Jliruun* gritedft (tfouraitt NIEUW MOLEST-RISICO <ment8prii» I maanden in Lelden en In plaatsen icnerir *SentgchaP gevestigd ls 236 week 18 et. Losse nummers 5 et 'lag^flWerT vooruitbetaling. ond per vai is het ruw» iet «hniwentieprijzen: Heden aih ct^33G Pj ct per regeL Ingezonden Mede- >ond; 127' jongen 46 ct per regeL Minimum ■rdines I5egeir Bewijsnummer 8 ot BIJ oon- 1 belangrijke korting Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na 6 uur 23166). Postbox 26 Postrek. 58930. No. 6280 ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940 21e Jaargang pvaar ;bichteÉ PLICHT DER DANKBAARHEID iV'Mangrflt niets ongeestelijks in om, nu ng offxie^ienstoefeningen door de week handelsvj°8eliJk ziJn' °P Zondag Ml de Noorsche )eenkomst der g^rneente dank- t Jaariyks/iet gewas te houden. Immers, op lrdwid?*Wordt ook gepreekt over de bede H,ÜKT heden ons dagelijksch brood" en a?jaar kwi 3ers 3,51 g mag en moet er dus ook voor utéït!1I1o.iavorden- **et is juist 200 n groot scha h' ^at °°'C met °nZe ^a®e^k" Tfeljjke nooden, tot God mogen leef^btfi0111 vervulling en bevrediging ^bes^eM*3®611' deid. 'eft met materialisme niets te n techni^et ®aat er ju*st teSen 'n- kun sehe «t0Herderlijk Schrijven" zeggen de °e Er*eidsche bisschoppen der R.K. Kerk: «*tred«n kanten wordt de wereld bedreigd «she staai naturalistische en materialis- jvensbeschouwing, waarin voor s als haigeen piaats is. Ons geloof mag it" met*Si een uiterlijke sleur van vrome euVrsChin n' maar ^et moet °ns geheele »ser. *o.i een bezielende kracht doordrui len Dnj#schenkt ons de zekerheid, dat wij :ng :i d^en blind toeval zijn overgeleverd, •n de er een ^od ^estaat» dien wij niet J. dat ast lichamelijke oogen kunnen zien, ligt. gereid geschapen heeft en immer leidt en bestuurt." RT iden en besturen heeft niet alleen iov. worng op groote gebeuren in de ué AIb,°P krijgsoperaties en diplomatieke f^wró.'iaar ook op het groeien van het B^irJj*t&s, op het rijpen van vruchten ,i struik, op het gedijen van den k.T«31, op zonneschijn en regen. En hoe WlJ#rfe^üastijding van het menschelijk ge- oU: Mo<ok gaat, hoe zwaar de oorlogsram- "tschian.'ook treffen, geen oogenblik vergeet iber voo£ek)fte aan Noach gedaan: de aarde a,,e laar gewas voort, nu, gelijk immer, alia V* in vele landen en in de gezinnen mrnhenvervdoed zÜn- ket bescheiden deel •^akw8 n'et ontbouden; er is nog brood 2rdam; jen eter en straks zaad voor den a. Schut 103, w'a past de vraag, of de Christenen e"en niet te veel bidden en te weinig ..Bidt zonder ophouden" en „dankt en be?alles". Inderdaad, maar onder, bid Titiaan^slaan al te Vee^ 'e*s van Go<* i voor ons zelf; het is te weinig ngÜ?*" 60 pr^zen van Gods goedheid Ruijterid» een danken voor zijn genade ^nf^jdadigheden. En daarom is het zoo erweg^ at wij althans één keer per jaar een *scW£l dankuur voor het gewas houden, töesch; ieer wjj zuiks doen in de rechte b en op Schriftuurlijke wijze, dan anisni«/i wij daarmee, dat onze God niet mere^e eeni?e wereldbestuurder is, maar >d m H a^so^ute eigenaar van „het vee op rrwterd»! bergen" en al de rijkdommen op differ de aarde en dat wij uit zijn hand, ouwbóxlde Vaderhand gevoed en onderhou- >:«s«nOrden. :«v°j<rZe tijden heeft dat als wij het zoo mogen ook een praktisch voor- uddagslndustrialisatie en mechaniseering beid® een de€* der menschheid menig te de waan gebracht, dat noch de inberfi, noch wij van het veld gediend n. En nu is het ons weer o zoo dui- idjS*" s geworden> da* de eerste en oudste it. bewen toch nog altijd de voornaamste Iet menschdom kan niet leven, wan- liet de aarde bebouwd