AUGUSTUS 1940
PAG. 3
Zending
EN - J^,ost'Gron'ngen• cand- w.
lilder bijkhutaen, H- w- Wierda
»»8nstaare( Kerk
Jaar eHen, cand. W. de Graaf
Jonker te Zierikzee.
lederschap
V. van Gelder te
•nderdaal te Rotterdam.
fcN INTREDE.
S. L. Knottnerus
ils predikant der Ned-
Asch. Des morgens was
J. C. J. D ij k s t r a van
TE VAK sprak over Nehemia
ERWAO deed des middags zijn
5 t e
Callenf els
bericht van Schai
ng zai wit uit Zoelmond.
i wijst
lent La VREEDER.
kans i
,r het (dsdienstonderwijzers in
eeden. per G- J. Streed er,
van Efl van meer dan 56 jaar
gd als godsdienstonder-
gemeente te 's-Graven-
der arbeidde een lange
wijk 10 der Haagsche
ndSCrvan dr. H. Schokking
edikant was. Hij heeft
izenden kinderen op de
rQn tönwege de Ned- Herv.
Lft-ndei-wijs gegeven. Ook
nderwijs in de Alexan-
miliUin6™ d'? W!alS"
godsdienstonderwijzer
iring en ziekenbezoeker
1 van ,*enhuis, terwijl hij 31
3uii«ch.vljs °ai en voor8in«
1,Ch\aldwÜk, die in 1932 een
leraal, 2g-
:nt van catechiseerde in de
ilt het talakkakapel en hield in
an de ook jeugddiensten,
genbla^heen een schets voor
ed, stupn een Leerboek voor ae
ntjie2 Jen heer Streeder is be
ren varer 10 de he€r F"
I lederr'n werkzaam is geweest
grenst11 Duitschen predikant
of van
ctielgoeL BORNHAUSEN
de d
van ee Main is overleden prof.
gegeven sen, hoogleeraar in de
boverbeSeerte van den S0025-
g^utejURL CLEMEN t
;n dooi.
ieren «an Bonn.
an een
'gedrulCN LEGATEN.
istribuP Amsterda m-Z u i d
en opi V- d- L. een gift van
euwe psschen kei'k, diaconie en
roorraa
de zaken der Ned.
btterdam hebben een gift
waarvan 500 tot steun
"0 voor de diaconie, voor
leden dei* gemeente.
onrp
JGDBEWEGING.
eks ha|)rganisaties in de Rijn-
aang Zaterdagmiddag op het
de hi A 1 p h e n a. d. R ij n,
els eJadhuis aldaar een jeugd-
ke o! sprekers zullen optieden
x. Stri d- Burg van Vlaardin-
rwerp: „Tweeërlei bood-
J. Schouten, lid der
rdam, onderwerp: „Onze
REDE. J. Kfcpteyn, Geref.
I ?n(?5'an Alphen zal de land-
ikt. Hg weer in de Geref kerk
3ver f* te Alphen zal gehouden
ng ir
jk act
r ern:lLIGE GRAF
wordi
kerkelijke overheid heeft
I tot Mussolini gewend,
itdrukking wordt gegeven
lide Italiaansche overwin-
de oude rechten van het
R. vit heilige graf te Jeruza-
ooals bekend mag worden
aegraa de zorg voor het heilige
eld hide Westersche Katholieke
n rfpJiaansche Franciscaners.
jj va.Lessarabië, die kortelings
?nde zijn toegevoegd, leven
■lijke ltschere, van wie het mee-
igen ais. Zy leven in 150 neder -
n woo net geheele land verspreid
Henge vormden na den wereld-
n isch-Luthersche landskerk
1 ondTwaalf «rinë®11' bestaande,
êeft c zich de Evangelische
Brv yienië, doch behield alle
oerd.
ZORGT IEMAND VOOR HUN ZIEL?
In de Geref. Kerkb. voor de Nieuwe Hoek-
sche Waard en IJsselmonde brengt ds. F. J. B.
Schiebaan de vraag ter sprake, welke
houding ons voegt t.a.v. de Duitsche soldaten.
Niet alleen veroordeelt hij elke kwetsende en
beleedigende houding, maar hij acht zelfs een
strikt afzijdige houding niet steeds verdedig-
„Onder hen bevinden zich mannen, die met
ons éénzelfden God aanbidden en in droefheid
over hun zonden tot denzelfden Christus
vluchten.
Broeders, die óók onder de oorlogsproblemen
zuchten, misschien nog wel meer dan wij.
