Biruuie £rittsdjr (tfournitt
FIJNPROEVERS EISCHEN
NUTRICI A's ROOMBOTER
ementsprüs:
3 maanden In Leiden en in plaatsen
i agentschap gevestigd is 2.36
week 18 ct Losse nummers 5 et
bij vooruitbetaling.
entieprijzen
ct per regel Ingezonden Mede-
llngen 46 ct per regel Minimum
regels. Bewijsnummer 5 ot By coo
belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bar. Redactie en Administratie:
BRZESTRAAT 128. LEIDElf.
Telefoon 22710.
(Na uur 23100).
Postbox 20. Poatrck. 60034.
No. 6253
WOENSDAG 16 OCTOBER 1940
Abonnementen, Advertentie*, «SB. MB
21e Jaargang
T
•- i
!)e wieken uiteengeslagen"
eeft da Costa de wieken uiteengesla-
jals het jong eens arends het te wa
ger, steeds hooger te stijgen". Dit zijn
die men lezen kan in de notulen
der eerste vergaderingen, gehouden
lenten aan de Vrije Universiteit, en
in de notulen van de laatste
de studentenvereniging da
van de eerste vergadering van de
ivereeniging Soli Deo Gloria, verga-
leid L gehouden op 1 November 1881.
Idelyl ïaar 1881 het begin van georga-
studentenleven aan de V. U., en als
lentencorps aan de Universiteit zich
i in de komende week zijn twaalf-
te vieren, dan zijn daartegen wel
:undige bezwaren in te brengen.
dit lustrum is met reden voorbe-
it al moge het corps zelf den 60-jari-
jd nog niet hebben bereiltf, we mo-
(dit jubileumjaar van onze Calvinisti-
cerk7iversiteit tevens gewagen van 60 jaar
denrfnleven aan de V. U.
"t velt is een gedenken waard. Reeds om
Le.d^e redenen. Want als de eerste studen-
ismie Prille ïeu8d van de Universiteit, in
:t niuari-maand van 1881, gaan spreken
zenjt dprichten van een vereeniging, zijn
^ffjveel discipelen als een normale hand
Ls fAtelt. Ën thans? Thans laat zich jaar-
i. BÏMtreeks «en honderdtal nieuwe stu-
■iet jjnschrij ven.
de innerlijke motieven zijn van nog
lelang. Want men stelle zich voor, hoe-
fcneraties van mannen (en laatstelijk
IG If uwen) tijdens dit zes maal tiental ja
de door den omgang met strydmakkers
retpormd.
.leven aan de Universiteit vormt, zoo
Btlpnen te zeggen, een wereldje op zich-
l zijn we niet ontvankelijk voor de be-
alstjvan een romantische geheimzinnigheid,
de in is het krantenpapier niet de meest
doe te plaats op de historie dezer 60 jaren
o aan. Zouden we onszelf trouwens niet
in inderheden gaan verliezen?
zonderen we twee gebeurtenissen uit.
£.d< eken niet van den kamp, zoolang ge-
^du over de vraag, of het corps alle stu-
de V. U. moest kunnen omvatten
nauwer grondslag moest worden
du i, een strijd tusschen „generalen'
ücht |en", welke zelfs wel eens leidde tot
affei staan van twee organisaties naast
ctuig
(oemen eerst de keuze van den mooien
uk Nil Desperandum Deo Duce, ir
d0(jtfaan °P voorstel van den lateren hoog-
leeljrH. H. Kuyper, en voorts het toeken-
onbfn het eerelid-maatschap aan den stichter
jVfc-ersiteiL Dr. A. A 1,111
'."frijn twee belangrijke feiten uit een rijk
alen een verleden, dat veelszins dank-
rslatemt en dat bij bet twaalfde lustrum
Jerfet studentenleven aan de Vrije Univer-
'e t ongetwijfeld opnieuw de aandacht zal
teih.
