DE BRUIDSJAPON,
WOENSDAG 15 JANUARI T94T
Het Congres en Roosevelt's plannen
Wijzigingen voorgesteld door Taft
en anderen
De Republikeinsche senator Taft eischt,
naar het D.N.B. uit Washington meldt, in een
verklaring, aan de pers verstrekt, volstrekte
verwerping van de wet tot hulpverleening
aan Engeland in den door Roosevelt ge-
wenschten vorm. Taft stelde voor, dat het
Congres in plaats daarvan leeningen tot een
beperkt bedrag zal toestaan, doch eerst als
de Engelsche saldi in de Vereenigde Staten
uitgeput zijn. De belangrijkste taak van het
Congres, zoo betoogde Taft, is thans Roose
velt geen blanco volmacht te geven en de
eigen verdediging van de Vereenigde Staten
niet wettelijk aan Engeland en de'hulp aan
Engeland te koppelen. Engeland heeft nog
steeds een tegoed van enkele milliarden dol
lars in de Ver. Staten. Indien dit besteed is,
kan het Congres beperkte leeningen toestaan.
Behalve het voorstel van Taft zijn zoowel
van. Republikeinsche als van Democratische
zijde voorstellen ingediend. De Democratische
senator Murray, die gewoonlijk de regeering
steunt, eischt, dat men aan Engeland slechts
beperkte hoeveelheden oorlogsmateriaal af
staat en alleen datgene, wat door de defensie
ministerie; vrijgegeven is als niet volstrekt
noodzakelijk voor de verdediging van de
Vereenigde Staten.
De progressieve senator Lafollette keerde
zich vooral tegen de clausule, die de Ameri-
kaansche havens voor de oorlogsschepen van
Engeland zou openstellen. Hij eischt schrap
ping daarvan om „import van den oorlog in
Amerika" te beletten.
De Republikeinsche afgevaardigde Simpson
heeft een voorstel ingediend, strekkende tot
het beperken van de wet op de hulp aan
Engeland met de volmachten voor den presi
dent tot twee jaar. Bovendien zouden in de
wet de landen met name moeten worden ge
noemd, aan welke de Vereenigde Staten hulp
willen geven.
Een ingediend amendement heeft alleen
betrekking óp hulp aan Engeland, het Brit-
sche Rijk en Ierland. De ondersteuning van
andere landen zou afhankelijk gesteld worden
van een nieuwe goedkeuring door het Congres.
Te New York is een vergadering gehouden*
die bezocht werd door 20,000 communisten.
De sprekers deden scherpe aanvallen op de
buitenlandsche politiek van Roosevelt. In een
resolutie werd geprotesteerd tegen de mach
tiging van den President, zooals die opge
nomen is in het wetsontwerp betreffende de
hulp aan Engeland.
De overdracht van Amerikaansche
tonnage
Het D.N.B. meldt uit New York, dat men
zich daar in kringen, die voor welingelicht
doorgaan, geen illusies maakt over de gren
zen, die aan elke materieele hulp aan Enge
land bestaan. In de eerste plaats kan deze
hulp pas na een gevaarlijk langdurige periode
van voorbereiding tot uiting komen. Ten
tweede echter zou het noodig zijn eerst de
gevaren op den Atlantischen Oceaan te gaan
beheerschen, die in 1941 aanzienlijk ernstiger
zijn dan in 1917, toen Engelands ravitaillee-
Actie in den Opper-Soedan
Het Italiaansche weermachts-
bericht
In zijn weermachtsbericht no. 221 maakt
het Italiaansche hoofdkwartier het volgende
bekend:
Aan het Grieksche front bedrijvigheid van
patrouilles en artillerie. Onze formaties
vliegtuigen hebben bij herhaling een vijande
lijke basis gebombardeerd. Vrachtauto's en
troepenconcentraties zijn met machine
geweren beschoten.
In Cyrenaica was bedrijvigheid van onze
artillerie, die verliezen heeft toegebracht
aan de gemechaniseerde strijdkrachten van
den vijand aan het front van Tobroek. Voorts
was er bedrijvigheid van patrouilles en van
artillerie in de zone van Dzjarabub. Het
optreden van vijandelijke vliegtuigen tegen
plaatsen aan de kust van Cyrenaica heeft
geen slachtoffers gemaakt.
