Jlieuurr £riterljr (frwrant
<z
Dagelijks
verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
ZEEPBESPARING
incnentsprijs
i Ned. oaanden in Leiden en in plaatsen
instni wv een agentschap gevestigd is 2.3d
'«week 18 ct Losse nummers 5 et
g
ge"$rtntieprvzen
an het
Curat
et per regel Ingezonden Mede-
ieilhgen A ct per regel Minimum
om ee| wgela bewijsnummer 5 et Bij coa-
n hela^ bekngrijke korting
itvoerir
do
DINSDAG 31 DECEMBER 1940
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAl 123 LEIDEN
Telefoon 22710
'Na 6 urn 231W)
Postbox 20 - Pot U tl 3698e
Abonnementen, Ad verten tl et. «ai IU
21e Jaargang
een ka
w»lke
"I BERICHT
Jieuwjaarsdag zal ons blad
erschijnen.
tijd en eeuwigheid
we af
en. I
wöra'i
hel
•eUjk^ejaarsa vond is de avond van het
kan 1 naar het verleden. Wij staan op
over te stappen in een nieuw
e«nLr voordat wij dit doen, willen
He m<Pd nemen van wat was- Want in
tening wacht ons een nieuw begin.
P«nen> Zegt men, is gemakkelijker
am Ito|uitzien' Het is V00r de" mensch
Het eenig mogelijke. Achter hem
emersi weliswaar het gordijn van het
maar dit gordjjn is, anders dan
lijn, dat ons van de toekomst
ienigszins doorzichtig en men kan
werjeenige lijnen en gestalten door
et^nu n uit voorbijgegane dagen en
t© vi Toch is dat, wat ging, „voltooid
zoek wij kunnen het niet terugha-
^j,™€ljd is de eenige. die bij ons schijnt
hit1» maar hij ontrooft ons nu eens
hetgwweer dat.
ka^an wij op den Oudejaarsavond
•volgeJ met den ruë gekeerd naar het
dcaar, dat nadert. Wij zijn van het
vertrfea,- njet afkeerig. Wij willen van
koep^ *nden Nieuwjaarsdag zelfs wel,
va,i- i kalender, een „algemeen er-
epité'. ristelijken feestdag" maken, en
istnu ,iet met reden, maar voordat wij
'nalr wdle" WÜ "°6 even nadenken
ti 0« verleden.
fri 't het er slechts op aan, dat wij
'Stelling forceeren tusschen den
bl^,' avond en den Nieuwjaarsmor-
dpr ïf er grond was alleen bij den
'Vte spreken van een Christelijk
den eerste niet- De Schntt
e leert in haar herhaalden oproep
durende bekeering de beteekems
nieuw begin. Maar niet minder
op, het einde op te merken, en
U fielt zelfs het einde van een ding
h zijn begin.
EERDl hier de harmonie tusschen begin
Gerei hersteld, is er zelfs een 'op-gaan
;n eefe8in naar het einde en is er voor
blijpten alle aanleiding om niet min-
den Nieuwjaarsdag van deh
5Iuits{sdag sPre^en 315 van een
)ken feestdag.
ook voor den ^hristcn' niet 8e"
k, dit steeds weer te gelooven en
■rs-^rn HÜ >s desnoods berejd op den
.savond te berusten in het verle-
als hij op den Nieuwjaarsmorgen
hopen op de toekomst. Maar er
eer gevraagd. Berusten en hopen
^ocj-namelijk passief. Dóch in beide,
ühouvudejaarsavond èn op den Nieuw-
gen, moet ons geloof ook actief
a. Op den Oudejaarsavond willen
nXyj>vig beproeven de bedoeling van
rk in en met ons na te speuren,
„Qs, op den iNieuwj aarsdag, willen
avjg gaan aanvaarden wat God
zal beschikken.
onqkt zoo gemakkelijk, juistthans
!aS!utgang van den tijd in dezen zin
°Di'' en 200 raoeihjk, hem aldus te
lchofarden. Want al willen wij de
M van en in dit alles wel erkennen,
°Een ons vandaag tot feestvieren
bereid. Het jaar dat ging zien wij
met heel gemengde gevoe-
had zooveel, dat ons leed bracht,
KTlEfc daarin bevatte het zooveel, dat
eeft kunnen missen. Misschien komt
it "s-C aanvankelijk voor licht te zijn,
tt8ge?aar 1940 afscheid te mogen ne-
lat dift heeft voor ons wéinig aantrek-
theeeer' Maar toch. wij laten het niet
velë>s- Het is als met eeri kind, waar-
zijij. veel verdriet heeft gehad en dat
rdam5 niettemin heeï teer beminnen,
het met het jaar 1940. Het zal in
e veiiedenis van ons land, ja van hèel
fcwiiK' *n do"kere letters geteekend
g denken aan den oorlog, die ons
zaanjaan zorgen, welke over ons kwa-
vi denken aan hen; die hun leven
ardeipor hun vaderland. Hun graven
midden. Wij zullen hen niet
ii dezi zooals wij heel het jéar 1940
vergeten. Wjj denken ook aan
bp nationaal en maatschappelijk
eroor denken aan het feit. dat el-
de oorlog woedt in volle felheid.