„De band van voorheen"
Ihet zestig jaar geleden is, dat de Vrije
jrsiteit tot leven werd geroepen, gaan
lOpachten als onwillekeurig terug tot den
uit tr, Dr. A. Kuyper, en voor onszelf heb-
Jbij dezer dagen nog eens de woorden,
[zijn laatste, overgelezen, die de grijze
in tot zijn leerlingen richtte, toen zij
1917, studenten èn oud-studenten, bij
-sten verjaardag een dankbare hulde
Wat was Dr. Kuyper daar erken-
„y ctan dezen gedenkwaardigen dag en
fat daaraan voorafging, terugdacht, kon
professor schrijven: „Het gold nu
jrleden van straks een kleine dertig ja-
iToen hij Minister werd, moest Kuyper
lijk uiteraard het hoogleeraarschap neer-
i). Er lag tusschen „Souvereiniteit ln
kring', waarmee ik toenmaals in de
Kerk debuteerde, en dezen gedenk-
pen zoo machtige golving van afwisse-
.j historie in, dat zoo licht de sympathie
herinnering der oud-leerlingen had
fen gesmaldeeld, zoo niet gehalveerd
(n. En 't nu toch te mogen beleven, dat
e sympathie in sympathie vloeide, om
f?le viering van mijn tachtiger feest ook
jiversitair karakter te leenen, o, het deed
letoo goed aan 't hart, en 't verlevendigde
wio aangrijpende wijze de hope mijns le
ekt die zich van meetaf in de Vrije Univer-
haar wortelgrond koos",
het vervolg herinnert Dr. Kuyper eraan,
ïr\velk een invloed de studietijd kan zijn,
en goede als ten kwade. Hoe spoedig
men er juist in de studentenjaren njet
1 <bm „van de stalen beginselen naar de
v'ipingen van 't spelend vernuft over te
.kq if heeft hij aan zijn studententijd niet uit
eind blijde herinneringen: „De zielsver-
iaking, die nog in mij nawerkt, als ik
Jdenk aan den ongeestelijken overmoed,
Hdn ik toen uitgleed, kan zelfs' op mijn
oeh dag nog zoo bang zijn. Ik heb te Leiden
1 ji en luid mee geapplaudiseerd, toen de
nalige hoogleeraar Rauwenhoff op zyn
~ek college brak met alle g«Soof aan
s' verrijzenis, iets waar zelfs Scholten
[ds nog aan vasthield. En nu van achteren
\piijn ziel nog beven over den smaad, dien
*4n mijn Heiland aandeed".
Ich des te grooter was zijn vreugde, toen
srt de historie van het studentenleven aan
'Vrije Universiteit zooveel teruggrijpen
^t opmerken naar de beginselen van het
^nngspunt. In deze beginselen ligt ook in
n tijd het patrimonium, dat trouw moet
wtlen bewaard, zoowel bij het 60-jarig be-
van Kuypers geloofsdaad als daarna.
PRESIDENT PAUL KRUGER
Werd 115 jaar geleden geboren
„Kinderlijk vroom en daardoor een
groot staatsman"
aul Kruger wie in Nederland kent
dien naam niet?
Er zijn ouderen, die hem gezien, sommi
gen zelfs die hem gesproken hebben, toen
hij, als balling naar ons land gekomen, een
tijd lang te Hilversum woonde
Maar ook de jongeren kennen hem uit de
roemrijke historie der Zuid-Afrikaansche
BEGRAFENIS J. H. KOK
teraardebestelling van het stoffelijk
:hot van den heer J. H. Kok is bepaald
rijdagwtiddag kwart over twe®, op de Al-
Begraafplaats te IJselminden. Ver
van het sterfhuis 1.30 uur.
Republieken. Ze weten, dat hij President van
Transvaal was tijdens den laatsten Boeren
oorlog en hoe hij door zijn stoere woord en
heldhaftig voorbeeld zijn dappere Boeren ge
sterkt heeft tot 't bittere einde.
Het einde? Maar wie gelooft, dat bij den
vrede van Vereeniging in 1902 de laatste
oiadzijde van een zelfstandig Zuid-Afrika-ge
schreven werd?
Kruger zéker niet. Hij was een geloofsheld.