In Oost-Afrika viel eenige actie waar
te nemen in den Opper-Soedan en optre
den van artillerie in de zone van Galla-
bat. I n den Soedan hebben onze vlieg
tuigen vijandelijke stellingen, verdedi
gingswerken en troepenconcentraties ge
bombardeerd. Een van onze luchtfor-
maties, die door vijandelijke jagers werd
aangevallen, werd in een gevecht gewik
keld, waarbij een toestel van het type
Gloster werd neergeschoten. Een ander
verkenningsvliegtuig werd neergehaald
door onze jagers in Erytrea- De vijand
heeft eenige plaatsen gebombardeerd
waarbij slechts enkele personen gewond
In den ochtend van 31 December heeft een
Grieksche duikboot een van onze vracht
schepen van kleine tonnage, welke in de
territoriale wateren van Zuidsla vië voer, tot
zinken gebracht Met schending van elk
oorlogsgebruik heeft de duikboot vervolgens
kanonschoten gelost op een reddingsboot van
het vrachtschip, waarbij tien schipbreuke
lingen leden der bemanning van het
vrachtschip gedood werden. Een vliegtuig
en een motortorpedoboot hebben op 9 Ja
nuari een vijandelijke duikboot aangevallen
en tot zinken gebracht.
ringspositie nog lang niet zoo kritiek was als
thans en vooral nog talrijke landen op het
vasteland van Europa voor Engeland open
stonden. Opheffing van het acute gebrek aan
scheepsruimte moet het eerste punt van alle
hulp aan Engeland vormen. Juist in dit op
zicht ziet het er evenwel zeer bedenkelijk
uit, naar voorts verklaard wordt. In Ameri
kaansche scheepvaartkringen volgt men reeds
thans met groote bezorgdheid de daling van
de koopvaardijtonnage door de verkoopen aan
het buitenland, vooral aan Engeland. Deze
verkoopen hebben de bedoelde tonnage van
Amerika gedurende vorig jaar met niet min
der dan een millioen ton verminderd. Daar
tegenover stond, dat de bouw nog geen 50,000
ton bedroeg. Nog meer verkoopen van sche
pen vormen, naar volgens het D.N.B. in poli
tieke en oeconomische kringen opgemerkt
wordt, een niet onaanzienlijk risico.
In lijnrechte tegenstelling tot de openbare
verklaring en van bepaalde politici en tót de
hoofdartikelen van vele kranten staat men
volgens het D.N.B. in welingelichte kringen
te New York en Washington op het stand
punt, dat de zendingen Amerikaansch oor
logsmateriaal reeds thans zoo laat komen, dat
zij in geen geval een overwinning van Enge
land kunnen bewerkstelligen. Onder deze om
standigheden is haar voornaamste taak uit
sluitend een al te groote nederlaag van Groot-
Britannië te helpen verhinderen. Doch zelfs
dat is twijfelachtig. Daarom moet vooral het
eigen belang van Amerika op den voorgrond
gesteld worden, opdat de Ver. Staten niet op
zekeren dag meegesleurd worden in de ge
volgen van een Engelsche nederlaag.
Bezwaren van de massaproductie
van vliegtuigen
United Press meldt uit Washington:
Vinson, voorzitter van de marine-commissie
uit het Huis van Afgevaardigden verklaarde,
dat de berichten, welke de commissie ont
vangen heeft, er op wijzen dat het doel door
Roosevelt gesteld, n.L 50,000 vliegtuigen per
jaar te bouwen, slechts te bereiken is indien
men de technische verbeteringen opoffert aan
de massaproductie.
Misschien is het, aldus Vinson, toch moge
lijk dit doel te bereiken, indien men van tijd
tot tijd standaardiseert. In dat geval echter
kunnen niet alle vliegtuigen met de modernste
technisohe vindingen uitgerust worden. Vinson
gaf deze verklaring af op grond van mede-
deelingen van dfen vice-president der Curtis
Wright fabrieken. Vinson drukte de meening
uit, dat het op den huidigen grondslag van
den vliegtuigbouw niet slechts onmogelijk zal
zijn, 50,000 vliegtuigen per jaar te bouwen,
doch ook 36,000, gelijk er volgens het pro
gramma door Amerikaansche vliegtuigfabrie
ken in den zomer van 1942 als jaarproductie
geleverd moeten kunnen worden.
Senator Clark eischt onder
vraging van Kennedy
en Bullitt
Over hun rol te Parijs en Londen
De democratische senator Clark zal Woens
dag naar de New York News uit Washington
meldt, aan den senaat het verzoek richten om
de Amerikaansche ambassadeurs te Londen
en Parijs, Kennedy en Bullitt, door de senaats
commissie voor buitenlandsche aangelegen
heden te laten ondervragen over de rol, die
de Vereenigde Staten vóór het uitbreken van
den Europeeschen oorlog m Franxrijk en En
geland hebben gespeeld. Clark heeft geëischt,
dat de ambassadeurs gedwongen zullen wor
den hun verklaringen onder eede af te leggen.
Clark verklaarde, dat het Amerikaansche volk
het recht heeft té weten, wat zijn voord voer
ders in Londen en vooral in Parijs gezegd en
gedaan hebben.
