ISder
-tRDAG II JANUARI 194!
PAG. 7
NCR!
istrf
u.rtDZAAM MAAL VOOR WEINIG GELD
^,"~appelen in de schil en besparing van brandstof
5 AV3
'ittop Koning, medewerkster van de pan; vul het achtergebleven kooknat aan
relcentrale schrijft: met de melk en laat die aan den kook komen,
sch d maken we graag gebruik van de Leg onder in de pan de schoongeboende, in
P» - Sr, partjes gesneden a-rdappelen, bestrooid met
wat zout, daarop de in niet te dunne stukjes
gesneden wortelen en uien en ten slotte de
gaargekookte boonen. Leg er de rest van de
boter of het vet op en laat op een zacht vuur
in de stevig gesloten pan alles mei elaar gaar
worden (ongeveer uur).
Roer de bestanddeelen losjes door elkaar,
giet het overtollige kooknat in een sauskom
en breng het gerecht over in een dekschaal
of op een vleeschschotel; presenteer er het
kooknat afzonderlijk bij.
In plaats van 4 dl. melk, die in de beide
recepten voorkomt en die aan het gerecht
zeer bepaald een hoogere waarde geeft, is ook
uitstekend taptemelkpoeder te gebruiken.
Hiervan wordt dan 40 gr. (8 afgestreken eet
lepels) aangemengd met eerst een kleine hoe
veelheid van de 4 kopjes water, tot zich
een dik, volkomen glad papje heeft gevormd.
Dit papje wordt geleidelijk verdund met het
overige water.
17.15 1
.orkeur bestaat een afdoende
jrs het eten komt in de ééne soep-
ééne schaal wel lekkerder warm
wanneer het uit diverse pannen
Mé schalen moet worden overge-
"Hfezen tijd hechten we bovendien
ch prde brandstofbesparing, die de één-
h prcT meebrengt.
elkaar feiten genoeg ,die er ons
tbrengen om de stevige soep en
aan te vullen met nog een derde
'n Nederland minder
iet gerecht van met elkaar ge-
_...iite en aardappelen (soms ook
^larvan de ingrediënten ten slotte
looreengestampt, maar losjes door
ird, zóó, dat alle bestanddeelen
itbaar blijven.
:ht heeft boven den stamppot
aardappelen hebben minder
lies van vitamine C dan wanneer
stampen volop met lucht in aan
gebracht.
moeten we even aan den vreem-
c*r<* ruien; dat geldit echter alleen voor
igevoiten keer, dat we met het gerecht
ikocieln, want als we het eenmaal ge-
6 ve,jn. komen we er zeker op terug
zijn vaste plaats in het week-
yecepten beide zonder vleesch,
FTiüzonder smakelijk wijzen den
t huisvrouw, die er de proef mee
ange\4iet eerste voorbeeld leert ons het
P (ntsoen op voordeelige wijze te ge
ls. DrA
iter,1
ngevol
t «i
e soqfP0' 1
Tuin*
ENl ons) belegen of jonge kaas, 1250
aardappelen, 750 gr. (1^ pond;
OmA 3 groote uien, dL (4 kleine thee-
40 gr. (2 afgestreken eetlepels)
wat zout, misschien wat peper.
wltioifioongeboende' in Parten gesneden
i de pan met een bodempje
leg er de in niet te dunne stuk-
wortelen en uien op en de boter
jluit de pan stevig dicht en laat op
alles samen gaar en ongeveer
(ongeveer 114 uur).
melk bij, laat die aan den kook
ei /toer dan alles losjes door elkaar;
p slotte de geraspte of in blokjes
'T^aas door en laat die even mee
too if
1 Ja4mol wortelen, uien en groene
joW frwlen of witte boonen
a 5°~fe ons) groene erwten of witte
groo^kg. aardappelen, 4* kg wortelen,
uien, 4 dl. (4 kleine theekopjes)
cïï '2 afgestreken eetlepels) boter of
eweekte erwten of boonen op met
fn het weekwater, dat ze ruim
i; voeg er W eetlepel van de boter
jbij en laat ze op een zacht
h (1 IX uur).
7.50-fet een schuimspaan de boonen uit
vSAAh
LDERLANDSCHE
IAANBREKERS
WETENSCHAP
ói.^ine volk gaat nog altijd
vooraan
testJ Bigot en Van Rossum N.V. te
KW» verschenen boek van J. C. Al-
Ailederlandsche Baanbre-
net li Wetenschap" draagt een
ier dekt dan de lading, welke dit
lip voert.
de schrijver dan ook in zijn slot-
inderstelt, dat sommigen zullen
nog meer onderwerpen behandeld
worden, dan lijkt ons die op-
heen te wijzen naar de onvol-
•saliteit van dezen schrijver op het
natuurkunde dan naar een werke-
die tegen dit belangrijke boek té
Aiders hééft hierin gegeven wat
willen geven. Wie zijn boek met
beeft gelezen en herlezen, die zal
éepraten over het aandeel dat de
lehe onderzoekers hebben gehad
rderingen der wetenschap van de
live eeuw, in welk tijdperk de
fchei- en sterrekunde en biologie
kkeld hebben in den zin zooals we
»nen. Dat de schrijver bovendien
l en de Nederlandsche Heide-
pij", S c h o 11 e n en de aardappel-
lie", „De ter ding en de Petro-
bie", „De Groot en de radio-
e verbinding IndiëNederland" en
en de eerste Nederlandsche vlie-
lt werk behandelt en daarmee ook
jied der toegepaste wetenschap
pis van den Nederlandschen mensch
verhoogt de waarde daarvan en stelt
fder in het licht, dat het Neder-
'olk als cultuurvolk vooraan gaat.
