Buitenland ZEEVAARTSCHOOL DELFZIJL INTERNAAT,.ABELTASMAN" fe ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1940 Weer Duitsche vliegtuigen naar Engeland Nachtelijke aanvallen op de Midlands Naar het D.N.B. vanmorgen vernam be vinden zich Duitsche gevechtsvliegtuigen weer op weg om in Zuid-Engeland mili taire doelen aan te vallen. Radio Londen, aldus het D.N.B. verder, meldde vanmorgen, dat naast den slag boven Londen vannacht ook Duitsche aanvallen zijn ondernomen op het Noord-Westen en op de Midlands. De Midlands hebben den tot dusver langdurigsten Duitschen aanval te verduren gehad. Hij heeft verscheidene uren geduurd. Sterk explosieve bommen zijn uitgeworpen. Ook in het Noord-Westen van Engeland zijn twee bommen geworpen. In den loop van gis teren zijn bommen geworpen op het Noord- Oosten en het Zuiden. De Engelsche radio heeft vanmorgen verder medegedeeld, dat gisteravond- om 8 uur 14 weer luchtalarm te Londen gemaakt is. Te Londen zelf waren geen bommen neerge komen. Wel zy'n in den loop van den nacht eenige bommen in het gebied van Londen ge worpen. Zoo is ten gevolge van het inslaan van een bom een hoofdstraat in een voorstad versperd. In een andere wijk van Londen is een watertoren getroffen. Uit de nieuwsuitzendingen van B.B.C. van hedenmorgen blijkt ondubbelzinnig, dat de Britsche censuur sinds den nacht van Woens dag op Donderdag zeer sterk verscherpt is, want sindsdien is het vrijwel onmogelijk uit de uitzendingen van de Britsche radio bij zonderheden te vernemen over de gevechten om Londen, respectievelijk de in Londen aan gerichte schade. Ook vanmorgen deelde de Britsche radio slechts in korte zinnetjes mede, dat er weer luchtalarm in de Britsche hoofdstad gemaakt had moeten worden, dat het luchtafweer geschut echter weer den geheelen nacht ge schoten had en de fundamenten van de stad onder het ontzaglijk lawaai dreunden. Nadere bijzonderheden over het verloop der gevechten werden niet bekend gemaakt Duitsche verkenners hebben geconstateerd, dat een tuighuis in Woolwich, dat in den nacht van Woensdag op Donderdag ernstig getroffen is, nog steeds in brand staat In het kader der gewapende verkenning hebben formaties van Duitsche gevechts- vLegers ook gistermiddag vliegvelden en fa- brieksinstallaties in het Zuid-Oosten van Engeland en te Londen aangevallen. Vanochtend te 6 uur 37 Greenwichtijd is te Londen luchtalarm gemaakt. Felle aanvallen op Londen Het D.N.B. meldt: Naar de Engelsche radio meedeelt, heeft hel gisteren te Londen letterlijk „bommen geregend". Gistermiddag vroeg zijn verscheidene Duitsche vliegtuigen opnieuw door de ver sperring van luchtafweergeschut in het Zuiden en Zuid-Oosten van Engeland heen gebroken. Zij kwamen veilig boven Londen en vielen wederom haveninstallaties aan, die met bommen van alle soorten kaliber wer den bestookt Van veraf zichtbare branden kenmerkten den omvang van den gelukten aanvaL Volgens tot dusver ontvangen berich ten, zijn in de stadsgebieden aan beide zijden van de Theems nog branden waar te nemen. Volgens radioberichten uit Londen heeft het luchtalarm in den afgeloopen nacht van 21.00 tot 5.45 geduurd. Het eerste alarm van vandaag werd om 7.35 uur, het tweede om 09.47 uur gegeven. Om 13.00 uur duurde dit alarm nog voort. Om 14.45 uur werd voor het Londensche gebied voor de derde maal luchtalarm ge geven. Koning George en het diplomatieke corps xouden Londen verlaten Het D.N.B. meldt uit Genève: In diplomatieke kringen te Londen beves tigt men het gerucht dat de koning en het diplomatieke corps zich nog deze week naar een stad in het Noord-Westen van Engeland zouden begeven. Welingelichte personen wis ten mede te deelen, dat Glasgow deze stad zou zijn, omdat zij voor de Duitsche bommen werpers betrekkelijk moeilijk te bereiken is. De in Londen geaccrediteerde diplomaten zou den reeds Maandagmiddag, na den tweeden grooten luchtaanval, zich met een dergelijk voorstel tot de regeering gewend hebben De Engelsche regeering liet echter doorschemeren, dst een vertrek van het diplomatieke corps een buitengewoon slechten indruk op de be volking van Londen zou maken. Na de nieuwe aanvallen van Dinsdag en Woensdag heeft men in Britsche kringen blijk baar ingezien, dat het vertrek onvermijdelijk was en men heeft zich bereid verklaard, voor de ambassade en gezantschappen een nieuw domicilie in een veilige streek aan te wijzen. Men zegt, dat de Britsche weermacht niet meer de verantwoordelijkheid voor de veilig heid van koning en diplomatieke corps op zich kon nemen. In hofkringen deed het gerucht de ronde dat de koning zich waarschijnlijk zou terug- trekken op Balmoral Castle in Schotland, j Biijkbaar op instructie van het ministerie