Jliruun* gritedft (tfouraitt
NIEUW MOLEST-RISICO
<ment8prii»
I maanden in Lelden en In plaatsen
icnerir *SentgchaP gevestigd ls 236
week 18 et. Losse nummers 5 et
'lag^flWerT vooruitbetaling.
ond per vai
is het ruw»
iet «hniwentieprijzen:
Heden aih
ct^33G Pj ct per regeL Ingezonden Mede-
>ond; 127' jongen 46 ct per regeL Minimum
■rdines I5egeir Bewijsnummer 8 ot BIJ oon-
1 belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 26 Postrek. 58930.
No. 6280
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940
21e Jaargang
pvaar
;bichteÉ PLICHT DER
DANKBAARHEID
iV'Mangrflt niets ongeestelijks in om, nu
ng offxie^ienstoefeningen door de week
handelsvj°8eliJk ziJn' °P Zondag Ml de
Noorsche )eenkomst der g^rneente dank-
t Jaariyks/iet gewas te houden. Immers, op
lrdwid?*Wordt ook gepreekt over de bede
H,ÜKT heden ons dagelijksch brood" en
a?jaar kwi
3ers 3,51 g mag en moet er dus ook voor
utéït!1I1o.iavorden- **et is juist 200 n groot
scha h' ^at °°'C met °nZe ^a®e^k"
Tfeljjke nooden, tot God mogen
leef^btfi0111 vervulling en bevrediging
^bes^eM*3®611'
deid. 'eft met materialisme niets te
n techni^et ®aat er ju*st teSen 'n- kun
sehe «t0Herderlijk Schrijven" zeggen de
°e Er*eidsche bisschoppen der R.K. Kerk:
«*tred«n kanten wordt de wereld bedreigd
«she staai naturalistische en materialis-
jvensbeschouwing, waarin voor
s als haigeen piaats is. Ons geloof mag
it" met*Si een uiterlijke sleur van vrome
euVrsChin n' maar ^et moet °ns geheele
»ser. *o.i een bezielende kracht doordrui
len Dnj#schenkt ons de zekerheid, dat wij
:ng :i d^en blind toeval zijn overgeleverd,
•n de er een ^od ^estaat» dien wij niet
J. dat ast lichamelijke oogen kunnen zien,
ligt. gereid geschapen heeft en
immer leidt en bestuurt."
RT iden en besturen heeft niet alleen
iov. worng op groote gebeuren in de
ué AIb,°P krijgsoperaties en diplomatieke
f^wró.'iaar ook op het groeien van het
B^irJj*t&s, op het rijpen van vruchten
,i struik, op het gedijen van den
k.T«31, op zonneschijn en regen. En hoe
WlJ#rfe^üastijding van het menschelijk ge-
oU: Mo<ok gaat, hoe zwaar de oorlogsram-
"tschian.'ook treffen, geen oogenblik vergeet
iber voo£ek)fte aan Noach gedaan: de aarde
a,,e laar gewas voort, nu, gelijk immer,
alia V* in vele landen en in de gezinnen
mrnhenvervdoed zÜn- ket bescheiden deel
•^akw8 n'et ontbouden; er is nog brood
2rdam; jen eter en straks zaad voor den
a. Schut
103, w'a past de vraag, of de Christenen
e"en niet te veel bidden en te weinig
..Bidt zonder ophouden" en „dankt
en be?alles". Inderdaad, maar onder, bid
Titiaan^slaan al te Vee^ 'e*s van Go<*
i voor ons zelf; het is te weinig
ngÜ?*" 60 pr^zen van Gods goedheid
Ruijterid» een danken voor zijn genade
^nf^jdadigheden. En daarom is het zoo
erweg^ at wij althans één keer per jaar een
*scW£l dankuur voor het gewas houden,
töesch; ieer wjj zuiks doen in de rechte
b en op Schriftuurlijke wijze, dan
anisni«/i wij daarmee, dat onze God niet
mere^e eeni?e wereldbestuurder is, maar
>d m H a^so^ute eigenaar van „het vee op
rrwterd»! bergen" en al de rijkdommen op
differ de aarde en dat wij uit zijn hand,
ouwbóxlde Vaderhand gevoed en onderhou-
>:«s«nOrden.
