Jlicutue geitedft daurant
m
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
BOMMEN
"^ementsprys:
a 3 maanden in Lelden en in plaatsen
aar een agentschap gevestigd Is 2.36
week 18 ct Losse nummers 5 et
tlo* bij vooruitbetaling.
ientiepryzen:
H ct per regel Ingezonden Mede*
telingen 45 ct per regeL Minimum
gegele. Bewijsnummer 5 ot BU coa-
iet belangrijke korting
Bur. Redactie en Administratie:
©REESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na fi uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 68938.
i medewerkers, Ingezon-
No. 6290
DONDERDAG 28 NOVEMBER 1940
21e Jaargang
kristendom en Romeinsch
recht
*en belangwekkend onderwerp, dat
V. H. Rutgers besproken heeft in
•ale rede aan de Vrije Universiteit,
i namelijk, welke de verhouding is
Bn het Christendom tot het Romein-
een vraag, die op haar beurt moest
op de vraag, welken invloed het
om op het Romeinsche recht heeft
het is niet zoo, dat het Christen--
Hjk begonnen is met den bouw van
frechtsstelseL Eerst was het daar-
fering in aanzien en macht, vervol
de verbreidi/g van het Christendom
lomeinsche wereldrijk dermate snel,
^oor den regelmatigen opbouw van
j rechtssysteem wel allerminst tijd
larop kwam weer de periode, waar-
-vormgeving aan de verschillende
[e aandacht gespannen hield.
•kent niet, dat het Christendom
jed op den inhoud van het Romein-
zou hebben uitgeoefend. Dat zulks
het geval is geweest, behoeft
verbazen, die bedenkt, dat de ge
ld aan den Christus heel het leven
:9ohen. Veelmeer zal men zich ver-
het feit, dat er geweest zijn, die
loed van het Christendom op het
reoht hebben ontkend. Doch het
loeilijk, het tegendeel aan te toonen.
het Romeinsche privaatrecht
an het Christendom meer on-
dan opzettelijk geweest. Dat is heel
en slechts bedenkt, hoe
il het vinden en formuleeren van
verstandelijk oplossen van
Wijschappelijk probleem, maar het zoe-
DrteJfen juisten weg voor wie tpt hande
len is.
rte beteekent niet, dat beginselen
'erken, ook op het gebied van het
it Prof. Rutgers zegt er het vol-
„Het komt er maar op aan, hoe
dat doorwerken voorstelt. Het
stzijn is tenslotte niet een auto
van recht, evenmin als het ge-
Teip moraal. Het rechtsbewustzijn zegt
fn'Jch juist, dat er inderdaad recht be-
plichten zijn en rechten waar-
derworpen is. Wie in het rechts-
/redtnfc de laatste bron van reoht ziet, ver-
genlyk daardoor, dat het recht be-
illusie. Wat nu voorts het rechts-
als recht erkennen zal, hangt af
Duitsi^lei fact°ren, van aanleg en opvoe-
Tmgeving; meer nog van levenskeuze
T ^"beschouwing; van een ontelbaar aan-
BeveSens, die een mensoh maken tot wat
moet een beginsel om werkelijk
Baderrend te werken, eerst in de geesten
rechtsbewustzijn omizetten en zoo
.even gaan beheerschen. Zoo is het
imhTa)n met den invloed van het Chris-
/d.b het reoht. Eerst is het in de gees-
sn: lerschappij gekomen, heeft het op
ingewerkt,' en eerst daardoor heeft
privaatrecht invloed gekregen".
:kt wel vanzelf, dat in het publiek
!hristelijke invloed nog grooter en
it is geweest, als men denkt, welk
al spoedig werd toegekend aan
it van de kerk.
tardig en treffend is het, dien door
invloed van het Christendom op
irsprong en wezen on-CJiristelyke
reoht na te gaan. Hier is sprake
•eedzame penetratie, die heilzame
leeft gehad; hier denkt men als on-
aan het beeld van het gist, dat
iet zuiveren en doortrekken, ook
tn het zout der aarde.