van voorlichting zwijgen de Londensche bladen volkomen over deze plannen. Het perswezen te Londen in wanorde Het D.N.B. meldt uit New-York: Naar uit Londen gemeld wordt, heeft het bureau van Reuter, het centrale nieuwe apparaat van de Britsche wereldpropaganda, gisteren zijn werkzaamheden in hooge mate moeten beperken. Volgens de jongste berich ten is het nieuwe, uit twaalf verdiepingen bestaande Reutergebouw in Fleetstreet, dat pas in den zomer van 1939 betrokken was, getroffen, hoewel niet bekend is, waaraan de schade precies te wijten valt. In ieder geval was het Reuterbureau gis teren niet in staat zijn normalen berichten- :iist voort te zetten en moest het zich be ken tot het gebruik van het verouderde -•rse-stelsel. Övenals dit het geval is met de j nken en handelszaken te Londen, zou ook e Reuterbureau voornemens zijn te verhui zen naar een ten Noorden van Londen ge- j ca provinciestad. Je Londensche dagbladpers is door de lucbt- invallen thjns in een uiterst moeilijken Ux- s'.ond geraakt. Wegens de vernieling van tal rijke spoorlijnen en wegens de verwarring ir. het verkeerswezen is een normale versprei ding van de dagbladen te Londen en ia de provincie nauwelijks mogelijk. Daar boven dien de groote banken wegens het gebrek aar. pasmunt haar uitbetalingen tot een mini mum beperkt hebben zijn verscheidene Lon densche bltden niet meer in staat de salaris sen ipt te betalen zoodat de bedrijven dreigen gesloten te worden. Het voornaamste onderwerp van bespre king der Londensche bladen is thans het te kort aan schuilkelders. Onder de arbeiders klasse zou groote verontwaardiging heerschen omdat de regeering tot dusver heeft nagelaten in de dichtbevolkte wijken van Oost Londen (het havengebied) schuilkelders te laten bou wen. De News Chronicle stelt thans voor de werkloozen voor den aanleg van schuilkelders te gebruiken. De luchtoorlog tegen Engeland De tegenwoordige phaze van den lucht oorlog tegen Engeland wordt op grond van waarnemingen tijdens de jongste gevechien en op grond van de bekende Duitsche maat regelen, waarvan in de Duitsche officieel» berichten gesproken wordt, gekenmerkt als een strijd op groote schaal, die niet tot een paar grootscheepsche aanvallen beperkt blijft. Als beslissend beschouwt men in wel ingelichte Duitsche kringen de volgende feiten: 1. De leiding van de grootscheepsche aan vallen door rijksmaarschalk Göring bewijst, dat het hier niet gaat om op zichzelf staande acties, doch om aanvallen, die even krachtig1 als van langen duur zijn. Zoo wordt in het weermachtsbericht van Maandag gezegd, dat de aanvallen, ondanks het slechte weer, zijn voortgezet. Men houdt derhalve te Berlijn rekening met een stelselmatige voortzetting van deze aanvallen, waarvan men weet, dat zij zich in een stijgende, lijn kunnen bewegen. 2. Het luchtruim boven Londen wordt, naar uit de Duitsche waarnemingen gebleken is, hoe langer hoe meer door de Duitsche luchtmacht beheerscht Er is b.v. vastgesteld, dat de Duitsche jachtvliegtuigen in ruime mate er in geslaagd zijn, de Engelsche jagers van de Duitsche gevechtsvliegtuigen verre te houden. Van de 26 Duitsche vliegtuigen, die Zaterdag verloren zijn gegaan, waren, on danks het groote aantal der deelnemende vliegtuigen, slechts vier gevechtsvliegtuigen. Het gebruik van jachtvliegtuigen voor de bescherming der bommenwerpers heeft wel iswaar tot verliezen onder de Duitsche jacht vliegtuigen geleid, doch het beoogde doel, de bommenwerpers te beschermen, werd bereikt 3. De Engelsche afweer, vooral door jacht- vliegers, werd in toenemende mate zwakker. Volgens de Duitsche waarnemingen moesten de Engelschen reeds niet volledig opgeleide vliegtuigbemanningen naar het front zenden Ook is herscholing van gevechtsvliegers tot jachtvliegers geconstateerd. Daarbij komt de afmatting van het Engelsche personeel. Men heeft van Duitsche zijde sterk den indruk, dat de Engelsche jagers trachten, ernstige ge vechten uit den weg te gaan. In hoeverre het gebruik van Poolsche en Tsjechische vliegers, waarop van Engelsche zijde in het bijzonder gewezen is, een gevolg is van zwakke plek ken in de Engelsche luchtmacht, kan van Duitsche zijde moeilijk beoordeeld worden. Desertie op Engelsche schepen Het A.N.P. meldt uit Berlijn: Uit overzeesche neutrale havens wordt ver nomen, dat de daar af en toe nog uit Enge land aankomende Engelsche schepen sedert eenigen tijd niet meer in hun thuishavens uitgerust en van proviand voorzien worden. De zoodoende gewekte ontevredenheid als gevolg van gebrekkige verzorging zou reeds in een aantal gevallen tot desertie van offi cieren en bemanning hebben geleid. Ook het succesrijke optreden van de Duitsche duik- booten tegen de