llirume £Hïtsdjf (JTourmtl
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
NIEUW MOLEST-RISICO
BLU-.5fi.FAX
ynentsprys
I maanden In Lelden en In plaatsen
«en agentschap gevestigd is 2.36
treek 18 ct. Losse nummers 5 ct
bij vooruitbetaling.
itieprijzen
per regel Ingezonden Mede-
i 46 cl per regel Minimum
•1b. Bewijsnummer 5 ol BIJ coa-
lelangrijke korting
No. 6250
ZATERDAG 12 OCTOBER 1940
Bar. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 2316©).
Postbox 20. Pofltreh. Wm
Abonnementen, Advertentie*
21e Jaargang
n<
ons heden
wel verstaan, dat ons leven
itocht is en blyft en dat wy de
onze tent niet te vast in de
slaan, dan zullen wij ons ook
immeren over de vergankelijke
dezen tijd.
van het dagelijksch brood is
ihiedenis der menschheid door
mgrijk probleem geweest, met
stributie of bonnenstelsel. Het
mers het eerst noodige voor
a Cn wel verre er van, dat de
dit vraagstuk zou kleineeren,
de bede om het dagelijksch
na die van de onderwerping
vil en vlak voor die om ver
schulden; want „het natuur-
daarna het geestelijke",
r de Heiland in het dagelijksch
•echtstreeksche gave zag van
blijkt voldoende uit zijn ver-
eens als Hij een groote schare
ar brooden gevoed heeft, om
hoten brokken zorgvuldig te
„opdat er niets verloren moge
iwe dus de vraag „wat zullen
/at zullen we drinken" hoogst
^hten, dan komen we niet in
[de Schrift, maar volgen we
beeld. En als in deze zware
Drg over en voor de eerste
he ons drukt, dan mogen we
angstige vraag in Gods huis
.aar zal met en voor ons ge
en.
rfcer de eene zijde van de zaak;
j t-n andere. Wanneer de groote
Vis volgen alleen om het brood,
■jn dat grootelijks teleur, want
en slechts „om de spijze die
is dan wel begeerte naar het
verheugt; maar niet naar het
ontdekt en beschaamt, maar
n sterkt. De mensch zal immers
leen niet leven, maar bij alle
Het brood is alleen middel,
id zich als regel bedient om
i" ij i stand te houden om Elia
i lerd zelfs aan raven de distri-
I iragen maar meer dan
s het brood ook weer niet:
tw zegen van ons wijk'; die
fn ons blij en rijk".
jelf rijst de vraag, wat dit alles
v tijden te zeggen heeft. In de
.li zeker dit, dat wij groote be-
mogen en moeten hebben voor
oud en geen geoorloofd middel
j zullen laten om in onze nood-
jorzien.
1 ls echter dienen wij nimmer te
d jat ons geleerd is te bidden:
i e d e n ons dagelijksch brood".
J jekt volstrekte afhankelijkheid
n maar ook bescheidenheid en
ïli, ials God voor het heden ge-
Til laat ons dan vertrouwen, dat
'k ook zoo zal zijn.
k mogen we hierbij niet ver-
e le economische omstandigheden
h »el verschillen van die in de
1 de profeten en van Jezus' om-
op aarde. Wel werd oOk toen
opgeslagen voor den winter,
:ale tijd en hongersnood" dreig-
vaker, dan wij in langdurige
den, althans in West-Europa te
St iden.
urdig echter beseffen we veel
ïarde van „den staf des broods",
er het geval was en menige
vraagt zich met angst in het
le bon, die „recht geeft" op het
i eetwaren, morgen of over een
wel inwisselbaar zal zijn. En
het „geef ons heden" een
teekenis dan weleer. Wanneer
ioor leeren, dat wij geheel en
'ls verzorgende liefde afhanke-
toch met vertrouwen op Hem
an zal de rantsoeneering ons
1' iterker maken.
ier ter nog iets, waarop we in dit
hooren te letten.
,re t en met kracht hebben we in
:telijke actie stelling genomen
■r .laterialisme van onze eeuw. Wy
,t doen, want deze goddelooze
louwing scheen te zullen trium-
d ruw gezegd, zou de mensch
r®' hij eet; in fijner vorm diende
utie aan, die ons voorspiegelde,
ctualisme en beschaving ons
;ven tot steeds hooger peil zou-
en'
ajl Christenen ontkwamen aan den
ran dien tijdgeest niet. „De goden
e<i'.d" zijn meestal machtiger dan
VERDUISTERING
lelang van de naleving van
ngen ten aanzien van de ver-
idergang 12 Oct. 6 u. 53.