Christen zit aan dit alles nog iets
Hij weet, dat zijn Heer heeft moe
tijdens de opperheerschappij van
nsche recht en onder een Romein-
Barster. De Christen belijdt dit tot op
jr»lfan vandaag. Maar de invloed van
dejendom vond hier zijn afsluiting niet.
voort, moeilijkheden en zorgen ten
[eenszins vrij van zonden en men-
akheden, maar toch ter eere Gods
van het menschdom. In dien
volharding zitten niet weinige ele-
troost en van kracht, voor het
l eiken dag, ook voor dat van van
kan de Christen zich dood wanen,
Christus leeft?
nk
DE TAAK VAN HET NIEUWE DEPARTEMENT
VAN VOLKSVOORLICHTING EN KUNSTEN
Een onderhoud met
dr. T. Goedewaagen
Kort nadat de rijkscommissaris den nieuw
benoemden secretaris-generaal van het depar
tement van volksvoorlichting en kunsten, dr
T. Goedewaagen, had beëedigd, vond een
redacteur van het A.N.P. laatstgenoemde be
reid over de taak van dit nieuwe departe
ment het een en ander te vertellen. Bespre
kingen van velerlei aard hadden dezen dag
reeds beslag gelegd op den tijd," waarover dr.
Goedewaagen kon beschikken, zoodat dit
personderhoud even tusschen de bedrijveD
door moest worden geperst, waarbij overigens
de factor „volksvoorlichting" zich dadelijk en
metterdaad kon doen gelden.
Dit departement beteekent zoo ongeveer
ving dr. Goedewaagen zijn mededeeiingen
aan, ten opzichte van de volksvoorlichting iets
geheel nieuws, omdat in vroegeren tijd en
vooral in de laatste jaren door middel van
pers, radio en film, die voorlichting was over
gelaten aan particuliere instellingen met
individueele en groepsbelangen, waarbij
uiteraard de volksgemeenschap veelal op den
achtergrond kwam.
De geest van dezen tijd is vooral daar
door gekenmerkt, dat ook de volksvoor
lichting als onderdeel van de staatstaak
wordt aangevoeld. Natuurlijk niet in dien
zin, dat bepaalde meeningen aan het volk
moeten worden opgedrongen, maar wel,
dat aan de in de samenleving opkomende
meeningen en opvattingen vorm en rich
ting worden gegeven.
der|
Pers, film en radio
Op de vraag wat de zorg van het nieuwe
departement voor pers, film en radio omvat,
antwoordde dr. Goedewaagen aldus:
Ten aanzien van de pers neemt het
departement in zooverre een zeer bijzon
dere positie in, dat hetgeen hiermede
wordt beoogd voor een groot gedeelte
reeds is voorbereid in den raad van voor
lichting der Nederlandsche pers. Deze
raad toch stelt zich de ordening van de
pers in materieelen, socialen en financier-
len zin ten doel. Hierbij gaat het vooral
om de geestelijke waarde van de pers.
Het nieuwe departement zal het werk van
den raad van voorlichting kunnen aan
vullen en bekronen.
Zuivere instelling en goede wil ten opzichte
van de nieuwe orde en van den nieuwen gang
van zaken in Europa zijn voor de pers de fac
toren waarom het voornamelijk zal gaan.
Wat de radio betreft, ook daarvoor zijki be
langrijke wijzigingen noodzakelijk, aldus dr.
Goedewaagen.
Het particularisme, ook in de radiowereld,
waarin iedere volksgroep haar eigen opvat
tingen had en met enorme verspilling van
geld en arbeidskracht meer haar aanhangers
dan de Nederlandsche volksgemeenschap dien
de, is, wanneer we de wereld uit het nieuwe
gezichtspunt van den organischen samenhang
bekijken niet meer te handhaven. Ook hier
zullen ongetwijfeld maatregelen moeten wor
den genomen, die werken in de richting van
een totale her-oriënteering.