Britsche convooien zou reeds duidelijk merkbare gevolgen hebben gehad. Dikwijls zouden de kapiteins des nachts trachten, de convooien te verlaten, daar meermalen reeds op den eersten reisdag schepen uit de convooien worden geschoten Al deze verschijnselen bewijzen duidelijk, dat Duitschlands blokkade en zee-oorlogvoering tegen Engeland reeds ongewoon duidelijk voelbaar is geworden en dat ondanks de ver zekeringen van den Britschen minister van levensmiddelenvoorziening reeds ernstige moeilijkheden bij den aanvoer van levens middelen worden ondervonden. Tegenspraak van Reuter. Reuter verklaart in een radiobericht, dat de mededeeling uit Stockholm volgens welke bij een Duitschen luchtaanval op Londen het Reutergebouw getroffen en de meeste Brit sche courantengebouwen ernstig beschadigd zijn, niet overeenkomstig de feiten is. Het Italiaansche weermachts bericht Het 98ste Italiaansche weermachtsberich' luidt als volgt: Een Italiaansche duikboot is op zijn basis teruggekeerd, na op den Atlantischen Oceaan 18,000 ton Engelsche scheepsruimte tot zinken te hebben gebracht, te weten een tankboot van 10,000 ton en een geladen schip van 8000 ton. In Noord-Afrika zette onze luchtmacht overdag en 's nachts haar actie voort tegen de vijandelijke stellingen, concentraties van gemotoriseerde voertuigen en andere militaire objecten aan de kust van Egypte. Ken ben zinedepot werd in brand gestoken. Verschei dene gepantserde en gewapende vrachtauto's werden aangevallen en onbruikbaar gemaakt. In Oost-Afrika vielen onze vliegtuigforma ties met succes in de omstreken van den Soe- een kamp en een legerplaats aan en in het gebied El Katule (Kenya) vijandelijke autocolonnes van twintig voertuigen. Invallen van vijandelijke vliegtuigen ge schiedden te Massawa dat vier maal gebom bardeerd werd en waar een gebouwtje be schadigd werd, te Assab, waaf een hospitaal verwoest werd evenals de keuken van eer ziekenverblijf en woningen in het centrum waardoor zes personen gedood en enkele Italianen en inboorlingen gewond werden, alsmede te Asmara en te Goera, waar be perkte schade aangericht werd. De vliegvel den te Dzjimma en Tsjatsjaman werden eveneens gebombardeerd met als gevolg eenige schade en negen gewonden. Een vijandelijk vliegtuig is neergeschoten door onze jagers. Twee andere toestellen werden waarschijnlijk neergeschoten. Italiaansch offensief aan de Egyptische grens 7 De Engelsche berichten over het begin van een Italiaansch offensief op verschillende plaatsen aan de grenzen van Egypte en den Soedan worden in Rome niet tegengesproken. In welingelichte Italiaansche kringen wordt er echter op gewezen, dat officieele berich ten dienaangaande moeten worden afgewacht In politieke kringen te Rome wordt evenwel, op grond van de beide laatste Italiaansche weermachtsberichten, de indruk sterker dat de berichten uit Engelsche bron, die ove rigens volkomen gunstig voor Italië luiden, inderdaad juist zijn. In dezelfde kr: gen wordt er voorts aan herinnerd, dat een Ita: li-zansch offensief aan de Egyptische grens niet tegen het koninkrijk Egypte gericht z u zijn, wcarmede Italië ondanks hef feit dat Kaïro ie diplomatieke betrekkingen ver broken heeft, zich niet in oorlog bevindt, doch tegen «'e op-Jlgyptischen bodem staande Enge1«che sBrgfJVrarJiten. Opleiding tol Stuurmansleerling Toel. A-afd.i M.U.L.O. A: 2 jar. H.B.S. Toel. B-afd.: M.Ul.O. B: 3 jar. H.B.S VRAAGT PROSPECTUS Antonescu over de Roemeen- sche omwenteling Wat aan Karel's troonsafstand voorafging Het D.N.B. meldt uit Boekarest: Staatsleider generaal Antonesc' heeft in een bekendmaking de chronologische volgorde der gebeurtenissen medegedeeld, die tot de abdicatie van koning Karei hebben geleid. In deze bekendmaking verklaart Antonescu, dat hij op 4 September om 12 uur bij den koning ontboden werd, die hem na een uit voerige uiteenzetting van den toestand des lands op het gebied van de binnenlandsche en buitenlandsche politiek met de vorming van een kabinet belastte. Reeds om negen uur 's-avonds moest hy evenwel deze opdracht van de hand wijzen, daar allen, met wie hij overleg pleegde, hun steun van het aftreden van den koning afhankelijk stelden. Na lange aarzeling en op aandringen van Antonescu en van gezant Valer Pop droeg de koning op 5 September om vier 's morgens Antonescu op grond van de destijds gepubli ceerde decreten de regeering met dictoriale volmachten over. Heel dien vijfden Septem ber deed hij, Antonescu, moeite om een regee ring te vormen, die in staat zou zijn den toe stand, die. van seconde tot seconde ernstiger werd, te beheerschen. Zyn pogingen misluk ten evenwel, zoodat hy den koning reeds dis creet te verstaan gaf, dat deze met de moge lijkheid van abdicatie rekening moest houden. 