vrien aan persoonlijk leed, dat ook
tak df der wereldellende niet gespaard
ïieri stierf een vader, daar een
ginds een kind.
wafen er voor dezen of genen
;ename herinneringen. De plient
baarheid gebiedt van haar te ge-
Jiteriijke en innerlijke zegen be-
19iet te ontbreken. Wij denken aan
i 17 levens in het huwelijk vereenigd
19 m wie met goed gevolg examen
voor en zooveel meer. Het leven is
verdriet en van vreugde.
Ie" van al deze vergankelijkheid
="0 nu een jaar gaan afsluiten en
w jaar. gaan. beginnen. Wij 'willen
wel vasthouden misschien, maar
ec. i lipt ons. Wy hebben misschien
kooi Gaar het nieuwe verlangd/ maar
wij moesten wachten op Gods tijd. Want
dit is de zwakheid en de sterkte tevens
van den tijd: Het leven in hem is vergan
kelijk. hij draagt zijn einde in zich, maai
ook, anders dan de eeuwigheid houdt hij,
zoolang hij bestaat, alle mogelijkheden in
zich van een nieuw begin. En hierin even
mogen wij wel iets bespeuren van
den zegen des Heeren, dat Hij ook tot dit
doel den tijd wil gebruiken.
Zien wij het zoo, dan kunnen wij van
den Oudejaarsdag èn van den Nieuwjaars
dag waarlijk gaan spreken als van Chris
telijke feestdagen, alle verdriet en alle
zorg ten spijt. Zeker, wij gelooven niet,
dat God op deze dagen een bijzonder heils-
feit heeft gewrocht, zooals op Kerstfeest,
Goeden Vrijdag, Paschen, Hemelvaarts
dag, Pinksteren, althans wij vieren dan
niet zulk een bijzonder heilsfeit. Maar toch,
het geloovig hart voelt fijn aan en het is
zich juist op deze dagen geloovig bewust,
dat dezelfde God, die Zijn Zoon op aarde
zond, die omwille van dezen Zoon onze
Vader is en die hemel en aarde heeft ge
schapen, deze twee, hemel en aarde, ook
nu nog door Zijn eeuwigen raad en voor
zienigheid onderhoudt en regeert. Dus
mag de Christen ook of juist in den regei-
matigen voortgang van den tijd temidden
van alle verwarring van menschen de
vaderlijke voorzienigheid van zijn God
Zooals er niets bij geval gebeurt, maar
alles ons* toekomt van Zijn vaderlijke
hand, zoo-ook mogen wy dezen Oudejaars
dag en 'straks den Nieuwjaarsdag aanvaar
den als een gave van Zijn hand. Hij wekt
ons vandaag op om te denken aan het
verleden, maar tegelijk om daarin Zijn
hand te zien. Hij roept ons over enkele
uren op om het nieuwe jaar slechts te
beginnen met het oog geloovig op Hem
geslagen. Hij zal het wèl maken.
Het is dit geloof, dat rust geeft ook on
der alles wat wankelt en wisselt. Het is
dit geloof, dat den moed geeft ook nu een
nieuw begin te aanvaarden. Wij zijn moede
van het voorbijgegane jaar. Maar ook het
jaar 1940 was een jaar des' Heeren. Hij
had het ons gegeven. Wij menschen heb
ben het verzondigd. Onder schuldbelijde
nis moeten wij het laten varen.
Doch daar is bij God ook voor zondige
menschen een nieuw begin mogelijk. Hij
gaf Zijn Zoon, en Deze predikte ons de
blijde boodschap van een nieuw bestaan.
In den doolhof van ellende, waaruit wij
geen verlossing kenden, wees Hij ons den
weg. Hij was de Weg. Temidden van de
raadselen dezer wereld zochten wij vruch
teloos naar een antwoord op onze vragen.
Hij leerde ons de waarheid. Hij wès de
Waarheid. Temidden van alle verganke
lijkheid en door snakten wij naar het
leven. Hij bracht het ons. Hij was het
Leven.
