Uiruuif ^riïtsdjr (ücrurant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
A°1807
'-inementsprijs:
''-i«jper 3 maanden in Leiden en in plaatsen
's Jwaar een agentschap gevestigd is 2.35
Per week 18 et Losse nummers 5 ct
jAlles bij vooruitbetaling.
•tentieprijient
OM) ot per regeL Ingezonden Mede
delingen 45 ct. per regeL Minimum
l regels. Bewijsnummer 5 ct. By con-
t belangrijke korting.
Bar. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 128. LEIDEN
Telefoon 22710
(Na 6 uur 23168).
Postbox 20. Postrek. 98936
No. 6330
VRIJDAG 17 JANUARI 1941
21e Jaargang
Jerlandsche geest
het Nederlandsche volkska-
^jlreeds menig woord gewisseld.
Ifidlerlei eigenschappen opge-
BHende daarmee dan een meer
ennjiste bepaling te hebben ge-
men wel ontkend< dat er
jitgi zou zijn te geven van het
igteije volkskarakter, getuige bij-
eenige jaren geleden uitge-
onder leiding van Anne de
z'n titel sprak van de Neder-
a". tskarakter s in het meervoud
een Huizin ga heeft zich met het
uiVig gehouden,
n uptuk is het meest actueel in
mensck 6611 volk hi
jenon verkeert. Daarom kan het
yd ^wonderen, dat een gezagheb-
le ook thans weer z'n stem
e,ed!hooren en heeft uiteengezet
'P ht de Nederlandsche geest ver-
Jan Romein, hoogleeraar
zeggm, heeft voor de studenten
barcehouden, waarin hij de oor-
wiJaortgang en de toekomst van
hel)chetst. Om onze lezers van
chrifi indruk te geven, nemen wy
een artikel op, waar-
kicht wordt gegeven van de
d"1» het in deze rede gesprokene
chart breeder kring toegankelijk
i
op deze plaats iets zeggen
aig van wat prof. Romein heeft
opmerken. We willen
ig ljftiet verdiepen in de politieke
opvattingen, die men vroe-
'had en nU n°g aan per"
iverljen hoogleeraar verbindt, maar
baseeren op deze brochure.
er slechts over verheugen
itakiijver zegt zich meer Nederlan-
ffTi dan ooit te voren. Hij begint
cn spraak mee en hij legt er aan
eens de nadruk op. „Vergeet
■l Viend woorden", zegt hij, „die
heb, niet ik zal erom rou-
1 onthoudt dat gij geboren zyt
4 vjïederland, blijf zijn gedachte
Ük er niet van af"- er één
de in dagen van druk tot uiting
ends8 het het nationale dat ons
de bindt. Het tegenwoordige ge-
wordzich nog nooit zóó één gevoeld
wat ons verdeelde in poli-
g uiten of in kerkelijke groepen
Geiten rusten. Eén ding blijft er
ie opederlanderschap. Wat we ook
verliezen, dat niet. Een
De prof. Romein kunnen elkaar
oe oh reiken.
bestiP we dan vooropstellen, om
ap, ^Hinten nader in te gaan.
jggSt0<eln heeft al die dingen en
opzij gezet, die men wel bij
de aantreft maar evengoed
-ra houdt dan tenslotte de vrij
af i°hP0 ^rdraagzaamheid over ais
ter jende kenmerken. De vrijs-
héstond reeds in de vroege
in de steden en de nood
ier de verdraagzaamheid uit
hslotte werden ze beide van-
Ergheden in de negentiende eeuw
ur montstond de decadentie. De
waren liberaler dan zij die
ziee vrijheidsnaam tooiden en
stel(*oor onze kostehjke goederen.