.gang 13 Oct. 8 u. 01 m.
opgang 12 Oct. 17 u. 24 m.
ondergang 13 Oct. 3 u. 51
Stampvolle veemarkthallen. De Bossche veemarkthallen waren tot de uiterste
hoeken gevuld met paarden en paardenkooplul op de groote Bossche paardenmarkt
welke Donderdag gehouden werd. Overzicht van de buitengewone drukte
(Foto Het Zuiden)
ANTIREV. GEMEENTEBESTUURDERS BIJEEN
Rede van dr. Bruinslot over de
gemeenten in dezen tijd
Men schrijft ons:
Het Verbond van Vereenigingen van A.R.
gemeenteraadsleden hield gisteren in het
Jaarbeursrestaurant te Utrecht zijn 5e jaar
vergadering.
De voorzitter, Mr. G. A. Diepenhorst,
las bij de opening Psalm 33.
In zijn openingswoord sprak Mr- Diepen
horst van de hartelijke dankbaarheid, die
allen vervulde, nu ze, ondanks de stormen,
welke over ons land gingen, rustig mei elkaar
kunnen samenzijn. Spr. wees er op, dat de
gemeenten hecht en sterk in ons volk gefun
deerd zijn. Toen de verbindingen met Den
Haag verbroken waren, waren het de ge
meentebesturen, die onder de moeilijkste om
standigheden belangrijk werk deden. Het
hooge beginsel der autonomie toonde hier zijn
waarde Schatten van regeerkracht bleken bij
de lagere besturen bewaard gebleven te zijn.
Hoewel elke aanwijzing van boven ontbrak
en snelle beschikkingen genomen moesten
worden, knoopen moesten worden doorge
hakt, verliep alles vlot. Ook bij evacuatie,
hulpverleening, herstel en wederopbouw bleek
het een levende werkelijkheid, dat de gemeen
ten "net hart van Holland zijn. In deze gouden
keten een schakel te zijn, is een bijzonder
voorrecht.
De voorzitter verwelkomde bijzonder den
heer J. Schouten, die bij zijn binnentreden
door de vergadering reeds met applaus begroet
was.
De secretaris, Dr. J. W Noteboom, deelde
mee, dat in de redactiecommissie van de
„Magistratuur" in verband met het aftreden
van den heer C P. I. Dommisse, in verband
met zijn hoogen leeftijd, is benoemd Dr. J. A
H. J. S. Bruins Slot.
Aan het verslag van den secretaris ont-
leenen we, dat het aantal aangesloten ver
eenigingen eind 1939 bedroeg 10, het aantal
individueele leden 1009 (v.j. 884)-
De penningmeester, de heer G. Baas
Kzn., van Santpoort, kon melden, dat het
kapitaal der vereeniging eind 1939 bedroeg
222.20 (v.j 176.20).
Dr. J. A. 'H. J- S. Bruins Slot, burge
meester van A-dorp, sprak hierna over het
onderwerp
De gemeenten in dezen tijd.
Spr. wees erop, dat hij niet spras van „de
gemeenten en het oogenblik". De verhoudin
gen te bezien vanuit het punt des tiids. achtte
spr. van anti-revolutionair standpunt niet
juist. Wij moeten van het punt des tijds zien
naar de lijn des tijds. Ook al is hel groot
en geweldig, het oogenblik is altijd aan ver
andering onderhevig. Het oogenblik kan
moeilijk inspiratief zijn ter bepaling van de
positie der gemeente.
Spr. wil de vraag stellen naar de eigen
aardigheid der gemeente-
De autonomie, in de gemeentewet van 1851
vastgelegd, is van stonde aan en in steeds
sterkere mate een probleem geweest. De auto
nome gemeente was een onttroonde gemeente.
(Vervolg van de eerste kolom.)
wij meenen. En terwijl wij het materia
lisme bestreden, leefden wij toch vaak
zoo, alsof Christelijke actie op den duur
in staat zou zijn sociale en economische
ellende te kunnen opheffen. Was dat in
den grohd der zaak iets anders dan Chris
telijk genaamd materialisme?
