JUniore £dïtsdjf (üuurrutt
MIDDENSTANDSDIPLOMA*}
6
^ementsprüs
3 maanden In Lelden en ln plaatsen
ir een agentschap gevestigd ls 2 36
week 18 ct. Losse nummers 6 et
f bij vooruitbetaling.
entiep ryzen:
I ct per regel Ingezonden Mede-
lingen 46 ct per regel Minimum
egels Bewijsnummer 5 ot Bij coa-
•t belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bar. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Pos trek. 56936.
No. 6286
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1940
21e Jaargang
iEËRLEI SCHULD
jnt voor sommigen een liefkoos-
ld te worden om met critisch oog
bordeel te geven over het ver-
het Nederlandsche volk. Aan
en het sociaal gevoel moet toen
heel veel hebben gemankeerd,
illende groepen zochten slechts
Itheid en winst en voor de lei-
Jibgenooten: de regeering vooral
kik opzicht te kort.
Jte reeds verzwakt de kracht der
Int de boetprediker, die tegen-
ichuldige schare gaat staan, kan
naan niet sterk zijn, omdat de
f\ denken: Gij, prediker, daar op
iren plaats; hoe zijt gij en wie
f?
s, wij durven niet tegenspreken,
vele opzichten te kort geschoten
it ook ten deze geldt: „Wat is er,
'ige dagen beter geweest zijn dan
budt naar zulks niet uit wijsheid
Zelfs op sociaal gebied, waar
een vooraanstaande positie in-
er ongetwijfeld nog veel onvol-
pte was echter het egoïsme, dat
ons parten speelde. Het eigen
eeg bij ons allen een te groote
i dat eigenbelang is immer ge
n het materialisme. Als dit ons
cht heeft, zien we het gemeen-
&ng over het hoofd en komt de
|fde in het gedrang.
Üerlandsche volk staat in dit op-
luldig; het is goed, dat we dit
j elkaar bekennen. Maar onmid-
■ingt zich de vraag naar voren:
loende; zijn we daarmee gereed?
Ls schuldbewustzijn niet dieper
zal deze oppervlakkige erken-
[geen zegen brengen. Want het is
leerste plaats tegen de menschen,
Izen naaste, dat wij gezondigd
|bben G o d op 't hoogst misdaan,
1 van het heilspoor afgegaan;
j als onze vaders tevens.
dit in de eerste, feitelijk in de
laats is de zonde van het Neder-
volk en daarmee hebben wij deel
vereldschuld, die Gods toorn op-
n zijn straffend gericht over de
racht. Hierin openbaart zich de
te schuld en de geestelijke nood
jeslacht en ook de kerk staat daar
en, maar weet zich één met ons
rlijk is er velerlei onderscheid,
aanduiden als volkszonden zijn
iden van ieder persoonlijk. Het
b.v. is een verschrikkelijke en
iene re^e volkszonde; doch gelukkig
nel" eer velen, die het nalaten; hetzij,
on*- jj het onbeschaafd vinden (wat
och- inderdaad is), of, dat zij Gods ge-
„Gij zult den naam uws Gods
Uijk opheffen".
ontheiliging van 's Heeren dag
m al niet anders. Deze dag der af-
g wordt op allerlei wijze mis-
\i geschonden; hetzij door arbeid,
en veel meer door sport en spel
rermaak. Zeker, de overheid heeft
alingen en voorschriften gegeven
sing van arbeid, handel en publiek
maar zij kan en mag hoogstens
Ilgsrust bevorderen en de heiliging
eer te wenschen over.
in ongeloovige kringen? Helaas,
m ji reeds een voorbeeld, dat ook de
j^fechen zich mét de onkerkelijken
maken; de wereldgelijkvormig-
toe op schier elk gebied, niet het
WIj|t betreft de viering van den dag,
•nder aan Gods dienst gewijd. Het
>o ouderwetsch precies twee keer
kerk te gaan en zoo heel veel na
j wat de gezelligheid kan ver-
TElJa, het kwam al meer voor, dat
I morgens in devote houding ter
g, maar de middag werd bestemd
receptie, een wedstrijd, een zwem-
autotocht of iets dergelijks.
izakl"1611 is ons waarlijk niet oorbaar.
