den schotel garneeren met wat achter
gehouden sal«ao'e en partjes hard gekookt ei.
MANYA BEUKMAN.
Schorseneeren
Een groente voor dezen tijd van het
jaar.
Door menige buisvrouw wordt zij even
wel niet op haar volle waarde geschat I
Martinc Wittop Koning schrijft
De schorseneer, door een vorige generatie be
titeld mot den naam „asperge van den winter",
schijnt om de een of andere reden haar reputatie
te hebben verloren.
De meest voor de hand liggende oorzaak zal wel
zijn de zorg waarmee het schoonmaken gepaard
dient te gaan, hot schrappen en het voorkomen,
dat daarbij de blankheid van de stukjes verlo
ren gaat.
Laat ik u dan zeggen, dat die voorbereiding niet
zoo tijdroovend behoeft te jtijn als men zich
meestal voorstelthet eenvoudig even in water
schoonspoelen, zoodat de aarde van de schorse
neeren wordt verwijderd, het daarna opzetten
van de hééle wortels met wat kokend water,
waarin ze ongeveer 10 minuten vóórkoken en
het tenslotte afpellen van de schil op de manier,
waarop wc ook gewend zijn amandelen van hun
vliesjc te ontdoen gewoon du8 tusschen de
vinger en duim afschuiven geeft ons de
schorseneeren in een oogenblik kant en klaar
voor dc verdere bereiding.
We verdeelen ze in gelijke stukjes, laten die in
een bodempje melk nog even verder gaar wor
den (vooral niet langer dan een minuut of tien),
binden de overtollige melk met een ietsje aan
gemengde maizena en-maken het gerecht af met
eet» klontje boter.
Pittiger worden onze schoiseneeren maar iets
bewerkelijker 1 als we het uiterst eenvoudige
sausje uit de eersie bereidingswijze vervangen
door een meer aan de Fransche keuken herin
nerend kaassausje, dat vereenigbaar is met ons
kleine kansrantsoen, terwijl het zelfs boter
spaart.
Het rece.pt luidt dan als volgt
SCHORSENEEREN MET KAASSAUS, (4
personen).
1 kg. schorseneeren, 50 gr. (6 volle eet
lepels) geraspte kaas, (jonge als men
den kaassmaak niet naar voren wil
brengen belegen of zelfs oude, als juist
«en pittige smaak gewenscht wordt), 30
(3 afgestreken eetlepels) bloem, 3 d.l. (3
kleine theekopjes) melk. snuifje zout.
Bereid de schorseneeren voor op de daarjuis'
beschreven wijze maak terwijl ze koken de
saus klaar.
Verwarm daarvoor, roerende op een zacht vuur,
de door elkaar gemengde kaas en bloem met 1
d.l. van de melk tot een gelijk papje, geheel
zonder klontjes verdun dit, onder voortdurervd
roeren, geleidelijk mét de rest van de melk en
laat de snu8 even doorkoken. Laat op een zéér
zacht vuur de in stukjes gesneden schorsnce-
ren in de saus verder gaar worden (ongeveer
15 minuten).
Het beroemde schilderij „Titxis" van Rem
brandt, dat aan het Museum Boymans te
Rotterdam geschonken werd.
(Foto uit eigen archief)
17