JÜkttttrc £Viïi5d)r deurnat
PM
in 457 iementsprjjs:
Neder. sr 2 maanden In Leiden en in pla n
i aar een agentschap gevestigd l» f Z~-
fer week 18 ct Losse nummer; et
W by vooruitbetaling.
het irtrtentieprijzen
lacamii
lieken. ct per regeL Ingezonden Mede-
Iging y regels. Bewijsnummer 5 et BU i
'X'U' belangrijk, korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor. Leiden en Omstreken
Bur. Redactie en Administratie;
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 8 uur 23166).
Postbox 2a Postrefc- (6Wt
No. 6273
VRIJDAG 8 NOVEMBER 1940
21e Jaargang
In'AARDE DER
GESCHIEDENIS
de kaï
rond ai begrijpelijk, dat in tijden van
lenNo historische beteekenis meer nog
:hc wcf, rs de vraag rijst ntrar de waarde
te«nw« in der geschiedenis. Slaat men er
dan"dt bladen en tijdschriften van de
orderb r,,aanden, vooral uit de onderwijs-
UndV JP na. dan kan men daarin een
Inge». van artikelen aantreffen, welke
arika rwerP zoeken te naderen. Een
Zae.g aartoe is ongetwijfeld mede ge-
dimaai circuiaire, afkomstig van het
'oT hef nent van Onderwijs, om het
iet Zuj tt te doen zijn in waardigen,
*irenV geest. Doch ook zonder dit
i kaur jven was een toenemende be-
itrfv} ng, die zich trouwens tot buiten
i raaul. «rwijswereld uitstrekt, zeker te
Jcrven geweest.
3n ver. o de omstandigheden, waaronder
Vere^ heeft, niet immer verheugend
in^het -temin is het goed, wanneer de
'oor b< ,p gezette tijden tot bezinning in-
merikt bepaald probleem komt. Dit geldt
I. Dan van het standpunt, dat men ten
van de geschiedenis inneemt,
imin als elders mogen we op een
5r van verstarring en aanvaarding
ieperen zin geraken,
het terrein van de geschiedenis
bezinning al dadelijk een reden
liaoh 4 ening, aangezien er weinig vraag-
nt hei zullen zijn, welke zoo moeilijk
If h3t[ .aarbij de mensch, ook de enkele
heefLl :och zo° dicht is betrokken. Wanl
telt xi dan zÜn> dat de beantwoording
chiedtr vragen in de eerste plaats den
:er aangaat, die er in zijn dage-
erT'V arbeid van onderricht mee heeft
ir en' ieder onzer grijpt er toch in een
Dat it der geschiedenis als vanzelf op
»n boj zuifc een tijd immers moet, ook
'PEN
De groote rivieren stijgen onrustbarend en veroorzaken reeds op verschillende
plaatsen overstroomingen. Het pontveer over de Maas bij Elsloo in benarde positie
(Foto Het Zuiden)
CÉSAR AUGUSTE FRANCK
8 Nov. 1890—8 Nov. 1940
i moey
log z\i
J besi
dttfc ,k
modei»<>
veelei
300 m
dien
n>» o'
Vandaag vóór vijftig jaar overleed te Parijs
t pleuritis, waarschijnlijk tengevolge van
ipendige kneuzingen, opgedaan bij een aan-
riing met een sleeperswagen, -de groote
er geen proces van ontworteling ojanist en componist César Auguste
worden losgelaten wat ons aan- Pu c k
een vast bezit toescheen. En De beteekenis van Franck is, als bn zoo vele
een vd& ,„o»?Dote componisten, eerst na zijn dood alge-
s is er een vastklampen aan wa rreen erkentj geworden. Niet dat het hem
s werkelijke waarde heeft. Wetjdens zijn werkzaam leven ten eenenmale
hen dan al spoedig van traditie, vanam waardeer mg heeft ontbroken,
iith san het verleden, en aan den^^e schare
kant van conservatisme, deca^or/enSirc h a^sVon, Gabriel Pierné
wat dies meer zij. ?n Guy Ropartz vereerden hem als hun
in het kort enkele vraaggeestelijken vader en gaven hem dan ook den
r welke in dit verband dadeHjM^am van „le brave père Franck".