»e eenheid die Nederland heet,
on^aan en als een histo-
•bben^ aanvaarden wij haar en is
te eworden. Maar hoe is het dan
wi^hen die op dit gebied wonen
:rdedi( hebben, zich tot een eenheid
oornej^en en een aParte groep zijn
en wajie zich onderscheidt van an-
radslel 8eschiedenis algemeene
njuistf maar die ziJn door de groep
|e op het gebied waar wij nu
I verwerkt tot iets eigens.
de grenzen die vroeger
[r toevallig moeten ontstaan
heel anders. Als men aan de
lis land woont, kan men con-
it er verschil ls tusschen wie
i wie aan gene zijde van de
Ie kaart door een roode streep
igeven, wonen. Het zijn allicht
gen van menschen die in
n tot éénzelfde stam hoorden,
leidslijn trok zich daar door-
d een muur; wel geen ondoor-
luur, maar dan toch niet een
willekeurig of abstract iets.
ON EN MAAN
ig 18 Jan. 9.42; ondergang 17.59
|ang 18 Jan. (L41; ondergang
Bng 19 Jan. 1.40; ondergang
'kwartier 'Maandag '20 'Jan.;
laan Maandag 27 Jan.; eerste
Dinsdag 4 Februari, volle
.ensdag 12 Februari.
Nu het graszoeken voor de schapen door sneeuw en vorst zooveel moeilijker
b geworden, gaan de veehouders er toe over om hooi op het land bij te
voederen, waardoor de woldragers beter tegen het koude jaargetijde kunnen
(Foto Pax-Hollend)
(Vervolg van de eerste kolom.)
Aan weerszijden van die muur richtten de
bewoners zich naar andere middelpunten.
Van daaruit werden cultuur, politiek en
onderwijs geleid. Men behoorde tot een
andere centrale; men droeg een andere
uniform en werkte aan een eigen karakter
vorming.
Een politieke en een volkseenheid moet
zich echter ook staande houden temidden
van het geheel. Een gezin is een eenheid,
het handhaaft die eenheid door een zekere
afsluiting naar buiten, maar het kan ook
alleen als eenheid blijven bestaan, zoolang
het met die buitenwereld kan omgaan;
anders versteent het. Onze positie wordt
bepaald door wat we zelf zijn e n door
hoe wij ons als deel van een grootqr ge
heel gedragen. Kunnen we dit laatste niet
meer, dan worden we opgeslokt en bestaan
niet meer als afzonderlijke eenheid. Dit
hangt dus niet in de eerste plaats af van
wat anderen doen, maar van wat we zelf
zijn.
Dit zal wellicht een principieel punt
zijn in de toekomst: kunnen wij ons hand
haven als eenheid in een grooter geheel
of niet. Daartoe moeten wij het eerst met
onszelf eens worden.
Nu heeft prof. Romein tenslotte betoogd,
dat de vrijheidszin en de verdraagzaam
heid in ons volk in een grootere mate
aanwezig zijn dan elders en dat deze dan
het kenmerk van de Nederlandsche geest
uitmaken. We zijn het wel eens met deze
karakteriseering, maar meenen dat het
wat mager is. De geest wordt ook bepaald
door andere factoren en het religieuze is
toch niet een factor die men zou kunnen
verdoezelen door erop te wijzen dat ook
andere volken religieus zijn. Hoe heeft
zich dat religieuze in ons land ontwikkeld
ten opzichte van de ons omringende andere
eenheden?
Men moet bij deze dingen natuurlijk
generaliseeren. Maar van de ons omrin
gende culturen heeft in Duitschland het
Lutheranisme de belangrijkste taak gehad,
in België en Frankrijk het Roomsch-
Katholicisme en in Engeland het Anglica-
nisme en het methodisme. Nederland had
het stricte Calvinisme en het heeft ook
dat in z'n volkskarakter verwerkt. Zelfs
zij, die het liberalisme verwierpen, zegt
prof. Romein, hadden veel werkelijk libe
ralisme ingezogen, doelende op Kuyper,
Lohman enz. Evenzeer kan men zeggen,
dat zij die het Calvinisme ln ons land
verwerpen, veel ervan in zich hebben
opgenomen. Ook de cultuurstroomingen
die over een land en volk gaan, werken
mee aan het beeld dat het op een gegeven
oogenblik vertoont. Het verschil tusschen
Duitschland en Nederland is voor e«n
groot deel o.i. ook te herleiden tot een
verschil tusschen de Luthersche en de
Calvinistische levenshouding. Als men
Calvinistische door het woord puriteinsche
vervangen wil, is de kwestie misschien
nog juister gesteld.
