Buitenland
ZEEVAARTSCHOOL DELFZIJL
INTERNAAT,.ABELTASMAN"
fe
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1940
Weer Duitsche vliegtuigen
naar Engeland
Nachtelijke aanvallen op de
Midlands
Naar het D.N.B. vanmorgen vernam be
vinden zich Duitsche gevechtsvliegtuigen
weer op weg om in Zuid-Engeland mili
taire doelen aan te vallen.
Radio Londen, aldus het D.N.B. verder,
meldde vanmorgen, dat naast den slag boven
Londen vannacht ook Duitsche aanvallen zijn
ondernomen op het Noord-Westen en op de
Midlands. De Midlands hebben den tot dusver
langdurigsten Duitschen aanval te verduren
gehad. Hij heeft verscheidene uren geduurd.
Sterk explosieve bommen zijn uitgeworpen.
Ook in het Noord-Westen van Engeland zijn
twee bommen geworpen. In den loop van gis
teren zijn bommen geworpen op het Noord-
Oosten en het Zuiden.
De Engelsche radio heeft vanmorgen verder
medegedeeld, dat gisteravond- om 8 uur 14
weer luchtalarm te Londen gemaakt is. Te
Londen zelf waren geen bommen neerge
komen. Wel zy'n in den loop van den nacht
eenige bommen in het gebied van Londen ge
worpen. Zoo is ten gevolge van het inslaan
van een bom een hoofdstraat in een voorstad
versperd. In een andere wijk van Londen is
een watertoren getroffen.
Uit de nieuwsuitzendingen van B.B.C. van
hedenmorgen blijkt ondubbelzinnig, dat de
Britsche censuur sinds den nacht van Woens
dag op Donderdag zeer sterk verscherpt is,
want sindsdien is het vrijwel onmogelijk
uit de uitzendingen van de Britsche radio bij
zonderheden te vernemen over de gevechten
om Londen, respectievelijk de in Londen aan
gerichte schade.
Ook vanmorgen deelde de Britsche radio
slechts in korte zinnetjes mede, dat er weer
luchtalarm in de Britsche hoofdstad gemaakt
had moeten worden, dat het luchtafweer
geschut echter weer den geheelen nacht ge
schoten had en de fundamenten van de stad
onder het ontzaglijk lawaai dreunden. Nadere
bijzonderheden over het verloop der gevechten
werden niet bekend gemaakt
Duitsche verkenners hebben geconstateerd,
dat een tuighuis in Woolwich, dat in den
nacht van Woensdag op Donderdag ernstig
getroffen is, nog steeds in brand staat
In het kader der gewapende verkenning
hebben formaties van Duitsche gevechts-
vLegers ook gistermiddag vliegvelden en fa-
brieksinstallaties in het Zuid-Oosten van
Engeland en te Londen aangevallen.
Vanochtend te 6 uur 37 Greenwichtijd is te
Londen luchtalarm gemaakt.
Felle aanvallen op Londen
Het D.N.B. meldt:
Naar de Engelsche radio meedeelt,
heeft hel gisteren te Londen letterlijk
„bommen geregend".
Gistermiddag vroeg zijn verscheidene
Duitsche vliegtuigen opnieuw door de ver
sperring van luchtafweergeschut in het
Zuiden en Zuid-Oosten van Engeland heen
gebroken. Zij kwamen veilig boven Londen
en vielen wederom haveninstallaties aan, die
met bommen van alle soorten kaliber wer
den bestookt Van veraf zichtbare branden
kenmerkten den omvang van den gelukten
aanvaL Volgens tot dusver ontvangen berich
ten, zijn in de stadsgebieden aan beide zijden
van de Theems nog branden waar te nemen.
Volgens radioberichten uit Londen heeft
het luchtalarm in den afgeloopen nacht van
21.00 tot 5.45 geduurd. Het eerste alarm van
vandaag werd om 7.35 uur, het tweede om
09.47 uur gegeven. Om 13.00 uur duurde dit
alarm nog voort.
Om 14.45 uur werd voor het Londensche
gebied voor de derde maal luchtalarm ge
geven.
Koning George en het diplomatieke
corps xouden Londen verlaten
Het D.N.B. meldt uit Genève:
In diplomatieke kringen te Londen beves
tigt men het gerucht dat de koning en het
diplomatieke corps zich nog deze week naar
een stad in het Noord-Westen van Engeland
zouden begeven. Welingelichte personen wis
ten mede te deelen, dat Glasgow deze stad zou
zijn, omdat zij voor de Duitsche bommen
werpers betrekkelijk moeilijk te bereiken is.
De in Londen geaccrediteerde diplomaten zou
den reeds Maandagmiddag, na den tweeden
grooten luchtaanval, zich met een dergelijk
voorstel tot de regeering gewend hebben De
Engelsche regeering liet echter doorschemeren,
dst een vertrek van het diplomatieke corps
een buitengewoon slechten indruk op de be
volking van Londen zou maken.
Na de nieuwe aanvallen van Dinsdag en
Woensdag heeft men in Britsche kringen blijk
baar ingezien, dat het vertrek onvermijdelijk
was en men heeft zich bereid verklaard, voor
de ambassade en gezantschappen een nieuw
domicilie in een veilige streek aan te wijzen.
Men zegt, dat de Britsche weermacht niet
meer de verantwoordelijkheid voor de veilig
heid van koning en diplomatieke corps op
zich kon nemen.
In hofkringen deed het gerucht de ronde
dat de koning zich waarschijnlijk zou terug-
trekken op Balmoral Castle in Schotland, j
Biijkbaar op instructie van het ministerie van
voorlichting zwijgen de Londensche bladen
volkomen over deze plannen.
