Jlieuurr £riterljr (frwrant <z Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken ZEEPBESPARING incnentsprijs i Ned. oaanden in Leiden en in plaatsen instni wv een agentschap gevestigd is 2.3d '«week 18 ct Losse nummers 5 et g ge"$rtntieprvzen an het Curat et per regel Ingezonden Mede- ieilhgen A ct per regel Minimum om ee| wgela bewijsnummer 5 et Bij coa- n hela^ bekngrijke korting itvoerir do DINSDAG 31 DECEMBER 1940 Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAl 123 LEIDEN Telefoon 22710 'Na 6 urn 231W) Postbox 20 - Pot U tl 3698e Abonnementen, Ad verten tl et. «ai IU 21e Jaargang een ka w»lke "I BERICHT Jieuwjaarsdag zal ons blad erschijnen. tijd en eeuwigheid we af en. I wöra'i hel •eUjk^ejaarsa vond is de avond van het kan 1 naar het verleden. Wij staan op over te stappen in een nieuw e«nLr voordat wij dit doen, willen He m<Pd nemen van wat was- Want in tening wacht ons een nieuw begin. P«nen> Zegt men, is gemakkelijker am Ito|uitzien' Het is V00r de" mensch Het eenig mogelijke. Achter hem emersi weliswaar het gordijn van het maar dit gordjjn is, anders dan lijn, dat ons van de toekomst ienigszins doorzichtig en men kan werjeenige lijnen en gestalten door et^nu n uit voorbijgegane dagen en t© vi Toch is dat, wat ging, „voltooid zoek wij kunnen het niet terugha- ^j,™€ljd is de eenige. die bij ons schijnt hit1» maar hij ontrooft ons nu eens hetgwweer dat. ka^an wij op den Oudejaarsavond •volgeJ met den ruë gekeerd naar het dcaar, dat nadert. Wij zijn van het vertrfea,- njet afkeerig. Wij willen van koep^ *nden Nieuwjaarsdag zelfs wel, va,i- i kalender, een „algemeen er- epité'. ristelijken feestdag" maken, en istnu ,iet met reden, maar voordat wij 'nalr wdle" WÜ "°6 even nadenken ti 0« verleden. fri 't het er slechts op aan, dat wij 'Stelling forceeren tusschen den bl^,' avond en den Nieuwjaarsmor- dpr ïf er grond was alleen bij den 'Vte spreken van een Christelijk den eerste niet- De Schntt e leert in haar herhaalden oproep durende bekeering de beteekems nieuw begin. Maar niet minder op, het einde op te merken, en U fielt zelfs het einde van een ding h zijn begin. EERDl hier de harmonie tusschen begin Gerei hersteld, is er zelfs een 'op-gaan ;n eefe8in naar het einde en is er voor blijpten alle aanleiding om niet min- den Nieuwjaarsdag van deh 5Iuits{sdag sPre^en 315 van een )ken feestdag. ook voor den ^hristcn' niet 8e" k, dit steeds weer te gelooven en ■rs-^rn HÜ >s desnoods berejd op den .savond te berusten in het verle- als hij op den Nieuwjaarsmorgen hopen op de toekomst. Maar er eer gevraagd. Berusten en hopen ^ocj-namelijk passief. Dóch in beide, ühouvudejaarsavond èn op den Nieuw- gen, moet ons geloof ook actief a. Op den Oudejaarsavond willen nXyj>vig beproeven de bedoeling van rk in en met ons na te speuren, „Qs, op den iNieuwj aarsdag, willen avjg gaan aanvaarden wat God zal beschikken. onqkt zoo gemakkelijk, juistthans !aS!utgang van den tijd in dezen zin °Di'' en 200 raoeihjk, hem aldus te lchofarden. Want al willen wij de M van en in dit alles wel erkennen, °Een ons vandaag tot feestvieren bereid. Het jaar dat ging zien wij met heel gemengde gevoe- had zooveel, dat ons leed bracht, KTlEfc daarin bevatte het zooveel, dat eeft kunnen missen. Misschien komt it "s-C aanvankelijk voor licht te zijn, tt8ge?aar 1940 afscheid te mogen ne- lat dift heeft voor ons wéinig aantrek- theeeer' Maar toch. wij laten het niet velë>s- Het is als met eeri kind, waar- zijij. veel verdriet heeft gehad en dat rdam5 niettemin heeï teer beminnen, het met het jaar 1940. Het zal in e veiiedenis van ons land, ja van hèel fcwiiK' *n do"kere letters geteekend g denken aan den oorlog, die ons zaanjaan zorgen, welke over ons kwa- vi denken aan hen; die hun leven ardeipor hun vaderland. Hun graven