j i,nt ,mnra ZU zijn het geweest, die den meester hebben
"n komen, dan verdient fverkwikt met hun onbeperkte bewondering,
ng, te onderscheiden tusschen dals zij rondom hem geschaard stonden aan, de
nis als zoodanig en de wijzfcpeeltafel van het orgel der Sainte-Clotildfe te
deze geschiedenis als schoolvaParijs> waar hij, telkens wanneer hij een nieuw
5? Jfc jeugd zal worden onderwezen.
iunt kunnen we op deze plaat 2oo heeft Franck, evenals Sweelinck een
nzelf spreekt, moeilijk nader aaj ware school gevormd.
ld- ra. ttet is trouwens in de onderwij
Ltini# zelve voldoende tot zijn ree
delIP Slechts merken we op, dat hi
>-r dan een onderscheiding ge
ke an zijn. Want ook bij de ken
>u iedenis gaat het natuurlijk om
0 •ti'jfne: Alleen kan worden betwijf<
nwikH e waarheid werkelijk het dicl
zoo men niets doorgeeft i
»*er» iten. Men zal met meer facto
Ik, T4 moeten houden.
toi ;omt de oude kwestie vani
1: ,e verhouding tusschen object
»n jbjectiviteit tevens om den h
^en r-n, waarbij de eerste wel eens
begin g inzicht kan leiden en de twe
1 5 il aanleiding kan geven tot onv
rkeM imantiek en opsmuk. Nauw -
bi Vii t dit alles houdt weer de \g
•acht wederkeerigen invloed vant
105 sr.-non. Inhoeverre heeft een mer.,
»n d z- - nachtig mensch, waarlijk invi
ÏV» mg van zaken?
tlatlai telt men deze vraag, dan ziet n
'n/Lc' kier het terrein van de ol-
v»r. ergave reeds eenigszins is '-
e men is gekomen tot een po(,
cher -OP der dingen te verklaren.it
t-aardi ed gaat ongemerkt in het arte
>ch in dit tweede gebied is heti-
p - ercen opnieuw legio, ja hiee-
schepan le moeiijkheden eerst in vai
'aardmanop te doemen. Want dan is ir
[iwn'd - de vraag, of de geschieiis
alt a„ bepaalde wetten is onderwon.
^er jvoorbeeld een tred van oork
-• te bespeuren? Is het waar, >-
iem; id heeft gezegd, dat de wei-
•hiec nis niets meer, maar ook is
dor s dan het wereldgericht? En-
I de ;eschiedenis aan bepaalde wm
erw pen is, met andere woorderiij
paal: is, kan men dan tevens zep,
••j ormatief, wetgevend is, datn
r b paalde wetten kunnen won
em waaraan men min of meec-
- en is? En zoo niet, hoe moet daret
fpndc „er is geschied" na het „er ie-
S--vei worden opgevat?
r. or itmaal was het er ons slechtm
■oen., dat we lieten zien, hoe dit vi»-
v - irvoor hernieuwde belangsteig
lewe-'- t, tal van kanten heeft. Een 1-
i m il willen we nader stilstaan ble
itê g, waarom heel het probic
i t, weten de vraag naar den n
gescliedenis.
Geboren te Luik in 1822 uit een Duitsche
moeder en een Waalsche vader vertrok het
13-jarige wonderkind in 1835 naar Parijs na
toen reeds vele concerten gegeven te hebben
als pianist. Parijs was toen reeds evenals
Weenen een belangrijk muziekcentrum, waar
heen ook Chopin in 1830 zich had begeven
om er roem en fortuin te behalen.
Te Parijs stelde de jonge Franck zich onder
leiding van Reicha voor contrapunctiek, waar
na hij in 1836 toelatingsexamen deed voor het
Parijsche Conservatorium. Reicha was toen
overleden. Aan het conservatorium kreeg hij
les van Leborne voor compositie en Zimmer-
mann voor piano. Ijverig en talentvol leer
ling als hij was behaalde hij reeds spoedig de
„grand prix d'honneur" voor piano en den
eersten prijs voor fuga-compositie.