Het perswezen te Londen in
wanorde
Het D.N.B. meldt uit New-York:
Naar uit Londen gemeld wordt, heeft het
bureau van Reuter, het centrale nieuwe
apparaat van de Britsche wereldpropaganda,
gisteren zijn werkzaamheden in hooge mate
moeten beperken. Volgens de jongste berich
ten is het nieuwe, uit twaalf verdiepingen
bestaande Reutergebouw in Fleetstreet, dat
pas in den zomer van 1939 betrokken was,
getroffen, hoewel niet bekend is, waaraan de
schade precies te wijten valt.
In ieder geval was het Reuterbureau gis
teren niet in staat zijn normalen berichten-
:iist voort te zetten en moest het zich be
ken tot het gebruik van het verouderde
-•rse-stelsel. Övenals dit het geval is met de
j nken en handelszaken te Londen, zou ook
e Reuterbureau voornemens zijn te verhui
zen naar een ten Noorden van Londen ge-
j ca provinciestad.
Je Londensche dagbladpers is door de lucbt-
invallen thjns in een uiterst moeilijken Ux-
s'.ond geraakt. Wegens de vernieling van tal
rijke spoorlijnen en wegens de verwarring ir.
het verkeerswezen is een normale versprei
ding van de dagbladen te Londen en ia de
provincie nauwelijks mogelijk. Daar boven
dien de groote banken wegens het gebrek
aar. pasmunt haar uitbetalingen tot een mini
mum beperkt hebben zijn verscheidene Lon
densche bltden niet meer in staat de salaris
sen ipt te betalen zoodat de bedrijven dreigen
gesloten te worden.
Het voornaamste onderwerp van bespre
king der Londensche bladen is thans het te
kort aan schuilkelders. Onder de arbeiders
klasse zou groote verontwaardiging heerschen
omdat de regeering tot dusver heeft nagelaten
in de dichtbevolkte wijken van Oost Londen
(het havengebied) schuilkelders te laten bou
wen. De News Chronicle stelt thans voor de
werkloozen voor den aanleg van schuilkelders
te gebruiken.
De luchtoorlog tegen Engeland
De tegenwoordige phaze van den lucht
oorlog tegen Engeland wordt op grond van
waarnemingen tijdens de jongste gevechien
en op grond van de bekende Duitsche maat
regelen, waarvan in de Duitsche officieel»
berichten gesproken wordt, gekenmerkt als
een strijd op groote schaal, die niet tot een
paar grootscheepsche aanvallen beperkt
blijft. Als beslissend beschouwt men in wel
ingelichte Duitsche kringen de volgende
feiten:
1. De leiding van de grootscheepsche aan
vallen door rijksmaarschalk Göring bewijst,
dat het hier niet gaat om op zichzelf staande
acties, doch om aanvallen, die even krachtig1
als van langen duur zijn. Zoo wordt in het
weermachtsbericht van Maandag gezegd, dat
de aanvallen, ondanks het slechte weer, zijn
voortgezet. Men houdt derhalve te Berlijn
rekening met een stelselmatige voortzetting
van deze aanvallen, waarvan men weet, dat
zij zich in een stijgende, lijn kunnen bewegen.
2. Het luchtruim boven Londen wordt,
naar uit de Duitsche waarnemingen gebleken
is, hoe langer hoe meer door de Duitsche
luchtmacht beheerscht Er is b.v. vastgesteld,
dat de Duitsche jachtvliegtuigen in ruime
mate er in geslaagd zijn, de Engelsche jagers
van de Duitsche gevechtsvliegtuigen verre te
houden. Van de 26 Duitsche vliegtuigen, die
Zaterdag verloren zijn gegaan, waren, on
danks het groote aantal der deelnemende
vliegtuigen, slechts vier gevechtsvliegtuigen.
Het gebruik van jachtvliegtuigen voor de
bescherming der bommenwerpers heeft wel
iswaar tot verliezen onder de Duitsche jacht
vliegtuigen geleid, doch het beoogde doel, de
bommenwerpers te beschermen, werd bereikt
3. De Engelsche afweer, vooral door jacht-
vliegers, werd in toenemende mate zwakker.
Volgens de Duitsche waarnemingen moesten
de Engelschen reeds niet volledig opgeleide
vliegtuigbemanningen naar het front zenden
Ook is herscholing van gevechtsvliegers tot
jachtvliegers geconstateerd. Daarbij komt de
afmatting van het Engelsche personeel. Men
heeft van Duitsche zijde sterk den indruk,
dat de Engelsche jagers trachten, ernstige ge
vechten uit den weg te gaan. In hoeverre het
gebruik van Poolsche en Tsjechische vliegers,
waarop van Engelsche zijde in het bijzonder
gewezen is, een gevolg is van zwakke plek
ken in de Engelsche luchtmacht, kan van
Duitsche zijde moeilijk beoordeeld worden.
Desertie op Engelsche schepen
Het A.N.P. meldt uit Berlijn:
Uit overzeesche neutrale havens wordt ver
nomen, dat de daar af en toe nog uit Enge
land aankomende Engelsche schepen sedert
eenigen tijd niet meer in hun thuishavens
uitgerust en van proviand voorzien worden.
De zoodoende gewekte ontevredenheid als
gevolg van gebrekkige verzorging zou reeds
in een aantal gevallen tot desertie van offi
cieren en bemanning hebben geleid. Ook het
succesrijke optreden van de Duitsche duik-
booten tegen de Britsche convooien zou reeds
duidelijk merkbare gevolgen hebben gehad.