midden. Wij zullen hen niet ii dezi zooals wij heel het jéar 1940 vergeten. Wjj denken ook aan bp nationaal en maatschappelijk eroor denken aan het feit. dat el- de oorlog woedt in volle felheid. vrien aan persoonlijk leed, dat ook tak df der wereldellende niet gespaard ïieri stierf een vader, daar een ginds een kind. wafen er voor dezen of genen ;ename herinneringen. De plient baarheid gebiedt van haar te ge- Jiteriijke en innerlijke zegen be- 19iet te ontbreken. Wij denken aan i 17 levens in het huwelijk vereenigd 19 m wie met goed gevolg examen voor en zooveel meer. Het leven is verdriet en van vreugde. Ie" van al deze vergankelijkheid ="0 nu een jaar gaan afsluiten en w jaar. gaan. beginnen. Wij 'willen wel vasthouden misschien, maar ec. i lipt ons. Wy hebben misschien kooi Gaar het nieuwe verlangd/ maar wij moesten wachten op Gods tijd. Want dit is de zwakheid en de sterkte tevens van den tijd: Het leven in hem is vergan kelijk. hij draagt zijn einde in zich, maai ook, anders dan de eeuwigheid houdt hij, zoolang hij bestaat, alle mogelijkheden in zich van een nieuw begin. En hierin even mogen wij wel iets bespeuren van den zegen des Heeren, dat Hij ook tot dit doel den tijd wil gebruiken. Zien wij het zoo, dan kunnen wij van den Oudejaarsdag èn van den Nieuwjaars dag waarlijk gaan spreken als van Chris telijke feestdagen, alle verdriet en alle zorg ten spijt. Zeker, wij gelooven niet, dat God op deze dagen een bijzonder heils- feit heeft gewrocht, zooals op Kerstfeest, Goeden Vrijdag, Paschen, Hemelvaarts dag, Pinksteren, althans wij vieren dan niet zulk een bijzonder heilsfeit. Maar toch, het geloovig hart voelt fijn aan en het is zich juist op deze dagen geloovig bewust, dat dezelfde God, die Zijn Zoon op aarde zond, die omwille van dezen Zoon onze Vader is en die hemel en aarde heeft ge schapen, deze twee, hemel en aarde, ook nu nog door Zijn eeuwigen raad en voor zienigheid onderhoudt en regeert. Dus mag de Christen ook of juist in den regei- matigen voortgang van den tijd temidden van alle verwarring van menschen de vaderlijke voorzienigheid van zijn God Zooals er niets bij geval gebeurt, maar alles ons* toekomt van Zijn vaderlijke hand, zoo-ook mogen wy dezen Oudejaars dag en 'straks den Nieuwjaarsdag aanvaar den als een gave van Zijn hand. Hij wekt ons vandaag op om te denken aan het verleden, maar tegelijk om daarin Zijn hand te zien. Hij roept ons over enkele uren op om het nieuwe jaar slechts te beginnen met het oog geloovig op Hem geslagen. Hij zal het wèl maken. Het is dit geloof, dat rust geeft ook on der alles wat wankelt en wisselt. Het is dit geloof, dat den moed geeft ook nu een nieuw begin te aanvaarden. Wij zijn moede van het voorbijgegane jaar. Maar ook het jaar 1940 was een jaar des' Heeren. Hij had het ons gegeven. Wij menschen heb ben het verzondigd. Onder schuldbelijde nis moeten wij het laten varen. Doch daar is bij God ook voor zondige menschen een nieuw begin mogelijk. Hij gaf Zijn Zoon, en Deze predikte ons de blijde boodschap van een nieuw bestaan. In den doolhof van ellende, waaruit wij geen verlossing kenden, wees Hij ons den weg. Hij was de Weg. Temidden van de raadselen dezer wereld zochten wij vruch teloos naar een antwoord op onze vragen. Hij leerde ons de waarheid. Hij wès de Waarheid. Temidden van alle verganke lijkheid en door snakten wij naar het leven. Hij bracht het ons. Hij was het Leven. Christus daalde van de eeuwigheid af in den tijd. Hj nam menschelijke gestalte aan. Hij aanschouwde Zijn volk in al zijn zorgen en ellende. Hij onderwees het in menschelijke tpal en in menschelijke beel den. Hij wekle op tot geloof en opende zoo vensters naar de eeuwigheid. Intus- schen predikte Hij, van den aanvang van Zijn optreden op aarde af, „het aangename jaar des Heeren". Is