=jpAfl 23 SEPTEMBER 1948
PAG. 3
Eeg
reid
rk en Zending
Ned. Heyv. Kerk
te. Amersfoort (7e pred.pl.), P
C. Dop te Voorthuizen en
Td. Linden te Kootwijkerbroek; te
ic ds. Joh. W. Groot Enzerink) J. v.
Amstelveen, J. Streeder te Leider-
W. Waardenburg te Meppel.
"nomen: Naar Linschoten, J. van
*hilLafie Vuursche*
oor't e n. te Heerlen-Trcebeek, J. Hethuis
DS. T. J. Hagen.
p 3 gezondheidstoestand van ds. T. J.
Jiedikant der Geret Kerk van Delft,
*%g niet naar wensch. De kerkeraad
le it nu een ziekteverlof van een ]aar
ke fyan preeken is nog geen sprake.
^problemen in oorlogstijd
:h ufeschouwing over de Zendingsvraag-
en. He aan de orde zullen komen, als
wiltonp van dezen oorlog zal opge-
pta, wijst dr. W. g-Harrenste 1 n
or0(i en Beleven" op drie punten. Dit
zegt hij vooraf, het Oosten, dat
a. Tks zich bewust te worden van zijn
J Jn kunnen, zal straks na den oorlog
ad «bder Oosten blüken te zijn gewor-
00k»nk aan Japan en aan Britsch-Ind 6,
nout^e nu al mericen, dat ze de mogelljk-
aigei^ die een verminkt en verarmd
ibiedt. En wat in Japan en Brltsch-
op hiedt, gaat aan ons Indië niet voor-
die het Oosten koestert,
in daar een klankbodem.
„V tjh die dezen oorlog aan de Zen-
Jn ons land, stelt, moet goed ver-
ia TJen. Anders komen we straks te
an we verlegen en brengen we het
I n bending alleen maar schade toe. Ik
lateia] 0p enkele punten. Een van de
5eve«en, waarvan we ons terdege bewust
tl, is dit, dat we Zending gaan drij-
volkeren, die het gevoel van
ooge, voor goed hebben afge-
i die ons ontvangen zullen
nïn8;eren, die zelf wat te zeg-
n en zelf ook wat te b i e-
n. Het vriendelijke lachje van
- *neid om ons bezit, dat zoo mak-
Del' gezicht ontsiert als we met het
ïanraking komen, moeten we radi-
;n. Want als wij zóó komen, ont-
Josten ons niet, of het wijst ons af
«lch, die diepere plooien trekt in het
anboin ons lachje. Want voor het gevoel
is nooit reden geweest. Maar
Hinder reden nog voor dan ooit te
as Y<
;ede zaak, waarop dr. H. wijzen
■nfi tt», dat het verzet tegen de prediking
elling zijn zal. „Het Oosten werpt zich
P degen bezit en is bezig de waarde
den[leeren zien. Maar dal brengt mede,
werend staat in sterkere
al het vreemde, van elders aan-
Cn het zal In zijn bewustwording,
beteekent overschatting van eigen
_e Zending zeggen: Wij hebben U
j, gij hebt ons noodig. Het wordt
respTstrijd, die de Zending te wachten
j dein dien strijd moeten de wapenen
de gstelijk zijn. Bovendien vraagt hij
de pdende kei-ken een heel wat groo-
de 2|ie dan deze, dat de zendingsbij-
rden opgevoerd van 50 of 75 cent
llden per hoofd.
ie noodzakelijkheid knoopt zich als
ian de twee bovengenoemde vast.
nw dan tot nu toe zullen de beste
n dochteren van de kerken in
pp, i gezonden moeten worden naar de
tol stichter van d© Mol»,
*1*
Ti'Ned. Zendingsblad geeft Dr. J. A.
e '79 rn een lezenswaardige beschouwing
'd 116 omgang met inheemschen, die ten-
"f |9®Jan den Westerschen invloed door
•V oiBf^keling aan de Zending zulk een
urp'aP kans bieden. Als voorbeeld ver-
A uit de wording van de bekende
C 49'g „Mohammadijah", die over ge-
nt' is verbreid, en die tot doel heeft
'e ngjke en materiëele verheffing van
n Jo&sche vülk °P de grondslagen van
De stichter van deze vereeniging
165 overleden, Javaan Hadji Ahmad
:h 5flplgens allen die hem gekend heb-
isoier nobelste figuren uit de Moham-
C 502 ijavaansche wereld. Deze man, die
A 491 agedacht over zijn godsdienst, en
W rn echt en vr00m belijder van was,
w lö5ennis genomen van de boodschap
iBlnristendom, zooals die door de zen-
A 102' uitgedragen; en met sommige zen-
P ioo«i zendeling-artsen was hij bevriend
een dag kwam hij bij den zende-
b '35«t Piaatse> en vinë met dezen een
ïk 181 n over de zaak die hem ter harte
»t 595«>ekomst van den Islam. Tenslotte
ÏK l60pkter. ik heb gezien wat de Zen-
:z. 9-:*oet en werkt, en wat de medische
et lost gedragen wordt door de gedachte
f®|fmhartigheid. heeft gedaan en nog
86,»tnijn volk. Ik weet ook, dat deze
22H?an barmhartigheid en naasten-
r5tftlijk zoo ontbreekt bij ons Islamie-
ju dat anders willen; maar ik weet
r
of 102
.C 104
C 104
C 103'
P 93
P 95'
beginnen. Zoudt u, dien wij ver-
519 ns willen helpen bij het plan, om
',A 85» Ük medisch werk als u hier doet,
n VQOr de isiamietische wereld,
wil dienen?''
