DE BRUIDSJAPON, WOENSDAG 15 JANUARI T94T Het Congres en Roosevelt's plannen Wijzigingen voorgesteld door Taft en anderen De Republikeinsche senator Taft eischt, naar het D.N.B. uit Washington meldt, in een verklaring, aan de pers verstrekt, volstrekte verwerping van de wet tot hulpverleening aan Engeland in den door Roosevelt ge- wenschten vorm. Taft stelde voor, dat het Congres in plaats daarvan leeningen tot een beperkt bedrag zal toestaan, doch eerst als de Engelsche saldi in de Vereenigde Staten uitgeput zijn. De belangrijkste taak van het Congres, zoo betoogde Taft, is thans Roose velt geen blanco volmacht te geven en de eigen verdediging van de Vereenigde Staten niet wettelijk aan Engeland en de'hulp aan Engeland te koppelen. Engeland heeft nog steeds een tegoed van enkele milliarden dol lars in de Ver. Staten. Indien dit besteed is, kan het Congres beperkte leeningen toestaan. Behalve het voorstel van Taft zijn zoowel van. Republikeinsche als van Democratische zijde voorstellen ingediend. De Democratische senator Murray, die gewoonlijk de regeering steunt, eischt, dat men aan Engeland slechts beperkte hoeveelheden oorlogsmateriaal af staat en alleen datgene, wat door de defensie ministerie; vrijgegeven is als niet volstrekt noodzakelijk voor de verdediging van de Vereenigde Staten. De progressieve senator Lafollette keerde zich vooral tegen de clausule, die de Ameri- kaansche havens voor de oorlogsschepen van Engeland zou openstellen. Hij eischt schrap ping daarvan om „import van den oorlog in Amerika" te beletten. De Republikeinsche afgevaardigde Simpson heeft een voorstel ingediend, strekkende tot het beperken van de wet op de hulp aan Engeland met de volmachten voor den presi dent tot twee jaar. Bovendien zouden in de wet de landen met name moeten worden ge noemd, aan welke de Vereenigde Staten hulp willen geven. Een ingediend amendement heeft alleen betrekking óp hulp aan Engeland, het Brit- sche Rijk en Ierland. De ondersteuning van andere landen zou afhankelijk gesteld worden van een nieuwe goedkeuring door het Congres. Te New York is een vergadering gehouden* die bezocht werd door 20,000 communisten. De sprekers deden scherpe aanvallen op de buitenlandsche politiek van Roosevelt. In een resolutie werd geprotesteerd tegen de mach tiging van den President, zooals die opge nomen is in het wetsontwerp betreffende de hulp aan Engeland. De overdracht van Amerikaansche tonnage Het D.N.B. meldt uit New York, dat men zich daar in kringen, die voor welingelicht doorgaan, geen illusies maakt over de gren zen, die aan elke materieele hulp aan Enge land bestaan. In de eerste plaats kan deze hulp pas na een gevaarlijk langdurige periode van voorbereiding tot uiting komen. Ten tweede echter zou het noodig zijn eerst de gevaren op den Atlantischen Oceaan te gaan beheerschen, die in 1941 aanzienlijk ernstiger zijn dan in 1917, toen Engelands ravitaillee- Actie in den Opper-Soedan Het Italiaansche weermachts- bericht In zijn weermachtsbericht no. 221 maakt het Italiaansche hoofdkwartier het volgende bekend: Aan het Grieksche front bedrijvigheid van patrouilles en artillerie. Onze formaties vliegtuigen hebben bij herhaling een vijande lijke basis gebombardeerd. Vrachtauto's en troepenconcentraties zijn met machine geweren beschoten. In Cyrenaica was bedrijvigheid van onze artillerie, die verliezen heeft toegebracht aan de gemechaniseerde strijdkrachten van den vijand aan het front van Tobroek. Voorts was er bedrijvigheid van patrouilles en van artillerie in de zone van Dzjarabub. Het optreden van vijandelijke vliegtuigen tegen plaatsen aan de kust van Cyrenaica heeft geen slachtoffers gemaakt. In Oost-Afrika viel eenige actie waar te nemen in den Opper-Soedan en optre den van artillerie in de zone van Galla- bat. I n den Soedan hebben onze vlieg tuigen vijandelijke stellingen, verdedi gingswerken en troepenconcentraties ge bombardeerd. Een van onze luchtfor- maties, die door vijandelijke jagers werd aangevallen, werd in een gevecht gewik keld, waarbij een toestel van het type Gloster werd neergeschoten. Een ander verkenningsvliegtuig werd neergehaald door onze jagers in Erytrea- De vijand heeft eenige plaatsen gebombardeerd waarbij slechts enkele