Ofschoon César Franck in de eerste plaats
organist was, moest hij zich voor orgel met
een tweeden prijs tevreden stellen, omdat
hijtwee opgegeven thema's t goed
had uitgewerkt.
Hij. had nl. een fuga-thema met een ander
thema, dat bestemd was voor een uitwerking
in den hoofd- of sonaten vorm, gecombineerd.
De heeren examinatoren hadden dit blijkbaar
niet door en zaten èl maar te wachten op de
uitwerking van het tweede thema, totdat
Franck's leeraar het geval bij de jury toe
lichtte. Inplaats van ridderlijk te erkennen,
dat Franck ze in deze te glad af was geweest,
kenden ze hem met een hooghartig gebaar
den tweeden prijs toe, aangezien Franck zich
„niet aan de opgave had gehouden".
Zijn studie aan het Conservatoire de Paris
heeft Franck niet kunnen voltooien. Het suc-
(óf het fortuin)? bleef zijn vader te lang
uit. Hij had een ander plan bedacht De jeug
dige' César moest maar eens een paar com
posities opdragen aan den nieuwen Belgischen
koning Leopold I, wie weet, misschien gaf
dat méér resultaat.
Doch ook dit hielp niet en na een twee
jarige omzwerving, ging de familie Franck
opnieuw naar Parijs, doch thans voor goed.
César werd aldaar organist van drie achter
eenvolgende kerken en leeraar aan verschil
lende instituten.
In 1848 huwde hij tegen den zin van zijn
vader „une femme de Théatre", de beroemde
Madame Desmousseaux. Het jonge echtpaar
moest n& figuurlijke barricades te hebben
doorbroken, op den dag van hun huwelijks
voltrekking ook nog over letterlijke heen-
klauteren, want het was tijdens oproer te
Parijs.
Nu begon voor Franck een werkzaam
leven, dat hij zeer systematisch indeelde. De
vroege ochtenduren van 5 tot 7 waren ge
wijd aan de compositie en het lezen van
boeken. Hierna doorkruiste Franck heel
Parijs voor het geven van lessen. Van 1859
tot njn dood toe is hij organist geweest aan
CP FSTEEN DR. J. H. GUNNING.
g a.s, des middags om half e,
orgvlied" te Amsterdam de ged<-
Q op het graf van Dr. J. H. G u n n g
-v n de familie worden overgedrm
r et comité voor de oprichting vaiit
•ken zal bij deze plechtigheid et
irden gevoerd door Prof. Dr JJ.
e r ij e r en Ir. H. V o o h a m.
de verduistering
In net belang van de naleving van
de bepalingen ten aanzien van de ver
duistering:
Zonsopgang 9 November 8 uur 51 min.
Zonsondergang 9 Nov. 17 uur 56 min.
Maansopgang 9 November 15 uur 51 min.
Maansondergang 10 Nov. 3 uur 46 min.
de Ste.-Clotilde, waarin de beroemde orgel
bouwer A r i s t i d e Cavaillé- Coll een orgel
had geplaatst van 46 stemmen, verdeeld over
drie manualen en pedaal.
Den achtsten November van het jaar 1890
kwam er een einde aan dit vruchtbare leven.
Velen, w.o. verschillende autoriteiten waren
op zijn begrafenis uitgenoodigd, doch de één
liét zich verontschuldigen om deze, de ander
gene reden, zoodat op den dag van zijn
teraarde-bestelling een betrekkelijk kleine
kring zich opmaakte om de laatste eer den
grooten overleden meester te bewijzen, w.o.
natuurlijk zijn leerlingen.
Vincent d'Indy hield namens deze leer
lingen een grafrede, waarin hij op scherpe
wijze den Parijzenaars gebrek aan waardee
ring voor zijn meester verweet, daarbij be
tuigende, dat zyn leerlingen hem nooit zouden
vergeten en hem in warme bewoordingen
dankzeggend voor alles wat Franck voor hen
as geweest.
Het opera-zieke Parijs had hem gene
geerdMaar helder schijnt zijn ster tot in
onze dagen iin zijn werken, waarvan wij de
belangrijkste tot slot zullen noemen.
In de eerst^ plaats zijn orgelwerken.