's Avonds vielen toen in de nabijheid van hel minister-presidium schoten. De demon stranten wilden iets tegen het slot onder nemen. Antonescu was besloten zich onder de demonstranten te begeven en hen tot rust te brengen maar hy moest zich er toe bepa len naar den koning te gaan en zijn abdicatie te eischen. Van half tien tot elf uur 's avonds had hij een onderhoud met den koning en wees dezen op alle misslagen van zijn tien jarige heerschappij. Hij verlangde van den koning, dat deze voor vier 's morgens aftrad. De koninklijke adjudanten met wie hij te voren overleg gepleegd had, hadden dezelfde opvatting gehad als hij. Daarna had de koning in den loop van den nacht generaal Rescu en den chef van den generalen staf, generaal Mihail, ontvangen, die hem abdicatie afrieden. Voorts ontving hij den rentmeester der domeinen, generaal Baliff, alsmede prof. Georg Bratianu, prof. Cuza, den minister van buitenlandsche zaken, Manoilescu, en dien van binnenlandsche zaken, Popescu, die de opvatting van Anto nescu deelden. Op 6 September, 's mogens om vier uur, was het antwoord van den koning nog niet binnengekomen. Daarop had hij, Antonescu, door bemiddeling van een officier een brief gezonden, die reeds gepubliceerd is en waar in Antonescu ook schriftelijk abdicatie eischte. Deze officier, een luitenant-kolonel, had de opdracht gehad mondeling den koning mede te deelen, dat Antonescu uiterlijk 's morgens om zes uur antwoord verwachtte. Onder den indruk van dezen brief besloot de koning toen afstand te doen ten gunste van zijn zoon. Mevrouw Lupescu kwam nog tusschenbeide met de bedoeling, dat de troonopvolger zich mede in ballingschap zou begeven. Dit was een laatste poging geweest om het land in den chaos te storten. Onder den druk der adjudan ten was deze misdadige poging evenwel mis lukt. Om tien minuten over zes ontving Anto nescu bericht van de abdicatie van den koning. Reeds om acht uur 's morgens had de nieuwe koning Michael den eed van trouw op de natie afgelegd. Vervolgens had Anto nescu zijn eerste audiëntie bij den nieuwen koning, aan wien hij den volgende verklaring overhandigd had: „De oplossing, waardoor men tot den huidigen toestand gekomen is, is de eenige, die tot de redding van het land, de natie en de dynastie leidde. Twee doeleinden heb ik my voor de rest van mijn leven ge steld: de zedelijke verheffing van dit volk uit het moeras, waarin het zooveel jaren verkeerd heeft en eerlijkheid, werklust en gerechtigd heid bij alle Roemenen te doen herleven. Ik ben er zeker van, dat ik dit doel zal bereiken. Voorts zal ik het land in zijn eeuwige rechten herstellen." Aan het slot van de bekendmaking ver klaart generaal Antonescu, dat het na beëin digden strijd thans tyd is om woorden van geweld te vermijden. Van nu af moeten allen den troon met achting omringen en het ver leden doodzwijgen.. Megerle over de nieuwe taak van Roemenië De Berliner Boersenzeitung publiceert on der het opschrift „De taak van Roemenië" een opmerkelijk artikel van den diplomatieken medewerker van dit blad, Karl Megerle, die o.a. het volgende schrijft: „Duitschland weet uit eigen ervaring, dat de taak, waarvoor Roemenië zich thans ge plaatst ziet, moeilijk is. Het komt sleed6 slechts op het betrokken volk aan om de leering van het noodlot zoo mogelijk te gebruiken en er is geen reden om te twijfelen aan de aanwe zigheid van deze gezonde krachten in het Roemeensche volk en aan het geloof, dat zy deze krachten ook zullen weten te gebruiken. Hiertoe is weliswaar een onbuigzame wil en een definitieve breuk, zonder compromissen, met het verleden noodig, doch indien aan deze voorwaarden is voldaan, biedt datgene, wat Roemenië thans is en bezit, de grootste moge lijkheden voor de toekomst. Door de garantie van de spilmogendheden bevrijd van den last en het risico van twijfelachtige proefnemingen van de buitenlandsche politiek, kan Roemenië door eigen prestaties en door eigen kracht een veilige en eervolle plaats in het nieuw ge ordende Europa veroveren. Duitschland begroet het Roemeensche ver nieuwingsproces, zoo schrijft het blad ten slotte, met zijn beste wenschen en met een eerlijke, positieve belangstelling, die voort spruit uit zijn verplichting ten aanzien van de onschendbaarheid van het nieuwe Roe menië. Ontploffing in een Amerikaansche kruitfabriek Over de ontploffing in de kruitfabriek te Kenvil In New Jersey meldt het D.N.B. van morgen, dat zij naar schatting 50 dooden heeft geëischt. Tot dusverre zijn 20 lijken gevonden. Het aantal gewonden is grooter dan 200- De schade zou ruim twee millioen dollar bedra gen. De kruitfabriek is volkomen verwoest. Vanmiddag meldde het