5 dei meer reden tot schaamte en ver-
^jging. Want aan de zijde der
te ben is steeds dubbele schuld. Ten
^.g^t men meedoet met de wereld en
tief in overtreding is; ten tweede,
tot naaste niet door onze Christe-
tot Christus getrokken
te b inderdaad zoo, dat de wereld op
k tpnenschen nauwkeurig let en zij
or<*jarin groot gelijk,
uitspreken is gemakkelijk;
TEhet buiten stormt
is het een behaaglijk gevoel warm
beschut binnen te zitten. Datzelfde
i gevoel zult U hebben als U Uw
POI bedrijfspand. Uw huis, Uw inboedel
op de kest denkbare wijze beschut
raa te?en de oorlogsstormen door ver-
zeltering biJ
ÖIW Molest-Risico
3126-130, A'dam (C), Tel. 47190.
Ptoor: R'dam, Schepenstr. 100,
j Tel. 45530.
STOOMSPUITEN SNELLEN NAAR DEN BRAND
De eerste stoombrindspult te Rotterdam in 1865.
(Foto J. Koomans.)
De techniek schrijdt zege
vierend voorwaarts
In 1865 schaft Rotterdam de
eerste stoomspuit aan
Van stoom- naar motortractie
v.
In het jaar 1865 doet een wonderljk
voertuig zijn intrede in de Rotterdamsme
straten. Het is de eerste stoomspuit, die kij
brandalarm hijgend en puffend zich een wg
baant naar het gevaar. Een nieuwe perioie
is aangebroken in de brandweergeschiedefls
van Rotterdam. Was tot dusver uitsluiteid
de slangenbrandspuit in gebruik bij het
brandblusschen, na 1865 verschijnt moderrar
materieel ten tooneele. De stad gaat mit
haar tijd mee. De techniek viert haar trion-
fen en men slaagt er in den ouden vuurvijard
steeds doeltreffender te bestrijden.
We kunnen ons voorstellen, dat onzi
voorouders met argwanende oogen de eerst»
stoomspuit hebben aangestaard, 't Was ooli
een heele overgang van de slangenbrandspuii
naar de stoomspuit 't Moest eerst ev
nenl Trouwens, het had al heel wat voeten
in de aarde gehad, voor de gemeente tot
aanschaffing van de eerste spuit besloot. Onze
vroede vaderen waren ook in die jaren al erg'
op de penning en zij gingen nooit over één
nacht ijs. In het Rotterdamsche Gemeente
archief aaQ de Mathenesserlaan ontdekten
we in oude stukken en papieren, dat reeds
in 1860 het Gemeentebestuur er over dacht
een stoomspuit aan te schaffen. In dat jaar
werd namelijk aan den gemeenteraad een
rapport ter inzage verstrekt van den Neder-
landschen consul te Cincinnaty in de Ver-
eenigde Staten, waarin deze uitvoerige bij
zonderheden verstrekt over het gebruik "'an
de stoombrandspuit aldaar. Korten tijd Tater
lezen we echter, dat met genoegen inzage
was genomen van dit rapport, doch „dat het
gebruik te Rotterdam van deze spuiten nog
niet in overweging kon worden genomen".
Door welke motieven het Gemeentebestuur
bij het nemen van dit besluit wer'' geleld,
konden wij met geen mogelijkhe: -vaar
worden.
Vijf jaar later.
Vijf jaar later blijkt men intusschen vol
komen van gedachten veranderd te zijn. In
de vergadering van den Gemeenteraad van
24 Maart 1865 wordt namelijk besloten van
de firma „Merryweather and Sons" te Lon
den een stoomspuit aan te koopen en de
gelden daarvoor te vinden uit de onvoorziene
uitgaven. De spuit kostte het voor die dagen
niet onbelangrijke bedrag van f 15,000. In
dezelfde vergadering werden B. en W. ge
machtigd onder voorwaarden beproeving met
centralisateurs in het werk te stellen.