okter, die wist wat luisteren en
at dienen was, hooj-de hierin de
hulp tot hem komen vanuit de
I.C 6s' Erheen hij als getuige van Christus
C 24 en zijn hart was vervuld met
m 17» id, dat aan hem de gelegenheid
k. 81* en om dezen beker koud water te
loot emand die het van noode had, en
zendeling, kon en mocht dienen,
'erlegden de Mohammedaansche
•eraar en de Christen-arts teza-
r sm werk moest worden aangevat; en
geweest van dit Mohammedaansche werk.
Door een wederzij dsch vertrouwen was er
vriendschap en hoogachting ontstaan tusschen
deze beide menschen. En de arts, die dit voor
val uit zijn zendingsloopbaan mededeelde,
verzekerde, dat de godsdienstige gesprekken,
die hij in den loop van de jaren m/ dezen
hoogstaanden en oprechten Islamiet mocht
hebben, waarbij hij als zendeling meermalen
de gelegenheid had te getuigen van zijn Heer
en Zender, behoord hebben tot de hoogtepun
ten van zijn leven als zendeling onder Mo
hammedanen.
ANGST
Ds G. van Veldhuizen schrijft in „De
Jong Hervormde": „Wat dat is: laat uw
wenschen met dankzegging bekend zijn bij
God, dat heb ik pas in deze tijden recht be
grepen. Wij bidden eiken nacht voor bewa
ring in den slaap. Ondertusschen blijven
honderden Rotterdammers desondanks den
heelen nacht in de weer en slapen niet. Er
kan eens iets gebeuren, je kunt niet weten..
Het komt, omdat zij wèl hun wenschen bij
God bekend maken (rust, geen vliegtuigen,
geen bommen, geen afweergeschut), maar niet
danken, dat God dit den vorigen nacht op hun
bede heeft afgewend. Zij zijn volstrekt verge
ten, hoe ze 24 uur geleden precies zoo baden,
en'hoe ze de verhooring hunner gebeden als
van zelfsprekend hebben aanvaard. Wanneer
ze slechts al biddende zouden danken, zou
den ze opeens versterkt gaan slapen: die mij
gisteren bewaarde, zal het ook heden doen.
Zijn hand geleidt mij veilig. En hoe oneindig
veel stof tot danken hebben we vandaag. Hoe-
velen hebben nog alles, leven, huis en have
mogen behouden, en hebben er God voor te
danken.
Zoo zullen we dus onze wenschen bekend
maken, met bidden, smeeken en danken. En
de waarde van dit gebed wordt luide verkon
digd, niet dat wij al onze wenschen krijgen,
maar wij zullen in geen ding bezorgd zijn.
Het valt me op, dat meer dan één paartje
dezen tekst in deze dagen tot huwelijkstekst
koos. Natuurlijk, wij kunnen niet meedoen
met de schare, die eet en drinkt want morgen
sterft zij en we kunnen evenmin meedoen
met de schare, die wegvlucht in hamster
voorraden of krankzinnigheid. Wij gelooven
in Jezus Christus: in Hem gaan wij tot den
Vader, en zijn verzekerd, dat niets ons kan
scheiden van de liefde van Christus. On
bezorgd.
„Maar soms kan ondertusschen het hart ons
raar in de keel kloppen, en onze daden zijn
allesbehalve die van een geloovige. Was het
niet, omdat wij toch het bidden weer hebben
nagelaten? Of omdat Satan ons op het on-
voorzienst plotseling bespringt en van alles
berooft? Gode zijn dank, dat wij weten, dat
Jezus Christus ook dan voor ons bidt, dat ons
geloof niet ophoude".
Onderwijs
Prof. dr. P. Fijn van Draaf
Vandaag Is prof. dr. P. Fijn van Draat,
oud-hoog leeraar in de Engelsche taal- en
letterkunde aan de rijksuniversiteit te
Utrecht, 80 jaar geworden.
Geboren te Deventer, bezocht hij aldaar
de H.B.S., waarna hij gedurende en drietal
jaren voor studiedoeleinden in Engeland
vertoefde, om vervolgens te Leiden en
Utrecht Engelsche taal en letterkunde te
studeeren. In 1883 werd hij benoemd tot leer
aar in het Engelsch aan de H.B.S. te Venlo,
en in 1887 tot leeraar aan het Gymnasium te
Leiden.In 1892 volgde zijn benoeming tot
leeraar der Rijks H.B.S. te Utrecht, en in 1902
tevens aan de gemeentelijke H.B.S. aldaar.
In 1913 werd hij door de Rijksuniversiteit te
Groningen benoemd tot doctor honoris causa.
In 1915 werd dr. Fijn van Draat toegelaten
als privaatdocent in de Engelsche taal- en
letterkunde aan de Utrechtsche universiteit,
waarna in 1924 zijn benoeming volgde als
bijzonder hoogleeraar, uitgaande van het ge
nootschap Nederland-Engeland, welke func
tie hij tot 1932 vervulde. Prof. Fijn van Draat
heeft zitting gehad in de examencommissie
voor de acte Engelsch m.o. B. en is secreta
ris geweest van het Provinciaal Utrechtsch
Genootschap van kunsten en wetenschappen.