Hij wist wat de plicht van hem eischte,
hij heeft zijn beste levenskracht verteerd
dienst van 't land en 't volk, dat hij m
minde dan 't eigen leven. En als een zie
starende in verre toekomst, heeft hij telkens
weer de historische woorden gesproken1
„Alles sal recht kom!"
Deze maand is 't honderd vijftien jaar ge
leden, dat Kruger als voortrekkerszoon werd
geboren. Als kind reeds heeft hij 't harde
leven gekend, want God wilde dezen held
stalen voor den machtigen levensarbeid, die
hem wachtte.
Als knaap van tien jaar maakte hij den
Trek mee: van Bulhoek dwars door den Vrij
staat naar Natal. Hij heeft de verschrikkin
gen gezien, aangericht door den Zoeloekoning
Dingaan, maar hij heeft óók de glorieuss
overwinning bij Bloedrivier meegemaakt,
waar 't bloedige regiem van den wreeden Kaf
ferkoning voor immer een einde nam.
Welk een leven had Paul Kruger achter
zijn breeden rug eer hij in 1904 den laatsten
adem uitblies en hij mocht ingaan in dat
Vaderland, oneindig schooner dan 't liefelijke
Natal met zijn duizend heuvelen.
Toen op de Kaffers een volkomen overwin
ning was behaald, volgde spoedig de worste
ling met 't machtige Engeland, dat de alleen
heerschappij over Zuid-Afrika opeisqhte. In
1881 was 't vooral Kruger, die er op aan
drong in de Engelsche suzereiniteit te berus
ten. Toen reeds gaf hij blijk van groote staats
manswijsheid.
Deze minnelijke schikking duurde echter
slechts kort. Jameson probeerde op sluwe
wijze zich van Zuid-Afrika meester te maken.
Wel werd hij door de Boerenmausers tot een
smadelijke nederlaag gebracht maar telkens
opnieuw braken de conflicten uit tusschen de
vrije Boeren-republieken en de Engelsche be
moeizucht.
De oorlog in Zuid-Afrika behoeven we hier
niet te beschrijven. Wie kent niet de hoogte
punten uit dezen ongelijken strijd, en
huivert nog niet als hij denkt aan Elandslaagte
en de verschrikkingen van de concentratie
kampen?
In die bange worsteling is Paul Kruger de
groote leider van zijn arme verdrukte volk
geweest. Maar hij was méér. Hij was ook de
voorbidder. En God gaf hem de genade in
verre toekomst te schouwen en te gelooven
in de uiteindelijke zegepraal van den recht
vaardigen strijd, die in Zuid-Afrika gestre
den is.
Zuid-Afrika bewaart in zijn geschiedenis de
heugenis aan een breede rij van helden
Retief, Pretorius, Maritz, Uys, Potgieter, Hoff
man, Steyn, Joubert, Cronjé, de la Rey, de
Wet en zooveel anderen.
Maar bóven allen uit steekt Paul Kruger,
die in moed en dapperheid voor niemand hun
ner onderdeed en in politiek inzicht en staats
manswijsheid hen allen overtrof.
Zondag zal de geboortedag van Paul Kru-
gèr in alle deelen der Zuid-Afrikaansche Unie
kerkelijk worden herdacht.
Wij verstaan dit, want groot zijn de ver
plichtingen, die 't nageslacht van 't dappere
Boerenvolk heeft ten opzichte van der. man,
die zonder eenige overdrijving een geloofs
held mag worden genoemd.
Maar ook Nederland heeft Oom Paiil
niet vergeten. Hij heeft de Calvinistische tra
ditie op schitterende wijze voortgezet; hij
heeft metterdaad getoond welk een onge-
meene volkskracht in de stalen kern
't Calvinisme verscholen ligt.
En daarom durven wij temidden van de
geweldige gebeurtenissen van onzen tijd hier
aandacht vragen voor 't leven en werken
den man, die voor zijn volk eer Mozes èn
Jozua is geweest.
Een Transvaalsche Ouma vertelt
Paul Kruger voor velen is hij geworden,
een bijna legendarische figuur uit een ver
verleden.
te Pretoria
Is daarom zoo goed, dat -w<
heel vertrouwd maken met de
die Kruger in 't midden van zij
Geen beter middel dan een
naar een, die Oom Paul van
kende.