De strijd van Prins Willem van Oranje
karakteriseert prof. Romein als uit nood
geboren verdraagzaamheid. Dat laat die
strijd niet goed tot z'n recht komen. Op
zichzelf kan het waar zijn, maar dan
vragen we ons af wat onder nood is te
verstaan. Even tevoren heeft prof. Romein
gesproken over de angst als psychologisch
kenmerk van de mensch in het algemeen.
Maar nood en angst is niet hetzelfde.
Angst is een instinctief verschijnsel, nood
is veel meer een intellectueel iets; angst
gaat buiten ons verstand om, de nood niet.
Er is ook een werkelijk heroïsche levens
houding, die boven angst en nood uitkomt
en die het leven van minder waarde acht
dan de dingen die daarboven uitgaan. De
levenshouding van Franciscus van Assisi,
van de Hervormers en van vele martelaren
kan men niet uit angst of nood verklaren;
tenzij men het religieuze nood wil noemen.
Maar de nood om de zuivere verhouding
tot God is iets principieel anders als de
nood of de angst om materieéle of natio
nale goederen.
Onze batterijen
Zooals bekend, is men er in ons land in
ïslaagd om oude, uitgeputte batterijen te
regenereeren, hetzij de bestanddeelen zoo te
bewerken, dat zij weer dienst kunnen doen
Vandaar, dat het van groot belang is, dat
ieder, die een nieuwe batterij koopt, zijn
oude inlevert.
Wanneer ieder onzer aan dezen eisch vol
doet, zullen wij op den duur het gevaar van
de diepe ondoordringbare duisternis gekeerd
hebben.
De Economische Voorlichtingsdienst zendt
thans echter de volgende waarschuwing uit:
Voorkom bij de verzending van de oude
platte batterijen, dat de contactstrips elkaar
raken. Buig de korte strip naar buiten om,
anders word de batterij geheel onbruikbaar
voor herbewerking. (Zie teekening).
Wanneer wij op dezen weg voortgaan, dan
wil dat dus bovendien zeggen, dat het Rijks
bureau voor Chemisehe Producten geen
dwingende maatregelen hoeft te nemen.
GETRACHT DEN DISTRIBUTIEDIENST OP
TE LICHTEN
De politie van het bureau P. Aertzstraat te
Amsterdam heeft thans een man in bewaring,
die een poging heeft gedaan den distributie-
dienst op te lichten. De man had eenigen tijd
geleden opgegeven, dat hij zyn distributie
stamkaart verloren had, hij had toen een
duplicaatkaart gekregen. Het bleek vandaag
echter, dat hij de oude kaart nog wel had,
want hij heeft eerst op zijn duplicaatkaart de
nieuwe bonnen gehaald en probeerde het
daarna nogmaals met zijn oorspronkelijke
kaart De administratie van den distributie-
dienst is echter in orde en de streek mislukte.
DE BONAANWIJZINGEN
Boter en vetten
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18
Januari tot en met Vrijdag 24 Januari geeft
de met „26" genummerde bon van de boter-
kaart en van de vetkaart recht op het koopen
van een half pond boter of een half pond
margarine. Deze bon geeft derhalve geen
recht op het koopen van vet.
De met „26" genummerde bonnen, die op
Vrijdag 24 Januari nog niet gebruikt zijn, blij
ven voorts nog geldig tot en met Vrijdag 31
Januari.
Brood en gebak
Gedurende het tijdvak van Maandag 20
Januari tot en met Zondag 26 Januari geeft
elke der met „24" genummerde bonnen van
de broodkaart recht op het koopen van onge
veer 100 gram roggebrood of ander brood.