Christus daalde van de eeuwigheid af
in den tijd. Hj nam menschelijke gestalte
aan. Hij aanschouwde Zijn volk in al zijn
zorgen en ellende. Hij onderwees het in
menschelijke tpal en in menschelijke beel
den. Hij wekle op tot geloof en opende
zoo vensters naar de eeuwigheid. Intus-
schen predikte Hij, van den aanvang van
Zijn optreden op aarde af, „het aangename
jaar des Heeren". Is dit spreken door den
Eeuwige van het „jaar" de tegenspraak
der ironie? Neen, het is de grootsche ver
zoening tusschen tyd en eeuwigheid. Want
het aangename jaar des Heeren zal nim
mer eindigen, doch uitloopen op de
eeuwigheid.
Zoo heeft Johannes het mogen aan
schouwen: „En ik zag een nieuwen hemel
en een nieuwe aarde; want de eerste he
mel en de eerste aarde was voorbijgegaan,
en de zee was niet meer. En ik, Johannes,
zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
nederdalende van God uit den hemel, toe-
bèreid als een bruid, die voor haar rhan
versierd is. En hij voerde mij weg in den
geest op een grooten en hoogen berg, en
hy toonde mij de groote stad, het heilige
Jeruzalem, nederdalende uit den hemel
van God". En ook: „En haar poorten zul
len niet gesloten worden des daags: want
aldaar zal geen nacht zijn."
DE STATIONS D.P. EN MAAS
Een voorloopige oplossing
Het stationsvraagstuk te Rotterdam vraagt
een voorloopige oplossing, totdat de hangende
definitieve plannen verwezenlijkt kunnen
worden. Het zou immers onverantwoord zijn
den huidigen toestand nog langen tijd te be
stendigen.
Daarom hebben de plannen reeds vasten
>rm aangenomen om een gedeelte van het
station D.P. te restaureeren en het Maas
station dat voorloopig nog wel enkele
jaren gebruikt zal moeten worden een tij
delijke overkapping, benevens een behoorlij
ker noodgebouw te geven, dan de loodsjes
waarin men zich thans behelpen moet.
Het provisorische bouwsel aan het Maassta
tion komt op de oude fundamenten. Achter
den Maasingang wordt een flinke hal ge
plaatst, groot genoeg om er het plaatskaar
tenbureau en de diverse bureaux onder te
brengen. De tijdelijke overkapping wordt 5
meter breed, met een lengte van ongeveer
"i meter.
Wat het station D.P. betreft, hiervan wordt
eerst de wachtkamer weer in orde gemaakt,
vlak naast den tegenwoordigen ingang. Voorts
krijgt het stationsrestaurant een behoorlijke
behuizing, die eenige jaren mee zal kunr.en.
Het schijnt in de bedoeling te liggen om na
de tijdelijke restauratie den uitgang aan de
zijde van de Delftschestraat weer in gebruik
te nemen.
Ten slotte worden in de hal van den ingang
een inlicntingenbureau gevestigd, benevens
een bagagedepot- en een telefooncel.
Uitvoeringsresolutie Omzet
belasting 1940
Verschenen is een resolutie van den secre
taris-generaal van het departement van
financiën inzake de uitvoering van de omzet
belasting 1940. Deze resolutie is als bijvoegsel
verschenen van de Nederlandsche Staatscou
rant van gisteren, no. 253.
Voor de toepassing van art. 5, zesde lid,
van het besluit op de Omzetbelasting 1940
moeten buitenlandsche waarden worden her
leid tegen de koersen, gepubliseerd volgens
art. 17 der Deviezenverordeninc. De levering
van grondstoffen aan den fabrikant zijn niet
onderworpen aan het tarief van 5 pet. op de
voorwaarden, vermeld in bovengenoemde
resolutie, die tevens de goederen aanwijst,
die niet zijn onderworpen aan het tarief van
5 pet., zooals brandstoffen voor bepaalde
doeleinden. Aan de wijze yan heffing zijn
enkele paragrafen gewijd, evenals aan de
verschillende vrijstellingen voor inrichtingen
van onderwijs e.d„ voor materialen en voor
werpen voor schepen en luchtvaartuigen.
Verder bevat de resolutie regelingen voor
vryen inslag door handelaren, voor de terug
gave van betaalde belasting.
Voor ondernemers, wier Jaar-
lijksche aan belastingheffing arvy
derworpen omzet gering is, is een
speciale regeling vastgesteld.