Een zekere C. van O. had ee
:n ontmoeting met een oude Boerenvrouw,
die veel bijzonderheden wist uit 't leven van
den. Staatspresident. Hij vertelde jaren gele-
:n in ons blad er o.m. 't volgende van:
Ik probeerde Ouma aan 't praten te krij
gen over den ouden tijd, voornamelijk over
President Kruger.
~~»t was stil in de kamer en die plechtige
stilte gaf kracht aan haar woorden.
„Kijk mijn kind", zei Ouma zaqht en haar
oogen namen een uitdrukking aan van iemand
die iets heel moois ziet: „de President was
heelbekwaam in het uitleggen van Gods
Woord.
Zondagsavonds kwamen de burgers naar
zijn huis om met hem vraagstukken te be
handelen, die leer en leven troffen.
Soms waren er zooveel dat de stoep (wa
randa) ze niet allen kon bevatten, dan ging
de President met hen naar de kerk, die vlak
tegenover het huis was.
Hij nam dan plaats op het voorlezersbankje
en van die plaats af, gaf hij antwoord op de
menigvuldige vragen hem gedaan.
Dit geschiedde gewoonlijk bij gelegenheid
van het nachtmaal dat hij dit deed.
Dan kwamen de boeren uit den omtrek
met hun ossenwagens, soms dagen en dagen
ver gereden, naar Pretoria. Ze konden dan
met al hun moeilijkheden bij den President
komen, niet' alleen geestelijke maar ook
andere moeilijkheden.
Ja de President was thuis in den Bijbel,
want daaruit putte hij al zijn wijsheid."
Ouma zweeg en zat stil voor haar te kijken,
zou ze niet meer vertellen?
Gelukkig, tante An, die onder het gesprek
was binnengekomen, hielp.
„Ma, het Ma ons nie vroeer vertel nie, dat
die President so ernstig kan gebid het?"
Ja, op dat punt was hij een echte Mozes,
hij bracht soms dagen in het gebed door.
Dat was als er moeilijkheden waren in staats,
zaken. Hij ging dan geheel alleen naar zijn
kantoor en sloot de deur. Dan worstelde hij
met God voor het volk. Dikwijls vastte hij
ook,
„Was de President een aangenaam huis
vader?"
„Och, huiselijkheid kende hij niet, daar was
geen tijd voor.
Hij kwam aan tafel, at gauw en ging weer
voort de menschen te helpen, die hem raad
kwamen vragen.
De stoep was altijd vol, want als het eenigs-
ns kou behandelde hij alles op de stoep.
„Bad hij en las hij dan niet aan tafel?"
vroeg ik verwonderd.
„Neen, daar was ook geen tijd voor."
„Nu, ik had verwacht, dat die groote man,
daarin ook een voorbeeld zou geweest zijn
voor zijn volk."
„Dat was hij ook, eiken morgen om 5 uur
moesten we present wezen, dan leidde hij de
godsdienstoefening en o wee, als er één miste,
die kwam er niet makkelijk af, hoor!"
Later, toen zijn eene dochter getrouwd was,
met Elof, moesten de kleinkinderen ook ko
men. Zij woonden in het huis naast het Presi
dentshuis.
Als de bel geluid had voor den dienst, kwa
men ze hard aangeloopen en menigmaal heb
lk er een gezien die een lange jas over zijn
pyjama aan had.
„Mijn man ging soms met hem mee, om
voor eenige weken een inspectiereis te maken.
Als ze dan terugkwamen, zaten er weer heele
rijen menschen op de stoep te wachten.
De President gunde zich geen tijd eerst de
zijnen te 'groeten, dadelijk stond hij de wach
tenden te woord. Het deed mij aan Mozes in
de woestijn denken.
Tante Sannie (Kruger's vrouw) kon dan
dikwijls spijtig zeggen: „Anna, wat ben jy
toch gelukkig, jouw man groet jou nu en ik
moet wachten tot vanavond."
„Was de President wel eens uit zijn hu
meur?"