Mijn aandacht, zoo ging dr. Goedewaagen
verder, is in het bijzonder ook op een verhef
fing van het peil gericht, in zooverre, dat de
radio veel meer in nationaal-opbouwenden zin
werkzaam zal moeten zijn.
Het derde onderdeel de film, is sinds
haar ontstaan in de moderne maatschappij
vooral een factor van amusement ge
weest Zonder nu dit element te ver
strooien of te willen verwaarloozen, lijkt
het mij noodig ook in het filmwezen het
kunstzinnig en voorlichtend element aan
merkelijk te versterken en dit orgaan der
volksvoorlichting in nauw contact te
brengen met de blijvende volksche waar
den, die sluimerend op den bodem van
ons volksbewustzijn liggen.
Verschillende kunsten
Hierna kwam het nieuwe departements
hoofd tot de andere hoofdgroep van zijn taak:
de verschillende kunsten. Deze hadden zich,
aldus dr. Goedewaagen, in de afgeloopen
I generaties voornamelijk in den individualis-
tischen zin ontwikkeld. Het is, zoo zeide hij,
mijn vaste overtuiging, dat het volksche ethos
van onze dagen ook voor de kunsten een op
leving zonder weerga kan beteekenen. De
kunstenaar zal geen parasiet of anarchist
meer zijn. Hij zal zich opgenomen weten in
de door bloed en geest bepaalde gemeenschap
van het Nederlandsche volk en zijn historische
traditie.
De staat is niet bij machte op directe wijze
de vrijheid van den kunstenaar te influen-
ceeren. Tendenz-kunst is in alle opzichten ver
keerd en kansloos, maar wel moet en kan de
staat de voorwaarden scheppen, niet alleen
sociaal, maar ook geestelijk, om den kunste
naar in diens vrijheid de kansen voor zelf
ontplooiing te geven.
Van verre strekking zijn de gevolgen van
dit alles ten aanzien van de muziek en het
concertleven en niet minder van de architec
tuur, de beeldhouw- en de schilderkunst.
In het bijzonder zie ik hier groote mogelijk
heden voor het theater en het drama.
Het drama was te allen tijde men denke
aan de Grieken uitdrukking van een volk
sche mythe.
In het algemeen heeft het departement
echter nog een veel ruimere taak: een
volk moet zich uitleven in vormen van
levensstijL Het volk zoekt telkens weer
bepaalde wegen, waarlangs verschillende
sociale vormen van gemeenschapszin zich
als het ware aanschouwelijk maken. Ook
hier heeft de staat een positieve en opbou
wende taak en hij zal daarbij moeten op
voeden op een wijze, die het volksche be
wustzijn versterkt en den volksaard in
stand houdt.
De vorm van staatsbemoeiing, zooals hier
geschetst, is voor een groot deel van onbeken
den aard. Het Nederlandsche volk zal echter
ook op dit gebied een levensstijl moeten kiezen
er het lijkt mij, aldus eindigde dr Goedewaa
gen, niet verwonderlijk, wanneer ons volk
van bouwmeesters en schilders daarin onder
de voorzichtige leiding van den staat zal
slagen.
Gouden jubileum Joseph F. M.
Janssen
Oprichter-directeur van „De Regenboog".
Op 2 December a.s. zal het 50 jaar geleden
zijn, dat de heer Joseph F. M. Janssen,
de in Nederland al
gemeen en ver over
onze landsgrenzen
bekende ververij „De
Regenboog" Jans
sen Bier ens N.V.
te Tilburg heeft op
gericht
Als de meeste
groote bedrijven in
ons land, is ook „De
Regenboog" op be
scheiden schaal "be
gonnen. Onder de
energieke leiding van
den heer Janssen is
„De Regenboog" ge.
leidelijk uitgebreid
tot een der grootste
en veelzijdigste textielververijen van Europa,
waarin thans 500 menschen werken ten be
hoeve van de geheele Nederlandsche Textiel
industrie.