:«v°j<rZe tijden heeft dat als wij het zoo
mogen ook een praktisch voor-
uddagslndustrialisatie en mechaniseering
beid® een de€* der menschheid menig
te de waan gebracht, dat noch de
inberfi, noch wij van het veld gediend
n. En nu is het ons weer o zoo dui-
idjS*" s geworden> da* de eerste en oudste
it. bewen toch nog altijd de voornaamste
Iet menschdom kan niet leven, wan-
liet de aarde bebouwd en het vee
seerd j wordt; zoodat „het brood uit de
laardirvoortspruit", de wijn „het hart ver-
fn; G en „de vettigheid onze spijze smou-
PaSt:?akt"-
i Meyj» erkenning leidt er ook van zelf toe
l»urjfer waardeering en achting te koeste-
laaa- /0r werk van ken> die °P ^and
zee, in tuin en wei voedsel kweeken
vu. ^"zamelen. Deze waardeering, zoowel
:1 als financieel, liet in vorige jaren
"a*i^ns wat te wenschen over; al voegen
:ath«- onmiddellijk aan toe, dat er in de
ist; e halve eeuw een merkbare omme-
ohan£ek°men was- De zoon of dochter, die
'eie. aio-school of de H.B.S. bezoekt, ver-
—4 tegenwoordig niet zoo gauw meer
-oeger, dat vader op het land werkt,
3oer of tuinder is.
zijn dankbaar voor dezen vooruit
en wij verheugen er ons over, dat de
telijke groepen in ons land in dit op-
j niet minder dan anderen goed werk
5n verricht.
br de eer van den arbeid en den
der heeft het Christendom immer
i gehad, al waren de oogen niet steeds
wijd open en al deed ook menig
iten in zijn persoonlijk leven gaarne
oogen dicht. De Bijbel en dus ook
iijbelsche preek zweeg er niet over
roote, Christelijke volksleiders hebben
LAMBARENE EN SCHWEITZER
Bommenwerpers cirkelden
boven posten van barmhartig
heid in'het oerwoud
Die twee namen zijn in de Zendingsgeschie
denis der twintigste eeuw onafscheidelijk ver
bonden. Er zal een huivering door veler ziel
gegaan zijn, toen onlangs bekend werd. dat
zelfs het prachtige werk van dezen pionier
niet veilig meer is voor het oorlogsgeweld. Een
moeizame en slechts door geloofskracht te
voltooien zendingsarbeid van vele iaren (m
1913 ging Albert Schweitzer voor het eerst
naar de nederzettingen aan de Ogowe-rivier)
kwam onder het bereik ven bommenwerpers
en orize lezers behoeven geen enkele toelich
ting om te weten, wat dit beteekent. Hot
merkwaardig? hierbij is nog, dat Schweitzer
niet voor het eerst met de oorlogsgevolgen
Albert Schweitze.
kennis maakte, wan\ vier ja:r na zijn aan
komst (in 1917) is hij al geïnterneerd geweest
door de Fransohen, eerst in tambarene zelf,
later in de Pyreneeën en weer later bij Avig
non. In Juli 1918 werd hij metzijn vrouw (d:c
in 1913 reeds was meegetrokken, nadat zij in
1912 gehuwd walen) als geïnterneerden uitge
wisseld en keerden zij naar Günsbach terug,
waar Schweitzer^ vader-predikant is geweest.
Om zich eert indruk te vormen van den
medischen Zendingsarbeid, door dezen bui
tengewoon taleitvollen man in het verre
Afrika begonnen, moet men weten, dat Lam-
barene 300 K.M. verwijderd ligt van de kust.
Het land is vrijviel oerwoud (dat o.m. maho
niehout levert). Nadat in 1918 het door
Schweitzer gebonvde (men neme dit ongeveer
letterlijk, want let was daar geen geëffend
bouwterrein met architecten en betonmolens)
ziekenhuis moestgesloten worden en zes jaren
verlaten bleef, verd het in 1924 heropend.
Schweitzer had ntusschen professoraten af
geslagen (in Leiéen en Zürich) en had door
middel van de opbrengst zijner concerten
hij is meester op het kerkorgel geld ver
zameld, om met energieke durf, zijn taak in
Lambarene te kinnen hervatten Hij vond de
groote bamboehu.ten, waarin de zieke inboor
lingen gehuisve.T werden, in elkaar gestort
of vergaan. In 1925 waren alweer drie artsen
en twee verpleegsters aan 't werk. Schweitzer
was echter lang tiet voldaan met een zieken
huis voor 40 patënten en bouwde het com
plex uit, tot er een capaciteit van 150 bedden
In het najaar tan 1925, terwijl reeds hon
gersnood heerschie, brak in Lambarene een
dysenterie-epidemie uit. Dit maakte noodig,
het ziekenhuis te verplaatsen, en de man,
die als theoloog-missionaris-medicus-imusicus
reeds een uitzonderlijk sterke figuur was,
bleek nu ook talenten als bouwmeester te be
zitten. Na anderhalf jaar was 3 K.M. verder
stroomopwaarts een nieuw hospitaal verrezen.
