Uiruuif ^riïtsdjr (ücrurant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken A°1807 '-inementsprijs: ''-i«jper 3 maanden in Leiden en in plaatsen 's Jwaar een agentschap gevestigd is 2.35 Per week 18 et Losse nummers 5 ct jAlles bij vooruitbetaling. •tentieprijient OM) ot per regeL Ingezonden Mede delingen 45 ct. per regeL Minimum l regels. Bewijsnummer 5 ct. By con- t belangrijke korting. Bar. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 128. LEIDEN Telefoon 22710 (Na 6 uur 23168). Postbox 20. Postrek. 98936 No. 6330 VRIJDAG 17 JANUARI 1941 21e Jaargang Jerlandsche geest het Nederlandsche volkska- ^jlreeds menig woord gewisseld. Ifidlerlei eigenschappen opge- BHende daarmee dan een meer ennjiste bepaling te hebben ge- men wel ontkend< dat er jitgi zou zijn te geven van het igteije volkskarakter, getuige bij- eenige jaren geleden uitge- onder leiding van Anne de z'n titel sprak van de Neder- a". tskarakter s in het meervoud een Huizin ga heeft zich met het uiVig gehouden, n uptuk is het meest actueel in mensck 6611 volk hi jenon verkeert. Daarom kan het yd ^wonderen, dat een gezagheb- le ook thans weer z'n stem e,ed!hooren en heeft uiteengezet 'P ht de Nederlandsche geest ver- Jan Romein, hoogleeraar zeggm, heeft voor de studenten barcehouden, waarin hij de oor- wiJaortgang en de toekomst van hel)chetst. Om onze lezers van chrifi indruk te geven, nemen wy een artikel op, waar- kicht wordt gegeven van de d"1» het in deze rede gesprokene chart breeder kring toegankelijk i op deze plaats iets zeggen aig van wat prof. Romein heeft opmerken. We willen ig ljftiet verdiepen in de politieke opvattingen, die men vroe- 'had en nU n°g aan per" iverljen hoogleeraar verbindt, maar baseeren op deze brochure. er slechts over verheugen itakiijver zegt zich meer Nederlan- ffTi dan ooit te voren. Hij begint cn spraak mee en hij legt er aan eens de nadruk op. „Vergeet ■l Viend woorden", zegt hij, „die heb, niet ik zal erom rou- 1 onthoudt dat gij geboren zyt 4 vjïederland, blijf zijn gedachte Ük er niet van af"- er één de in dagen van druk tot uiting ends8 het het nationale dat ons de bindt. Het tegenwoordige ge- wordzich nog nooit zóó één gevoeld wat ons verdeelde in poli- g uiten of in kerkelijke groepen Geiten rusten. Eén ding blijft er ie opederlanderschap. Wat we ook verliezen, dat niet. Een De prof. Romein kunnen elkaar oe oh reiken. bestiP we dan vooropstellen, om ap, ^Hinten nader in te gaan. jggSt0<eln heeft al die dingen en opzij gezet, die men wel bij de aantreft maar evengoed -ra houdt dan tenslotte de vrij af i°hP0 ^rdraagzaamheid over ais ter jende kenmerken. De vrijs- héstond reeds in de vroege in de steden en de nood ier de verdraagzaamheid uit hslotte werden ze beide van- Ergheden in de negentiende eeuw ur montstond de decadentie. De waren liberaler dan zij die ziee vrijheidsnaam tooiden en stel(*oor onze kostehjke goederen. »e eenheid die Nederland heet, on^aan en als een histo- •bben^ aanvaarden wij haar en is te eworden. Maar hoe is het dan wi^hen die op dit gebied wonen :rdedi( hebben, zich tot een eenheid oornej^en en een aParte groep zijn en wajie zich onderscheidt van an- radslel 8eschiedenis algemeene njuistf maar die ziJn door de groep |e op het gebied waar wij nu I verwerkt tot iets eigens. de grenzen die vroeger [r toevallig moeten ontstaan heel anders. Als men aan de lis land woont, kan men con- it er verschil ls tusschen wie i wie aan gene zijde van de Ie kaart door een roode streep igeven, wonen. Het zijn allicht gen van menschen die in n tot éénzelfde stam hoorden, leidslijn trok zich daar door- d een muur; wel geen ondoor- luur, maar dan toch niet een willekeurig of abstract iets. ON EN MAAN ig 18 Jan. 9.42; ondergang 17.59 |ang 18 Jan. (L41; ondergang Bng 19 Jan. 1.40; ondergang 'kwartier 'Maandag '20 'Jan.; laan Maandag 27 Jan.; eerste Dinsdag 4 Februari, volle .ensdag 12 Februari. Nu het graszoeken