Van zijn publicaties noemen wij- Rhytm
in English prose; De klankleer van den
tongval der stad Deventer. Verder verschei
dene opstellen over Engelsche philologie, in
de tijdschriften Engelsche studiën, Anglia en
Neophilologus.
ONDESWIJSBENOEMINGEN
Anna Jacobapolder. Chr. school Tot onder
wijzeres: mej. C. J. S. Catsman te Middelhaniis,
Rijswijk (Z.H.) Chr. U.L.O.-school. Tot vak-
onderw.-kw.: de heer W. Kwaadgras aldaar.
DE SCHOOLBIBLIOTHEKEN
De w.n. Secretaris-Generaal van het De
partement van Onderwijs heeft aan de be
sturen en leiders van alle lagere en middel
bare scholen bericht, dat het uitleenen van
boeken, plaatwerken enz. in vollen omvang
kan worden hervat, echter met dien verstan
de, dat antl-Duitsche boeken enz. in het ge
heel niet meer voor uitleening in aanmerking
mogen komen. Alle boeken, tijdschriften,
plaatwerken, atlassen enz., welke een anti-
Duitsche strekking hebben, moeten uit de
bibliotheken worden verwijderd en, behoor
lijk afgesloten, afzonderlijk worden bewaard.
Onder te verwijderen werken moeten o.a.
worden gerekend alle werken van de navol
gende schrijvers:
Gedye, Gunther, Schwarzschild, Mowrer,
Den Doolaard, Leimhoff, Juhasz, Borkenau,
Fraenkel, Heiden, Laatsrran, Langhoff, Van
Loon, Olden, Rauschning, Zweig, Roberts,
Mann, Althoff, Van Brentano, Feuchtwanger,
Frank, Glaeser, Golding, Haller, Keun, Lewis,
Malraux, Merz, Bruckner, Graf, Toller,
Vance, Otto Braun, Blankenstein, Einstein,
Bruckner (Tagger), Böblin, Hegemann, Kni
ckerbocker, Kisch, Emil Ludwig (Cohn), Fa
milie Mann (Thomas, Heinrich, Erika, Klaus),
Olivier, Remarque, Renn, Roth, Sienkiewicz,
vooral de romai „Die Kreuzritter"), Schuss-
nig, Steinberg, Tucholsky, Werf el, Arnold
Zweig.
Opening der lessen.
Vrijdag zijn in de Aula van de Theologische
Hoogeschool te Sampen de lessen geopend
door den Pro-redor Prof- Dr. J. Ridder
bos.
Nog nimmer aldus spreker droeg de
opening der lessej zulk een aangrijpend ern
stig karakter als thans. Heel de wereld leeft
in de grootste sjanning; Nederland is door
den overwinnaar bezet; onze Hoogeschool is
in rouw: hier staat een zetel leeg, omdat een
der hoogleeraren is gevangen gezet; onze ge
dachten en onze gebeden zijn al den dag, in
zonderheid V 'o.-0r,r,ö
God hem w<
genade hem
Voor ij del
dan ooit. De
allen, die d
Woords zoek
worden gero
digheden no
dat ambt ee
dan tevoren
Heiland: „W
navolgt, die I
tijd draagt escnatdiogiscne ireiocen; wij nie
ten er on.- op voorbereiden, dat ook in de ge
schiedenis de Kerk zich gaan vertoonen
de trekken van de bmauwing, die haar in het
laatste der dagen wichten.
Wéér stelt de Haland Zijn vraag: „wilt
gijlieden óók niet veggaan?" Het is noodig,
dat wij op die vrajg weten te antwoorden.
Het eenlg goede antynord is dat van Petrus:
„gij hebt de woordei des eeuwigen levens";
en: „gij zijt de Chrièus, de Zoon des leven
den Gods"., Als wij, let oog gericht op dezen
tijd van ontzaglijken lernst, dat antwoord tot
het onze mogen malen dan is de opening
des lessen toch óók log nimmer zoo schoon
en zoo rijk aan belote geweest als ditmaal.
Die woorden des eiiwigen levens, die in
Hemzelf, den Christu, ja en amen zijn, zij
zijn het Evangelie, dal de Dienaar des Woords
heeft te verkondigen-Nooit kwam het heilig
ambt in zijn schoonhefl heerlijker uit dan te
gen den achtergrond van onzen donkeren
tijd; nooit was duidelijcer dan thans, hoezeer
de wereld aan dat Evangelie behoefte heeft.
Het Evangelie heeft iet eeuwige leven tot
inhoud, en is daarom Qk zelf onvergankelijk;
het vervolgt temidden van alle rumoer der
volken zijn loop, en gat uit, overwinnende
en opdat het overwiit Het kan niet ver
ouderen of van zijn iracht worden beroofd
door oorlogen of revobties; overal en altijd,
waar het is verkondigd, heeft het vruchten
gedragen, en het zal dat doen ook in de
wereld, waarin wij striks zullen leven, welke
krachten daarin ook nogen werken. Als één
ding zeker is, dan is iet dit, dat ook in die
wereld van morgen he Evangelie moet wor
den gepredikt, en dat de vruchten daarvan
in waarde alles zullei overtreffen, waarom
de volkeren worstelen.