dit spreken door den Eeuwige van het „jaar" de tegenspraak der ironie? Neen, het is de grootsche ver zoening tusschen tyd en eeuwigheid. Want het aangename jaar des Heeren zal nim mer eindigen, doch uitloopen op de eeuwigheid. Zoo heeft Johannes het mogen aan schouwen: „En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste he mel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toe- bèreid als een bruid, die voor haar rhan versierd is. En hij voerde mij weg in den geest op een grooten en hoogen berg, en hy toonde mij de groote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God". En ook: „En haar poorten zul len niet gesloten worden des daags: want aldaar zal geen nacht zijn." DE STATIONS D.P. EN MAAS Een voorloopige oplossing Het stationsvraagstuk te Rotterdam vraagt een voorloopige oplossing, totdat de hangende definitieve plannen verwezenlijkt kunnen worden. Het zou immers onverantwoord zijn den huidigen toestand nog langen tijd te be stendigen. Daarom hebben de plannen reeds vasten >rm aangenomen om een gedeelte van het station D.P. te restaureeren en het Maas station dat voorloopig nog wel enkele jaren gebruikt zal moeten worden een tij delijke overkapping, benevens een behoorlij ker noodgebouw te geven, dan de loodsjes waarin men zich thans behelpen moet. Het provisorische bouwsel aan het Maassta tion komt op de oude fundamenten. Achter den Maasingang wordt een flinke hal ge plaatst, groot genoeg om er het plaatskaar tenbureau en de diverse bureaux onder te brengen. De tijdelijke overkapping wordt 5 meter breed, met een lengte van ongeveer "i meter. Wat het station D.P. betreft, hiervan wordt eerst de wachtkamer weer in orde gemaakt, vlak naast den tegenwoordigen ingang. Voorts krijgt het stationsrestaurant een behoorlijke behuizing, die eenige jaren mee zal kunr.en. Het schijnt in de bedoeling te liggen om na de tijdelijke restauratie den uitgang aan de zijde van de Delftschestraat weer in gebruik te nemen. Ten slotte worden in de hal van den ingang een inlicntingenbureau gevestigd, benevens een bagagedepot- en een telefooncel. Uitvoeringsresolutie Omzet belasting 1940 Verschenen is een resolutie van den secre taris-generaal van het departement van financiën inzake de uitvoering van de omzet belasting 1940. Deze resolutie is als bijvoegsel verschenen van de Nederlandsche Staatscou rant van gisteren, no. 253. Voor de toepassing van art. 5, zesde lid, van het besluit op de Omzetbelasting 1940 moeten buitenlandsche waarden worden her leid tegen de koersen, gepubliseerd volgens art. 17 der Deviezenverordeninc. De levering van grondstoffen aan den fabrikant zijn niet onderworpen aan het tarief van 5 pet. op de voorwaarden, vermeld in bovengenoemde resolutie, die tevens de goederen aanwijst, die niet zijn onderworpen aan het tarief van 5 pet., zooals brandstoffen voor bepaalde doeleinden. Aan de wijze yan heffing zijn enkele paragrafen gewijd, evenals aan de verschillende vrijstellingen voor inrichtingen van onderwijs e.d„ voor materialen en voor werpen voor schepen en luchtvaartuigen. Verder bevat de resolutie regelingen voor vryen inslag door handelaren, voor de terug gave van betaalde belasting. Voor ondernemers, wier Jaar- lijksche aan belastingheffing arvy derworpen omzet gering is, is een speciale regeling vastgesteld. Inzake de heffing van omzetbelasting ten aanzien van apothekers is een afzonder lijke regeling vastgesteld, eveneens voor bakkers, en banketbakkers, berei- ders van consumpti e-ij s. exploitanten van inrichtingen, waarin aan derden spijzen en/of dranken worden geleverd, slagers en vleeschhouwers, tandartsen, tandheel kundigen en tandtechnici. bu Mijnongeluk Twee dooden. In de ondergrondsche werken van de staats mijn Hendrik te Brunssum heeft gistermiddag omstreeks 12 