voor de schapen door sneeuw en vorst zooveel moeilijker b geworden, gaan de veehouders er toe over om hooi op het land bij te voederen, waardoor de woldragers beter tegen het koude jaargetijde kunnen (Foto Pax-Hollend) (Vervolg van de eerste kolom.) Aan weerszijden van die muur richtten de bewoners zich naar andere middelpunten. Van daaruit werden cultuur, politiek en onderwijs geleid. Men behoorde tot een andere centrale; men droeg een andere uniform en werkte aan een eigen karakter vorming. Een politieke en een volkseenheid moet zich echter ook staande houden temidden van het geheel. Een gezin is een eenheid, het handhaaft die eenheid door een zekere afsluiting naar buiten, maar het kan ook alleen als eenheid blijven bestaan, zoolang het met die buitenwereld kan omgaan; anders versteent het. Onze positie wordt bepaald door wat we zelf zijn e n door hoe wij ons als deel van een grootqr ge heel gedragen. Kunnen we dit laatste niet meer, dan worden we opgeslokt en bestaan niet meer als afzonderlijke eenheid. Dit hangt dus niet in de eerste plaats af van wat anderen doen, maar van wat we zelf zijn. Dit zal wellicht een principieel punt zijn in de toekomst: kunnen wij ons hand haven als eenheid in een grooter geheel of niet. Daartoe moeten wij het eerst met onszelf eens worden. Nu heeft prof. Romein tenslotte betoogd, dat de vrijheidszin en de verdraagzaam heid in ons volk in een grootere mate aanwezig zijn dan elders en dat deze dan het kenmerk van de Nederlandsche geest uitmaken. We zijn het wel eens met deze karakteriseering, maar meenen dat het wat mager is. De geest wordt ook bepaald door andere factoren en het religieuze is toch niet een factor die men zou kunnen verdoezelen door erop te wijzen dat ook andere volken religieus zijn. Hoe heeft zich dat religieuze in ons land ontwikkeld ten opzichte van de ons omringende andere eenheden? Men moet bij deze dingen natuurlijk generaliseeren. Maar van de ons omrin gende culturen heeft in Duitschland het Lutheranisme de belangrijkste taak gehad, in België en Frankrijk het Roomsch- Katholicisme en in Engeland het Anglica- nisme en het methodisme. Nederland had het stricte Calvinisme en het heeft ook dat in z'n volkskarakter verwerkt. Zelfs zij, die het liberalisme verwierpen, zegt prof. Romein, hadden veel werkelijk libe ralisme ingezogen, doelende op Kuyper, Lohman enz. Evenzeer kan men zeggen, dat zij die het Calvinisme ln ons land verwerpen, veel ervan in zich hebben opgenomen. Ook de cultuurstroomingen die over een land en volk gaan, werken mee aan het beeld dat het op een gegeven oogenblik vertoont. Het verschil tusschen Duitschland en Nederland is voor e«n groot deel o.i. ook te herleiden tot een verschil tusschen de Luthersche en de Calvinistische levenshouding. Als men Calvinistische door het woord puriteinsche vervangen wil, is de kwestie misschien nog juister gesteld. De strijd van Prins Willem van Oranje karakteriseert prof. Romein als uit nood geboren verdraagzaamheid. Dat laat die strijd niet goed tot z'n recht komen. Op zichzelf kan het waar zijn, maar dan vragen we ons af wat onder nood is te verstaan. Even tevoren heeft prof. Romein gesproken over de angst als psychologisch kenmerk van de mensch in het algemeen. Maar nood en angst is niet hetzelfde. Angst is een instinctief verschijnsel, nood is veel meer een intellectueel iets; angst gaat buiten ons verstand om, de nood niet. Er is ook een werkelijk heroïsche levens houding, die boven angst en nood uitkomt en die het leven van minder waarde acht dan de dingen die daarboven uitgaan. De levenshouding van Franciscus van Assisi, van de Hervormers en van vele martelaren kan men niet uit angst of nood verklaren; tenzij men het religieuze nood wil noemen. Maar de nood om de zuivere verhouding tot God is iets principieel anders als de nood of de angst om materieéle of natio nale goederen. Onze batterijen Zooals bekend, is