en het vee seerd j wordt; zoodat „het brood uit de laardirvoortspruit", de wijn „het hart ver- fn; G en „de vettigheid onze spijze smou- PaSt:?akt"- i Meyj» erkenning leidt er ook van zelf toe l»urjfer waardeering en achting te koeste- laaa- /0r werk van ken> die °P ^and zee, in tuin en wei voedsel kweeken vu. ^"zamelen. Deze waardeering, zoowel :1 als financieel, liet in vorige jaren "a*i^ns wat te wenschen over; al voegen :ath«- onmiddellijk aan toe, dat er in de ist; e halve eeuw een merkbare omme- ohan£ek°men was- De zoon of dochter, die 'eie. aio-school of de H.B.S. bezoekt, ver- —4 tegenwoordig niet zoo gauw meer -oeger, dat vader op het land werkt, 3oer of tuinder is. zijn dankbaar voor dezen vooruit en wij verheugen er ons over, dat de telijke groepen in ons land in dit op- j niet minder dan anderen goed werk 5n verricht. br de eer van den arbeid en den der heeft het Christendom immer i gehad, al waren de oogen niet steeds wijd open en al deed ook menig iten in zijn persoonlijk leven gaarne oogen dicht. De Bijbel en dus ook iijbelsche preek zweeg er niet over roote, Christelijke volksleiders hebben LAMBARENE EN SCHWEITZER Bommenwerpers cirkelden boven posten van barmhartig heid in'het oerwoud Die twee namen zijn in de Zendingsgeschie denis der twintigste eeuw onafscheidelijk ver bonden. Er zal een huivering door veler ziel gegaan zijn, toen onlangs bekend werd. dat zelfs het prachtige werk van dezen pionier niet veilig meer is voor het oorlogsgeweld. Een moeizame en slechts door geloofskracht te voltooien zendingsarbeid van vele iaren (m 1913 ging Albert Schweitzer voor het eerst naar de nederzettingen aan de Ogowe-rivier) kwam onder het bereik ven bommenwerpers en orize lezers behoeven geen enkele toelich ting om te weten, wat dit beteekent. Hot merkwaardig? hierbij is nog, dat Schweitzer niet voor het eerst met de oorlogsgevolgen Albert Schweitze. kennis maakte, wan\ vier ja:r na zijn aan komst (in 1917) is hij al geïnterneerd geweest door de Fransohen, eerst in tambarene zelf, later in de Pyreneeën en weer later bij Avig non. In Juli 1918 werd hij metzijn vrouw (d:c in 1913 reeds was meegetrokken, nadat zij in 1912 gehuwd walen) als geïnterneerden uitge wisseld en keerden zij naar Günsbach terug, waar Schweitzer^ vader-predikant is geweest. Om zich eert indruk te vormen van den medischen Zendingsarbeid, door dezen bui tengewoon taleitvollen man in het verre Afrika begonnen, moet men weten, dat Lam- barene 300 K.M. verwijderd ligt van de kust. Het land is vrijviel oerwoud (dat o.m. maho niehout levert). Nadat in 1918 het door Schweitzer gebonvde (men neme dit ongeveer letterlijk, want let was daar geen geëffend bouwterrein met architecten en betonmolens) ziekenhuis moestgesloten worden en zes jaren verlaten bleef, verd het in 1924 heropend. Schweitzer had ntusschen professoraten af geslagen (in Leiéen en Zürich) en had door middel van de opbrengst zijner concerten hij is meester op het kerkorgel geld ver zameld, om met energieke durf, zijn taak in Lambarene te kinnen hervatten Hij vond de groote bamboehu.ten, waarin de zieke inboor lingen gehuisve.T werden, in elkaar gestort of vergaan. In 1925 waren alweer drie artsen en twee verpleegsters aan 't werk. Schweitzer was echter lang tiet voldaan met een zieken huis voor 40 patënten en bouwde het com plex uit, tot er een capaciteit van 150 bedden In het najaar tan 1925, terwijl reeds hon gersnood heerschie, brak in Lambarene een dysenterie-epidemie uit. Dit maakte noodig, het ziekenhuis te verplaatsen, en de man, die als theoloog-missionaris-medicus-imusicus