In 1927 kwam Schweitzer ten tweeden male
naar Europa, o.a. ook naar ons land, (waar
OE VERDUISTERING
i het belang van de naleving van
s bepalingen ten aanzien van de vcr-
uistering
onsopgang 17 November 9 uur 5 min
ensondergang 17 Nov. 17 uur 45 min.
Iiansopgang 17 Nov. 19 uur 52 min.
Iiansondergang 18 Nov. 11 uur 17 min.
evenzeer als humanistische voorgangers
het recht van den arbeid en van den ar
beider verdedigd.
Alleen maar, er was principieeLverschil.
Niet alleen in dit opzicht, dat een der mo
derne groepen den klassenstrijd predikte,
welke van meetaf door de Christelijke or
ganisaties van patroons, maar ook van ar
beiders verworpen werd. Diepgaander
kwam het verschil uit in de principieele
overtuiging, welke aan die verwerping ten
grondslag lag en waarom gesproken werd
van „de Ch r i s t u s èn de sociale noo
den" en waarom b.v. een man als Talma
,de vrijheid van den arbeidenden stand"
fundeerde op de leer der Heilige Schrift.
Wij hebben meer dan genoeg aan de
praktijk yan het oude Christendom, dat
op een eeuwenouden staat van dienst kan
wijzen en nog immer Christenen en onge-
loovigen opwekt en aanspoort om verder
aan op dezen weg van gerechtigheid
en barmhartigheid; van naastenliefde, om
dat God het wil.
Wij vreezen maar al te zeer, dat het
nieuwe socialisme vast zal loopen in bo
demverbondenheid, wat zeker niet af te
keuren is, als deze maar ondergeschikt en
afhankelijk gêmaakt wordt van geloofsver-
bondenheid aan Christus, den Heer der
wereld. Terecht zegt Psalm 107:
God maakte ook woestenijen tot stad en
[vruchtbaar land,
waar mensch en dier gedijen, en waar
[men zaait en plant.
Alwijs is Gods beleid! Looft dan den
IHeer gestadig!
Looft Hem in ?id, want Hij is
[ons genadig.
men zich zijn schitterende orgelconcerten en
zijn persoonlijke Bach-opvattingen zal herin
neren) en naar Zweden en Duitschland. In
November 1929 ging hij voor de derde keer
naar zijn geliefd Lambarene.
Laten wij nu trachten eenigen indruk te
krijgen van het eerbiedwekkende pioniers
werk, dat de thans 65-jarige Schweitzer als
exp<orant van oerwoud, maar ook als baan
breker bij een zeer primitief volk heeft moe
ten verrichten. Men moet het zich maar eens
pogen in te denken: een ziekenhuis bouwen
met één (inlandschcn) timmerman, en dan
eerst een weg openkappen om opmetingen te
doen, terwijl 'ie Weg met behulp van een
kompas moet ontdekt worden. En dan is er
nog te rekenen met.... roode mieren, die in
klompen aanvallen op „indringers".
In kano's trekt men naar het bouwterrein;
„men", dat zijn de begeleiders van patiënten,
die soms van vele uren ver naar Lambarene
komen, en voorts herstelde zieken. Inmid
dels is de hongersnood toegenomen en de
rijst, die uit Europa naar Kaap Lopez wordt
aangevoerd, raakt op. Hoort Schweitzer in
de verte een boot fluiten, dan moet hij er
gauw met een motorboot op af om zijn deel
van de rijst in handen te krijgen. Het
arbeidsloon der bouwers bestaat uit voedsel
en geschenken in den vorm van lepels, bor
den, messen en dekens (alcohol en tabak wil
hij niet geven); vooral messen, die de negers
aan een koord om hun nek dragen. Met....
vijftien arbeiders is de moedige man dit werk
begonnen. En daar om 6 uur de duisternis
terstond invalt (men is aan den aequator),
moet de terugtocht in kano's reeds 's middags
een aanvang nemen. Een en ander loopt vlot
(voorzoover men dit woord bij zulk een be
volking kan toepassen), als geen tornado het
v/erk onderbreekt.