Daarom is er voor U.mits gij bereid zijt tot
het dragen van het krils achter den Heiland,
geen betere plaats en jeen schooner uur dan
dit, waarin wij ons w®r aangorden tot den
arbeid om u toe te rusfen met de kennis, die
voor de bediening van dat Evangelie noodig
is. Moge God onzen aibeid zegenen, en ons
vormen tot instrumental voor Zijn dienst!
Examens
Hoogc».
Leiden. Doctoraal reihten, de heer J. R.
Hommes, den Haag; canadaats klassieke lette
ren, mej. M. Woltjer, Moordwijk; doctoraal
klassieke letteren, de heer A. A. C. Sier, Leiden.
Doctoraal wis- en natuurlunde hoofdvak plant
kunde de heer R. A Mias Geesteranus, den
Haag.
Amsterdam. Gem. universiteit Candidaats ge
neeskunde le gedeelte: B. Bekker, M. J A. Bik,
N. Th. Böhm, H. Bolle, D. Boorte, mej. A.
Boomsma. J. A. H. Bult, J. Dekker, A. van
Dongen, A. G. Drukker, L Düsterbeck, V. A
M. van Dijk, mej. S. Elzai, W, H. de Fraiture,
D DJ). |j een heldere rloel-
itd, die diep ln de poriën
doirdrlngt en de ziekte-
klonen doodt. Flacon»
75 ct., ISO en L 2.50.
S. Franken. H. W. A. Franssen, A. Fuldauer, F.
Gaarenstroom, mej. G. de Haan, H. M. Hage-
meyer, mej. A. S. Hilverda, F. G. A. Huber, D.
Hütter. J. v. d. Hulst. mej. S. Jansen, H. Jaspar,
H. A. W. Klinkhamer, J. W. Koch, B. Koopman,
mej. B. Krot H. Kylstra, F. Lankhof, Ligterink,
C. J. Margry, A. Mees, F. Demeyer. D. O. Nie-
lander, J. C. Noordzij, J. Pellicaan, H. Poorter
mans. mej. H. C. Rudelsheim, mej. B. Santcroos,
H. C. Schaaf, mej. M. A Sieger, mej. A. Speet-
jens. E. M. v. d. Stel. J. Stevens, mej. H. van
Trotsenburg. J. J. v. d. Velde, W. R. Vermeer.
J .H. Vierdag, G. J. Vos. J. F. de Vos. E. J. E
F. Willems. W. J. V. H. Wolters, E. W. Zietse
Doctoraal geneeskunde mej. G. A. C. Gelder
en de heeren A. L. Lans de Jonge en C. V. de
Koek.
VrlJe Universiteit. Doctoraal wiskunde: de heer
K. W. Schut'e. Kropswoide (Gr.) Dotoraal natuur
kunde: de heer W. P. SchklkwiJk Amsterdam.
Diverse
•s-Gravenhage. Stuurlieden. Geslaagd voor 1ste
stuurman groote handelsvaart de heeren J. Chr.
F. M. Koning on P. Verhaagen «n voor 2e stuur
man groote handersvaart do heer W. Langeraar
's-Gravenhage. Notarieel Geslaagd voor deel I.
A. J. Rljsterborgh Dordrecht en W. G. de Vries.
Zwartsluis.
Binnenlondsch Nieuws
Vordering van onroerende
goederen
Ten behoeve van de Duitsche
weermacht
Het Verordeningenblad bevat een verorde
ning van den Rijkscommissaris' voor het be
zette Nederlandsche gebied betreffende de in
gebruikneming van bebouwde en onbebouwde
onroerende goederen ten behoeve van de Duit
sche weermacht. Deze verordening sluit den
kring der verordeningen, waarbij de vergoe
dingen voor verrichtingen ten behoeve van
de Duitsche weermacht worden geregeld. In
tegenstelling tot de z.g. R-verrichtingen-ver-
ordening (nr. 49/40) gaat deze verordening er
van uit, dat de weermacht erven slechts voor
tijdelijk gebruik noodig heeft, en niet voor
;oed aan den eigendom behoeft te onttrekken.
De vordering van een zoodanig erf geschiedt
Hoor schriftelijke mededeeling aan de ge-
neente, waarin het erf gelegen is, welke ge-
neen te den eigenaar en den directen gebrui-
ter hiervan onverwijld in kennis moet stellen.
De regeling van de
schadevergoeding
Voor het ln gebruik nemen kan de weer
macht een schadevergoeding betalen en wel
aan en tot direct gebruik van het erf gerech
tigde Deze schadeloosstelling bedraagt voor
Landbouwgronden het bedrag van de jaarlijk-
sche pachtwaarde, voor andere gronden twee
derde deel van de jaarlijksche huurwaarde, en
voor alles wat zich op het erf bevindt zes pro
cent van de waarde. De waarde wordt volgens
een vrij oordeel, echter na raadpleging van
Nederlandsche instanties, zooals de pacht-
bureaux en belasfinginstanties, vastgesteld.
Hij die aanspraak maakt op schadeloosstel
ling moet het verzoek daartoe bij den burge
meester van de gemeente, waarin het erf is
gelegen, indienen. De gemeente kan als voor
schot maandelijks de helft van het waarschijn
lijk per maand als schadevergoeding uit te be
talen bedrag beschikbaar stellen.
