=jpAfl 23 SEPTEMBER 1948 PAG. 3 Eeg reid rk en Zending Ned. Heyv. Kerk te. Amersfoort (7e pred.pl.), P C. Dop te Voorthuizen en Td. Linden te Kootwijkerbroek; te ic ds. Joh. W. Groot Enzerink) J. v. Amstelveen, J. Streeder te Leider- W. Waardenburg te Meppel. "nomen: Naar Linschoten, J. van *hilLafie Vuursche* oor't e n. te Heerlen-Trcebeek, J. Hethuis DS. T. J. Hagen. p 3 gezondheidstoestand van ds. T. J. Jiedikant der Geret Kerk van Delft, *%g niet naar wensch. De kerkeraad le it nu een ziekteverlof van een ]aar ke fyan preeken is nog geen sprake. ^problemen in oorlogstijd :h ufeschouwing over de Zendingsvraag- en. He aan de orde zullen komen, als wiltonp van dezen oorlog zal opge- pta, wijst dr. W. g-Harrenste 1 n or0(i en Beleven" op drie punten. Dit zegt hij vooraf, het Oosten, dat a. Tks zich bewust te worden van zijn J Jn kunnen, zal straks na den oorlog ad «bder Oosten blüken te zijn gewor- 00k»nk aan Japan en aan Britsch-Ind 6, nout^e nu al mericen, dat ze de mogelljk- aigei^ die een verminkt en verarmd ibiedt. En wat in Japan en Brltsch- op hiedt, gaat aan ons Indië niet voor- die het Oosten koestert, in daar een klankbodem. „V tjh die dezen oorlog aan de Zen- Jn ons land, stelt, moet goed ver- ia TJen. Anders komen we straks te an we verlegen en brengen we het I n bending alleen maar schade toe. Ik lateia] 0p enkele punten. Een van de 5eve«en, waarvan we ons terdege bewust tl, is dit, dat we Zending gaan drij- volkeren, die het gevoel van ooge, voor goed hebben afge- i die ons ontvangen zullen nïn8;eren, die zelf wat te zeg- n en zelf ook wat te b i e- n. Het vriendelijke lachje van - *neid om ons bezit, dat zoo mak- Del' gezicht ontsiert als we met het ïanraking komen, moeten we radi- ;n. Want als wij zóó komen, ont- Josten ons niet, of het wijst ons af «lch, die diepere plooien trekt in het anboin ons lachje. Want voor het gevoel is nooit reden geweest. Maar Hinder reden nog voor dan ooit te as Y< ;ede zaak, waarop dr. H. wijzen ■nfi tt», dat het verzet tegen de prediking elling zijn zal. „Het Oosten werpt zich P degen bezit en is bezig de waarde den[leeren zien. Maar dal brengt mede, werend staat in sterkere al het vreemde, van elders aan- Cn het zal In zijn bewustwording, beteekent overschatting van eigen _e Zending zeggen: Wij hebben U j, gij hebt ons noodig. Het wordt respTstrijd, die de Zending te wachten j dein dien strijd moeten de wapenen de gstelijk zijn. Bovendien vraagt hij de pdende kei-ken een heel wat groo- de 2|ie dan deze, dat de zendingsbij- rden opgevoerd van 50 of 75 cent llden per hoofd. ie noodzakelijkheid knoopt zich als ian de twee bovengenoemde vast. nw dan tot nu toe zullen de beste n dochteren van de kerken in pp, i gezonden moeten worden naar de tol stichter van d© Mol», *1* Ti'Ned. Zendingsblad geeft Dr. J. A. e '79 rn een lezenswaardige beschouwing 'd 116 omgang met inheemschen, die ten- "f |9®Jan den Westerschen invloed door •V oiBf^keling aan de Zending zulk een urp'aP kans bieden. Als voorbeeld ver- A uit de wording van de bekende C 49'g „Mohammadijah", die over ge- nt' is verbreid, en die tot doel heeft 'e ngjke en materiëele verheffing van n Jo&sche vülk °P de grondslagen van De stichter van deze vereeniging 165 overleden, Javaan Hadji Ahmad :h 5flplgens allen die hem gekend heb- isoier nobelste figuren uit de Moham- C 502 ijavaansche wereld. Deze man, die A 491 agedacht over zijn godsdienst, en W rn echt en vr00m belijder van was, w lö5ennis genomen van de boodschap iBlnristendom, zooals die door de zen- A 102' uitgedragen; en met sommige zen- P ioo«i zendeling-artsen was hij bevriend een dag kwam hij bij den zende- b '35«t Piaatse> en vinë met dezen een ïk 181 n over de zaak die hem ter harte »t 595«>ekomst van den Islam. Tenslotte ÏK l60pkter. ik heb gezien wat de Zen- :z. 9-:*oet en werkt, en wat de medische et lost gedragen wordt door de gedachte f®|fmhartigheid. heeft gedaan en nog 86,»tnijn volk. Ik weet ook, dat deze 22H?an barmhartigheid en naasten- r5tftlijk zoo ontbreekt bij ons Islamie- ju dat anders willen; maar ik weet r of 102 .C 104 C 104 C 103' P 93 P 95' beginnen. Zoudt u, dien wij ver- 519 ns willen helpen bij het plan, om ',A 85» Ük medisch werk als u hier doet, n VQOr de isiamietische wereld, wil dienen?'' okter, die wist wat luisteren en at dienen was, hooj-de hierin de hulp tot hem komen