Voorts geeft elke der met „24" genummerde
broodbonnen recht op het keopen van een
rantsoen gebak. Dit omvat voor de hierna
genoemde bakkerij producten telkens ten min
ste het daarachter geplaatste aantal grammen:
beschuit 75 gram
biscuits en wafels 90
speculaas 140
andere koekjes200
koek 160
cake 300
gevuld klein korstgebak:
(b.v. amandelbroodjes)400
gevuld groot korstgebak:
(b.v. boterletter) 500
taart en gebakjes 600
Voor geheel of ten deele uit meel of bloem
gebakken producten, welke hierboven niet
genoemd zijn, geldt, dat een rantsoen een hoe
veelheid omvat, waarin 70 gram meel of bloem
is verwerkt.
De op 26 Januari nog niet gebruikte bon
nen blijven voorts nog geldig gedurende de
week van 27 Januari tot en met 2 Februari,
met dien verstande, dat zij gedurende laatst
genoemde week niet mogen worden ge
bruikt in hotels, restaurants, enz.
Eieren
Gedurende het tijdvak van Maandag 20
Januari tot en met Zondag 26 Januari geeft
de met „46" genummerde bon van het alge
meen distributiebonboekje recht op het koo
pen van één ei-
De bonnen, welke op 26 Januari nog niet
zyn gebruikt, blijven geldig tot en met Zon
dag 2 Februari, met dien verstande, dat rij
gedurende de week van 27 Januari tot en met
2 Februari niet gebruikt mogen worden in
hotels, restaurants, e.d.
Suiker
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18
Januari tot en met Vrijdag 14 Februari geeft
de met „91" genummerde bon van het alge
meen distributiebonboekje recht op het koo
pen van één kilogram suiker.
Petroleum
Gedurende het tijdvak van Maandag 20
Januari tot en met Zondag 23 Februari geeft
de met „periode D" gemerkte zegel van de
serie, welke is uitgereikt ten behoeve van
hen, die voor verlichting in het huishouden
uitsluitend op het gebruik van petroleum rijn
aangewezen, recht op het koopen van 2 liter
petroleum.
DE CLASSICALE VERGADERINGEN DER
NED. HERV. KERK
Drie belangrijke Beslissingen:
gemeente-opbouw, prediking
en kanselgebed
Zooals bekend zijn jJ. Woensdag overal
in 't land de classicale vergaderingen der
Ned. Herv. Kerk gehouden. De agenda be
vatte zoo schrijft een medewerker in het
Algem. Handelsblad uit den aard der zaak
op dit ongewone tijdstip geen „voorloopig
aangenomen reglementswijzigingen", maar
zag er geheel anders uit. Na de opening door
den praeses, met gebed, lezing van de Twaalf
artikelen des geloofs en Schriftlezing, wer
den drie belangrijke punten aan de orde ge
steld, alle drie „voorlichting" genoemd. Deze
voorlichting gold: gemeente-opbouw, predi
king en kanselgebed.
De commissie resp. voor Gemeenteopbouw
en voor Kerk en Prediking, op haar beurt
weder onderdeelen van de bekende groote
commissie voor Kerkelijk Overleg vanwege de
Algemeene Synode had deze voorlichting ge
geven. De voorlichting op de drie genoemde
punten, waaraan in de Kerk bijzondere be
hoefte bestond, geschiedde aldus, dat in alle
vergaderingen dezelfde inleidingen ter tafel
werden gebracht, aangeboden door de genoem
de commissie en opgesteld resp. door de pro
fessoren Kraemer te Leiden en Berkelbach
van der Sprenkel te Utrecht, na welke inlei
dingen er telkens gelegenheid tot onderlinge
gedachtenwisseling gegeven werd.
Hoofdgedachte van de eerstbedoelde voor
lichting,betreffende gemeenteopbouw, was,
dat de plaatselijke gemeente het strategische
punt is, de levenskern van elke Christelijke
Kerk. Doel van het kerkelijk leven, van den
anderen kant bezien, moeten zijn: waarlijk
levende en belijdende, d.i. in geloof, liefde en
hoop werkzame gemeenten. De allereerste
practische taak der gemeenten is nu: evange-
liseeren met krachtige medewerking van al
hare leden en: een warme toevlucht vormen
voor alle in noodverkeerende menschen.