reeds een uitzonderlijk sterke figuur was, bleek nu ook talenten als bouwmeester te be zitten. Na anderhalf jaar was 3 K.M. verder stroomopwaarts een nieuw hospitaal verrezen. In 1927 kwam Schweitzer ten tweeden male naar Europa, o.a. ook naar ons land, (waar OE VERDUISTERING i het belang van de naleving van s bepalingen ten aanzien van de vcr- uistering onsopgang 17 November 9 uur 5 min ensondergang 17 Nov. 17 uur 45 min. Iiansopgang 17 Nov. 19 uur 52 min. Iiansondergang 18 Nov. 11 uur 17 min. evenzeer als humanistische voorgangers het recht van den arbeid en van den ar beider verdedigd. Alleen maar, er was principieeLverschil. Niet alleen in dit opzicht, dat een der mo derne groepen den klassenstrijd predikte, welke van meetaf door de Christelijke or ganisaties van patroons, maar ook van ar beiders verworpen werd. Diepgaander kwam het verschil uit in de principieele overtuiging, welke aan die verwerping ten grondslag lag en waarom gesproken werd van „de Ch r i s t u s èn de sociale noo den" en waarom b.v. een man als Talma ,de vrijheid van den arbeidenden stand" fundeerde op de leer der Heilige Schrift. Wij hebben meer dan genoeg aan de praktijk yan het oude Christendom, dat op een eeuwenouden staat van dienst kan wijzen en nog immer Christenen en onge- loovigen opwekt en aanspoort om verder aan op dezen weg van gerechtigheid en barmhartigheid; van naastenliefde, om dat God het wil. Wij vreezen maar al te zeer, dat het nieuwe socialisme vast zal loopen in bo demverbondenheid, wat zeker niet af te keuren is, als deze maar ondergeschikt en afhankelijk gêmaakt wordt van geloofsver- bondenheid aan Christus, den Heer der wereld. Terecht zegt Psalm 107: God maakte ook woestenijen tot stad en [vruchtbaar land, waar mensch en dier gedijen, en waar [men zaait en plant. Alwijs is Gods beleid! Looft dan den IHeer gestadig! Looft Hem in ?id, want Hij is [ons genadig. men zich zijn schitterende orgelconcerten en zijn persoonlijke Bach-opvattingen zal herin neren) en naar Zweden en Duitschland. In November 1929 ging hij voor de derde keer naar zijn geliefd Lambarene. Laten wij nu trachten eenigen indruk te krijgen van het eerbiedwekkende pioniers werk, dat de thans 65-jarige Schweitzer als exp<orant van oerwoud, maar ook als baan breker bij een zeer primitief volk heeft moe ten verrichten. Men moet het zich maar eens pogen in te denken: een ziekenhuis bouwen met één (inlandschcn) timmerman, en dan eerst een weg openkappen om opmetingen te doen, terwijl 'ie Weg met behulp van een kompas moet ontdekt worden. En dan is er nog te rekenen met.... roode mieren, die in klompen aanvallen op „indringers". In kano's trekt men naar het bouwterrein; „men", dat zijn de begeleiders van patiënten, die soms van vele uren ver naar Lambarene komen, en voorts herstelde zieken. Inmid dels is de hongersnood toegenomen en de rijst, die uit Europa naar Kaap Lopez wordt aangevoerd, raakt op. Hoort Schweitzer in de verte een boot fluiten, dan moet hij er gauw met een motorboot op af om zijn deel van de rijst in handen te krijgen. Het arbeidsloon der bouwers bestaat uit voedsel en geschenken in den vorm van lepels, bor den, messen en dekens (alcohol en tabak wil hij niet geven); vooral messen, die de negers aan een koord om hun nek dragen. Met.... vijftien arbeiders is de moedige man dit werk begonnen. En daar om 6 uur de duisternis terstond invalt (men is aan den aequator), moet de terugtocht in kano's reeds 's middags een aanvang nemen. Een en ander loopt vlot (voorzoover men dit woord bij zulk een be volking kan toepassen), als