Grande pièce symphonique, Prélude, fugue et
variation en Final. Verder zijn in 1878 ver
schenen Trois Pièces, met de bekende Pièce
héroïque en als laatste werk de uit het sterf
jaar des meesters dateerende Trois Chorals
1890), waarvan het eerste (in E) het bekendste
is en het tweede (in b) o.L het schoonste, het
diepzinnigste.
Voor piano schreef Franck Prélude, Choral
et Fugue (1884) en Prélude, Air et Final.
Vooral het eerste is een zeer moeilijk werk.
Verder noemen wij zijn Vioolsonate (1886),
een strijkkwartet, een pianokwintet, voor
orkest, „Psyché" en de Symphonie in d, met
haar prachtige zangérige thema's.
César Franck hoorde altijd engelen zingen
hetgeen hem, behalve den reeds genoemden,
bijnaam gaf van „maitre angélique". Dit komt
o.a. tot uitdrukking in zijn helaas veel min
der bekende koorwerken „Les Béatitudes"
(De Zaligsprekingen) en „Rédemption" (Ver
lossing). Franck heeft ook schoone liederen
geschreven, o.a. het prachtige teere „Noc
turne" en „La Vièrge la Crèche".
Men heeft César Franck wel de „Fransohe
Bach" genoemd. Inderdaad is deze naam niet
geheel onjuist gekozen. Franck „toovert" met
zijn thematisch materiaal en is sterk in de
contrapunctische behandeling daarvan. In dit
opzicht heeft hij dien eerenaam volkomen
verdiend. Zéker is, dat hij tot de allergrootste
componisten behoort van het midden der
negentiende eeuw.
W. P. V.
Het hooge water
Te Arnhem
Men meldt ons uit Arnhem:
Vrij plotseling is de Rijn de- laatste dagen
sterk gaan wassen. De was kwam zoo snel op
zetten. dat men in allerijl de op de beneden-
kade opgestapelde goederen naar de bovenkade
heeft moeten overbrengen, daar de beneden-
kade zeer snel overstroomd werd.
Het laden en lossen ondervindt hierdoor
groote moeilijkheden, terwijl ook de pontveeren
moeilij'kheden kregen, daar de aanlegsteigers
onder water liepen. Men heeft thans nieuwe
aanlegsteigers gemaakt, waardoor het verkeer
over de rivier weer geregeld kan plaats
hebben.
Alleen ondervindt men bij het rijksveer in
de nabijheid van de plaats, waar vroeger de
schipbrug lag, eenige moeilijkheden door den
zeer sterken stroom, wat nu en dan stagnatie
geeft bij het overzetten, vooral op de markt
dagen.
Gelukkig doen de berichten van den Boven-
Rijn verwachten, dat de was spoedig tot stil
stand zal komen.
Italiaansche oeconomische
delegatie in Den Haag
Handelsproblemen besproken
In Den Haag is een Italiaansche handels
delegatie aangekomen, welke onrte' UiJ'ne
staat van dr. Molfino, presiden'
cistische handelsconfederatie
heeft op uitnoodiging van de i
del te Berlijn, waarvan S.S.
Hayler de leider is, een reis dooi .i.and
gemaakt, aldus ontleenen wij aan de Deut
sche Zeitung in den Niederlanden.
Den tweeden dag van het verblijf in Neder
land bezocht de delegatie Rotterdam waar
Dr Völckers, de gevolmachtigde voor die stad,
van voorlichting diende inzake de problemen
van den wederopbouw, welke de bijzondere
belangstelling hadden.
Ter eere van de delegatie heeft de Rijks-
groep Handel Woensdag in De Oude Doelen
te 's-Gravenhage een receptie gehouden
waarbij ook de Rijkscommissaris en dr. Fisch-
böck aanwezig waren. Van Italiaansche zijde
waren er gezantschapsraad Ambrosetti en
handelsraad dr. Pietrabissa. Voor de afdeeling
buitenlandsche handel, groep groot-, in- en
uitvoerhandel was staatsraad Helfferich aan
wezig. Van het bureau van den rijkscommis
saris waren er Ministerialrat von Boeckh, S.S.