personen gewond In den ochtend van 31 December heeft een Grieksche duikboot een van onze vracht schepen van kleine tonnage, welke in de territoriale wateren van Zuidsla vië voer, tot zinken gebracht Met schending van elk oorlogsgebruik heeft de duikboot vervolgens kanonschoten gelost op een reddingsboot van het vrachtschip, waarbij tien schipbreuke lingen leden der bemanning van het vrachtschip gedood werden. Een vliegtuig en een motortorpedoboot hebben op 9 Ja nuari een vijandelijke duikboot aangevallen en tot zinken gebracht. ringspositie nog lang niet zoo kritiek was als thans en vooral nog talrijke landen op het vasteland van Europa voor Engeland open stonden. Opheffing van het acute gebrek aan scheepsruimte moet het eerste punt van alle hulp aan Engeland vormen. Juist in dit op zicht ziet het er evenwel zeer bedenkelijk uit, naar voorts verklaard wordt. In Ameri kaansche scheepvaartkringen volgt men reeds thans met groote bezorgdheid de daling van de koopvaardijtonnage door de verkoopen aan het buitenland, vooral aan Engeland. Deze verkoopen hebben de bedoelde tonnage van Amerika gedurende vorig jaar met niet min der dan een millioen ton verminderd. Daar tegenover stond, dat de bouw nog geen 50,000 ton bedroeg. Nog meer verkoopen van sche pen vormen, naar volgens het D.N.B. in poli tieke en oeconomische kringen opgemerkt wordt, een niet onaanzienlijk risico. In lijnrechte tegenstelling tot de openbare verklaring en van bepaalde politici en tót de hoofdartikelen van vele kranten staat men volgens het D.N.B. in welingelichte kringen te New York en Washington op het stand punt, dat de zendingen Amerikaansch oor logsmateriaal reeds thans zoo laat komen, dat zij in geen geval een overwinning van Enge land kunnen bewerkstelligen. Onder deze om standigheden is haar voornaamste taak uit sluitend een al te groote nederlaag van Groot- Britannië te helpen verhinderen. Doch zelfs dat is twijfelachtig. Daarom moet vooral het eigen belang van Amerika op den voorgrond gesteld worden, opdat de Ver. Staten niet op zekeren dag meegesleurd worden in de ge volgen van een Engelsche nederlaag. Bezwaren van de massaproductie van vliegtuigen United Press meldt uit Washington: Vinson, voorzitter van de marine-commissie uit het Huis van Afgevaardigden verklaarde, dat de berichten, welke de commissie ont vangen heeft, er op wijzen dat het doel door Roosevelt gesteld, n.L 50,000 vliegtuigen per jaar te bouwen, slechts te bereiken is indien men de technische verbeteringen opoffert aan de massaproductie. Misschien is het, aldus Vinson, toch moge lijk dit doel te bereiken, indien men van tijd tot tijd standaardiseert. In dat geval echter kunnen niet alle vliegtuigen met de modernste technisohe vindingen uitgerust worden. Vinson gaf deze verklaring af op grond van mede- deelingen van dfen vice-president der Curtis Wright fabrieken. Vinson drukte de meening uit, dat het op den huidigen grondslag van den vliegtuigbouw niet slechts onmogelijk zal zijn, 50,000 vliegtuigen per jaar te bouwen, doch ook 36,000, gelijk er volgens het pro gramma door Amerikaansche vliegtuigfabrie ken in den zomer van 1942 als jaarproductie geleverd moeten kunnen worden. Senator Clark eischt onder vraging van Kennedy en Bullitt Over hun rol te Parijs en Londen De democratische senator Clark zal Woens dag naar de New York News uit Washington meldt, aan den senaat het verzoek richten om de Amerikaansche ambassadeurs te Londen en Parijs, Kennedy en Bullitt, door de senaats commissie voor buitenlandsche aangelegen heden te laten ondervragen over de rol, die de Vereenigde Staten vóór het uitbreken van den Europeeschen oorlog m Franxrijk en En geland hebben gespeeld. Clark heeft geëischt, dat de ambassadeurs gedwongen zullen wor den hun verklaringen onder eede af te leggen. Clark verklaarde, dat het Amerikaansche volk het recht heeft té weten, wat zijn voord voer ders in Londen en vooral in Parijs gezegd en gedaan hebben. Duitschland en Ierland Verklaring van den lerschen hoogen commissaris te Londen Reuter meldt uit Dublin, dat een hoog Iersch ambtenaar met machtiging van zijn regeering in een verklaring heeft vastgesteld, dat er van bepaalde berichten over een aan bod van Duitschland aan de Valera betref