uur een instorting plaats gehad. De arbeiders, Erkens uit Brunssum, oud 21 jaar en Lammerts uit Hoensbroek, oud 23 jaar, werden onder het afvallende gesteente be dolven en gedood. Het licht, dat de duisternis overwint Wanneer straks het blad onzer nationale historie voor 1940 wordt afgesloten en we 1941 binnentreden, zal dat zijn met de heugenis aan ongekend moeilijke en bange dagen. Toen we het nu ten einde spoedend jaar betraden, was het dood en verderf brengende oorlogszwaard reeds vier maanden lang uit de schede. Polen had den te onzaliger ure ontketenden strijd verloren; binnen achttien dagen was het machteloos. Zijn politieke en militaire leiders hadden eigen gebied verlaten. Finland stond midden in de worsteling met Rusland, die eerst op 12 Maart na ruim 3 maanden van strijd een einde nam. Zelf bouwden we als een levend volk aan onze toekomst, temidden van het oorlogs rumoer rondom. Op het terrein van den geest hielden we onzen roem hoog. Gedenkdagen werden gevierd. Het groote werk van de inpoldering der Zuiderzee ging voort, ons wegennet groeide met den dag, de industrie zocht nieuwe banen, handel en scheepvaart worstelden met moed om aan de groote moeilijkheden en de consekwenties onzer neutraliteitspolitiek het hoofd te bieden.. Onze zeelieden toonden zich, ondanks de toenemende gevaren, koene zee vaarders, ook al viel het eene na het andere schip van onze handelsvloot op zee als offer van oorlogsmaatregelen. Te midden van dat alles bouwden we onze oorlogshuishouding op, zorgden voor voor raden, zonder daarbij uit het oog te verliezen wat ons als niet-oorlogvoerende tegenover anderen paste. Ook al hadden we een lange ■periode van vrede achter den rug, toch waren we binnenslands allerminst ingeslapen. Trouwens de ontwikkeling der gebeurte nissen behoedde wel voor indommelen. In Noord-Europa namen de dingen hun loop. De groote belligerenten bestookten elkaar steeds feller en Regeering en Volksvertegenwoordi ging gaven blijk de beteekenis daarvan te verstaan. Tal van wetsontwerpen en regee- ringsmaatregelen droegen er het kenmerk van. Het gebied overzee werd daarbij niet vergeten. Zoo ging het leven voort met zijn groote en kleine dingen, zijn vreugde en blijdschap, zijn lief en zijn leed, tot in de eerste dagen van Mei. Men voelde: de spanning groeide, ondanks geruststellende verzekeringen, welke omtrent de positie van Nederland van meer dan een zijde ons bereikten. Ons reeds lang gempbiliseerde leger werd op 7 Mei opeens op volle sterkte gevoerd door intrekking der verloven. Allé verlofgangers moesten onver wijld naar hun onderdeelen terugkeeren er de spoorwegen kwamen ter beschikking van het militair gezag, ddt sinds 19 April door het uitbreiden van den staat van beleg over het geheele land, over vrijwel absolute be voegdheden besohikte. Hoe dichtbij ;,de afschuwelijke werkelijk heid van den oorlog" was, zou spoedig blijken. Op Donderdag 9 Mei was de Tweede Kamer bijeengekomen ter behandeling van een wets ontwerp betreffende misdrijven tegen de veiligheid van den staat, een verscherping van reeds bestaande bepalingen. In den daaropvolgenden nacht, dus in de prille uren van 10 Mei, marcheerden de Duitsche troepen over onze grenzen en deden valschermtroepen pogingen om zich alom in het bezit te stellen van vitale punten. Volgens een 's morgens om 6 uur door den Duitscnen gezant afgegeven verklaring, waren er „onweerlegbare bewijzen voor een onmiddellijk dreigenden inval van Frankrijk en Engeland". Daarom kon onze neutraliteit niet langer worden ontzien. We noemen deze feiten slechts bij wijze van overzichtelijke herinnering, niet om er verdere beschouwingen aan te verbinden. Kort maar hevig is de strijd tegen de over machtige luchtstrijdkrachten en de gemecha niseerde stootkolonnes der Duitsche