De Wieringermeer bestaat tien jaar lantenzon Moderne boerenwoning in de Wieringermeerpolder. „Kostelijk en edel is 't product, Door Holland aan de zee ontrukt" EEN jong gevormd stuk polderland, waarvan het nadeT in cultuur brengen, alsmede de sociaal-economische opbouw teneinde loopt, wel- k taak zal besloten worden met het in erfpacht uitgeven van nog ongeveer 150 boerderijen, be staat thans tien jaar. Zoo zal de opgave, zooals het gedenkboek vermeldt, dat bij deze gelegenheid door de directie van de Wieringermeer is uitge geven en dat de bouwstof leverde voor dit artikel tje, van een groote oppervlakte met zout water doordrenkten zeebodem in een bewoonbaar en vruchtbaar landbouwgebied te herscheppen zijn opgelost. De eerste plannen voor de afsluiting en het ge deeltelijk droogmaken van de Zuiderzee, dateeren van omstreeks 1848. In den loop der jaren volgden vele andere projecten, waardoor de belangstelling voor het droogmaken van eén gedeelte van de Zuiderzee werd verlevendigd. In 1886 werd, voor een grondig technisch en financieel onderzoek de Zuiderzeevereeniging op gericht. Ir C. Lely toonde toen aan, dat het af sluiten en het gedeeltelijk droogmaken van de Zuiderzee goed mogelijk was. In 1913 kondigde de Regeering, met Ir Lely als Minister van Water staat, een nieuw ontwerp aan, maar van de uit voering daarvan kwam niets, door het uitbreken van den wereldoorlog. De voedselschaarschte tij dens de oorlogsperiode, alsmede de enorme inun datie van 1916 in Noord-Holland drongen krach tig in de richting van droogmaking. Eindelijk werden de plannen bij de Wet van 14 Juni 1918 vastgesteld. Het geheele plan omvatte de droogmaking van pï.m. 220.000 H.A., waarvan de Wieringermeer een oppervlakte van 20.000 H.A. beslaat en deze be hoort toi het kleinste gebied. De hier opgedane ervaring kon dan toepassing vinden bij de andere groote werken. In 1927 werd de eerste spade in den grond gesto ken voor het grootsche werk van indijking en droogmaking van de Wieringermeer. Reeds was in 1924 de Amst^idiepdijk van Ewycksluys naar Westerland aangelegd, waardoor het eiland met het continent van Noord-Holland was verbonden. Langs de Noord- en Westzijde van den tockom- stigen polder waren poldergemalen gesticht, welke met diverse uitwateringssluizen het water op de Zuiderzee loosden. Ook was rekening gehouden met de scheepvaart op de havens van Kolhorn, Ewijcksluis en de Houkes. Langs de Zuidzijde, n.l. tusschen Aartswoud en Medemblik, was de situatie geheel anders, door het ontbreken van havens en uitwateringsslui zen. Teneinde bij eventueelen doorbraak der buiten dijken, Amsteldiepdijk en den grooten Afsluitdijk, het inundatiewater van het IJsselmeer te kun nen keeren, zijn z.g. tweede keeringen aange bracht. In 1930 werd daarna de polder drooggemalen. Onafgebroken waren daartoe de beide gemalen ,,Lely" en „Leemans" in bedrijf en na een tijd ruimte van zes maanden, werd op 21 Augustus het verder afmalen voorloopig gestaakt. De hoogst gelegen polder had zijn peil van 4.60 M. N.A.P. verkregen. Een netwerk van vaarten, tochten en slooten tot een lengte van 240 K.M. dienend zoowel voor afwatering als roor de scheepvaart, werd binnen - 6aS-ëix?ëis.t=i*IxsJ £5 siSiLi*SÜIi':ükawiaiNs pachter zijn cultuurgrond in uitstekenden toe» stand. Eerst werd de zandige grond ontzilt, daar na de zwaardere kleigrond. Van groote beteekenis was het .feit, dat in 1934 het water van het IJssel meer zoover was verzoet, dat ook dit water in de slooten voldoende kon worden toegelaten. Door infiltratie werd normaal graslandbedrijf mogelijk. Het graanbedrijf werd vrij intensief uitgeoefend. De eerste bewoners van de Wieringermeer waren arbeiders, die onderdak vonden in houten barak ken of ontginningsschuren. Maar tien jaar later In plaats van groote, bijna