fende eenigen mogelijken bijstand voor Ier land, geen woord waar is. Reuter meldt verder, dat de hooge commisaris van Ierland te Londen, Dulanty, Maandag de volgende ver klaring heeft afgelegd: Een ochtendblad van heden schrijft, dat de Duitsche regeering de vorige maand aan de Valera eiken mogelijken steun .voor Ier land heeft aangeboden, teneinde te verhin deren, dat Groot-Britannië de contröle over de steunpunten aan zee herkrijgt, die het vroeger gepacht heeft. De hooge commissaris voor Ierland, Dulanty, is door zijn regeering gemachtigd te verklaren, dat dit bericht volkomen ongegrond is. Beperking van het spoorweg verkeer in Frankrijk Naar te Vichy medegedeeld wordt, zal met ingang van vandaag het personenverkeer op de spoorwegen in het niet bezette deel van Frankrijk beperkt worden tot óén trein per dag op de hoofdlijnen en volkomen gestaakt op de secondaire lijnen. Deze maatregel is genomen in verband met het gebrek aan steenkool. Belangrijke conferentie in Tokio Nauwe samenwerking tusschen regeering en,weermacht Domei meldt uit Tokio: Gisteravond is alhier een belangrijke con ferentie gehouden voor het bespreken van de internationale en binnenlandsche vraagstuk ken. Deze conferentie, die gehouden werd voor het verkrijgen van een grootere coördi natie tusschen het opperbevel en de regee ring, werd oa. bijgewoond door minister president Konoje, luitenant-generaal Hideki Tojo, minister van oorlog, en andere autori- Omtrent de besprekingen die ^nder voor zitterschap van Konoje zijn gehouden, meldt het D.N.B. nog, dat hiermede een aanvang is gemaakt met de aangekondigde vierdaagsche besprekingen van de kabinetsleden en de chefs van de Japansche weermacht met de vertegenwoordigers van den rijksdag, de in dustrie, het financieele leven en de p^rs. De conferenties zijn gisteren door een langdurige bespreking van den minister-president met de vooraanstaande militaire persoonlijkheden ingeleid. De Japansche pers kent aan deze con ferentie buitengewone beteekenis toe, daar hieraan niet alleen de ministers van oorlog en marine en de chefs van den generalen- en marinestaf, alsmede hun plaatsvervangers deelnamen, doch óók de afdeelingschefs van de weermachts ministeries. In Japansche politieke kringen wordt verklaard, dat de regeering reeds voor het begin van den rijksdag pogingen in het werk stelt om met het oog op de begroo- tings- en regeeringsvoorstellen eenheid te verkrijgen. Als belangrijkste wetsvoor stel der regeering wordt de' nieuwe kies wet genoemd. Ministerpresident Konoje zal op de a.s. conferentie met de vertegenwoordigers van den rijksdag nog eens met nadruk de vastbe slotenheid van den rijksdag tot uitdrukking brengen om de politieke nieuwe ordening van Japan onder alle omstandigheden ten uitvoer te leggen. De levensmiddelenvoorziening in Frankrijk Duitsche aardappelenleveranties Uit Vichy wordt gemeld, dat de inter- ministerieele oeconomische commissie, die onder leiding staat van Flandin, gisteravond weer het probleem der ravitailleering en levensmiddelenvoorziening heeft behandeld. Daarbij werden ook kwesties betreffende de landbouworganisatie besproken. Tot de oeco nomische commissie behooren als voorzitter Flandin, als leden de minister van financiën Bouthillier, de minister van productie en arbeid, Belin, voorts minister Cazoit, minis ter Berthelot en Achard, de staatssecretaris voor de ravitailleering. Het D.N.B. meldt uit Parys: Nadat Duitschland reeds zooals gepield 100,000 ton aardappelen voor het bezette Fransche gebied geleverd heeft, vooral voor Parijs en omgeving benevens 50,000 ton poot- aardappelen, heeft het Duitsche rijk zich thans bereid verklaard nogmaals 450,000 ton voor het bezette en onbezette gebied te leveren en •eneens 100',000 ton suiker. Het Vlaamsche Nieuws van den Dag schrijft, dat Frankrijk steeds is aangewezen geveest op den invoer uit het buitenland. Deze invoer is thans door Engeland onmoge lijk gemaakt. Bovendien heeft de vroegere regeering het opslaan van voldoende voor raden veronachtzaamd. Voorts werd er op ge wezen, dat Frankrijk waarschijnlijk van Duitschland broodgraan zal krijgen. Het land moet echter den geheelen invoer van overzee ontberen. Engeland laat thans echter al zijn bondgenooten in