Reeds lang voor dezen oorlog kwam de
menschheid tot de erkenning, dat de leer
van Rousseau, Multatuli e.d. wijsgeer en
afgedaan heeft en dat de geest werkelijk
over de stof heerscht. Ook, dat beschaving
zonder geestelijke verdieping geen voor
uitgang beteekent; ja, dat die beschaving
zelf zonder bovennatuurlijke inwerking
geen inhoud heeft.
Thans is er de overtuiging bij gekomen,
dat van een evolutie naar een steeds
hooger geen sprake is in deze wereld.
Wij zien een neergang zoo vreeselijk, dat
wij onwillekeurig aan een naderende cata
strofe denken. Het is alsof we het bazuin
geschal der engelen hooren, die de fiolen
van Gods toorn gereed houden om Gods
wrekende gerechtigheid uit te voeren.
Wie dat beseft, verstaat ook, dat hij
een pelgrim hier beneden is en dat de bede
„geef ons heden" geen uitbreiding van
beteekenis noodig heeft, maar ten volle
inhoudt, wat de Christen in elke eeuw
heeft te vragen. Bij elke verademing,
welke God ons geeft, probeeren we tel
kens weer aan de eenvoudige waarheid
der Schrift te ontkomen en daarom laat
God ons gedurig verstaan, dat van zijn
Woord geen tittel of jota af gaat.
Dit moge ons beschamen èn bemoedigen!
Is financieele onafhankelijkheid niet een ken
merk van zelfstandigheid? En wat kwam daar
de laatste jaren van terecht? Het recht van
schorsing werd zoo veelvuldig gebruikt, dat
het de kritiek van Groen van Prinsterer op
de Gemeentewet bevestigde. Hij vreesde, dat
deze wet geen autonomen, maar automaten
kweeken zou. Op verscheidene punten
spr. de beknotting der gemeentelijke autono-
De A.R. hebben altijd voor de gemeente
lijke autonomie op de bres gestaan. Anderen
juichten de beknotting der autonomie har
telijk toe.
Uit dit verschil blijkt niet alleen een ver
schil van waardeering der gemeenten, maar
ook een verschil van inzicht in den aard van
den Nederlandschen Staat. Het gaat om den
aard en de strekking van de Staatsmacht.
Met betrekking tot de gemeenten heeft dit
vraagstuk een eigen aspect. De verhouding
gezin-staat bijv. is een gansch andere dan
gemeente-staat. Gemeente en Staat zijn beide
overheidsinstelling. Ze staan niet naast elkaar;
de gemeentehuishouding is ook staatsterritoir;
de gemeenten zijn van staatswege georgani
seerd. De gemeente is dus nauw verbonden
met den Staat. Men kan haar eigen aard
ook nooit vinden, als men Staat en gemeente
tegenover elkaar ziet, doch moet de gemeente
zien in den Staat.
Het staatsabsolutisme zal nooit de gemeen
ten willen opheffen. In den modernen staat
neemt de beteekenis der gemeente steeds toe.
Er zal altijd een instituut noodig blijken, dat
de algemeene wet in het klein toepast
zorgt, dat de verscheidenheid in de kleinere
eenheden in het raam der algemeene wet tot
uitdrukking komt.
De gemeente kan gedegradeerd worden tot
staatsinstrument, waarbij de gemeente is een
uitvloeisel van den Staat. Men zegt dan, het
geheel te stellen boven de deelen, maar
bagatelliseert daarbij de deelen.
Anderzijds kan men aan de gemeente ook
essentieele deelen van den Staat overlaten.
Dan trekt men den Staat uit elkaar en maakt
de gemeenten tot wederstrevige staten in den
Staat.
Deze beide opvattingen, zij het dan niet in
den meest extremistisohen vorm, hebben in
Nederland steeds tegenover elkaar gestaan:
is de Staat verdeeld in gemeenten, of is hij
opgebouwd uit gemeenten.
Spr. teekende de positie der gemeenten vóór
1795, toen zij geheel souverein waren, welke
positie na 1813 niet gehandhaafd kón worden,
omdat het de eenheid onmogelijk gemaakt zou
hebben.
Toch is men bij Grondwet en Gemeentewet
niet tot een positieve en klare overeenstem
ming over den aard der gemeente gekomen.
Men stelde vast: de gemeente is niet souve
rein. Wat ze wèl was, bepaalde men niet.
