llirumr grittórt)t (ioumnt
I
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Christelijke Boeren- en Tuindersbond
nentspnjs:
maanden in Leiden en in plaatsen
een agentschap gevestigd la 2.35
veek 18 et Losse nummers 6 ct
bU vooruitbetaling.
ntieprijzen
ct per regel Ingezonden Mede-
igen 45 ct per regel Minimum
els Bewijsnummer 8 ot Bij coo-
belangrijke korting
Ho. 6249
VRIJDAG 11 OCTOBER 1940
21e Jaargang
Bnr. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
Bijdragen van medewerker», Ingezon
den stukken aan de Red
Abonnementen, Advertentie*, ens. aan
de Administratie
punt en standpunt
dig kan men nogal eens de
de redeneering hooren, dat men
it ten aanzien van deze of gene
id moet wijzigen naar gelang
lis een keer heeft genomen. Men
>o wordt gezegd, zijn houding
oog nu schuilt een goed en een
teerd element Het goede element
en oog heeft voor de wisselingen
lijkheid, waarin men leeft Deze
i is geen star begrip, maar een
voortgang. Het verkeerde is
ben de maatstaven, waaraan men
Jieid toetst, zoekt in die werke-
6. Gaat men op dezen weg voort,
arlijker, dan dat de geschiedenis
o, tot een leefregel wordt?
fcdenis echter kan voor ons geen
och zy is en blijft voor
el, waarop de krachten van het
es lichts strijden tegen de krach
koninkrijk der duisternis. Deze
nslotte, zoo weten we, uitloopen
'inning van Christus, Wien alle
mei en op aarde is gegeven. En
wij als menschen mickien in deze
geplaatst on besloten zijn in den
fstorie, daarom blijft zich in aller
laren de spanning tusschen eener-
n rkelijkheid rondom en
d, die door de zonde is bevlekt,
ni Is de eischen van Gods Wet
,u hiermee ernst maakt is dit alles
I t gemakkelijk. Het valt heel
°I voort te laten glijden oo den
geschiedenis en te zeggen, dat
alleen omdat het er is. Het is
bt ei lijkheid, die is neergelegd in
1 ,in de wereld, doch niet van de
hier vinden wij terug het woord
dat de zuivere en onbevlekte
estaat in het zichzelf onbesmet
de wereld, dat wil zeggen: van
werkelijkheid. Wie echter is tot
°a bekwaam?
.plossing niet in den oproep tot
k« !bekeering, den terugkeer tot het
j* vleesch werd, tot de Openbaring
ja I God de Eeuwige en de
;n fijke. £(jn Openbaring is, plegen
t {en, een gave èn een opgave,
ichten we niet u i t de werkelijk-
ng i n de werkelijkheid, tot Hem, tot
lil#., ajbrsn wijsheid wordt geleerd
irne. En ult dle
en H
waarnaar wij willen leven in
werkelijkheid.
leer nuttelooze menschen?
Oct. wel menschen, die vrijheid
!spm God te dienen op elk terrein
rood at dienen Is arbeiden. Want,
was' w*e inziet in de volmaakte wet,
1 20 ld is, die vergeet het bevel van
!t zoo gemakkelijk, maar hij is
s werks", en „hij zal gelukzalig
gelijksoortig appeltje
.-eten, dat wij enkele dagen ge-
Haagsche Post een appeltje heb-
toen dit weekblad een absoluut
telling gaf van de houding onzer
■zen tijd.
t De Nederlander met het week-
ijksoortig appeltje- Hadden wij
dat er sinds eenige maanden
id van de Haagsche Post zoo een
wijzigd was. De Nederlander
ijke ontdekking. Maar het merk-
iat de redactie van de Haagsche
celfde euvel lijdt, hetwelk ze bij
nt te bespeuren. Immers, wat is
nder had een artikel geschreven,
lad nog eens opnieuw zijn hou-
gpf. ïef ten aanzien van de Neder-
e, alleen reeds om te laten zien,
rzijds, het contact nog niet ver
ijl n en een open oog hebben voor
ljke toenadering, mits natuurlijk
,un| :mming met onze beginselen.