Hij was soms erg kwaad, als de dingen
niet gingen volgens wat hij recht en billijk
achtte. Eens herinner ik mij, was hij vreeslijk
boos. Tegenover ons was het bureau van een
dagblad.
In dat blad had iets gestaan, wat niet heele-
maal waqr was. Vroeg in den morgen werd
de redacteur ontboden.
Als gewoonlijk werd het gesprek op de
stoep gevoerd. Als de President kwaad was,
kon hij heel hard praten, schreeuwen zou een
beter woord geweest zijn. Woord voor woord
kopden we binnen verstaan wat hij buiten
Eindelijk hoorden we de redacteur wan
hopig uitroepen: „Maar President, wat moet
ik dan doen."
„Skrijf in jou krant dat jij gelieg het!"
Na deze woorden stapte de President het
huis in, en liet den verbluften man staan.
Doordat de President zoo hart sprak, als
hij opgewonden was, wisten wij altijd wat
er aan de hand_was.
Het ergste was~Hit, als er een geheime ver
gadering gehouden werd.
Nu, erg geheim was die niet hoor!
De President sprak zoo hard, dat ieder in
huis kon hoorefi wat er besproken werd.
In dien tijd ging men niet naar een advo-
Kruger In ballingschap.
kaat, als men een geschil had, de President
sprak recht, net als in den tijd van koning
Salomo.
Een keer kwamen er twee broers, hun
vader had hen een plaats (boerderij met
grond) nagelaten.
rchiefDe Rotterdar
Toen zij bij den President kwamen, vroeg
deze him of ze ook den platten grond van
die plaats bij zich hadden?
O ja, die hadden ze mee gébracht. De
President verzocht den oudste, om den
grond te deelen in twee stukken.
Toen dit klaar was, zei hij tegen de jong
ste: „Kom vat nou vir jou" fNeem jij nu he
eerste)-
En hiermee moesten ze tevreden zijn, want
wat de President zei was wet in die dagen.
Een man van de wereld was hij niet, dan
sen deed hij niet. Een keer had men ter zijner
eere een feest gegeven.
Er zou na afloop gedanst worden, hij wist
dat. Men zei hem, hij moest er heen, anders
zouden de menschen erg beleedigd wezen.
En tot aller vreugde gaf hij toe.
Toen hij alle dames in balcostuum zag, 2
h«:
„O. ek sien, die dames maak hul klaar om
bed toe te gaan, hul is bijna uit getrek, ek
dink die beste sal wees, dat ons een hoof-
stuk lees, dan bid en een psalmversie sing".
Toen dit klaar was zei hij: „Sie so,
kan ons huis toe gaan".
Hij was erg lief voor kinderen en daar hij
nooit een bezoek aflegde, was zijn eenige
vertier om met de kinderen uit de buurt, die
Oom Paul goed kenden, een praatje te
ken.
„Ja, kinderen", eindigde Ouma, „vrc
was hij, kinderlijk vroom en daardoor
hij een groot staatsman".
Kleine trekjes uit 't leven van een groot
Toegegeven.
Maar dat laatste: kinderlijk vroom en daar
door een groot staatsman.
Is dat eigenlijk niet 't simpele geheim van
dit groote leven?
Zoek eerst het Koninkrijk Gods dat was
de groote levenswet, waarnaar Kruger leefde.
En 't verdere van dien bekenden tekst?
„Alle dingen zullen u worden toegeworpen"?
Dat heeft Kuger 'óók ondervonden.
En dat zal de ervaring steeds weer worden
van zijn geliefd volk, zoo Zuid-Afrika den
moed heeft 't ook in de toekomst te wagen
met Hem, op Wien Paul Kruger al zijn hoop
en verwachting had gesteld!
DE VRIJE UNIVERSITEIT
1880 - 20 OCTOBER - 1940
De eerste colleges
Het zijn er maar weinigen meer, die uit
eigen herinnering nog kunnen vertellen over
den tijd, waarin de V. U. geopend werd en
de eerste colleges een aanvang namen. Van de
eerste studenten (Houtzagers, van Lummel,.