Toch gaf men ze gemeentelijke zelfstandig
heid en een eigen huishouding. Deze werd
daardoor tot een gebied van bevoegdheden,
dat de hooge Overheid naar eigen goeddun
ken kan doen uitdijen of beperken.
Spr. ging na, hoe men in de jaren na 1851
van verschillende zijdende autonomie ge
zien had.
De gemeenten verkregen het zelfbestuur:
het verplicht verleenen van medewerking
aan de uitvoering van Rijkswetten, terwijl
de autonome sfeer der gemeenten steeds
meer ingekrompen werd, doordat het Rijk
allerlei gebieden aan zich ging trekken.
Men kan alleen uit het slop komen, als
men de wezenlijke vermenging van Staat
en gemeente tot uitgangspunt neemt.
De eigen aard der gemeente is niet te
vinden op het gebied van het formeele recht
door juridische afbakening, doch door aan
vaarding van het feit dat Staat en gemeen
te tezamen vormen de historische basis van
het overheidsambt in den Nederlandschen
Staat.
Zeer sterk dient de nadruk gelegd te wor
den op het historische van de volksopenba
ring. Het natuurlijk verband, dat velen in
dezen tijd op den voorgrond schuiven, is
richtingloos: het kent geen geledingen in
het nationaal verband. Men moet het volk
opvatten als een historische eenheid Dan
kan men gezag en vrijheid, ook centraal
gezag en regionale vrijheid, in juiste ver
houding zien. Onze Nederlandsche samen
leving is van meet af er op uit geweest, jan
de vrijheid een kans te geven Daarom is de
gemeente een zelfstandigheid als historische
manifestatie van de zelfstandigheid van het
volk in het klein, zooals de Staat die in hel
groot is. Gemeente en Staat werken teza
men aan dezelfde nationale taak. Dèt is de
norm voor de taakverdeeling.
Ziet men het zoo, dan liggen de moeilijk
heden niet on Juridisch, maar op historisch-
practisch gebied.
Van de toekomst weten wij niet. Wij ne
men deel aan het heden en hebben klaar te
staan voor morgen. Moge dat zijn in het
klaar besef van den nationalen aard van het
werk der Nederlandsche gemeenten.
Od dit referaat volgde een belangwekken
de discussie.
Besloten werd aan den beer Dommisse een
woord van harteliiken dank te richten voor
het vele goed, dat hii ook in hpt orgaan voor
he< Verbond gedaan heeft
Na dankgebed door den heer J. Schouten
werd de vergadering ge do ten.
ALG. FRIESCHE LEVENSVERZ.-MY
LEEUWARDEN BÜRMANIAHUIS
VAN 1845
AMSTERDAM. VAN BRIENENHUIS
Ambtsaanvaarding prof.
dr. G. C. Berkouwer
De inaugureele oratie van Prof. Dr. G. C.
Berkouwer, nieuw benoemd buitengewoon
hoogleeraar in de nieuwere theologie aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam, trok gister
middag zeer veel belangstelling. Zaal en
gaanderij van het gebouw van de Mij. voor
den Werkenden Stand waren dicht bezet met
belangstellenden.
Onder dezen noemen wij in de eerste plaats
de ouders van den jongsten professor der
Vrije, de heer en mevrouw Berkouwer, van
's-Gravenhage. Vervolgens zagen wij de hoog
leeraren Prof. Dr. G. M. den Hartogh en Prof.
Dr. K. Dijk, namens de Theologische Hooge-
school der Geref. Kerken te Kampen. Voorts
Prof. Dr. B. Brouwer, vertegenwoordigende
de Gemeente-Universiteit van Amsterdam.
En tal van predikanten en andere belangstel
lenden uit onderscheiden kringen, van wie wij
alleen noemen ds. J. D. Boerkoel, de collega
vn professor Berkouwer in de Geref. Kerk
van Watergraafsmeer.
Tegen half vier werden in deze zoo druk
bezochte zitting van den Senaat binnengeleid
de Deputaten van de Generale Synode der
Geref. Kerken voor de oefening van het ver
band met de theologische faculteit van de
V. U.: Dr. J. Thijs, van Zwolle; Ds. W. W.
Meljnen, van Dordrecht; Ds. T. J. Hagen, van
Delft; Ds. J. de Vries, van Tilburg; Dr. J. W
van den Bosch, van Harderwijk; Dr. L. van
der Zanden, van Groningen.