Dikwijls zouden de kapiteins des nachts
trachten, de convooien te verlaten, daar
meermalen reeds op den eersten reisdag
schepen uit de convooien worden geschoten
Al deze verschijnselen bewijzen duidelijk, dat
Duitschlands blokkade en zee-oorlogvoering
tegen Engeland reeds ongewoon duidelijk
voelbaar is geworden en dat ondanks de ver
zekeringen van den Britschen minister van
levensmiddelenvoorziening reeds ernstige
moeilijkheden bij den aanvoer van levens
middelen worden ondervonden.
Tegenspraak van Reuter.
Reuter verklaart in een radiobericht, dat de
mededeeling uit Stockholm volgens welke bij
een Duitschen luchtaanval op Londen het
Reutergebouw getroffen en de meeste Brit
sche courantengebouwen ernstig beschadigd
zijn, niet overeenkomstig de feiten is.
Het Italiaansche weermachts
bericht
Het 98ste Italiaansche weermachtsberich'
luidt als volgt:
Een Italiaansche duikboot is op zijn basis
teruggekeerd, na op den Atlantischen Oceaan
18,000 ton Engelsche scheepsruimte tot zinken
te hebben gebracht, te weten een tankboot
van 10,000 ton en een geladen schip van
8000 ton.
In Noord-Afrika zette onze luchtmacht
overdag en 's nachts haar actie voort tegen
de vijandelijke stellingen, concentraties van
gemotoriseerde voertuigen en andere militaire
objecten aan de kust van Egypte. Ken ben
zinedepot werd in brand gestoken. Verschei
dene gepantserde en gewapende vrachtauto's
werden aangevallen en onbruikbaar gemaakt.
In Oost-Afrika vielen onze vliegtuigforma
ties met succes in de omstreken van den Soe-
een kamp en een legerplaats aan en in
het gebied El Katule (Kenya) vijandelijke
autocolonnes van twintig voertuigen.
Invallen van vijandelijke vliegtuigen ge
schiedden te Massawa dat vier maal gebom
bardeerd werd en waar een gebouwtje be
schadigd werd, te Assab, waaf een hospitaal
verwoest werd evenals de keuken van eer
ziekenverblijf en woningen in het centrum
waardoor zes personen gedood en enkele
Italianen en inboorlingen gewond werden,
alsmede te Asmara en te Goera, waar be
perkte schade aangericht werd. De vliegvel
den te Dzjimma en Tsjatsjaman werden
eveneens gebombardeerd met als gevolg
eenige schade en negen gewonden.
Een vijandelijk vliegtuig is neergeschoten
door onze jagers. Twee andere toestellen
werden waarschijnlijk neergeschoten.
Italiaansch offensief aan de
Egyptische grens 7
De Engelsche berichten over het begin van
een Italiaansch offensief op verschillende
plaatsen aan de grenzen van Egypte en den
Soedan worden in Rome niet tegengesproken.
In welingelichte Italiaansche kringen wordt
er echter op gewezen, dat officieele berich
ten dienaangaande moeten worden afgewacht
In politieke kringen te Rome wordt evenwel,
op grond van de beide laatste Italiaansche
weermachtsberichten, de indruk sterker dat
de berichten uit Engelsche bron, die ove
rigens volkomen gunstig voor Italië luiden,
inderdaad juist zijn. In dezelfde kr: gen
wordt er voorts aan herinnerd, dat een Ita:
li-zansch offensief aan de Egyptische grens
niet tegen het koninkrijk Egypte gericht z u
zijn, wcarmede Italië ondanks hef feit dat
Kaïro ie diplomatieke betrekkingen ver
broken heeft, zich niet in oorlog bevindt,
doch tegen «'e op-Jlgyptischen bodem staande
Enge1«che sBrgfJVrarJiten.
Opleiding tol Stuurmansleerling
Toel. A-afd.i M.U.L.O. A: 2 jar. H.B.S.
Toel. B-afd.: M.Ul.O. B: 3 jar. H.B.S
VRAAGT PROSPECTUS
Antonescu over de Roemeen-
sche omwenteling
Wat aan Karel's troonsafstand
voorafging
Het D.N.B. meldt uit Boekarest:
Staatsleider generaal Antonesc' heeft in een
bekendmaking de chronologische volgorde
der gebeurtenissen medegedeeld, die tot de
abdicatie van koning Karei hebben geleid.
In deze bekendmaking verklaart Antonescu,
dat hij op 4 September om 12 uur bij den
koning ontboden werd, die hem na een uit
voerige uiteenzetting van den toestand des
lands op het gebied van de binnenlandsche en
buitenlandsche politiek met de vorming van
een kabinet belastte. Reeds om negen uur
's-avonds moest hy evenwel deze opdracht
van de hand wijzen, daar allen, met wie hij
overleg pleegde, hun steun van het aftreden
van den koning afhankelijk stelden.
Na lange aarzeling en op aandringen van
Antonescu en van gezant Valer Pop droeg de
koning op 5 September om vier 's morgens
Antonescu op grond van de destijds gepubli
ceerde decreten de regeering met dictoriale
volmachten over. Heel dien vijfden Septem
ber deed hij, Antonescu, moeite om een regee
ring te vormen, die in staat zou zijn den toe
stand, die. van seconde tot seconde ernstiger
werd, te beheerschen. Zyn pogingen misluk
ten evenwel, zoodat hy den koning reeds dis
creet te verstaan gaf, dat deze met de moge
lijkheid van abdicatie rekening moest houden.