Duitschland en Ierland
Verklaring van den lerschen
hoogen commissaris te Londen
Reuter meldt uit Dublin, dat een hoog
Iersch ambtenaar met machtiging van zijn
regeering in een verklaring heeft vastgesteld,
dat er van bepaalde berichten over een aan
bod van Duitschland aan de Valera betref
fende eenigen mogelijken bijstand voor Ier
land, geen woord waar is. Reuter meldt verder,
dat de hooge commisaris van Ierland te
Londen, Dulanty, Maandag de volgende ver
klaring heeft afgelegd:
Een ochtendblad van heden schrijft, dat
de Duitsche regeering de vorige maand aan
de Valera eiken mogelijken steun .voor Ier
land heeft aangeboden, teneinde te verhin
deren, dat Groot-Britannië de contröle over
de steunpunten aan zee herkrijgt, die het
vroeger gepacht heeft. De hooge commissaris
voor Ierland, Dulanty, is door zijn regeering
gemachtigd te verklaren, dat dit bericht
volkomen ongegrond is.
Beperking van het spoorweg
verkeer in Frankrijk
Naar te Vichy medegedeeld wordt, zal met
ingang van vandaag het personenverkeer op
de spoorwegen in het niet bezette deel van
Frankrijk beperkt worden tot óén trein per
dag op de hoofdlijnen en volkomen gestaakt
op de secondaire lijnen. Deze maatregel is
genomen in verband met het gebrek aan
steenkool.
Belangrijke conferentie
in Tokio
Nauwe samenwerking tusschen
regeering en,weermacht
Domei meldt uit Tokio:
Gisteravond is alhier een belangrijke con
ferentie gehouden voor het bespreken van de
internationale en binnenlandsche vraagstuk
ken. Deze conferentie, die gehouden werd
voor het verkrijgen van een grootere coördi
natie tusschen het opperbevel en de regee
ring, werd oa. bijgewoond door minister
president Konoje, luitenant-generaal Hideki
Tojo, minister van oorlog, en andere autori-
Omtrent de besprekingen die ^nder voor
zitterschap van Konoje zijn gehouden, meldt
het D.N.B. nog, dat hiermede een aanvang is
gemaakt met de aangekondigde vierdaagsche
besprekingen van de kabinetsleden en de
chefs van de Japansche weermacht met de
vertegenwoordigers van den rijksdag, de in
dustrie, het financieele leven en de p^rs. De
conferenties zijn gisteren door een langdurige
bespreking van den minister-president met
de vooraanstaande militaire persoonlijkheden
ingeleid.
De Japansche pers kent aan deze con
ferentie buitengewone beteekenis toe,
daar hieraan niet alleen de ministers van
oorlog en marine en de chefs van den
generalen- en marinestaf, alsmede hun
plaatsvervangers deelnamen, doch óók de
afdeelingschefs van de weermachts
ministeries.
In Japansche politieke kringen wordt
verklaard, dat de regeering reeds voor het
begin van den rijksdag pogingen in het
werk stelt om met het oog op de begroo-
tings- en regeeringsvoorstellen eenheid
te verkrijgen. Als belangrijkste wetsvoor
stel der regeering wordt de' nieuwe kies
wet genoemd.
Ministerpresident Konoje zal op de a.s.
conferentie met de vertegenwoordigers van
den rijksdag nog eens met nadruk de vastbe
slotenheid van den rijksdag tot uitdrukking
brengen om de politieke nieuwe ordening
van Japan onder alle omstandigheden ten
uitvoer te leggen.
De levensmiddelenvoorziening
in Frankrijk
Duitsche aardappelenleveranties
Uit Vichy wordt gemeld, dat de inter-
ministerieele oeconomische commissie, die
onder leiding staat van Flandin, gisteravond
weer het probleem der ravitailleering en
levensmiddelenvoorziening heeft behandeld.
Daarbij werden ook kwesties betreffende de
landbouworganisatie besproken. Tot de oeco
nomische commissie behooren als voorzitter
Flandin, als leden de minister van financiën
Bouthillier, de minister van productie en
arbeid, Belin, voorts minister Cazoit, minis
ter Berthelot en Achard, de staatssecretaris
voor de ravitailleering.
Het D.N.B. meldt uit Parys:
Nadat Duitschland reeds zooals gepield
100,000 ton aardappelen voor het bezette
Fransche gebied geleverd heeft, vooral voor
Parijs en omgeving benevens 50,000 ton poot-
aardappelen, heeft het Duitsche rijk zich thans
bereid verklaard nogmaals 450,000 ton voor
het bezette en onbezette gebied te leveren en
•eneens 100',000 ton suiker.
Het Vlaamsche Nieuws van den Dag
schrijft, dat Frankrijk steeds is aangewezen
geveest op den invoer uit het buitenland.