geen tornado het v/erk onderbreekt. Na dagenlangen voorarbeid met het kappen van zware, hardhouten boomen (de slangen nestelen zich graag tusschen de opgetaste houtstapels), waarbij de oliepalmen uitge spaard en van hun dikke vacht slingerplanten bevrijd moeten worden, moet een veelsoor tige aanplanting gereed gemaakt worden: bananen, zoete aardappelen, aardnoten, broodboomen, rijst, koffie en cacao. Nu komt aan de orde het bouwen zelf. In plaats van bamboehutten met bladerdak moeten er permanente gebouwen komen, anders vernield de tornado onophoudelijk het bebouwde terrein. Gekozen werden barakken van golfplaten met balken van hardhout. Die barakken moeten op palen rusten, want de hoog opkomende vloed zou bij storm de tot wilde stroomen geworden ze aldra ondermijnen en meeslepen, terwijl beken de barakken ^veneens zouden bedrei gen. Die palen moeten gehaald worden 25 km stroomopwaarts; de plek ligt aan een bergbeek met zware stroomversnellingen. Verder moeten de palen een weinig verkoold worden om ze duurzaam te maken. Van de 2 3 meter lange en 30 cm dikke palen ALG. FRIESCHE LEVENSVERZ.-MY LEEUWARDEN BURMANIAHU1S VAN 1845 AMSTERDAM, VAN BRIENENHUIS BEIDER GARANTIE VOOR ALLE VERZEKERDEN maakte Schweitzer (u wilt er wel om denken professor-dokter-zendeling-musicus) twintig tot dertig klaar. Ze zijn zóó zwaar, dat acht man noodig zijn, om er één te ver plaatsen. Op 5 Februari 1926 was de eerste bouw loods gereed. Terstond daarna werden de palen voor de eerste ziekenbarak ingeslagen, 25 meter wordt zij lang en 5 m breed. Daar zal de timmerman huizen, die dan niet meer 2 uren per dag kwijt is met heen en weer varen. Allengs komen ér meer timmerlieden (o.m. twee geleend door den pater van een genabuurde R.K. missie). Eiken dag moet Schweitzer erbij zijn, want zonder toezicht verknoeien zij den boel of gaan lijntrekken. „Erbij" houdt ook in, dat hijzelf in het paal gat moet gaan staan, om te bereiken, dat de paal zuiver gesteld wordt. .Als men nu weet, dat het einddoel van dit alles is een zieken huis voor 200 patiënten, en dat Schweitzer ook nog arts is en leider van het oude, ziekenhuis, dan kan men zich eenig denk beeld vormen van de ontzaglijke taak, welke hij op zich had genomen uit liefde voor een hem gansch vreemde en lang niet altijd dankbare volksstam. Al evenmin als van dit bouwwerk kunnen we ons van den omvang en de moeilijkheden der ziekenverpleging bij zulk een primitieve bevolking een volledige voorstelling maken. Echter en dit is de schoonste hulde aan den man, die nochtans begon en volhardde óók niet van de heerlijke resultaten, welke hij mtt zijn helpers bereiken mocht. Een derde gedeelte zijner patiënten lijdt aan tropische ziekten, maar veel meer tijd vragen de vele en veelvuldige chirurgische gevallen, gevolg van ontmoetingen met wilde beesten in het oerwoud, ongelukken bij het boomhakken, vergiftiging, gevechten enz. Dan zijn er bij deze stammen vele krankzinnigen, meestal zware gevallen, die afzonder lijke opsluiting eischen en derhalve.... al heel spoedig uitbreken uit de brooze bamboehutten. Voegen we daarbij de be kende overmacht van het bijgeloof bij jprimitieve volken, hun relaties met booze •geesten en toovenaars, dan heeft men eenig idee van de geestelijke wildernis, waarbinnen Schweitzer zijn gezegend werk aanving. En dan zwijgen we nog maar van de afstanden. Een reis van meerdere weken te water en te land is geen zeldzaamheid. Tal van zie ken toch wonen veel te ver af om naar het ziekenhuis te komen, daargelaten nog de transport-onmogelijkheden. Eigenlijk moet de arts een goed