D. N. B. nader, dat uit het puin van de door een ontploffing ver woeste Hercules-kruitfabriek tot dusver 29 lijken gehaald zijn. Men neemt aan, dat zich nog twintig dooden onder het puin bevinden. Het opruimirgswerk wordt belemmerd door het dreigende fevaur, dat een voorraad van 250,000 pond nitro-glycerine, welke onder den gronl is opgeslagen, zal ontploffen. EEN ROEMEENSCH GE LEERDE ALS MINISTER BELANGRIJKE ECONO MISCHE THEORIEËN Het zal niet algemeen bekend zyn, dat de Roemeensche minister van buitenlandsche zaken, Mihail Manoilescu tevens een geleerde van naam is, wiens bijdragen tot de theorie van den internationalen handel de laatste jaren opzien hebben gebaard en weerklank hebben gevonden. En al moge dan zijn naam m de geschiedboeken vermeld blijven als de man, die het verdrag onderteekende, waarby Roemenië een deel van het grondgebied moest afstaan en dat misschien het voorspel van zwaardere beproevingen beteekent, toch is zijn theoretisch werk van zoodanig belang, dat het als meer dan een curiositeit 'de aandacht verdient. Manoilescu is een van ,de krachtigste be strijders van de gangbare nog op de klas sieke oeconomisten gebaseerde theorieën over den buitenlandschen handel. Tegelijker tijd is hij en dat is eigenlijk zijn doel, waarvan hij de juistheid tracht te bewijzen en waartoe hij zijn theorie heeft opgebouwd een tegenstander van den vrijhandel De vrij handelstheorie is een logisch uitvloeisel var de tot dusverre gangbare theorie van de com- paralieve kosten ter verklaring van het nut van den buitenlandschen handel en Manoi lescu heeft zeer wel begrepen, dat hij theo retisch den vrijhandel niet kan bestrijden, in dien hy niet eerst de basis aantast, waarop deze rust. Waarom werd deze vraag van den Roe- meenschen geleerde een probleem? Dit kan men zoo duidelyk vervolgen, indien men zijn verschillende geschriften, waarin zijn theorie langzaam gerijpt is, naast elkaar legt. Men moet zich terugverplaatsen naar de jaren om streeks 1930. In die jaren trad op de wereld markten een geweldige daling van de prijzen van agrarische artikelen in, terwijl de indus- trieele artikelen veel minder in prijs daalden. Dientengevolge veranderde de ruilverhouding tusschen agrarische en industrieele produc ten. Voor een agrarisch land als Roemenië deed zich nu het verschynsel gevoelen, dat het ter verkrijging van dezelfde hoeveelheid industrieele producten veel meer agrarische artikelen moest leveren. Het was dit ver schijnsel, dat Manoilescu deed twijfelen aan de juistheid van de algemeen geldende theo rieën. Het deed hem opmerken, dat het niet juist was, dat beide partijen uit den interna tionalen handel voordeel putten. Hij kwam tot de conclusie, dat de industrieele landen de agrarische landen uitzuigen, en dat het de vrijhandel is, welke deze uitzuigery mogelijk maakt. Want zoo luidde zijn oordeel, uit den internationalen handel komt voor de indus trieele landen winst, voor de agrarische ech ter verlies. Met pathos kwam hy zelfs tot de stelling: „protectie wil zeggen vrijheid, vrij handel wil zeggen dwang." Het is niet onze bedoeling in het beschei den raam van een dagbladartikel Manoïlescu's theorie weer te geven. Zy, die daarin be langstellen, raadplegen zijn werk in de Fran- sche uitgave (Inéorie du protectionnisme et de l'échange international Paris 1929) of de Duitsche uitgave (Die nationalen Produktiv- krafte und des Auszenhandel. Theorie des internationalen Warensustauschen. Berlin 1937), alsmede zijn belangrijke artikelen in de verschillende jaargangen- van het Walt- wirtschaftliches Alchiv. Slechts een enkele typeerende trek zy vermeld. Zoo probeert Manoilescu zijn theorie van den buitenlandschen handel te grondvesten op een arbeidsproductiviteitsbegnp. De arbeid is de eenige oorspronkelijke productiefactor; het kapitaal z.i. een afgeleide, vervangbare en middellyke productiefactor. De verhou ding van mensch tot kapitaal kan niet anders zijn dan die van Schepper tot zijn schepping. Het is weer typeerend. dat wij hier den man uit het kapitaalarme land, dat steeds om kapi taal voor zyn ontwikkeling heeft gevraagd tot de conclusie zien komen, dat de industrie in haar normaal bedrijf haar kapitaal weer op bouwt. Want, zoo luidt zijn oordeel, de onder nemer zal steeds in staat zijn zich schade loosstelling te verschaffen voor het gebruik van zyn productie-apparaat. Hij gaat in zijn felheid zelfs zoo ver, dat het voorafgaande be staan van een kapitaal slechts een financieeie voorwaarde is, omdat het kapitaal achteraf, uit het productieproces zelf, ontstaat. Op dien grond ontkent hij de beteekenis van het kapi taal. Een land, dat zijn eigen industrieele pro ducten voortbrengt, verschaft