vanuit de I.C 6s' Erheen hij als getuige van Christus C 24 en zijn hart was vervuld met m 17» id, dat aan hem de gelegenheid k. 81* en om dezen beker koud water te loot emand die het van noode had, en zendeling, kon en mocht dienen, 'erlegden de Mohammedaansche •eraar en de Christen-arts teza- r sm werk moest worden aangevat; en geweest van dit Mohammedaansche werk. Door een wederzij dsch vertrouwen was er vriendschap en hoogachting ontstaan tusschen deze beide menschen. En de arts, die dit voor val uit zijn zendingsloopbaan mededeelde, verzekerde, dat de godsdienstige gesprekken, die hij in den loop van de jaren m/ dezen hoogstaanden en oprechten Islamiet mocht hebben, waarbij hij als zendeling meermalen de gelegenheid had te getuigen van zijn Heer en Zender, behoord hebben tot de hoogtepun ten van zijn leven als zendeling onder Mo hammedanen. ANGST Ds G. van Veldhuizen schrijft in „De Jong Hervormde": „Wat dat is: laat uw wenschen met dankzegging bekend zijn bij God, dat heb ik pas in deze tijden recht be grepen. Wij bidden eiken nacht voor bewa ring in den slaap. Ondertusschen blijven honderden Rotterdammers desondanks den heelen nacht in de weer en slapen niet. Er kan eens iets gebeuren, je kunt niet weten.. Het komt, omdat zij wèl hun wenschen bij God bekend maken (rust, geen vliegtuigen, geen bommen, geen afweergeschut), maar niet danken, dat God dit den vorigen nacht op hun bede heeft afgewend. Zij zijn volstrekt verge ten, hoe ze 24 uur geleden precies zoo baden, en'hoe ze de verhooring hunner gebeden als van zelfsprekend hebben aanvaard. Wanneer ze slechts al biddende zouden danken, zou den ze opeens versterkt gaan slapen: die mij gisteren bewaarde, zal het ook heden doen. Zijn hand geleidt mij veilig. En hoe oneindig veel stof tot danken hebben we vandaag. Hoe- velen hebben nog alles, leven, huis en have mogen behouden, en hebben er God voor te danken. Zoo zullen we dus onze wenschen bekend maken, met bidden, smeeken en danken. En de waarde van dit gebed wordt luide verkon digd, niet dat wij al onze wenschen krijgen, maar wij zullen in geen ding bezorgd zijn. Het valt me op, dat meer dan één paartje dezen tekst in deze dagen tot huwelijkstekst koos. Natuurlijk, wij kunnen niet meedoen met de schare, die eet en drinkt want morgen sterft zij en we kunnen evenmin meedoen met de schare, die wegvlucht in hamster voorraden of krankzinnigheid. Wij gelooven in Jezus Christus: in Hem gaan wij tot den Vader, en zijn verzekerd, dat niets ons kan scheiden van de liefde van Christus. On bezorgd. „Maar soms kan ondertusschen het hart ons raar in de keel kloppen, en onze daden zijn allesbehalve die van een geloovige. Was het niet, omdat wij toch het bidden weer hebben nagelaten? Of omdat Satan ons op het on- voorzienst plotseling bespringt en van alles berooft? Gode zijn dank, dat wij weten, dat Jezus Christus ook dan voor ons bidt, dat ons geloof niet ophoude". Onderwijs Prof. dr. P. Fijn van Draaf Vandaag Is prof. dr. P. Fijn van Draat, oud-hoog leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht, 80 jaar geworden. Geboren te Deventer, bezocht hij aldaar de H.B.S., waarna hij gedurende en drietal jaren voor studiedoeleinden in Engeland vertoefde, om vervolgens te Leiden en Utrecht Engelsche taal en letterkunde te studeeren. In 1883 werd hij benoemd tot leer aar in het Engelsch aan de H.B.S. te Venlo, en in 1887 tot leeraar aan het Gymnasium te Leiden.In 1892 volgde zijn benoeming tot leeraar der Rijks H.B.S. te Utrecht, en in 1902 tevens aan de gemeentelijke H.B.S. aldaar. In 1913 werd hij door de Rijksuniversiteit te Groningen benoemd tot doctor honoris causa. In 1915 werd dr. Fijn van Draat toegelaten als privaatdocent in de Engelsche taal- en letterkunde aan de Utrechtsche universiteit, waarna in 1924 zijn benoeming volgde als bijzonder hoogleeraar, uitgaande van het ge nootschap Nederland-Engeland, welke func tie hij tot 1932 vervulde. Prof. Fijn van Draat heeft zitting gehad in de examencommissie voor de acte Engelsch m.o. B. en is secreta ris geweest van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van kunsten en wetenschappen. Van zijn publicaties noemen wij- Rhytm in English prose; De klankleer van den tongval der stad Deventer. Verder verschei dene opstellen over Engelsche philologie, in de tijdschriften Engelsche studiën, Anglia en Neophilologus. ONDESWIJSBENOEMINGEN Anna Jacobapolder. Chr. school Tot onder wijzeres: mej. C. J. S. Catsman te Middelhaniis, Rijswijk (Z.H.) Chr. U.L.O.