pbelprijswinnaars heeft het „kleine"
jche volk van 1901 tot 1936 opge-
acht? van deze winnaars waren
rs op de nauw verwante ge-
kn schei-, natuur- en genees-
P. M. C. Asser kreeg in 1911 den
3). De beteekenis hiervan komt
i tot haar recht als men, zij het
:orte trekken, inzicht krijgt in wat
gden met die internationale erken-
ilijk verricht hebben voor de
h e i d. Dit maakt de heer Alders
lijk en óók wat nog andere Neder-
jgeleerden, die het niet tot den
brachten, in de besproken halve
jben bijgedragen tot de onderzoe
uitkomsten der moderne wetenschap,
tik kan men in zulk een boek niet
1 over Nederlandsche geleerden
want het wetenschappelijk onder-
«ternationaal. Maar toch blijkt wel
lijk, dat Nederlanders een belang-
k zelfs een pionierspositie innemen,
led van onderzoek of men treft er
Nederlandsche .namen aan. In de
ste hoofdstukken van dit boek, die
idenlijk handelen over de ontwik-
r scheikunde en der natuurkunde in
vijftig iaren, passeeren ze reeds de
amerfing Onnes en Keesom
rmaking van het helium en bereiking
ibsolute nulpunt), Coster (die het
ivond), Lobry de Bruyn (die de
ïmine in' groote hoeveelheden be-
Eykman (die het spoor der „vita-
rond), Van Bemmelen (die be-
onderzoekingen deed t.o.v. het kiezel-
a n 't H o f f (die o.a. baanbrekende
ïgen deed in verband met den
«en druk), Bakhuis Rooze-
n D e b y e 'die de leer der chemische
iten verrijkten), L o r e n t z (de
ïn de electronentheorie», Zeeman
ïkker van d sninvloed van magne-
•achtlijnen op het licht), Van der
(de baanbreker op het gebi'd der
Boyle-Gay-Lusac en de kinetische
Land- en Tuinbouw
Trekpaardfokkerij
De hengstenkeuringen in de noor
delijke provincies
In het gepasseerde najaar hebben geen
hengstenkeuringen plaats gevonden; vroeger
werden de voorjaarskeuringen in Februari aan
gevangen; als middenweg zijn daarom d e
hengstenkeuringen reeds aangevangen op 6 Jan.
Wel erg vroeg in het seizoen, maar totnutoe
behoeft het Stamboek nog geen berouw te heb
ben van zijn tijds-keuze: de keuringen worden
begunstigd door goed winterweer.
.-erkeersvraagstuk is door den secreta-
het Stamboek op ingenieuze wijze opge
lost: jury enz. gaan met een autobus het land
doorkruisen.
De belangstelling voor de thans plaats gehad
hebbende keuringen was goed. Zeer verklaar
baar overigens: de paardenfokkerij staat mo
menteel wel erg in net teeken van de belang
stelling, terwijl het fraaie weer uiteraard sti-
muleerend op het bezoek werkt.
Toen anderhalf jaar geleden de uitvoering
in de hengstenkeuringen gelegd is in handen
an de fokkers zelf, i.e. van hun organisaties,
heeft men niet kunnen bevroeden dat thans
de paardenfokkerij zoo'n tijdperk van intense
belangstelling zou meemaken. Zeer terecht en
actueel zijn dan ook sommige slagzinnen die
het keuringsboekje illustreeren, b.v. „Paarden-
tractie maakt 't landbouwbedrijf onafhankelijk".
Een andere rake opmerking is deze: „Plm.
60 jaren geleden werd in Nederland voor het
eerst van Stamboekhouding gesproken. 'tWas
wel boekhouding, doch over „stammen" maakte
men zich niet druk." Inderdaadzal men 60
jaar geleden niet gedacht hebben dat verbeterd
inzicht in de erfelijkheidsleer den stamboek
organisaties een zoo belangrijke plaats in de
samenleving zou bezorgen, dat ze met de zorg
voor de geheele fokkery belast zouden worden.
Te Leeuwarden
Voor de eerste maal is in Friesland een
trekpaard-hengstenkeuring gehouden, gevolg
mede van het feit, dat daar een paar jaren
geleden een afdeeling van het stamboek is op
gericht
Hier werden goedgekeurd voor 4 jaren
Karei K 18)8 en Odin van Dierkenstein K 1498
terwijl Paul, een 25-4-jarige zoon van Paul van
Duntershoek, voor één jaar werd goedgekeurd.
Bij de premiekeuring werd eerste geplaatst
Egbert, van R. Schuiling Thz. te Hallum, ge
volgd door Karei en Odin voornoemd.
Een goede eerste keuring, waarmede de
trekpaardfokkerij in deze provincie gebaat is.
Te Groningen
Groningen liet een goede groep hengsten
zien, waarvan echter de dieren van de groote
maat meer opvielen door hun goede kwaliteit
dan die van de kleine maat.