Deze invoer is thans door Engeland onmoge
lijk gemaakt. Bovendien heeft de vroegere
regeering het opslaan van voldoende voor
raden veronachtzaamd. Voorts werd er op ge
wezen, dat Frankrijk waarschijnlijk van
Duitschland broodgraan zal krijgen. Het land
moet echter den geheelen invoer van overzee
ontberen. Engeland laat thans echter al zijn
bondgenooten in den steek en tracht hen uit
te hongeren. Wij wenschen dat aan allen, die
de huidige moeilijkheden der levensmiddelen
voorziening mede beleven, eindelijk de oogen
opengaan ten aanzien van de vTaag, wie in
werkelijkheid daarvoor de verantwoordelijk
heid draagt
De vrijmetselaars in Roemenië
Uit betrouwbare bron verneemt het D.N.B.
uit Boekarest, dat de vrijmetselaarsloges zijn
blijven bestaan en haar arbeid hebben voort
gezet, nadat zij verboden waren. J3ij de huis
zoekingen in het begin van Januari zijn boe
ken en geschriften gevonden, waaruit blijkt,
hoe groot de invloed der loges was in de krin
gen, die tot voor kort het land regeerden. Vol
gens de documenten waren oud-ministers
vooraanstaande vrijmetselaars. In de loge,
waarin de meeste vooraanstaande personen
bijeenkwamen, had de Engelsche speSiale ge:
zant Lord Lloyd, die in den herfst van 1939
de Engelsche oorlogsbelangen op den Balkan
vertegenwoordigde, een eerezetel, zoo ver
neemt bet D.N.B. verder. Het hoofd van de
grootste loge, de laatste Roemeensche gezant
te Lissabon, Fongal, onderhield door bemid
deling van een agent der Secret Service be
trekkingen met verschillende buitenlandsche
inlichtingendiensten.
De huiszoeking in de Rotaryclub te Ploesti
heeft aan het licht gebracht, dat deze orga
nisatie. die een zuivere gezelligheidsveree-
niging genoemd werd, een vrijmetselaarsloge
v/as, welke onder leiding van den Engelsch-
man Clark stond. Deze Clark heeft reeds in
1916 een actieve rol gespeeld bij de vernieling
der Roemeensche petroleum velden.
ORTEGA Y GASSET IN DEN
RAAD DER HISPANITEIT
Wij leizen in het Hdbl.:
De Spaapsche correspondent van de Deut
sche Allgemeine Zeitung wijdt aan de stich
ting van den „Raad der Hispaniteit" een be
schouwing, waarin hij er op wijst, dat ook de
wijsgeer Ortega y Gasset, de schrijver van het
ook in Nederland bekende „Opstand der
horden" van dezen Raad deel uitmaakt. Hij
schrijft daarover:
„Hiermee wordt Ortega y Gasset voor de
eerste maal door den nieuwen staat onder
scheiden, nadat zijn verhouding tot de natio
nale revolutie tot nu loe nog niet als voldoen
de duidelijk beschouwd moest worden.
Ortega heeft den burgeroorlog buiten Spanje
beleefd. Tot 1939 woonde hij in Parijs en
vandaar begaf hij zich naar Zuid-Amerika,
waar hij tegenwoordig aan verschillende
universiteiten college geeft. Dat hij nu in den
Raad der Hispaniteit werd opgenomen, be
wijst, dat de nieuwe staat het inzicht van be
paalde extreme kringen niet deelt, die den
wijsgeer tot een emigrantenrol willen ver-
oordeelen. Integendeel, hij erkent volledig
Ortega's verdiensten voor de renaissance van
een eigen critisch Spaansch zelfbewustzijn.
Uit deze benoeming blijkt duidelijk, dat
men er naar streeft om zonder vooroordeel
alle beschikbare geestelijke energie van
Spanje te mobiliseeren en aldus de samen
werking met de Ibero-Amerikaansche landen
op een zoo breed mogelijke basis wil plaatsen.
Men mag aannemen, dat dit een gunstige uit-
werk%ig zal hebben op die Zuid-Amerikaan-
sche kringen, die tot nu toe tegenover de
stichting van den Raad der Hispaniteit een
afwachtende, aarzelende houding
Japan in de wereld
Konoje bepaalt zijn houding jegens
de voornaamste internationale
vraagstukken
Konoje, de eerste minister, heeft gisteren
het woord gericht tot ruim 70 verte
genwoordigers van het Japansche Lagerhuis in
de eerste bijeenkomst van een gemeenschap
pelijke conferentie van vier dagen tusschen
de leiders der regeering en de vertegenwoor
digers van parlement, pers, financieele en
industrieele kringen. Strevende naar samen
werking der aanwezigen met de regeering in
het bewijzen van nationale diensten aan den
staat om door de crisisperiode heen te komen,
sprak Konoje uitvoerig over de ontwikkeling
van den internationalen toestand na de sluiting
van het driemogendhedenpact tusschen Japan,
Duitschland en Italië. Tevens wijdde hij aan
dacht aan de Engelsch-Amerikaansche hou
ding jegens Japan en China, de betrekkingen
tusschen Japan en de Sowjetunie, de erken
ning van de Nanking-regeering door Japan,
het verzet van Tsjoengking tegen Japan, de
schepping van een sfeer van gemeenschappe
lijke welvaart in een groot Oost-Azië en aan
de vraagstukken betreffende Fransch Indo-
China en Nederlandsch-Indië.
In zijn schets van den internationalen toe
stand heeft Konoje, naar verluidt, den nadruk
gelegd op het gevaar van een de wereld
omspannende ontwrichting, die dreigt door
den toenemenden druk op Japan van den
kant der Vereenigde Staten evenals door de
krachtige Amerikaansche hulp aan Engeland
en Tsjoengking. Konoje maakte van de ge
legenheid gebruik om opheldering te geven
omtrent de leidraden van de buitenlandsche
politiek.