-school. Tot vak- onderw.-kw.: de heer W. Kwaadgras aldaar. DE SCHOOLBIBLIOTHEKEN De w.n. Secretaris-Generaal van het De partement van Onderwijs heeft aan de be sturen en leiders van alle lagere en middel bare scholen bericht, dat het uitleenen van boeken, plaatwerken enz. in vollen omvang kan worden hervat, echter met dien verstan de, dat antl-Duitsche boeken enz. in het ge heel niet meer voor uitleening in aanmerking mogen komen. Alle boeken, tijdschriften, plaatwerken, atlassen enz., welke een anti- Duitsche strekking hebben, moeten uit de bibliotheken worden verwijderd en, behoor lijk afgesloten, afzonderlijk worden bewaard. Onder te verwijderen werken moeten o.a. worden gerekend alle werken van de navol gende schrijvers: Gedye, Gunther, Schwarzschild, Mowrer, Den Doolaard, Leimhoff, Juhasz, Borkenau, Fraenkel, Heiden, Laatsrran, Langhoff, Van Loon, Olden, Rauschning, Zweig, Roberts, Mann, Althoff, Van Brentano, Feuchtwanger, Frank, Glaeser, Golding, Haller, Keun, Lewis, Malraux, Merz, Bruckner, Graf, Toller, Vance, Otto Braun, Blankenstein, Einstein, Bruckner (Tagger), Böblin, Hegemann, Kni ckerbocker, Kisch, Emil Ludwig (Cohn), Fa milie Mann (Thomas, Heinrich, Erika, Klaus), Olivier, Remarque, Renn, Roth, Sienkiewicz, vooral de romai „Die Kreuzritter"), Schuss- nig, Steinberg, Tucholsky, Werf el, Arnold Zweig. Opening der lessen. Vrijdag zijn in de Aula van de Theologische Hoogeschool te Sampen de lessen geopend door den Pro-redor Prof- Dr. J. Ridder bos. Nog nimmer aldus spreker droeg de opening der lessej zulk een aangrijpend ern stig karakter als thans. Heel de wereld leeft in de grootste sjanning; Nederland is door den overwinnaar bezet; onze Hoogeschool is in rouw: hier staat een zetel leeg, omdat een der hoogleeraren is gevangen gezet; onze ge dachten en onze gebeden zijn al den dag, in zonderheid V 'o.-0r,r,ö God hem w< genade hem Voor ij del dan ooit. De allen, die d Woords zoek worden gero digheden no dat ambt ee dan tevoren Heiland: „W navolgt, die I tijd draagt escnatdiogiscne ireiocen; wij nie ten er on.- op voorbereiden, dat ook in de ge schiedenis de Kerk zich gaan vertoonen de trekken van de bmauwing, die haar in het laatste der dagen wichten. Wéér stelt de Haland Zijn vraag: „wilt gijlieden óók niet veggaan?" Het is noodig, dat wij op die vrajg weten te antwoorden. Het eenlg goede antynord is dat van Petrus: „gij hebt de woordei des eeuwigen levens"; en: „gij zijt de Chrièus, de Zoon des leven den Gods"., Als wij, let oog gericht op dezen tijd van ontzaglijken lernst, dat antwoord tot het onze mogen malen dan is de opening des lessen toch óók log nimmer zoo schoon en zoo rijk aan belote geweest als ditmaal. Die woorden des eiiwigen levens, die in Hemzelf, den Christu, ja en amen zijn, zij zijn het Evangelie, dal de Dienaar des Woords heeft te verkondigen-Nooit kwam het heilig ambt in zijn schoonhefl heerlijker uit dan te gen den achtergrond van onzen donkeren tijd; nooit was duidelijcer dan thans, hoezeer de wereld aan dat Evangelie behoefte heeft. Het Evangelie heeft iet eeuwige leven tot inhoud, en is daarom Qk zelf onvergankelijk; het vervolgt temidden van alle rumoer der volken zijn loop, en gat uit, overwinnende en opdat het overwiit Het kan niet ver ouderen of van zijn iracht worden beroofd door oorlogen of revobties; overal en altijd, waar het is verkondigd, heeft het vruchten gedragen, en het zal dat doen ook in de wereld, waarin wij striks zullen leven, welke krachten daarin ook nogen werken. Als één ding zeker is, dan is iet dit, dat ook in die wereld van morgen he Evangelie moet wor den gepredikt, en dat de vruchten daarvan in waarde alles zullei overtreffen, waarom de volkeren worstelen. Daarom is er voor U.mits gij bereid zijt tot het dragen van het krils achter den Heiland, geen betere plaats en jeen schooner uur dan dit, waarin wij ons w®r aangorden tot den arbeid om u toe te rusfen met de kennis, die voor de bediening van dat Evangelie noodig is. Moge God onzen aibeid zegenen, en ons vormen tot instrumental voor Zijn dienst! Examens Hoogc». Leiden. Doctoraal reihten, de heer J. R. Hommes, den Haag; canadaats klassieke lette ren, mej. M. Woltjer, Moordwijk; doctoraal