Is de schadevergoeding lager dan een
vergoeding (pacht, huur, enz.), welke de
tot direct gebruik gerechtigde voor het ge
bruik van het erf betalen moeten, dan
wordt deze vergoeding verminderd tot het
bedrag van de door de weermacht be
taalde schadeloosstelling.
Geen schadeloosstelling wordt betaald voor
het in gebruik nemen van erven van Neder
landsche regeer ingsorganen en Nederland
sche regeeringsinstanties, van versterkings-,
verdedigings- en viieghaveninstallaties der
vroegere Nederlanascne zee en landmacht,
alsmede van erven, waarvan de eigenaar zich
buiten het bezette Nederlandsche gebied be
vindt. In het laatste geval kan de chef-inten
dant bij wijze van uitzondering een billijke
schadeloosstelling toestaan. Vanzelfsprekend
geldt deze verordening niet voor verrichtin
gen, welke als inkwartiering vallen onder de
verordening nr. 50/1940, alsmede in gevallen
waarin de Duitsche weermacht volgens pri-,
vaatrechtelijke overeenkomst gehuurd of ge
pacht heeft
Een schadeloosstelling wordt slechts ver
leend voor ingebruiknemingen na den 29en
Mei 1940. Een verdere schadeloosstelling van
de betrokkenen door Nederlandsche instanties
wordt door deze verordening niet uitgesloten.
De besprekingen van Kobajasji
te Batavia
Domei meldt uit Batavia:
Tengevolge van een lichte ongesteldheid
van Ichizo Kobajasji, het hoofd van de Ja-
pansche delegatie, welke in Nederlandsch-
Indië besprekingen voert, is het tegen Zater
dag vastgestelde onderhoud tusschen Koba
jasji en gouverneur-generaal jhr. Tjarda van
Starkenborgh Stachouwer uitgesteld.
Naar Domei verneemt was het beoogde
onderhoud een uitvloeisel van de wensche-
Ujkheid. dat tusschen den gouverneur-gene
raal en den heer Kobajasji direct besprekin
gen zouden worden gevoerd, hoewel tusschen
de Japansche en de Nederlandsche delega
ties dagelijks gedachtenwisselingen worden
gehouden.
RADIOREDE MR. ROST VAN
TONNINGEN
Mr. M. M. Rost van Tonningen, de com
missaris der S.D.A.P., heeft Zaterdagavond
een radiorede gehouden waarin hij, onder
herinnering aan zijn getuigenis van 20 Juli
voor de radio, in een inleiding uiteengezet,
dat evenals vóór 1618 ook thans weer het
Duitsche rijk de leiding van het vasteland
van Europa neemt en dat Nederland vastbe
sloten binnen dit nieuwe kader zijn taak
dient te gaan vervullen.
Hij verweet vervolgens aan het hoofdbe
stuur van de voormalige S.D.A.P., dat het,
instede van zijn deel daarin bij te dragen, na
de gebeurtenissen van 10 Mei het wacht
woord had uitgegeven om het werk te staken
en sinds 21 Juli alle pogingen in het werk
heeft gesteld om de nieuwe krachten te bre
ken.
Spr. zeide verder:
In dezen nihilistischen vernielingsarbeid,
aldus spr., waren gelukkig lang niet alle leden
van het hoofdbestuur op dezelfde wijze werk
zaam. De pogingen, sinds den 21sten Juli ge
daan om de cultureele waarden, die met zoo
veel opofferingen door de allerarmsten onder
de arbeiders zijn opgebouwd aan de vernie
tiging prijs te geven moesten mislukken.
De toestand van de Arbeiderspers op 21
Juli noemde spr. ontstellend.
Het tekort der bedrijfsrekening berekend
naar den stand van het oogenblik, waarop
in den toestand werd ingegreoen, d.w.z. op
den 21sten Juli, bereikte een zoo reusachtig
cijfer, dat een redding van het bedrijf wei
haast onmogelijk scheen.
Thans twee maanden later is het ergste
voor het oogenblik overwonnen, al baren de
komende prijsstijgingen van papier ook vele
zorgen.
Nadat de eerste maatregelen om de Arbei
derspers voor een onmiddellijke ineenstorting
te behoeden, waren genomen, werd den ver
antwoordelijken mannen der S.D.A.P. ge
vraagd eerlijk een weg te zoeken, die de ac
tieve deelname der arbeiders aan het opbouw
werk van het nieuwe Europa zou mogelijk
maken.
Onl de mogelijkheden van het nieuwe werk
te openen was een ontzaglijk wantrouwen te
overwinnen. In de eerste plaats een wantrou
wen der arbeiders tegen de bedoelingen van
mijn vriend Woudenberg en mijzelve in onzen
nieuwen arbeid, hetwelk voort sproot uit aan
tijgingen, dat leden der N.S.B. op vooraan
staande plaatsen gesteld, hun ambt zouden
kunnen misbruiken voor een propaganda voor
de eigen beweging. Een dergelijke houding
zou getuigen van de miskenning van den
aard en het wezen Van ons volk. Iedere eer
lijke poging van een groep Nederlanders om
deel te hebben aan het opbouwwerk in de
toekomst, moet door het geheele volk met
warmte worden begroet.