Sprekende over de werking van de Japan
sche oeconomie in oorlogstijd, gaf de premier
een overzicht van de resultaten en verklaarde
hij de regeeringspolitiek ten aanzien van de
belangrijkste goederen van Japan's overzee-
schen handel.
Na Konoje sprak Tojo, de minister van
oorlog, die een uitvoerige uiteenzetting gaf
betreffende het Chineesch-Japansche conflict
en den Europeeschen oorlog, waarna Oikawa,
de minister van marine, het woord voerde.
Een openhartige gedachtenwisseling volgde.
Tojo heeft gisteren ook in de kabinetszitting
gesproken en gezegd dat het leger stellig van
meening is, dat de regeering overeenkomstig
vroegere besluiten de nieuwe kieswet bij (Ten
rijksdag moet indienen.
Tevens betoogde hij. dat ook de kwestie
van het stemrecht van gewezen soldaten geen
belemmering mag zyn voor indiening van het
voorstel.
Nopens de nieuwe orde in het verre
oosten is een gemeenschappelijk besluit
genomen met de strekking, dat geenerlei
twijfel omtrent de grondslagen van deze
nieuwe orde mag bestaan. De regeering
heeft uitdrukkelijk bepaalde in Japan
verspreide geruchten tegengesproken, dat
de nieuwe orde tevens een vereeniging
der naties van Oost-Azië zal vormen,
daar een dergelijke oplossing in strijd is
met de stichtingsgedachte van het Japan
sche keizerrijk en niet dienstig zou zijn
voor de souvereiniteit van het keizerrijk.
Een officieuze Bulgaarsche
tegenspraak
Het Bulgaarsche Telegraafagentschap is ge
machtigd, in het buitenland verspreide ge
ruchten, volgens welke Duitsche troepen
door Bulgarije zouden trekken en in verband
hiermede een diplomatieke stap zou zijn on
dernomen. tegen te spreken.
Opnieuw een Fransch schip
uitgeloopen
Nadat het Fransche schip Mendoza 10
Januari de haven verlaten had, treft thans
ook de Campana van de zelfde nationaliteit
toebereidselen om uit te loopen. Men ver
neemt, dat het schip vooral vracht en slechts
weinige passagiers meeneemt
Daar de Mendoza zooals gemeld na haar
vertrek uit Montevideo door den Britschen
hulpkruiser Astierias aangehouden werd en op
den terugweg is naar een haven aan de La
Plata, wordt de reis van de Campana onder
dezelfde omstandigheden en met hetzelfde
reisdoel,- Marseille, met spanning, tegemoet
gezien.
De plaag van den sluikhandel
Men weet, tegen welke moeilijkheden men
in Frankrijk ten opzichte van de voorzienin
gen op te tornen heeft. Het vraagstuk van d«
prijszetting hangt daar ten nauwste mee
samen. De Temps erkent, dat de sluikhandel
een der factoren is, die het meest een zuiver
werken van de rantsoeneering in den weg
staan, afgescheiden van het ontbreken van
voldoende voorraden en de moeilijkheden met
het vervoer.
De sluikhandel dreigt een ware plaag te
worden, als er niet een einde aan gemaakt
wordt. Dit kwaad is van moreel en psycholo
gisch karakter en hangt samen met het inge
kankerde individualisme van den Fransch-
man. De sluikhandel strekt zich volgens het
gezaghebbende blad over alle levensbehoeften
uit, wordt rondom de hallen-van Parijs bijna
openlijk beoefend en dringt tot in het onbe
zette gebied door.
Te Parijs b.v. is de boterprys op 33,50 tot
37 frs. het kg vastgesteld, in den sluikhandel
wordt er 48 voor betaald en zoo gaat het met
eieren en andere artikelen. Inzonderheid laat
hij zich gelden in den handel van peulvruch
ten, aardappelen, olie, margarine en ander
vet. Dit geknoei moet tot prijsstijging leiden,
terwijl juist naar stabilisatie gestreefd wordt
Het leelyke is, dat dit gesmokkel de ver
mogenden ten koste van de behoeftigen
begunstigt
De Duitschers in de Oostzee-
staten
Als uitvloeisel van het op 10 Januari ge
sloten Duitsch-Russische accoord betreffende
een nieuwe verhuizing van VolksduitSchers
zullen de geheele Duitsche volksgroep uit
Litauen, die ongeveer 45,000 menschen omvat
en de rest der in het najaar van 1939 in Est
land en Letland achtergebleven Volksduit-
schers, ten getale van 12,000, naar het Duit
sche Rijk terugkeeren. Nadat deze verhuizing
haar beslag heeft gekregen, zullen bijna een
half millioen Volksduitschers naar het Gioot
Duitsche rijk teruggebracht zijn.
