Jlicutue geitedft daurant m Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken BOMMEN "^ementsprys: a 3 maanden in Lelden en in plaatsen aar een agentschap gevestigd Is 2.36 week 18 ct Losse nummers 5 et tlo* bij vooruitbetaling. ientiepryzen: H ct per regel Ingezonden Mede* telingen 45 ct per regeL Minimum gegele. Bewijsnummer 5 ot BU coa- iet belangrijke korting Bur. Redactie en Administratie: ©REESTRAAT 123. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na fi uur 23166). Postbox 20. Postrek. 68938. i medewerkers, Ingezon- No. 6290 DONDERDAG 28 NOVEMBER 1940 21e Jaargang kristendom en Romeinsch recht *en belangwekkend onderwerp, dat V. H. Rutgers besproken heeft in •ale rede aan de Vrije Universiteit, i namelijk, welke de verhouding is Bn het Christendom tot het Romein- een vraag, die op haar beurt moest op de vraag, welken invloed het om op het Romeinsche recht heeft het is niet zoo, dat het Christen-- Hjk begonnen is met den bouw van frechtsstelseL Eerst was het daar- fering in aanzien en macht, vervol de verbreidi/g van het Christendom lomeinsche wereldrijk dermate snel, ^oor den regelmatigen opbouw van j rechtssysteem wel allerminst tijd larop kwam weer de periode, waar- -vormgeving aan de verschillende [e aandacht gespannen hield. •kent niet, dat het Christendom jed op den inhoud van het Romein- zou hebben uitgeoefend. Dat zulks het geval is geweest, behoeft verbazen, die bedenkt, dat de ge ld aan den Christus heel het leven :9ohen. Veelmeer zal men zich ver- het feit, dat er geweest zijn, die loed van het Christendom op het reoht hebben ontkend. Doch het loeilijk, het tegendeel aan te toonen. het Romeinsche privaatrecht an het Christendom meer on- dan opzettelijk geweest. Dat is heel en slechts bedenkt, hoe il het vinden en formuleeren van verstandelijk oplossen van Wijschappelijk probleem, maar het zoe- DrteJfen juisten weg voor wie tpt hande len is. rte beteekent niet, dat beginselen 'erken, ook op het gebied van het it Prof. Rutgers zegt er het vol- „Het komt er maar op aan, hoe dat doorwerken voorstelt. Het stzijn is tenslotte niet een auto van recht, evenmin als het ge- Teip moraal. Het rechtsbewustzijn zegt fn'Jch juist, dat er inderdaad recht be- plichten zijn en rechten waar- derworpen is. Wie in het rechts- /redtnfc de laatste bron van reoht ziet, ver- genlyk daardoor, dat het recht be- illusie. Wat nu voorts het rechts- als recht erkennen zal, hangt af Duitsi^lei fact°ren, van aanleg en opvoe- Tmgeving; meer nog van levenskeuze T ^"beschouwing; van een ontelbaar aan- BeveSens, die een mensoh maken tot wat moet een beginsel om werkelijk Baderrend te werken, eerst in de geesten rechtsbewustzijn omizetten en zoo .even gaan beheerschen. Zoo is het imhTa)n met den invloed van het Chris- /d.b het reoht. Eerst is het in de gees- sn: lerschappij gekomen, heeft het op ingewerkt,' en eerst daardoor heeft privaatrecht invloed gekregen". :kt wel vanzelf, dat in het publiek !hristelijke invloed nog grooter en it is geweest, als men denkt, welk al spoedig werd toegekend aan it van de kerk. tardig en treffend is het, dien door invloed van het Christendom op irsprong en wezen on-CJiristelyke reoht na te gaan. Hier is sprake •eedzame penetratie, die heilzame leeft gehad; hier denkt men als on- aan het beeld van het gist, dat iet zuiveren en doortrekken, ook tn het zout der aarde. Christen zit aan dit alles nog iets Hij weet, dat zijn Heer heeft moe tijdens de opperheerschappij van nsche recht en onder een Romein- Barster. De Christen belijdt dit tot op jr»lfan vandaag. Maar de invloed van dejendom vond hier zijn afsluiting niet. voort, moeilijkheden en zorgen ten [eenszins vrij van zonden en men- akheden, maar toch ter eere Gods van het menschdom. In