De heer Janssen zal ongetwijfeld met groote
voldoening op de ontwikkeling van het be
drijf, waarvan hij altijd de ziel is geweest en
nog is, terug zien. Een bedrijf, dat steeds de
behoeften van de textielnijverheid onmiddel
lijk wist op te vangen en er aan te voldoen.
De modernste machines worden gebruikt en
de nieuwste werkwijzen toegepast, waarbij
het eigen laboratorium met een competente
staf van groote beteekenis is.
Jarenlang heeft de heer Janssen aan het
hoofd gestaan van dit zich snel ontwikkelende
groot-bedrijf met zijn velerlei vraagstukken.
De laatste jaren wordt hij daarbij terzijde ge
staan door zijn zoons, die eenmaal de leiding
zullen moeten overnemen en in hun vader
een prachtig voorbeeld zien van wat Neder
landsche werkkracht, wilskracht en doorzicht
in een menschenleven kan bereiken.
Ter gelegenheid van dit dubbele gouden
feest zal er op Maandag 2 December a.s. een
receptie zijn van 12 tot 1 uur ten kantore van
de N.V. Bredascheweg 211 te Tilburg.
DE VERDUISTERING
Zonsopgang 29 November 9 uur 22 min.
Zonsondergang 29 Nov. 17 uur 32 min.
Maansopgang 29 Nov. 9 uur 04 min.
Maansondergang 29 Nov. 18 uur 10 min.
de naleving
in net belang
de bepalingen l
duistering-
de
Onder groote belangstelling heelt te Utrecht de begrafenis plaats
gehad van Catharina van Rennes. Een overzicht aan de groeve
(Foto Pax-Holland)
VERZENDT GAARNE UW
ST. NICOLAASPAKKETTEN
MAAR VERZOEKT u:
DADELIJK TE BEGINNEN
STEVIG TE VERPAKKEN
VOLLEDIG TE ADRESSEEREN
NOG DEZE WEEK TE POSTEN
DE RAMP VAN DE SIMON
BOLIVAR
De uitspraak van den Raad voor
de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft inzake
het verloren gaan van het stoomschip Simon
Bolivar onder de Oostkust van Engeland be
zuiden het lichtschip Sunk op 18 November
1939 de volgende uitspraak gedaan:
De raad is van oordeel, dat de toedracht
van deze ramp, de grootste, welke sinds
vele jaren de Nederlandsche koopvaardij
vloot heeft getroffen, bij welke ramp
helaas talrijke passagiers en opvareno'en
het leven hebben verloren, ten duidelijk
ste aantoont, dat het schip door twee ent-
ploffingen van buitenaf is verloren ge
gaan. Deze ontploffingen moeten veroor
zaakt zijn door mijnen, die zioh bevonden
in een gebied, waarin tot dusver de aan
wezigheid van mijnen niet was vastge
steld. Voor de gevolgde route kan aan
schip of reederij geen enkel verwijt wor
den gemaakt
De uitspraak in deze zaak is ten zeerste
vertraagd, omdat de Raad het na de zitting
van 23 Februari, absoluut noodzakelijk oor
deelde nog eenige getuigen te hooren, waar
onder de eerste stuurman, die inmiddels naar
West-Indië was vertrokken. De Raad achtte
het verhoor van den eerste-stuurman vooral
daarom noodzakelijk, omdat door het onder
zoek geen klaarheid was verkregen omtrent
twee punten van bijzonder gewicht te weten:
le. hoe het komt dat, voordat op 1 Novem
ber 1939 te 10 uur 30 voorm. de eerste ont
ploffing plaats had, nog geen sloepenrol met
de passagiers was gehouden en 2e. wie de
leiding aan boord in handen had genomen,
toen was gebleken, dat reeds bij de eerste
ontploffing de kapitein onmiddellijk was ge
dood. Deze beide punten zijn van grooten in
vloed bij de beoordeeling van hetgeen na de
ramp aan boord van de Simon Bolivar is ge
schied, in het bijzonder wat betreft den toe
stand van de reddingmiddelen en de wijze
waarop deze zijn gebruikt. Daarbij kwam dan
nog het niet geheel gesloten zijn van de wa
terdichte deuren, een punt, dal naar 's Raads
oordeel, van buitengewoon groot gewicht kan
zijn wat het behoud van een door een ont
ploffing getroffen schip betreft.