Standartenführer Kranefuss, dr. Leinert en
legatiesecretaris dr. Ktihn. De Duitsche kamer
van koophandel voor Nederland was ver
tegenwoordigd door haar president Flesche en
dr. Herbig.
nederlandsche kaas naar
belgië
Het D.N.B. meldt uit Brussel:
De Nederlandsche melkcentrale zal met toe
stemming van de Duitsche autoriteiten tot
September 1941 een groote hoeveelheid kaas
naar België uitvoeren. Een deel is reeds ver
zonden.
HOLLAND'S GLORIE
OF HOLLAND'S SCHANDE?
Jan de Hartog's roman van de
zeesleepvaart
Hoe het staat met Hollands Glorie
Is in een vloek en een zucht verteld:
De mannen verzuipen, de vrouwen
verrekken,
De duivel viert feest van hun geld!
Jan de Hartog geeft dit „runnersrijmpje"
mee ten geleide van het tweede deel van zijn
„Roman van de zeesleepvaart" en we plaatsen
het boven de bespreking van zijn boek, om
dat het zoo vlijmscherp aangeeft, hoe de
schrijver een deel van de worsteling van de
zeesleepvaart, om te worden „Hollands
Glorie", heeft gezien.
De worsteling, die Holland heeft moeten
voeren, om op de wereldzeeën dat kleine
stukje rood-wit-blauw van onze vlag te
maken tot een symbool van moed, zeeman
schap en zakendrift, was te weinig bekend.
Wanneer we spraken van Holland's glorie
ter zee. dan dachten we al te zeer alleen
aan een Michiel de Ruyter en aan de
Trompen en bij gelegenheid misschien
ook eens aan de groote vaart van onzen
tijd met z'n „Alhena" of aan de Marine
met z'n K. 18 maar wie in Nederland
(buiten een kleinen kring van ingewijden)
wist iets af van de ongertoemde dapperen
van de zeesleepvaart, de mannen die als
terriers te midden van de felste orkanen
hun „sleep" vast hielden, die de grootste
dokken veilig den halven aardbol over
brachten en die met een kapot geslagen
stuurhut terug kwamen, maar op het
„ketoor" in Maassluis of elders tijdens het
rapport konden vertellen, dat alles eigenlijk
vlot verloopen was en dat ze twaalf duizend
mijl hadden afgelegd en alleen in Funchal
en Port Said hadden gebunkerd?!!.
De pioniers van de zeesleepvaart hebben
hun standbeeld gekregen in de figuur van
Jan Wandelaar in De Hartog's roman.
Nu is het met standbeelden alevel iets
moeilijks.
De beeldhouwer schept de figüur welke hij
uit graniet wil bijtelen óók als een stuk van
zich zelf. Dat is ook goed.... een standbeeld
is geen pasfoto van zes voor twee kwartjes.
Wie echter het standbeeld aanschouwt, kan
zich, vooral bij een sterk kunstwerk, niet
losmaken van den schepper.
Uit deze formuleering kan de lezer reeds
afleiden, dat wij de roman van Jan de Hartog
zien als staande ver boven den middelmaat
van de romanproductie der laatste jaren.
Het is op zich zelf al een verkwikking, wan
neer men een „turf" van 439 bladzijden in
één ruk kan uitlezen, zonder ook maar een
enkele maal te gapen, doch daarvan zou men
op zich zelf de gesausde romantiek van Jan
Wandelaar's leven den schuld van kunnen
geven. Neen, het zijn n i e t de verwinningen
van den jongen sleepbootkapitein, die ons, als
zijn ..Furie", voeren van den -eenen golftop
naar den anderen; een sterk talent spreekt
uit heel het werk van den schrijver.
I Hij weet den lezer uit te voeren boven de
ontroeringen over den held, hij bindt hem in
het machtige epos van de zeesleepvaart zelf,
de Nederlandsche zeesleepvaart, die in de
20ste eeuw de roem van ons land als zee
varende natie over heel de wijde wereld be
vestigde.
Hoe hij dat doet?