Inzake de heffing van omzetbelasting ten
aanzien van apothekers is een afzonder
lijke regeling vastgesteld, eveneens voor
bakkers, en banketbakkers, berei-
ders van consumpti e-ij s. exploitanten
van inrichtingen, waarin aan derden spijzen
en/of dranken worden geleverd, slagers
en vleeschhouwers, tandartsen, tandheel
kundigen en tandtechnici.
bu
Mijnongeluk
Twee dooden.
In de ondergrondsche werken van de staats
mijn Hendrik te Brunssum heeft gistermiddag
omstreeks 12 uur een instorting plaats gehad.
De arbeiders, Erkens uit Brunssum, oud 21
jaar en Lammerts uit Hoensbroek, oud 23 jaar,
werden onder het afvallende gesteente be
dolven en gedood.
Het licht, dat de duisternis
overwint
Wanneer straks het blad onzer nationale
historie voor 1940 wordt afgesloten en we
1941 binnentreden, zal dat zijn met de
heugenis aan ongekend moeilijke en bange
dagen.
Toen we het nu ten einde spoedend jaar
betraden, was het dood en verderf brengende
oorlogszwaard reeds vier maanden lang uit
de schede.
Polen had den te onzaliger ure ontketenden
strijd verloren; binnen achttien dagen was
het machteloos. Zijn politieke en militaire
leiders hadden eigen gebied verlaten.
Finland stond midden in de worsteling met
Rusland, die eerst op 12 Maart na ruim
3 maanden van strijd een einde nam.
Zelf bouwden we als een levend volk aan
onze toekomst, temidden van het oorlogs
rumoer rondom.
Op het terrein van den geest hielden we onzen
roem hoog. Gedenkdagen werden gevierd.
Het groote werk van de inpoldering der
Zuiderzee ging voort, ons wegennet groeide
met den dag, de industrie zocht nieuwe
banen, handel en scheepvaart worstelden met
moed om aan de groote moeilijkheden en de
consekwenties onzer neutraliteitspolitiek het
hoofd te bieden.. Onze zeelieden toonden zich,
ondanks de toenemende gevaren, koene zee
vaarders, ook al viel het eene na het andere
schip van onze handelsvloot op zee als offer
van oorlogsmaatregelen.
Te midden van dat alles bouwden we onze
oorlogshuishouding op, zorgden voor voor
raden, zonder daarbij uit het oog te verliezen
wat ons als niet-oorlogvoerende tegenover
anderen paste. Ook al hadden we een lange
■periode van vrede achter den rug, toch waren
we binnenslands allerminst ingeslapen.
Trouwens de ontwikkeling der gebeurte
nissen behoedde wel voor indommelen. In
Noord-Europa namen de dingen hun loop. De
groote belligerenten bestookten elkaar steeds
feller en Regeering en Volksvertegenwoordi
ging gaven blijk de beteekenis daarvan te
verstaan. Tal van wetsontwerpen en regee-
ringsmaatregelen droegen er het kenmerk
van. Het gebied overzee werd daarbij niet
vergeten.
Zoo ging het leven voort met zijn groote
en kleine dingen, zijn vreugde en blijdschap,
zijn lief en zijn leed, tot in de eerste dagen
van Mei. Men voelde: de spanning groeide,
ondanks geruststellende verzekeringen, welke
omtrent de positie van Nederland van meer
dan een zijde ons bereikten. Ons reeds lang
gempbiliseerde leger werd op 7 Mei opeens
op volle sterkte gevoerd door intrekking der
verloven. Allé verlofgangers moesten onver
wijld naar hun onderdeelen terugkeeren er
de spoorwegen kwamen ter beschikking van
het militair gezag, ddt sinds 19 April door
het uitbreiden van den staat van beleg over
het geheele land, over vrijwel absolute be
voegdheden besohikte.
Hoe dichtbij ;,de afschuwelijke werkelijk
heid van den oorlog" was, zou spoedig blijken.
Op Donderdag 9 Mei was de Tweede Kamer
bijeengekomen ter behandeling van een wets
ontwerp betreffende misdrijven tegen de
veiligheid van den staat, een verscherping
van reeds bestaande bepalingen. In den
daaropvolgenden nacht, dus in de prille uren
van 10 Mei, marcheerden de Duitsche troepen
over onze grenzen en deden valschermtroepen
pogingen om zich alom in het bezit te stellen
van vitale punten. Volgens een 's morgens om
6 uur door den Duitscnen gezant afgegeven
verklaring, waren er „onweerlegbare bewijzen
voor een onmiddellijk dreigenden inval van
Frankrijk en Engeland". Daarom kon onze
neutraliteit niet langer worden ontzien.