den steek en tracht hen uit te hongeren. Wij wenschen dat aan allen, die de huidige moeilijkheden der levensmiddelen voorziening mede beleven, eindelijk de oogen opengaan ten aanzien van de vTaag, wie in werkelijkheid daarvoor de verantwoordelijk heid draagt De vrijmetselaars in Roemenië Uit betrouwbare bron verneemt het D.N.B. uit Boekarest, dat de vrijmetselaarsloges zijn blijven bestaan en haar arbeid hebben voort gezet, nadat zij verboden waren. J3ij de huis zoekingen in het begin van Januari zijn boe ken en geschriften gevonden, waaruit blijkt, hoe groot de invloed der loges was in de krin gen, die tot voor kort het land regeerden. Vol gens de documenten waren oud-ministers vooraanstaande vrijmetselaars. In de loge, waarin de meeste vooraanstaande personen bijeenkwamen, had de Engelsche speSiale ge: zant Lord Lloyd, die in den herfst van 1939 de Engelsche oorlogsbelangen op den Balkan vertegenwoordigde, een eerezetel, zoo ver neemt bet D.N.B. verder. Het hoofd van de grootste loge, de laatste Roemeensche gezant te Lissabon, Fongal, onderhield door bemid deling van een agent der Secret Service be trekkingen met verschillende buitenlandsche inlichtingendiensten. De huiszoeking in de Rotaryclub te Ploesti heeft aan het licht gebracht, dat deze orga nisatie. die een zuivere gezelligheidsveree- niging genoemd werd, een vrijmetselaarsloge v/as, welke onder leiding van den Engelsch- man Clark stond. Deze Clark heeft reeds in 1916 een actieve rol gespeeld bij de vernieling der Roemeensche petroleum velden. ORTEGA Y GASSET IN DEN RAAD DER HISPANITEIT Wij leizen in het Hdbl.: De Spaapsche correspondent van de Deut sche Allgemeine Zeitung wijdt aan de stich ting van den „Raad der Hispaniteit" een be schouwing, waarin hij er op wijst, dat ook de wijsgeer Ortega y Gasset, de schrijver van het ook in Nederland bekende „Opstand der horden" van dezen Raad deel uitmaakt. Hij schrijft daarover: „Hiermee wordt Ortega y Gasset voor de eerste maal door den nieuwen staat onder scheiden, nadat zijn verhouding tot de natio nale revolutie tot nu loe nog niet als voldoen de duidelijk beschouwd moest worden. Ortega heeft den burgeroorlog buiten Spanje beleefd. Tot 1939 woonde hij in Parijs en vandaar begaf hij zich naar Zuid-Amerika, waar hij tegenwoordig aan verschillende universiteiten college geeft. Dat hij nu in den Raad der Hispaniteit werd opgenomen, be wijst, dat de nieuwe staat het inzicht van be paalde extreme kringen niet deelt, die den wijsgeer tot een emigrantenrol willen ver- oordeelen. Integendeel, hij erkent volledig Ortega's verdiensten voor de renaissance van een eigen critisch Spaansch zelfbewustzijn. Uit deze benoeming blijkt duidelijk, dat men er naar streeft om zonder vooroordeel alle beschikbare geestelijke energie van Spanje te mobiliseeren en aldus de samen werking met de Ibero-Amerikaansche landen op een zoo breed mogelijke basis wil plaatsen. Men mag aannemen, dat dit een gunstige uit- werk%ig zal hebben op die Zuid-Amerikaan- sche kringen, die tot nu toe tegenover de stichting van den Raad der Hispaniteit een afwachtende, aarzelende houding Japan in de wereld Konoje bepaalt zijn houding jegens de voornaamste internationale vraagstukken Konoje, de eerste minister, heeft gisteren het woord gericht tot ruim 70 verte genwoordigers van het Japansche Lagerhuis in de eerste bijeenkomst van een gemeenschap pelijke conferentie van vier dagen tusschen de leiders der regeering en de vertegenwoor digers van parlement, pers, financieele en industrieele kringen. Strevende naar samen werking der aanwezigen met de regeering in het bewijzen van nationale diensten aan den staat om door de crisisperiode heen te komen, sprak Konoje uitvoerig over de ontwikkeling van den internationalen toestand na de sluiting van het driemogendhedenpact tusschen Japan, Duitschland en Italië. Tevens wijdde hij aan dacht aan de Engelsch-Amerikaansche hou ding jegens Japan en China, de betrekkingen tusschen Japan en de Sowjetunie, de erken ning van de Nanking-regeering door Japan, het verzet van Tsjoengking tegen Japan, de schepping van een sfeer van gemeenschappe lijke welvaart in een groot Oost-Azië en aan de vraagstukken betreffende Fransch Indo- China en Nederlandsch-Indië. In