dien volharding zitten niet weinige ele- troost en van kracht, voor het l eiken dag, ook voor dat van van kan de Christen zich dood wanen, Christus leeft? nk DE TAAK VAN HET NIEUWE DEPARTEMENT VAN VOLKSVOORLICHTING EN KUNSTEN Een onderhoud met dr. T. Goedewaagen Kort nadat de rijkscommissaris den nieuw benoemden secretaris-generaal van het depar tement van volksvoorlichting en kunsten, dr T. Goedewaagen, had beëedigd, vond een redacteur van het A.N.P. laatstgenoemde be reid over de taak van dit nieuwe departe ment het een en ander te vertellen. Bespre kingen van velerlei aard hadden dezen dag reeds beslag gelegd op den tijd," waarover dr. Goedewaagen kon beschikken, zoodat dit personderhoud even tusschen de bedrijveD door moest worden geperst, waarbij overigens de factor „volksvoorlichting" zich dadelijk en metterdaad kon doen gelden. Dit departement beteekent zoo ongeveer ving dr. Goedewaagen zijn mededeeiingen aan, ten opzichte van de volksvoorlichting iets geheel nieuws, omdat in vroegeren tijd en vooral in de laatste jaren door middel van pers, radio en film, die voorlichting was over gelaten aan particuliere instellingen met individueele en groepsbelangen, waarbij uiteraard de volksgemeenschap veelal op den achtergrond kwam. De geest van dezen tijd is vooral daar door gekenmerkt, dat ook de volksvoor lichting als onderdeel van de staatstaak wordt aangevoeld. Natuurlijk niet in dien zin, dat bepaalde meeningen aan het volk moeten worden opgedrongen, maar wel, dat aan de in de samenleving opkomende meeningen en opvattingen vorm en rich ting worden gegeven. der| Pers, film en radio Op de vraag wat de zorg van het nieuwe departement voor pers, film en radio omvat, antwoordde dr. Goedewaagen aldus: Ten aanzien van de pers neemt het departement in zooverre een zeer bijzon dere positie in, dat hetgeen hiermede wordt beoogd voor een groot gedeelte reeds is voorbereid in den raad van voor lichting der Nederlandsche pers. Deze raad toch stelt zich de ordening van de pers in materieelen, socialen en financier- len zin ten doel. Hierbij gaat het vooral om de geestelijke waarde van de pers. Het nieuwe departement zal het werk van den raad van voorlichting kunnen aan vullen en bekronen. Zuivere instelling en goede wil ten opzichte van de nieuwe orde en van den nieuwen gang van zaken in Europa zijn voor de pers de fac toren waarom het voornamelijk zal gaan. Wat de radio betreft, ook daarvoor zijki be langrijke wijzigingen noodzakelijk, aldus dr. Goedewaagen. Het particularisme, ook in de radiowereld, waarin iedere volksgroep haar eigen opvat tingen had en met enorme verspilling van geld en arbeidskracht meer haar aanhangers dan de Nederlandsche volksgemeenschap dien de, is, wanneer we de wereld uit het nieuwe gezichtspunt van den organischen samenhang bekijken niet meer te handhaven. Ook hier zullen ongetwijfeld maatregelen moeten wor den genomen, die werken in de richting van een totale her-oriënteering. Mijn aandacht, zoo ging dr. Goedewaagen verder, is in het bijzonder ook op een verhef fing van het peil gericht, in zooverre, dat de radio veel meer in nationaal-opbouwenden zin werkzaam zal moeten zijn. Het derde onderdeel de film, is sinds haar ontstaan in de moderne maatschappij vooral een factor van amusement ge weest Zonder nu dit element te ver strooien of te willen verwaarloozen, lijkt het mij noodig ook in het filmwezen het kunstzinnig en voorlichtend element aan merkelijk te versterken en dit orgaan der volksvoorlichting in nauw contact te brengen met de blijvende volksche waar den, die sluimerend op den bodem van ons volksbewustzijn liggen. Verschillende kunsten Hierna kwam het nieuwe departements hoofd tot de andere hoofdgroep van zijn taak: de verschillende