klassieke letteren, de heer A. A. C. Sier, Leiden. Doctoraal wis- en natuurlunde hoofdvak plant kunde de heer R. A Mias Geesteranus, den Haag. Amsterdam. Gem. universiteit Candidaats ge neeskunde le gedeelte: B. Bekker, M. J A. Bik, N. Th. Böhm, H. Bolle, D. Boorte, mej. A. Boomsma. J. A. H. Bult, J. Dekker, A. van Dongen, A. G. Drukker, L Düsterbeck, V. A M. van Dijk, mej. S. Elzai, W, H. de Fraiture, D DJ). |j een heldere rloel- itd, die diep ln de poriën doirdrlngt en de ziekte- klonen doodt. Flacon» 75 ct., ISO en L 2.50. S. Franken. H. W. A. Franssen, A. Fuldauer, F. Gaarenstroom, mej. G. de Haan, H. M. Hage- meyer, mej. A. S. Hilverda, F. G. A. Huber, D. Hütter. J. v. d. Hulst. mej. S. Jansen, H. Jaspar, H. A. W. Klinkhamer, J. W. Koch, B. Koopman, mej. B. Krot H. Kylstra, F. Lankhof, Ligterink, C. J. Margry, A. Mees, F. Demeyer. D. O. Nie- lander, J. C. Noordzij, J. Pellicaan, H. Poorter mans. mej. H. C. Rudelsheim, mej. B. Santcroos, H. C. Schaaf, mej. M. A Sieger, mej. A. Speet- jens. E. M. v. d. Stel. J. Stevens, mej. H. van Trotsenburg. J. J. v. d. Velde, W. R. Vermeer. J .H. Vierdag, G. J. Vos. J. F. de Vos. E. J. E F. Willems. W. J. V. H. Wolters, E. W. Zietse Doctoraal geneeskunde mej. G. A. C. Gelder en de heeren A. L. Lans de Jonge en C. V. de Koek. VrlJe Universiteit. Doctoraal wiskunde: de heer K. W. Schut'e. Kropswoide (Gr.) Dotoraal natuur kunde: de heer W. P. SchklkwiJk Amsterdam. Diverse •s-Gravenhage. Stuurlieden. Geslaagd voor 1ste stuurman groote handelsvaart de heeren J. Chr. F. M. Koning on P. Verhaagen «n voor 2e stuur man groote handersvaart do heer W. Langeraar 's-Gravenhage. Notarieel Geslaagd voor deel I. A. J. Rljsterborgh Dordrecht en W. G. de Vries. Zwartsluis. Binnenlondsch Nieuws Vordering van onroerende goederen Ten behoeve van de Duitsche weermacht Het Verordeningenblad bevat een verorde ning van den Rijkscommissaris' voor het be zette Nederlandsche gebied betreffende de in gebruikneming van bebouwde en onbebouwde onroerende goederen ten behoeve van de Duit sche weermacht. Deze verordening sluit den kring der verordeningen, waarbij de vergoe dingen voor verrichtingen ten behoeve van de Duitsche weermacht worden geregeld. In tegenstelling tot de z.g. R-verrichtingen-ver- ordening (nr. 49/40) gaat deze verordening er van uit, dat de weermacht erven slechts voor tijdelijk gebruik noodig heeft, en niet voor ;oed aan den eigendom behoeft te onttrekken. De vordering van een zoodanig erf geschiedt Hoor schriftelijke mededeeling aan de ge- neente, waarin het erf gelegen is, welke ge- neen te den eigenaar en den directen gebrui- ter hiervan onverwijld in kennis moet stellen. De regeling van de schadevergoeding Voor het ln gebruik nemen kan de weer macht een schadevergoeding betalen en wel aan en tot direct gebruik van het erf gerech tigde Deze schadeloosstelling bedraagt voor Landbouwgronden het bedrag van de jaarlijk- sche pachtwaarde, voor andere gronden twee derde deel van de jaarlijksche huurwaarde, en voor alles wat zich op het erf bevindt zes pro cent van de waarde. De waarde wordt volgens een vrij oordeel, echter na raadpleging van Nederlandsche instanties, zooals de pacht- bureaux en belasfinginstanties, vastgesteld. Hij die aanspraak maakt op schadeloosstel ling moet het verzoek daartoe bij den burge meester van de gemeente, waarin het erf is gelegen, indienen. De gemeente kan als voor schot maandelijks de helft van het waarschijn lijk per maand als schadevergoeding uit te be talen bedrag beschikbaar stellen. Is de schadevergoeding lager dan een vergoeding (pacht, huur, enz.), welke de tot direct gebruik gerechtigde voor het ge bruik van het erf betalen moeten, dan wordt deze vergoeding verminderd tot het bedrag van de door de weermacht be taalde schadeloosstelling. Geen schadeloosstelling wordt betaald voor het in gebruik nemen van erven van Neder landsche regeer ingsorganen en Nederland sche regeeringsinstanties, van versterkings-, verdedigings- en viieghaveninstallaties der vroegere Nederlanascne zee en landmacht, alsmede van erven, waarvan de eigenaar zich buiten het bezette Nederlandsche gebied be vindt. In het laatste geval kan de chef-inten dant bij wijze van uitzondering een billijke schadeloosstelling toestaan. Vanzelfsprekend geldt deze verordening niet voor verrichtin gen, welke als inkwartiering vallen