Op verzoek van 's Raads voorzitter ver
klaarde de directie van de Koninklijke Ne
derlandsche Stoomboot Mij. zich bereid den
eerste-stuurman te laten terugkomen uit
West-Indië, ten einde door den Raad te wor
den gehoord.
Toen deze getuige onderweg was, brak de
oorlog uil terwijl sedert 15 Mei Nederland
door Duitschland is bezet.
Onder deze omstandigheden heeft bedoelde
getuige ons land niet bereikt en moet de Raad
van voortzetting van het onderzoek in deze
zaak afzien.
De Raad bepaalt er zich thans toe om in
het kort aan te stippen:
le. Dat van de gevolgde route aan de
scheepsleiding geen enkel verwijt kan wor
den gemaakt;
2e. Dat niet gebleken is, dat aan den toe
stand van de reddingmiddelen iets haperde,
terwijl de vraag van het al of niet "buiten
boord draaien van de reddingbooten aan het
oordeel van den gezagvoerder moet worden
overgelaten;
3e. Dat het te betreuren is, dai toen de
ramp voorviel nog geen sloepenrol voor de
passagiers was gehouden, en
4e. Dat de beide hiervorenbedoeide water
dichte deuren gesloten hadden moeten zijn
en de opvatting, dat zulks niet uitvoerbaar
zou zijn, naar den Raad bij het onderzoek
van later plaats gehad hebbende scheepsram
pen is gebleken, gelukkig ook op de schepen
hoe langer hoe meer is verlaten.
Rechterlijke macht
Bij besluit van den secretaris-generaal van
justitie zijn benoemd:
tot griffier van den Hoogen Raad der
Nederlanden, mr. A. B. Som er, thans
substituut-griffier bij den Hoogen Raad der
Nederlanden;
tot raadsheer in het gerechtshof te Amster
dam, mr. H. D. Feenstra, thans rechter in
de rechtbank aldaar;
tot president van de rechtbank te Utrecht,
ïr. H. M. F r u i n, thans rechter in de
rechtbank te Alkmaar;
tot substituut-officier van justitie bij de
rechtbank te Alkmaar mr. H. B. de Brueys
k, thans ambtenaar van het openbaar
ministerie bij de kantongerechten jn het
arrondissement Alkmaar;
tot griffier van de rechtbank te Groningen,
r. W. G. W i e m a n n, thans substituut
griffier bij de rechtbank.
De
nieuwe secretarissen-
generaal
In een deel der vorige editie hebben wij
de benoeming gemeld van prof. van Dam
en dr. T. Goedewaagen, respectievelijk tot
secretarissen-generaal van het departement
voor opvoeding, wetenschap en cultuur
bescherming en van het departement van
volksvoorlichting en kunsten.
Prof. van Dam, in 1896 geboren, promo
veerde in 1923 te Amsterdam tot doctor in de
Duitsche taal- en letterkunde. Van 1920 tot
'22 was hij lector in de Nederlandsche taai
en letterkunde aan de universiteit te Bonn.
In het laatste jaar werd hij benoemd tót
leeraar aan de eerste' openbare Handelsschool
te Amsterdam, drie jaar later volgde zijn be
noeming tot lector in de Duitsche taal- en
leterkunde aan de gemeentelijke universiteit
aldaar.