Een mijnongeluk in Duitschland
Twintig dooden.
In een mijn in de gouw Westfalen-Noord
zijn twintig Italiaansche arbeiders, die daar
tezamen met Duitsche mijnwerkers werkzaam
waren, het slachtoffer geworden vap een
betreurenswaardig ongeluk.
Dinsdag is voor deze slachtoffers van den
arbeid een rouwplechtigheid gehouden, waar
aan rijksleider dr. Ley en gouwleider dr.
Meyer tezamen met de vertegenwoordigers
van den Italiaanschen ambassadeur te Berlijn
hebben deelgenomen.
twaa
Binnenlandsch Nieuws
De besprekingen te Batavia
Een uiteenzetting van Josjizawa
Domei meldt uit Batavia:
„De ongélijke verdeeling van de rijkdom
men onder de volkeren is een der voornaam
ste oorzaken geweest van de internationale
onrust der laatste jaren." Aldus verklaarde
Kenkitsji Josjuzawa, de leider van de Japan
sche delegatie in Nederlandsch-Indië, in een
redevoering aan een maaltijd welke door de
Japansche kolonie alhier gehouden werd.
„Het is de natuurlijkste zaak van de wereld,
zoo zeide Josjizawa, dat Japan, hetwelk tot
de niet-bezittende landen gerekend moet
worden, alle soorten hulpbronnen wenscht te
ontvangen van de landen, die in aardrijks
kundig opzicht aan Japan grenzen, en tot de
bezittende landen gerekend moeten worden.
Ik ga handelsbesprekingen voeren met de
autoriteiten van Nederlandsch-Indië in het
wederzijdsch welzijn van Nederlandsch-Indië
en Japan. Ik geloof, dat de exploitatie van
braakliggend grondgebied in Nederlandsch-
Indië door de Japanners, /liet alleen Japan
maar ook Nederlandsch-Indië ten voordeel
zou strekken, aangezien het nationale inkomen
van Nederlandsch-Indië daardoor aanzienlijk
zou worden verhoogd. Het ontwerp van de
Japansche agenda voor de komende handels
conferentie, zoo vervolgde Josjizawa, zal
binnen enkele dagen aan de Nederlandsche
autoriteiten worden voorgelegd. Ik hoop, zoo
besloot hij, dat de autoriteiten van Neder -
landsch-Indië het Japansche standpunt zullen
begrijpen en dit zullen bezien in het licht
van het toekomstig welzijn, niet uit een kort
zichtig oogpunt".
De scheermesjesfabrikant wa
een oplichter
In 1939 werd het een berucht oplicl
de thans 29-jarige koopman D. N., t
sterdam, waar hij verblijf hield, te
Hij besloot daarom zijn domicilie te
gen naar Den Haag. Hij had in het verli*
reeds verschillende vrijheidsstraffen ui*
zeten van tezamen 4'i jaar voor oplicht,
verduistering en valschheid in geschrifte?
Een tijd geleden kwam N. te 's Grai
hage in contact met een gewezen fili-|a°'^"
houder van een groote schoenenzaak. Ij-et u.
was voor zichzelf begonnen en had L
groote partij zomerschoeisel in zijn bi elke
Daar de verkoop van dit artikel in L. j»,
winter niet vlotte, zocht hij echter een and<
werkkring. N. had hem verteld een sch' e__
mesjesfabriek op den RijswijkschewegL^SjJ
hebben met veertien man personeel ent Zust<
zich in de oogen van den gewezen f'ltevertr
houder nog belangrijker te doen schijnenfc^ Ro<
hij er nog bij gezegd een eigen huitn'
bezitten. Thans zocht hij een administrate
voor zijn scheermesjesfabriek, doch $e j
moest in staat zijn 300 in te brengen.,^,
schoenenhandelaar had wel zin in 4chts
betrekking, doch verklaarde de f 300 nie^ bet
kunnen fourneeren. N beweerde desondag
wel met hem in zee te willen gaan enL.onvm,
zou dan dc 300 wel voorschieten. Boijhaddt
dien sprak hij nog van zijn vennoot, dieli^
hiervan maar niets zou vertellen. bewaa
De adminlstrateur-in-spe vertelde aan: was
dat hij nog 210 paar schoenen te koop ^,nd
N. had hier wel interesse voor en wilde
partij wel overnemen voor 525 contant.L,or kJ
schoenen werden prompt bij den scheenje vei
jesfabrikant afgeleverd, doch deze had alLet v,
maar groot geld en de schoenenhandefattraJ
moest dus nog maar eens terugkomen. ko€
kwam terug en meer dan eens, maar N. j^ts
steeds niet thuis. Nu kreeg de schoeiLj^^
handelaar toch argwaan en hij Informeidach
eens in de buurt van de scheermesjesfabi we
naar de antecedenten van zijn toekomstig n
patroon. Men vertelde hem, dat N. welisw.0 _a)
grossierde in scheermesjes en dat hij ook B(
colporteurs had gehad, maar deze waren |^e Q.
altijd tevreden geweest over de betaling. ^nt d,
N. een eigen huis had, wat natuurlijk i
verzonnen. Een en ander deed bij |s j/
schoenenhandelaar de maat overloopen ld
hij ging naar de politie. N. werd gearrestetllkke
en al spoedig bleek, dat de partij schoef
reeds aan e enderde was verkocht voor 1
De politie heeft de schoenen achterhaalde er
in beslag genomen.