men er in ons land in ïslaagd om oude, uitgeputte batterijen te regenereeren, hetzij de bestanddeelen zoo te bewerken, dat zij weer dienst kunnen doen Vandaar, dat het van groot belang is, dat ieder, die een nieuwe batterij koopt, zijn oude inlevert. Wanneer ieder onzer aan dezen eisch vol doet, zullen wij op den duur het gevaar van de diepe ondoordringbare duisternis gekeerd hebben. De Economische Voorlichtingsdienst zendt thans echter de volgende waarschuwing uit: Voorkom bij de verzending van de oude platte batterijen, dat de contactstrips elkaar raken. Buig de korte strip naar buiten om, anders word de batterij geheel onbruikbaar voor herbewerking. (Zie teekening). Wanneer wij op dezen weg voortgaan, dan wil dat dus bovendien zeggen, dat het Rijks bureau voor Chemisehe Producten geen dwingende maatregelen hoeft te nemen. GETRACHT DEN DISTRIBUTIEDIENST OP TE LICHTEN De politie van het bureau P. Aertzstraat te Amsterdam heeft thans een man in bewaring, die een poging heeft gedaan den distributie- dienst op te lichten. De man had eenigen tijd geleden opgegeven, dat hij zyn distributie stamkaart verloren had, hij had toen een duplicaatkaart gekregen. Het bleek vandaag echter, dat hij de oude kaart nog wel had, want hij heeft eerst op zijn duplicaatkaart de nieuwe bonnen gehaald en probeerde het daarna nogmaals met zijn oorspronkelijke kaart De administratie van den distributie- dienst is echter in orde en de streek mislukte. DE BONAANWIJZINGEN Boter en vetten Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18 Januari tot en met Vrijdag 24 Januari geeft de met „26" genummerde bon van de boter- kaart en van de vetkaart recht op het koopen van een half pond boter of een half pond margarine. Deze bon geeft derhalve geen recht op het koopen van vet. De met „26" genummerde bonnen, die op Vrijdag 24 Januari nog niet gebruikt zijn, blij ven voorts nog geldig tot en met Vrijdag 31 Januari. Brood en gebak Gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 26 Januari geeft elke der met „24" genummerde bonnen van de broodkaart recht op het koopen van onge veer 100 gram roggebrood of ander brood. Voorts geeft elke der met „24" genummerde broodbonnen recht op het keopen van een rantsoen gebak. Dit omvat voor de hierna genoemde bakkerij producten telkens ten min ste het daarachter geplaatste aantal grammen: beschuit 75 gram biscuits en wafels 90 speculaas 140 andere koekjes200 koek 160 cake 300 gevuld klein korstgebak: (b.v. amandelbroodjes)400 gevuld groot korstgebak: (b.v. boterletter) 500 taart en gebakjes 600 Voor geheel of ten deele uit meel of bloem gebakken producten, welke hierboven niet genoemd zijn, geldt, dat een rantsoen een hoe veelheid omvat, waarin 70 gram meel of bloem is verwerkt. De op 26 Januari nog niet gebruikte bon nen blijven voorts nog geldig gedurende de week van 27 Januari tot en met 2 Februari, met dien verstande, dat zij gedurende laatst genoemde week niet mogen worden ge bruikt in hotels, restaurants, enz. Eieren Gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 26 Januari geeft de met „46" genummerde bon van het alge meen distributiebonboekje recht op het koo pen van één ei- De bonnen, welke op 26 Januari nog niet zyn gebruikt, blijven geldig tot en met Zon dag 2 Februari, met dien verstande, dat rij gedurende de week van 27 Januari tot en met 2 Februari niet gebruikt mogen worden in hotels, restaurants, e.d. Suiker Gedurende het tijdvak van Zaterdag 18 Januari tot en met Vrijdag 14 Februari geeft de met „91" genummerde bon van het alge meen distributiebonboekje recht op het koo pen van één kilogram suiker. Petroleum Gedurende het tijdvak van Maandag 20 Januari tot en met Zondag 23 Februari geeft de met „periode D" gemerkte zegel van de serie, welke is uitgereikt ten behoeve van hen, die voor verlichting in het huishouden uitsluitend op het gebruik van petroleum rijn aangewezen, recht op het koopen