Na dagenlangen voorarbeid met het kappen
van zware, hardhouten boomen (de slangen
nestelen zich graag tusschen de opgetaste
houtstapels), waarbij de oliepalmen uitge
spaard en van hun dikke vacht slingerplanten
bevrijd moeten worden, moet een veelsoor
tige aanplanting gereed gemaakt worden:
bananen, zoete aardappelen, aardnoten,
broodboomen, rijst, koffie en cacao.
Nu komt aan de orde het bouwen zelf. In
plaats van bamboehutten met bladerdak
moeten er permanente gebouwen komen,
anders vernield de tornado onophoudelijk
het bebouwde terrein. Gekozen werden
barakken van golfplaten met balken van
hardhout. Die barakken moeten op palen
rusten, want de hoog opkomende vloed zou
bij storm de tot wilde stroomen geworden
ze aldra ondermijnen en meeslepen, terwijl
beken de barakken ^veneens zouden bedrei
gen. Die palen moeten gehaald worden 25
km stroomopwaarts; de plek ligt aan een
bergbeek met zware stroomversnellingen.
Verder moeten de palen een weinig verkoold
worden om ze duurzaam te maken. Van de
2 3 meter lange en 30 cm dikke palen
ALG. FRIESCHE LEVENSVERZ.-MY
LEEUWARDEN
BURMANIAHU1S
VAN 1845
AMSTERDAM, VAN BRIENENHUIS
BEIDER GARANTIE VOOR ALLE
VERZEKERDEN
maakte Schweitzer (u wilt er wel om
denken professor-dokter-zendeling-musicus)
twintig tot dertig klaar. Ze zijn zóó zwaar,
dat acht man noodig zijn, om er één te ver
plaatsen.
Op 5 Februari 1926 was de eerste bouw
loods gereed. Terstond daarna werden de
palen voor de eerste ziekenbarak ingeslagen,
25 meter wordt zij lang en 5 m breed. Daar
zal de timmerman huizen, die dan niet meer
2 uren per dag kwijt is met heen en weer
varen. Allengs komen ér meer timmerlieden
(o.m. twee geleend door den pater van een
genabuurde R.K. missie). Eiken dag moet
Schweitzer erbij zijn, want zonder toezicht
verknoeien zij den boel of gaan lijntrekken.
„Erbij" houdt ook in, dat hijzelf in het paal
gat moet gaan staan, om te bereiken, dat de
paal zuiver gesteld wordt. .Als men nu weet,
dat het einddoel van dit alles is een zieken
huis voor 200 patiënten, en dat Schweitzer
ook nog arts is en leider van het oude,
ziekenhuis, dan kan men zich eenig denk
beeld vormen van de ontzaglijke taak, welke
hij op zich had genomen uit liefde voor een
hem gansch vreemde en lang niet altijd
dankbare volksstam.
Al evenmin als van dit bouwwerk kunnen
we ons van den omvang en de moeilijkheden
der ziekenverpleging bij zulk een primitieve
bevolking een volledige voorstelling maken.
Echter en dit is de schoonste hulde aan
den man, die nochtans begon en volhardde
óók niet van de heerlijke resultaten, welke hij
mtt zijn helpers bereiken mocht. Een derde
gedeelte zijner patiënten lijdt aan tropische
ziekten, maar veel meer tijd vragen de vele
en veelvuldige chirurgische gevallen, gevolg
van ontmoetingen met wilde beesten in het
oerwoud, ongelukken bij het boomhakken,
vergiftiging, gevechten enz. Dan zijn er
bij deze stammen vele krankzinnigen,
meestal zware gevallen, die afzonder
lijke opsluiting eischen en derhalve....
al heel spoedig uitbreken uit de brooze
bamboehutten. Voegen we daarbij de be
kende overmacht van het bijgeloof bij
jprimitieve volken, hun relaties met booze
•geesten en toovenaars, dan heeft men eenig
idee van de geestelijke wildernis, waarbinnen
Schweitzer zijn gezegend werk aanving. En
dan zwijgen we nog maar van de afstanden.