Hierna trad de officieele stoet van direc
teuren, curatoren en hoogleeraren binnen,
voorafgegaan door den rector-magnificus,
Prof. Mr. V. H. Rutgers, en Prof. Dr. G. c!
Berkouwer. Het college van directeuren
de heeren Dr. H. Colijn,.Mr. J. Terpstra, J.
Schouten. Dr. J. J. C. van Dijk, Mr. G. H.
A. Grosheide, H. Bos Kzn. en Mr. H. Bijle-
veld als ook het curatorium, bestaande uit
de heer Mr. Dr. S. de Vries Czn., Ds. T. Fer-
werda, Mr. J. Verdam en Ds. W. A. van Es
waren voltallig aanwezig.
De volgende hoogleeraren merkten wij op
Prof. Dr. P. A. Diepenhorst, Prof. Dr. J.
Oranje, Prof. Dr. L. van der Horst, Prof. Dr.
J. F. Koksma, Prof. Dr. J. Coops, Prof. Dr.
G J. Sizoo, Prof. Dr. M. van Haaften, Prof.
"ör. A. Sizoo, Prof. Dr. R. H. Woltjer, Prof.
Dr. J. Wille, Prof. Dr. A. Goslinga, Prof. Dr.
J. Waterink, Prof. Dr. H. H. Kuyper, Prof.
Dr. F. W. Grosheide, Prof. Dr. G. Ch. Aalders,
Prof Dr. V. Hepp, Prof. Dr. C. van Gelderen,
Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven, Prof. Dr.
D. Nauta en Prof. Dr. J. H. Bavinck.
Het onderwerp van de oratie was, zooals
den lezers in ons verslag van gisteren werd
medegedeeld, „Barthianisme en Katholicisme".
Aan het einde van de rede richtte Prof.
Berhouwer zich tot directeuren, wien hij
dankte voor het in hem gestelde vertrouwen.
Dat de benoeming mogelijk gemaakt was door
het initiatief van enkele vrienden der hooge-
school, waardeerde spr. ten zeerste. Het wa
ren hoogst ernstige redenen, die hèn drongen
spreker's benoeming te bevorderen en mede
daarom was het spr. niet mogelijk zich aan
de nieuwe taak te onttrekken, de» hoop uit
sprekende dat de V. U. steeds meer ons gan-
sche volk ten zegen moge zijn.
Dat curatoren spr. voor benoeming hebben
voorgedragen, nam bij hem den laatsten
schroom weg.
Deputaten dankte spr. voor hunne goed
keuring. In dit verband merkte hij op, dat
door deze hoogleeraarsbenoeming het aantal
emeriti niet met een wordt vermeerderd. Spr.
acht het een voorrecht, predikant te kunnen
blijven, en hij dankte den kerkeraad van
Watergraafsmeer, die hem met raad en daad
heeft bijgestaan en de beslissing gemakkelijk
gemaakt.
De hoogleeraren dankte spr voor hunne
hartelijke tegemoetkoming. Voorloopig voel
ik mij, zei spr., in uw kring, waaronder ook
mijn leermeesters zijn, nog in de eerste plaats
leerling. God zegene onzen gezamenlijken
arbeid.
Ten slotte sprak Prof. Berkouwer'zijn bij
zondere blijdschap uit over de aanwezigheid
der beide genoemde Kamper hoogleeraren en
van zijne ouders, terwijl hij zich met vriende
lijke woorden tot de studenten richtte en zijn
talrijk auditorium opwerkt tot vernieuwde
trouw aan en liefde voor de Vrije Universi
teit.
Na de met applaus beloonde rede volgde
eene drukke, geanimeerde receptie.
Federatieve samenwerking in
het vischbedrijf
Een voorbeeld van goede concentratie.
Naar ons officieel gemeld wordt, ls ten
einde tot gezondere economische verhoudin
gen en betere bestaansvoorwaarden in de
kringen van visscherij, vischhandel en visch-
verwerking te komen, overgegaan tot de vor
ming van een groote organisatie, die alle
groepen van producent tot kleinhandelaar
zal omvatten en met recht het lichaam zal
kunnen zijn, dat alle visscherybelangen zal
vertegenwoordigen.