De tweede voorlichting diende zich aan als
een commentaar op het, door de commissie
voor Kerk en Prediking op verzoek der Sy
node aan de predikanten 'aangeboden teksten-
rooster voor de Zondagsche prediking. Te
recht zeide de inleider, dat dit in de Herv.
Kerk iets ongewoons is. Het is niet als een
voorschrift, maar als een handreiking be
doeld. Op verschillende wijzen was de Synode
gebleken, dat vooral jongere predikanten
gaarne eenige voorlichting zouden ontvangen
bij het kiezen en bewerken van hun preek
tekst in dezen tijd, waarin de toch al niet
gemakkelijke taak der wekeliiksche verkondi
ging door de bewogenheid der menschen
zooveel zwaarder is geworden. Wat denhouw
der preek betreft werd uitgegaan van het
beginsel, dat de tekst de preek van het begin
tot het einde beheerscht, waardoor de noodi-
ge distantie blijft bestaan tusschen het woord
der H. Schrift en de gedachtenwereld, die
hoofd en hart der menschen vervult
De toepasselijkheid der preek wordt niet
gezocht in een door de tijdsomstandigheden
geïnspireerde vermaning; zij ligt op hooger
niveau. Zij ontstaat altijd uit de verhouding,
die evangelie-verkondiging is, oordeelend en
bemoedigend, en heeft geen geringer doel,
dan allen steeds nader te brengen tot Jezus
Christus den eenigen Heer der kerk door en
met wien de kerk Gods Koninkrijk tegemoet
leeft Aangezien de verkondiging der kerk
niet door de tijdsomstandigheden, maar door
den Heer bepaald wordt is het te begrijpen,
dat het aangeboden tekstenrooster in zijn
keuze, aldus de inleider, rekening houdt met
het „kerkelijk jaar".
Het kerkelijk jaar is niet hetzelfde als het
burgerlijk jaar. Het begint met den len
Advents-Zondag, en eindigt met den laatsten
Zondag vóór het volgende advent. Het wordt
gemarkeerd door de hooge feesten: Kerst-,
Paasch- en Pinksterfeest. Deze feesten heb
ben van ouds hun voorbereidings- en
Zondagen: advent, lijdenstijd, de vijftig dagen
tusschen Paschen en Pinksteren Het kerke
lijk jaar wordt voorts verrijkt met de ge
denkdagen van gebeurtenissen en van groote
figuren, die God aan de kerk gaf: Stefanus
(2en Kerstdag), epifanie (len Zondag in
Januari), opdracht in den tempel (2 Februari);
Johannes de Dooper (24 Juni); Petrus en Pau-
lus (29 Juni), enz. De Zondagen werden
daarnaar genoemd en van de feesten afge
teld, de lijdenszondagen naar bepaalde psal
men. Dit alles was eenmaal algemeen-ker
kelijk, is door de Hervorming deels (in
Duitschland en Engeland minder dan te
onzent) verloren gegaan, maar wordt in ver
scheiden kringen reeds lang opnieuw aan
vaard.
Het derde punt ter classicale vergade
ringen, "door dezelfde commissie ter tafel ge
bracht, betrof het „gebed voor allen nood der
christenheid om gebruikt te worden op den
rustdag" na de prediking in den hoofddienst,
bij verkorting „het gebed voor allen nood"
in den volksmond „het lange gebed" ge
noemd; naar goede liturgische terminologie
voor den dienst der gebeden. Men vindt het
achter in het kerkboek. Het gebed is opge
steld in de 16de eeuw, naar het gebruik van
Calvijn en dat der Palts, het onderging thans
eenige bekorting en wijziging op onderge
schikte punten; de hoofdzaak bleef ongewij
zigd. Algemeen gebruik van dit groote rijke
gebed, aldus de bedoeling, verwerkelijkt te
meer de gebedseenheid der kerk.