zijn schets van den internationalen toe stand heeft Konoje, naar verluidt, den nadruk gelegd op het gevaar van een de wereld omspannende ontwrichting, die dreigt door den toenemenden druk op Japan van den kant der Vereenigde Staten evenals door de krachtige Amerikaansche hulp aan Engeland en Tsjoengking. Konoje maakte van de ge legenheid gebruik om opheldering te geven omtrent de leidraden van de buitenlandsche politiek. Sprekende over de werking van de Japan sche oeconomie in oorlogstijd, gaf de premier een overzicht van de resultaten en verklaarde hij de regeeringspolitiek ten aanzien van de belangrijkste goederen van Japan's overzee- schen handel. Na Konoje sprak Tojo, de minister van oorlog, die een uitvoerige uiteenzetting gaf betreffende het Chineesch-Japansche conflict en den Europeeschen oorlog, waarna Oikawa, de minister van marine, het woord voerde. Een openhartige gedachtenwisseling volgde. Tojo heeft gisteren ook in de kabinetszitting gesproken en gezegd dat het leger stellig van meening is, dat de regeering overeenkomstig vroegere besluiten de nieuwe kieswet bij (Ten rijksdag moet indienen. Tevens betoogde hij. dat ook de kwestie van het stemrecht van gewezen soldaten geen belemmering mag zyn voor indiening van het voorstel. Nopens de nieuwe orde in het verre oosten is een gemeenschappelijk besluit genomen met de strekking, dat geenerlei twijfel omtrent de grondslagen van deze nieuwe orde mag bestaan. De regeering heeft uitdrukkelijk bepaalde in Japan verspreide geruchten tegengesproken, dat de nieuwe orde tevens een vereeniging der naties van Oost-Azië zal vormen, daar een dergelijke oplossing in strijd is met de stichtingsgedachte van het Japan sche keizerrijk en niet dienstig zou zijn voor de souvereiniteit van het keizerrijk. Een officieuze Bulgaarsche tegenspraak Het Bulgaarsche Telegraafagentschap is ge machtigd, in het buitenland verspreide ge ruchten, volgens welke Duitsche troepen door Bulgarije zouden trekken en in verband hiermede een diplomatieke stap zou zijn on dernomen. tegen te spreken. Opnieuw een Fransch schip uitgeloopen Nadat het Fransche schip Mendoza 10 Januari de haven verlaten had, treft thans ook de Campana van de zelfde nationaliteit toebereidselen om uit te loopen. Men ver neemt, dat het schip vooral vracht en slechts weinige passagiers meeneemt Daar de Mendoza zooals gemeld na haar vertrek uit Montevideo door den Britschen hulpkruiser Astierias aangehouden werd en op den terugweg is naar een haven aan de La Plata, wordt de reis van de Campana onder dezelfde omstandigheden en met hetzelfde reisdoel,- Marseille, met spanning, tegemoet gezien. De plaag van den sluikhandel Men weet, tegen welke moeilijkheden men in Frankrijk ten opzichte van de voorzienin gen op te tornen heeft. Het vraagstuk van d« prijszetting hangt daar ten nauwste mee samen. De Temps erkent, dat de sluikhandel een der factoren is, die het meest een zuiver werken van de rantsoeneering in den weg staan, afgescheiden van het ontbreken van voldoende voorraden en de moeilijkheden met het vervoer. De sluikhandel dreigt een ware plaag te worden, als er niet een einde aan gemaakt wordt. Dit kwaad is van moreel en psycholo gisch karakter en hangt samen met het inge kankerde individualisme van den Fransch- man. De sluikhandel strekt zich volgens het gezaghebbende blad over alle levensbehoeften uit, wordt rondom de hallen-van Parijs bijna openlijk beoefend en dringt tot in het onbe zette gebied door. Te Parijs b.v. is de boterprys op 33,50 tot 37 frs. het kg vastgesteld, in den sluikhandel wordt er 48 voor betaald en zoo gaat het met eieren en andere artikelen. Inzonderheid laat hij zich gelden in den handel van peulvruch ten, aardappelen, olie, margarine en ander vet. Dit geknoei moet tot prijsstijging leiden, terwijl juist naar stabilisatie gestreefd wordt Het leelyke is, dat dit gesmokkel de ver mogenden ten koste van de behoeftigen begunstigt De Duitschers in de Oostzee- staten Als uitvloeisel van het op 10 Januari ge sloten Duitsch-Russische accoord betreffende een nieuwe verhuizing van VolksduitSchers zullen de geheele Duitsche volksgroep uit Litauen, die ongeveer 45,000 menschen omvat en de rest der in het najaar van 1939 in Est land en