Eerste van de groote maat werd de 4 J.
bruinschimmel Elegant van Veldzicht K 1868,
V Barnum de Princemiille, van G, v. d. Meijde
te Oosterwijtwerd, een goed zwaar en sterk
(vooral in de voorhand) paard, gevolgd door den
Tsjaka-zoon Primus K 1607 en Ido de Zeeuw
K 1671, V Diamant d'Ahea, beide van den
zelfden eigenaar v. d Meijde. Dan volgde de
3 j. Dragon van Prinses, thans K 1931, van F
Niezemuller te Kloosterburen. Deze jonge
Dragon d' Hondzocht is een goed ontwikkeld,
zwaar paard dat nog even correcter in 't voor
been mag worden. Dan kwamen Xantos K 1799
ig. 3 j.) en Cambrinus van Veldzicht (g. 4 j.).
De kleine maat werd aangevoerd door den
6 j. Oscar van Cadzand K 1752, V. Tsjaka, van
li. Frieling te Baflo, een correct paard dat in
zijn gangen er niet beter op is geworden. Dan
volgden Marcus van Clairon van Zijldijk e. o
(4 j.), Leopold van Dierkenstein (4 j.), Favori
(4 j.) en Nickel d' Ahea (4 j.).
Verder werden goedgekeurd: Albion de Fair
(4 j.), Piston van Avenir, Robert en de niet-K
Mars van Vliekhof.
Afgekeurd werd o.a. Quib'us van Absdale
K 1718.
Te Assen
Drenthe heeft een heel goede collectie vader-
paarden, waarvan de kopdieren overal een goed
figuur zullen slaan Hier kwam bovenaan de
reeds 15-jarige Martin van Luntershoek K 1375,
V. Epatant du Kat, van R. Raterink en R.
Meijering, De Loo-Coevorden, gevolgd door
Printemps d'Hulplanche K 1871 en Jacob
K 1832, resp. van B. Eggens te Borger en van
de eigenaren van no. 1. Een goed drietal! Vier
en vijf werden Primus K 1800 en Cavalier de
Genoels K 1505 Beide goed voor 4 jaar.
Een zevental hengsten werd verder goedge
keurd voor één jaar.
Tot de 4 afgekeurden behoorde o. a. de 11 j.
Willem van Rondeputten K 1538, een paard met
zeer veel afstamming. „Niet de lengte, doch de
hoedanigheid der afstamming bepaalt de waarde
van een paard", aldus luidt één der slagzinnen
van den catalogus; daarom misschien was het
Te Zwolle
Overijsel mag zich ook verheugen in het be-
zi» van een heel goed hengstenstapel waarvan
vooral no. 1 en 2, volle broers, zoons van Cer
tain van Lamswaarde, opvielen: Albion van
Frederica K. 1859 van de hengslenass. Dedems-
vaart e.o., een heel mooi type. breed en diep
en grof en Albert K. 1909 van G. Kruders te
Ambt-Delden, ook heel goed. iets minder ge
stopt, doch wat ruimer Ook no. 3, Hans van
Steenzwaan, van Kruders, mag gezien worden
ig. 4 j.). No 4 werd Geert van Heenwerf (g. 4
j.) Dan volgden. Marin °",i fitt
1 Sasput, Sultan, Du-
gastheorie en de continuïteit van
gas- en vloeistoffentoestand), Van Eint-
hoven (uitvinder van den snaargalvano
meter), D e b y e (belangrijk onderzoeker op
de gebieden van het ultrageluid, dipoolmole-
culen en de structuur der vaste stof), Buys
Ballot (naar wien de bekende wet i. z. den
wind is genoemd), Cohen en Van Eyk
(die het vraagstuk van de „tinpest" hebben
ontraadseld).
Het kan geen kwaad, dat wij in deze dagen
herinnerd worden aan datgene waarin
klein volk groot kan zijn. Laten wij ons r
gerust te binnen brengen, dat we niet alleen
in onze „gouden eeuw" een volk van enorme
beteekenis waren maar dat we dit nog al-
lijd z ij n. Een uitgeleefde natie van een mil-
lioen of acht zielen kèn in een zóó kort tijds
bestek niet een zóó groot aantal „topmen-
schen", onder anderen op het gebied der
natuurwetenschappen, voortbrengen. Want
laten we goed bedenken, dat Nederland in
véél meer, dat goed is, nog altijd vooraangaat
dok thans K. 1932, Albion en Oscar van Baker-
waard.
Een drietal hengsten werd goedgekeurd voor
één jaar, terwijl afgekeurd werd de 10-jarige
George Miller K 1574.
De keuringen werden uitgevoerd door de
heeren P. Diederen te Graetheide-Sittard en
W J. L. de Groof te Kruiningen, terwijl als
arbiter fungeerde de heer Aug. de Schutter te
Bergen op Zoom. Mede was aanwezig de se
cretaris van het Stamboek, de heer L. A. Bom.
De rat: een „gevoelig"
dier
Vijand en weldoener van
den mensch
Wie kent ze niet, deze nare zwarte of bruine
beesten, die overal aan knagen, voor wie niets
heilig is en die alles eten, behalve het giftige
voedsel, dat de mensch voor hen neerstrooit?
In vele landen looft men zelfs premies uit
voor elke doode rat, teneinde een rattenplaag
te voorkomen. Volgens een uitspraak van Cal-
mette, den beroemden Franschen bacterioloog,
dit enkele jaren geleden is overleden, moeten
wij ons wennen aan de gedachte, dat de rat
ten en muizen de vruchten van onzen arbeid
met ons deelen. Ongelukkigerwijs zijn de ge
noemde knaagdieren niet alleen parasieten,
doch bovend.en nog verspreiders van gevaar
lijke ziekten. De ratten brengen bijvooroeeld
niet alleen de pest over, maar ook hondsdol
heid, trichinose en bepaalde modificaties van
slaapziekte. Ze verbreiden zelfs mond- en
klauwzeer, en hebben tijdens den wereldoor
log in de loopgraven hevige geelzucht-epide
mieën veroorzaakt.