's Avonds vielen toen in de nabijheid van
hel minister-presidium schoten. De demon
stranten wilden iets tegen het slot onder
nemen. Antonescu was besloten zich onder
de demonstranten te begeven en hen tot rust
te brengen maar hy moest zich er toe bepa
len naar den koning te gaan en zijn abdicatie
te eischen. Van half tien tot elf uur 's avonds
had hij een onderhoud met den koning en
wees dezen op alle misslagen van zijn tien
jarige heerschappij. Hij verlangde van den
koning, dat deze voor vier 's morgens aftrad.
De koninklijke adjudanten met wie hij te
voren overleg gepleegd had, hadden dezelfde
opvatting gehad als hij.
Daarna had de koning in den loop van den
nacht generaal Rescu en den chef van den
generalen staf, generaal Mihail, ontvangen,
die hem abdicatie afrieden. Voorts ontving hij
den rentmeester der domeinen, generaal
Baliff, alsmede prof. Georg Bratianu, prof.
Cuza, den minister van buitenlandsche zaken,
Manoilescu, en dien van binnenlandsche
zaken, Popescu, die de opvatting van Anto
nescu deelden.
Op 6 September, 's mogens om vier uur,
was het antwoord van den koning nog niet
binnengekomen. Daarop had hij, Antonescu,
door bemiddeling van een officier een brief
gezonden, die reeds gepubliceerd is en waar
in Antonescu ook schriftelijk abdicatie eischte.
Deze officier, een luitenant-kolonel, had de
opdracht gehad mondeling den koning mede
te deelen, dat Antonescu uiterlijk 's morgens
om zes uur antwoord verwachtte. Onder den
indruk van dezen brief besloot de koning
toen afstand te doen ten gunste van zijn zoon.
Mevrouw Lupescu kwam nog tusschenbeide
met de bedoeling, dat de troonopvolger zich
mede in ballingschap zou begeven. Dit was
een laatste poging geweest om het land in den
chaos te storten. Onder den druk der adjudan
ten was deze misdadige poging evenwel mis
lukt.
Om tien minuten over zes ontving Anto
nescu bericht van de abdicatie van den
koning. Reeds om acht uur 's morgens had
de nieuwe koning Michael den eed van trouw
op de natie afgelegd. Vervolgens had Anto
nescu zijn eerste audiëntie bij den nieuwen
koning, aan wien hij den volgende verklaring
overhandigd had: „De oplossing, waardoor
men tot den huidigen toestand gekomen is, is
de eenige, die tot de redding van het land, de
natie en de dynastie leidde. Twee doeleinden
heb ik my voor de rest van mijn leven ge
steld: de zedelijke verheffing van dit volk uit
het moeras, waarin het zooveel jaren verkeerd
heeft en eerlijkheid, werklust en gerechtigd
heid bij alle Roemenen te doen herleven. Ik
ben er zeker van, dat ik dit doel zal bereiken.
Voorts zal ik het land in zijn eeuwige rechten
herstellen."
Aan het slot van de bekendmaking ver
klaart generaal Antonescu, dat het na beëin
digden strijd thans tyd is om woorden van
geweld te vermijden. Van nu af moeten allen
den troon met achting omringen en het ver
leden doodzwijgen..
Megerle over de nieuwe taak
van Roemenië
De Berliner Boersenzeitung publiceert on
der het opschrift „De taak van Roemenië" een
opmerkelijk artikel van den diplomatieken
medewerker van dit blad, Karl Megerle, die
o.a. het volgende schrijft:
„Duitschland weet uit eigen ervaring, dat
de taak, waarvoor Roemenië zich thans ge
plaatst ziet, moeilijk is. Het komt sleed6 slechts
op het betrokken volk aan om de leering van
het noodlot zoo mogelijk te gebruiken en er
is geen reden om te twijfelen aan de aanwe
zigheid van deze gezonde krachten in het
Roemeensche volk en aan het geloof, dat zy
deze krachten ook zullen weten te gebruiken.
Hiertoe is weliswaar een onbuigzame wil en
een definitieve breuk, zonder compromissen,
met het verleden noodig, doch indien aan deze
voorwaarden is voldaan, biedt datgene, wat
Roemenië thans is en bezit, de grootste moge
lijkheden voor de toekomst. Door de garantie
van de spilmogendheden bevrijd van den last
en het risico van twijfelachtige proefnemingen
van de buitenlandsche politiek, kan Roemenië
door eigen prestaties en door eigen kracht een
veilige en eervolle plaats in het nieuw ge
ordende Europa veroveren.
Duitschland begroet het Roemeensche ver
nieuwingsproces, zoo schrijft het blad ten
slotte, met zijn beste wenschen en met een
eerlijke, positieve belangstelling, die voort
spruit uit zijn verplichting ten aanzien van
de onschendbaarheid van het nieuwe Roe
menië.
Ontploffing in een Amerikaansche
kruitfabriek
Over de ontploffing in de kruitfabriek te
Kenvil In New Jersey meldt het D.N.B. van
morgen, dat zij naar schatting 50 dooden heeft
geëischt. Tot dusverre zijn 20 lijken gevonden.
Het aantal gewonden is grooter dan 200- De
schade zou ruim twee millioen dollar bedra
gen. De kruitfabriek is volkomen verwoest.
Vanmiddag meldde het D. N. B. nader, dat
uit het puin van de door een ontploffing ver
woeste Hercules-kruitfabriek tot dusver 29
lijken gehaald zijn. Men neemt aan, dat zich
nog twintig dooden onder het puin bevinden.