We noemen deze feiten slechts bij wijze
van overzichtelijke herinnering, niet om er
verdere beschouwingen aan te verbinden.
Kort maar hevig is de strijd tegen de over
machtige luchtstrijdkrachten en de gemecha
niseerde stootkolonnes der Duitsche weer
macht -geweest. Dapper hebben onze soldaten
zich te weer gesteld en ze hebben het alleen
moeten doen en het gedaan op een wijze,
waaraan ook de tegenstander hulde heeft ge
bracht. Eere brengen ook wij nogmaals aan
hun dapperheid en moed en in 't bijzonder
gedenken we bij het scheiden des jaars allen,
die met hun bloed den vaderlandschen bodem
hebben gedrenkt en hun leven offerden op het
altaar onzer eeuwenoude onafhankelijkheid.
Waardig en kalm, maar fier hebben we
den slag gedragen. Ons nationale bewustzijn
was niet geknakt en onze veerkracht onge
broken, zoodat het bestuur des land niet ineen
stortte, maar van meet af zijn oude taak kon
voortzetten en volkomen paraat was om het
geweldige werk van den wederopbouw vrij
wel onmiddellijk ter hand te nemen. Geen
enkele overheidsdienst faalde. We kunnen
daarop terecht trotsch zijn. Het was geen uit
geleefd en voos bestuur, maar een goed
bestuurd land door integere en bekwame
overheidspersonen.
Er was en is geen enkele reden om zich
uit te putten in diskwalificaties van eigen
land en te spreken over toestanden, die
niemand terug wenscht. Van Duitsche zijde
hebben we nog nimmer een dergelijke uit
lating gehoord, wel bij herhaling woorden
van lof over wat men hier en overzee vond
aan bestuur en sociale voorzieningen. In dit
opzicht zijn de verloopen maanden menigmaal
leerzaam geweest, de opgedane ervaringen
hebben ongetwijfeld den geest versterkt en
de waardeering voor een in zijn oude vormen
nimmer geheel terugkeerend verleden aller
minst geschaad. Natuurlijk zal ieder toestem
men, dat er wel een en ander was dat anders
en beter kon, al waren de mogelijkheden
daartoe niet zoo aanstonds aanwezig. Er zijn
steeds dingen in een historisch gegroeid volks-
bestel, die niet op stel en sprong anders
kunnen. Dat is in alle landen zoo, zelfs daar,
waar autoritaire bevoegdheden bekend zijn.
Na 14 Mei nam de bezettende macht het
bewind over dè bezette Nederlandsche ge
bieden in handen, al bleven de Nederlandsche
autoriteiten gehandhaafd als uitvoerende
macht. Op 29 Mei droeg het militaire bestuur
zijn taak over aan het burgerlijk gezag, dat
in de persoon van den Rijkscommissaris Dr.
Seyss Inquart krachtens besluit van Duitsch-
land's Führer belichaming vond.
Wetgeving op de manier zooals we voorheen
kenden en die ook snel kon' zijn, verviel. Wel
bleven de beidé takken der volksvertegen
woordiging in stand, maar ze werden inactief.
De staatkundige organisaties konden voort
bestaan. Veelszins openbaarden ze .zich als:
„bezinningsorganen" omtrent de beginselen,
welke steeds werden beleden. Enkele nieuwe
organisaties met politieken inslag ontstonden,
maar als draagsters van nieuwe beginselen
vermochten zij geen beslissenden aanhang te
verwerven, ook al werden andere methoden
en denkbeelden verkondigd. De principieele
politieke opvoeding van ons volk schijnt een
beletsel te zijn en te zullen blijven.
S.D.A.P. en Communisten verdwenen van
het tooneel; soc.-dem. pers en vakbeweging
kwamen onder beheer van een door de Duit
sche overheden benoemden commissaris. De
N.S.B. ontving meer relief, ,al sohynt van
grooteren aanhang in den lande bezwaarlijk
te kunnen worden gesproken. Wel worden
haar voormannen meermalen in belangrijke
functies benoemd.
We hebben ons Verordeningenblad gekre-
Kas-Vereeniging N.V
ANNO 1865
Amsterdam C. Spuistraat 172
Bewaren van Effeeten
met Administratie
Onx* nieuw» Brochure .Be
wind en Execuleele" wordt
gaarne op aanvr. toegesonden
TROMPENBERG'!
PALACE HOTEL
HILVERSUM Tel 7941 (2 lijnen)
HEI GEHEELE JAAR GEOPEND
Dr. H. NANNING'S
Schuimende Huishoud Ammonia
▼oor 't reinigen van schilderwerk, glaien.