onder de verordening nr. 50/1940, alsmede in gevallen waarin de Duitsche weermacht volgens pri-, vaatrechtelijke overeenkomst gehuurd of ge pacht heeft Een schadeloosstelling wordt slechts ver leend voor ingebruiknemingen na den 29en Mei 1940. Een verdere schadeloosstelling van de betrokkenen door Nederlandsche instanties wordt door deze verordening niet uitgesloten. De besprekingen van Kobajasji te Batavia Domei meldt uit Batavia: Tengevolge van een lichte ongesteldheid van Ichizo Kobajasji, het hoofd van de Ja- pansche delegatie, welke in Nederlandsch- Indië besprekingen voert, is het tegen Zater dag vastgestelde onderhoud tusschen Koba jasji en gouverneur-generaal jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer uitgesteld. Naar Domei verneemt was het beoogde onderhoud een uitvloeisel van de wensche- Ujkheid. dat tusschen den gouverneur-gene raal en den heer Kobajasji direct besprekin gen zouden worden gevoerd, hoewel tusschen de Japansche en de Nederlandsche delega ties dagelijks gedachtenwisselingen worden gehouden. RADIOREDE MR. ROST VAN TONNINGEN Mr. M. M. Rost van Tonningen, de com missaris der S.D.A.P., heeft Zaterdagavond een radiorede gehouden waarin hij, onder herinnering aan zijn getuigenis van 20 Juli voor de radio, in een inleiding uiteengezet, dat evenals vóór 1618 ook thans weer het Duitsche rijk de leiding van het vasteland van Europa neemt en dat Nederland vastbe sloten binnen dit nieuwe kader zijn taak dient te gaan vervullen. Hij verweet vervolgens aan het hoofdbe stuur van de voormalige S.D.A.P., dat het, instede van zijn deel daarin bij te dragen, na de gebeurtenissen van 10 Mei het wacht woord had uitgegeven om het werk te staken en sinds 21 Juli alle pogingen in het werk heeft gesteld om de nieuwe krachten te bre ken. Spr. zeide verder: In dezen nihilistischen vernielingsarbeid, aldus spr., waren gelukkig lang niet alle leden van het hoofdbestuur op dezelfde wijze werk zaam. De pogingen, sinds den 21sten Juli ge daan om de cultureele waarden, die met zoo veel opofferingen door de allerarmsten onder de arbeiders zijn opgebouwd aan de vernie tiging prijs te geven moesten mislukken. De toestand van de Arbeiderspers op 21 Juli noemde spr. ontstellend. Het tekort der bedrijfsrekening berekend naar den stand van het oogenblik, waarop in den toestand werd ingegreoen, d.w.z. op den 21sten Juli, bereikte een zoo reusachtig cijfer, dat een redding van het bedrijf wei haast onmogelijk scheen. Thans twee maanden later is het ergste voor het oogenblik overwonnen, al baren de komende prijsstijgingen van papier ook vele zorgen. Nadat de eerste maatregelen om de Arbei derspers voor een onmiddellijke ineenstorting te behoeden, waren genomen, werd den ver antwoordelijken mannen der S.D.A.P. ge vraagd eerlijk een weg te zoeken, die de ac tieve deelname der arbeiders aan het opbouw werk van het nieuwe Europa zou mogelijk maken. Onl de mogelijkheden van het nieuwe werk te openen was een ontzaglijk wantrouwen te overwinnen. In de eerste plaats een wantrou wen der arbeiders tegen de bedoelingen van mijn vriend Woudenberg en mijzelve in onzen nieuwen arbeid, hetwelk voort sproot uit aan tijgingen, dat leden der N.S.B. op vooraan staande plaatsen gesteld, hun ambt zouden kunnen misbruiken voor een propaganda voor de eigen beweging. Een dergelijke houding zou getuigen van de miskenning van den aard en het wezen Van ons volk. Iedere eer lijke poging van een groep Nederlanders om deel te hebben aan het opbouwwerk in de toekomst, moet door het geheele volk met warmte worden begroet. Het is een waarlijk onmannelijke houding om van de Duitsche bezettingsautoriteiten te verwachten, dat zij naast de zware taak, die de oorlf> voering hun vaderland oplegt, uit eigen beweging zich met die duizenden zorgen belasten, die binnen de werkzaam heid van een Nederlandsch bewind dienen te vallen. In dezen geest zijn gedurende de afgeloo- pen twee maanden op het geheele gebied der werkzaamheid der vroegere S.D.A.P. de ver antwoordelijke personen benaderd. De hits- arbeid van personen van het vroegere hoofd bestuur kan in dit opzicht niet anders dan nuttig worden geacht. Het was van den aan vang af duidelijk, dat bij het handhaven van de vrijheid van wilsuiting, eigen leiders uit den boezem der S.D.A.P. de nieuwe taak ter hand zouden nemen. Zulks is nagenoeg over de geheele breedte van het terrein dan ook inderdaad het geval geweest. Na de moeizame besprekingen van twee maanden is laatstleden Zondag in Amsterdam een aantal persoonlijkheden der voormalige S.D.A.P. bijeengekomen, die tot de stichting van een Nederlandsche Socialistische Werk gemeenschap hebben besloten. Het bestuur der nieuwe werkgemeenschap zal het voor- loopige programma ontwerpen, waarop de actie zich in den eerstvolgenden tijd zal ont plooien. De soc.