Riool-bewoners.
Naar schatting leven er te Parijs in kana
len, werkplaatsen en magazijnen momenteel
eenzelfde aantal ratten als de stad menscher.
herbergt. Dit rattenleger zou in staat zijn, da
gelijks een hoeveelheid koren ter waarde van
ongeveer eer. millioen francs te vernietigen.
Het is maar goed, dat de bewuste beesten het
meestal met afval doen. Reeds voor den oor
log berekende een lid der Academie van We
tenschappen de schade, welke de ratten het
economische leven in de V. S. berokkenen.
Jaarlijks maker, zij er producten tot een waar
de van een milliard dollar onbruikbaar. In
Engeland werd dit op 215,000,000 pond geta
xeerd, in Duitschland op 200,000,000 mark.
Hierbij komt, dat de ratten bijzonder moei
lijk uit te roeien zijn. De gezamenlijke vallen
schijnen geen succes te verzekeren. De buiten
gewone schranderheid van de ratten is voor
den mensch namelijk een groote handicap bij
het verdelgen dezer knaagdieren. Wil men
zich van vergif bedienen, dan heeft men in
aanmerking te nemen, dat de dieren een bui
tengewoon fijn instinct bezitten. Het kan
voorkomen, dat, wanneer zich bij tien vergif
tigde haverkorrels óén onschadelijke bevindt,
slechts deze laatste door de ratten wordt op
gevreten. Door nauwkeurige proeven heeft
men vastgesteld dat de ratten zelfs op de
kleur letten. v0or de experimenten wendde
men 50 verschillende kleuren aan. Hadden de
korrels een blauwe kleur, dan vraten de rat
ten er hoogstens twee per honderd van, was
het voedsel zwart, dan consumeerden ze 1
procent en was het violet, dan namen ze er
in het geheel niets van. 7e sloegen echter
3Z procent naar binnen, wanneer men een
groene giftstof gebruikte. Bij de zeer inten
sief en goed georganiseerde massabestrijding
welke in de laatste iaren in enkele deelen van
ons land werd toegepast, maakte men groo-
tendeels gebruik van een soort vergif, dat op
sneden brood gesmeerd wordt. Wanneer de
„boterhammen" besmeerd zijn, worden ze in
blokjes gesneden, in krantenpapier verpakt en
ergens op het land neergelegd. Deze wijze
om de ratten te bestrijden heeft goede resul
taten opgeleverd.
De rat en de wetenschap.
Terwijl men eenerzijds alle mogelijke moeite
doet, om de ratten uit te roeien, worden deze
knaagdieren ook zorgvuldig geteeld voor we
tenschappelijke doeleinden. In de zoogenaam
de rattenkolonies houdt men een waakzaam
oog op deze teelt. Als men ratten ter paring
samenbrengt, hebben ze een leeftijd bereikt
van 3 tot 4 maanden een leeftijd die bij
de menschen overeenkomt met 18 tot 20 jaar
Ratten, die ouder zijn dan 18 maanden wor
den hiervoor niet meer gebruikt. Ofschoon
een goed-gevoede, vrouwelijke rat per jaar 75
tot 100 jongen ter wereld kan brengen (een
moederrat kan gemiddeld pér jaar niet min
der dan 800 nakomelingen krijgen), veroor
looft men de moederdieren slechts drie maal
baren. Hiervan komen de in het voorjaar ge
boren dieren alleen in aanmerking voor de
teeltexemplaren; de rest wordt gebruikt voor
experimenten.
De gezondheid eener rattenkolonie is van
het grootste belang. Een gewone verkoudheid
bijv. is in staat een geheele rattenkolonie te
verdelgen. Ratten zijn bijzonder vatbaar op
de ademhalingsorganen. Men heeft daarom
voor een bijzondere ventilatie gezorgd, zoodat
de luchtverversching kan plaats vinden zon
der tocht. Dieren, die in tegenwoordigheid
hunner verzorgers hoesten of niezen, hebben
daarmede hun eigen doodvonnis uitgespro
ken: onmiddelijk worden zij afgemaakt
Een ratlenioren
Een der bekendste rattenkolonies is wel
de „rattentoren van Baltimore" in de Ver-
eenigde Staten. Hier worden de dieren niet
geënt met ziekmakende stoffen. Men interes
seert zich hier alleen voor de voedings
resultaten Zoo kan men bijvoorbeeld jonge
ratten zien met roode ooren en neus; aan
hun voeding ontbreekt magnesium. Andere
ratten ziet men weer, die langzaam blind
worden: gebrek aan vitamine A. Het ergst is
de rat er aan toe, die aan een vergevorderd
stadium van beri-beri lijdt: vitamine B ont
breekt aan de voeding, de rat heeft de macht
over zijn ledematen verloren. Als het dier
opgeschrikt wordt, kan het niet zooals de
andere ratten in een hoekje vluchten: lang
zaam kruipt het dier voort, twee dagen later
is het dood.