kunsten. Deze hadden zich, aldus dr. Goedewaagen, in de afgeloopen I generaties voornamelijk in den individualis- tischen zin ontwikkeld. Het is, zoo zeide hij, mijn vaste overtuiging, dat het volksche ethos van onze dagen ook voor de kunsten een op leving zonder weerga kan beteekenen. De kunstenaar zal geen parasiet of anarchist meer zijn. Hij zal zich opgenomen weten in de door bloed en geest bepaalde gemeenschap van het Nederlandsche volk en zijn historische traditie. De staat is niet bij machte op directe wijze de vrijheid van den kunstenaar te influen- ceeren. Tendenz-kunst is in alle opzichten ver keerd en kansloos, maar wel moet en kan de staat de voorwaarden scheppen, niet alleen sociaal, maar ook geestelijk, om den kunste naar in diens vrijheid de kansen voor zelf ontplooiing te geven. Van verre strekking zijn de gevolgen van dit alles ten aanzien van de muziek en het concertleven en niet minder van de architec tuur, de beeldhouw- en de schilderkunst. In het bijzonder zie ik hier groote mogelijk heden voor het theater en het drama. Het drama was te allen tijde men denke aan de Grieken uitdrukking van een volk sche mythe. In het algemeen heeft het departement echter nog een veel ruimere taak: een volk moet zich uitleven in vormen van levensstijL Het volk zoekt telkens weer bepaalde wegen, waarlangs verschillende sociale vormen van gemeenschapszin zich als het ware aanschouwelijk maken. Ook hier heeft de staat een positieve en opbou wende taak en hij zal daarbij moeten op voeden op een wijze, die het volksche be wustzijn versterkt en den volksaard in stand houdt. De vorm van staatsbemoeiing, zooals hier geschetst, is voor een groot deel van onbeken den aard. Het Nederlandsche volk zal echter ook op dit gebied een levensstijl moeten kiezen er het lijkt mij, aldus eindigde dr Goedewaa gen, niet verwonderlijk, wanneer ons volk van bouwmeesters en schilders daarin onder de voorzichtige leiding van den staat zal slagen. Gouden jubileum Joseph F. M. Janssen Oprichter-directeur van „De Regenboog". Op 2 December a.s. zal het 50 jaar geleden zijn, dat de heer Joseph F. M. Janssen, de in Nederland al gemeen en ver over onze landsgrenzen bekende ververij „De Regenboog" Jans sen Bier ens N.V. te Tilburg heeft op gericht Als de meeste groote bedrijven in ons land, is ook „De Regenboog" op be scheiden schaal "be gonnen. Onder de energieke leiding van den heer Janssen is „De Regenboog" ge. leidelijk uitgebreid tot een der grootste en veelzijdigste textielververijen van Europa, waarin thans 500 menschen werken ten be hoeve van de geheele Nederlandsche Textiel industrie. De heer Janssen zal ongetwijfeld met groote voldoening op de ontwikkeling van het be drijf, waarvan hij altijd de ziel is geweest en nog is, terug zien. Een bedrijf, dat steeds de behoeften van de textielnijverheid onmiddel lijk wist op te vangen en er aan te voldoen. De modernste machines worden gebruikt en de nieuwste werkwijzen toegepast, waarbij het eigen laboratorium met een competente staf van groote beteekenis is. Jarenlang heeft de heer Janssen aan het hoofd gestaan van dit zich snel ontwikkelende groot-bedrijf met zijn velerlei vraagstukken. De laatste jaren wordt hij daarbij terzijde ge staan door zijn zoons, die eenmaal de leiding zullen moeten overnemen en in hun vader een prachtig voorbeeld zien van wat Neder landsche werkkracht, wilskracht en doorzicht in een menschenleven kan bereiken. Ter gelegenheid van dit dubbele gouden feest zal er op Maandag 2 December a.s. een receptie zijn van 12 tot 1 uur ten kantore van de N.V. Bredascheweg 211 te Tilburg. DE VERDUISTERING Zonsopgang 29 November 9 uur 22 min. Zonsondergang 29 Nov. 17 uur 32 min. Maansopgang 29 Nov. 9 uur 04 min. Maansondergang 