-dem. instellingen op 21 Julk Hiermede komt eenige teekening in den chaotischen toestand, waarin het bestuur der S.D.A.P. de massa der leden had achterge laten. Toen op den 21sten Juli de opbouwarbeid in den boezem der voormalige S.D.A.P. weer ter hand werd genomen, was de toestand ongeveer als volgt De ledenkarthoteken waren op nagenoeg alle plaatsen verbrand; contributies werden haast niet meer geïnd, doch de bestuurderen bleven veelal hun salarissen ontvangen en dus werden de laatste reserves opgeteerd. De Arbeiderspers verkeerde 21 Juli vrij wel in staat van faillissement. Van het ac- countantswerk zal zoodra eenigszins mogelijk rekening en verantwoording worden afge legd, welke door een commissie uit het N.V.V. en de nieuwe werkgemeenschap zal worden onderzocht. De Arbeiders Jeugd Centrale had een zware schuld, waarvoor geenerlei voorzieningen wa ren getroffen. De Arbeiders Sportbond was door de hou ding van het hoofdbestuur der S.D.A.P. door de gebeurtenissen van den lOden Mei en door financieele moeilijkheden in feite tot mach teloosheid gedoemd. Het Instituut voor arbeidersontwikkeling met zijn- talrijke natuurvriendenhuizen, waar in het verleden gepoogd werd nuttigen arbeid te verrichten, dreigde ook in een uiterst benar den financieelen toestand te geraken. Andererzijds had het V.A.R.A.-bestuur zich een liquidatiepositie verschaft, die de zorgen voor de naaste toekomst had verminderd. Vele der cultureele vereenigingen der voor malige S.D.A.P. genoten bijdragen uit de Cen trale arbeidersverzekerings en depositiebank. De nauwe verwantschap tusschen den raad van commissarissen van de bank en de S.D. A.P., die ook op ander gebied bestond, noopte tot een onderzoek in den toestand van dit bedrijf. Deze toestand kan gelukkig als goed worden gekenschetst. De verzekeringskamer heeft er in toegestemd om op de belangen der verzekerden nauwgezet toezicht te houden. De toestand van het oogenblik De spr. zette voorts uiteen, dat thans na 2 maanden van zeer ingespannen arbeid op bet geheele terrein het nieuwe leven begint te ontluiken. Naar mate de nieuwe afdeelingen van de Nederlandsche socialistische werkgemeenschap zullen zijn gevormd, zullen plaatselijk de oude afdeelingen der S.D.A.P. worden opgeheven. Uit den chaos van ontbonden, zich ontbin dende of nog bestaande afdeelingen der S.D.A.P. zal een nieuwe organisatie worden opgebouwd. Als dit zal zijn geschied, zal op grond van de nieuwe statuten een definitief bestuur worden gevormd en zal de Neder landsche socialistische werkgemeenschap onder de leiding van het nieuwe bestuur vrij van eenig commissariaal toezicht, dezelfde rechten genieten als andere politieke groepep, die thans reeds actief aan het politieke leven deelnemen. De Arbeiderspers is, zooals gezegd, haar propaganda-actie evenals de V.A.R.A. met volle kracht begonnen. Ondanks den hits- arbeid van zekere hoofdbestuurderen der S.D.A.P. is het verlies van abonné's sinds 21 Juli slechts gering geweest en thans is in verschillende plaatsen het aantal lezers weer toenemende. De Arbeiders Sportbond werkt aan de her vatting der werkzaamheden. De A.J.C. had zich reeds vóór 21 Juli met de jeugd af dee ling van den Sportbond vereenigd. Na de ontbinding van de A.J.C. zal nu uit den Arbeiders Sportbond de jeugdbewe ging moeten worden opgebouwd. Deze zal echter op heel wat breedere basis geschie den, dan het bestuur van A.J.C/ of het hoofd bestuur der S.D.A.P. zich het werk ooit heeft gedacht. Het is betreurenswaardig, dat het der arbeidersjeugd onmogelijk was om van eenige jeugdbeweging lid te worden, daar de contributie en vooral de kosten der kleeding buiten het bereik der ouders lag. Aan deze nationale schande, aldus spr., zal een eind worden gemaakt. De heer Rost van Tonningen eindigde met nog aan te kondigen een nieuwen opzet van de arbeidersmuziek-, zang. en tooneelvereeni- gingen van echt-Nederlandschen