Een reis van meerdere weken te water
en te land is geen zeldzaamheid. Tal van zie
ken toch wonen veel te ver af om naar het
ziekenhuis te komen, daargelaten nog de
transport-onmogelijkheden. Eigenlijk moet de
arts een goed voorziene reis-apotheek mee
voeren, liefst ook de noodzakelijkste instru
menten voor chirurgisch ingrijpen, want zoo
er één rem is op de ziekenverzorging in de
tropen, is hetute laat geroepen. In den regel
zijn de in het ziekenhuis geopereerden zeer
dankbaar, al is het 'evengoed mogelijk, dat de
genezene er 's nachts stilletjes van door gaat,
met zich nemende als aandenken het mus
kietennet van zijn bed.
Het honorarium bestaat uiteraard uit ge
schenken, doch deze worden voor alle zeker
heid maar vooraf van de familie ingenomen.
Zoo die ontbreken, dan biedt de zieke een
onderpand aan, bijv. zijn tweede vrouw, zoo
als Schweitzer ook al overkomen is. Hij zag
er van af.
Bijzondere omzichtigheid vragen de ope
ratie-patiënten boven 50 jaar, die het liggen
niet kunnen verdragen. Hen helpt men alleen,
als er beslist levensgevaar is. Voor de voor
ziening van melk en eieren heeft men ge
poogd geiten en kippen te fokken; van de
eersten is.... een half glas melk te winnen.
Doch genoeg: in dit gebied van veel mensche
lijk leed uit onkunde en verwaarloozing, en
van nog veel meer menschelijk meedoogen
uit liefde wordt nu al meer dan 20 jaren zulk
een complex van worstelen en overwinnen
of ook van kampen en verliezen openbaar
dat het eenvoudig buiten. Europeeschen maat
staf, valt. En dit alles, omdat een jongeman
van 30 jaar, na het verwerven van diverse
doctoraten in andere vakken dan genees
kunde. in 1905 in het hart gegrepen wordt om
in de medicijnen te gaan studeeren, teneinde
na voltooiing dezer studie als medisch zende
ling naar Aequatoriaal Afrika te kunnen gaan.
Als Schwgitzer dan in. 1911 doctor in de ge
neeskunde is .geworden, gaat,hij op 38-jarigen
leeftijd naar Lambarene. Keert hij even naar
Europa terug, dan is het om zich nog meer
te bekwamen in de behandeling van tropische
ziekten en orgelconcerten te geven, waarvan
de baten dienen voor zijn ziekenhuizen in
Lambarene.
Boven deze posten van barmhartigheid
hebben bommenwerpers gecirkeld
DE BLADEREN ZIJN GEVALLEN
Nu liggen ook dc huizen in landelijke omgeving
niet meer verborgen.
Zij staan evenzeer bloot aan oorlogsschade als
die in de stad.
Thans klemt het dus dubbel voor opstal en'of
inboedel, of voor het hypotheeair belang, dat
U er bij heeft, een molestverzekering te sluiten.
Doe dit bij
de groote landelijke onderlinge met de gunstige
risicoverdeeling.
Inlichtingen verstrekt het kantoor
SINGEL 126—130 AMSTERDAM (C) Tel. 47190
ROTTERDAM. SCHEPENSTRAAT 100 Tel. 45530
HOE MEN VROEGER EEN BRAND BLUSCHTE
Foto's uit het Prentenboek van
Jan van der Heyden
De slangenbrandspuit
v.
Goede brandweerlectuur is schaarsch, voor
al op het gebied van de geschiedenis van het
brandbluschwezen. Wij hebben dat onder
vonden bij het zoeken naar gegevens en
illustraties over het brandblusschen in vroe
ger eeuwen. In de Rotterdamsche Jaarboek
jes van 1896, 1899 en 1900 heeft de heer
L. J. C. J. van Ravensteyn een drietal belang
wekkende artikelen gewijd aan de ontwikke
ling van de Rotterdamsche Vrijwillige Brand
weer. De schrijver raadpleegde hierbij zelfs
de oudste keur van de gemeente Rotterdam,
die dateert van het jaar 1410. De heer van
Ravensteyn sloot zijn studie af met het jaar
1859, toen in Rotterdam een nieuwe verorde
ning voor de brandweer werd vastgesteld.
Voor zoover wij konden nagaan, is de brand
weergeschiedenis na het jaar 1859 tot op
heden nog nimmer te boek gesteld en voor
het nageslacht vastgelegd. Het zou dé moeite
loonen voor een liefhebber op dit gebied eens
een grondige archiefstudie in te stellen.