,ter ireef nu de Haagsche Post? Dat
an De Nederlander getuigt van
gen ommezwaai, ingegeven door
n angst voor de politieke moge-
vaarover bepaalde geruchten
band veroorlooft De Nederland-
rake opmerking, „dat de Haag
bed zou doen zich te herinneren,
iet gaat om panischen angst en
mmezwaaien boter op het hoofd
jehoeven dat niet nader uit te
r weet, wat er afgezien van het
2p ert 10 Mei aan dat blad veran-
■SJ is niet een van de minst be-
ïitingen van het kapitalistische
de geestelijke en politieke voor-
middel van de pers in vele ge-
de ervaring leert, van karakter
wanneer dat om economische
ischelijk schijnt. Wij houden het
ri karaktervoller om liever onder
i daaraan mee te werken",
rachtige woorden, die in beteeke-
reiken buiten het geval van de
jst. Inderdaad, het is een bekend
:hts h ij staat, die vasthoudt aan
isel, niet alleen op Zondag of in
mer, me ar in heel zijn leven- En
belemmering in den weg mocht
:gd, dan moge hij vallen, maar
het beginsel en de e i s c h van het
1 h geldt trouwens voor iederen
Jhij h»f weten wil of niet en of hij
idelt of niet. Eens komt het uur
'enschap. Het gaat hier niet om lief-
o* om dingen, waarvan men zich
„panischen angat" vjinaf laat
Het opruimingswerk en de herstelling aan de woningen te Enk
huizen, die door het Engelsch bombardement zijn getroffen
(Foto Pax-Holland)
Jaarvergadering te Utrecht
De indertijd uitgestelde jaarvergadering
in C.B.T.B. werd gistermiddag te Amster
dam gehouden.
Na het openingswoord van den voorzitter
prof. dr. P. A. Diepenhorst werden aller
eerst huishoudelijke zaken behandeld.
Hierna sprak prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine.
Wij pleiten aldus spr. heden voor de hand
having van de Christelijke basis onder den
Chr. Boeren- en Tuindersbond, omdat wij
dien bepleiten voor al onze sociaal-economi
sche organisaties. Men bestrijdt deze idee; zij
heet onnoodig, omdat de sociaal-economische
vragen materieel van aard zijn; ongewenscht,
omdat zij splitsing met zich brengt: onmo
gelijk, omdat er tusschen het geestelijke en
het sociaal-economische geen wezensverband
is. Wij voor ons hebben jaren lang het om
gekeerde verkondigd en toegepast. Zullen wij
dit thans laten vallen?
Er zijn personen en groepen, die te dezer
zake na 15 Mei zich anders stellen dan vóór
10 Mei; zij mogen zich afvragen, welken in
druk zij wekken, terwijl er in wezen niets is
huichelarij zelfs? wy hi«* trekken, de
zelfde lijn forsch door.
Daartoe dringt zelfs meer dan vroeger.
Er is een algemeen geroep óm niéuwe
elementen op het sociaal-economische erf:
solidair besef tegenover klassenstrijd; gerech
tigheid tegenover willekeur; erbarmen tegen
over darwinisme. Het is prachtig; doch hoe
en wel deze elementen verkrijgen?
De waarde van mensch en menschenziel
bloeit op uit het geloof in den Schepper. De
solidariteit is dieper dan waar ook verankerd
in de belijdenis, dat Christus zich solidair ge
maakt heeft met de wereld.. Niemand is in
staat ergens een sterker bron aan te wijzen
voor de geesteshouding, die thans allen vor
deren op het sociaal-economisch erf, dan in
het Woord van God gegeven is.
Daarmede is het goed recht der Christelijk
gefungeerde organisaties afdoende bewezen
Daarmede is tevens bewezen, dat deze basis
niet slechts voor zekere kringen of richtingen
doch voor het volksleven als geheel onmis
baar is.
Echter moeten wij elkander zeer ernstig
waarschuwen. Het is mogelijk, dat een Chris
telijke organisatie géén Christelijke vruchten
voortbrengt Voortdurend zelfonderzoek en
voortdurende vernieuwing zijn onmisbaar.
Want onvruchtbaar Christendom is ook op
sociaal-economisch erf rijp voor de ver
dwijning.
Verder sprak de tweede voorzitter van den
C.B.T.B., de heer Chr. v. d. Heuvel.
Een drietal punten werden hierbij behan
deld.
In de eerste plaats enkele aangelegenheden
betreffende Pachtzaken.
Nu de Pachtwet ongeveer 2 jaren gewerkt
heeft is het mogelijk een, zij het zeer voor-
loopig, oordeel te vormen over de werking
der Wet.
In 't algemeen is deze bevredigend.
Als belangrijkste verbeteringen noemde
spr a. dat overeenkomstig de bedoeling van
de Wet een langer geUfuiksrecht van den
grond in 't algemeen verkregen zal worden;
b. dat de mondelinge afspraken die tot veel
onaangename verwikkelingen aanleiding
gaven zoo goed als verdwenen zijn; c. dat een
vrij intensieve controle óp de pachtprijzen
is verkregen.