zin. In den groeten verzoeningsarbeid van ons volk en in de plaatsneming van het ver jongde Nederland Ln het wordende Europa, zijn alle mannen en vrouwen die bereid zijn eerlijk in het opbouwwerk deel te nemen, de pioniers van een nationale vernieuwing. Het doet er daarbij weinig toe uit welk verleden wij allen komen gegroeid. Als wij het politieke verleden van de bouwers van dit volk zouden nagaan, zouden wij ver baasd zijn, dqt zoovelen uit zooveel verschil lende richtingen thans reeds elkander heb ben leeren verstaan. De vrijgeboren mensch in het Nederland sche volk verlangt echter da-t wij hem zelf den weg zullen doen vinden naar het ideaal, waarop zijn leiders hem voorafgaan. Die leiders staan in een volk op, op het oogen blik, dat zulks noodig is. Het volk zal die leiders herkennen met het haast onfeilbare instinct, dat in de groote oogenblikken der geschiedenis door ons volk is getoond. Wie in zijn volk gelooft verricht dus met vertrou wen zijn dagelijkschen arbeid in de schoot van dat volk en werkt in dezen tijd aan een groot socialistisch vereenigd Nederland, dat door den band des bloeds in de toekoms1 meer dan ooit zal zijn aaneengesmeed. Ernstige val Gisterochtend heeft de pontwachter S. Nas, wonende te Nijmegen, die een lamp op de aanlegsteiger wilde verplaatsen, een ernsti- gen val gemaakt. Nas viel daarbij in het drie meter diepe ruim van den aanlegsteiger en kreeg een zware hersenschudding, een her- senaandoening, een inwendige verbloeding en een breuk in een schouderblad. Dokter Van Bameveld, die de eerste hulp verleende, liet het slachtoffer, dat in hoogst ernstigen toe stand verkeerde, naar het St. Canisiuszieken- huis overbrengen. Men vreest voor zijn leven. De financiering van uitgaven voor de voedselvoorziening Het Verordeningenblad bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van landbouw en visscherij en van financiën betreffende de financiering van uitgaven voor de voedselvoorziening. Daarin wordt bepaald, dat uitgaven, welke strekken ter uitvoering en handhaving van uit de wet van 30 September 1938 (Staatsblad no. 639c) voortvloeiende maatregelen en voor schriften komen ten laste van het Landbouw crisisfonds. Onder deze uitgaven zijn mede begrepen uit gaven welke ten behoeve van genoemde doel einden reeds zijn gedaan in het tijdvak, aan vangende 1 September 1939 en eindigende op den dag van afkondiging van dit besluit Vrijstelling van sommige leges tiet Verordeningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het departe ment van binnenlandsche zaken betreffende vrijstelling van leges van afschriften van of uittreksels uit de akten van den burgerlijken stand. Daarin wordt bepaald, dat de afschriften van of uittreksels uit de akten van den burgerlijken stand, welke vereischt zijn voor de regeling der pensioenen van nabestaanden van gesneu velde of vermiste miljtairen van de voormalige Nederlandsche land- en zeemacht vrij zijn van leges. echter een weinig Duitsch spreken en in ieder geval an, de Engelsche taal is hij zeer goed machtig, dank d^nlang beroep van varensgezel, maar eer hij het con- ilg> tsinde had een oud-gediende hem aangeraden, niet te L p ia»* ..connaissance de langues étrangères", kennis van erf i£>l^en bad. Later zou hij er het nut wel van inzien. De fw s^tenteekenen van den bleu, welke opgeteekend werden, uiu lcrers een groot struikelblok bij eventueele pogingen l a nïïuchten! 1" a i9?^e' waarop Staal nauwkeurig en naar waarheid ant- r a i8.^as de vraag naar zijn voor- en achternaam, die van en zijn geboorte-land en -stad. Wel had hij gehoord, !*Ab vaak een valschen naam en een foutief adres op- i£dat er nimmer een onderzoek naar ingesteld wordt, maar op aan komt een naam te hebben, maar hij LDKöölat een man nooit bang mocht zijn, z'n werkelijken lc~* ^emen. Anders leefde je een ander, een fictieve, en was elf. En dat lag niet in zijn aard, höe hèvig hij zich ook verzette tegen herinneringen uit de jaren, in zijn ouderlijk tehuis doorgebracht. Hij heette Staal, omdat zijn familie-naam zoo luidde, en dus bleef hij Staal, en niet Mulder of Jansen, of Klaassen. Hij verstaat dus de vraag van den hoofdofficier niet en een onderofficier moet als tolk dienst doen. Hij is hier trouwens om als zoodanig hulp te verleenen, om vragen en antwoorden te vertalen. Of Staal Vlaamsch kan verstaan? Jawel, zulle! En