De Rijksmiddelen in 1940
Over het algemeen zeer
bevredigende ontvangsten
De raming overschreden
Uit de gegevens over den stand van
de Rijksmiddelen per ultimo 1940 blijkt,
dat de zgn. „Overige Middelen" uitein
delijk 462,244,281 hebben opgebracht,
waarmee de raming van 450.5 millioen
met 11.7 millioen is overschreden. Ook
de directe belastingen overschreden de
raming. In de maand December brachten
de Rijksmiddelen (xgn. Overige Midde
len) 42,1 millioen op of 5 millioen
meer dan de maandelijksche raming.
Bij een beoordeeling van het totaal bedrag
der kohieren voor de directe belastingen, kan
allereerst met voldoening worden geconsta
teerd, dat deze middelen over het gepasseerde
jaar volkomen aan de verwachtingen hebben
beantwoord. Bedroeg op ultimo December
1940 het zuiver bedrag der kohieren
133,150,782.98, thans is dit bedrag gestegen
tot 183,526,268.95 of ruim 50 millioen gulden
Hierbij moet echter niet worden vergeten,
dat eerstgenoemd bedrag slechts betrekking
had op de grondbelasting, de inkomstenbelas
ting, de vermogensbelasting en de verdedi-
gings, terwijl nu daarbij gekomen zijn de op
centen op de gemeentefondsbelasting en de
win sbbelasting.
De grondbelasting, waarvoor ge
raamd was 10,780,000 bracht 10,865,072 op
of ruim 85,000 meer en kwam daarmede
161,205 boven de opbrengst over het voor
afgaande jaar.
Ook de inkomstenbelasting kwam
met een opbrengst van 92,840,430 boven
de raming en wel met 3,840,430. Deze be
lasting bleef daarmede' nog 178,000 boven
de opbrengst over 1939.
De vermogensbelasting (raming 20
millioen) bracht het in 1940 tot een bedrag
van 18,806,120. of bijna een half millioen
minder dan over het jaar daarvoor.
Hoewel de verdedigingsbelasting
met 9,437,335 bijna het bedrag der raming
(9.5 millioen) naderde, vertoonde dit middel
in vergelijking met 1939 echter een teruggang
van ruim 1 millioen.
Wat de opcenten op de gemeente
fondsbelasting betreft, welke in 1940
voor het eerst op de middelenstaat voor
kwamen en waarvoor een bedrag van 29.5
millioen was geraamd, vermeldt het overzicht
dat deze tot dusver 28,803,288 hebben op
gebracht.
Ten slotte geeft de onlangs ingevoerde
winstbelasting, waarvoor nog geen ramings
bedrag was uitgetrokken ,tot ultimo 1940 een
opbrengst te zien van 22,774,020.
De overige middelen
Ook de totale opbrengst der overige midde
len over het jaar 1940 stemt, alles in aanmer
king genomen, tot tevredenheid.
Natuurlijk valt het te betreuren, dat ver
schillende dezer middelen als gevolg van de
omstandigheden ver bij de raming ten achter
moesten blijven, doch daarnaast stemt het tot
verheugenis, dat tal van andere middelen door
een aanmerkelijk hoogere opbrengs* deze
achteruitgang weer hebben te niet gedaan,
zoodat uiteindelijk de totale opbrengst ad
462,244,281 de raming van 450.5 millioen
met 11,744,281 heeft overschreden.
Bij een beschouwing van de cijfers der mid
delen afzonderlijk zien we in de eerste plaats,
dat de dividend- en tantièmebe
lasting met een opbrengst van 11,095,'
daarmede ruim 15.9 millioen beneden de
raming bleef en 15.28 millioen ten achter bij
de opbrengst over 1939.
Het tweede middel, dat als vanzelfsprekend
een grooten terugslag gaf te zien, zijn de
rechten op den invoer. Bedroegen
deze over 1939 het record van 122,755,170
thans kon de opbrengst van deze rechten het
niet verder brengen dan 80,007,711 of ruim
27.9 millioen minder dan de raming.
Ook de rechten en boeten van
gel toonden een dalende tendenz. Bij eer
ming van 20 millioen bedroeg de opbrengst
slechts 12,647,630 of ruim 7.35 millioen
minder. Vergeleken by 1939 was de opbrengst
5,370,000 lager.