Spr. stond hierna stil bij enkele principieele
uitspraken door de pachtrechtspraak gegeven.
Eenige leemten in de Pachtwet hebben
zich naar spr's oordeel reeds geopenbaard
Als zoodanig werden genoemd: het bezwaar
dat in hetzelfde gebied twee instanties, n.l.
pachtkamer en pachtbureau de zaken behan
delen, dat grasverkoopingen buiten de wet
vallen, dat het alleen maar mogen toetsen
der pachtovereenkomst op buitensporige ver
plichtingen de in feite te hooge pachtsommen
niet heeft weten te voorkomen.
Aan een gedeelte dezer euvelen is voor
een meer of minder belangrijk deel tegemoet
gekomen door de 17 Augustus uitgevaardigde
pachtverordening.
In de tweede plaats wijdde de heer v. d.
Heuvel enKele beschouwingen aan de v r ij-
willige arbitrage in land- en tuin
bouw.
Hij deed hierbij uitkomen, dat onder den
invloed van de landbouw-crisiswetgeving er
een sterke ontwikkeling is gekomen van de
collectieve arbeidsovereenkomst
De samenwerking tusschen de Centrale
Landbouworganisaties en de vakorganisaties
van de and- en tuinbouwarbeiders, die reeds
eenige jaren bestond, is zeer veel intensiever
geworden. Toch is ook op dit terrein nog een
en ander te verbeteren.
De ruim 100 verplichte arbitrages, welke
in 1940 in land- en 'tuinbouw nog moesten
worden opgelegd wijzen hier op. De
C.BT.B. heeft reeds jaren het parvol uit
gegeven: de Rijksarbiter er uit, bij het ont
breken van overeenstemming vrijwillige ar
bitrage.
In de derde plaats behandelde spr. de
cenheidspogingen in den land
bouw.
Een viertal van deze pogingen werden
bezien.
In de eerste plaats de merkwaardige oproep
van het Boerenfront der N.S.B., waarin
de noodzaak van de oprichting van confes-
sioneele organisatie werd erkend en verder
werd betoogd, dat in de toekomstige natio-
naal-socialistische staat élles Christelijk zal
zijn en dus Christelijke organisaties overbodig
Zelfs indien men dit alles zou erkennen dan
was daarmede de noodzaak van Christelijke
organisaties allerminst vervallen. Ongeacht
de wijze waarop een land bestuurd wordt zijn:
Christelijke organisaties noodig omdat ze
een plicht achten bij het licht van Gods Woord:
de vraagstukken te bezien en vanuit de Gods
openbaring invloed te oefenen op het denken'
en handelen der leden.
In de tweede plaats ls daar het streven van
het Kon. Ned. Landbouw-Comité,
da' de eenheid van den landbouw wil door
de opheffing van de confessioneele organi
saties.
Zoowel de oproep van het Boerenfront der
N.S.B. als het standpunt van het Landbouw-
Comité is voor ons geheel verwerpelijk. De
Christelijke maatschappelijke organisatie is
vrucht van Godsdienstige diepe levensover
tuiging. Ze mag dus niet worden opgegeven.
Slechts dwang zou ze ons kunnen doen los
laten.
De bezettingsoverheid heeft echter tal van
malen verklaard onze geestelijke vrijheid,
onze godsdienstige overtuiging te willen ont
zien. zoodat wie op dezen dwang hun hoop
stellen, hiervoor geen steun vinden in de
woorden van den Duitschen Regeerings-
commissaris.
Bovendien, zoo betoogde spr., staat vast dat
nimmer iemand ooit een zweem van bewi;s
heeft kunnen aanvoeren voor de stelling, dat
eenig land- of tuinbouwbelang wezenlijk ge
schaad zou wezen door de organisatie in
drieën.
Daarna besprak spr de Roomsch-
Katholieke denkbeelden.
Zy wenschen één corporatief landbouw-
orgaan voor de technische en sociaal-oecono-
mische dingen met in stand houden van de
confessipneele organisaties voor de cultureele
vragen en de gedachtenvorming der leden.
Wanneer dit zou zijn een uitvoerend orgaan
voor de landbouwzaken is daar bij ons geen
principieel bezwaar tegen. Echter de tijd
voor een zoo grootscheepsche hervorming is
niet bijster geschikt. Een tusschenperiode als
een bezettingstijd is niet de aangewezen
periode voor groote restauraties.
Bovendien is uitgesloten dat zulk een
maatschappelijk orgaan want zoo is
het bedoeld) van de bezettingsoverheid de
noodige publiekrechtelijke bevoegdheid zou
verkrijgen.