Het is een waarlijk onmannelijke houding
om van de Duitsche bezettingsautoriteiten te
verwachten, dat zij naast de zware taak,
die de oorlf> voering hun vaderland oplegt,
uit eigen beweging zich met die duizenden
zorgen belasten, die binnen de werkzaam
heid van een Nederlandsch bewind dienen te
vallen.
In dezen geest zijn gedurende de afgeloo-
pen twee maanden op het geheele gebied der
werkzaamheid der vroegere S.D.A.P. de ver
antwoordelijke personen benaderd. De hits-
arbeid van personen van het vroegere hoofd
bestuur kan in dit opzicht niet anders dan
nuttig worden geacht. Het was van den aan
vang af duidelijk, dat bij het handhaven van
de vrijheid van wilsuiting, eigen leiders uit
den boezem der S.D.A.P. de nieuwe taak ter
hand zouden nemen. Zulks is nagenoeg over
de geheele breedte van het terrein dan ook
inderdaad het geval geweest.
Na de moeizame besprekingen van twee
maanden is laatstleden Zondag in Amsterdam
een aantal persoonlijkheden der voormalige
S.D.A.P. bijeengekomen, die tot de stichting
van een Nederlandsche Socialistische Werk
gemeenschap hebben besloten. Het bestuur
der nieuwe werkgemeenschap zal het voor-
loopige programma ontwerpen, waarop de
actie zich in den eerstvolgenden tijd zal ont
plooien.
De soc.-dem. instellingen op 21 Julk
Hiermede komt eenige teekening in den
chaotischen toestand, waarin het bestuur der
S.D.A.P. de massa der leden had achterge
laten.
Toen op den 21sten Juli de opbouwarbeid
in den boezem der voormalige S.D.A.P. weer
ter hand werd genomen, was de toestand
ongeveer als volgt
De ledenkarthoteken waren op nagenoeg
alle plaatsen verbrand; contributies werden
haast niet meer geïnd, doch de bestuurderen
bleven veelal hun salarissen ontvangen en
dus werden de laatste reserves opgeteerd.
De Arbeiderspers verkeerde 21 Juli vrij
wel in staat van faillissement. Van het ac-
countantswerk zal zoodra eenigszins mogelijk
rekening en verantwoording worden afge
legd, welke door een commissie uit het N.V.V.
en de nieuwe werkgemeenschap zal worden
onderzocht.
De Arbeiders Jeugd Centrale had een zware
schuld, waarvoor geenerlei voorzieningen wa
ren getroffen.
De Arbeiders Sportbond was door de hou
ding van het hoofdbestuur der S.D.A.P. door
de gebeurtenissen van den lOden Mei en door
financieele moeilijkheden in feite tot mach
teloosheid gedoemd.
Het Instituut voor arbeidersontwikkeling met
zijn- talrijke natuurvriendenhuizen, waar in
het verleden gepoogd werd nuttigen arbeid te
verrichten, dreigde ook in een uiterst benar
den financieelen toestand te geraken.
Andererzijds had het V.A.R.A.-bestuur zich
een liquidatiepositie verschaft, die de zorgen
voor de naaste toekomst had verminderd.
Vele der cultureele vereenigingen der voor
malige S.D.A.P. genoten bijdragen uit de Cen
trale arbeidersverzekerings en depositiebank.
De nauwe verwantschap tusschen den raad
van commissarissen van de bank en de S.D.
A.P., die ook op ander gebied bestond, noopte
tot een onderzoek in den toestand van dit
bedrijf. Deze toestand kan gelukkig als goed
worden gekenschetst. De verzekeringskamer
heeft er in toegestemd om op de belangen der
verzekerden nauwgezet toezicht te houden.
De toestand van het oogenblik
De spr. zette voorts uiteen, dat thans na 2
maanden van zeer ingespannen arbeid op bet
geheele terrein het nieuwe leven begint te
ontluiken.
Naar mate de nieuwe afdeelingen van de
Nederlandsche socialistische werkgemeenschap
zullen zijn gevormd, zullen plaatselijk de oude
afdeelingen der S.D.A.P. worden opgeheven.
Uit den chaos van ontbonden, zich ontbin
dende of nog bestaande afdeelingen der
S.D.A.P. zal een nieuwe organisatie worden
opgebouwd. Als dit zal zijn geschied, zal op
grond van de nieuwe statuten een definitief
bestuur worden gevormd en zal de Neder
landsche socialistische werkgemeenschap
onder de leiding van het nieuwe bestuur vrij
van eenig commissariaal toezicht, dezelfde
rechten genieten als andere politieke groepep,
die thans reeds actief aan het politieke leven
deelnemen.
De Arbeiderspers is, zooals gezegd, haar
propaganda-actie evenals de V.A.R.A. met
volle kracht begonnen. Ondanks den hits-
arbeid van zekere hoofdbestuurderen der
S.D.A.P. is het verlies van abonné's sinds
21 Juli slechts gering geweest en thans is in
verschillende plaatsen het aantal lezers weer
toenemende.
De Arbeiders Sportbond werkt aan de her
vatting der werkzaamheden. De A.J.C. had
zich reeds vóór 21 Juli met de jeugd af dee
ling van den Sportbond vereenigd. Na de
ontbinding van de A.J.C. zal nu uit
den Arbeiders Sportbond de jeugdbewe
ging moeten worden opgebouwd. Deze
zal echter op heel wat breedere basis geschie
den, dan het bestuur van A.J.C/ of het hoofd
bestuur der S.D.A.P. zich het werk ooit heeft
gedacht. Het is betreurenswaardig, dat het
der arbeidersjeugd onmogelijk was om van
eenige jeugdbeweging lid te worden, daar de
contributie en vooral de kosten der kleeding
buiten het bereik der ouders lag. Aan deze
nationale schande, aldus spr., zal een eind
worden gemaakt.