onafzienbare grijze vlakten, leeg en kaal, langzaam oprijzend uit het zilte water, teekenen zich af de silhouetten van ruim 400 boerderijen en drie dorpen met spitse, oppriemende torens. Dan heeft zich een nieuwe gemeenschap gevormd, nog klein, maar vol levens» kracht en met wijde perspectieven Menige pionier, die deze opbouwperiode mee mocht maken, is daar nog dankbaar voor De dorpskernen verrezen op de kruispunten der wegen, waarlangs de hoofdbaan, geen woningen staan. Deze zijn langs de parallelwegen gebouwd, dienend voor het locale verkeer, terwijl de auto snelweg Amsterdam-Afsluitdijk Wieringerwerf passeert. Buiten het polderkarakter vallen plantsoenen en bloemperken en de aanwezige beplanting is geen versieringselement, maar onderdeel van het land. Vandaar krachtige boomenryen, beschermende windsingels en boschjes voor ontspanning, vooral bij Wieringerwerf is dit karakteristiek. Hier Ijgt een bosch van 30 H.A. In 1933 kwam het bouwen van volledig ingerichte boerderijen aan de orde, die systematisch over het poldergebied werden verdeeld. En ofschoon. i>og hard en naakt, oprijzend boven de omgeving, zul len in Hen loop der jaren de scherpe contouren door n ^planting worden verzacht en alle land schapselementen zullen tot een ordelijk geheel vergroeien. Momenteel staat Wieringerwerf nog aan het be gin van zijn ontwikkeling, omdat, volgens het gedenkboek, de op dit centrum aangewezen bpe- renbevolking zich eerst in 1940 en 1941 in de omgeving zal vestigen. Voor de in blijvende Staatsexploitatie te houden boerderijen zal onge veer 1000 H.A. worden gereserveerd. Dit najaar zullen de laatste 15 bedrijven in blijvende Staats exploitatie worden genomen. Een behoorlijke gelegenheid tot het houden van godsdienstoefeningen door de kolonisten in het poldergebied ontbrak. Er werden samenkomsten gehouden in een benedenverdieping van èen arbeiderswoning, die later voor een meer presen tabele localiteit, een gymnastieklokaal, werd ver wisseld. iSSJS-S (Foto C. J. den EngelseMiddenmeer) de Wieringermeer aangelegd. Om het toevloeien van het water naar de gemalen te vergemakke lijken, wat voor de latere stadia in de droogma king van groot belang zou zijn, werden deze „waterwegen" vooraf gebaggerd, dus vóór en tij dens het droogmalen. De ligging der ontworpen bevolkingskernen was van invloed op den vorm van het waterwegennet. Do kavels hadden een oppervlakte van pl.m. 20 H.A. De kavelslootcn werden voor driekwart met de machine, voor de rest met de hand gegraven. De voornaamste waterweg is wel de Westfrieschevaart, die langs Middenmeer loopend, het IJsselmeer bij Medem blik met den Amstelmeerboezem bij Kolhorn. ver bindt. Ook bij het ontwerpen der wegen moest gerekend worden met de toekomstige bevolkingskernen, alsmede met het wegennet der aansluitende streken en bij het detailleeren der water- en verkeerswegen diende gelet te worden op de te verkavelen blokken. In hoofdzaak was in 1934 de aanleg van het we gennet gereed, ofschoon deze niet in definitieven vorm had kunnen plaats vinden, daar rekening moest worden gehouden b.v. met de ongelijke zetting van den ondergrond. Op de kruispunten van land- en waterwegen werden niet minder dan 53 bruggen gebouwd Waarom men tot droogmaking overging Uit het gedenkboek blijkt, dat reeds in 1889 van de hand van Prof. Van Bemmelen, die in open zee verschillende onderzoekingen had ingesteld, een rapport verscheen, waarin hij te kennen gaf, dat een vruchtbare bodem kon worden verwacht Latere grondboringen bevestigden dit. Daar droog gemalen zeegrond een hoog zoutgehalte bevat, wat voor de cultuur belemmerend werkt en wij in ons land nog slechts weinig ervaring hadden opgedaan met cultuur op jongen zeegrond, werd een organisatie gesticht tot nadere bestudeering van dit probleem. Hiervoor werd in 1927 