In Augustus 1865 werd besloten de eerste
stoomspuit, waarvan men bij dit artikel een
afbeelding aantreft, te plaatsen bij het ooste
lijk stoomgemaal. Er zou daar door Plaat
selijke Werken een gebouwtje in eigen beheer
worden geplaatst. Tot stalhouder werd be
noemd de heer J. Kok, met wien een voor-
loopige overeenkomst werd afgesloten.
De eerste stoomspuit was uiteraard nog
n veelszins onvolkomen apparaat. De ver
wende mensch van den modernen tijd ziet
met één oogopslag. De spuit moest ge
trokken worden door sterke paarden, zij had
uitzonderlijk hooge wielen, kortom er bleef
veel te wenschen over. En toch beteekende
deze eerste stoomspuit weer een belangrijke
schrede voorwaarts op het gebied van de
brandblusscherij.
De techniek schrijdt voorwaarts.
Als er één schaap over den dam is, volgen
er meer, zegt het spreekwoord. Zoo was het
ook met de stoomspuit. Toen de spuit aan
de verwachtingen voldeed, ging men er toe
over meerdere ervan aan te schaffen. De
nieuwe vinding werd inmiddels geperfection-
neerd, gelijk men kan zien op de tweede
foto, waarop de stoomspuit is afgebeeld, die
later te Feijenoord was gestationneerd. Ook
deze stoomspuit kon zich nog niet op eigen
kracht voortbewegen, doch moest getrokken
worden door paarden. Doch men ziet het
groote verschil. Het materiaal is al veel
solieder, en kan een stootje verdragen.
Wanneer in vroeger dagen de stoomspuit
uitrukte, was dat een evenement zonder
weerga. Reeds op grooten afstand hoorde men
de spuit met oorverdoovend geraas aankomen.
Briesend en snuivend stoven de schichtig ge
worden paarden langs den weg. Voortdurend
werd de bel geluid, want van de alarm
sirenes, die wij nu kennen, was toen geen
sprake. Het was geen wbnder, dat de stoom
spuit tijdens de rit naar den brand heele
volksbuurten in opschudding bracht en de
consternatie onder de menschen hielp ver-
hoogen.
Bij voorkeur plaatste men de stoomspuit
vroeger bij een gemaal. Men zorgde,-dat er
altijd heet water bij de hand was. Op weg
naar den brand zorgde de stoker, dat de spuit
direct kon werken, als men de plaats van
bestemming bereikte.
Toch waren ook hier de omstandigheden
zelfs de wakkerste brandweerlieden wel
eens de baas. 't Is eens gebeurd ter
geruststelling zeggen we er bij: niet in
Rotterdam! dat een stoomspuit in volle
vaart bij. het nemen van een scherpe
bocht het rooster met het vuur verloor.
De stoker schreeuwde moord en brand
om de aandacht van den bestuurder te
trekken om hem te doen stoppen. Maar
de spuit snelde voort, tot zij op het ter
rein van den brand tot stilstand kwam.
Een vergeefsche rit, want de spuit wei
gerde natuurlijk te werken, daar de ketel
zijn werk niet kon doen.
De vliegende Mercurius.
Het kon niet uitblijven, dat er op een
goeden dag' ook een stoomspuit zou ver-
schijnën, die op eigen kracht zich kon voort
bewegen. Oudere Rotterdammers zullen zich
het toestel nog wel herinneren, dat met
petroleum werd gestookt en den bijnaam
kreeg „De vliegende Mercurius". De paarden
konden nu op stal blijven staan en men be
reikte het doel veel sneller dan voorheen.
Volmaakt was deze vinding echter ook al
weer niet. Een bezwaar was o. a., dat het
petroleumgebruik een alleronaangenaamste
lucht verspreidde. De spuit stonk letterlijk
een uur in den wind!
In den loop der jaren hebben in Rotterdam
vier stoomspuiten dienst gedaan, die op ver
schillende punten in de stad waren ge
stationneerd. Men kan niet anders zeggen,
dan dat de Rotterdamsche Vrijwillige Brand
weer uit deze stoomspuiten gehaald heeft, wat
er in zat. Zij gebruikte het materiaal, totdat
het vrijwel geheel versleten was, en boven
dien technisch geheel uit den tijd was geraakt.