De heer Rost van Tonningen eindigde met
nog aan te kondigen een nieuwen opzet van
de arbeidersmuziek-, zang. en tooneelvereeni-
gingen van echt-Nederlandschen zin.
In den groeten verzoeningsarbeid van ons
volk en in de plaatsneming van het ver
jongde Nederland Ln het wordende Europa,
zijn alle mannen en vrouwen die bereid zijn
eerlijk in het opbouwwerk deel te nemen, de
pioniers van een nationale vernieuwing.
Het doet er daarbij weinig toe uit welk
verleden wij allen komen gegroeid. Als wij
het politieke verleden van de bouwers van
dit volk zouden nagaan, zouden wij ver
baasd zijn, dqt zoovelen uit zooveel verschil
lende richtingen thans reeds elkander heb
ben leeren verstaan.
De vrijgeboren mensch in het Nederland
sche volk verlangt echter da-t wij hem zelf
den weg zullen doen vinden naar het ideaal,
waarop zijn leiders hem voorafgaan. Die
leiders staan in een volk op, op het oogen
blik, dat zulks noodig is. Het volk zal die
leiders herkennen met het haast onfeilbare
instinct, dat in de groote oogenblikken der
geschiedenis door ons volk is getoond. Wie
in zijn volk gelooft verricht dus met vertrou
wen zijn dagelijkschen arbeid in de schoot
van dat volk en werkt in dezen tijd aan een
groot socialistisch vereenigd Nederland, dat
door den band des bloeds in de toekoms1
meer dan ooit zal zijn aaneengesmeed.
Ernstige val
Gisterochtend heeft de pontwachter S. Nas,
wonende te Nijmegen, die een lamp op de
aanlegsteiger wilde verplaatsen, een ernsti-
gen val gemaakt. Nas viel daarbij in het drie
meter diepe ruim van den aanlegsteiger en
kreeg een zware hersenschudding, een her-
senaandoening, een inwendige verbloeding en
een breuk in een schouderblad. Dokter Van
Bameveld, die de eerste hulp verleende, liet
het slachtoffer, dat in hoogst ernstigen toe
stand verkeerde, naar het St. Canisiuszieken-
huis overbrengen. Men vreest voor zijn leven.
De financiering van uitgaven voor
de voedselvoorziening
Het Verordeningenblad bevat een besluit van
de secretarissen-generaal van de departementen
van landbouw en visscherij en van financiën
betreffende de financiering van uitgaven voor
de voedselvoorziening.
Daarin wordt bepaald, dat uitgaven, welke
strekken ter uitvoering en handhaving van uit
de wet van 30 September 1938 (Staatsblad no.
639c) voortvloeiende maatregelen en voor
schriften komen ten laste van het Landbouw
crisisfonds.
Onder deze uitgaven zijn mede begrepen uit
gaven welke ten behoeve van genoemde doel
einden reeds zijn gedaan in het tijdvak, aan
vangende 1 September 1939 en eindigende op
den dag van afkondiging van dit besluit
Vrijstelling van sommige leges
tiet Verordeningenblad bevat een besluit
van den secretaris-generaal van het departe
ment van binnenlandsche zaken betreffende
vrijstelling van leges van afschriften van of
uittreksels uit de akten van den burgerlijken
stand.
Daarin wordt bepaald, dat de afschriften van
of uittreksels uit de akten van den burgerlijken
stand, welke vereischt zijn voor de regeling
der pensioenen van nabestaanden van gesneu
velde of vermiste miljtairen van de voormalige
Nederlandsche land- en zeemacht vrij zijn van
leges.
echter een weinig Duitsch spreken en in ieder geval
an, de Engelsche taal is hij zeer goed machtig, dank
d^nlang beroep van varensgezel, maar eer hij het con-
ilg> tsinde had een oud-gediende hem aangeraden, niet te
L p ia»* ..connaissance de langues étrangères", kennis van
erf i£>l^en bad. Later zou hij er het nut wel van inzien. De
fw s^tenteekenen van den bleu, welke opgeteekend werden,
uiu lcrers een groot struikelblok bij eventueele pogingen
l a nïïuchten!
1" a i9?^e' waarop Staal nauwkeurig en naar waarheid ant-
r a i8.^as de vraag naar zijn voor- en achternaam, die van
en zijn geboorte-land en -stad. Wel had hij gehoord,
!*Ab vaak een valschen naam en een foutief adres op-
i£dat er nimmer een onderzoek naar ingesteld wordt,
maar op aan komt een naam te hebben, maar hij
LDKöölat een man nooit bang mocht zijn, z'n werkelijken
lc~* ^emen. Anders leefde je een ander, een fictieve, en was
elf. En dat lag niet in zijn aard, höe hèvig hij zich ook
verzette tegen herinneringen uit de jaren, in zijn ouderlijk tehuis
doorgebracht.
Hij heette Staal, omdat zijn familie-naam zoo luidde, en dus
bleef hij Staal, en niet Mulder of Jansen, of Klaassen.