Volg ons eens in een halve bladzijde van
„Hollands Glorie" waarin de stemming van
den jongen zeeman Jan Wandelaar beschre
ven wordt als die met z'n eerste boot na een
ontzettenden tocht, die maanden heeft ge
duurd, naar zijn jonge vrouw terug denkt te
kunnen gaan:
„Tien dagen te laat en halve kracht
stomend komt de „Jan van Gent" in Akassa
aan; maar dan gaat het vol-aan. vooruit
terug, de mannen zingen bij het dek
lu de derde machinist fluit
in zijn hut, als iemand die het nog leeren
moet: want nu gaat het weerom, huis toe,
terug naar Holland en eerst nog naar Las
Palmas. jonges! Daar ligt wat voor ons
Dat ligt c
Ops to men
oppikken v<
Een telegram van de rederij.
iar Brest, daar oorlogskorvet
ir transport naar Valparaiso.
Er ligt nog iets. Een brief t
J. Wandelaar.
Beste Jan. ik heb een nieuws dat ik Je
eigenlijk had willen vertellen als je thuis
kwam maar nu ben ik vandaag bij den
dokter geweest op aanraden van moe en die
heeft gezegd dat alles goed ligt en dat het
omstreeks half Juni zal zijn. Jan, jongen,
een kind, ik kan er niet over uit en wat
heerlijk dat jij er misschien bij zal zijn en
wat ik allemaal zeggen wil begrijp je wel
maar ik kan er niet over uit
Las Palmas-Brest-Valparaiso, via Punta
Arenas. Een mijltje of tien duizend. Dikke
honderd zeedagen heen, kleine honderd
terug. Nu is hei zeven en twintig Januari,
wordt als alles goed gaat, eind Augustus
thuis. „Kop op, broer," zegt Sjemonow, „So
iest dat zeemansleben. Hier, neem er nog
eentje. Niet? Jo, jo; joeng. So was zakt
slecht. Slecht, slecht Komm, wir gaan de
wal op. Komm, komm mit. De wal op, gaan
wir. Biertje drienken. 'Mal wat schwetzen.
'Mal biertje drienken, was? Komm .korpm
op! 'Mal biertje drienken met de béste
schtuurman, die ik jee gehaptWir zijn
mit ene stoende zoeruuk, bootsman". .Jawel
kaptein." zegt Stobbe."
Kijk, wanneer Jan de Hartog ons gaat ver
tellen, hoe de uit het lood geslagen stuurman
samen met den kapitein na drie stoenden
zoeruuk komt, verschrikkelijk dronken, dan
volgen we dat levensecht stuk zeemansleven
in al zijn realiteit en wanneer dezelfde Jan
Wandelaar het privé-kantoor van de firma
Kwel in elkaar trapt, omdat men hem de
witte grafsteen van z'n vrouw, in storm en
doodsgevaar „verdiend", wil ontstelen, dan
blijven we in hem zien den zeeman, zooals
we dien ook zelf hebben leeren kennen in
z'n vaak benauwende robuustheid en onbe
redeneerd zich uitvierend rechtvaardigheids
gevoel.
Maar wanneer dezelfde Jan de Hartog
ons den zelfden Jan Wandelaar voor oogen
stelt, die z'n trouwpsalm gaat zingen als de
jodium op z'n gewonde kop druppelt, dan ge
voelen we hoe bij deschrijvrft een eigen
geestesinstelling aanwezig is, die den zeeman
geen recht doet, want wie zóó z'n trouw
psalm kent, gebruikt hem niet als perubalsem
contra jodium! En wanneer dezelfde Jan de
Hartog ons de tegenstelling voor oogen too
vert van den saaien „gewone vaart"- kapitein
Minnema, die geitemelk drinkt en keurig ge
stelde brieven schrijft aan den voorzitter der
Christelijk Historische Fractie in de Tweede
Kamer der Sta ten-Generaal van het Konink
rijk der Nederlanden, dan zien we hoe de
beeldhouwer van „Hollands Glorie" een
sterke eigen vorm in zijn kunstwerk legt,
die aan den figuur, welken hij wil uitbeel
den, geen recht meer doet, dan zien we, hoe
op vele bladzijden van zijn boek niet alleen
het gemis van teederheid tegenover hei werk
Gods in een menschenhart wordt gemist (hoe
fijngevoelig de schrijver ook overigens de
figuren in zijn boek benadert) maar dan zelfs
een enkele maal de alsem van den „fijnen-
haat" daarin doordruppelt
Wat jammer is voor Jan de Hartog, méér
dan voor de geitenmelkdrinkers en de jodium-
Psalmzingers, omdat het twijfel gaat wekken
aan de echtheid van de figuur van het stand
beeld.