Het was dan ook de hoogste tijd, toen de
Gemeenteraad in 1928 besloot tot de aan-
sohaffing van modern, groot materieel vol.-
de brandweer. Het stoompompmaterieel met
stoom- paardentractie" ging er uit, de
motortractie kwam er voor in de plaats. Sinds
ruim tien jaren beschikt Rotterdam nu over
een uiterst modern geoutilleerde brandweer,
die met de beste van Europa kan wedijveren.
Doch voor we daar iets meer van vertellen,
moeten we eerst nagaan, op welke wijze de
Vrijwillige Brandweer zich sinds 1860 telkens
wist aan te passen aan de gewijzigde om
standigheden.
I 26 October, 1. 9 c
i bUd
Vervolg van de eerste kolom
een belijdenis gestalte geveh in het dage-
lijksch leven is moeilijk, maar plicht. De
wereld verwacht in deze onrustige tijden
bij de kerk, d. i. bij de gemeente van Chris
tus, geloofszekerheid te vinden. Als wü
daarbij onze verantwoordelijkheid kennen,
belijden en beleven, dan heeft het Chris
tendom juist nu een kans als nimmer te
voren. Want ook voor het Nederlandsche
volk geldt, wat Psalm 81 zegt:
„Maar mijn volk, helaas,
sprak Mij altijd tegen;
't was verhard en dwaa.
't Heeft Mij niet gewild,
schoon Ik, goed en mild
Klaar stond met mijn zeg'.
Dat mijn volk naar Mij
eindelijk wilde hooren!
Veilig ging 't en' vrij;
't zou, door Mij gevoe»
vinden overvloed
rijker dan te voren!"
De rtoomspuit, xooals dii
Bond van Luthersche kerkeraden
De positie ren den ouderling.
De bond van rechtzinnige Luthersche pre
dikanten, kerkeraden en kerkeraadsleden ver
gaderde te Utrecht. De opkomst was grooter
dan ooit.
Ds. G. J. D u y v e n d a k sprak een ope
ningswoord. Daarna hield de voorzitter,
ds. W. J. Kooiman, een lezing over „De
positie van den ouderling in de Nederland
sche Luthersche kerk".
Na een inleiding over de plaats en taak van
den presbyter in de oude Christelijke kerk,
waarbij spreker er op wees, dat zoowel de
presbyteriale als de episcopale kerkinrichting
op grond van de Nieuw-Testamentische ge
gevens verdedigd kan worden, betoogde hij,
dat de vraag aangaande de kerkregeering
voor de Luthersche opvatting geen belijdenis
zaak is. Wanneer in Duitschland en elders
veelal landskerken ontstonden en min of meer
episcopaal geregeerde kerken, was dit uit
practische motieven en niet op principiëele
gronden. Nederland is 'echter het eenige land,
waar de ouderlingen van oudsher in de
Luthersche kerk een belangrijke plaats in
nemen. (Daarnaast ook de Luthersche kerken
in Amerika, maar deze stammen uit Neder
land en namen de Nederlandsche inrichting
over). Aan het historisch inzicht van prof.
Pont hebben wij te danken, dat wij weten,
hoe de eerste Luthersche gemeenten in de
Nederlanden hiertoe kwamen. Deze inrichting
stamt uit-de gedachten van den hervormer
Joh. Brenz en werd door de Nederland
sche Luthersche huisgemeente in Antwerpen
en door de Nederlandsche Luthersche vluchte
lingengemeenten in Aken, Keulen en Wesel
in praktijk gebracht. In het eind van de zes
tiende eeuw werd ze door de gemeenten in de
Noordelijke Nederlanden overgenomen. Men
zag het zoo, zooals spreker met voorbeelden
uit de oudste kerkordonnanties aantoont, dat
de ouderlingen, gedeputeerden der gemeente,
in een land, waar de overheid Roomsch of
Gereformeerd is, de plaats innemen van den
magistraat. Dit ouderlingschap berust dus niet
zoozeer op bijbelschen of historischen grond,
maar is een tijdelijk waarnemen van de func
tie, die eigenlijk aan de overheid toekomt; zij
wordt zoolang door enkele voorname leden
der gemeente waargenomen „totdat de over
heid Luthersch is".