In 1929 werd de heer Van Dam benoemd
tot hoogleeraar in het Gotisch en de oudere
Duitsche taal- en letterkunde aan deze uni
versiteit vier jaar geleden benoemde de raad
hem tot hoogleeraar in de Oud-Germaansche
philologie, benevens in de oudere Duitsche
taal- en letterkunde.
Van de hand van professor Van Dam zijn
vele werken verschenen. Zijn proefschrift
luidde Zur Vorgeschichte des höfischen Epos:
Lamprecht, Eilhart, Veldeke. Later volgden
Das Veldeke Problem, De letterkundige be
teekenis van Veldeke's Servatius; Deutsch
und Niederlandisch, Geschichte der deutschen
Literatur en tezamen met prof. dr. Th. C. van
Stockum Handbuch der deutschen Sprache.
Dr. T. Goedewaagen, in 1895 geboren, is
te Utrechl waar hij klassieke letteren en
wijsbegeerte studeerde, in 1923 met lof ge
promoveerd en is daar sinds 1925 privaat
docent in de «geschiedenis der philosophie
van Kant.
Van zijn hand verschenen versoheidene
werken over philosophie, o. a. een inleiding in
de philosophie (Summa contra metaphysicos)
een werkje over de philosophie in de 20ste
eeuw, een over Nietzsche en voorts een groot
aantal kleine geschriften en artikelen in wijs-
geerige tijdschriften.
In 1939 werd hij verbonden aan het week
blad De Waag, eerst als leider van de Waag-
kringen, daarna als redacteur en tenslotte als
hoofdredacteur.
Gedurende de laatste jaren publiceerde hij
tal van politieke bijdragen in verschillende
bladen en tijdsohriften. Kort na den oorlog
trad de heer Goedewaagen op als voorzitter
van den Raad van Voorlichting der Neder
landsche Pers.
1 Augustus 1940 werd hij benoemd tot
hoofd van de afdeeling perszaken van het
Hoofdkwartier van de N.S.B., in verband
waarmede hy al zijn functies bij „De Waag"
neerlegde.
Japansch protest
tegen anti-Japansch optreden in
Nederlandsch Indië
Domei meldt uit Tokio:
fie minister van buitenlandsche zaken
Matsoeoka zal, naar wordt verwachl binnen
kort een krachtig protest indienen bij den
Nederlandschen gezant, generaal J. C. Pabst,
tegen het herhaalde anti-Japansche optreden
in Nederlandsch-Indië en formeele veront
schuldigingen, schadevergoeding en een
garantie voor de toekomst eischen.
Kort geleden hebben zioh drie ernstige
gevallen voorgedaan:
1. De Japansche eigenaar van een ijzer
fabriek te Batavia op 11 November aange
vallen en mishandeld door een Nederland
schen politiebeambte.
2. Op 23 November is de Japansche vlag,
die bij een kapperszaak te Bandoeng uithing,
verbrand.
3. Denzelfden dag werd de kanselier van
het Japansche consulaat-generaal te Batavia,
Ariyosji, bij het passeeren van de ambts
woning van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indië door een schildwacht aan
geroepen en met geweld naar het politiebureau
opgebracht. Hij werd echter spoedig op vrije
voeten gesteld, omdat niet alleen de beschul
diging van het illegaal fotografeeren van het
paleis van den Gouverneur volkomen onge
grond bleek te zijn, zooals hij zelf met nadruk
had verklaard, doch het fotografeeren ook
wettelijk was toegestaan, waaruit de onnoo-
dige onderdrukking door de Nederlandsche
autoriteiten blijkt. Er wordt verder nog
melding gemaakt van enkele minder belang
rijke gevallen, o. a. geweldpleging door
Nederlandsche soldaten.
Kerk en Zending
NED. HERV. KERK
geroepen:, te Noorden (Z.-H.) cand. J. C.