Verder is groote voorzichtigheid geboden,
omdat onder den naam corporatieve gedachte
menige oplossing wordt voorgestaan, die
principieel ingaat tegen een aanvaardbare
corporatieve gedachte. Spr. zette dit nader
uiteen.
Tenslotte besprak de heer v. d. Heuvel het
standpunt van den Christel ij ken
Boeren- en Tuindersbond.
Deze is bereid tot de nauwst mogelijke
samenwerking. Wij dienen onze agrarische
bevolking en geheel onze gemeenschap Daar
om zijn we tot federatieve samenwerking ten
volle bereid, mits onze zelfstandige organi
satie onverlet blijft bestaan. Spr. wekte op
tot krachtige inwendige versterking onzer
organisatie en deed een krachtig beroep op
medewerking onzer medebelijders
Spr. eindigde met de hoop uit te spreken,
dat het God moge behagen den schat, ons in
de Chr. maatschappelijke organisatie gegeven,
te behouden en aldus in dit klassieke land
der geestelijke vrijheid God te mogen blijven
dienen zooals we meenen dat dit naar in
spraak van ons geweten moet.
Krachtvoeder voor rundvee
Melk wordl gestandaardiseerd
Op een vergadering van de N. Holl. Con-
sumptiemelkvereen. is door den voorzitter de
heer D. Mol, medegedeeld, dat op een Woens
dag 1.1. te Rotterdam gehouden vergadering
voor de Federatie van Melkveehouders, waar
bij ook Duitsche autoriteiten aanwezig waren
verschillende maatregelen besproken waren
Deze maatregelen zijn binnen kort te wachten
Zoo zal de straatprijs van melk verhoogd
worden, terwijl de melk zal gestandaardiseerd
worden op 2]i Het vervoer en de distri
butie van melk, die zeer oneconomisch is, zal
geordend worden.
Hoogstwaarschijnlijk ral voor de a.s. stal
periode, die op 192 dagen gerekend wordt, op
kleigrond per koe 1 kg krachtvoeder per dag
verstrekt worden en op zandgrond 1'$ kg. Dit
krachtvoeder ral een eiwitgehalte van T3
hebben.
Barthianisme en katholicisme
Ambtsaanvaarding prof. dr. G. C.
Berkouwer
AMSTERDAM, 11 October. Hedenmiddag
heeft dr. G. C. Berkouwer, aan de Vrije Uni
versiteit benoemd tot buitengewoon hoog
leeraar in de faculteit der Godgeleerdheid,
om onderwijs te geven in de nieuwere theo
logie, zijn ambt aanvaard met het houden
van een rede, getiteld:: „Barthianisme en
Katholicisme'.
Wie de relaties tusschen Barthianisme en
Katholicisme bestudeert, komt, aldus spreker,
direct in aanraking met het tot Barth door
vele modern-protestanten gerichte verwijt,
dat hij met zijn denkbeelden nog wel eens
zou kunnen uitmonden in het Roomsch-Katho-
c'tsme. Den grond voor deze voorspelling ont
leende men aan zijn scherpe kritiek op het
subjectivisme der 19e-eeuwsche theologie,
waarbij h. i. niet ten volle recht werd gedaan
aan de menschelijke subjectiviteit. Een paral
lel werd zelfs gezien met de methode van
Pius X in zjjn encycliek tegen de m-xiernisten
in 1907, die de modernisten atheïsten noemde
en hun accentueeren van het subject ad ab-
surdum voerde. Men zag in Barth het gevaar
opdoemen van het „objectivisme".
In dit vermoeden werd men gesterkt door
den overgang naar de Roomsche kerk van
twee theologen, die op een of andere wijze
met de dialectische theologie in relatie hadden
gestaan, 'ni. Erik Peterson en Oskar Baunofer.
Peterson schreef artikelen in „Zwischen den
Zeiten', bestreed daarin Althaus' opvatting
van de geloofscorrelatie. in dienzelfden tijd
ook door Barth bestreden en.... Peterson
werd Roomsch.
De analyse van deze modern-protestant-
sche theologen munt niet uit door helderheid.
Het is moeilijk te verstaan, dat men niet
direct ook in rekening bracht Barth's houding
inzake de kerk. waarin van het begin af een
diepe kloof zichtbaar werd ten opzichte van
het Rcomsche kerkbegrip (huis dezer wereld
en later: relatieve, formeele afgeleide auto
riteit).