De scheermesjesfabriek zal het nu f e
alleen zonder administrateur moeten 6telra£™
maar ook zonder patroon.
De toelage op de ambtenareittoonc
salarissen C^eni
1899fvan 1
Salarissen tusschen 1792 t
worden 1900.
kte,
,K1
ït too
Het Fad. geeft nog de volgende toelicl
op de beschikking over tijdelijke toeli
voor het rijkspersoneel en verhooging
het mhimum van de kindertoelage:
Op alle salarissen beneden een bej
grens de grens blijkt bij berekeni
liggen op 1792 van gehuwde ambte]
wordt een tijdelijke toelage verleend v«
proceit. Hierbij mag salaris plus toelagel
maxinum van 1900 niet te boven gaan.
bijv. 1500 verdient, krijgt 1590, wie Pesiae
verdient, prcies 1900, wie 1793,
185f, 1890 enz. verdient, ook 1900.
Oneer de regeling vallen b.v. alle arbei(fo00ze
postbistellers, de arbeidscontractanten, een
schrijTers en van de hoogere rangen allen! tugg(
een aanvangssalaris ontvangen, dat
dan 1900. fv
De toelage is tijdelijk. Voor het oogerf
beteekent dit, dat er geen pensioenaftreMj^j.
gaat De beschikking spreekt van bruto-^ a
en h-uto-wedde. Wat men hieronder diǤerf
verslaan, zal een uitvoeringsregeling, Zug)
denlen valt o.a. aan standplaatsenaftrel^
uitgaande van het departement van bh
lancsche zaken uitmaken. Naar wij verne
ligt de desbetreffende circulaire ten dep;
mente reeds voor verzending gereed. O.a
mer. bij de berekening pensioenaftrek
van het salaris aftrekken.
Wat betreft de kindertoelage het volge
Hiervan hebben voordeel zij die minder PC1€«I
2500 verdienen. Boven deze grens wa
reeds een toelage van 75. of meer; d
onder is dus thans een tijdelijk minui
gesteld van 75. )BL
'aa7
schepen met steenkolen. die weg
het ijs hun bestemming niet heb
kunnen bereiken
Van het departement van waterstaat
gen wij de volgende mededeeling: blij
Schippers van met kolen of cokes gel 2*
schepen, die wegens het ijs hun bestemmir blf.j
het binnenland niet kunnen bereiken, w 1
verzocht zich rechtstreeks of door middel
den dichtstbijzijnden bevrachtingscommis
telefonisch aan te melden bij het cent
expeditie-kantoor der mijnen, telefoon 31'
Heerlen en daarbij op te geven: den naam, 31
het schip en dien van den schipper, de laf^j
de bestemming en de ligplaats. y
Den schippers wordt voorts medegedeeld, g(
T
^KRISTMANN GUDMUNDSSOr
53)
„Wat zie je bleek om je neus, ouwe jongen!" laohte Skule.
„Je ziet er uit alsof je den heelen dag in je bed hebt gelegen.
Wat heb je?"
Skule was in een vroolijke bui, hij had Kolfinha juist ge
sproken. Maar op eens werd hy ernstig en keek den ander
scherp aan. Hij had gemerkt, dat Finnur hem ternauwernood
goedendag zei. Er was iets in zijn optreden, dat hem hinderde.
Toen Finnur wegliep, bleef hij hem een heele poos nazien.
Dien avond vroeg Skule aan Kolfinna of ze had nagedacht
over wat hij haar gevraagd had. Ze kreeg een kleur en zei, dat
ze hem nog geen antwoord kon geven.
Ze was besloten om Skule alles te vertellen, maar eiken keer
als zij alleen waren, schrikte zij er voor terug. Ze moest er niet
aar denken, dat ze hem dan niet meer zou zien, het was haar
alsof ze de hand aan zichzelf sloeg. Het viel haar steeds moei
lijker d« geestdrift terug te vinden, waarmee zij dien avond
haar besluit genomen had. In plaats daarvan, maakte een
angstig gevoel zich van haar meester, en diep in haar ziel rees
een stille wensch, dien zij met al haar macht trachtte te onder
drukken: verbeeld je, dat er iets gebeurde, zoodat ze Skule toch
kon krijgen en gelukkig worden. Haar besluit werd haar een
nachtmerrie, het woog haar zoo zwaar, omdat ze wist, dat geen
andere weg voor haar op enstond. Ze kon het alleen Skule
niet zeggen nog niet. Soms had zij e envage gewaarwor
ding, dat ze ook tegenover Skule haar woord niet gehouden
had, al wist zij niet precies in welk opzicht. Ze had hem eens
gekust en hem aangemoedigd om haar te schrijven.