De overige middelen, welke de raming
niet konden halen, zijn: het statistiek-
recht met een opbrengst van 1,650,817
(lager 849,182); de accijnzen op u
met 2,234,113 (lager 65,887); de c
ponbelasting met 3,960,069 dager
839,930); de rechten en boeten 1
successie met 41,735,861 dager
2,246,183) en, om begrijpelijke redenen de
loodsgelden met slechts 94,012 dager
705,987).
Komen we thans aan de middelen, welke
de raming hebben overschreden, dan dient
daarvan in de eerste plaats te worden ge
noemd de omzetbelasting, welke bij
een opbrengst van 108,945,014 met een
bedrag van 25,945 boven de raming kwam
en ruim 20 millioen boven de opbrengst van
19399.
Daarop volgt de accijns op tabak, voor
welk middel de raming was gesteld op 36 mil
lioen. De opbrengst steeg echter, mede dank
zij de ingevoerd opcenten, tot 55,954,250,
met welk bedrag deze accijns ongeveer 16.5
millioen meer opbracht dan in het vooraf
gaande jaar.
Ook de accyns op het gedistil
leerd kwam aanmerkelijk boven de raming
uit en wel met ruim 12.5 millioen. De op
brengst van dit middel bedroeg 41,527,665
hetgeen ruim 10 millioen hooger is dan
over 1939.
De andere middelen met een hoogere op
brengst dan de raming zijn: de accijns op
zout met een opbrengst van 2481,597
(hooger 681,597), de accijns op ge
slacht met 10,987,604 (hooger 3,787,604).
De accyns op bier met 10,282,669
(hooger 1,782,669), de accijns op suiker
met 59,304,356 Ohooger 304,356, doah
1,822,485 lager dan de opbrengst over 1939),
de belasting op gouden en zilveren
werken met 830,727 flhooger 230,727),
en de rechten en boeten van regi
stratie met 18,422,696 (hooger 2,422,696).
Wat ten slotte de opbrengst over de maand
December 1940 betreft, kan worden gecon
stateerd, dat deze 42,600,447 heeft bedragen,
of ruim 5 millioen gulden meer dan de
maandelijksohe raming.
H0LLANDSCHE
SOCIËTEIT
Heerengracht 475 Amsterdam C
Vraagt tarieven voor
LEVENSVERZEKERING
LIJFRENTEN PENSIOENEN
HET INSTITUUT VOOR SCHEED
VAART EN LUCHTVAART
Een nieuw gebouw bij de
Rochussenstraat* te Rotterdam
Het bestuur van het Nationaal Technisch
Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart
heeft, na bekomen toestemming, tot weder
opbouw besloten volgens ontwerp van het
architectenbureau ir. A. van der Steur.
Door grondruil met de gemeente is een
terrein naast de tunneltraverse aan de
Rochussenstraat daarvoor verkregen.
Als resultaat van de onderhandsche aan
besteding is de bouw opgedragen aan de n.v»
Aannemings Mij. v/h. H. en P. Voormolen
alhier.
Zooals men zich herinnert was het Scheep
vaartkundig museum vroeger aan der»
Haringvliet gevestigd.
De nieuwe plaats voor het museum ligt aan
den verlengden 's Gravendijkwal, het terrein,
dat thans opslagplaats voor puin is.
Ir. A. v. d. Steur, de vroegere gemeente
architect, behoort tot de architecten, die de
gebouwen zouden ontwerpen voor de groote
tentoonstelling, welke in 1941 zou worden
gehouden op de terreinen bij de Rochussen
straat en die nu voor minstens 10 jaar is
uitgesteld. Behalve tijdelijke gebouwen had
men zich hier eenige permanente gedacht
waarvan er één later ter beschikking zou
komen van het Instituut voor scheepvaart en
luohtvaart, dat aan den Haringvliet reeds
lang te klein behuisd was, en van het Maritiem
museum Prins Hendrik. In het gebouw aan
de Willemskade zou dan alleen het Museum
voor land- en volkenkunde gevestigd blijven.