't poetsen van zilver, 't wasschen van wollen
en flanellen goederen.
Verkrijgb. by drogisten 65 cent mcl flesch
én verh. ómz.belast Dr. H. NANNING's
Pharm. Chem. Fabriek. N.V. Korte Poten 7a.
DEN HAAG.
Buitenlandsch Jaaroverzicht
Vandaag denken wij nog aan het verle
den, Maar eens. zullen wij ten volle ver
staan het woord, dat tot Jesaja werd ge
sproken: „Want zie, ik schep nieuwe
hemelen en een nieuwe aarde, en de vorige
dingen zullen niet meer gedacht worden,
en zij zullen in het hart niet opkomen".
En in die nieuwe hemelen en op die nieu
we aarde woont gerechtigheid.
In dezen zin willen wij ook dit jaar
onzen Oudejaarsavond vieren. Het is ook
nu nog Advent. Wij wachten geloovig
den grooten morgen, die reeds schemert
boven 't graf. Dan verzatiden wij ook
niet in sentimentaliteit of romantiek.
Dan willen wij ook ons gevoel niet
dooden, maar dan geven wij het jaar
1940, het jaar. dat ging, met zijn
levenden en zijn dooden, terug aan
onzen God, den Koning van tijd en
eeuwigheid, en met gestrekte handen
gaan wij uitzien naar het jaar onzes Hee
ren 1941, zoodoende het jaar, dat ging,
en het jaar, dat komt, geloovig aaneen
verbindend door onze gehoorzaamheid
aan Zijn troostend bevel, dat de eeuwen
l verduurt: „Zyt dan nuchteren, en waakt!"
„Wij houden 't hoofd
omhoog
In bedrukkender duisternis, dan door uit
gedraaide straatverlichting en toegeschoven
gordijnen alleen werd veroorzaakt, is het
jaar 1940 tot ons gekomen, en ging het ook
van ons heen. Over zijn beginmaanden lag de
druk van den nieuwen Europeeschen oorlog,
die niet tot een volkomen uitbarsting scheen
te kunnen geraken, en onheilspellend bleef
dreigen, terwijl- intusschen ter zee schepen
en menschen in toenemenden getale daaraan
ten offer vielen. In het hopge Noorden
duurde het tragische schouwspel voort van
den Finschen vrijheidsstrijd tegen een Russi
sche overmacht, die door geen hulp van be
vriende mogendheden in het voordeel der
Finnen merkbaar werd verkleind. Zoo bleven
de landen van West-Europa, de Baltische- en
Scandinavische staten, Nederland, België, als
een smalle gordel uitgestrekt liggen tusschen
de -sterke staten twee aan den eenen, één
aan den andpren kant die het 'op elkanders
leven toelegden.
Wij weten thans, hoe deze in zichzelf
zwakke dijk, tenslotte onder den uitgeoefen-
den druk is bezweken, en hoe ook ons eigen
vaderland, dat gedurende een eeuw de zege
ningen van den vrede had gekend, in den
vernielenden chaos werd meegesleept.
Het zgn. „Altmark"-incident dit Duit
sche schip werd door de Engelschen in de
Noorsche territoriale wateren onrechtmatig
aangehouden heeft de inleiding gevormd
v.oor-een verscherpte Duitsch-Britsche tegen
stelling; in de gebieden van het hooge
Noorden, welke begin April tot Duitsche
troepenbewegingen in Qenemarken en Noor-
zwegen heeft geleid. Nauwelijks een maand
nadat het uitgeputte Finland de Russische
eischen had moeten inwilligen, teneinde den
vrede te koopen, laaide derhalve in Noord-
Europa de oorlogsbrand opnieuw op. Dene
marken liet de militaire occupatie van
grondgebied zonder verweer toe; de Noren
boden gewapend verzet, waarbij zij
Britsche ondersteuning hoopten. In feite
heeft ook deze episode niet lang geduurè; de
Duitschers slaagden erin, de Engelsche
Fransche landingstroepennaar de kust terug
te drijven. Zelfs de befaamde ertshaven
Narvik, die oorspronkelijk de twistappel had
gevormd, viel him uiteindelijk, schoon on
bruikbaar geworden, in handen.
Intusschen had dit gebeuren in Noor
wegen, dat voor het eerst op belangrijke
schaal het moderne luchtwapen tegen de
Britsche oorlogsmarine in een krachtmeting
had doen samentreffen, vèr strekkende ge
volgen. Duitschlands asgenoot Italië, die
belangstellend had toegezien, toonde meer en
de neiging, zich eveneens in het strijd
perk te wagen, nu het van inzicht was, dat
zyn gezamenlijke vloot- en luchtmacht de
krachtproef zou kunnen doorstaan.