Toen van regeeringszijde een duidelijke
wenk in die richting werd gegeven, hebben
de Bond van Nederlandsche Haringexpor
teurs, de IJmuider Vischhandel Vereeniging,
de Bond van Groothandelaren en Exporteurs
van Zoetwatervisch en de Vereeniging van
Ansjovisch-exporteurs dezen wenk goed be
grepen en de zaak krachtig aangepakt. In
tallooze conferenties en vergaderingen met
verschillende bonden en vereenigingen op het
gebied van de visscherij is deze gedachte
nader uitgewerkt en op 26 Augustus 1940 is
de Federatie van Organisaties in het Visch
bedrijf, de F.O.V., definitief opgericht. De
plannen zijn vooraf ook besproken met de
leidende figuren van het Departement van
Landbouw en Visscherij en met den Direc
teur-Generaal voor de Voedselvoorziening en
diens staf. De ontworpen plannen konden de
goedkeuring van deze regeeringspersonen ten
volle wegdragen.
Deze F.O.V. zal bestaan uit 5 secties, waar
van reeds 4 secties zijn gevormd of in een ver
gevorderd stadium van oprichting verkeeren.
Ter verduidelijking diene, dat onder „seotie"
wordt verstaan een groep van vereenigingen
of bonden, die gelijkgeriohte belangen hebben.
Zoo zijn of zullen worden gevormd een Sectie
Productie, waartoe de landelijke organisaties
van reeders en visschers zullen behooren, een
Sectie Import, een Sectie Groothandel en Ex
port, een Sectie Kleinhandel en een Sectie
Verwerking, bij welke laatstgenoemde vier
secties resp. de organisaties van importeurs,
groothandelaren en exporteurs, kleinhande
laren en verwerkers zullen zijn aangesloten.
Deze secties hebben een zeer groote mate van
zelfbestuur voorzoover betreft behartiging van
de belangen van bij de sectie aangesloten
bonden en vereenigingen.
Bij het naar buiten optreden van de F. O. V.
zal deze steeds het algemeene belang ver
tegenwoordigen en in belangrijke aangelegen
heden ook de beslissing nemen, na alle be
langen der verschillende groepen eerst in
eigen boezem tegen elkaar te hebben afge
wogen.
De Sectiebesturen kiezen elk twee of meer
leden in het Federatiebestuur al naar de be
langrijkheid van de secties. Statuten en huis
houdelijk reglement van de F.O.V. zijn voor
loopig vastgesteld, waarbij rekening is gehou
den met de bij toetreding van een of meer
belangrijke secties eventueel nog wenschelijk
geachte wijzigingen.
Het op deze wijze gevormde Federatiebe
stuur, dat uit ongeveer 12 leden zal bestaan,
kiest een dagelijksch bestuur van 2 of 3 per
sonen, .die in alle besprekingen en onderhan
delingen met de regeering het geheele vissche-
rijbedrijf zullen vertegenwoordigen.
Een eerste voorwaarde voor het slagen
de zoo noodzakelijke reorganisatie in de
soherijbedrijven, en daarom ook een van de
eerste doelstellingen van de F.O.V. moet zijn,
dat alle bedrijven op vischgebied noodig zullen
moeten hebben een erkenning van de regee
ring met de verplichting zich bij een organi
satie aan te sluiten. Reeds nu wordt aan alle
bedrijven derhalve in overweging gegeven
zich ten spoedigste bij een landelijke ver
ging of bond, die lid van een der secties is of
kan worden, aan te sluiten.
Het secretariaat van de F.O.V. is voorloopig
gevestigd ten kantore van Mr. A. Hoekema,
Dr. Kuyperstraat 3, den Haag, alwaar ieder
een alle gewenschte inlichtingen kan ver
krijgen.
LEGER DES HEILS
Te Ommen is een Vacantiehuis van het
Leger des Heils officieel in gebruik genomen.
Het Leger werd tot deze stichting in staat
gesteld door jhr. O. Repelaer.
DE LUCHTBESCHERMING WAAKT
Desondanks kan Uw huis, Uw in
boedel, Uw boerderij, Uw fabriek te
lijden krijgen door oorlogsgeweld.
Dan komt
U te hulp. mits U zich tijdig de
voordeelen van het lidmaatschap
verzekerd heeft.
Inlichtingen en prospectus verkrijgbaar bij:
Centraal Beheer, Singel 126130. Amsterdam (C)
Telefoon 47190
Bijkantoor: Rotterdam. Schepenstraat 100.
Telefoon 45530
Uw cadeau /12.SO
HUISVROUWEN
Met EEN PAK fiTHco
doet U MEER dan met 20 stukken zeep!