En het nut
Deze experimenten zijn geen onnoodige
kwelling voor de dieren. De experimenten
strekken tot heil van de menschheid over de
geheele wereld. De rattenkolonie te Baltimore
is het resultaat van kruisteelt en inteelt,
gedurende 25 jaar. Men kan er zwarte, witte,
bruine of gele ratten en combinaties van
deze kleuren vinden. Door de goede voeding
UTRECHT'S BURGERWEESHUIS 450 JAAR
Bij de Jongste stadsuitbreidingen heeft
Utrecht ook een Everard van Zoudenbalch-
straat gekregen, doch slechts weinige Utrech
ters zullen zich bij het noemen van dien
naam bewust zijn van hetgeen de stad aan
dezen voortreffelijken burger te danken heeft.
Velen kennen in het smalle Donkerstraatje
nabij het Buurkerkhof het huis Zoudenbalch,
de middeleeuwsche patriciërswoning met
haar goed bewaarden gothischen gevel
fraai specimen van gothische burgerlijke
bouwkunst waarin deze Utrechtsche
familie gewoond heeft,
na eerst in het beken
de huis Oudaen aan de
Oudegracht bij de
Jansbrug te hebben ge
resideerd. De stad heeft
aan de familie echter
meer dan deze herinne
ringen te danken.
Everard Zoudenbalch
is de stichter van het
Utrechtsche burger
weeshuis, dat Maandag
450 jaar bestaat. Op
Sint Pontiaansdag (13
Januari) 1491 heeft hij
het Sint Elisabeth-
gasthuis gesticht, opdat
men daar „ontfangen
sal alle elendige wees
kinderen, knegtgens
ende meyskens, die van
allen menschelycken
troost verlaten syn,
oock van waer dat sy
comen, ende die aldaer
opvoeden ende ophou
den, totdat sy hem sel-
ven mit heuren arbeyt
ofte ambachten sullen
kunnen behelpen, ende
dat niet tot een seke-
ren getale, maer also
veele als men in den
voorseyde gasthuys van
der goeden luyden
adelmisse sal mogen
voeden ende houden.
Everard Zoudenbalch
vermaakte aart deze
stichting het blok hui
zen, gelegen tusschen
de tegenwoordige stra
ten Achter Clarenburg,
Vredenburg, Lange en
Korte Elisabethstraat,
om uit de opbrengst daarvan het wees
huis te onderhouden. Het weeshuis zelf
kwam hier ook te staan. De herinne
ring eraan wordt nog levendig gehouden
door de namen van de beide Elisabeth-
straten.
Op de fotopagina heeft men dezer dagen
een afbeelding kunnen zien van een gevel
steen, die het Utrechtsche weeshuis heeft
gesierd. Deze gevelsteen bevindt zich even
wel niet in het oude Elisabethsgasthuis. De
weezen hebben op deze plaats maar betrek
kelijk kort onderdak gehad en van het oude
gebouw is thans niet veel meer over. Slechts
een oud poortje in Achter Clarenburg, nog
wel dateevend van later tijd, herinnert aan
het gebouw, dat hier gestaan heeft en dat
later, in verband met allerlei omstandigheden,
een andere bestemming kreeg.
In een tijd, dat oorlogen het land teisterden
en vele jonge kinderen onverzorgd achter
bleven, moest het weeshuis wel een grooten
toeloop krijgen. Het Elisabethgasthuis werd
spoedig te klein en uitbreiding kon slechts
geschieden ten koste van de woningen, uit
wier opbrengst overeenkomstig de erflating
van EVerard Zoudenbalch de huishouding
van het huis moest worden bekostigd. Het
werd er met de ruimte niet beter op, toen
het Hof van Utrecht in 1542. besloot, zijn
bijeenkomsten in het Elisabethgasthuis te
houden. Het vraagstuk der verplaatsing werd
echter urgent door de belegering van het
kasteel Vredenburg in 1576, den burcht, die
Karei V gesticht had om de LUrechtsche
burgerij aan banden te leggen. Bij deze ge
vechten kwam het nabijgelegen weeshuis zeer
in het nauw en in één der donkere nachten
voor Kerstmis 1576 verlieten de bewoners
het oude Elisabethgasthuis om met goed
keuring van de overheid een tijdelijk onder
dak te vinden in het leegstaande Regulieren
klooster aan de Oudegracht, waarin boven
dien voldoende ruimte werd gevonden.
De huismeesters van het weeshuis waren
h'er graag gebleven, doch de overheid be
sliste, dat zij na de beëindiging van het
oorlogsgeweld weer naar hun oude plaats
terug moesten. Pas zes jaar later wérd het
steeds weer herhaalde verzoek van de huis
zijn de dieren 20 tot 30 pet. zwaarder ge
worden.
En wat bereikt men nu hier? De resultaten
in den jaren langen geduldigen arbeid,
welke er wordt verricht, hebben bewerkstel
ligd, dat hardnekkige ziekten veel van hun
boosaardig karakter verloren hebben. Men
moet in de Amerikaansche steden bijvoor
beeld lang zoeken, voor men een nieuw geval
van Engelsche ziekte vindt. Amerikaansche
tandartsen deelen mede, dat de tanden der
kinderen in betere conditie verkeeren dan
roeger. Een der interessantste proefnemin
gen, die Mr. Collum, de leider van het insti
tuut, in de laatste jaren heeft verricht, deea
de belangrijkheid van magnesium in de
voeding wel zeer duidelijk uitkomen. Ratten
werden gewerd met een dieet, dat alle be
standdeelen bevatte met uitzondering van
magnesium. Binnen enkele dagen vulden de
haarvaten zich met bloed. De dieren werden
buitengewoon nerveus; de minste prikkeling
maakte, dat ze krampen kregen. De meeste
dieren stierven. Uit de volgende experimen
ten bleek duidelijk, dat vooral tijdens ae
wintervoeding veel magnesium aanwezig
moet zijn.