Het opruimirgswerk wordt belemmerd door
het dreigende fevaur, dat een voorraad van
250,000 pond nitro-glycerine, welke onder den
gronl is opgeslagen, zal ontploffen.
EEN ROEMEENSCH GE
LEERDE ALS MINISTER
BELANGRIJKE ECONO
MISCHE THEORIEËN
Het zal niet algemeen bekend zyn, dat de
Roemeensche minister van buitenlandsche
zaken, Mihail Manoilescu tevens een geleerde
van naam is, wiens bijdragen tot de theorie
van den internationalen handel de laatste
jaren opzien hebben gebaard en weerklank
hebben gevonden. En al moge dan zijn naam
m de geschiedboeken vermeld blijven als de
man, die het verdrag onderteekende, waarby
Roemenië een deel van het grondgebied moest
afstaan en dat misschien het voorspel van
zwaardere beproevingen beteekent, toch is zijn
theoretisch werk van zoodanig belang, dat het
als meer dan een curiositeit 'de aandacht
verdient.
Manoilescu is een van ,de krachtigste be
strijders van de gangbare nog op de klas
sieke oeconomisten gebaseerde theorieën
over den buitenlandschen handel. Tegelijker
tijd is hij en dat is eigenlijk zijn doel,
waarvan hij de juistheid tracht te bewijzen en
waartoe hij zijn theorie heeft opgebouwd
een tegenstander van den vrijhandel De vrij
handelstheorie is een logisch uitvloeisel var
de tot dusverre gangbare theorie van de com-
paralieve kosten ter verklaring van het nut
van den buitenlandschen handel en Manoi
lescu heeft zeer wel begrepen, dat hij theo
retisch den vrijhandel niet kan bestrijden, in
dien hy niet eerst de basis aantast, waarop
deze rust.
Waarom werd deze vraag van den Roe-
meenschen geleerde een probleem? Dit kan
men zoo duidelyk vervolgen, indien men zijn
verschillende geschriften, waarin zijn theorie
langzaam gerijpt is, naast elkaar legt. Men
moet zich terugverplaatsen naar de jaren om
streeks 1930. In die jaren trad op de wereld
markten een geweldige daling van de prijzen
van agrarische artikelen in, terwijl de indus-
trieele artikelen veel minder in prijs daalden.
Dientengevolge veranderde de ruilverhouding
tusschen agrarische en industrieele produc
ten. Voor een agrarisch land als Roemenië
deed zich nu het verschynsel gevoelen, dat
het ter verkrijging van dezelfde hoeveelheid
industrieele producten veel meer agrarische
artikelen moest leveren. Het was dit ver
schijnsel, dat Manoilescu deed twijfelen aan
de juistheid van de algemeen geldende theo
rieën. Het deed hem opmerken, dat het niet
juist was, dat beide partijen uit den interna
tionalen handel voordeel putten. Hij kwam tot
de conclusie, dat de industrieele landen de
agrarische landen uitzuigen, en dat het de
vrijhandel is, welke deze uitzuigery mogelijk
maakt. Want zoo luidde zijn oordeel, uit den
internationalen handel komt voor de indus
trieele landen winst, voor de agrarische ech
ter verlies. Met pathos kwam hy zelfs tot de
stelling: „protectie wil zeggen vrijheid, vrij
handel wil zeggen dwang."
Het is niet onze bedoeling in het beschei
den raam van een dagbladartikel Manoïlescu's
theorie weer te geven. Zy, die daarin be
langstellen, raadplegen zijn werk in de Fran-
sche uitgave (Inéorie du protectionnisme et de
l'échange international Paris 1929) of de
Duitsche uitgave (Die nationalen Produktiv-
krafte und des Auszenhandel. Theorie des
internationalen Warensustauschen. Berlin
1937), alsmede zijn belangrijke artikelen in
de verschillende jaargangen- van het Walt-
wirtschaftliches Alchiv. Slechts een enkele
typeerende trek zy vermeld.
Zoo probeert Manoilescu zijn theorie van
den buitenlandschen handel te grondvesten op
een arbeidsproductiviteitsbegnp. De arbeid
is de eenige oorspronkelijke productiefactor;
het kapitaal z.i. een afgeleide, vervangbare
en middellyke productiefactor. De verhou
ding van mensch tot kapitaal kan niet anders
zijn dan die van Schepper tot zijn schepping.
Het is weer typeerend. dat wij hier den man
uit het kapitaalarme land, dat steeds om kapi
taal voor zyn ontwikkeling heeft gevraagd tot
de conclusie zien komen, dat de industrie in
haar normaal bedrijf haar kapitaal weer op
bouwt. Want, zoo luidt zijn oordeel, de onder
nemer zal steeds in staat zijn zich schade
loosstelling te verschaffen voor het gebruik
van zyn productie-apparaat. Hij gaat in zijn
felheid zelfs zoo ver, dat het voorafgaande be
staan van een kapitaal slechts een financieeie
voorwaarde is, omdat het kapitaal achteraf,
uit het productieproces zelf, ontstaat. Op dien
grond ontkent hij de beteekenis van het kapi
taal. Een land, dat zijn eigen industrieele pro
ducten voortbrengt, verschaft zich daardoor
cok de installatie. Importeert het deze artike
len, in plaats van deze zelf voort te brengen,
dan biedt het aan het buitenland de gelegen
heid de tevoren geschapen installatie te be
talen. „De industrie is ais een motor, die zon
der brandstof of juister met een door den
consument betaalde brandstof oneindig
doorloopt. De verbruiker is degene, die de
kapitaalvorming mogelijk maakt. Als hij geen
binnenlandscb kapitaal schept, maakt hy bui-
tenlandsch."