Mannen en vaders, die, vér van huis en haard,
verlangen naar hun vrouw en kinderen,
hunkeren naar bericht over den omvang van
de oorlogsrampen, die over het Duitsche land
komen. Kortom, het zijn kerels, die het soms
zoo bitter te kwaad kunnen hebben.
„De opmerking, dat de eigen Duitsche
leiding over hen die rampen heeft gebracht,
snijdt hier geen hout. De ellende is er, ook
voor hen. Dat zij ons genoeg. Dóór moeten we
van uitgaan. Zonder te vergeten, onder welke
omstandigheden die soldaten hier zijn en
ondanks alle reserve, die we in acht nemen
ten opzichte van hen, die op de fronten als
aanvallers tegenover onze jongens stonden,
ook zij mogen op onze naastenliefde aanspraak
maken, telkens wanneer dat noodig is.
„Zelfs kan het voorkomen, dat ons de ge
legenheid geboden wordt, Duitschen soldaten,
die den Christus niet kennen, te spreken van
den eenigen troost in leven en sterven. Waar
de Finnen aanstonds getracht hebben den
krijgsgevangen Russischen soldaten het evan
gelie te brengen, is het denkbaar, dat ook óns
de kans wordt geboden, dezen hoogsten en be
langrijksten dienst te bewijzen aan soldaten
van de Duitsche weermacht, die tot nu toe ver
van den Zaligmaker bleven. Dan komt het aan
op onze dienstvaardigheid. En verder op den
zegen des Heeren".
De bestemming van oude
gebouwen
In een artikel over het oude Amsterdam
schrijft Dr. A.J.Schroder in Hervormd
Nederland:
„De geschiedenis van Amsterdam is bij
zonder rijk. Wist u, dat het Amsterdam van
de vijftiende en een groot deel van de zes
tiende eeuw, tot de Reformatie, voor een
derde gedeelte uit kloosters bestond? En wat
er van die kloosters geworden is? Het St.
Luciliën-klooster is door het prachtige Bur
gerweeshuis vervangen, een architectonisch
werk van belang; het Ceciliën-klooster is
Prinsenhof en Admiraliteitsgebouw en later
stadhuis geworden, de Agnietenkapel, Door
luchtige Schole, fungeert nu weer als een
deel van de Universiteit. En het klooster van
de zusters Clarissen of Franciscanessen heeft
voor het Rasp- of Tuchthuis plaats gemaakt,
daar aan den Heiligenweg, waar nu de zwem
inrichting staat, en in den hof kwam het
Aalmoezeniershuis, waarvan het Bevolkings
registergebouw in zijn pseudo-antieke lijnen
de herinnering bewaart. De intens-levende
koopstad had onophoudelijke veranderingen
noodig, nieuwe stichtingen eischten voort
durend iets anders; en daarom is van de
middeleeuwsche gebouwen, behalve de ker
ken natuurlijk, zoo weinig bewaard.
„Maar ook die „nieuwe" bouwsels van drie
of twee eeuwen geleden zijn historische
schatten, en de plaats waarop zij staan
dwingt door haar nog oudere traditie ons
eerbied af.
„Hier ligt voor de toekomst een merk
waardig probleem. Het gemeentebestuur
heeft besloten, zelf uit het Prinsenhof naar
eep nieuw stadhuis aan het Frederiksplein te
verhuizen; het heeft de Burgerweeskinderen
naar een bij het Stadion te stichten gebouw
verwezen en Bevolkingsregister en Burger
lijken Stand naar Artis gestuurd. Wat zal er
dan met de bestaande gebouwen gebeuren
hoe zal over eenigen tijd hun bestemming
„Deze vraag zal inderdaad lastig worden.
Voor het stadhuis misschien niet zoozeer, om
dat de technische (of anders andere) ge
meentediensten erin kunnen huizen en dan
behoudt het ongeveer zijn bestemming van
nu. Maar een nieuwe bestemming is, in onze
eeuw van specialisatie en rationaliseering en
efficiency, buitengewoon moeilijk aan oude
perceelen te geven tenzij men ze inwendig
totaal uitbreekt en herbouwt, iets dat althans
voor het Burgerweeshuis moordend zou zijn
Onze oude kerken staan leeg, de Zuiderkerk
en de Noorderkerk en de Ronde Luthersche
Kerk alleen de Oude-Zijds-Kapel doet
„Dienst", maar dan als Kaas-"pakhuis, wat
stellig een onwaardige bestemming voor haar
is. Die kerken staan leeg omdat men in onzen
tijd niet meer zooals vroeger een ge
bouw met wat vertimmering voor elk doel
geschikt kan maken: onze pluriforme tech
niek verzet zich daartegen, men bedenke
maar eens hoe een modern kantoor- of admi
nistratie-gebouw zooals dat van de Rijksver
zekeringsbank volstrekt eigen en gespeciali
seerd van karakter is".