De onderzoekers, die in dit laboratorium
aan het werk zijn, betreuren het niet, mei
deze kleine dieren te moeten werken. Zij
hebben de rat, die eeuwenlang een der
grootste vijanden van den mensch was, die
de overbrenger was van dood en verderf,
met veel geduld gemaakt tot helper der
menschheid in den strijd voor volksgezond
heid.
Binnenlandsch Nieuws
De indijking van den ouden
Bospolder
De eerste spade in den grond
gestoken
Gisteren heeft jhr. W. G. Groeninx van
Zoelen, Ambachtsheer van Ridderkerk de
eerste spade in den grond gestoken, waar
mede de werken voor indijking van den Ouden
Bospolder onder de gemeenten Ridderkerk
en Hendrik-Ido-Ambacht zijn aangevangen
Voordat tot deze symbolische handeling
werd overgegaan, vereenigden vele autori
teiten en genoodigden zich in het Koffie
huis de Vlashandel te Oostendam.
Onder hen bevonden zich de leden van de
gemeentebesturen van Ridderkerk en H. I.
Ambacht, de heeren Passer en Housaar van
de Domeinen, de heer Roos en Smaal namens
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de
heeren ir. Verhoeven en ir. de Jonge namens
het Technische bureau der Domeinen, de
heer P. G. var» der Gijp-Barendregt, rent
meester te Dordrecht en de besturen van de
polders Oud- en Nieuw Reijerwaard, en het
Zand en het Hoogheemraadschap de
Zwijndrechtsche Waard.
De burgemeester van Ridderkerk, de heer
J. H. Crezée, die het initiatief voor de
dijking had genomen en de geheele leiding
van de voorbereidende werkzaamheden heeft
gevoerd, heeft een rede uitgesproken.
Nadat hij de aanwezigen welkom had ge-
heeten. gaf hij een uiteenzetting van hetgeen
aan dezen dag was voorafgegaan. Zeer vele
waren de moeilijkheden, welke overwonner
moesten worden, doch dank zij de medewer
king vooral van het Technisch bureau der
Domeinen, meer speciaal van ir. Verhoeven
en Ir. de Jonge en van den Rijksinspecteur
voor de Werkverruiming, den heer Petit dit
de la Roche, heeft men thans bereikt, dat
thans 80 ha lage weilanden en grienden,
welke bij een eenigszins hoogen waterstand
van de rivier de Noord overstroomden, in
vruchtbare akkers en weilanden worden her
schapen, doch daarnaast, en dit niet minder
belangrijk, aan 100 arbeiders gedurende een
jaar productieve arbeid wordt verstrekt.
Spreker dankt ook inzonderheid den heer
ir. van der Wal, hoofd-ingenieur van den
Provincialen Waterstaat, die met het tech
nisch bureau der Domeinen heeft weten te
voorkomen dat d* meerdere dijkhoogte, welke
oorspronkelijk was voorgeschreven in ver
band met de bedijking van de Brabantsche
Biesbosch, niet behoefte te worden aange;
bracht.
Dank bracht spreker ook a n den heer
Bakker, hoofd van de afd. Domeinen van
het departement van financiën voor diens
welwillende houding bij het ontwerpen van
de plannen e aan den heer H. Duiker, bur
gemeester van H. 1. Ambacht voor zijn mede
werking, toen de zaak in het laatste stadium
begon te komen.
Jhr. Groeninx van Zoelen heeft den burge
meester geantwoord en medegedeeld, dat be
sloten was den nieuwen polder gezamenlijk
met den polder Het Zand in de toekomsi
„Crezée-polder" te noemen.
Op de plaats waar de werkzaamheden zul
len aanvangen ht-Tt jhr. Groeninx van Zoe
len vervolgens de eerste spade in den grond
gestoken.
Nadat men zich wederom in het koffiehuis
had vereenigd heeft hij den burgemeester
als blijk van wa^rdeering voor diens werk bij
de voorbereiding een schilderstuk aangeboden.
Monetaire politiek in de
toekomst
De mogelijkheden eener multi
laterale clearing
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
van de Economisch Statistische Berichten is
een jubileum-nummer verschenen, waarin o.a.
een artikel voorkomt van Prof. dr. G. M. Ver
rijn Stuart, die een uitvoerige beschouwing
wijdt aan de monetaire politiek van de laat
ste 25 jaar. O.a. wordt de vraag besproken,
waarom het stelsel van den gouden standaard
tot een teleurstelling is geworden. De oorzaak
hiervan ziet de schrijver hierin, dat zekere
essentieele voorwaarden voor het goed func-
tionneeren van den gouden standaard na den
oorlog van 19141918 niet vervuld waren.