Dit arbeidsproductiviteitsbegnp leidt tot
merkwaardige stellingen. Zoo beweert hy, dat
het voor- of nadeel van een agrarisch land,
dat zijn landbouwproduct exporteert in ruil
voor een buitenlandsch industrieproduct gelijk
is aan de verhouding tusschen de arbeidspro
ductiviteit in het agrarische en in het in
dustrieele product. Hy meent dan ook, dat er
een algemeene tegenstelling is tusschen den
invoer van agrarische en industrieele produc
ten.
Critiek is hem hierop niet bespaard geble
ven. Carl Brinkmann, die Manoilescu voor-
treffeiyk psychologisch heeft gekarakteri
seerd, en van zyn practischen invloed over
tuigd is, spreekt van een naïeve leer van de
arbeidsproductiviteit, welke door de meesten
reeds verlaten is. Zyn nationalisme, aldus
Brinkmann, mist sociale diepte; zijn socialis
me nationale diepte.
Een enkel v^oord ten slotte over Manoïlescu's
verdediging van de protectionistische politiek
voor de agrarische landen. Hij meent, dat de
in den landbouw niet gebruikte krachten
slechts plaats kunnen vinden in beschermde
industrieën. In het algemeen zal de stijging
van de agrarische productie in een agrarisch
land steeds onder stijgende reëele kosten en
kleinere opbrengsten plaats vinden. Daaren
tegen zal de stijging van de industrieele pro
ductie in een agrarisch land onder dalende
kosten en toenemende opbrengsten plaats
vinden. Zou zoo'n land dus zijn landbouw
uitbreiden, dan zal vanzelf zijn reëele com-
paratieve meerderheid by de productie van
landbouwproducten verdwijnen en daarmede
vervalt uiteindelijk het voordeel van de agra
rische specialisatie.
BULGARIJE WIL VRIENDSCHAPS
BETREKKINGEN MET ROEMENIË
Naar aanleiding van de ratificatie van het
Bulgaarsch-Roemeensche verdrag van Krajowa
geven de bladen opnieuw uiting aan den
oprechten wensch van Bulgarije, dat de be
trekkingen tusschen de beide buurvolken zich
zullen ontwikkelen in een geest van duurzame
vriendschap.
De technische kwesties zyn geregeld, zoo
schrijft b.v. het blad Mir, thans begint de
psychologische zijde van de ontwikkeling, die
door de begroetingstelegrammen is ingeleid.
Door de ratificatie van het verdrag is niet
slechts een politieke aangelegenheid tusschen
twee Ta ten geregeld, daarmede is ook de
vriendschap tusschen de beide volken
nieuwd. In dit verband /eronrdeelt de Slovo
cte politieke me'iioden van Fngeland.
Volgend jaar verkiezingen ln de
Zuidelijke Dobroedja.
De voorzitter van de Sobranje, Logofetoff,
verklaarde, dat de buitengewone zitting van
het parlement geopend zal worden op 21
September om negen uur 's morgens, dus op
het uur, waarop de Bulgaarsche troepen de
Zuidelyke Dobroedja binnentrekken. Het
ligt in de bedoeling begin volgend jaar in d(
teruggekeerde provincie verkiezingen voor de
Sobranje te houden. Al naar gelang van he
aantal stemmen zullen negen of tien afge
vaardigden worden gekozen.
Binnenlandsch Nieuws
Nederlandsche perskamer
opgericht
Het A.N.P. meldt:
Vrij dagmiddag is in den Haag de stichting
Nederlandsche perskamer opgericht
Hiermede heeft de raad van voorlichting
der Nederlandsche pers zyn doel bereikt. Toen
deze, kort na'den oorlog, zyn doelstellingen
bekend maakte bestond er by vele groepen en
personen in de pers werkzaam aanvankeiyk
eenige terughoudendheid. Van stap tot stap
echter heeft de raad van voorlichting het ver
trouwen in breede kringen der Nederlandsche
pers weten te winnen, zoowel als gevolg van
de door den president met nadruk gegeven uit
eenzettingen omtrent doel en methode, als
door de werkwyze van den raad.
Zoo werd begonnen mef de oprichting
een organisatie voor de provinciale en perio
dieke pers onder leiding van den heer H. J.
Kerkmeester, welke, zooals het laatst ver
schenen nummer van het orgaan dezer organi
satie bewyst, er in korten tyd in is geslaagd
het overgroote deel van de nieuwsbladen en
tydschriften op rationeele wijze te organi-
seeren.
Na dezen eersten stap is de raad overgegaan
tot een reorganisatie van de journalisten,
welke leidde tot het oprichten van het Ver
bond van Nederlandsche journalisten onder
leiding van den heer P. J. van Meghelen, dat
thans reeds meer dan 600 Journalisten onder
zyn leden telt.
Ook ten aanzien van directeuren en uit
gevers van dagbladen werd het door den raad
gewenschte resultaat in betrekkelijk korten
tijd bereikt. De aansluiting van de vereeni-
ging de Nederlandsche dagbladpers onder haar
oorzitter mr. J. Kars is dezer dagen
te verwachten, terwijl heden in den Haag de
oprichting plaats had van het verbond van
Nederlandsche persbureaux, waarvan tot
voorzitter de heer A. Meyer-Schwencke werd
benoemd. Bovendien zyn de noodige voorbe
reidingen getroffen voor een 5e verbond van
uitgeverspersoneel, waarmee dan voorloopig
de sluitsteen voor de organisatie der Neder
landsche perskamer zal zyn gelegd.