29 Nov. 18 uur 10 min. de naleving in net belang de bepalingen l duistering- de Onder groote belangstelling heelt te Utrecht de begrafenis plaats gehad van Catharina van Rennes. Een overzicht aan de groeve (Foto Pax-Holland) VERZENDT GAARNE UW ST. NICOLAASPAKKETTEN MAAR VERZOEKT u: DADELIJK TE BEGINNEN STEVIG TE VERPAKKEN VOLLEDIG TE ADRESSEEREN NOG DEZE WEEK TE POSTEN DE RAMP VAN DE SIMON BOLIVAR De uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart heeft inzake het verloren gaan van het stoomschip Simon Bolivar onder de Oostkust van Engeland be zuiden het lichtschip Sunk op 18 November 1939 de volgende uitspraak gedaan: De raad is van oordeel, dat de toedracht van deze ramp, de grootste, welke sinds vele jaren de Nederlandsche koopvaardij vloot heeft getroffen, bij welke ramp helaas talrijke passagiers en opvareno'en het leven hebben verloren, ten duidelijk ste aantoont, dat het schip door twee ent- ploffingen van buitenaf is verloren ge gaan. Deze ontploffingen moeten veroor zaakt zijn door mijnen, die zioh bevonden in een gebied, waarin tot dusver de aan wezigheid van mijnen niet was vastge steld. Voor de gevolgde route kan aan schip of reederij geen enkel verwijt wor den gemaakt De uitspraak in deze zaak is ten zeerste vertraagd, omdat de Raad het na de zitting van 23 Februari, absoluut noodzakelijk oor deelde nog eenige getuigen te hooren, waar onder de eerste stuurman, die inmiddels naar West-Indië was vertrokken. De Raad achtte het verhoor van den eerste-stuurman vooral daarom noodzakelijk, omdat door het onder zoek geen klaarheid was verkregen omtrent twee punten van bijzonder gewicht te weten: le. hoe het komt dat, voordat op 1 Novem ber 1939 te 10 uur 30 voorm. de eerste ont ploffing plaats had, nog geen sloepenrol met de passagiers was gehouden en 2e. wie de leiding aan boord in handen had genomen, toen was gebleken, dat reeds bij de eerste ontploffing de kapitein onmiddellijk was ge dood. Deze beide punten zijn van grooten in vloed bij de beoordeeling van hetgeen na de ramp aan boord van de Simon Bolivar is ge schied, in het bijzonder wat betreft den toe stand van de reddingmiddelen en de wijze waarop deze zijn gebruikt. Daarbij kwam dan nog het niet geheel gesloten zijn van de wa terdichte deuren, een punt, dal naar 's Raads oordeel, van buitengewoon groot gewicht kan zijn wat het behoud van een door een ont ploffing getroffen schip betreft. Op verzoek van 's Raads voorzitter ver klaarde de directie van de Koninklijke Ne derlandsche Stoomboot Mij. zich bereid den eerste-stuurman te laten terugkomen uit West-Indië, ten einde door den Raad te wor den gehoord. Toen deze getuige onderweg was, brak de oorlog uil terwijl sedert 15 Mei Nederland door Duitschland is bezet. Onder deze omstandigheden heeft bedoelde getuige ons land niet bereikt en moet de Raad van voortzetting van het onderzoek in deze zaak afzien. De Raad bepaalt er zich thans toe om in het kort aan te stippen: le. Dat van de gevolgde route aan de scheepsleiding geen enkel verwijt kan wor den gemaakt; 2e. Dat niet gebleken is, dat aan den toe stand van de reddingmiddelen iets haperde, terwijl de vraag van het al of niet "buiten boord draaien van de reddingbooten aan het oordeel van den gezagvoerder moet worden overgelaten; 3e. Dat het te betreuren is, dai toen de ramp voorviel nog geen sloepenrol voor de passagiers was gehouden, en 4e. Dat de beide hiervorenbedoeide water dichte deuren gesloten hadden moeten zijn en de opvatting, dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naar den Raad bij het onderzoek van later plaats gehad hebbende scheepsram pen is gebleken, gelukkig ook op de schepen hoe langer hoe meer is verlaten. Rechterlijke macht Bij besluit van den