van 2 liter petroleum. DE CLASSICALE VERGADERINGEN DER NED. HERV. KERK Drie belangrijke Beslissingen: gemeente-opbouw, prediking en kanselgebed Zooals bekend zijn jJ. Woensdag overal in 't land de classicale vergaderingen der Ned. Herv. Kerk gehouden. De agenda be vatte zoo schrijft een medewerker in het Algem. Handelsblad uit den aard der zaak op dit ongewone tijdstip geen „voorloopig aangenomen reglementswijzigingen", maar zag er geheel anders uit. Na de opening door den praeses, met gebed, lezing van de Twaalf artikelen des geloofs en Schriftlezing, wer den drie belangrijke punten aan de orde ge steld, alle drie „voorlichting" genoemd. Deze voorlichting gold: gemeente-opbouw, predi king en kanselgebed. De commissie resp. voor Gemeenteopbouw en voor Kerk en Prediking, op haar beurt weder onderdeelen van de bekende groote commissie voor Kerkelijk Overleg vanwege de Algemeene Synode had deze voorlichting ge geven. De voorlichting op de drie genoemde punten, waaraan in de Kerk bijzondere be hoefte bestond, geschiedde aldus, dat in alle vergaderingen dezelfde inleidingen ter tafel werden gebracht, aangeboden door de genoem de commissie en opgesteld resp. door de pro fessoren Kraemer te Leiden en Berkelbach van der Sprenkel te Utrecht, na welke inlei dingen er telkens gelegenheid tot onderlinge gedachtenwisseling gegeven werd. Hoofdgedachte van de eerstbedoelde voor lichting,betreffende gemeenteopbouw, was, dat de plaatselijke gemeente het strategische punt is, de levenskern van elke Christelijke Kerk. Doel van het kerkelijk leven, van den anderen kant bezien, moeten zijn: waarlijk levende en belijdende, d.i. in geloof, liefde en hoop werkzame gemeenten. De allereerste practische taak der gemeenten is nu: evange- liseeren met krachtige medewerking van al hare leden en: een warme toevlucht vormen voor alle in noodverkeerende menschen. De tweede voorlichting diende zich aan als een commentaar op het, door de commissie voor Kerk en Prediking op verzoek der Sy node aan de predikanten 'aangeboden teksten- rooster voor de Zondagsche prediking. Te recht zeide de inleider, dat dit in de Herv. Kerk iets ongewoons is. Het is niet als een voorschrift, maar als een handreiking be doeld. Op verschillende wijzen was de Synode gebleken, dat vooral jongere predikanten gaarne eenige voorlichting zouden ontvangen bij het kiezen en bewerken van hun preek tekst in dezen tijd, waarin de toch al niet gemakkelijke taak der wekeliiksche verkondi ging door de bewogenheid der menschen zooveel zwaarder is geworden. Wat denhouw der preek betreft werd uitgegaan van het beginsel, dat de tekst de preek van het begin tot het einde beheerscht, waardoor de noodi- ge distantie blijft bestaan tusschen het woord der H. Schrift en de gedachtenwereld, die hoofd en hart der menschen vervult De toepasselijkheid der preek wordt niet gezocht in een door de tijdsomstandigheden geïnspireerde vermaning; zij ligt op hooger niveau. Zij ontstaat altijd uit de verhouding, die evangelie-verkondiging is, oordeelend en bemoedigend, en heeft geen geringer doel, dan allen steeds nader te brengen tot Jezus Christus den eenigen Heer der kerk door en met wien de kerk Gods Koninkrijk tegemoet leeft Aangezien de verkondiging der kerk niet door de tijdsomstandigheden, maar door den Heer bepaald wordt is het te begrijpen, dat het aangeboden tekstenrooster in zijn keuze, aldus de inleider, rekening houdt met het „kerkelijk jaar". Het kerkelijk jaar is niet hetzelfde als het burgerlijk jaar. Het begint met den len Advents-Zondag, en eindigt met den laatsten Zondag vóór het volgende advent. Het wordt gemarkeerd door de hooge feesten: Kerst-, Paasch- en Pinksterfeest. Deze feesten heb ben van ouds hun voorbereidings- en Zondagen: advent, lijdenstijd, de vijftig dagen tusschen Paschen en Pinksteren Het kerke lijk jaar wordt voorts verrijkt met de ge denkdagen van gebeurtenissen en van groote