voorziene reis-apotheek mee voeren, liefst ook de noodzakelijkste instru menten voor chirurgisch ingrijpen, want zoo er één rem is op de ziekenverzorging in de tropen, is hetute laat geroepen. In den regel zijn de in het ziekenhuis geopereerden zeer dankbaar, al is het 'evengoed mogelijk, dat de genezene er 's nachts stilletjes van door gaat, met zich nemende als aandenken het mus kietennet van zijn bed. Het honorarium bestaat uiteraard uit ge schenken, doch deze worden voor alle zeker heid maar vooraf van de familie ingenomen. Zoo die ontbreken, dan biedt de zieke een onderpand aan, bijv. zijn tweede vrouw, zoo als Schweitzer ook al overkomen is. Hij zag er van af. Bijzondere omzichtigheid vragen de ope ratie-patiënten boven 50 jaar, die het liggen niet kunnen verdragen. Hen helpt men alleen, als er beslist levensgevaar is. Voor de voor ziening van melk en eieren heeft men ge poogd geiten en kippen te fokken; van de eersten is.... een half glas melk te winnen. Doch genoeg: in dit gebied van veel mensche lijk leed uit onkunde en verwaarloozing, en van nog veel meer menschelijk meedoogen uit liefde wordt nu al meer dan 20 jaren zulk een complex van worstelen en overwinnen of ook van kampen en verliezen openbaar dat het eenvoudig buiten. Europeeschen maat staf, valt. En dit alles, omdat een jongeman van 30 jaar, na het verwerven van diverse doctoraten in andere vakken dan genees kunde. in 1905 in het hart gegrepen wordt om in de medicijnen te gaan studeeren, teneinde na voltooiing dezer studie als medisch zende ling naar Aequatoriaal Afrika te kunnen gaan. Als Schwgitzer dan in. 1911 doctor in de ge neeskunde is .geworden, gaat,hij op 38-jarigen leeftijd naar Lambarene. Keert hij even naar Europa terug, dan is het om zich nog meer te bekwamen in de behandeling van tropische ziekten en orgelconcerten te geven, waarvan de baten dienen voor zijn ziekenhuizen in Lambarene. Boven deze posten van barmhartigheid hebben bommenwerpers gecirkeld DE BLADEREN ZIJN GEVALLEN Nu liggen ook dc huizen in landelijke omgeving niet meer verborgen. Zij staan evenzeer bloot aan oorlogsschade als die in de stad. Thans klemt het dus dubbel voor opstal en'of inboedel, of voor het hypotheeair belang, dat U er bij heeft, een molestverzekering te sluiten. Doe dit bij de groote landelijke onderlinge met de gunstige risicoverdeeling. Inlichtingen verstrekt het kantoor SINGEL 126—130 AMSTERDAM (C) Tel. 47190 ROTTERDAM. SCHEPENSTRAAT 100 Tel. 45530 HOE MEN VROEGER EEN BRAND BLUSCHTE Foto's uit het Prentenboek van Jan van der Heyden De slangenbrandspuit v. Goede brandweerlectuur is schaarsch, voor al op het gebied van de geschiedenis van het brandbluschwezen. Wij hebben dat onder vonden bij het zoeken naar gegevens en illustraties over het brandblusschen in vroe ger eeuwen. In de Rotterdamsche Jaarboek jes van 1896, 1899 en 1900 heeft de heer L. J. C. J. van Ravensteyn een drietal belang wekkende artikelen gewijd aan de ontwikke ling van de Rotterdamsche Vrijwillige Brand weer. De schrijver raadpleegde hierbij zelfs de oudste keur van de gemeente Rotterdam, die dateert van het jaar 1410. De heer van Ravensteyn sloot zijn studie af met het jaar 1859, toen in Rotterdam een nieuwe verorde ning voor de brandweer werd vastgesteld. Voor zoover wij konden nagaan, is de brand weergeschiedenis na het jaar 1859 tot op heden nog nimmer te boek gesteld en voor het nageslacht vastgelegd. Het zou dé moeite loonen voor een liefhebber op dit gebied eens een grondige archiefstudie in te stellen. Intusschen zijn wij, bij het verzamelen van gegevens voor onze