Onderwijs
ONDERWIJS-BENOEMINGEN
Amsterdam. Instituut Schreuder. Tot vak
onderwijzeres Duitsch: mej. G. J. Bongers
te Bloemendaal.
RITSEMA STOFZUIGER
V1BRATÜH EM 1
's-Gravcnhage. Staatsexamen ter toelating tot
de universiteiten. Geslaagd voor diploma A de
heeren: G. Meijster. F. H. Brandsen, R. H. M.
Bury. F. Keja, J Visser. Voor diploma B: H. J.
F. Zijlker.
Breda. Hoofdakte. Geslaagd voor A en B: de
heeren P. H. Pennings te Vught en M. A. Witlox
indhoven. Geslaagd vc
Nieuwdorp te Sprunde
te Tilburg en W. A.
antes P. E. Hamers
te Eindhoven. Na
E de heer J. P.
Brouwers te Uden. Afgeweten vijf.
's-Gravenhage. Hoofdakte. Geslaagd voor B.
Th. G. A. M. Speet, Voorhout; H. de Vries. Zoe-
termeer; G. v. d Schinkel. Voorschoten; P. Smit.
Oegstgecst; J. H. Ottevangcrs. Delft. De examens
zijn afgeloopen.
Utrecht. Fransch 1.0. De heeren: A. M. v. d.
Berg, Utrecht: J. J. Scheerc-ns. Breskens; P. H.
M. Schmltz Sitt-ird; P. n. J. Scholten, 's-Graven
hage; J. Spoelman. Harllngen; C J. A. Vinckx,
Deurne; H, T j Pypers, Helmond; T. van Veen,
Gouda; J Zinkstok, Utrecht; D. C. v/d
den Hulst (O)
's-Gravenhage. Notarieel examen. Geslaagd voor
deel I: M. Falkena, Hilversum; voor deel II:
C. F, Smeltzer, Rijswijk (Z-H).
's-Gravcnhage. Nijverheidsonderwijs. Geslaagd
voor paedagoglsche getuigschrift, overeenkomstig
art. 38 der nljverheidsondcrwijswet. behoorende bij
de akte NB (timmeren): P. J. I. Oomens, Roosen-
Gronlngen. Examen gemeente-administratie (G A
H. E. Bosma, Hei gelo (O H.
Ambt Hardenberg, A Bras. Groningen, o. dibi
Nleuweroord: C. Harms, Raalte- K. G. v. d. Ki
ColL
Land- en Tuinbouw
Chr. Boeren- en Tuinders Bond
afdeeling Zeeland
Dezer dagen vergaderde het Dagelijksch
Bestuur der afdeeling Zeeland van de Chr.
Boeren- en Tuindersbond te Goes. Voorzitter
ae heer C. de Putter. De volgende onderwer
pen kwamen ter sprake:
Over de prijzen van den oogst 1940 werd
uitvoerig van gedachten gewisseld. Er moest
meer aanpassing zijn aan de verhoogde
kosten van productie. Deze zijn niet onbe
langrijk gestegen sedert het vorige jaar en
daar wordt over het algemeen onvoldoende
rekening mede gehouden. Onzerzijds is ge
pleit voor een verhooging van UI15 pet ten
opzichte van de prijzen van vorig jaar. De
opbrengst van een gunstig jaar mag niet als
norm gelden. Vroegere bekendmaking ware
gewenscht.
Enkele klachten ten aanzien van de uit
voering der aardappel-regeling werden be
sproken o.a. willekeur van levering, voor
wetenschap bij den handel waarvan ten na-
deele der telt-rs is gebruik gemaakt en vooral
de slechte betaling. Ten aanzien van het
laatste wordt medegedeeld, dat aan den
L.C.O. machtiging werd verleend tot het ver
strekken van een voorschot op de betaling.
Ook alle werkgevers in den landbouw
dienen voor verstrekking van broodbonnen
te worden ingedeeld in de rubriek „zware
arbeid". Verder zal er via het Bondsbureau
op worden aangedrongen, dat de eerste toe
wijzing, afgezien dus van extra-toewijzing,
van boter en vetten zoo mogelijk iets hooger
wordt gesteld.