Oorspronkelijk werden de ouderlingen ieder
half jaar nieuw gekozen, althans te Amster
dam, (te Middelburg werden zij gedurende
twee eeuwen door het lot aangewezen uit een
groslijst). Langzamerhand begon hun positie
zich te verstevigen toen men ging verstaan,
dat er geen kans was op een Luthersche over
heid en toen het stemgerecht der gemeente
steeds meer fictief werd en de ouderlingen
practisch zichzelf coöpteerden. Vele voorbeel
den haalde spreker aan van de verhouding
tusschen ouderlingen en predikanten. De eer
sten vormden de kerkregeering en erkenden
de predikanten slechts aLs leerstand. Dikwijls
gaf dit moeilijkheden, vooral wanneer predi
kanten uit Noord-Duitschland overkwamen,
die vaak zeer afwijzend stonden tegenover
deze figuur van den ouderling. Eerst door den
steeds stijgenden invloed der diakenen ver
dween langzaam de exclusieve macht der
ouderlingen, totdat bij de reorganisatie van
1818 onder Willem I de kerkeraad als zoo
danig werd ingesteld.
In vele Luthersche gemeenten zijn de ouder
lingen in zooverre trouw gebleven aan hun
historische positie, dat zij zich slechts kerk
meester gevoelen, waardoor hun geestelijke
taak in de schaduw komt te staan. Met enkele
richtlijnen en wenschen in dit opzicht besloot
spreker zijn referaat, waarop een discussie
volgde.
In de middagvergadering lichtte ds. H.
S n ij d e r te Arnhem een door hem ontwor
pen concept-reglement op het hulpprediker
schap toe. Na uitvoerige bespreking werd be
sloten deze zaak in studie te houden. De ver
schillende commissiën brachten rapport uit
over hun werkzaamheden. Het bureau voor
predikdiensten-bemiddeling bleek in een be
hoefte te voorzien. Het wordt verzorgd door
ds. J. G r o n 1 o h te Deventer. Nadat door
ds. J. P. van Heest te Amsterdam nog
enkele mededeelingen waren gedaan over den
stand van de fusie-onderhandelingen met de
Hersteld Evangelische Luthersche kerk, sloot
de voorzitter de vergadering met dankgebed.
DE STIJGENDE GRONDPRIJZEN
Niet in alle opzichten
verkeerd
Zooals we hebben kunnen lezen heeft
dr. Fischböck op een vraag over de stijgende
grondprijzen in ons land medegedeeld, dat
weliswaar van Nederlandsche zijde nog geen
aandrang was uitgeoefend om in te grijpen,
maar dat hij van oordeel was, dat ingrijpen
toch wel gewenscht is. In Duitschland zijn
geen kapitalistische grondaankoopen en spe
culaties in grond mogelijk.
In verband hiermede heeft „Ons Platte
land," het orgaan van den Christelijken
Boeren- en Tuindersbond een artikel ge
schreven waarin gewezen wordt op het feit,
dat thans precies het tegenovergestelde ge
beurt als in 1918 tot 1923.
„Toen verkochten de kapitalisten en wer
den de boeren practisch gedwongen tot
koopen. Thans verkoopen de boeren voor
hooge prijzen aan de kapitalisten. Dat is voor
de boeren, zoo gaat het blad voort, voor
zoover ze geen onbezwaard eigenaar zijn,
een zegen.
Ze kunnen zich nu ontdoen van hun veel
te zwaren schuldenlast en nog een gedeelte
terugkrijgen van hun in gedachten reeds ver
loren geld.
Het karakter van de grondverkoopen dat
nu plaats vindt is zoo goed als uitsluitend
dat van zwaar belaste eigenaren, die zich
ontdoen van een last die hen jaren drukte,
waarvan ze nooit verlossing mogelijk achtten
en voor wie de ochtend der bevrijding nu
gaat gloren.
Dit tegen te houden om redenen van
ideologischen aard zouden we in hooge mate
bejammeren.