zich daardoor cok de installatie. Importeert het deze artike len, in plaats van deze zelf voort te brengen, dan biedt het aan het buitenland de gelegen heid de tevoren geschapen installatie te be talen. „De industrie is ais een motor, die zon der brandstof of juister met een door den consument betaalde brandstof oneindig doorloopt. De verbruiker is degene, die de kapitaalvorming mogelijk maakt. Als hij geen binnenlandscb kapitaal schept, maakt hy bui- tenlandsch." Dit arbeidsproductiviteitsbegnp leidt tot merkwaardige stellingen. Zoo beweert hy, dat het voor- of nadeel van een agrarisch land, dat zijn landbouwproduct exporteert in ruil voor een buitenlandsch industrieproduct gelijk is aan de verhouding tusschen de arbeidspro ductiviteit in het agrarische en in het in dustrieele product. Hy meent dan ook, dat er een algemeene tegenstelling is tusschen den invoer van agrarische en industrieele produc ten. Critiek is hem hierop niet bespaard geble ven. Carl Brinkmann, die Manoilescu voor- treffeiyk psychologisch heeft gekarakteri seerd, en van zyn practischen invloed over tuigd is, spreekt van een naïeve leer van de arbeidsproductiviteit, welke door de meesten reeds verlaten is. Zyn nationalisme, aldus Brinkmann, mist sociale diepte; zijn socialis me nationale diepte. Een enkel v^oord ten slotte over Manoïlescu's verdediging van de protectionistische politiek voor de agrarische landen. Hij meent, dat de in den landbouw niet gebruikte krachten slechts plaats kunnen vinden in beschermde industrieën. In het algemeen zal de stijging van de agrarische productie in een agrarisch land steeds onder stijgende reëele kosten en kleinere opbrengsten plaats vinden. Daaren tegen zal de stijging van de industrieele pro ductie in een agrarisch land onder dalende kosten en toenemende opbrengsten plaats vinden. Zou zoo'n land dus zijn landbouw uitbreiden, dan zal vanzelf zijn reëele com- paratieve meerderheid by de productie van landbouwproducten verdwijnen en daarmede vervalt uiteindelijk het voordeel van de agra rische specialisatie. BULGARIJE WIL VRIENDSCHAPS BETREKKINGEN MET ROEMENIË Naar aanleiding van de ratificatie van het Bulgaarsch-Roemeensche verdrag van Krajowa geven de bladen opnieuw uiting aan den oprechten wensch van Bulgarije, dat de be trekkingen tusschen de beide buurvolken zich zullen ontwikkelen in een geest van duurzame vriendschap. De technische kwesties zyn geregeld, zoo schrijft b.v. het blad Mir, thans begint de psychologische zijde van de ontwikkeling, die door de begroetingstelegrammen is ingeleid. Door de ratificatie van het verdrag is niet slechts een politieke aangelegenheid tusschen twee Ta ten geregeld, daarmede is ook de vriendschap tusschen de beide volken nieuwd. In dit verband /eronrdeelt de Slovo cte politieke me'iioden van Fngeland. Volgend jaar verkiezingen ln de Zuidelijke Dobroedja. De voorzitter van de Sobranje, Logofetoff, verklaarde, dat de buitengewone zitting van het parlement geopend zal worden op 21 September om negen uur 's morgens, dus op het uur, waarop de Bulgaarsche troepen de Zuidelyke Dobroedja binnentrekken. Het ligt in de bedoeling begin volgend jaar in d( teruggekeerde provincie verkiezingen voor de Sobranje te houden. Al naar gelang van he aantal stemmen zullen negen of tien afge vaardigden worden gekozen. Binnenlandsch Nieuws Nederlandsche perskamer opgericht Het A.N.P. meldt: Vrij dagmiddag is in den Haag de stichting Nederlandsche perskamer opgericht Hiermede heeft de raad van voorlichting der Nederlandsche pers zyn doel bereikt. Toen deze, kort na'den oorlog, zyn doelstellingen bekend maakte bestond er by vele groepen en personen in de pers werkzaam aanvankeiyk eenige terughoudendheid. Van stap tot stap echter heeft de raad van voorlichting het ver trouwen in breede kringen der Nederlandsche pers weten te winnen, zoowel als gevolg van de door den president met nadruk gegeven uit eenzettingen omtrent doel en methode, als door de werkwyze van den raad. Zoo werd begonnen mef de oprichting een organisatie voor de provinciale en perio dieke pers onder leiding van den heer H. J. Kerkmeester, welke, zooals het laatst ver schenen nummer van het orgaan dezer organi satie bewyst, er in korten tyd in is geslaagd het overgroote deel van de nieuwsbladen en tydschriften op rationeele wijze te organi- seeren. Na dezen eersten stap is de raad overgegaan tot een reorganisatie van de journalisten, welke leidde tot het oprichten van het Ver bond van Nederlandsche journalisten onder leiding van den heer P. J. van Meghelen, dat thans reeds meer dan 600 Journalisten onder zyn leden telt. Ook ten aanzien van directeuren en uit gevers van dagbladen werd het door den raad