De modem-proteslantsche verwachting
werd dan ook door Barth belachelijk'ge
noemd en daartegenover door hem gepo
neerd. dat de modern-protestantsche theolo
gie zelf niet de gevaren van Rome zag en
wellicht beter deed tot de Moederkerk terug
te keeren. Hij zelf meent de wapenen gevon
den te hebben om Rome met vrucht te be
strijden en zoo de Protestantsche kerk te
dienen.
Van Roomsche zijde zelf heeft men in.
Barth dan ook allerminst een toenadering
tot Rome gezien. Men zag de dialectische
theologie als een symptoom van het Prote
stantisme. Men zag een nauw verband met
Luther of met de souvereiniteitslser van Cal-I
vijn en verweet hem een „fictieie ecclesiolo-
gie" (Dr. P. Kasteel). Met nane Przywara
heefri het- verband mét "hel Protestantisme op
den voorgrond gescho. de dialectische
theologie is oerechte wedergebo«rt« van het
Protestantisme, heft de autoriUit der kerk
op en wordt een theologie der da?monieën: de
erfzonde, de Leidenschaft Gods en de afgrond
in God.
Barth bestrijdt de Roomsche kerkidee en
gevoelt zich door de Roomsche kritiek niet
getroffen.
Deze controvers hangt nu echte/ ten nauw
ste samen met het steeds scherper op den
voorgrond gekomen geding over de natuur
lijke theologie en de analogia entis. De felle
strijd van Barth is hier gericht tegen de ken
baarheid Gods buiten de openbaring in Jezus
Christus om, zooals ze door het Vaticaansch
concilie wordt geleerd. Ten diepste gaat het
daarin om de vraag der algemeene openba
ring. Dat Barth in verband met de geloofs
belijdenis artikel 2 van „Unfug" spreekt, is
niet toevallig. Hij kan dit vraagstuk niet
anders zien dan zoo, dat het spreken van
tweeërlei openbaring onafwendbaar voert tot
de leer van theologia naturalis als „Vorstufe"
van de openbaring in Christus.
De kritiek op Barth beteekent allerminst
een aanvaarding van de natuurlijke theologie,
maar dat neemt niet weg, dat Barth's kritiek
nauw samenhangt met 'Jen grondslag van
zijn eigen systeem. In de „Bereifcschaft Got-
tes" voor den mensch ligt evenmin als in de
„Bereitschaft des Menschen" een mogelijkheid
om een open-zijn van den mensch te fun-
deeren. De kerk blijft altijd ook wereld. Het
probleem van het open-zijn is niet anthropo-
logisch, noch ecclesiologisch, maar alleen
christologisch op te lossen.
De nieuwe schepping Ln Christus is het
laatste woord. Gelooven is volgens Barth niet
een staan, maar een opgeheven zijn en een
hangen zonder grond onder de voeten (1940).
Tot in 1940 grijpt Barth in verband met het
werk van den Heiligen Geest nog altijd naar
de kategorieën, die buiten het menschelijk
leven vallen. De analogia entis is voor hem
niet primair een wijsgterig probleem, maar
een religieus vraagstuk, dat der continuïteit,
van het vastleggen van de verhouding tus
schen God en mensch.
Daarom 'lóópt de kritiek op de natuurlijke
theologie en de analogia entis en op het Va-
ticanum uit op den „Christelijken mensch".4
die meent open te zijn voor het woord Gods,
op de bourgeoisie en den farizëer in de kerk.
Het conflict tusschen Barthianisime en Ka
tholicisme spitst zich toe op het vraagstuk
van natuur en genade. Het is een felle strijd,
die zich hier afspeelt. Veranderingen zullen
wel niet meer aan het licht treden. Het is, voor
wie de verschillende relaties tusschen Barthi
anisme en Katholicisme bestudeert, duidelijk,
dat het gelet op Barth's kritiek op Rome
zeker niet alleen de schuld van Rome is.
dat het semipelagianisme en de natuurlijke
theologie in de Roomsche kerk en theologie
zoo vitaal blijven en nog niet een nieuwe crisis
tegemoet gingen in de 20e eeuw.
Hierna werden de gebruikelijke toespraken
gehouden.
DE VERDUISTERING
In het belang van de naleving van
(e bepalingen ten aanzien van de ver
duistering
onsondergang 11 Oct. 6 u. 56.
onsopgang 12 Oct. 7 u. 59 m.
.laansopgang 11 Oct. 17 u. 01 m.