zoo ver neemt hij nogmaals dat zijn meerdere wil weten, waarom hij voor het Legioen teekende. Hij acht het een onzinnige en onnoodige vraag Wat weet die man nog, als hij antwoord ontvangt? Dwaasheid. Maar Staal kan vanzelfsprekend niet zwijgen. Ware het de welwillende kapitein geweest, hij zou hem beleefd geantwoord hebben. Maar deze offic er heeft zich vaak onredelijk getoond, strafte meer dan eens onrechtvaardig, omdat nij niet in de stemming was, en dat is Staal, misschien tot zijn nadeel, niet vergeten. Ook nu kijkt de man hem norseh en verveeld aan. Zijn groenige oogen glanzen een laatdunkendheid uit, die den vrij- heidslievenden Staal weerbarstig maakt. Om te vechten, zegt hij kortaf. De sergeant vertaalt. Het kan zijn, dat de toon te scherp is en den officier niet aan staat, het kan zijn, dat de reden hem ongeloofwaardig voorkomt, hij laat althans de vraag herhalen. Nu wordt Staal woedend. Hansel staat te ver van hem ver wijderd om hem te waarschuwen en hem tot voorzichtigheid te manen. Dat gaat jou niks aan, ik vraag het aan jullie toch ook niet", roept Staal in drift uit. De tolk geeft het antwoord automatisch over en daarmee is het pleit voor Staal beslecht Hij wordt aan den chef de prison over geleverd en zal den laatsten nacht in de cel van Saida door brengen. Zonder verzet, onverschillig laat hij zich na^r de prison voeren. In het voorbijgaan schudt Hansel misprijzend z'n hoofd. Wat bezielt dien knaap toch, denkt hij. En hoeveel pray (soldij) heeft hij er al bij ingeboet. In het Legioen wordt immers de soldij niet uitbetaald aan ge strafte legionairs. Het mag dan slechts een gering bedrag zijn, over een aantal prisoniers genomen, telt het toch mee. Men heeft Hansel eens verteld, dat sommige officieren opzettelijk zooveel en zoolang straf opleggen, om de kas van de compagnie te spek ken. De chef van de kompie moet namelijk voor het inkoopen van de fourage zorgen, en de onkosten uit de algemeene kas be strijden. Hij ontvangt wel het vastgestelde bedrag, maar niet elke chef besteedt di* aan etenswaren voor de manschappen. Vandaar ook, dat er som0 zulk een verschil is tusschen de fourage van de eene of ander0 kcmpie, wat betreft de hoeveelheid en hoedanig heid. En om zooveel mogelijk te voorkomen, dat er een klacht wordt ingediend, ziet hij zich dan soms verplicht de geldmid delen, door hem gedund, te doen toenemen door straffen uit te deelen en dus het onuitbetaalde tractement te gebruiken. Om die luttele francs zal Staal zich echter niet laten koeie- neeren. Maar hij heeft er toch steeds zorg voor gedragen, dat zijn straf niet te lang werd. Nuchter en berekenend als hij meestal was, had hij zich eeiat op de hoogte laten stellen van het aantal strafdagen, waartoe een legionair veroordeeld kon worden. Dat bleelfte zijn 8, 15, 30, 45 en 60 dagen. Een ver oordeeling tot een hooger aantal had als gevolg, dat je voor den krijgsraad moest verschijnen, en bijna altijd naar de straf kolonie werd gezonden. 89 dagen cel, hield in, dat je nog aanspraak kon maken op de reglementaire verhooging van soldij. Drie maanden cel daarentegen beteekenden, dat je voor „haut pray" niet meer in aanmerking kwam, en je dus vijf lange jaren volgens het eerste contract, moest dienen voor frs. 3.75 in Algiers per vijf tien dagen, en frs. 11.25 in Marokko. Terwijl je makkers dus na het eerste jaar twee en veertig francs en daarna twee en vijftig francs konden opstrijken, ontving jij slechts een vierde of een vijfde, omdat je eens drie maanden achtereen in de prison had gezeten. Staal had deze cijfers onthouden, „omdat je op alles bedacht moest wezen." Vandaag, een dag voor zijn vertrek, huist hij dus weer in het gevang. Het spijt hem daarom, wijl hij zich niet heeft kunnen beheerschen. Dat,weegt op dit oogenblik by hem het zwaarst. Den volgenden morgen verlaten de uitgekozen legionairs on der geleide van een sergeant Saida, om er nooit weer terug te keeren. Staal is bij hen, en met hem nog vijf anderen prisoniers, twee Belgen, een Duitscher, een Pool en een Franschman. De straf is hun niet kwijtgescholden, omdat dit niet mogelijk is. Het rapport over hen zal worden overhandigd in Sidi-Bel- Abbes, waar het depot van het Legioen gevestigd is, en van waaruit de reis naar Marokko zal worden ondernomen. (Wordt vervolgd.) I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3