figuren, die God aan de kerk gaf: Stefanus (2en Kerstdag), epifanie (len Zondag in Januari), opdracht in den tempel (2 Februari); Johannes de Dooper (24 Juni); Petrus en Pau- lus (29 Juni), enz. De Zondagen werden daarnaar genoemd en van de feesten afge teld, de lijdenszondagen naar bepaalde psal men. Dit alles was eenmaal algemeen-ker kelijk, is door de Hervorming deels (in Duitschland en Engeland minder dan te onzent) verloren gegaan, maar wordt in ver scheiden kringen reeds lang opnieuw aan vaard. Het derde punt ter classicale vergade ringen, "door dezelfde commissie ter tafel ge bracht, betrof het „gebed voor allen nood der christenheid om gebruikt te worden op den rustdag" na de prediking in den hoofddienst, bij verkorting „het gebed voor allen nood" in den volksmond „het lange gebed" ge noemd; naar goede liturgische terminologie voor den dienst der gebeden. Men vindt het achter in het kerkboek. Het gebed is opge steld in de 16de eeuw, naar het gebruik van Calvijn en dat der Palts, het onderging thans eenige bekorting en wijziging op onderge schikte punten; de hoofdzaak bleef ongewij zigd. Algemeen gebruik van dit groote rijke gebed, aldus de bedoeling, verwerkelijkt te meer de gebedseenheid der kerk. De Rijksmiddelen in 1940 Over het algemeen zeer bevredigende ontvangsten De raming overschreden Uit de gegevens over den stand van de Rijksmiddelen per ultimo 1940 blijkt, dat de zgn. „Overige Middelen" uitein delijk 462,244,281 hebben opgebracht, waarmee de raming van 450.5 millioen met 11.7 millioen is overschreden. Ook de directe belastingen overschreden de raming. In de maand December brachten de Rijksmiddelen (xgn. Overige Midde len) 42,1 millioen op of 5 millioen meer dan de maandelijksche raming. Bij een beoordeeling van het totaal bedrag der kohieren voor de directe belastingen, kan allereerst met voldoening worden geconsta teerd, dat deze middelen over het gepasseerde jaar volkomen aan de verwachtingen hebben beantwoord. Bedroeg op ultimo December 1940 het zuiver bedrag der kohieren 133,150,782.98, thans is dit bedrag gestegen tot 183,526,268.95 of ruim 50 millioen gulden Hierbij moet echter niet worden vergeten, dat eerstgenoemd bedrag slechts betrekking had op de grondbelasting, de inkomstenbelas ting, de vermogensbelasting en de verdedi- gings, terwijl nu daarbij gekomen zijn de op centen op de gemeentefondsbelasting en de win sbbelasting. De grondbelasting, waarvoor ge raamd was 10,780,000 bracht 10,865,072 op of ruim 85,000 meer en kwam daarmede 161,205 boven de opbrengst over het voor afgaande jaar. Ook de inkomstenbelasting kwam met een opbrengst van 92,840,430 boven de raming en wel met 3,840,430. Deze be lasting bleef daarmede' nog 178,000 boven de opbrengst over 1939. De vermogensbelasting (raming 20 millioen) bracht het in 1940 tot een bedrag van 18,806,120. of bijna een half millioen minder dan over het jaar daarvoor. Hoewel de verdedigingsbelasting met 9,437,335 bijna het bedrag der raming (9.5 millioen) naderde, vertoonde dit middel in vergelijking met 1939 echter een teruggang van ruim 1 millioen. Wat de opcenten op de gemeente fondsbelasting betreft, welke in 1940 voor het eerst op de middelenstaat voor kwamen en waarvoor een bedrag van 29.5 millioen was geraamd, vermeldt het overzicht dat deze tot dusver 28,803,288 hebben op gebracht. Ten slotte geeft de onlangs ingevoerde winstbelasting, waarvoor nog geen ramings bedrag was uitgetrokken ,tot ultimo 1940 een opbrengst te zien van 22,774,020. De overige middelen Ook de totale opbrengst der overige midde len over het jaar 1940 stemt, alles in aanmer king genomen, tot tevredenheid. Natuurlijk valt het te betreuren, dat ver schillende dezer middelen als gevolg van de omstandigheden ver bij de raming ten achter moesten blijven, doch daarnaast stemt het tot verheugenis, dat tal van andere middelen door een aanmerkelijk hoogere opbrengs* deze achteruitgang