gewenschte resultaat in betrekkelijk korten tijd bereikt. De aansluiting van de vereeni- ging de Nederlandsche dagbladpers onder haar oorzitter mr. J. Kars is dezer dagen te verwachten, terwijl heden in den Haag de oprichting plaats had van het verbond van Nederlandsche persbureaux, waarvan tot voorzitter de heer A. Meyer-Schwencke werd benoemd. Bovendien zyn de noodige voorbe reidingen getroffen voor een 5e verbond van uitgeverspersoneel, waarmee dan voorloopig de sluitsteen voor de organisatie der Neder landsche perskamer zal zyn gelegd. Deze resultaten door den raad bij zijn voor bereidend werk bereikt, zijn thans de aanlei ding geworden over te gaan tot de stichting der eigenlijke Nederlandsche perskamer. Het is een verblijdend teeken, dat, ondanks de moeilyke situatie waarin de Nederlandsche pers zich na de oorlogsdagen zag geplaatst, toch in zoo korten tyd vorm gegeven kan wor de vele, vaak tegenstrijdige in de Nederlandsche pers werkende en werkzame krachten. In den komenden tijd Immers zal het niet eer mogeiyk zyn, dat in de samenwerking machten naar voren treden, welke sleohts het eigen belang beoogen en zonder oog te hebben voor de volksgemeenschap hun eigen belang boven dat van het volk stellen. De thans be reikte ordening zal door de samenbundeling wat vroeger veelal afzonderlyk en tegen elkaar werkte ongetwyfeld in staat zyn de pers op een hooger peil te verheffen. Ook hier is de eer van het beroep alleen dan verzekerd, wanneer het welzijn der volksge meenschap op den voorgrond staat en zoowel journalist als uitgever hun dienende taak be grijpen. De leiding van de Nederlandsche perskamer berust bij dr. T. Goedewaagen, zijn plaatsver vanger is de heer A. Meyer-Schwencke. Tot algemeen-secretaris is benoemd drs. W. Goed- huys, naast wien als directeur van het bureau der Nederlandsche perskamer is benoemd de heer J. Lehrbuch. Er is een raad van bestuur gevormd, waarin zitting hebben de heeren L. Arts, drs. W. Goedhuys, mr. J. Kars, H. J. Kerkmeester, P. J. van Meghelen, A. Meijer- Schwencke, dr Alb. van de Poel en mr. M. M. Rost van Tonningen- Jhr. mr. W. C. Quarles van Ufford f Te Velp is overleden jhr. mr. W. C. Quarles van Ufford. Jhr. Quarles van Ufford werd geboren in 1862, en werd na volbrachte studies in de rechten aan de Leidsche univer siteit volontair ter griffie in Den Haag. Ach tereenvolgens was hij daarna substituut-grif fier bij de rechtbanken te Dordrecht en te 's-Gravenhage, rechter in de rechtbank te Roermond, en daarna te Amsterdam, en ten slotte vice-president van dit college in de hoofdstad. Jhr. Quarles van Ufford is een der oprich ters van het Nederlandsch Jongelingsver bond geweest. Van zijn verdere functies noe- wij zijn lidmaatschap van het college van regenten voor de gevangenis in Den Haag, zijn lidmaatschap van het provinciale college van toezicht op de kerkvoogdijen in Zuid Holland en ouderling van de Waalsche gemeente te 's-Gravenhage. Hulp aan Delftsche studenten Vanwege da Vereeniging van Delftsche ingenieurs Uit het fonds „Studentenzorg", samen gebracht door particulieren en maatschappijen, beheerd door de Vereeniging van Delftsche ingenieurs, kan een beperkt aantal studenten van buitengewonen aanleg a-~ Hoogeschool, die tengevolge DISTRIBUTIEKAAR VLEESCH erk insgra: Mark» al: T jteide, uiper aand: Jiirect .tus-p Uit verscheidene gemeente richten toegezonden, waar Maandag een aanvang wore: uitreiking van distributiekaa: Hier ls dus uit op te mak n butie van vleesch in vergt van voorbereiding is. Over d» In hebben ons nog geen officie reikt. Uit de gemeentelyke publ: kinderen onder de vier jaar c. zullen krygen. Voorts schyn doeling te liggen dat mensche jaar arbeid verrichten aanspraak .eshaa maken op een extra-rantsoer., zoo Hy met andere artikelen het gev en sti lland. Opheffing van Noci£ §r brabantsche gei |"5§J it tal Ginneken en Princenl 'jaar bij Breda, Engelen ?n V-; bij 's-Hertogenl chj Het provinciale bestuur bra bant heeft sedert twintig gestreefd de gemeentelyke ine provincie te verbeteren en ii mmg te brengen met den feit» In dien tyd zijn 32 gemeentel afzonderiyke gemeenschappen Deze vereenvoudiging en i het gemeentewezen wordt vot rijkscommissaris voor het bezi sche gebied op 1 Augustus JJ. d generaal van het departemer landsche zaken gemachtigd he inzake veranderingen door he lang gevorderd, in de begrenzi ten. Van ambtelijke zyde ls het i deeld, dat binnenkort de vol* ringen te wachten zyn: L de gemeente Breda uitgebreid met de gemeent ken en Princenhage van Teteringen. De gem en Chaam zullen worden uit deelen van Ginneken. 2. de gemeente Helmor d den uitgebreid met de gemt hout en met deelen van M Deurne, Someren en Aarle-Ri meente G e 1 d r o p met Mierlo en Someren. 