Het zou ook zeer onbillijk zijn.
Men denke zich den toestand goed in.
Jarenlang is de pachter zorg geweest voor
de regeeringshulp. Crisispachtwet, gewone
pachtwet, laatstelijk het pachtprijsopdrijvings-
besluit hebben telken? de Dositie van den
pachte' verbeterd.
Voor den hypotheekboc is nimmer iets
gedaan behoudens het zeer weinige wal de
Hypotheekcommissie wil doen."
Toch ziet het blad wel bezwaren in de
thans hoog opgezette prijzen o. a. de nadeelen
voor den boerenstand van hooge prijzen, die
stijgen boven de gebruikswaarde van de ver
mogensbelasting.'
„Vooral bij sterfgeval is het voor de op de
boerderij blijvende een bezwaar indien de
grond hem hoog aangerekend moet worden.
Kan er iets geschieden om deze euvelen te
verhelpen, we zouden dit toejuichen.
Indien echter maar vaststaat,
dat ongehinderd plaats mag heb
ben de verkoop van grond van
eigen boeren aan kapitalisten
met daarbij een rede lij ke pacht
overeenkomst waardoor hij op de
boerderij blijft. (Wij spatieeren. Red.)
Elke verkoop van dezen aard is een zegen.
Het is het slaken van ketenen waarmede de
boer gebonden was. Het maakt hem weer tot
een boer die zich bewegen kan."
Maar bij den tuinbouw, staat de zaak iets
anders, aldus, „Ons Platteland."
„In de eerste plaats is althans in den inten-
sieven tuinbouw het belang, dat de gebruiker
eigenaar is, veel grooter. De groote bedragen
die geïnvesteerd zijn in kassen, serres en
warenhuizen, maken het wel gewenscht dat
hij eigenaar is.
In de tweede plaats hebben de verkoopen
in den tuinbouw een geheel ander karakter
dan in den landbouw. Hier zijn het niet uit
andere beleggingen vluchtende kapitalisten
die koopen maar tuinders. In 't algemeen
financieel zwakke tuinders die bij der. ge-
ringsten omslag in de zeer ongezonde conjunc
tuur van thans tot over de ooren in de moei
lijkheden zitten.
Indien hieromtrent iets gedaan kan worden
zouden we dit aanbevelenswaardig vinden.
Al zal ook hier rekening gehouden moeten
worden mei de verlossing welke de stijgende
prijzen van den tuingrond beteekenen voor
vele tuinders."
In een volgend nummer komt het blad dan
ook op tegen algemeen werkende bepalingen,
hoewel het 't wel „aanbevelenswaardig acht
als er middelen gevonden konden worden
waardoor de hypotheekboer kan verkoopen en
voor redelijken prijs pachten, terwijl tegelijker
tijd kon worden voorkomen, dat hel algemeen
peil van de grondprijzen stijgt".
ren. Als hypotheekboeren zich zullen
kunnen ontdoen van hun veel te zwaren
schuldenlast, dan kan dit niet anders dan
bij stijgende grondprijzen, zooals het blad
in het artikel beweerde. Alleen bij vrije
verkoop zal er sprake kunnen zijn van
beduidende stijging der prijzen, zoodat
dus geen sprake kon zijn van hulp voor
de hypotheekboeren als er maatregelen
genomen waren om te voorkomen dat he»
algemeen peil der grondprijzen stijgt.
Iets anders is het als hypothecair crediet
beperkt wordt zooals sommigen voorstaan en
waartegen „Ons Platteland" geen groot be
zwaar heeft, maar het zal, dit zijn we met
het blad eens, niet veel helpen tegen opdrij
ving der grondprijzen.
Ook tegen een bepaling, dat de koopprijzen
van den grond gebracht worden onder de
prijsopdrijvingsbepalingen heeft het blad geen
bezwaar, als dan maar uitgezonderd worden
„alle verkoopen, waarbij de bezwaarde eige
naar verkoopt en tegen redelijke voorwaarden
aL« pachter op zijn boerderij of tuinderij kan
blijven.