weer hebben te niet gedaan, zoodat uiteindelijk de totale opbrengst ad 462,244,281 de raming van 450.5 millioen met 11,744,281 heeft overschreden. Bij een beschouwing van de cijfers der mid delen afzonderlijk zien we in de eerste plaats, dat de dividend- en tantièmebe lasting met een opbrengst van 11,095,' daarmede ruim 15.9 millioen beneden de raming bleef en 15.28 millioen ten achter bij de opbrengst over 1939. Het tweede middel, dat als vanzelfsprekend een grooten terugslag gaf te zien, zijn de rechten op den invoer. Bedroegen deze over 1939 het record van 122,755,170 thans kon de opbrengst van deze rechten het niet verder brengen dan 80,007,711 of ruim 27.9 millioen minder dan de raming. Ook de rechten en boeten van gel toonden een dalende tendenz. Bij eer ming van 20 millioen bedroeg de opbrengst slechts 12,647,630 of ruim 7.35 millioen minder. Vergeleken by 1939 was de opbrengst 5,370,000 lager. De overige middelen, welke de raming niet konden halen, zijn: het statistiek- recht met een opbrengst van 1,650,817 (lager 849,182); de accijnzen op u met 2,234,113 (lager 65,887); de c ponbelasting met 3,960,069 dager 839,930); de rechten en boeten 1 successie met 41,735,861 dager 2,246,183) en, om begrijpelijke redenen de loodsgelden met slechts 94,012 dager 705,987). Komen we thans aan de middelen, welke de raming hebben overschreden, dan dient daarvan in de eerste plaats te worden ge noemd de omzetbelasting, welke bij een opbrengst van 108,945,014 met een bedrag van 25,945 boven de raming kwam en ruim 20 millioen boven de opbrengst van 19399. Daarop volgt de accijns op tabak, voor welk middel de raming was gesteld op 36 mil lioen. De opbrengst steeg echter, mede dank zij de ingevoerd opcenten, tot 55,954,250, met welk bedrag deze accijns ongeveer 16.5 millioen meer opbracht dan in het vooraf gaande jaar. Ook de accyns op het gedistil leerd kwam aanmerkelijk boven de raming uit en wel met ruim 12.5 millioen. De op brengst van dit middel bedroeg 41,527,665 hetgeen ruim 10 millioen hooger is dan over 1939. De andere middelen met een hoogere op brengst dan de raming zijn: de accijns op zout met een opbrengst van 2481,597 (hooger 681,597), de accijns op ge slacht met 10,987,604 (hooger 3,787,604). De accyns op bier met 10,282,669 (hooger 1,782,669), de accijns op suiker met 59,304,356 Ohooger 304,356, doah 1,822,485 lager dan de opbrengst over 1939), de belasting op gouden en zilveren werken met 830,727 flhooger 230,727), en de rechten en boeten van regi stratie met 18,422,696 (hooger 2,422,696). Wat ten slotte de opbrengst over de maand December 1940 betreft, kan worden gecon stateerd, dat deze 42,600,447 heeft bedragen, of ruim 5 millioen gulden meer dan de maandelijksohe raming. H0LLANDSCHE SOCIËTEIT Heerengracht 475 Amsterdam C Vraagt tarieven voor LEVENSVERZEKERING LIJFRENTEN PENSIOENEN HET INSTITUUT VOOR SCHEED VAART EN LUCHTVAART Een nieuw gebouw bij de Rochussenstraat* te Rotterdam Het bestuur van het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart heeft, na bekomen toestemming, tot weder opbouw besloten volgens ontwerp van het architectenbureau ir. A. van der Steur. Door grondruil met de gemeente is een terrein naast de tunneltraverse aan de Rochussenstraat daarvoor verkregen. Als resultaat van de onderhandsche aan besteding is de bouw opgedragen aan de n.v» Aannemings Mij. v/h. H. en P. Voormolen alhier. Zooals men zich herinnert was het Scheep vaartkundig museum vroeger aan der» Haringvliet gevestigd. De nieuwe plaats voor het museum ligt aan den verlengden 's Gravendijkwal, het terrein, dat thans opslagplaats voor puin is. Ir. A. v. d. Steur, de vroegere gemeente architect, behoort tot de architecten, die de gebouwen zouden ontwerpen voor de groote tentoonstelling, welke in 1941 zou worden gehouden op de terreinen bij de Rochussen straat en die nu voor minstens 10 jaar is uitgesteld. Behalve tijdelijke gebouwen