artikelenreeks zoo geluk kig geweest in contact te komen met een brandweerveteraan, die tientallen jaren ver bonden was aan de Rotterdamsche Vrijwillige Brandweer, den heer J. K o o m a n s, eere voorzitter van de Brandweervereen iging „Vriendschap zij ons doel", wonende Hooi- drift 143 te Rotterdam. De heer Koomans heeft vroeger tal van gegevens verzameld op brandweergebied en meermalen heeft hij in ons land daarover lezingen gehouden. O.a. be schikt hij over een groote serie zeldzame foto's, waarvan wij er enkele publiceeren met zijn toestemming. Vandaar, dat wij thans nog even terugkomen op hetgeen wij in ons blad van 1 November schreven over de uit vinding van de slangenbrandspuit door Jan van der Heyden. Het apparaat van Daniël Stalpert. De beide foto's, die bij dit artikel worden geplaatst, zijn ontleend aan het beroemde Prentenboek van Jan van der Heyden, dat niet meer in den handel is. Op de kleine foto kan men duidelijk het verschil zien tus schen de spuit van Daniël Stalpert, die in 1654 met zijn vinding voor den dag kwam, er. die van Jan van der Heyden. Het apparaat van Stalpert ziet men links op het plaatje. Het is een log toestel, zonder wielen dat met behulp van een paar sterke paarden naar den brand werd gesleept. Op het toestel bevindt zich de vaste straalpijp, die alleen maar gedraaid kon worden in de richting van het uur. Het bezwaar van deze spuit was o.a. dat de spuitgast altijd boven op het toestel moest staan. Het benoodigde water werd met emmers aangevoerd en in den bak gegoten, vanwaar het omhoog werd geperst. Deze watertoevoer faalde nogal eens, omdat de emmers al half ledig waren, voor dat ze het doel bereikten. Men kreeg dus een onderbrepken straal, waardoor veel van het effect verloren ging. Ook- moest deze spuit vaak te dicht bij den vuurhaard worden ge plaatst. Met het oog op het gevaar van in stortende muren was dit voor den spuitgast een levensgevaarlijk karwei. De steen der wijzen gevonden. Jan van der Heyden vond echter den steen der wijzen uit. Zijn spuit ziet men staan naast die van Daniel Stalpert, en ook geheel links boven. Ook dit toestel had geen wielen, maar tooh was er al belangrijke vooruitgang. Het getob met de emmers behoorde tot het (Archiet De Rotterdammer). verleden. Men ziet de slangen liggen. De man bij het water is bezig een zgn „aan jager" op te stellen. Deze pompte het water uit de gracht naar de spuit, en vandaar werd het water naar den brand geleid. Men ziet nu het groote verschil. Bij het toestel van (Archief De ïrdammer). Stalpert kan de spuitgast niet bij de straal pijp vandaan. Bij de spuit van Van der Hey den is dat niet meer noodig. Men kan de slangen verleggen waarheen men wil en de vuurhaard bereiken op elke plaats, waar hij woedt. Links moet men vanaf de straat pro- beeren het vuur te bereiken, rechts zoekt de spuitgast het vuur op in zijn schuilplaats. Men kan tijdig uitbreiding van den brand voorkomen. Stadhuisbrand te Amsterdam. Het tweede plaatje stelt voor de groote brand in het oude stadhuis te Amsterdam op 6 Juli 1652. Hier wordt aanschouwelijk voor gesteld het verschil tusschen de oude en de nieuwe methode van wateraanvoer. In het midden ziet men in de gracht een boot aan komen met leeren emmers. Een massa men- schen staat gereed de emmers van hand tot hand door te geven. Tegen den stadhuisgevel staan de ladders opgesteld. Men kan zich in denken hoeveel water er nog in de emmers zal geweest zijn, toen ze het vuur bereikten! Geheel links komen twee paarden met de spuit van Stalpert aansleepen. Geheel rechts is de spuit van Van der Heyden