Indien men bij eventueele bepalingen van
dezen aard onvoorwaardelijk deze soort ge
vallen buiten de regeling zou laten, is er iets
voor te zeggen, in dezen zin een regeling te
zoeken.
Intusschen. zoo conludeert O. P. zal het wel
groote moeilijkheden opleveren, precies uit
te maken wat voor elk geval het peil in 1939
(het jaar dat het blad als norm zou willen
aannemen) is. Verkoopen komen niet in zoo
talrijke mate voor, dat men daarin voldoende
aanknoopingspunt zou vinden."
DE VERDUISTERING
In net Delang van de na
de Depalingen ten aanzien v.
duistering
Zonsopgang 24 Novemb. 9 i
Zonsondergang 24 Nov. 17
viaansondergang 24 Nov. 15 i
vlaansopgang 25 Novemb. 3 i
ir 50 min.
kwartiei
Oi'lihan
HUISVROUWEN
Met EEN PAK
BLU-M FAX
doet MEER dan met 20 stukken zeep!
Doet Uw voordeelSlechts 29 cent per pak.
In elk pak GEBRUIKSAANWIJZING
met tal van NUTTIGE WENK EN l
Verkrijgb. bij alle warenhuizen en drogisten
,G R E V O S" HANDELMAATSCHAPPIJ
Nieuwland 6 a Tel. 38169 Rotterdam
Studeert U voor het
MnnuMrtnrfnhreve)
Manufacturenbrevet j
Kruideniersdiploma
RESA - ARNHEM
(Bekende Schriftelijke Cursus).
Onze cursisten slagen met de hoogste cijfers
Geslaagd voor het Middenstandsdiploma, met
53 punten.
Rotterdam. H. M. HARDENBOL.
HIermde bericht ik U, dat ik de vorige week
geslaagd ben voor het Middenstandsdiploma
met een cijferlijst van 53 punten, n.L: Boek
houden 8, Handelskennis 9, Ned. Taal,
Handelscorrespondentie 8, Handelskennis '0,
Bedrijfsleer 9, Rechts- en Wetskepnis 9.
Zuidhorn. J. W. LUTH.
Geslaagd voor het Middenstandsdiploma, met
een zeer mooie cijferlijst. Vriendelijk dank
voor» de prettige samenwerking en de
mooie lessen.
Wervershoof. H. J. DE HAAN.
HLG.FRIESCHELEVENSVERZ.-My
LEEUWARDEN
BURMANIAHUIS
VAN 1845
AMSTERDAM, VAN BRIENENHUIS
De handelsbesprekingen te
Batavia
Moekai zal in Japan een tusschen-
tijdsch rapport uitbrengen
Domei meldt uit Tokio:
Tadaharoe Moekai, de. leider vaii het
incern Mitsoei Boessan Kaisja, een der
grootste Japansche handelsorganisaties, die
naar Nederlandsch-Indië was afgevaardigd,
vertrekt vandaag uit Batavia met het s.s.
Awajisan Maroe, om naar Tokio terug te
keeren en aan de betrokken Japansche
handelskringen een tusschentijdsch rapport
uit te brengen over de besprekingen te
Batavia.
Men zal zich herinneren, dat Moekai onlangs
met petroleumondernemingen te Batavia een
overeenkomst heeft gesloten. Hij deed dit als
vertegenwoordiger van Japansche zaken-
belangen.
Teneinde de onderhandelingen met Neder
landsch-Indië gedurende de afwezigheid van
Moekai voort te zetten, heeft Milsoei Boe.-an
besloten zijn directeur Yosaboero binnenkort
naar Batavia te zenden.
Stookverbod voor het telen van
warmoezerijgewassen in kassen
Volgens een in de Nederlandsche staats
courant gepubliceerd besluit van den secre
taris-generaal van landbouw en visschenj is
met ingang van gisieren het telen van war
moezerijgewassen in kassen, serres en waren
huizen, waarin gestookt wordt, verboden
Dit verbod geldt niet, indien, net telen uit
sluitend geschiedt voor het verkrijgen van
plantgoed van warmoezerijgewassen.
Het verbod geldt tot 1 Januari 1941.
Pijp Tabak
*Taconïs - Leeuwarden