Intusschen zijn wij, bij het verzamelen van
gegevens voor onze artikelenreeks zoo geluk
kig geweest in contact te komen met een
brandweerveteraan, die tientallen jaren ver
bonden was aan de Rotterdamsche Vrijwillige
Brandweer, den heer J. K o o m a n s, eere
voorzitter van de Brandweervereen iging
„Vriendschap zij ons doel", wonende Hooi-
drift 143 te Rotterdam. De heer Koomans
heeft vroeger tal van gegevens verzameld op
brandweergebied en meermalen heeft hij in
ons land daarover lezingen gehouden. O.a. be
schikt hij over een groote serie zeldzame
foto's, waarvan wij er enkele publiceeren
met zijn toestemming. Vandaar, dat wij thans
nog even terugkomen op hetgeen wij in ons
blad van 1 November schreven over de uit
vinding van de slangenbrandspuit door Jan
van der Heyden.
Het apparaat van Daniël Stalpert.
De beide foto's, die bij dit artikel worden
geplaatst, zijn ontleend aan het beroemde
Prentenboek van Jan van der Heyden, dat
niet meer in den handel is. Op de kleine
foto kan men duidelijk het verschil zien tus
schen de spuit van Daniël Stalpert, die in
1654 met zijn vinding voor den dag kwam,
er. die van Jan van der Heyden.
Het apparaat van Stalpert ziet men links
op het plaatje. Het is een log toestel, zonder
wielen dat met behulp van een paar sterke
paarden naar den brand werd gesleept. Op
het toestel bevindt zich de vaste straalpijp,
die alleen maar gedraaid kon worden in de
richting van het uur. Het bezwaar van deze
spuit was o.a. dat de spuitgast altijd boven
op het toestel moest staan. Het benoodigde
water werd met emmers aangevoerd en in
den bak gegoten, vanwaar het omhoog werd
geperst. Deze watertoevoer faalde nogal eens,
omdat de emmers al half ledig waren, voor
dat ze het doel bereikten. Men kreeg dus een
onderbrepken straal, waardoor veel van het
effect verloren ging. Ook- moest deze spuit
vaak te dicht bij den vuurhaard worden ge
plaatst. Met het oog op het gevaar van in
stortende muren was dit voor den spuitgast
een levensgevaarlijk karwei.
De steen der wijzen gevonden.
Jan van der Heyden vond echter den steen
der wijzen uit. Zijn spuit ziet men staan
naast die van Daniel Stalpert, en ook geheel
links boven. Ook dit toestel had geen wielen,
maar tooh was er al belangrijke vooruitgang.
Het getob met de emmers behoorde tot het
(Archiet De Rotterdammer).
verleden. Men ziet de slangen liggen. De
man bij het water is bezig een zgn „aan
jager" op te stellen. Deze pompte het water
uit de gracht naar de spuit, en vandaar werd
het water naar den brand geleid. Men ziet
nu het groote verschil. Bij het toestel van
(Archief De
ïrdammer).
Stalpert kan de spuitgast niet bij de straal
pijp vandaan. Bij de spuit van Van der Hey
den is dat niet meer noodig. Men kan de
slangen verleggen waarheen men wil en de
vuurhaard bereiken op elke plaats, waar hij
woedt. Links moet men vanaf de straat pro-
beeren het vuur te bereiken, rechts zoekt de
spuitgast het vuur op in zijn schuilplaats.
Men kan tijdig uitbreiding van den brand
voorkomen.
Stadhuisbrand te Amsterdam.
Het tweede plaatje stelt voor de groote
brand in het oude stadhuis te Amsterdam op
6 Juli 1652. Hier wordt aanschouwelijk voor
gesteld het verschil tusschen de oude en de
nieuwe methode van wateraanvoer. In het
midden ziet men in de gracht een boot aan
komen met leeren emmers. Een massa men-
schen staat gereed de emmers van hand tot
hand door te geven. Tegen den stadhuisgevel
staan de ladders opgesteld. Men kan zich in
denken hoeveel water er nog in de emmers
zal geweest zijn, toen ze het vuur bereikten!
Geheel links komen twee paarden met de
spuit van Stalpert aansleepen. Geheel rechts
is de spuit van Van der Heyden opgesteld.