weer macht -geweest. Dapper hebben onze soldaten zich te weer gesteld en ze hebben het alleen moeten doen en het gedaan op een wijze, waaraan ook de tegenstander hulde heeft ge bracht. Eere brengen ook wij nogmaals aan hun dapperheid en moed en in 't bijzonder gedenken we bij het scheiden des jaars allen, die met hun bloed den vaderlandschen bodem hebben gedrenkt en hun leven offerden op het altaar onzer eeuwenoude onafhankelijkheid. Waardig en kalm, maar fier hebben we den slag gedragen. Ons nationale bewustzijn was niet geknakt en onze veerkracht onge broken, zoodat het bestuur des land niet ineen stortte, maar van meet af zijn oude taak kon voortzetten en volkomen paraat was om het geweldige werk van den wederopbouw vrij wel onmiddellijk ter hand te nemen. Geen enkele overheidsdienst faalde. We kunnen daarop terecht trotsch zijn. Het was geen uit geleefd en voos bestuur, maar een goed bestuurd land door integere en bekwame overheidspersonen. Er was en is geen enkele reden om zich uit te putten in diskwalificaties van eigen land en te spreken over toestanden, die niemand terug wenscht. Van Duitsche zijde hebben we nog nimmer een dergelijke uit lating gehoord, wel bij herhaling woorden van lof over wat men hier en overzee vond aan bestuur en sociale voorzieningen. In dit opzicht zijn de verloopen maanden menigmaal leerzaam geweest, de opgedane ervaringen hebben ongetwijfeld den geest versterkt en de waardeering voor een in zijn oude vormen nimmer geheel terugkeerend verleden aller minst geschaad. Natuurlijk zal ieder toestem men, dat er wel een en ander was dat anders en beter kon, al waren de mogelijkheden daartoe niet zoo aanstonds aanwezig. Er zijn steeds dingen in een historisch gegroeid volks- bestel, die niet op stel en sprong anders kunnen. Dat is in alle landen zoo, zelfs daar, waar autoritaire bevoegdheden bekend zijn. Na 14 Mei nam de bezettende macht het bewind over dè bezette Nederlandsche ge bieden in handen, al bleven de Nederlandsche autoriteiten gehandhaafd als uitvoerende macht. Op 29 Mei droeg het militaire bestuur zijn taak over aan het burgerlijk gezag, dat in de persoon van den Rijkscommissaris Dr. Seyss Inquart krachtens besluit van Duitsch- land's Führer belichaming vond. Wetgeving op de manier zooals we voorheen kenden en die ook snel kon' zijn, verviel. Wel bleven de beidé takken der volksvertegen woordiging in stand, maar ze werden inactief. De staatkundige organisaties konden voort bestaan. Veelszins openbaarden ze .zich als: „bezinningsorganen" omtrent de beginselen, welke steeds werden beleden. Enkele nieuwe organisaties met politieken inslag ontstonden, maar als draagsters van nieuwe beginselen vermochten zij geen beslissenden aanhang te verwerven, ook al werden andere methoden en denkbeelden verkondigd. De principieele politieke opvoeding van ons volk schijnt een beletsel te zijn en te zullen blijven. S.D.A.P. en Communisten verdwenen van het tooneel; soc.-dem. pers en vakbeweging kwamen onder beheer van een door de Duit sche overheden benoemden commissaris. De N.S.B. ontving meer relief, ,al sohynt van grooteren aanhang in den lande bezwaarlijk te kunnen worden gesproken. Wel worden haar voormannen meermalen in belangrijke functies benoemd. We hebben ons Verordeningenblad gekre- Kas-Vereeniging N.V ANNO 1865 Amsterdam C. Spuistraat 172 Bewaren van Effeeten met Administratie Onx* nieuw» Brochure .Be wind en Execuleele" wordt gaarne op aanvr. toegesonden TROMPENBERG'! PALACE HOTEL HILVERSUM Tel 7941 (2 lijnen) HEI GEHEELE JAAR GEOPEND Dr. H. NANNING'S Schuimende Huishoud Ammonia ▼oor 't reinigen van schilderwerk, glaien. 