Stelwagen te Driebergen.
HULPPREDIKERS
Tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gem. te
Nieuw-Stadskanaal is benoemd cand. W. P. J.
O s i n g a te Hilversum.
CANDIDATEN
De heer J. G o r i stheol. cand. te Kampen,
die zijn benoeming tot hulpprediker bij de
Geref. kerk van Krommenie voor den evan
gelisatie-arbeid te Assendelft en Uitgeest aan
nam, zal zijn arbeid Zondag 1 Dec. a.s. aan
vangen aldaar. Zijn adres \v rdt dan: Zuider
Hoofdstr. 12 te Krommenie. Hij houdt een
aantal Zondagen beschikbaar om andere Ge
ref. kerken te dienen.
Federatie van Herv. Diaconieën
In de provincie Utrecht.
Te Utrecht is een streekvergadering gehou
den van de Federatie van Diaconieën in de
Ned. Herv. Kerk.
De vergadering werd geopend door den heer
H. Wi s m a n te Utrecht.
Daarna sprak P r o f. d r. J. R. S1 o t e-
maker de Brui'ne', voorzitter van de Fe
deratie, over het onderwerp „Verleden en toe
komst van onze Kerkelijke armverzorging.
Spreker zette eerst de beteekenis der streek-
.-ergaderingen, welke in den komenden tijd
op ruime schaal gehouden zullen worden, uit
een. Door de tijdsomstandigheden moe.t de
Vraagt inlichtingen betreffende molestschaae-
verzekering voor Uw eigendommen, alsmede
voor Uzelf (persoonlijk letsel) bij de makelaars
PONTIER KARREMAN
WESTERSINGEL 9
TEL. 38535 ROTTERDAM,
jaarlijksche buiten-conferentie dit jaar ver
vallen. Opdat echter o.a. het onderling over
leg verder zal kunnen plaats vinden werd de
groote conferentie als het ware gesplitst in
verschillende kleinere vergaderingen. Het doel
dezer vergaderingen is tweeledig. Daaruit
blijkt naar buiten, dat wij nog geregeld en on
gestoord onzen arbeid voorzetten en naar bin
nen hebben deze vergaderingen ten doel om
het antwoord te zoeken in onderling overleg
op vragen, welke door de nieuwe omstandig
heden aan het werk der armverzorging wor
den gesteld.
Wat het verleden der kerkelijke armver
zorging betreft, wees spr. op het feit, hoe de
Federatie dezen arbeid heeft georganiseerd
en daardoor ook voor anderen wegen heeft
gewezen, hoe door de Federatie op dit gebied
nieuwe wegen en methoden zijn aangegeveh,
waardoor de oude bedeeling werd tot een
broederlijke handreiking. Men moet niet ver
geten, dat de Ned. Herv. Kerk dit alles als
Kerk heeft gedaan.
Wat de toekomst betreft, meente spr. dat
men. evenmin als het werk der Inwendige
Zending kan worden gemisl het werk der
Diaconie zal ku^jen missen. Dit werk heeft
een eigen stempel, welken het. niet zal kun
nen verliezen. Het heeft een eigen roeping
welke het van God ontving.
De tweede spreker, de heer W. J Hem
mes, van Utrecht, algemeen secretaris der
Federatie, besprak -vervolgens: „Hef. Heden
der Kerkelijke Armverzorging".
De Diaconie is een centraal orgaan van
broederlijk hulpbetoon in de Chr. gemeente
en een verschijningsvorm der Kerk. Wie het
zoo ziel riet dit werk in hooger licht Er is
nog veel, waarvoor wij ons te schamen heb
ben. Ook moeten allerlei bijkomstige kwes
ties niet tot hoofdzaken worden gemaakt
In de laatste jaren is er opgang naar de
hoogte geweest. Tal van verbeteringen werden
aangebracht in het werk, waarvan spr. de
voorbeelden gaf. Hoofdzaak blijve, dat men
bedenkt, dat het peil der gemeente het beste
kan worden afgelezen naar den stand en den
aard van het diaconale werk.