Ruyl, Brouwer) is er nog één in leven: de
81-jarige Ds. J. D. v. d.Vel^en te Kralingen.
Op zijn hoogen leeftijd mag hij nog over be
nijdenswaardige vitaliteit beschikken, gaat
nog af en toe uit preeken, en ook een oe-
roep op het geheugen wordt niet tevergeefs
gedaan. En zoo konden we, vragende naar
herinneringen uit de tachtiger jaren, nog een
en ander van hem vernemen, dat nog weieens
in de aandaoht mag staan, nu het jaarcijfer
60 bereikt is en het thans levende geslacht
alleen nog maar by overlevering weet, wat de
stichting der Vrije Universiteit beteekende
voor dien en voor onzen tijd.
Op de namen der eerste hoogleeraren, die
als met gulden letteren tegen den achtergrond
van het verleden zijn bewaard gebleven
Kuyper, Rutgers, Fabiusk Woltjer, Hoede-
maker is er één uitzondering, n.l. die van
dert Duitscher Dr. F. W. J. Dilloo. Deze heeft
slechts kort gedoceerd; op 1 Jan 1886 keerde
hij naar zijn vaderland terug. Ds. v. d. Velden
herinnert zich hem echter nog zeer wel als
een gemoedelijk docent, zeer knap in de
Oostersche talen, bijzonder in de Semitische
talen, het Syrisch en Arabisch.
Van het studentenleven op zichzelf is uiter
aard weinig bekend gebleven. Men liep aan
vankelijk college in de Schotsche kerk, die
door een groen gordijn afgeschoten was van
wege haar grootte. Het groenloopen werd ter
stond toegepast. Ds. v. d. Velden liep groen
bij van Lummel en van Houtzagers herinnen
hij zich een aardig voorval. Deze was op
szeer gespannen voet met het Nederlandsch;
een liberaal blad had zelfs een door hem ge
schreven briefkaart afgedrukt, om aan te
toonen, hoe treurig het met de ontwikkeling
der dompers gesteld was. Toen Houtzagers
voor zijn examenpreek zat, vroeg hij aan v.
d. Velden: „Als jij myn preek corrigeert jij
bent tooh onderwijzer geweest ben je voor
mij groen af". Alzoo geschiedde.
Van Prof. Rutgers is bekend dat hij accuraat
was tot het uiterste. Hierin ligt ook de ver
klaring, dat van hem nooit een vaderlandsche
kerkgeschiedenis verschenen is, waarop Dr.
Kuyper sterk bij hem aandrong. Hij durfde
dat alleen aan, als elk cijfer en elk feit voor
zijn besef verantwoord was. Rutgers doceerde
zeer langzaam, zoodat de studenten heel ge
makkelijk het dictaat konden uitschrijven.
Daarentegen ging het bij Kuyper meermalen
zóó vlug, dat zij op een keer besloten, tegelijk
de pen neer te gooien als dat weer voorkwam.
Toen dit inderdaad gebeurde, schrok Kuyper
en vroeg: „Spreek ik te vlug?" Waarop hij zóó
tergend langzaam voortging, dat men maar
weer naar het oude tempo terugverlangde.
Overigens is bekend genoeg, dat de colleges
van Kuyper soms zóó meeslepend waren dat
de studenten om d i e reden hun pen neer
legden. En als men twee uur college by hem
achter den rug had, liep men, alvorens naar
huis te gaan, eerst nog eens een uurtje om,
ten einde frissche lucht en het evenwicht terug
te halen.
Ongemakkelijk kon Kuyper soms uitvallen.
Ds. v. d. Velden vertelde ons van een student,
die na een examenvraag, om tyd te winnen,
een soort navraag deed. Waarop hij te hooren
kreeg: „Ik vraag, gij antwooi-dt". Daaren
tegen kon hij ook rekening houden met
zwakke broeders, mits hij overtuigd was, dat
zij werkten naar vermogen. Want zoo niet,
dan kon men dat op het tentamen ongezouten
te hooren krijgen. Was een student door een
uitbrander van de wijs, zooals een eerstejaars
eens met verschrikt gezicht toonde, dan luidde
het bescheid: „Het is heel goed eens te worden
aangepakt; als dat met mij niet gebeurd was,
zou ik nooit geworden zyn, wat ik door Gods
genade werd".