Letland achtergebleven Volksduit- schers, ten getale van 12,000, naar het Duit sche Rijk terugkeeren. Nadat deze verhuizing haar beslag heeft gekregen, zullen bijna een half millioen Volksduitschers naar het Gioot Duitsche rijk teruggebracht zijn. Een mijnongeluk in Duitschland Twintig dooden. In een mijn in de gouw Westfalen-Noord zijn twintig Italiaansche arbeiders, die daar tezamen met Duitsche mijnwerkers werkzaam waren, het slachtoffer geworden vap een betreurenswaardig ongeluk. Dinsdag is voor deze slachtoffers van den arbeid een rouwplechtigheid gehouden, waar aan rijksleider dr. Ley en gouwleider dr. Meyer tezamen met de vertegenwoordigers van den Italiaanschen ambassadeur te Berlijn hebben deelgenomen. twaa Binnenlandsch Nieuws De besprekingen te Batavia Een uiteenzetting van Josjizawa Domei meldt uit Batavia: „De ongélijke verdeeling van de rijkdom men onder de volkeren is een der voornaam ste oorzaken geweest van de internationale onrust der laatste jaren." Aldus verklaarde Kenkitsji Josjuzawa, de leider van de Japan sche delegatie in Nederlandsch-Indië, in een redevoering aan een maaltijd welke door de Japansche kolonie alhier gehouden werd. „Het is de natuurlijkste zaak van de wereld, zoo zeide Josjizawa, dat Japan, hetwelk tot de niet-bezittende landen gerekend moet worden, alle soorten hulpbronnen wenscht te ontvangen van de landen, die in aardrijks kundig opzicht aan Japan grenzen, en tot de bezittende landen gerekend moeten worden. Ik ga handelsbesprekingen voeren met de autoriteiten van Nederlandsch-Indië in het wederzijdsch welzijn van Nederlandsch-Indië en Japan. Ik geloof, dat de exploitatie van braakliggend grondgebied in Nederlandsch- Indië door de Japanners, /liet alleen Japan maar ook Nederlandsch-Indië ten voordeel zou strekken, aangezien het nationale inkomen van Nederlandsch-Indië daardoor aanzienlijk zou worden verhoogd. Het ontwerp van de Japansche agenda voor de komende handels conferentie, zoo vervolgde Josjizawa, zal binnen enkele dagen aan de Nederlandsche autoriteiten worden voorgelegd. Ik hoop, zoo besloot hij, dat de autoriteiten van Neder - landsch-Indië het Japansche standpunt zullen begrijpen en dit zullen bezien in het licht van het toekomstig welzijn, niet uit een kort zichtig oogpunt". De scheermesjesfabrikant wa een oplichter In 1939 werd het een berucht oplicl de thans 29-jarige koopman D. N., t sterdam, waar hij verblijf hield, te Hij besloot daarom zijn domicilie te gen naar Den Haag. Hij had in het verli* reeds verschillende vrijheidsstraffen ui* zeten van tezamen 4'i jaar voor oplicht, verduistering en valschheid in geschrifte? Een tijd geleden kwam N. te 's Grai hage in contact met een gewezen fili-|a°'^" houder van een groote schoenenzaak. Ij-et u. was voor zichzelf begonnen en had L groote partij zomerschoeisel in zijn bi elke Daar de verkoop van dit artikel in L. j», winter niet vlotte, zocht hij echter een and< werkkring. N. had hem verteld een sch' e__ mesjesfabriek op den RijswijkschewegL^SjJ hebben met veertien man personeel ent Zust< zich in de oogen van den gewezen f'ltevertr houder nog belangrijker te doen schijnenfc^ Ro< hij er nog bij gezegd een eigen huitn' bezitten. Thans zocht hij een administrate voor zijn scheermesjesfabriek, doch $e j moest in staat zijn 300 in te brengen.,^, schoenenhandelaar had wel zin in 4chts betrekking, doch verklaarde de f 300 nie^ bet kunnen fourneeren. N beweerde desondag wel met hem in zee te willen gaan enL.onvm, zou dan dc 300 wel voorschieten. Boijhaddt dien sprak hij nog van zijn vennoot, dieli^ hiervan maar niets zou vertellen. bewaa De adminlstrateur-in-spe vertelde aan: was dat hij nog 210 paar schoenen te koop ^,nd N. had hier wel interesse voor en wilde partij wel overnemen voor 525 contant.L,or kJ schoenen werden prompt bij den scheenje vei jesfabrikant afgeleverd, doch deze had alLet v, maar groot geld en de schoenenhandefattraJ moest dus nog maar eens terugkomen. ko€ kwam terug en meer dan eens, maar N. j^ts steeds niet thuis. Nu kreeg de schoeiLj^^ handelaar toch argwaan en hij Informeidach eens in de buurt van de scheermesjesfabi we naar de antecedenten van zijn toekomstig n patroon. Men vertelde hem, dat N. welisw.0 _a) grossierde in