secretaris-generaal van justitie zijn benoemd: tot griffier van den Hoogen Raad der Nederlanden, mr. A. B. Som er, thans substituut-griffier bij den Hoogen Raad der Nederlanden; tot raadsheer in het gerechtshof te Amster dam, mr. H. D. Feenstra, thans rechter in de rechtbank aldaar; tot president van de rechtbank te Utrecht, ïr. H. M. F r u i n, thans rechter in de rechtbank te Alkmaar; tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank te Alkmaar mr. H. B. de Brueys k, thans ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantongerechten jn het arrondissement Alkmaar; tot griffier van de rechtbank te Groningen, r. W. G. W i e m a n n, thans substituut griffier bij de rechtbank. De nieuwe secretarissen- generaal In een deel der vorige editie hebben wij de benoeming gemeld van prof. van Dam en dr. T. Goedewaagen, respectievelijk tot secretarissen-generaal van het departement voor opvoeding, wetenschap en cultuur bescherming en van het departement van volksvoorlichting en kunsten. Prof. van Dam, in 1896 geboren, promo veerde in 1923 te Amsterdam tot doctor in de Duitsche taal- en letterkunde. Van 1920 tot '22 was hij lector in de Nederlandsche taai en letterkunde aan de universiteit te Bonn. In het laatste jaar werd hij benoemd tót leeraar aan de eerste' openbare Handelsschool te Amsterdam, drie jaar later volgde zijn be noeming tot lector in de Duitsche taal- en leterkunde aan de gemeentelijke universiteit aldaar. In 1929 werd de heer Van Dam benoemd tot hoogleeraar in het Gotisch en de oudere Duitsche taal- en letterkunde aan deze uni versiteit vier jaar geleden benoemde de raad hem tot hoogleeraar in de Oud-Germaansche philologie, benevens in de oudere Duitsche taal- en letterkunde. Van de hand van professor Van Dam zijn vele werken verschenen. Zijn proefschrift luidde Zur Vorgeschichte des höfischen Epos: Lamprecht, Eilhart, Veldeke. Later volgden Das Veldeke Problem, De letterkundige be teekenis van Veldeke's Servatius; Deutsch und Niederlandisch, Geschichte der deutschen Literatur en tezamen met prof. dr. Th. C. van Stockum Handbuch der deutschen Sprache. Dr. T. Goedewaagen, in 1895 geboren, is te Utrechl waar hij klassieke letteren en wijsbegeerte studeerde, in 1923 met lof ge promoveerd en is daar sinds 1925 privaat docent in de «geschiedenis der philosophie van Kant. Van zijn hand verschenen versoheidene werken over philosophie, o. a. een inleiding in de philosophie (Summa contra metaphysicos) een werkje over de philosophie in de 20ste eeuw, een over Nietzsche en voorts een groot aantal kleine geschriften en artikelen in wijs- geerige tijdschriften. In 1939 werd hij verbonden aan het week blad De Waag, eerst als leider van de Waag- kringen, daarna als redacteur en tenslotte als hoofdredacteur. Gedurende de laatste jaren publiceerde hij tal van politieke bijdragen in verschillende bladen en tijdsohriften. Kort na den oorlog trad de heer Goedewaagen op als voorzitter van den Raad van Voorlichting der Neder landsche Pers. 1 Augustus 1940 werd hij benoemd tot hoofd van de afdeeling perszaken van het Hoofdkwartier van de N.S.B., in verband waarmede hy al zijn functies bij „De Waag" neerlegde. Japansch protest tegen anti-Japansch optreden in Nederlandsch Indië Domei meldt uit Tokio: fie minister van buitenlandsche zaken Matsoeoka zal, naar wordt verwachl binnen kort een krachtig protest indienen bij den Nederlandschen gezant, generaal J. C. Pabst, tegen het herhaalde anti-Japansche optreden in Nederlandsch-Indië en formeele veront schuldigingen, schadevergoeding en een garantie voor de toekomst eischen. Kort geleden hebben zioh drie ernstige gevallen voorgedaan: 1. De Japansche eigenaar van een ijzer fabriek te Batavia op 11 November aange vallen en mishandeld door een Nederland schen politiebeambte. 