In Nederland en België had daarbij het lot
dér Noren een toenemende beduchtheid voor
eigen toekomst doen ontstaan. Had Churchill,
op 22 Janüarit in een overigens slecht ont
haalde rede, de neutrale landen reeds scherp
aangespoord, om aan Britschen kant aan den
oorlog deel te nemen, sedert bleef de toestand
sleepend tot den datum van 10 Mei, waarin
ons land in den oorlog werd betrokken. Over
het diplomatisch en militair „tusschenspèl",
hetwelk tot deze nieuwe acte in het West-
Europeesche drama kan hebben geleid, doet
men beter het stilzwijgen te bewaren. Deze tijd
leent zich niet tot bespiegelingen, waarvan
bovendien geen enkel practisch resultaat zou
te verwachten zijn. In enkele dagen was ons
vaderland door de Duitsche legers over
stroomd; na een korte spanne was ook België
in Duitsche hand. De felle strijd om Duin
kerken, alwaar de Britten veel van hun kost
baar materiaal moesten in den steek laten,
doch er tevens in slaagden, een aanzienlijk
deel van hun expeditiemacht overzee te
redden, vormde" het slottooneel van deze
worsteling.
De Franschen, in het Belgische grensland
zwaar geslagen, hebben sindsdien geen respijt
meer genoten. Zoo snel werden hun legers
terug gedrongen, dat zij zelfs van hun Magi-
not-linie geen practisch nut konden trekken.
Zij werd op onderscheiden plaatsen doorbro
ken, en tijdens de daaropvolgende periode van
verwarring, Parijs was in Duitsche handen
gevallen viel de Fransche regeering zelve
eveneens uiteen. Voor Reynaud, die ten be
hoeve van een doortastende oorlogsvoering
reeds in Maart Daladier als premier had ver
vangen, trad thans de grijze maarschalk
Péiain in de plaats. Hij aanvaardde moedig
den ontredderden boedel, en ging, nadat op
10 Juni ook Italië zich in de worsteling had
gemengd, over tot het aanvragen van de
eenige mogelijkheid, die hem nog overbleef,
nl. den wapenstilstand.
Sindsdien zijn er tusschen de oude bondge-
nooten, Engeland en Frankrijk, harde noten
gekraakt. Engeland vernietigde een deel der
Fransché vloot, bombardeerde Fransche ge-
biedsdeelen, zoowel in moederland als kolo
niën, en deed al wat in zijn macht was, om
tusschen de Franschen onderling twist en
tweedracht teweeg te brengen. De verschillen
de ondernemingen, waaraan officieel de naam
van den dissidenten Franschen generaal
De Gaulle is verbonden, zijn hiervan de voor
beelden.
Sedert begin Juli woedde toen de Duitsch-
Britsche luchtoorlog op volle kracht, gepaard
met een felle - blokkade-actie ter zee, waar
door ook de Britsche zeevaart zwaar werd
getroffen.
In de maand October werd Griekenland in
den strijd betrokken. De aanvankelijke Ita-
liaansche successen, in Egypte, en op Grieksch
territoir, werden toen in tegenslagen .ver
keerd, zoodat de oorlog op Albaneesch en
Lybiesch grondgebied werd overgebracht.
Roëmeriië, dat eveneens'zijn revolutie mee
maakte en onder Antonescu een „legionnaire"
staat werd, bleef evenals Turkije en Bul
garije buiten het conflict.
Aan.het einde van dit ramspoedige jaar ziet
men aan de eene zijde van de onverbiddelijke
scheidslijn Groot-Britannië, dat in het hart
van zijn imperium wordt bedreigd, met
Amerika van Roosevelt als verren, doch
afgebroken stëun biedenden supporter. Aan
den anderen kant staan Duitschland en Italië,
die. sinds September met Japan een drie-
mogendheden-pact werd gesloten, pok Hon
garije, Roemenië en Slowakije tot dit ver
drag zagen toetreden, en die eveneens van
de Russen economische hulp ondervinden.
Onder deze krachtsverhoudingen neemt
1940 van ons afscheid, en gaat een nie
jaarkring zich ontsluiten, die er zeer duister
uitziet, en ons wellicht meer dan ooit tevoren
het besef bijbrengt, dat de toekomst van
individuen en gemeenschappen niet in han
den is gegeven van menschen, doch rust,in
den verborgen raad van den Almachuge!