Deze resultaten door den raad bij zijn voor
bereidend werk bereikt, zijn thans de aanlei
ding geworden over te gaan tot de stichting
der eigenlijke Nederlandsche perskamer.
Het is een verblijdend teeken, dat, ondanks
de moeilyke situatie waarin de Nederlandsche
pers zich na de oorlogsdagen zag geplaatst,
toch in zoo korten tyd vorm gegeven kan wor
de vele, vaak tegenstrijdige in de
Nederlandsche pers werkende en werkzame
krachten.
In den komenden tijd Immers zal het niet
eer mogeiyk zyn, dat in de samenwerking
machten naar voren treden, welke sleohts het
eigen belang beoogen en zonder oog te hebben
voor de volksgemeenschap hun eigen belang
boven dat van het volk stellen. De thans be
reikte ordening zal door de samenbundeling
wat vroeger veelal afzonderlyk en tegen
elkaar werkte ongetwyfeld in staat zyn de
pers op een hooger peil te verheffen.
Ook hier is de eer van het beroep alleen dan
verzekerd, wanneer het welzijn der volksge
meenschap op den voorgrond staat en zoowel
journalist als uitgever hun dienende taak be
grijpen.
De leiding van de Nederlandsche perskamer
berust bij dr. T. Goedewaagen, zijn plaatsver
vanger is de heer A. Meyer-Schwencke. Tot
algemeen-secretaris is benoemd drs. W. Goed-
huys, naast wien als directeur van het bureau
der Nederlandsche perskamer is benoemd de
heer J. Lehrbuch. Er is een raad van bestuur
gevormd, waarin zitting hebben de heeren L.
Arts, drs. W. Goedhuys, mr. J. Kars, H. J.
Kerkmeester, P. J. van Meghelen, A. Meijer-
Schwencke, dr Alb. van de Poel en mr. M. M.
Rost van Tonningen-
Jhr. mr. W. C. Quarles van
Ufford f
Te Velp is overleden jhr. mr. W. C.
Quarles van Ufford. Jhr. Quarles van Ufford
werd geboren in 1862, en werd na volbrachte
studies in de rechten aan de Leidsche univer
siteit volontair ter griffie in Den Haag. Ach
tereenvolgens was hij daarna substituut-grif
fier bij de rechtbanken te Dordrecht en te
's-Gravenhage, rechter in de rechtbank te
Roermond, en daarna te Amsterdam, en ten
slotte vice-president van dit college in de
hoofdstad.
Jhr. Quarles van Ufford is een der oprich
ters van het Nederlandsch Jongelingsver
bond geweest. Van zijn verdere functies noe-
wij zijn lidmaatschap van het college
van regenten voor de gevangenis in Den
Haag, zijn lidmaatschap van het provinciale
college van toezicht op de kerkvoogdijen in
Zuid Holland en ouderling van de Waalsche
gemeente te 's-Gravenhage.
Hulp aan Delftsche studenten
Vanwege da Vereeniging van Delftsche
ingenieurs
Uit het fonds „Studentenzorg", samen
gebracht door particulieren en maatschappijen,
beheerd door de Vereeniging van Delftsche
ingenieurs, kan een beperkt aantal studenten
van buitengewonen aanleg a-~
Hoogeschool, die tengevolge
DISTRIBUTIEKAAR
VLEESCH
erk
insgra:
Mark»
al: T
jteide,
uiper
aand:
Jiirect
.tus-p
Uit verscheidene gemeente
richten toegezonden, waar
Maandag een aanvang wore:
uitreiking van distributiekaa:
Hier ls dus uit op te mak n
butie van vleesch in vergt
van voorbereiding is. Over d» In
hebben ons nog geen officie
reikt.
Uit de gemeentelyke publ:
kinderen onder de vier jaar c.
zullen krygen. Voorts schyn
doeling te liggen dat mensche jaar
arbeid verrichten aanspraak .eshaa
maken op een extra-rantsoer., zoo Hy
met andere artikelen het gev en sti
lland.
Opheffing van Noci£ §r
brabantsche gei |"5§J
it tal
Ginneken en Princenl 'jaar
bij Breda, Engelen ?n V-;
bij 's-Hertogenl chj
Het provinciale bestuur
bra bant heeft sedert twintig
gestreefd de gemeentelyke ine
provincie te verbeteren en ii
mmg te brengen met den feit»
In dien tyd zijn 32 gemeentel
afzonderiyke gemeenschappen
Deze vereenvoudiging en i
het gemeentewezen wordt vot
rijkscommissaris voor het bezi
sche gebied op 1 Augustus JJ. d
generaal van het departemer
landsche zaken gemachtigd he
inzake veranderingen door he
lang gevorderd, in de begrenzi
ten.
Van ambtelijke zyde ls het i
deeld, dat binnenkort de vol*
ringen te wachten zyn:
L de gemeente Breda
uitgebreid met de gemeent
ken en Princenhage
van Teteringen. De gem
en Chaam zullen worden uit
deelen van Ginneken.
2. de gemeente Helmor d
den uitgebreid met de gemt
hout en met deelen van M
Deurne, Someren en Aarle-Ri
meente G e 1 d r o p met
Mierlo en Someren.
3. de gemeente 's-H e r t o g - n
zal worden uitgebreid met de
Engelen en Vught en
Hintham van de gemeente
Verder zal nog uitbreiding pl«
van de gemeenten Grave, C.
meer en andere.