Bijzonder- waardeerden de studenten dat
Kuyper zich op de colleges niet beperkte tot
de theologie; zijn colleges in de letterkunde e:
ook zijn dispuutcolleges (waar de studenten
stellingen moesten verdedigen ook tegen den
opponentKuyper) waren zeer geliefd.
Veel waarde hechtte hij eraan, dat de theol.
studenten ook juridische vorming ontvingen;
daartoe liepen ze dan college bij Fabius,
niet minder aparte figuur dam. Rutgers en
Woltjer waren.
Uit de eerste jaren der V. U. is ook wetens
waardig het optreden van Hoedemaker. Zyn
biograaf Dr. G. Ph. Scheers deelt mede,
de toen 40-jarige Hoedemaker benoemd was
om onderwijs te geven in de theologia natu-
ralis en de ethiek. Het eerste vak trok Kuy
per echter reeds in 1881 aan zioh, hetgeen
Hoedemaker ontstemde. Deze heeft ook regel
matig 'practische oefeningen met de oudste
studenten gehouden en onder zijn toezicht
werd ook les gegeven in stemvorming.
Ten slotte herinneren we aan de mede
deel ingen in ons Kuyper-nummer van October
1937 gegeven door Ds. H. C. v. d. Brink
zijn studententijd. Ook hij roemt de
in letterkunde van den stichter der V. U.
die in magistrale sohetsen de beteekenis van
Bilderdij-k en Da Costa teekende. Ds. v. d. B.
wees er ook op, dat Kuyper by alle geleerd
heid en strijdvaardigheid een gevoelig hart
had. Hij kon echt meeleven in anderer vreugd
en leed; een feestdag in huis was een echte
feestdag en oudejaarsavond werd met grooten
ernst gevierd. Van dat medeleven getuigt ook
Dr. Scheers in zyn bovengenoemd boek: „On
der de hoogleeraren der V. U. zijn Kuyper en
Woltjer de eenige, met wie ik (Hoedemaker)
nog eens van hart tot hart spreken kon". Toen
de geschillen de grens van het conflict
naderden, schreef Hoedemaker nog (in 1884)
aan Kuyper: „Van uw persoon en uw bedoe
ling zullen zij mij afblijven en nooit heb ik
getwijfeld, ook maar één oogenblik, aan uw
hart".
Zoo zouden ook de studenten van de begin-
jaren der V. U. kunnen getuigen, die met den
„geweldenaar" in aanraking kwamen
en dat was zijn stille vreugde mét hem
het eerst gebouwd hebben aan wat in later
jaren van zoo grooten invloed zou zijn op
etaat en volk.
Gerechtigd tot het voeren
van het Rijlcsbotermerk.
De verschheid wordt gegarandeerd tot
den datum, vermeld op ieder pakje.
Verpakt in cartons van Vi en V* Kg.
Driemaal per week versche aanvoer in ons
FILIAAL te LEIDEN,
Korenbrugsteeg 3 Telefoon 21059
Goed recht der gemeenten
Het zijn goede woordep geweest, die ge
sproken werden op de jaarvergadering van
de A. R. gemeentebestuurders. Er stond een
onderwerp op het program, dat vooral ge
meentebestuurders wel heel sterk moest inte
resseeren, namelijk de plaats en de taak van
de gemeenten in dezen tyd. Trouwens, het
wil ons voorkomen, dat zulk een onderwerp
de belangstelling heeft van heel ons volk, be
zield van de noodige aandacht als het altyd
geweest is voo» wat betreft de publieke aan
gelegenheden.
Over het vraagstuk van de gemeentelyke
autonomie heeft Dr. J. A. H. J. S. Bruins
Slot, de burgervader van een tweetal Gronin
ger dorpen, die ons voor ongeveer twee
maanden zulk een uitnemende brochure
schonk, verhelderende opmerkingen gemaakt.