Hij verstaat dus de vraag van den hoofdofficier niet en een
onderofficier moet als tolk dienst doen. Hij is hier trouwens om
als zoodanig hulp te verleenen, om vragen en antwoorden te
vertalen.
Of Staal Vlaamsch kan verstaan? Jawel, zulle! En zoo ver
neemt hij nogmaals dat zijn meerdere wil weten, waarom hij voor
het Legioen teekende.
Hij acht het een onzinnige en onnoodige vraag Wat weet die
man nog, als hij antwoord ontvangt? Dwaasheid. Maar Staal kan
vanzelfsprekend niet zwijgen.
Ware het de welwillende kapitein geweest, hij zou hem beleefd
geantwoord hebben. Maar deze offic er heeft zich vaak onredelijk
getoond, strafte meer dan eens onrechtvaardig, omdat nij niet in
de stemming was, en dat is Staal, misschien tot zijn nadeel, niet
vergeten. Ook nu kijkt de man hem norseh en verveeld aan. Zijn
groenige oogen glanzen een laatdunkendheid uit, die den vrij-
heidslievenden Staal weerbarstig maakt.
Om te vechten, zegt hij kortaf.
De sergeant vertaalt.
Het kan zijn, dat de toon te scherp is en den officier niet aan
staat, het kan zijn, dat de reden hem ongeloofwaardig voorkomt,
hij laat althans de vraag herhalen.
Nu wordt Staal woedend. Hansel staat te ver van hem ver
wijderd om hem te waarschuwen en hem tot voorzichtigheid te
manen.
Dat gaat jou niks aan, ik vraag het aan jullie toch ook niet",
roept Staal in drift uit.
De tolk geeft het antwoord automatisch over en daarmee is het
pleit voor Staal beslecht Hij wordt aan den chef de prison over
geleverd en zal den laatsten nacht in de cel van Saida door
brengen.
Zonder verzet, onverschillig laat hij zich na^r de prison voeren.
In het voorbijgaan schudt Hansel misprijzend z'n hoofd.
Wat bezielt dien knaap toch, denkt hij. En hoeveel pray (soldij)
heeft hij er al bij ingeboet.
In het Legioen wordt immers de soldij niet uitbetaald aan ge
strafte legionairs. Het mag dan slechts een gering bedrag zijn,
over een aantal prisoniers genomen, telt het toch mee. Men heeft
Hansel eens verteld, dat sommige officieren opzettelijk zooveel
en zoolang straf opleggen, om de kas van de compagnie te spek
ken. De chef van de kompie moet namelijk voor het inkoopen
van de fourage zorgen, en de onkosten uit de algemeene kas be
strijden. Hij ontvangt wel het vastgestelde bedrag, maar niet elke
chef besteedt di* aan etenswaren voor de manschappen. Vandaar
ook, dat er som0 zulk een verschil is tusschen de fourage van de
eene of ander0 kcmpie, wat betreft de hoeveelheid en hoedanig
heid. En om zooveel mogelijk te voorkomen, dat er een klacht
wordt ingediend, ziet hij zich dan soms verplicht de geldmid
delen, door hem gedund, te doen toenemen door straffen uit te
deelen en dus het onuitbetaalde tractement te gebruiken.
Om die luttele francs zal Staal zich echter niet laten koeie-
neeren. Maar hij heeft er toch steeds zorg voor gedragen, dat
zijn straf niet te lang werd. Nuchter en berekenend als hij
meestal was, had hij zich eeiat op de hoogte laten stellen van
het aantal strafdagen, waartoe een legionair veroordeeld kon
worden. Dat bleelfte zijn 8, 15, 30, 45 en 60 dagen. Een ver
oordeeling tot een hooger aantal had als gevolg, dat je voor
den krijgsraad moest verschijnen, en bijna altijd naar de straf
kolonie werd gezonden.
89 dagen cel, hield in, dat je nog aanspraak kon maken op
de reglementaire verhooging van soldij. Drie maanden cel
daarentegen beteekenden, dat je voor „haut pray" niet meer
in aanmerking kwam, en je dus vijf lange jaren volgens het
eerste contract, moest dienen voor frs. 3.75 in Algiers per vijf
tien dagen, en frs. 11.25 in Marokko. Terwijl je makkers dus
na het eerste jaar twee en veertig francs en daarna twee en
vijftig francs konden opstrijken, ontving jij slechts een vierde
of een vijfde, omdat je eens drie maanden achtereen in de
prison had gezeten.
Staal had deze cijfers onthouden, „omdat je op alles bedacht
moest wezen." Vandaag, een dag voor zijn vertrek, huist hij
dus weer in het gevang. Het spijt hem daarom, wijl hij zich
niet heeft kunnen beheerschen. Dat,weegt op dit oogenblik by
hem het zwaarst.
Den volgenden morgen verlaten de uitgekozen legionairs on
der geleide van een sergeant Saida, om er nooit weer terug te
keeren. Staal is bij hen, en met hem nog vijf anderen prisoniers,
twee Belgen, een Duitscher, een Pool en een Franschman. De
straf is hun niet kwijtgescholden, omdat dit niet mogelijk is.
Het rapport over hen zal worden overhandigd in Sidi-Bel-
Abbes, waar het depot van het Legioen gevestigd is, en van
waaruit de reis naar Marokko zal worden ondernomen.
(Wordt vervolgd.) I