3. de gemeente 's-H e r t o g - n zal worden uitgebreid met de Engelen en Vught en Hintham van de gemeente Verder zal nog uitbreiding pl« van de gemeenten Grave, C. meer en andere. Hieromtrent zullen spoedig zonderheden worden verstrekt waar imans de. Ir erlljk vd. Ir lentie ken c bev< ingaa: lerk derlijl ■j Bies jstuui 13 onl ingsd de v. .d, re en Y •pree BERC ?rov. >t de erk t beid Jassis raep.-i jrklaa KER Prov. de Gedeputeerde Staten van I hebben aan de gemeentebesturer togenbosch, Vught, Engelen en volgende geschreven: i Het voornemen tot vereenlgui .u-rkvis duide gebiedsdeelen m een geme» i'<r.|Maa kader, steunt op de overtuiging aLs v benc geheel vormen, waarvan de be per, plaatselijke betrekkingen ten vice-' elkander vereemgd zyn en gemee elkanders lasten te dragen hebben, i' rijp om deze plaatselijke verbond en lit in de geschikte staatkundige strut Infp uiting te brengen. De bedoeling is, dat voor de d- Te administratie van de Vughtsche be miani afzonderlijke dienst wordt gehand haaf dat het raadhuis te Vught als hi zal kunnen dienen. Hieruit is af te- nieuwe gemeente 's-Hertoge IJofsb geheel met het algemeen beheer bel: t, n, I .nek, lecl maar dat zy voor de ingezetenen een dienst heeft te onderhouden, wa dagelyksche aangiften kunnen daan. Ook zal Vught zyn eigen kunnen behouden. In haar nieuwen vorm zal de 's-Hertogenbosch een oppervlak van ongeveer 8,000 ha, dus een orr krijgen als de gemeente Tilburg. de Technische IWU6wvi.vW w oo- ïn financieeie omstandigheden buiten staat zijn geraakt hun studie voort te zetten, ondersteuning worden verleend in den vorm van een renteloos voorschot. Studenten, die meenen voor een onder steuning in aanmerking te komen, kunnen een schriftelyk verzoek rienten tot den administra teur der vereeniging. Prinsessegracht 23, Den Haag. Daarbij moeten uitvoerig worden ver meld: de loop van hun studie en de bijziendere omstandigheden, die tot het doen van dit ver zoek hebben geleid. Indien de aanvrager reeds in het bezit is of geweest is van een studie beurs, moet dit worden opgegeven. Studenten, wier ouders of verzorgers in onze koloniën woonachtig zijn, komen niet voor deze hulp verleening in aanmerking, daar zy op andere wijze geholpen kunnen worden. Mocht het fonds toereiken 1 zijn, dan bestaat mogelyk- heid bover dien een enkelen hoogst begaafden die thans van zijn voorgenomen studie moet afzien, te helpen. DOODELIJKE VAL VAN ZLJN FIETS De heer A. van der Meer uit Eergentheim i: g. iteren, even buiten Hejmse, van zijn fiets gevallen Hii sloeg met zijn hoofd togen een boe. i - v-i'.yel Q9 dood. nood hter i de: Broodbon 6 voor de a.s. ijven is De secretaris-generaal waarnen. r eere jn het departement van lano' rdee visscherij maakt bekend, dat gedureifc tydvak van 16 tot en met 22 deze u „6" genummerde bonnen van het fcr^f>w boekje tezamen recht gev^p op 1 |k ge van 2500 gram roggebrood of 2 0|inho ander brood. Elk der bonnen geel 'eigen recht op het koopen van 125 gr ;ken brood of 100 gram ander brood. thooj De bonnen, welke 22 dezer nog ilj he bruikt zijn, blijven voorts nog tot tvooi Dinsdag 24 dezer geldig. arml der c Engelsche phosphorplaatj ïs gevaar voor den landt 1 Ba^ In de jongste persconferentie l ilen voegde zijde verzocht, de aandaot. derlandsche boerenbevolking te v de gevaren, die kunnen voortvloe. kleine phosphorplaatjes die by h» jq zenden door Engelsche vliegtu n Ue Duitschland en Nederland uitgestiooil pri den on die by aanraking met luch -O vanzelf in brand kunnen geraken. Rot Ook in Nederland is hierdoor re sohade aangericht, al heeft het rege f weer der laatste dagen vele plaatjes onj lijk gemaakt. De bedoeling kan, zoo verklaa sleohts de vernietiging van den ooj i dit verband wees men ook op het uifl van Coloradokevers. Immers teger objecten, wapenarsenalen enz. vera plaatjes niets, al beweert Reuter het P HET FOTOGRAFEEREN EN FIL1 EÖJ^ INRICHTINGEN. MATERIAAL E! VAN DE DUITSCHE WEERMJ Het A. N. P. meldt: ie< Er wordt nogmaals de aandacht y tigd, dat het voor personen, die e Duitsche weermacht behooren, v< i j fotografieën of films te maken van If di gen en materiaal, alsmede van leder f aa sche weermacht, tenzij men in het bzj een door den Duitschen weermacht: ber in Nederland afgegeven vergi »rÉ wys. Personenopnemingen van leder er sche weermacht, welke met hun to» 'f Jc; gemaakt zyn, worden hierdoor niet m DE DIEFSTAL VAN OVERALLS V W< OPBOUWDIENST at 'stal van school in dï Ier ..„straat heeft de politie van het aa Linnacusstraat te Amsterdam een ma houde*- die verdacht wordt van hi it lotr u zijn re:ds '/ier personen opgesit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2