Deze standaard vermag slechts dan bevre
digend te werken, wanneer er in de wereld
in haar geheel een regelmatige goudproductie
is, voldoende om de monetaire behoeften van
een groeiende bevolking te dekken; wanneer
de toonaangevende landen op basis van hun
monetaire goudvoorraden een geldcirculatie van
bankpapier en giraalgeld opbouwen, die de
noodige gelijkmatigheid in haar ontwikkeling
vertoont en die niet nu eens in tijden van
hause op hol slaat, om dan weder in tijden
van depressie op de meest bedenkelijke wijze te
stagneeren; wanneer de debiteurenlanden niet
met schulden worden overbelast en bij de af
doening van hun schulden niet belemmerd
worden door telkens hooger wordende tolbar-
rières; en wanneer tenslotte de verschillende
landen intern zooveel elasticiteit in de kosten
structuur van hun bedrijfsleven, in de tewerk
stelling van kapitaal en arbeid en in den om
vang hunner Staatshuishouding hebben, dat zij
zich op het juiste moment wet»»n aan te passen
bij de veranderingen, die zich ook onder een
stabiele geldpolitiek in het steeds dynamische
oeconomische leven plegen voor te doen.
De simpele oplossing van deze voorwaarde
is, naar het ons voorkomt, voldoende, om dui
delijk te maken, dat zij in vele landen in de
na-oorlogsperiode volstrekt niet of althans
verre van volledig waren vervuld. Zij hadden
vervuld kunnen worden, maar dat zou nu en
dan zekere offers hebben vereischt, waartoe de
bevoegde instanties op kritieke oogenblikken
niet bereid bleken te zijn Men denke b.v. aan
de reparatieschulden; dat de werking daarvan
funest was, is na enkele jaren algemeen in
gezien, maar het heeft nog tot 1932 geduurd,
voordat zij via Regeling-Dawes en Plan-Young
in feite op de Conferentie van Lausanne ter
zijde werden gesteld Hoeveel gelukkiger had
niet de wereld kunnen ziin, wanneer dat resul
taat eens een twaalftal jaren eerder bereikt
Het oude poortje In Achter Clarenburg te
Utrecht, dal als Ingang heelt gediend voor hel
Elisabethgasthuis, waarin het tegenwoordige
burgerweeshuis van Utrecht vroeger gevestigd
is geweest.
(Foto Utrechtsch Persbureau.)
meesters, om het weeshuis definitief in het
Regulierenconvenl te mogen vestigen, inge
willigd, en zoo verhuisden de bewoners van
het Elisabethgasthuis in 1582 opnieuw naar
de Oudegracht. Daar is het weeshuis ruim
350 jaar gebleven. De gevelsteen, waarvan
men een afbeelding od onze fotopagina gezien
heeft, is in dit huis te vinden.
Zooals het echter in den loop der jaren
met alle oude weeshuizen hier te lande is
gegaan, geschiedde het ook hier: het aantal
wezen, dat voor opneming in deze stichting
in aanmerking kwam, verminderde. De
ruimte werd allengs voor het kleine aantal
bewoners te groot. In 1925 werd de knoop
doorgehakt en werd een patriciërshuis aan
hel einde van de Nieuwegracht, waar deze de
toevoeging Onder de Linden draagt, gekocht
en voor weeshuis ingericht. Het oude
Regulierenconvent werd Verkocht aan de
Nederlandsche vereeniging voor spoor- en
tramwegpersoneel, die het pand tot vereni
gingsgebouw met een groote schouwburgzaal
inrichtte. Het burgerweeshuis, thans aan de
Nieuwegracht, houdt door een gevelsteen aan
een dor zijmuren nog steeds de herinnering
levendig aan den edelen Utrechtschen burger,
w.ens godsdienstzin en menschenliefde op
zulk een voortreffelijke wijze werd gemate
rialiseerd*.
Het jubileum is vandaag in intiemen kring
gevierd.
De zaklantaarns
Na 15 dezer alleen voetgangers
lantaarns of blauwe lampjes met
I.L.B. toegestaan
De Nederlandsche gloeilampenindustrie
heeft deze week een zeer groot aantal door de
rijksinspectie luchtbeschermingsdienst goed
gekeurde blauwe gloeilampjes voor zaklan
taarns in den handel gebracht. Deze blauwe
gloeilampjes, welke van het goedkeurings-
teeken I.L.B. zijn voorzien en voor de ge
bruikelijke spanningen worden vervaardigd,
mogen in iedere beschikbare passende zak
lantaarn in de open lucht worden toegepast,
mits wordt zorggedragen, dat het licht daar
van niet naar boven schijnt en andere deel
nemers van het verkeer er niet door worden
verblind, aldus deelt de Rijksinspecteur vooi
de bescherming van de bevolking tegen lucht
aanvallen mede.
In verband hiermede kan na 15 dezer
slechts het gebruiken van door de rijks
inspectie luchtbescherming goedgekeurde
en als zoodanig met het I.L.B.-teeken ge
waarmerkte voetgangerslantaarns van
bijzondere constructie, dan wel het ge
bruik van door de rijksinspectie goedge
keurde en als zoodanig niet het I.L.B.-
teeken gewaarmerkte blauwe gloeilampjes
in beschikbare zaklantaarns in de open
lucht worden toegelaten.
Met nadruk wordt men er op gewezen,
dat voetgangerslantaarns welke
niet in overeenstemming zijn met de voor-
schroten der verordening of welke in strijd
daarmee worden gebruikt, in beslag ge
nomen en verbeurd verklaard
multilaterale
kun
r d e n
DOOR EEN PAARD GEBETEN
In de Javastraat te Amsterdam is een 3-j
jongetje gistermiddag door een paard in
wang gebeten.
Met een groote wonde is het kind naar het
Onze Lieve Vrouwegasthuis overgebracht
De mogelijkheden voor i
clearing.