scheermesjes en dat hij ook B( colporteurs had gehad, maar deze waren |^e Q. altijd tevreden geweest over de betaling. ^nt d, N. een eigen huis had, wat natuurlijk i verzonnen. Een en ander deed bij |s j/ schoenenhandelaar de maat overloopen ld hij ging naar de politie. N. werd gearrestetllkke en al spoedig bleek, dat de partij schoef reeds aan e enderde was verkocht voor 1 De politie heeft de schoenen achterhaalde er in beslag genomen. De scheermesjesfabriek zal het nu f e alleen zonder administrateur moeten 6telra£™ maar ook zonder patroon. De toelage op de ambtenareittoonc salarissen C^eni 1899fvan 1 Salarissen tusschen 1792 t worden 1900. kte, ,K1 ït too Het Fad. geeft nog de volgende toelicl op de beschikking over tijdelijke toeli voor het rijkspersoneel en verhooging het mhimum van de kindertoelage: Op alle salarissen beneden een bej grens de grens blijkt bij berekeni liggen op 1792 van gehuwde ambte] wordt een tijdelijke toelage verleend v« proceit. Hierbij mag salaris plus toelagel maxinum van 1900 niet te boven gaan. bijv. 1500 verdient, krijgt 1590, wie Pesiae verdient, prcies 1900, wie 1793, 185f, 1890 enz. verdient, ook 1900. Oneer de regeling vallen b.v. alle arbei(fo00ze postbistellers, de arbeidscontractanten, een schrijTers en van de hoogere rangen allen! tugg( een aanvangssalaris ontvangen, dat dan 1900. fv De toelage is tijdelijk. Voor het oogerf beteekent dit, dat er geen pensioenaftreMj^j. gaat De beschikking spreekt van bruto-^ a en h-uto-wedde. Wat men hieronder di«§erf verslaan, zal een uitvoeringsregeling, Zug) denlen valt o.a. aan standplaatsenaftrel^ uitgaande van het departement van bh lancsche zaken uitmaken. Naar wij verne ligt de desbetreffende circulaire ten dep; mente reeds voor verzending gereed. O.a mer. bij de berekening pensioenaftrek van het salaris aftrekken. Wat betreft de kindertoelage het volge Hiervan hebben voordeel zij die minder PC1€«I 2500 verdienen. Boven deze grens wa reeds een toelage van 75. of meer; d onder is dus thans een tijdelijk minui gesteld van 75. )BL 'aa7 schepen met steenkolen. die weg het ijs hun bestemming niet heb kunnen bereiken Van het departement van waterstaat gen wij de volgende mededeeling: blij Schippers van met kolen of cokes gel 2* schepen, die wegens het ijs hun bestemmir blf.j het binnenland niet kunnen bereiken, w 1 verzocht zich rechtstreeks of door middel den dichtstbijzijnden bevrachtingscommis telefonisch aan te melden bij het cent expeditie-kantoor der mijnen, telefoon 31' Heerlen en daarbij op te geven: den naam, 31 het schip en dien van den schipper, de laf^j de bestemming en de ligplaats. y Den schippers wordt voorts medegedeeld, g( T ^KRISTMANN GUDMUNDSSOr 53) „Wat zie je bleek om je neus, ouwe jongen!" laohte Skule. „Je ziet er uit alsof je den heelen dag in je bed hebt gelegen. Wat heb je?" Skule was in een vroolijke bui, hij had Kolfinha juist ge sproken. Maar op eens werd hy ernstig en keek den ander scherp aan. Hij had gemerkt, dat Finnur hem ternauwernood goedendag zei. Er was iets in zijn optreden, dat hem hinderde. Toen Finnur wegliep, bleef hij hem een heele poos nazien. Dien avond vroeg Skule aan Kolfinna of ze had nagedacht over wat hij haar gevraagd had. Ze kreeg een kleur en zei, dat ze hem nog geen antwoord kon geven. Ze was besloten om Skule alles te vertellen, maar eiken keer als zij alleen waren, schrikte zij er voor terug. Ze moest er niet aar denken, dat ze hem dan niet meer zou zien, het was haar alsof ze de hand aan zichzelf sloeg. Het viel haar steeds moei lijker d« geestdrift terug te vinden, waarmee zij dien avond haar besluit genomen had. In plaats daarvan, maakte een angstig gevoel zich van haar meester, en diep in haar ziel rees een stille wensch, dien zij met al haar macht trachtte te onder drukken: verbeeld je, dat er iets gebeurde, zoodat ze Skule toch kon krijgen en gelukkig worden. Haar besluit werd haar een nachtmerrie, het woog haar zoo zwaar, omdat ze wist, dat geen andere weg voor haar op enstond. Ze kon het alleen Skule niet zeggen nog niet. Soms had zij e envage gewaarwor ding, dat ze ook tegenover Skule haar woord niet gehouden had, al wist zij niet precies in welk opzicht. Ze had hem eens gekust en hem aangemoedigd om haar te