2. Op 23 November is de Japansche vlag, die bij een kapperszaak te Bandoeng uithing, verbrand. 3. Denzelfden dag werd de kanselier van het Japansche consulaat-generaal te Batavia, Ariyosji, bij het passeeren van de ambts woning van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië door een schildwacht aan geroepen en met geweld naar het politiebureau opgebracht. Hij werd echter spoedig op vrije voeten gesteld, omdat niet alleen de beschul diging van het illegaal fotografeeren van het paleis van den Gouverneur volkomen onge grond bleek te zijn, zooals hij zelf met nadruk had verklaard, doch het fotografeeren ook wettelijk was toegestaan, waaruit de onnoo- dige onderdrukking door de Nederlandsche autoriteiten blijkt. Er wordt verder nog melding gemaakt van enkele minder belang rijke gevallen, o. a. geweldpleging door Nederlandsche soldaten. Kerk en Zending NED. HERV. KERK geroepen:, te Noorden (Z.-H.) cand. J. C. Stelwagen te Driebergen. HULPPREDIKERS Tot hulpprediker bij de Ned. Herv. Gem. te Nieuw-Stadskanaal is benoemd cand. W. P. J. O s i n g a te Hilversum. CANDIDATEN De heer J. G o r i stheol. cand. te Kampen, die zijn benoeming tot hulpprediker bij de Geref. kerk van Krommenie voor den evan gelisatie-arbeid te Assendelft en Uitgeest aan nam, zal zijn arbeid Zondag 1 Dec. a.s. aan vangen aldaar. Zijn adres \v rdt dan: Zuider Hoofdstr. 12 te Krommenie. Hij houdt een aantal Zondagen beschikbaar om andere Ge ref. kerken te dienen. Federatie van Herv. Diaconieën In de provincie Utrecht. Te Utrecht is een streekvergadering gehou den van de Federatie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk. De vergadering werd geopend door den heer H. Wi s m a n te Utrecht. Daarna sprak P r o f. d r. J. R. S1 o t e- maker de Brui'ne', voorzitter van de Fe deratie, over het onderwerp „Verleden en toe komst van onze Kerkelijke armverzorging. Spreker zette eerst de beteekenis der streek- .-ergaderingen, welke in den komenden tijd op ruime schaal gehouden zullen worden, uit een. Door de tijdsomstandigheden moe.t de Vraagt inlichtingen betreffende molestschaae- verzekering voor Uw eigendommen, alsmede voor Uzelf (persoonlijk letsel) bij de makelaars PONTIER KARREMAN WESTERSINGEL 9 TEL. 38535 ROTTERDAM, jaarlijksche buiten-conferentie dit jaar ver vallen. Opdat echter o.a. het onderling over leg verder zal kunnen plaats vinden werd de groote conferentie als het ware gesplitst in verschillende kleinere vergaderingen. Het doel dezer vergaderingen is tweeledig. Daaruit blijkt naar buiten, dat wij nog geregeld en on gestoord onzen arbeid voorzetten en naar bin nen hebben deze vergaderingen ten doel om het antwoord te zoeken in onderling overleg op vragen, welke door de nieuwe omstandig heden aan het werk der armverzorging wor den gesteld. Wat het verleden der kerkelijke armver zorging betreft, wees spr. op het feit, hoe de Federatie dezen arbeid heeft georganiseerd en daardoor ook voor anderen wegen heeft gewezen, hoe door de Federatie op dit gebied nieuwe wegen en methoden zijn aangegeveh, waardoor de oude bedeeling werd tot een broederlijke handreiking. Men moet niet ver geten, dat de Ned. Herv. Kerk dit alles als Kerk heeft gedaan. Wat de toekomst betreft, meente spr. dat men. evenmin als het werk der Inwendige Zending kan worden gemisl het werk der Diaconie zal ku^jen missen. Dit werk heeft een eigen stempel, welken het. niet zal kun nen verliezen. Het heeft een eigen roeping welke het van God ontving. De tweede spreker, de heer W. J Hem mes, van Utrecht, algemeen secretaris der Federatie, besprak -vervolgens: „Hef. Heden der Kerkelijke Armverzorging". De Diaconie is een centraal orgaan van broederlijk hulpbetoon