't poetsen van zilver, 't wasschen van wollen en flanellen goederen. Verkrijgb. by drogisten 65 cent mcl flesch én verh. ómz.belast Dr. H. NANNING's Pharm. Chem. Fabriek. N.V. Korte Poten 7a. DEN HAAG. Buitenlandsch Jaaroverzicht Vandaag denken wij nog aan het verle den, Maar eens. zullen wij ten volle ver staan het woord, dat tot Jesaja werd ge sproken: „Want zie, ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zij zullen in het hart niet opkomen". En in die nieuwe hemelen en op die nieu we aarde woont gerechtigheid. In dezen zin willen wij ook dit jaar onzen Oudejaarsavond vieren. Het is ook nu nog Advent. Wij wachten geloovig den grooten morgen, die reeds schemert boven 't graf. Dan verzatiden wij ook niet in sentimentaliteit of romantiek. Dan willen wij ook ons gevoel niet dooden, maar dan geven wij het jaar 1940, het jaar. dat ging, met zijn levenden en zijn dooden, terug aan onzen God, den Koning van tijd en eeuwigheid, en met gestrekte handen gaan wij uitzien naar het jaar onzes Hee ren 1941, zoodoende het jaar, dat ging, en het jaar, dat komt, geloovig aaneen verbindend door onze gehoorzaamheid aan Zijn troostend bevel, dat de eeuwen l verduurt: „Zyt dan nuchteren, en waakt!" „Wij houden 't hoofd omhoog In bedrukkender duisternis, dan door uit gedraaide straatverlichting en toegeschoven gordijnen alleen werd veroorzaakt, is het jaar 1940 tot ons gekomen, en ging het ook van ons heen. Over zijn beginmaanden lag de druk van den nieuwen Europeeschen oorlog, die niet tot een volkomen uitbarsting scheen te kunnen geraken, en onheilspellend bleef dreigen, terwijl- intusschen ter zee schepen en menschen in toenemenden getale daaraan ten offer vielen. In het hopge Noorden duurde het tragische schouwspel voort van den Finschen vrijheidsstrijd tegen een Russi sche overmacht, die door geen hulp van be vriende mogendheden in het voordeel der Finnen merkbaar werd verkleind. Zoo bleven de landen van West-Europa, de Baltische- en Scandinavische staten, Nederland, België, als een smalle gordel uitgestrekt liggen tusschen de -sterke staten twee aan den eenen, één aan den andpren kant die het 'op elkanders leven toelegden. Wij weten thans, hoe deze in zichzelf zwakke dijk, tenslotte onder den uitgeoefen- den druk is bezweken, en hoe ook ons eigen vaderland, dat gedurende een eeuw de zege ningen van den vrede had gekend, in den vernielenden chaos werd meegesleept. Het zgn. „Altmark"-incident dit Duit sche schip werd door de Engelschen in de Noorsche territoriale wateren onrechtmatig aangehouden heeft de inleiding gevormd v.oor-een verscherpte Duitsch-Britsche tegen stelling; in de gebieden van het hooge Noorden, welke begin April tot Duitsche troepenbewegingen in Qenemarken en Noor- zwegen heeft geleid. Nauwelijks een maand nadat het uitgeputte Finland de Russische eischen had moeten inwilligen, teneinde den vrede te koopen, laaide derhalve in Noord- Europa de oorlogsbrand opnieuw op. Dene marken liet de militaire occupatie van grondgebied zonder verweer toe; de Noren boden gewapend verzet, waarbij zij Britsche ondersteuning hoopten. In feite heeft ook deze episode niet lang geduurè; de Duitschers slaagden erin, de Engelsche Fransche landingstroepennaar de kust terug te drijven. Zelfs de befaamde ertshaven Narvik, die oorspronkelijk de twistappel had gevormd, viel him uiteindelijk, schoon on bruikbaar geworden, in handen. Intusschen had dit gebeuren in Noor wegen, dat voor het eerst op belangrijke schaal het moderne luchtwapen tegen de Britsche oorlogsmarine in een krachtmeting had doen samentreffen, vèr strekkende ge volgen. Duitschlands asgenoot Italië, die belangstellend had toegezien, toonde meer en de neiging, zich eveneens in het strijd perk te wagen, nu het van inzicht was, dat zyn gezamenlijke vloot- en luchtmacht de krachtproef zou kunnen doorstaan. In Nederland en België had daarbij het lot dér Noren een toenemende beduchtheid voor eigen toekomst doen