In hoeverre de nieuwe phase van de Euro-
peesch-continentale geldpolitiek, die zich door
gepropageerde multilaterale clearing zal ken
merken, een oplossing te zien zal geven van
de problemen, waartegen een voorafgaande
periode niet opgewassen bleek, moet, volgens
prof. V. S., nog worden afgewacht. Veel, zoo
niet alles, zal ook thans weder afhangen van
het vervullen van die voorwaarden, die voor
de toepassing van iederen internationalen stan
daard. dus ook voor het aan elkander koppelen
van een groote reeks van geldeenheden via
een aantal clearingpariteiten tot de Reichsmark
als centrale geldeenheid essentieel moeten
worden geacht.
Zoolang de verschillende landen hun beta
lingsbalans behoorlijk in evenwicht houden en
een eventueel overschot in de multilaterale
clearing vlot kunnen besteden om bij een land,
dat een clearingtekort heeft, goederen te koo-
pen of aan dat land, met inachtneming van
redelijke eischen van soliditeit en liquiditeit,
crediet te verleenen; zoolang de onderscheiden
landen een parallel gerichte geldpolitiek vol
gen en daarbij eenerzijds inflatorische uitbrei
ding der geldcirculatie, anderzijds deflatorische
ineenstorting daarvan weten te vermijden; en
mits de bij invoering der multilaterale clearing
vastgestelde pariteiten overeenkomen met den
koers, die zich bij vrij internationaal betalings
verkeer ook ongeveer als duurzaam evenwicht-
punt zou vormen; mits aan deze voorwaarden
wordt voldaan voorwaarden, die in wezen
overeenkomen met die, welke ook voor het
goed functioneeren van den gouden standaard
p.oodig waren dan kan de multilaterale clea
ring tot een succes worden. Zij zal in dat ge
val den overgang kunnen vormen van de af-
snoerende en voor den handel fnuikende ge
bondenheid der bilaterale clearing naar een
grootere mate van vrij goederen- en kapitaal
verkeer op het Europeesche continent.
Men zal zich echter, aldus de schr., terdege
moeten realiseerer», dat het enkele feit eener
multilaterale clearing nog geen oplossing van
het geldvraagstuk in een weder gepacificeerd
Europa beteekent. Deze oplossing is afhankelijk
van de vervulling der genoemde voorwaarden
en wellicht zijn er nog wel meer dan wij
hebben opgesomd voorwaarden, welker ver
vulling aan de menschen hoogere eischen stelt
dan het uitdenken van een op zichzelf wellicht
kansrijk geldstelsel.
Het goud in de Ver. Staten.
Daarnaast blijft dan echter nog de vraag, hoe
de verhouding tusschen een multilateraal
clearend Europeesch continent en de rest van de
wereld zal zijn. Daarbij rijst dan terstond het
probleem def goudopeenhooping in de Ver-
eenigde Staten. Deze plethora aan edel metaal
is voor de Vereenigde Staten zelf benauwend
en voor een rationeeie toepassing van datgene,
Staten er blijkbaar thans aan om via groot-
scheepsche credietverleening in de Amerikaan
sche sfeer den geldstroom van de Vereenigde
Staten weder naar andere landen te leiden. Men
moge zich echter tijdig realiseeren, dat crediet-
uitbreiding op zichzelf geen duurzame oplossing
van het onderhavige .vraagstuk kan brengen.
Credietexpansie was ook hét motto, waaronder
de Vereenigde Staten tenslotte in de daverende
crisis van 19J9 zijn beland Credietverleening
ter afwending van den eenzijdig gerichten goud
stroom is als eerste stap voortreffelijk, maar wil
men niet wederom in dezelfde ellende belanden,
als waarin de wereld in 1929 werd gestort, dan
moet de crediteur, in casu de Vereenigde Staten,
begrijpen dat men geen credieten kan ver
leenen op gezonden grondslag. ten«ij men zijn
grenzen wijd openzet om don debiteur in staat
te stellen op den overeengekomen tijd door het
leveren van goederen of het presteeren van
diensten de bedragen op te brengen, die voor
de betaling van rente en aflossing op het crediet
benoodlgd zijn M a w„ bij een gez.ond crediet-
verkeer behoort een voldoende mate van vrij
internationaal handelsverkeer.
Lichamelijke Oefening
Schaatsenrijden.
Timmerman nationaal kampioen
schoonrijden
Op de banen van de ijsclub Bamestra te
Midden Beemster, is gisteren het kampioen
schap van Nederland in het schoonrijden voor
heeren gehouden.
De jury had de zeer lastige taak om uit
38 deelnemers den winnaar aan te wijzen.
Voora! de strijd tusschen den kampioen van
verleden jaar Timmerman en den Hoofd
dorper Meeuwig was zeer spannend. Ten
slotte werd na langdurig beraad Timmerman
als de beste schoonrijder aangewezen.
De uitslag luidt
1. C. P. Timmerman (Schagen); 2. C. Meeu
wig (Hoofddorp); 3. J. J. Blaauboer (Midden-
Ook de nationale wedstrijd voor paren had
een uitstekend verloop. Wederom was het
verschil tusschen de paren minimaaL
De uitslag luidt ten slotte als volgt:
1. Mej J Fijnheer iNieuwe Niedorp) en de
heer C. Meeuwig (Hoofddorp); 2 mevr.
SchoorlKeetman (Barsingerhorn) en de heer
C. P. Timmerman (Schagen); 3. mevr. J Log-
de heer J. Kupexu.