opgesteld. Deze bestond natuurlijk in 1652 nog niet, maar Jan wil nu eens op zijn prentje laten zien van hoeveel nut zijn uitvinding is. Men ziet de slangen liggen. Verdwenen is al het volk, verdwenen zijn de emmers. Alles loopt als van een leien dakje. Natuurlijkgroote branden zijn er altijd gebleven. Maar de tijd heeft geleerd, dat Jan van der Heyden goed had gezien. Zijn methode brak zegevierend baan, de voortgang der techniek was niet meer tegen te houden. De oude vuurvijand, waartegenover men vroeger vrijwel machte loos stond, kon van nu af aan op zijn ?igen terrein worden bestreden. Een nieuwe tijd op het gebied van het brandblusschen was aangebroken. Üulihan %lj, en Uw cadeau /12.50 HUISVROUWEN Met EEN PAK BLU- •47 FAX doet U MEER dan met 20 stukken zeep1 Doet Uw voordeel! Slechts 78 cent oer pak) In elk pak GEBRUIKSAANWIJZING met tal van NUTTIGE WENKEN' Verkrijgb. bij alle warenhuizen en drogisten .GREVOS" HANDELMAATSCHAPPIJ Nieuwland 6 a Tel. 38169 Rotterdam VRAAGT ONS PROSPECTUSi STAATSEXAMEN A en B ONDERWIJZERSAKTE Mulo-diploma RESA - ARNHEM (BEKENDE SCHRIFTELIJKE CURSUS). l/yv -fcf'o/. metstudiaf Moog fiuneo toerending prospectus voor schriftelijke of mondelinge opleiding aan INSTITUUT PONT HOOFDKANTOOR DEN HAAG JO Scholar, ,y> Nadar/and JO jaar arvon'ng Strengere bepalingen inzake de verduistering T.a.v. zaklantaarns, reclame- en etalagelicht In den .aatsten tijd is vastgesteld, dat aan de verduisteringsvoorschriften slechts zeer gebrekkig de hand gehouden wordt. Vooral heeft dit betrekking op den tijd van de avond en de ochtendschemering. Steeds moet weer geconstateerd worden, dat winkeliers hun etalageverlichting en lichtreclames ook na zonsondergang nog laten branden. Voorts kan men vaak zien, dat in woningen zoowel 's avonds als in den "vroegen ochtend licht wordt aangedraaid zonder dat de ramen ver duisterd zijn. Ook met hand- en zaklantaarns wordt steeds weer lichtzinnig en onvoorzichtig omgegaan. Dergelijke overtredingen zullen voortaan onvoorwaardelijk gestraft worden. Binnenkort kunnen in dit opzicht nieuwe bepalingen verwacht worden. Daarom wordt men reeds nu op het volgende opmerkzaam gemaakt: 1. Etalagé- en reclameverlicbting dienen In de toekomst geheel buiten bedrijf ge steld te worden en mogen ook gedurende den dag niet meer worden ingeschakeld. 2. Zaklantaarns mogen, wanneer zij niet afgescherhnd zijn, in de open lucht niet meer gebruikt worden. Worden goed afgeschermde zaklantaarns in de open lucht gebruikt, dan moeien de daarvoor geldende voorschriften in acht genomen worden. Het is o.a. ten strengste ver boden, zaklantaarns naar boven te doen schijnen. 3. De politie heeft opdracht ontvangen, scherp op te letten, dat de onder 1 en 2 genoemde bepalingen worden nageleefd. Lantaarns, die niet volgens de voor schriften worden gebruikt, kunnen door de politie zonder meer in beslag genomen worden. Nogmaals wordt de verwachting uitgespro ken, dat de bevolking begrip zal toon en ten aanzien van de verduisteringsbepalingen en er zich streng aan zal houden. HET REIZEN VAN NEDERLANDSCHE SCHIPPERS NAAR ZWITSERLAND Blijkens ontvangen mededeeling van het rijksverkeersministerie te Berlijn kunnen Nederlandsche schippers per binnenschip naar Zwitserland reizen, indien zij zijn voorzien van het gewone schipperspaspoort met het stempel in drie talen (Duitsch, Fransch. Nederlandsch). Voor een reis met den trein naar Zwitser land is bovendien een visum vereischt van de „Ein- und Ausreisestelle" Rotterdam. rtlafo Pïjp Tabak Taconis - Leeuwarden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1