ontstaan. Had Churchill, op 22 Janüarit in een overigens slecht ont haalde rede, de neutrale landen reeds scherp aangespoord, om aan Britschen kant aan den oorlog deel te nemen, sedert bleef de toestand sleepend tot den datum van 10 Mei, waarin ons land in den oorlog werd betrokken. Over het diplomatisch en militair „tusschenspèl", hetwelk tot deze nieuwe acte in het West- Europeesche drama kan hebben geleid, doet men beter het stilzwijgen te bewaren. Deze tijd leent zich niet tot bespiegelingen, waarvan bovendien geen enkel practisch resultaat zou te verwachten zijn. In enkele dagen was ons vaderland door de Duitsche legers over stroomd; na een korte spanne was ook België in Duitsche hand. De felle strijd om Duin kerken, alwaar de Britten veel van hun kost baar materiaal moesten in den steek laten, doch er tevens in slaagden, een aanzienlijk deel van hun expeditiemacht overzee te redden, vormde" het slottooneel van deze worsteling. De Franschen, in het Belgische grensland zwaar geslagen, hebben sindsdien geen respijt meer genoten. Zoo snel werden hun legers terug gedrongen, dat zij zelfs van hun Magi- not-linie geen practisch nut konden trekken. Zij werd op onderscheiden plaatsen doorbro ken, en tijdens de daaropvolgende periode van verwarring, Parijs was in Duitsche handen gevallen viel de Fransche regeering zelve eveneens uiteen. Voor Reynaud, die ten be hoeve van een doortastende oorlogsvoering reeds in Maart Daladier als premier had ver vangen, trad thans de grijze maarschalk Péiain in de plaats. Hij aanvaardde moedig den ontredderden boedel, en ging, nadat op 10 Juni ook Italië zich in de worsteling had gemengd, over tot het aanvragen van de eenige mogelijkheid, die hem nog overbleef, nl. den wapenstilstand. Sindsdien zijn er tusschen de oude bondge- nooten, Engeland en Frankrijk, harde noten gekraakt. Engeland vernietigde een deel der Fransché vloot, bombardeerde Fransche ge- biedsdeelen, zoowel in moederland als kolo niën, en deed al wat in zijn macht was, om tusschen de Franschen onderling twist en tweedracht teweeg te brengen. De verschillen de ondernemingen, waaraan officieel de naam van den dissidenten Franschen generaal De Gaulle is verbonden, zijn hiervan de voor beelden. Sedert begin Juli woedde toen de Duitsch- Britsche luchtoorlog op volle kracht, gepaard met een felle - blokkade-actie ter zee, waar door ook de Britsche zeevaart zwaar werd getroffen. In de maand October werd Griekenland in den strijd betrokken. De aanvankelijke Ita- liaansche successen, in Egypte, en op Grieksch territoir, werden toen in tegenslagen .ver keerd, zoodat de oorlog op Albaneesch en Lybiesch grondgebied werd overgebracht. Roëmeriië, dat eveneens'zijn revolutie mee maakte en onder Antonescu een „legionnaire" staat werd, bleef evenals Turkije en Bul garije buiten het conflict. Aan.het einde van dit ramspoedige jaar ziet men aan de eene zijde van de onverbiddelijke scheidslijn Groot-Britannië, dat in het hart van zijn imperium wordt bedreigd, met Amerika van Roosevelt als verren, doch afgebroken stëun biedenden supporter. Aan den anderen kant staan Duitschland en Italië, die. sinds September met Japan een drie- mogendheden-pact werd gesloten, pok Hon garije, Roemenië en Slowakije tot dit ver drag zagen toetreden, en die eveneens van de Russen economische hulp ondervinden. Onder deze krachtsverhoudingen neemt 1940 van ons afscheid, en gaat een nie jaarkring zich ontsluiten, die er zeer duister uitziet, en ons wellicht meer dan ooit tevoren het besef bijbrengt, dat de toekomst van individuen en gemeenschappen niet in han den is gegeven van menschen, doch rust,in den verborgen raad van den Almachuge! Hoe ook deze nieuwe aera zich moge ont plooien, wij houden onze hoofden omhoog, in de onwankelbare zekerheid, dat niets ge schieden zal „bij geval", doch dat alles, wat dit ook moge zijn, ons als uit Zyn vaderlijke haD'' *•- -.'