Gewetenswroeging en een verterend verlangen deden de dagen
eindeloos lang lijken en maakten, dat zij 's nachts niet slapen
kon.
De bewoners van het dal waren Skule van Hamrafell lang
zamerhand vriendelijker gezind geworden. Ze zagen, dat hij
een flinke, ijverige, jonge man was. Hij was daarbij een handig
koopman, en kreeg menig schaap voor een lageren prijs dan
de eigopaar zich had voorgesteld. Hij bezat nu een mooie kudde;
drie koeien en een vaars had hij voor een spotprijs veroverd in
een naburig dal en dadelijk nadat de schapen waren terug
gehaald van de bergweide, had hij een mooi paard gekocht,
waar een groote roep van uitging. En nu was hij bezig een
dam te leggen in den stroom, opdat het water in den drogen
tijd over de weiden zou vloeien. Niemand in het dal had ooit
zoo iets beleefd. De ouderen schudden het hoofd, de jongeren
waren vol geestdrift.
Op een herfstdag reed Skule naar een bijeenkomst van de
Jeugdvereenig in g; hij had beloofd een voordracht te houden.
Hij vertelde boeiend en levendig wat hij in Noorwegen gezien
had. Het was doodstil; hij was een goed verteller, zoodat de
menschen graag nog langer naar hem geluisterd zouden heb
ben, en aan het einde van den avond werd hij ingeschreven
als lid van den Jeugdbond.
Hij reed met Finnur naar huis endeëd zijn best met hem
te praten; hij begreep zijn ouden kameraad niet; er was geen
woord uit hem te krijgen.
Kort daarna merkte Skule, dat Finnur eigenlijk in elk op
zicht zijn tegenstander was. Er was trouwens een heel troepje,
dat hem tegenwerkte; de oude meester was er de ziel van. Alles
wat Skule voorstelde, goed of niet goed, werd afgestemd. Het
hinderde hem, dat Björn Isleifszoon, die trouw de bijeenkom
sten bijwoonde,- den laatsten tijd tegen hem partij koos. Skule
liet zich graag gelden op de bijeenkomsten; hij stelde allerlei
veranderingen voor: hij wilde bekende sprekers laten komen,
wat veel geld zou kosten. Op elke vergadering hadden er hef
tige woordenwisselingen plaats.
Op de volgende bijeenkomst moest er opnieuw een leider
worden benoemd. De oude meester had nu verscheidene jaren
<5e leiding gehad; ze hoefden maar in hun handen te gaan
klappen en dan was de zaak voor elkaar. Hij werd als
leider voorgesteld, en zijn partijgenooten begonnen al te klap
pen, toen er een boerenzoon uit het buiten-dal opstond en den
naam Skule noemde. Er volgde een stilte. Bij de stemming kreeg
Skule tweederde van de stemmen. Hij was dus gekozen. De
menschen in de zaal stonden op en juichten hem toe. Finnur,
die ook opgestaan was, werd vuurrood; toen hij wat zeggen
wilde, werd hij overschreeuwd.
Dien avond gingen Skule en Finnur samen naar huis. Ze
waren te voet, omdat het paardenpad heel slecht was, nu er
geen sneeuw lag iin het dal en het was een stikdonkere n([(3jj
Toen zë een eind op weg waren, begon Skule over de bijfi'38
komst te praten. E'ch';
„Wat hadt je willen teggen, toen ze het je beletten?" ia*':
hij plotseling. er~da
Finnur mompelde iets tusschen zijn tanden. 1*1
Zij liepen nog in het buiten-dal, maar ze waren vlak bijfK_
pas; het was zoo donker, dat ze den weg ternauwernood ko b
onderscheiden; de stroom bruiste woest in de diepte. De
liep vlak langs den rand, slechts een dun hekwerk scheiddf 3^
van den afgrond.
Toen Skule geen antwoord kreeg, herhaalde hij zijn v -Dp
Skule liep vlak langs het hek, Finnur naast hem. Op Oti
schrikte Skule, een angstig vermoeden maakte zich van ana
meester; er was iets vreemds in de houding van zijn met
en op hetzelfde oogenblik werden de beenen onder hem n.X
getrapt. Hij viel achterover tegen het hek; hij greep zich
met zijn linkerhand; in een seconde had hij zijn ééne beeef
een lat van het hek geslagen, zoodat hij niet achterove JsK
slaan; zijn rechterhand klemde zich om de keel van den 1 recj-
hij hoorde zijn hijgende ademhaling, zag zijn somber, onh< rron
baar vertrokken gelaat; het volgend oogenblik had hij zij: ings
valler gedwongen neer te knielen. Het was gebeurd eer 1 L A
had om na te denken. Toen hij even later op den weg L
Finnur vóór hem op de knieën, kwam alles hem zoo onbe nds
lijk en onwaarschijnlijk voor, dat hij er na aan toe was
hysterisch lachen uit te barsten. aire