in de Chr. gemeente en een verschijningsvorm der Kerk. Wie het zoo ziel riet dit werk in hooger licht Er is nog veel, waarvoor wij ons te schamen heb ben. Ook moeten allerlei bijkomstige kwes ties niet tot hoofdzaken worden gemaakt In de laatste jaren is er opgang naar de hoogte geweest. Tal van verbeteringen werden aangebracht in het werk, waarvan spr. de voorbeelden gaf. Hoofdzaak blijve, dat men bedenkt, dat het peil der gemeente het beste kan worden afgelezen naar den stand en den aard van het diaconale werk. Nadat de sprekers verschillende vragen hadden beantwoord werd de vergadering ge sloten door Ds Jhr. J. L. A. Martens Drievoudige heldenmoed van het Protestantisme Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze schrijft onder dezen titel in het kerkbeurtenblad voor Amsterdam en omgeving het volgende: „Ieder der Hervormers, die God heeft geroepen om in de verduisterde kerk zijn licht te doen schijnen, heeft zijn eigen stempel op de reformatie gedrukt. „Luther is de man van het verborgen, innerlijk leven, die het ook in het lijden der vervolging in eigen land uithoudl daar hij voelt God van harte te kunnen dienen, waar zijn vaderland is. En vele protestantsche lands- kerken en gemeenten deden als Luther, legden voor de machtigen der aarde stoutmoedig hun belijdenis af: „Ik kan niet anders", leefden in stormachtige tijden teruggetrokken, in ootmoed God vertrouwende, bij hun familiebijbel, of bloeiden, den steun genietend van wijze en vrome en machtige vorsten. Herinneren wij ons de veel geleden hebbende Boheemsche kerk, en Oostenrijksche- kerken, het bittere lijden van de Finsche en Baltische kerken. „Calvijn buigt zich voor God alleen, een onbuigzame ziel, die alleen voor Gods eer werkt. Hij is bereid om réeds vroeg den wan delstaf te grijpen en zegt met zijn blik de toekomst doorborend: „Mijn ware vaderland is daar, waar ik leven kan ter eere van mijn God". En andere protestantsche gemeenten wandelden naar het voorbeeld van Calvijn ven hun vaderlandschen bodera weg naar een land der Godsdienstvrijheid. Denken wij aan de psalmzingende scharen der Hugenoten, aan de Pelgrimvaders, aan de Nederlandsche en Hongaarsche kerken, aan de aanhcuigsrs van de patriarchengestalte van een Johannes Lasco en van een John Knox. „En Zwingli, hij voelde de verantwoordelijk heid van den herder, die de geloovige ge meente samenhoudt, en zoo Gods eer voor bereidt Hij is bereid voor het aardsche vader land, zelfs door den dood het hemeische vaderland te zoeken, omdat hij weel dat wij als kinderen Gods verantwoordelijk zijn tot den dood toe voor het ons toevertrouwde vaderland en voor ons volk. Naar het type van Zwingli waren er kerken, die in hun devies naast het „voor God en voor het ge loof", ook schreven ,,en voor het vaderland". Denken wij aan het vernietigde protestantisme in Frankrijk, België, Spanje, Italië, Polen, -aan de duizenden vermoorde en gekerkerde Huge noten, aan Willem van Oranje, aan de Hon gaarsche vrijheidshelden, aan de honderden protestantsche geestelijken die in den kerker en naar de galeien zijn gesleept. „Ziehier de drievoudige heldenmoed van het Protestantisme Luther heeft de apostoli sche en oer-christeliike vroomheid weer in het leven geroepen. Calvijn heeft de apostolische en oer-christelijke geloofsbelijdenis weer vervaardigd. En Zwingli versierde zijn tijd met het apostolische en oer-christelijke martelaar schap." Geef hen dézen winter een kans Nu U tijd in overvloed hebt,speel er uitzing er uit"overtuig U zelf van de schat aan schoonheid, die vervat is in deN bundels „Geestelijke Liederen uit de Schat van de Kerk der Eeuwen" en „De Psalmen van Israël". Jiig. A. Jongbloed n.v., Leeuwarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1