Volgens het hierboven genoemde project
tot herbouw zal voorloopig bij de Rochussen
straat alleen bet Instituut voor scheepvaart
en luchtvaart verrijzen. Er zijn evehwel
plannen om later bij dit gebouw vleugels op
te trekken om er het Maritiem i
onder te brengen.
Het Duitsehe weermachts-
bericht
Het opperbevel van de Duitsehe weermacht
meldt:
Het luchtwapen bombardeerde, vergezeld
van gewapende verkenningstoestellen, gisteren
des daags een troepenkamp en eveneens ver
dere doelen in het Zuidoosten van Engeland»
In den nacht van 15 op 16 Januari grepen
gevechtsformaties ondanks ongunstige weers
omstandigheden in golven militaire doelen
aan in een stad in midden-Engeland. Verder
ook in mindere mate in Londen. Het station
van Dover kreeg verscheidene voltreffers. In
de Engelsche havens werden verdere mijn-
versperringen gelegd.
De vijand wierp in den afgeloopen nacht
in Noord-Duitschland op verscheidene plaat
sen brisant- en brandbommen af. In Wil
helmshaven ontstonden verscheidene huizen-
branden. Het krachtig ingrijpen, van de vei
ligheids- en hulpdiensten en van den bescher-
mingsdienst kon echter een uitbreiding van
deze branden verhinderen. Ook in het haven
kwartier explodeerden eenige brandbommen,
zonder evenwel noemenswaardige schade
aan te richten. De verliezen in Wilhelmsha
ven bedroegen 20 dooden en 35 gewonden.
Bedrijvigheid in de lucht boven Engeland.
Naar het D.N.B in aanvulling op het weer-
machtsbericht van gisteren verneemt heeft
het Duitsehe luchtwapen ondanks hevige
sneeuwstormen ook Woensdag boven het
Britsche eiland een groote bedrijvigheid ont
plooid. Met groot succes is midden-Engeland
aangevallen. Motoren- en automobielfabrie
ken zijn er met merkbaar resultaat onder
vuur genomen. Ook andere voor de oorlog
voering belangrijke doelen, vooral machine
fabrieken, zijn door formaties Duitsehe ge
vechtsvliegtuigen met bommen bestookt. De
groote rangeerterreinen te Dover, die voor
het havenverkeer van groot belang zijn, heb
ben in het middelpunt van den zwaren
aanval gestaan, verscheidene treffers werderi
waargenomen. Voorts kon men tot in verren
omtrek branden waarnemen in opslagplaatsen
en loodsen. In Zuidoost-Engeland zijn troe
penkampen en oefenterreinen krachtig ondetf
vuur genomen.
Hat station van Dover opnieuw bestook*
Duitsehe duikbommenwerpers hebben naar
het D.N.B. verneemt, gisteren opnieuw een
aanval op het station van Dover ondernomen.
De bommen troffen doel.
Engelsche vliegtuigen neergeschoten.
Volgens de bij het opperbevel van de weer
macht ontvangen berichten, zijn Woensdag
drie Engelsche vliegtuigen in luchtgevechten
neergeschoten. Aan Duitsehe zijde werden
geen verliezen geleden.
Britsche berichten weerlegd.
Het Britsohe ministerie van luchtvaart heeft
op 15 Januari gemeld, dat de RAF. ver
scheidene militaire doelen in Noorwegen ge
bombardeerd heeft. O. a. zou het een vliegtuig
gelukt zijn, twee voltreffers op een motorschip
in de buurt van Stavanger te plaatsen, een
belangrijke spoorwegbrug te vernielen en
Duitsohe luchtbases met goed succes te bom
bardeeren. Dit bericht is, naar in welingelichte
kringen alhier bekend wordt, in geen enkel
opzicht overeenkomstig de feiten. Engelsche
vliegtuigen hébben gisteren slechts drie
brisantbommen op Noorsche landerijen laten
vallen. Het ziet er naar uit, zoo zegt men,
dat het Engelsche ministerie van luchtvaart
tegenover de wereld weer eens eenige niet
aanwezige successen in het werpen van bom
men op militaire doelen in de door Duitsch
land bezette gebieden noodig had.