Hieromtrent zullen spoedig
zonderheden worden verstrekt
waar
imans
de. Ir
erlljk
vd. Ir
lentie
ken c
bev<
ingaa:
lerk
derlijl
■j Bies
jstuui
13 onl
ingsd
de v.
.d, re
en Y
•pree
BERC
?rov.
>t de
erk t
beid
Jassis
raep.-i
jrklaa
KER
Prov.
de
Gedeputeerde Staten van I
hebben aan de gemeentebesturer
togenbosch, Vught, Engelen en
volgende geschreven: i
Het voornemen tot vereenlgui .u-rkvis
duide gebiedsdeelen m een geme» i'<r.|Maa
kader, steunt op de overtuiging
aLs
v benc
geheel vormen, waarvan de be per,
plaatselijke betrekkingen ten vice-'
elkander vereemgd zyn en gemee
elkanders lasten te dragen hebben, i'
rijp om deze plaatselijke verbond en lit
in de geschikte staatkundige strut Infp
uiting te brengen.
De bedoeling is, dat voor de d- Te
administratie van de Vughtsche be miani
afzonderlijke dienst wordt gehand haaf
dat het raadhuis te Vught als hi
zal kunnen dienen. Hieruit is af te-
nieuwe gemeente 's-Hertoge IJofsb
geheel met het algemeen beheer bel: t, n, I
.nek,
lecl
maar dat zy voor de ingezetenen
een dienst heeft te onderhouden, wa
dagelyksche aangiften kunnen
daan. Ook zal Vught zyn eigen
kunnen behouden.
In haar nieuwen vorm zal de
's-Hertogenbosch een oppervlak
van ongeveer 8,000 ha, dus een orr
krijgen als de gemeente Tilburg.
de Technische
IWU6wvi.vW w oo- ïn financieeie
omstandigheden buiten staat zijn geraakt hun
studie voort te zetten, ondersteuning worden
verleend in den vorm van een renteloos
voorschot.
Studenten, die meenen voor een onder
steuning in aanmerking te komen, kunnen een
schriftelyk verzoek rienten tot den administra
teur der vereeniging. Prinsessegracht 23, Den
Haag. Daarbij moeten uitvoerig worden ver
meld: de loop van hun studie en de bijziendere
omstandigheden, die tot het doen van dit ver
zoek hebben geleid. Indien de aanvrager reeds
in het bezit is of geweest is van een studie
beurs, moet dit worden opgegeven. Studenten,
wier ouders of verzorgers in onze koloniën
woonachtig zijn, komen niet voor deze hulp
verleening in aanmerking, daar zy op andere
wijze geholpen kunnen worden. Mocht het
fonds toereiken 1 zijn, dan bestaat mogelyk-
heid bover dien een enkelen hoogst begaafden
die thans van zijn voorgenomen studie moet
afzien, te helpen.
DOODELIJKE VAL VAN ZLJN FIETS
De heer A. van der Meer uit Eergentheim i:
g. iteren, even buiten Hejmse, van zijn fiets
gevallen Hii sloeg met zijn hoofd togen een
boe. i - v-i'.yel Q9 dood.
nood
hter
i de:
Broodbon 6 voor de a.s. ijven
is
De secretaris-generaal waarnen. r eere
jn het departement van lano' rdee
visscherij maakt bekend, dat gedureifc
tydvak van 16 tot en met 22 deze u
„6" genummerde bonnen van het fcr^f>w
boekje tezamen recht gev^p op 1 |k ge
van 2500 gram roggebrood of 2 0|inho
ander brood. Elk der bonnen geel 'eigen
recht op het koopen van 125 gr ;ken
brood of 100 gram ander brood. thooj
De bonnen, welke 22 dezer nog ilj he
bruikt zijn, blijven voorts nog tot tvooi
Dinsdag 24 dezer geldig. arml
der c
Engelsche phosphorplaatj ïs
gevaar voor den landt 1 Ba^
In de jongste persconferentie l ilen
voegde zijde verzocht, de aandaot.
derlandsche boerenbevolking te v
de gevaren, die kunnen voortvloe.
kleine phosphorplaatjes die by h» jq
zenden door Engelsche vliegtu n Ue
Duitschland en Nederland uitgestiooil pri
den on die by aanraking met luch -O
vanzelf in brand kunnen geraken. Rot
Ook in Nederland is hierdoor re
sohade aangericht, al heeft het rege f
weer der laatste dagen vele plaatjes onj
lijk gemaakt.
De bedoeling kan, zoo verklaa
sleohts de vernietiging van den ooj i
dit verband wees men ook op het uifl
van Coloradokevers. Immers teger
objecten, wapenarsenalen enz. vera
plaatjes niets, al beweert Reuter het P
HET FOTOGRAFEEREN EN FIL1 EÖJ^
INRICHTINGEN. MATERIAAL E!
VAN DE DUITSCHE WEERMJ
Het A. N. P. meldt: ie<
Er wordt nogmaals de aandacht y
tigd, dat het voor personen, die e
Duitsche weermacht behooren, v< i j
fotografieën of films te maken van If di
gen en materiaal, alsmede van leder f aa
sche weermacht, tenzij men in het bzj
een door den Duitschen weermacht:
ber in Nederland afgegeven vergi »rÉ
wys. Personenopnemingen van leder er
sche weermacht, welke met hun to» 'f Jc;
gemaakt zyn, worden hierdoor niet m
DE DIEFSTAL VAN OVERALLS V W<
OPBOUWDIENST at
'stal van
school in dï Ier
..„straat heeft de politie van het aa
Linnacusstraat te Amsterdam een ma
houde*- die verdacht wordt van hi it
lotr u zijn re:ds '/ier personen opgesit