schrijven. Gewetenswroeging en een verterend verlangen deden de dagen eindeloos lang lijken en maakten, dat zij 's nachts niet slapen kon. De bewoners van het dal waren Skule van Hamrafell lang zamerhand vriendelijker gezind geworden. Ze zagen, dat hij een flinke, ijverige, jonge man was. Hij was daarbij een handig koopman, en kreeg menig schaap voor een lageren prijs dan de eigopaar zich had voorgesteld. Hij bezat nu een mooie kudde; drie koeien en een vaars had hij voor een spotprijs veroverd in een naburig dal en dadelijk nadat de schapen waren terug gehaald van de bergweide, had hij een mooi paard gekocht, waar een groote roep van uitging. En nu was hij bezig een dam te leggen in den stroom, opdat het water in den drogen tijd over de weiden zou vloeien. Niemand in het dal had ooit zoo iets beleefd. De ouderen schudden het hoofd, de jongeren waren vol geestdrift. Op een herfstdag reed Skule naar een bijeenkomst van de Jeugdvereenig in g; hij had beloofd een voordracht te houden. Hij vertelde boeiend en levendig wat hij in Noorwegen gezien had. Het was doodstil; hij was een goed verteller, zoodat de menschen graag nog langer naar hem geluisterd zouden heb ben, en aan het einde van den avond werd hij ingeschreven als lid van den Jeugdbond. Hij reed met Finnur naar huis endeëd zijn best met hem te praten; hij begreep zijn ouden kameraad niet; er was geen woord uit hem te krijgen. Kort daarna merkte Skule, dat Finnur eigenlijk in elk op zicht zijn tegenstander was. Er was trouwens een heel troepje, dat hem tegenwerkte; de oude meester was er de ziel van. Alles wat Skule voorstelde, goed of niet goed, werd afgestemd. Het hinderde hem, dat Björn Isleifszoon, die trouw de bijeenkom sten bijwoonde,- den laatsten tijd tegen hem partij koos. Skule liet zich graag gelden op de bijeenkomsten; hij stelde allerlei veranderingen voor: hij wilde bekende sprekers laten komen, wat veel geld zou kosten. Op elke vergadering hadden er hef tige woordenwisselingen plaats. Op de volgende bijeenkomst moest er opnieuw een leider worden benoemd. De oude meester had nu verscheidene jaren <5e leiding gehad; ze hoefden maar in hun handen te gaan klappen en dan was de zaak voor elkaar. Hij werd als leider voorgesteld, en zijn partijgenooten begonnen al te klap pen, toen er een boerenzoon uit het buiten-dal opstond en den naam Skule noemde. Er volgde een stilte. Bij de stemming kreeg Skule tweederde van de stemmen. Hij was dus gekozen. De menschen in de zaal stonden op en juichten hem toe. Finnur, die ook opgestaan was, werd vuurrood; toen hij wat zeggen wilde, werd hij overschreeuwd. Dien avond gingen Skule en Finnur samen naar huis. Ze waren te voet, omdat het paardenpad heel slecht was, nu er geen sneeuw lag iin het dal en het was een stikdonkere n([(3jj Toen zë een eind op weg waren, begon Skule over de bijfi'38 komst te praten. E'ch'; „Wat hadt je willen teggen, toen ze het je beletten?" ia*': hij plotseling. er~da Finnur mompelde iets tusschen zijn tanden. 1*1 Zij liepen nog in het buiten-dal, maar ze waren vlak bijfK_ pas; het was zoo donker, dat ze den weg ternauwernood ko b onderscheiden; de stroom bruiste woest in de diepte. De liep vlak langs den rand, slechts een dun hekwerk scheiddf 3^ van den afgrond. Toen Skule geen antwoord kreeg, herhaalde hij zijn v -Dp Skule liep vlak langs het hek, Finnur naast hem. Op Oti schrikte Skule, een angstig vermoeden maakte zich van ana meester; er was iets vreemds in de houding van zijn met en op hetzelfde oogenblik werden de beenen onder hem n.X getrapt. Hij viel achterover tegen het hek; hij greep zich met zijn linkerhand; in een seconde had hij zijn ééne beeef een lat van het hek geslagen, zoodat hij niet achterove JsK slaan; zijn rechterhand klemde zich om de keel van den 1 recj- hij hoorde zijn hijgende ademhaling, zag zijn somber, onh< rron baar vertrokken gelaat; het volgend oogenblik had hij zij: ings valler gedwongen neer te knielen. Het was gebeurd eer 1 L A had om na te denken. Toen hij even later op den weg L Finnur vóór hem op de knieën, kwam alles hem zoo onbe nds lijk en onwaarschijnlijk voor, dat hij er na aan toe was hysterisch lachen uit te barsten. aire

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2