Hoe ook deze nieuwe aera zich moge ont
plooien, wij houden onze hoofden omhoog, in
de onwankelbare zekerheid, dat niets ge
schieden zal „bij geval", doch dat alles,
wat dit ook moge zijn, ons als uit Zyn
vaderlijke haD'' *•- -.'-«i»
gen. Met zijn 246 verordeningen, besluiten
en beschikkingen heeft het ons kunnen leeren,
dat allerlei is veranderd en ook Duitsche
instanties vaak een woord van belang mee
spreken.
Dat nog veel aan Nederlandsche autoriteiten
bleef overgelaten, is iets, dat we weten te
waardeeren, al is bij allen de waardeering
wellicht niet even groot.
Op detailmaatregelen kunnen we uit den
aard der zaak niet ingaan zelfs niet op die
der distributie, welke van een gevarieerdheid
zijn als voorheen onbekend was. Ze zijn niet
aangenaam en is er heel wat commentaar
juist en onjuist over geweest. Maar
alles in aanmerking nemende en rekening
houdend met het feit, dat we practisch be-
hooren tot een economische gemeenschap,
welke een groot deel van ons contintent omVat
en derhalve in lotsverbondenheid de gevolgen
vaq den geweldigen oorlog, die reeds een
tweeden winter doormaakt, solidair heeft te
dragen, kan er nog reden zijn tot dankbaar
heid. Vergeten we dat wel eens niet al te
veel in het booze oorlogsjaar 1940, dat gereed
staat met zijn bloed en zijn vuur, met zijn
lijden en leed zijn poorten te sluiten en de
geteisterde en vol beroering zijnde wereld te
brengen op het doornige pad van een onbe
kende toekomst?
In veler hart zal bitterheid, onzekerheid en
zorg zijn. We behoeven het ons niet te ont
veinzen, ook als we het veld van ons binnen-
landsche leven in vogelvlucht overschouwen
en als in een gedachte vluchtig, te vluchtig
doorleven.
Wie veel verloor en geen toevlucht voor
zijn zielesmart heeft, komt daartoe. Hij voelt
zich nameloos arm en leeg en denkt er niet
aan, dat op den bodem aller vragen der
wereld zondeschuld ligt, ook als de wereld
machten nog steeds om een beslissing wor
stelen in vernietigend geweld.
Wie deze en ook zijn eigene schuld
niet ziet, komt niet tot de belijdenis van den
ootmoed, die ten slotte uitdrijft tot Hem, die
boven alle wereldgebeuren staat, Zijn eeuwigen
Raad uitvoert in en door en soms dwars tegen
wenschen in en wiens eeuwig, onbeweeglijk
Koninkrijk komt in üïteindelijken triomf.
Aan Zijn wil, aan Zijn alwijzen raad willen
we ons ook nu geloovig onderwerpen met al
onzen nood, persoonlijk en nationaal. Van
Hem is dan onze verwachting, ook al loopt
bet nog wel eens tegen als de uitgestelde
hoop het hart krenkt Maar het vuur blijft
toch gloren en glansen, omdat we het weten:
in Gods hand is de toekomst veilig en zeker.
Zij ligt vast, eeuwig vast, in Zijn providen
tieel welbehagen, dat niemand keeren kan en
dat ons doet roemen van bergen, die vlak en
zeeën die droog zijn ook aan het einde van
het oorlogsjaar 1940.
Komt, reisgenooten, het hoofd omhoog.
Ziet boven de duisternissen van den tijd
het ondoofbare licht der eeuwigheid stralen
en zet moedig de pelgrimsreis voort God is
een leidsman in wien geen onrecht js en Zijn
heerschappij verduurt de eeuwigheid en zal
eenmaal de wereld richten in gerechtigheid.
G. M. J. DE RUITER
De neer G. M. J. de Ruiter, bonds-
penningmeester van den Christelijken Tex-
tielarbeidersbond „Unitas' 'zal met ingang
van 1 Januari den dienst van deze organi
satie met pensioen verlaten, zulks in ver
band met zijh gezondheidstoestand. Meer dén
20 jaar heeft hij deze organisatie trouw,
zuinig en accuraat alszoodanig gediend en
de samenwerking met ^ijn collega's van
het dagelijksch- en het hoofdbestuur was
steeds goed. In „Het Textielarbeidersblad"
wordt zijn vroegtijdig vertrek hij hoopt
in April a.ó. 59 jaar te worden ernstig
betreurd.
ZON EN MAAN
.pgang I Jan. 9.50; ondergang
Eerste kwartier Zondag 5 Jan.; volle
maan Maandag 13 Jan.; laatste kwartier
Maandag 20 Jan.; weuwe maan Maan
dag 27 Januari