had men zich hier eenige permanente gedacht waarvan er één later ter beschikking zou komen van het Instituut voor scheepvaart en luohtvaart, dat aan den Haringvliet reeds lang te klein behuisd was, en van het Maritiem museum Prins Hendrik. In het gebouw aan de Willemskade zou dan alleen het Museum voor land- en volkenkunde gevestigd blijven. Volgens het hierboven genoemde project tot herbouw zal voorloopig bij de Rochussen straat alleen bet Instituut voor scheepvaart en luchtvaart verrijzen. Er zijn evehwel plannen om later bij dit gebouw vleugels op te trekken om er het Maritiem i onder te brengen. Het Duitsehe weermachts- bericht Het opperbevel van de Duitsehe weermacht meldt: Het luchtwapen bombardeerde, vergezeld van gewapende verkenningstoestellen, gisteren des daags een troepenkamp en eveneens ver dere doelen in het Zuidoosten van Engeland» In den nacht van 15 op 16 Januari grepen gevechtsformaties ondanks ongunstige weers omstandigheden in golven militaire doelen aan in een stad in midden-Engeland. Verder ook in mindere mate in Londen. Het station van Dover kreeg verscheidene voltreffers. In de Engelsche havens werden verdere mijn- versperringen gelegd. De vijand wierp in den afgeloopen nacht in Noord-Duitschland op verscheidene plaat sen brisant- en brandbommen af. In Wil helmshaven ontstonden verscheidene huizen- branden. Het krachtig ingrijpen, van de vei ligheids- en hulpdiensten en van den bescher- mingsdienst kon echter een uitbreiding van deze branden verhinderen. Ook in het haven kwartier explodeerden eenige brandbommen, zonder evenwel noemenswaardige schade aan te richten. De verliezen in Wilhelmsha ven bedroegen 20 dooden en 35 gewonden. Bedrijvigheid in de lucht boven Engeland. Naar het D.N.B in aanvulling op het weer- machtsbericht van gisteren verneemt heeft het Duitsehe luchtwapen ondanks hevige sneeuwstormen ook Woensdag boven het Britsche eiland een groote bedrijvigheid ont plooid. Met groot succes is midden-Engeland aangevallen. Motoren- en automobielfabrie ken zijn er met merkbaar resultaat onder vuur genomen. Ook andere voor de oorlog voering belangrijke doelen, vooral machine fabrieken, zijn door formaties Duitsehe ge vechtsvliegtuigen met bommen bestookt. De groote rangeerterreinen te Dover, die voor het havenverkeer van groot belang zijn, heb ben in het middelpunt van den zwaren aanval gestaan, verscheidene treffers werderi waargenomen. Voorts kon men tot in verren omtrek branden waarnemen in opslagplaatsen en loodsen. In Zuidoost-Engeland zijn troe penkampen en oefenterreinen krachtig ondetf vuur genomen. Hat station van Dover opnieuw bestook* Duitsehe duikbommenwerpers hebben naar het D.N.B. verneemt, gisteren opnieuw een aanval op het station van Dover ondernomen. De bommen troffen doel. Engelsche vliegtuigen neergeschoten. Volgens de bij het opperbevel van de weer macht ontvangen berichten, zijn Woensdag drie Engelsche vliegtuigen in luchtgevechten neergeschoten. Aan Duitsehe zijde werden geen verliezen geleden. Britsche berichten weerlegd. Het Britsohe ministerie van luchtvaart heeft op 15 Januari gemeld, dat de RAF. ver scheidene militaire doelen in Noorwegen ge bombardeerd heeft. O. a. zou het een vliegtuig gelukt zijn, twee voltreffers op een motorschip in de buurt van Stavanger te plaatsen, een belangrijke spoorwegbrug te vernielen en Duitsohe luchtbases met goed succes te bom bardeeren. Dit bericht is, naar in welingelichte kringen alhier bekend wordt, in geen enkel opzicht overeenkomstig de feiten. Engelsche vliegtuigen hébben gisteren slechts drie brisantbommen op Noorsche landerijen laten vallen. Het ziet er naar uit, zoo zegt men, dat het Engelsche ministerie van luchtvaart tegenover de wereld weer eens eenige niet aanwezige successen in het werpen van bom men op militaire doelen in de door Duitsch land bezette gebieden noodig had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1