Deze bestond natuurlijk in 1652 nog niet,
maar Jan wil nu eens op zijn prentje laten
zien van hoeveel nut zijn uitvinding is. Men
ziet de slangen liggen. Verdwenen is al het
volk, verdwenen zijn de emmers. Alles loopt
als van een leien dakje. Natuurlijkgroote
branden zijn er altijd gebleven. Maar de tijd
heeft geleerd, dat Jan van der Heyden goed
had gezien. Zijn methode brak zegevierend
baan, de voortgang der techniek was niet
meer tegen te houden. De oude vuurvijand,
waartegenover men vroeger vrijwel machte
loos stond, kon van nu af aan op zijn ?igen
terrein worden bestreden. Een nieuwe tijd
op het gebied van het brandblusschen was
aangebroken.
Üulihan
%lj, en
Uw cadeau /12.50
HUISVROUWEN
Met EEN PAK
BLU-
•47
FAX
doet U MEER dan met 20 stukken zeep1
Doet Uw voordeel! Slechts 78 cent oer pak)
In elk pak GEBRUIKSAANWIJZING
met tal van NUTTIGE WENKEN'
Verkrijgb. bij alle warenhuizen en drogisten
.GREVOS" HANDELMAATSCHAPPIJ
Nieuwland 6 a Tel. 38169 Rotterdam
VRAAGT ONS PROSPECTUSi
STAATSEXAMEN A en B
ONDERWIJZERSAKTE
Mulo-diploma
RESA - ARNHEM
(BEKENDE SCHRIFTELIJKE CURSUS).
l/yv -fcf'o/. metstudiaf
Moog fiuneo toerending prospectus voor
schriftelijke of mondelinge opleiding aan
INSTITUUT PONT
HOOFDKANTOOR DEN HAAG
JO Scholar, ,y> Nadar/and JO jaar arvon'ng
Strengere bepalingen inzake
de verduistering
T.a.v. zaklantaarns, reclame- en
etalagelicht
In den .aatsten tijd is vastgesteld, dat aan
de verduisteringsvoorschriften slechts zeer
gebrekkig de hand gehouden wordt. Vooral
heeft dit betrekking op den tijd van de avond
en de ochtendschemering. Steeds moet weer
geconstateerd worden, dat winkeliers hun
etalageverlichting en lichtreclames ook na
zonsondergang nog laten branden. Voorts kan
men vaak zien, dat in woningen zoowel
's avonds als in den "vroegen ochtend licht
wordt aangedraaid zonder dat de ramen ver
duisterd zijn. Ook met hand- en zaklantaarns
wordt steeds weer lichtzinnig en onvoorzichtig
omgegaan. Dergelijke overtredingen zullen
voortaan onvoorwaardelijk gestraft worden.
Binnenkort kunnen in dit opzicht nieuwe
bepalingen verwacht worden. Daarom wordt
men reeds nu op het volgende opmerkzaam
gemaakt:
1. Etalagé- en reclameverlicbting dienen
In de toekomst geheel buiten bedrijf ge
steld te worden en mogen ook gedurende
den dag niet meer worden ingeschakeld.
2. Zaklantaarns mogen, wanneer zij
niet afgescherhnd zijn, in de open lucht
niet meer gebruikt worden. Worden goed
afgeschermde zaklantaarns in de open
lucht gebruikt, dan moeien de daarvoor
geldende voorschriften in acht genomen
worden. Het is o.a. ten strengste ver
boden, zaklantaarns naar boven te doen
schijnen.
3. De politie heeft opdracht ontvangen,
scherp op te letten, dat de onder 1 en 2
genoemde bepalingen worden nageleefd.
Lantaarns, die niet volgens de voor
schriften worden gebruikt, kunnen door
de politie zonder meer in beslag genomen
worden.
Nogmaals wordt de verwachting uitgespro
ken, dat de bevolking begrip zal toon en ten
aanzien van de verduisteringsbepalingen en
er zich streng aan zal houden.
HET REIZEN VAN NEDERLANDSCHE
SCHIPPERS NAAR ZWITSERLAND
Blijkens ontvangen mededeeling van het
rijksverkeersministerie te Berlijn kunnen
Nederlandsche schippers per binnenschip naar
Zwitserland reizen, indien zij zijn voorzien
van het gewone schipperspaspoort met het
stempel in drie talen (Duitsch, Fransch.
Nederlandsch).
Voor een reis met den trein naar Zwitser
land is bovendien een visum vereischt van de
„Ein- und Ausreisestelle" Rotterdam.
rtlafo
Pïjp Tabak
Taconis - Leeuwarden