de onge veer 40 H.A. groote proefpolder bij Andijk aan gelegd. De proefnemingen hadden betrekking op ontwatering, bemesting, gewassenkeuze, enz. Men verzamelde zoodoende belangrijke gegevens en toen de Wieringermeer droogviel, werd ln den nieuwen polder een eigen laboratorium opgericht, om alzoo nader de richtlijnen voor het in cul tuur brengen der gronden uit te stippelen. Men verkreeg nu door uitvoerig laboratorium-onder zoek een gedetailleerd overzicht van den bodem, zoowel van de bovenlaag als den ondergrond. Dit laatste was van beteekenis voor de detail-ontwa tering. Ook op de proefboerderij van „De Prof. Van Bem- melen-hoeve" werd het onderzoek op talrijke proefvelden voortgezet en de resultaten werden dienstbaar gemaakt aan de voorlichting der pach ters. Geweldige veranderingen hebben in deze tien jaren plaats gegrepen Nog in 1933 waren er, die het maar beter vonden den polder weer prijs te geven aan de zee Hoe heeft zich in tien jaar tijds de op een doodenakker lijkende polder snel landbouwkundig ontwikkeldHet rijmpje, van toepassing op enkele vroegere bedijkingen De eerste (boer) werkt zich dood, De tweede (boer) lijdt nood, De derde (boer) verdient zijn brood, .Mij In 1932 werden echter al de eerste kerken te Slootdorp in gebruik genomen. Thans beschikken de drie dorpen elk over drie kerken en zoo zyn ook op kerkelijk gebied de toestanden zoo goed als geconsolideerd. H. P. v, L Postzegelruilbeurs VANAF heden zullen wij weer trachten gere geld om de twee weken onze gewone rubriek nieuwe uitgiften enz. te vervolgen. In de afgeloopen maanden zijn verschillende ze gels verschenen, welke wij nog hebben te beschrij ven. Wij hopen deze achterstand geleidelijk in tQ halen en beginnen nu dus met HONGARIJE Ter gelegenheid van het 20-jarig regecringsjubi- leum van den rijksbestuurder Nicolaas Horthy zijn een drietal fraaie jubileumzegels uitgegeven in lage waarden om uitdrukking te geVen aan do gevoelens van dank, hoogachting en vereering. De waarden zijn 6 filler groen; 10 filler grijs en bruin; 20 fillcf rood. (zie afbeelding). RUSLAND Naar aanleiding van den 8Qpn geboortodag van den Russischen schrijver Anton PavloVitch Tschekhov verschenen een viertal zegels met twee verschillende beeltenissen van hem in do waarden 10 kop. olyf; 15 kop. lichtblauw; 20 kop. violet} 30 kop. roodbruin. 276 de dahlia's, de knolbegonia's, gloxinia's en gladi olen den grond uitkomen om tot het volgend voorjaar bewaard te worden. Van de dahlia's zijn er misschien nog enkele, die met bloemen prijken, en vindt men het jammer, dat ze nu al verdwijnen zullen. Welnu, het is geen bezwaar deze nog wat te laten staan, als men ze maar in de gaten houdt en dadelijk na de eerste nacht vorst, waardoor bladeren en stengels den vol genden morgen zwartgekleurd zijn, uit den grond te halen. Zorg er voor, dat ge de soorten uit el kaar houdt door er b.v. een etiket aan te doen en daarop dê kleur, vorm en nadere bijzonder heden te schrijven, als ge den naam niet meev weet. Men laat aan de dahliaknollen een paar hand breed van den stengel zitten en laat ze eerst een paar dagen in de zon drogen. Als ze winddroog zijn gaan ze naar de bewaarplaats. Dat kan de zolder en dat kan ook de kelder zijn. Als de knollen maar koel, droog en vorstvrij liggen. Men kan ze in kisten doen met droog wit zand of goed droog turfstrooiscl er tusschen. Wij zelf hebben dit nooit gedaan, doch ze steeds met goed resul taat zonder meer in den kelder of in andere huizen op zolder bewaard. Ook de knolbegonia's moeten spoedig naar binnen, de knol verdraagt n.l. geen vorst. Als deze na gerooid te zijn ook goed in de zon ge droogd zijn, doet men ze kistjes met wat zand tusschen de knollen. Het is goed, dat men deze knollen niet al te koel zet. Ze houden wel van een matig warm' plekje. Maar