Want „Hollands Glorie" geeft niet alleen
een sterk en bemoedigend beeld van Holland's
glorie in de zeesleepvaart, het zou, als het
gehéél waar was, ook een sterk en treu-
r i g beeld geven van Holland's schande ter
..We
dit
zeevarend volk van N
vloekend en soms ook
als Jan de Hartog h<
we zeggen: is d a t ove
van Bestevaer?" Dan s
tijd een alarm-signaal
de stormbal moeten v
°nWeZeTee r'lijk! D{
kennen, dat er veel
ook onder de mannen
dat onze nationale voL
klagen.
Maar wij, die Maas
dingen en Rotterdam,
kennen, dat onze zeesl
groot gemaakt door
kennen ook de Maa
geitenmelk dronken, i
wel, wel Christelijk-I
in het rauwe leven v
het vertrouwen op Gc
behielden.
Jan de Hartog gee
vijfde deel van zijn b>
nersrijmpje".
Varen, zonder vrc
We weten niet, of c
de schrijver aanhaalt,
In elk geval: waar gei
dachtenwereld van di
ook een zeemansleven
is er!) dat nog ander
dan het beeld, dat Jan
sterke en boeiende roi
Dat kan óók nog zon
gerolde paraplul
H0LLANDSCHE R013A7
SOCIËTEIT H löUl
Heerengracht 475 Amsterdam C
Vraagt tarieven voor
LEVENSVERZEKERING
LIJFRENTEN PENSIOENEN
LAAT HEN ZELF LEZEN
„eigen" bijbel beschikken.
Geef hun zoo'n handige JONGBLOED'S
dundrukof „micro" zakbijbel. Uw
kerkboekhandelaar heeft
NIEUWE BONNEN
AANGEWEZEN
De secretaris-generaal, waarnemend
hoefd van het departement van landbouw
en visscherij, deelt mede, dat voor diverse
onder de distributieregeling vallende arti
kelen, telkens voor de daarbij vermelde
periodes, de volgende bonnen iijn aange-
Elk van de met 14 genummerde bonnen
van de broodkaart geeft gedurende de
week van Maandag 11 November tot en
met Zondag 17 November recht op het
koopen van 125 gram roggebrood of 100
gram ander brood. De op 17 November
nog niet gebruikte bonnen blijven voorts
nog geldig gedurende de week var 11
en met 24 November, met dien
dat zij gedurende laatstgenoemd/
niet gebruikt mogen
koopen van brood
Boter en vettet
Gedurende het i
November tot en r.
ber geeft de met 16
de boterkaart reet
een half pond bc
geeft gedurende gei
16 genummerde bon
van een half pond r
De bonnen, welke
niet gebruikt zijn, fc
en met Vrijdag 22 K
Vleesch en vlees^
Van de vleeschkaa'
tijdvak van Maand,
en met Zondag 17 Fr
vier met 08 vleesr
recht op het ko<
vleèsch, been iribegrt
vleeschwaren. De me
waren gemerkte bon
tijdvak uitsluitend rc
van een rantsoen vle>
De bonnen, welke op.
niet gebruikt zijn, bl'
en met Zondag 24 F
deze bonnen geldt,
tweede week van b
dus van 18 tot en
niet gebruikt zuil
hotels, restaurants i
Het rantsoen vlee
kan worden gekoc)
voor gerookt of gel'
of kalfsvleesch en
soorten, 100 gram
soorten, rolpens en
voor leverartikelen
brood en 150 gram
Gedurende hei
11 November tot
vember geeft de
van het algemf
recht op het ko
De bonnen, we
niet gebruikt 7
en met Zonda
c verstande, dat
week van 18 t
gebruikt mos
van kaas in 1
Eieren
Gedurenc
11 Noveml
vember gc