M aansondergang 12 Oct. 2 u. 47
Begrafenis H.J.von Wijlen
Hedenmiddag te 12 uur had op de Alg Be
graafplaats Crooswijk te Rotterdam de ter
aardebestelling plaats van het stoffelijk hulsel
van den heer H. J. van W ij 1 e n, in leven
oud-directeur van den Chr. Kweekschool te
Rotterdam. Een zeer groot aantal vooraan
staande personen uit onderwijs- en andere
kringen toonden hun belangstelling. In den
geest van den overledene, heeft slechts één
spreker het woord gevoerd; dit geschiedde
door Ds. F. C. M e y s t e r namens den ker-
keraad der Geref. Kerk van Rotterdam-
Centrum.
Dinsdagavond', aldus Ds. Meyster, ging' door
onze gemeente de droeve tijding rond dat on
ze ouderling, br. H. J van Wijlen, onver
wachts was ontslapen. Alleen in zijn naaste
omgeving had men sedert eenige dagen ge
weten dat zijn gezondheid te wenschen over
liet. Maar dat zijn levenseinde zoo nabij was,
had niemand vermoed. Rustig en vredig is hy
ingeslapen en, blijkbaar zonder eenigen
doodsstrijd, onlwaaki in.de heerlijkheid van
zijn God. Een schoone dood dien we mogen
zien als een bijzondere genade. Want onze
broeder, al had hij den leeftijd van 75 jaren
bereikt, was nog met al de vezelen van zijn
hart aan het leven gehecht, nog vol arbeid
en belangstelling, en met intens meegevoel in
het lot en wedervaren van allen met wie hij
voor en na in aanraking was gekomen. Hoe
nauw was hy verbonden aan zijn vrouw en
familie, aan zijn uitgebreiden vriendenkring,
aan zyn oud-leerlingen, aan zijn Kerk en
haar ambtsdragers, onder welke hij een lange
reeks van jaren 'sedert 1915» een bijzondeien
naam en plaats heeft gehad Voor iedereen
had hy een vriendelijk woord, en, waar hij
kon, steunde hij met christeiyken raad en
daad. Oprechtheid kenmerkte zijn karakter;
ziin verschijning en optreden hadden iets pa
triarchaals, en toch was hij zoo innemend, zoo
ongekunsteld-hartelijk, oat jong en oud zich
tot hem aangetrokken gevoelde. Men móest
onwillekeurig denken: wat zal het voor dezen
vitalen grijsaard een moeilijk te dragen kruis
zijn als hij niet meer zal kunnen arbeiden,
en hoeveel genade zal hij noodig hebben om
straks het leven los te laten. En zie. nu heeft
de Heere op eenmaal de nog zoo heldere lamp.
die aan zoovelen licht gegeven had, uitge-
bluscht.
Het is hier ntet de plaats om te memoree-
ren wat br. van Wijlen beteekend heeft op
het gebied van het onderwijs als paedagocs.
als directeur van de Kweekschool met den
Bijbel en door zijn persarbeid.
Wij gedenken hier met groote dankbaar
heid zijn arbeid in ons plaatselijk kerkelijk
leven, in onze gezinnen, in den kerkeraad
en de sectie, by onze zieken en verpleegsters,
en voor onze Kerkbode, die hij in de Com
missie met voorbeeldige trouw heeft gediend.
Hij was niet één uit velen, maar hij had iets
origineels, iets geheel aparts, ln zijn woord,
dat met wijsheid was doordrenkt, in zijn ge
bed, dat zoo kinderlijk, zoo teer en innig-
vroom kon zijn, in zijn vermaan en vertroos
ting, die zoo ernstig en welgemeend waren
7s het wonder, dat er in eiken kring op _zijr.
tegenwoordigheid prijs werd gesteld' Toch
had hij gelukkig van. zichzelf kleine gedach
ten. Hij wandelde ootmoedig met zijn God.
Die ootmoed was zijn schoonste sieraad. Met
al zijn zachtzinnigheid kon hij--echter ook oen
stoer strijder zijn, maar alleen als het beslist
moest. Want zijn zachtzinnigheid was geen
slapheid van geest, maar uiting van geloof,
hoop en liefde. Daarin lag het geheim van
zijn aantrekkelijke persoonlijkheid. Zoo heeft
hij onder ons geleefd, gewerkt en gestreden
Het lijkt een droom dat nu zijn loop vol
eindigd is. Zulke gave karakters zijn rijke
geschenken Gods aan zijn Kerk; zij proga-
geeren het Evangelie met hun stralend voor
beeld. Wij verheerlijken geen menschen. Ook
deze Christen moest als een arm zondaar zon
der eenige eigen gerechtigheid zalig worden,
door het offer en het bloed van zijn Zalig
maker. Dat wist hij en dat wilde hij Ook
zijn beste werken in dit leven waren onvol
komen en met zonde bevlekt Wij verheer
lijken God alleen, die hem aan ons gat' De
nagedachtenis van br. van Wijlen zal ons een
kostbaar bezit blijven. Zijn voetstappen zul
len niet haastig uitgewischt worden. De Heere
trooste de weduwe en de familie in hun rcuw
en gemis door zyn Woord en Geest. Hij ver-
kwikke hun harten óók daardoor dat ze met
betrekking tot hun doode van zoovelen ge
tuigen mogen: ziet hoe lief ze hem hadden!