Doet Uw voordeel! Slechts 28 cent per pak!
In elk pak GEBRUIKSAANWIJZING
met tal van NUTTIGE WENKEN!
Verkrijgb. bij alle warenhuizen en drogisten
.GREVOS'" HANDELMAATSCHAPPIJ
Nieuwland 6 a Tel. 38169 Rotterdam
NIEUW ROOD m
Bessen-aperitief4 cOF i
fr2.85 p. literflesch&^VJ
VRAAGT ONS PROSPECTUS»
STAATSEXAMEN A en B
ONDER WIJZE RSAKTE
Mulo-diploma
RESA - ARNHEM
(BEKENDE SCHRIFTELIJKE CURSUS).
Een toespraak van een doofstomme. Woensdag heeft Mgr. A Hermus afscheid
genomen als directeur van het Doofstommen Instituut te St Michiels-Gestel. Een
der dames oud-leerlingen (links) houdt in de taal der doofstommen de afscheids
rede In het midden (met boek) de scheidende directeur, aan zijn rechter hand,
(Fok
Afwending van blaam
Voor hen, die in het voorjaar ten
onrechte zijn geïnterneerd
Het hoofd van het hoofdregelingsbureau
(voormalig Algemeen Hoofdkwartier) en
de wnd. hoofden vam de departementen
van justitie en van binnenlandsche zaken
brengen het volgende ter algemeene
kennis:
Op grond van tal van rapporten is vast
gesteld, dat de maatregel van aanhouding
en interneering, die op grond van artikel
33 van de Wet op den staat van oorlog en
beleg genomen is, tegen vele Nederlanders
ten onrechte toepassing heeft gevonden.
Het is veelal niet meer mogelijk na te
gaan, wie in dergelijke gevallen opdrach
ten tot aanhouding heeft gegeven, zoodat
maatregelen slechts bij uitzondering moge
lijk zijn. Intusschen worden de strafbare
handelingen, die deze interneeringen
hebben begeleid, vervolgd.
Velen lyden nog steeds onder den on
verdienden blaam, die op hen geworpen
is door deze interneering. Dubbel hard en
onbillijk is het, wanneer zy, die reeds
daardoor zijn getroffen, thans ook nog het
moreele leed ondergaan, dat men hun
dezen maatregel aanrekent.
Het is om deze reden, dat de in hoofde
dezes genoemde autoriteiten zich gedron
gen gevoelen het bovenstaande vast te
stellen en alle dragers van openbaar gezag
aan te sporen om er toe by te dragen, dat
misverstanden en onbillijkheden, welke in
interneeringen hun oorzaak vinden, wor
den weggenomen.
Groot-Oost-Aziatische ruimte
Volgens mededeeling van den redacteur
van Onze Vloot, den heer M. A. Cageling,
verstaan de Japanneezen onder „Groot-Oost-
Aziatische ruimte", welk begrip in het ver
drag tusschen Duitschland, Italië en Japan
wordt genoemd: het Japansche eilandenrijk
zelf, Mantsjoekwo, China, Formosa en de
tusschengelegen zeeën met inbegrip van het
noordelijk gedeelte van de Zuid-Chineesche
Zee, alzoo hetgeen wy het Verre Oosten
noemen. Voorts apreïken zij van „de eilanden
van het Zuiden", waaronder in de eerste
plaats Nederlandsch Indië verstaan wordt In
bei Japansche spraakgebruik behoort ons
Indie dus niet tot de Groot-Oost-Aziatische
ruimte.
DE GECOMBINEERDE VERGADERING
VAN A.R. EN C.H. TE ROTTERDAM
Aangezien prof. jhr. mr. B. C. de Savornin
Lohman van Utrecht verhinderd is op de ge
combineerde vergadering van de Centrale
A.R. Kiesvereeniging te Rotterdam en den
Kamerkieskring Rotterdam van de C.H. Unie
weUce Zaterdag 19 October a.s. in Gebouw
„Odeon' gehouden zal worden, het woord te
voeren, zal in zyn plaats, behalve door Dr.
H. Colijn, gesproken worden door Dr. S.
Rozemond van Leiden.
Aan de bekende adressen zijn voor de leden
nog enkele uitnoodigingen verkrijgbaar.
de nieuwe directeur, de ZeerEerw. Heer Överbeek
(Foto Het Zuiden)
K