We schreven daar het woord „vraagstuk"
neer, en waarlijk niet omdat dit woord in
tijden als deze zoo vaak wordt gebruikt, dat
het een geschikt stopwoord is geworden. Want
naast een groot goed is de gemeentelyke auto
nomie ook een groot vraagstuk, en niet het
minst nu allerlei financieelc problemen op den
voorgrond kwamen en de eisch kon gesteld
worden van een behoorlijke lastenverdeeling
tusschen de gemeenten. Zou hiervan de ge
meentelijke autonomie geen nadeel kunnen
ondervinden, aldus vroeg men zich als
onwillekeurig af.
Dr. Bruins Slot heeft laten zien, dat men
de verhouding tusschen Staat en gemeenten
vooral moet beschouwen als een kwestie van
historisóh-practisohen aard. Nu, van de
historie zijn we nimmer wars geweest, en
inderdaad hebben wij het goed recht van de
gemeenten steeds niet in de laatste plaats
gebaseerd op het historisch fundament.
Staat en gemeente tezamen vormen de his
torische basis van het overheidsambt. Dat is
iets anders, dan dat de gemeenten in den
Staat zouden opgaan. Het is ook iets anders,
dan dat de Staat in gemeenten zou zyn ver
deeld. Want ziet men met ons het volk als
een nationale, historische eenheid, dan laat
die eenheid voldoende ruimte, zoowel voor
vrijheid als voor gezag. En, zooals Dr. Bruins
Slot zeide, onze Nederlandsohe samenleving
is van meet af er op uit geweest, aan de vrij
heid een kans te geven. Daarom is de ge
meente een zelfstandigheid, als historische
manifestatie van de zelfstandigheid van het
volk in het klein, zooals de Staat die in het
groot is.
Dank zij het leerstuk van de gemeentelijke
autonomie zijn, mogen we hieraan wel toe
voegen, de gemeenten opgevoed tot zelfstan
digheid en mede tot betamelijk verantwoor
delijkheidsbesef in het groote geheel. En aan
deze factoren is het niet het minst te danken,
dat de gemeenten zioh ook in den storm
stevig hielden.
Niet voor niets sprak de voorzitter van de
vergadering, Mr. G. A. Diepenhorst, van de
gemeenten als van „het hart van Holland".
En in dit alles liggen élementen, die ook
voor de toekomst van ons land van groote
waarde zijn.
BROOD VOOR GRAANVERBOUWERS
Van bevoegde zyde wordt er de aandacht op
gevestigd, dat landbouwers, die een gedeelte
van het door hen verbouwde graan willen ge
bruiken om daarvan brood te bakken of te
laten bakken, bij de plaatselijke bureauhouders
van de voedselvoorziening een maalvergunning
kunnen aanvragen. De plaatselijke bureauhou
ders zullen deze maalvergunning uitsluitend
verleenen tegen overlegging van een verkla
ring van den plaatselijken distributiedienst,
waaruit blijkt, dat de betrokken landbouwer
afstand heeft gedaan van de dezer dagen aan
hem en zyn gezinsleden uitgereikte of uit te
reiken broodbonboekjes, althans van een ge
deelte daarvan.
Nadere bijzonderheden betreffende deze rege
ling zijn te verkrijgen bij de plaatselijke distri
butiediensten.
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Het drama in de Vijzelstraat te
Amsterdam
Dader lot 15 jaar gev9ngenisitraf veroordeeld
Het Gerechtshof heeft gisteren het vonnis
van de rechtbank, waarbij de 37-jarige expe
diteur, die op 27 December j.L in de Vijzel
straat te Amsterdam zijn vroegere verloofde
neerstak en doodde, wegens moord werd ver
oordeeld tot vyftien jaar gevangenisstraf, be
vestigd. Ook de procureur-generaal had be
vestiging van het vonnis gerequireerd.
DE VERDUISTERING
In het belang van de naleving van
de bepalingen ten aanzien van de ver
duistering
Zonsondergang 16 Oct. 18 tl 44
Zonsopgang 17 Oct. 8 u. 09 m.
Maansopgang 16 Oot. 18 u. 55 m.
Maansondergang 17 Oct. 9 u. 08