Maar vooral door de gedachte: ziet hoe lief
Vleeschdistributie
Bon 04 voor de periode 14 tol 20 October.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vis-
scherij, deelt het volgende mede:
Gedurende het tijdvak van Maandag 14
October tot en met Zondag 20 October a.s.
geeft elk der vier met „04 vleesch" gemerkte
bonnen van de vleeschkaart recht op het
koopen van 100 gram vleesch, been inbegre
pen, of een rantsoen vleeschwaren. De met
„04 worst, vleeschwaren" gemerkte bon geeft
uitsluitend recht op het koopen van een
rantsoen vleeschwaren.
De bonnen, welke op 20 October a s. nog
niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tut en
met Zondag 27 October a.s. met dien ver
stande, dat zij gedurende de week van 21 tot
en met 27 October a.s. niet gebruikt zullen
mogen worden voor het betrekken van vleesch
of vleeschwaren in hotels, restaurants e.d.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon
kan worden gekocht bedraagt 75 gram voor
gerookt of gekookt varkens-, rund- of kalfs-
vleesch en voor gerookte worstsoorten, 100
gram voor gekookte worstsoorten, rolpens en
knakworst, 125 gram voor leverartikelen,
tongenworst en nierbrood en 150 gram voor
bloedworst.
Brooddistributie
Bon 10 voor de periode 14 tot 20 October
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en
visschery deelt mede, dat gedurende het
tijdvak van Maandag 14 October tot en met
Zondag 20 October a.s. de met „10" ge
nummerde bonnen van het broodbonboekje
tezamen recht geven op bet koopen van 2500
gram roggebrood of 200U gram ander brood.
Elk der bonnen geeft derhalve recht op het
koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram
ander brood.
De bonnen, welke 20 October nog niet ge
bruikt zijn, zullen voorts nog geldig zyn tot
en met Dinsdag 22 October a.s., met dien
verstande, dat zij op 21 en 22 October a.s.
niet gebruikt zullen mogen worden voor
het betrekken van brood in hotels, restau
rants e.d.
H0LLANDSCHE AO 1QI17
SOCIËTEIT H lOUl
Heerengracht 475 Amsterdam C
Vraagt tarieven voor
LEVENSVERZEKERING
LIJFRENTEN PENSIOENEN
zijn Heiland hem had, die hem met zoo
teedere zorg en trouwe hulp geleidde naar
't eeuwig zalig licht.
Aan de groeve heeft Ds. Meyster de
Twaalf Artikelen gelezen en de oudste zoon
van den overledene voor de groote belang
stelling bedankt-
In het sterfhuis heeft Ds. F. C. Meyster een
rouwdienst geleid, waarbij hij sprak naar aan
leiding van het slot van 2 Cor. 4 en het be
gin van 2 Cor. 5
De Nederlandsche Unie
De heer J. G. Suurhoff, leider van het
Amsterdamsche secretariaat der Nederland
sche Unie, heeft ons gistermorgen eenige
mededeelingen gedaan omtrent de afdeeling
Amsterdam.
In de eerste plaats is, zei hy, dezer dagen,
na goedkeuring van het driemanschap, een
Stedelijke Raad voor advies en" controle
ingesteld, waarvan de heer Suurhoff voor
zitter is. Leden van dezen Raad zijn mevrouw
Dr. Jane de Jongh, voorzitster van het Korps
Vróuwelijke Vrijwilligers, en de heeren B. L.
Blank water, F. de Boer, directeur van de
Maatschappij „Nederland", C. Brink, Dr. H.
Erugmans, Dr. J. Gajentaan, H. Klaassen, H.
Post, Mr. L. Rijken, bankier, J. Seijlhouwer,
B. H. Siep, R. van der Veen en H. A. Vulink.
Alle sociaal-oeconomische schakeeringen, ker
kelijke en politieke onderscheidingen worden
in dezen Raad weerspiegeld, zei de heer
Suurhoff, van A.R. tot S-D.A.P. toe; Gerefor
meerd, Hervormd en R.K., alsook niet-
kerkelijk-n.