-«i» gen. Met zijn 246 verordeningen, besluiten en beschikkingen heeft het ons kunnen leeren, dat allerlei is veranderd en ook Duitsche instanties vaak een woord van belang mee spreken. Dat nog veel aan Nederlandsche autoriteiten bleef overgelaten, is iets, dat we weten te waardeeren, al is bij allen de waardeering wellicht niet even groot. Op detailmaatregelen kunnen we uit den aard der zaak niet ingaan zelfs niet op die der distributie, welke van een gevarieerdheid zijn als voorheen onbekend was. Ze zijn niet aangenaam en is er heel wat commentaar juist en onjuist over geweest. Maar alles in aanmerking nemende en rekening houdend met het feit, dat we practisch be- hooren tot een economische gemeenschap, welke een groot deel van ons contintent omVat en derhalve in lotsverbondenheid de gevolgen vaq den geweldigen oorlog, die reeds een tweeden winter doormaakt, solidair heeft te dragen, kan er nog reden zijn tot dankbaar heid. Vergeten we dat wel eens niet al te veel in het booze oorlogsjaar 1940, dat gereed staat met zijn bloed en zijn vuur, met zijn lijden en leed zijn poorten te sluiten en de geteisterde en vol beroering zijnde wereld te brengen op het doornige pad van een onbe kende toekomst? In veler hart zal bitterheid, onzekerheid en zorg zijn. We behoeven het ons niet te ont veinzen, ook als we het veld van ons binnen- landsche leven in vogelvlucht overschouwen en als in een gedachte vluchtig, te vluchtig doorleven. Wie veel verloor en geen toevlucht voor zijn zielesmart heeft, komt daartoe. Hij voelt zich nameloos arm en leeg en denkt er niet aan, dat op den bodem aller vragen der wereld zondeschuld ligt, ook als de wereld machten nog steeds om een beslissing wor stelen in vernietigend geweld. Wie deze en ook zijn eigene schuld niet ziet, komt niet tot de belijdenis van den ootmoed, die ten slotte uitdrijft tot Hem, die boven alle wereldgebeuren staat, Zijn eeuwigen Raad uitvoert in en door en soms dwars tegen wenschen in en wiens eeuwig, onbeweeglijk Koninkrijk komt in üïteindelijken triomf. Aan Zijn wil, aan Zijn alwijzen raad willen we ons ook nu geloovig onderwerpen met al onzen nood, persoonlijk en nationaal. Van Hem is dan onze verwachting, ook al loopt bet nog wel eens tegen als de uitgestelde hoop het hart krenkt Maar het vuur blijft toch gloren en glansen, omdat we het weten: in Gods hand is de toekomst veilig en zeker. Zij ligt vast, eeuwig vast, in Zijn providen tieel welbehagen, dat niemand keeren kan en dat ons doet roemen van bergen, die vlak en zeeën die droog zijn ook aan het einde van het oorlogsjaar 1940. Komt, reisgenooten, het hoofd omhoog. Ziet boven de duisternissen van den tijd het ondoofbare licht der eeuwigheid stralen en zet moedig de pelgrimsreis voort God is een leidsman in wien geen onrecht js en Zijn heerschappij verduurt de eeuwigheid en zal eenmaal de wereld richten in gerechtigheid. G. M. J. DE RUITER De neer G. M. J. de Ruiter, bonds- penningmeester van den Christelijken Tex- tielarbeidersbond „Unitas' 'zal met ingang van 1 Januari den dienst van deze organi satie met pensioen verlaten, zulks in ver band met zijh gezondheidstoestand. Meer dén 20 jaar heeft hij deze organisatie trouw, zuinig en accuraat alszoodanig gediend en de samenwerking met ^ijn collega's van het dagelijksch- en het hoofdbestuur was steeds goed. In „Het Textielarbeidersblad" wordt zijn vroegtijdig vertrek hij hoopt in April a.ó. 59 jaar te worden ernstig betreurd. ZON EN MAAN .pgang I Jan. 9.50; ondergang Eerste kwartier Zondag 5 Jan.; volle maan Maandag 13 Jan.; laatste kwartier Maandag 20 Jan.; weuwe maan Maan dag 27 Januari

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1