voor alles moet het droog zijn. De wortels kan men voor het opbergen wel voor een groot deel afwrijven, doch ze geheel er van te ontdoen is niet goed. De uitgebloeide g 1 ox i n i a 's worden op de zelfde wijze behandeld als de knolbegonia's. De bollen van de gladiolen, die thans ook opge nomen en goed droog bewaard moeten worden, vragen weer een koele, doch goed vorstvrije en droge plaats. BOLLEN IN DEN GROND De in het voorjaar en den voorzomer bloeiende bolgewassen, crocusjes, blauwe druifjes, ixia's, iris, tulpen, hyacinthen, narcissen enz. moeten nu de grond weer in. Men bedenke hierbij wel, dat de bodem goed diep omgewerkt en voedzaam moet zijn. Wat het voedzaam zijn aangaat, lette men er op, dat over het algemeen versche mest niet is aan te raden. De diepte, waarop men planten moet, hangt af van de grondsoort, waar in en de soort van bol, die men plant. Op droge gronden moet men dieper planten, dan op vochti- gen bodem. Op normalen tuingrond plant men crocusjes ca 8 cm diep d.w.z. de onderkant van de bol komt zoo diep. De andere kleine bollen zette men een c.m. dieper; hyacinthen en tulpen komen op ca 12 cm diepte, irissen op 13 cm en narcissen op ca 14 cm diepte. Is de grond droog dan gaan ze allen, vooral de zwaardere bollen wat dieper, is de grond erg vochtig, dan komen ze ondieper te staan. IN DEN MOESTUIN Voor knol- en w o r t e 1 g e w a s s en is het in October de tijd, dat ze geoogst moeten worden. Men moet hierbij zorgen, dat men geen aangesto ken of piet volkomen gave wortelen en knollen gaat bewaren. Vooral nu de herfst vrij nat is ge weest moet men er ter dege acht op geven of men geen rot of ziek spul in de wintervoorraadplaats doet. Wat niet volkomen gaaf is gaat men het eerst consumeeren. Het witlof wordt in deze maand ook opgetrok ken. Nadat men het lof er tot ongeveer 2 i 3 cm boven de wortel heeft afgesneden, laat men dQ VATICAANSCHE STAD Naar aanleiding van de eerste verjaardag van de kroning van Paus Pius XII verscheen een serie zegels in de waarden 5 cent karmijnrood; 1 lire paars en zwart; 1,25 lire grijsblauw en zwart; 2 lire bruin en zwart; 2,75 lire violet en zwart. De laagste waarde vertoont de vredesduif, de overige dragen de beeltenis van den Paus. SPANJE Voor de wederopbouw van de beroemde kerk van Notre Dame del Pilar in Saragossa is een serie frankeerzegels met toeslag uitgegeven. 10 plus 5 c. blauw en lilabruin; 15 plus 10 c. pur per en blauwgroen; 20 plus 10 c. violet en ultra marijn; 25 plus 10 c. karmijn en bruinlila; 40 plus 10 c. groenzwart en lila; 45 plus 15 c. violet en karmijn; 70 plus 20 c. lilabruin en zwartblauw; 80 plus 20 c. karmijn en violet; 1 p. plus 30 c. zwartgroen en lila; 1,40 plus 40 c. purper en grijs; 1,50 plus 50 c. blauw en lilabruin; 2,50 plus 50 c. lilabruin en blauw; 4 p. plus 1 p. lila en blauw groen; 10 p. plus 4 p. blauw en roodbruin; Expressczegel 25 plus 5 c. karmijn en geel. Correspondentie G. W. S. Alphen a. d. Rijn. Wy schreven U in onder Nr 67. J. A. W., Voorburg, idem onder Nr. 41. H. R., Bergen op Zoom idem onder Nr. 17. D. v. d. B., Axel, idem onder Nr. 49. Th. L., Dordrecht, idem onder Nr. 53. Nr. 194. Tot onzen spijt moesten wij de bedoelde aangelegenheid aan iemand anders overlaten. De volgende keer beter. Hier volgen nog enkele waardeopgaven yan ont vangen boekjes Nr. 199 374,85 Nr. 176 588,50; 438,60; 884,40; 881,65; overige twee volgen nog. Nr. 13 55.95 Nr. 45 103,40 Nr. 163 390,80; 179,25 Nr. 204 290,05 - Nr. 18 248,35; 171,25 Nr. 174 137,25 Nr. 187 407,20; 398,30 Nr. 196 63,90; 51,45; 'l 340,56; 87,30; 47,60 Nr. 28 322,15 Nr. 125 76,15, Dankt God in alles Een woduwc, moedor van een groot en zwaar gezin, had midden in de weck haar beurs met huishoudgeld verloren. Dat was voor haar wat wij heden mot een eigenaardig woord een „strop" plegen te noemen, en geen klein© ook. Maar met „strop" en al ging zij 'a avonds naar de bijbellezing. Daar was hot slot van den eersten brief aan do Thessalonicenzen aan de orde. De prediker, een optimistisch, misschien wel al te optimistisch man, maakte van het 18de vers, dat wij God voor alles moeten danken, voor den grooten voorspoed oven goed als voor den bitterst en tegenslag. Dat stond de weduwe,, die niet wist hoe zij met góed fatsoen de week zou moeten uit komen all©sbehal\c aan en na afloop van do samenkomst, zei zij hot den dominee ook eerlijk in het gezicht. „Ik heb vandaag mijn beurs ver loren en daar kan ik God onmogelijk voor dan ken". „Maar", voegde zij er aan toe, „dat zegt Paulus ook niet. U maakte ervan: dankt God voor alles; maar ©r staat: dankt God in alles en... dat kan ik wel", Haarl. Predikb. blad.)' VAN DEN TUIN NAAR DE KAMER DE booze dagen voor verschillende planten breken weer aan. Daarom is het aan te raden om de verschillende kamerplanten, die men dezen zomer in den tuin heeft gehad, weer naar binnen te brengen. De nachtvorsten kunnen komen en dan kan in één nacht meer verloren gaan dan we in jaren met trouwe verzorging op gekweekt hebben. Men haalt de planten, die met pot en al in den tuin gestaan hebben, dus nu naar binnen, gaat ze eventueel nieuwe aarde geven, als men dit niet reeds in het voorjaar heeft gedaan, maakt de potten goed schoon en zet ze bij voorkeur niet dadelijk in de kamer, maar went ze eerst aan de binnenlucht, door ze eerst een paar dagen alleen des nachts binnen te halen en na eenigen tijd pas voorgoed op de bestemde plaats te zetten. Wanneer men een lidcactus heeft, die naar bin nen gaat, zorg er dan voor de pot te merken, zoodat ge weet welke kant naar het licht komt te staan en houdt U angstvallig aan dezen stand. Doet men dit niet dan groeien de bloemknoppen er af en komt er geen bloei, een kwaal waarover verschillende bezitsters van lidcactussen telkens weer klagen en waartegen we al vele malen het bovenstaande beproefde 'recept gaven. Én mogen we, nu we het toch over planten in de kamer hebben, er weer op wijzen, dat het voor de planten kwaad kan om het gietwater koud te geven. Geef dus Uw kamerplanten altijd lauw tot warm water. Het mag gerust zóó warm zijn, dat ge het maar net met de handen lijden kunt. '&OG ZAAlLis IN DEN TUIN Hfcfil men yroeg in het voorjaar Lathyrus in blopi hebben, dan moet het zaad nu gezaaid wór den. De koude grond is daar echter niet de ge schikte plaats voor. Men moet dus over een koude fyak de beschikking hebben en zorgt er voor, dat, als het niet vricot or voel gelucht wordt. De plan ten, als ze goed opgekomen zijn, verspenen en dit later nog eens herhalen is zeer aan te bevelen. Wat dezen zomer gezaaid is met het doel om vroege perkplanten te hebben, b.v. vergeet- m e-n ietjes en violen, moet nu op de perken uitgeplant worden. En men doe het zoo spoedig mogelijk. Mooi is in het voorjaar een perk ver- geet-me-nietjes met daartusschen roode tulpen. Zet daartoe eerst de tulpen en plant daarna de vergeet-me-n ietjes. BOLLEN EN KNOLLEN UIT DEN GROND Het wordt nu ook zoo langzamerhand tyd, dat in October wortels een paar dagen drogen, waarna ze op hoop gezet kunnen worden om straks bij gedeel ten, opdat de oogst niet tegelijk zal komen gaat inkuilen. Wanneer men fruitboomen heeft wordt het nu ook tyd om de lijmbanden om de stam men te doen, om het wyfje van de wintervlinder, die niet kan vliegen, te verhinderen bij de stam op te kruipen om de eieren bij de knoppen der boomen te leggen. Zooals men ziet is het voor den tuin- en planten liefhebbers nog heelemaal geen rusttijd. Integen deel het is een drukker maand dan de vorige. Dahlia's in een border Ons tuintje in den herfst 273

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12