Plannen tot het stichten van een dergelijken
Landelijken Raad zijn in voorbereiding.
Vervolgens deelde de heer Suurhoff mede,
dat Amsterdam voor de propaganda (huis
bezoek, verspreidwerk, het winnen van leden
en abonné's enz.» in ongeveer 60 wijken zal
worden veraeeld. De 60 districtsleiders zullen
een cprps vormen voor onderling contact, en
zich uit de leden medewerkers recruteeren.
Door deie organisatie zal de Nederlandsche
Unie de stad intensief aanpakken, zei de heer
Suurhoff.
Plannen zijn in voorbereiding voor scholing
en opvoeding, der leden, kadervorming, sociale
bemoeiingen en jeugdwerk. Eerst moet echter,
besloot de heer Suurhorff zyn meueueemigcu,
de organisatie worden opgebouwd.
Kustvisscherij weer mogelijk
Naar bet A.NJ?. van bevoegde zijde ver
neemt zal voor een zeer beperkt aantal
loggers toestemming worden verleend tot het
uitoefenen van treilervisscherij langs de kust,
met Scheveningen als haven van uitgang en
terugkeer.
Bij loting zal worden uitgemaakt, welke
loggers hiervoor in aanmerking komen.
Evenals voor de overige kustvisscherij is
aan deze toestemming de voorwaarde ver
bonden, dat de schepen bij donker binnen
moeten zijn.
Ten aanzien van de haringvisscherij kunnen
nog geen mededeelingen worden gedaan.
Uit de Pers
De Nederlandsche Unie en het
Joodsche vraagstuk
Het driemanschap van de Nederlandsche
Unie schrijft in De Unie het volgende
„openhartige woord" over de Joden in
Nederland:
In Nederlandsche ambtelijke functies mogen
krachtens verordening geen joden of half joden
meer worden aangesteld noch bevorderd.
Het is bekend, dat De Nederlandsche Ume
vanal hare oprichting zich op het standpunt
heeft geplaatst, dat een regeling noodzakelijk
was voor het vraagstuk der naar Nederland
uitgewezen Joden uit andere landen, doch dat
eenige verandering in de sinds onheuglijke
tijden door het Nederlandsche volk aangeno
men houding tegenover de joden, die sinds ge
slachten in Nederland wonen en werken, on
noodig en ongewenscht is.
1 Onnoodig, omdat in Nederland de joden niet
de positie innemen en ook niet de houding aan
nemen, welke in andere landen het jodenvraag
stuk acuut hebben gemaakt Van overwoekering
of van met onzen volksaard strijdige beïnvloe
ding van het leven van het Nederlandsche volk
door hier levende joden, was en is in het alge
meen geen sprake.
Ongewenscht, omdat onze Christelijke ver
draagzaamheid en rechtvaardigheid ons in onze
verhoudingen doen beseffen, dat wij geen hier
levende groep om haar afkomst uit onze samen
leving mogen stooten of in een hoek onzer
samenleving mogen terugdringen.
De Nederlandsche Unie stelde haar lidmaat
schap dan ook open voor allen, die Volgens de
wet als Nederlanders zijn geboren en den leef
tijd van 18 jaren hebben bereikt Het hier
boven gemaakte onderscheid kwam ook daarin
reeds tot uiting.
De eerlijkheid, dus ons besef, dat men dit
vraagstuk naar zijn Nederlandsche trekken en
niet naar elders opgedane ervaringen of gel
dende beginselen moet zien en behandelen, ge
biedt ons, thans op te merken, dat wij hopen,
dat ook hierin onze opvattingen niet natuur
lijk als Unie, maar als volk zullen kunnen
worden geëerbiedigd.
Wij erkennen, dat het thans bij verordening
bepaalde het jodenprobleem gematigd aanvat
Toch meenden wij, dit openhartige woord niet
achterwege te mogen laten, daar wij van oor
deel zijn, dat de Nederlandsche zienswijze en
in lange traditie hier gegroeide verhoudingen
op zichzelf de beste waarborgen bieden voor
een praktische samenwerking en een werkwijze,
welke in ons land behoudens enkele uitzonde
ringen steeds goed hebben voldaan.
De neteligheid van dit vraagstuk, gezien de
vérschillen in ervaring en opvatting ln Dultsch-
land en hier. mag voor T>e Nederlandsche Unie
geen reden zijn. niet ronduit hare meer.ing
hierover te uiten. Openhartigheid gaat ook
hierin boven alles; juist ter voorkoming van
verkeerd begrip der over en weer levende over
tuigingen en opvattingen.