Nadat de sprekers verschillende vragen
hadden beantwoord werd de vergadering ge
sloten door Ds Jhr. J. L. A. Martens
Drievoudige heldenmoed van het
Protestantisme
Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze schrijft
onder dezen titel in het kerkbeurtenblad voor
Amsterdam en omgeving het volgende: „Ieder
der Hervormers, die God heeft geroepen om in
de verduisterde kerk zijn licht te doen schijnen,
heeft zijn eigen stempel op de reformatie
gedrukt.
„Luther is de man van het verborgen,
innerlijk leven, die het ook in het lijden der
vervolging in eigen land uithoudl daar hij
voelt God van harte te kunnen dienen, waar
zijn vaderland is. En vele protestantsche lands-
kerken en gemeenten deden als Luther, legden
voor de machtigen der aarde stoutmoedig hun
belijdenis af: „Ik kan niet anders", leefden in
stormachtige tijden teruggetrokken, in ootmoed
God vertrouwende, bij hun familiebijbel, of
bloeiden, den steun genietend van wijze en
vrome en machtige vorsten. Herinneren wij ons
de veel geleden hebbende Boheemsche kerk,
en Oostenrijksche- kerken, het bittere lijden
van de Finsche en Baltische kerken.
„Calvijn buigt zich voor God alleen, een
onbuigzame ziel, die alleen voor Gods eer
werkt. Hij is bereid om réeds vroeg den wan
delstaf te grijpen en zegt met zijn blik de
toekomst doorborend: „Mijn ware vaderland
is daar, waar ik leven kan ter eere van mijn
God". En andere protestantsche gemeenten
wandelden naar het voorbeeld van Calvijn ven
hun vaderlandschen bodera weg naar een land
der Godsdienstvrijheid. Denken wij aan de
psalmzingende scharen der Hugenoten, aan de
Pelgrimvaders, aan de Nederlandsche en
Hongaarsche kerken, aan de aanhcuigsrs van
de patriarchengestalte van een Johannes
Lasco en van een John Knox.
„En Zwingli, hij voelde de verantwoordelijk
heid van den herder, die de geloovige ge
meente samenhoudt, en zoo Gods eer voor
bereidt Hij is bereid voor het aardsche vader
land, zelfs door den dood het hemeische
vaderland te zoeken, omdat hij weel dat wij
als kinderen Gods verantwoordelijk zijn tot
den dood toe voor het ons toevertrouwde
vaderland en voor ons volk. Naar het type
van Zwingli waren er kerken, die in hun
devies naast het „voor God en voor het ge
loof", ook schreven ,,en voor het vaderland".
Denken wij aan het vernietigde protestantisme
in Frankrijk, België, Spanje, Italië, Polen, -aan
de duizenden vermoorde en gekerkerde Huge
noten, aan Willem van Oranje, aan de Hon
gaarsche vrijheidshelden, aan de honderden
protestantsche geestelijken die in den kerker
en naar de galeien zijn gesleept.
„Ziehier de drievoudige heldenmoed van
het Protestantisme Luther heeft de apostoli
sche en oer-christeliike vroomheid weer in het
leven geroepen. Calvijn heeft de apostolische
en oer-christelijke geloofsbelijdenis weer
vervaardigd. En Zwingli versierde zijn tijd met
het apostolische en oer-christelijke martelaar
schap."
Geef hen dézen winter
een kans
Nu U tijd in overvloed hebt,speel
er uitzing er uit"overtuig U
zelf van de schat aan schoonheid, die
vervat is in deN bundels „Geestelijke
Liederen uit de Schat van de Kerk der
Eeuwen" en „De Psalmen van Israël".
Jiig. A. Jongbloed n.v., Leeuwarden.