Een der eerste maatregelen ter bestrijding
der werkloosheid was de ontslagverordening
van arbeiders. De oorspronkelijke en ook de
nieuwe regeling voor werken van ten hoogste
drie weken leveren groQte moeilijkheden op
voor land. en tuinbouw. Noodig is een vlotte
behandeling. In verband met een en ander
werd een eventueele regeling besproken,
waarbij een kern van vaste arbeiders van
overheidswege in de bedrijven wordt voor
geschreven, terwijl verder voorbehouden is
naar behoefte losse arbeiders aan te nemen
en te ontslaan.
De schade, toegebracht door de vogels, o.m.
musschen, houtduiven en voorts door eenden,
is op enkele plaatsen vrij aanzienlijk. Met het
oog op de voedselvoorziening is het te betreu
ren, dat niet op alle gemeenten, gelijk op
enkele plaatsen het geval was, een aantal
geweren is teruggegeven, waaraan een ver
gunning verbonden was voor het schieten van
schadelijk gevogelte.
Door de drie centrale landbouworganisaties
en de drie landarbeidersbonden is een insti
tuut opgericht van vrijwillige arbitrage. Als
er geschillen zijn staat het iedereen vrij om
van dit instituut gebruik te maken. Er zal
waarschijnlijk ook voor Zeeland een provin
ciale arbitrage-commissie gevormd worden
met een vasten voorzitter en verder leden en
plaatsvervangers voor elk geschil afzonderlijk
te benoemen.
Er zullen drastische maatregelen genomen
worden tot beperking van de varkens en het
pluimvee. In verband daarmee zal er bij het
bondbureau nogmaals op worden aangedron
gen te helpen bevorderen, dat de regeling van
de mestvarkens worde vrijgegeven (alleen van
belang voor voedertoewijzing). Er gaat mo
menteel, speciaal op de gemengde bedrijven,
nog teveel afval verloren, waarvan, in het
belang der voedselvoorziening gebruik kan
worden gemaakt bij het opfokken van varkens.
De plannen van het Kon. Ned. Landbouw
Comité tot vorming van een algemeene land
bouworganisatie werden in het kort bespro
ken. Evenzoo het denkbeeld van den Kath.
Boeren- en tuinders Bond, die de tijd thans
rijp acht tot verwezenlijking van de corpora
tieve gedachte door de vorming van een groote
bedrijfsgemeenschap, iedere organisatie daar
bij vrijlatend in de uitvoering van haar spe
cifieke taak. Het standpunt wordt voorshands
ingenomen, dat de C.B.T.B. als steeds is voor
goede samenwerking, doch geen fusie wil.
Medegedeeld wordt, dat er een oommissie
van zes uit de drie C.L.O.'s is gevormd om
over een en ander advies uit te brengen. Dit
centraal overleg, ook van belang voor meer
dere provinciale samenwerking, zal worden
afgewacht.
Gedroogd lucernemeel voor
kippen
Het Instituut voor Moderne Veevoeding De
Schothorst te Hoogland bij Amersfoort heeft
mededeelingen gedaan over de waarde van
kunstmatig gedroogd lucernemeel in het och-
tendvoer van kippen en over de beteekenis van
vitamine A en carotine voor deze dieren, waar
omtrent onderzoekingen zijn verricht door
prof. dr. W. F. Donath.
De voornaamste vraag, waarop dit onderzoek
een antwoord moest geven, was, of door het
opnemen van gedroogd groenvoeder, in het
bijzonder kunstmatig gedroogd lucernemeel, in
het ochtendvoeder van leggende kippen, de
gebruikelijke rantsoenen dezer dieren ver
beterd worden. Daarbij werden zoowel de leg
als de gezondheid (sterfte) der dieren, het voed-
selverbruik en het vitamine A- en carotine-
gehalte, zoomede de bebroedbaarbeid der
eren nagegaan.
Het doel was tevens, 1ia te gaan of de gebrui
kelijke rantsoenen van opgesloten kippen,
waarin geen groenvoeder voorkomt, te kort
schieten in de verzorging met carotine en vita
mine A en of de eventueel te constateeren ver
betering door lucernegroenmeel mede te dan
ken is aan het carotine dat daarin voorkomt.
Daarom werden de eieren van deze kippen
vooral op vitamine A- en carotine-gehalte
onderzocht en werd nagegaan of deze gehalten
cjoor middel van lucerne zoowel als met mid
delen als levertraan en dohyfral op voldoende
wijze verhoogd kunnen worden, zoodat de ver
kregen eiren volwaardig zijn.
Verder werd onderzocht of de kuikens, uit de
in verschillende groepen gelegde eieren, zich
goed ontwikkelden.
Tot dit doel werd een 300 tal jonge leghorns
verdeeld in elf groepen. Het oorspronkelijk aan
alle dieren verstrekte (uniforme) rantsoen on
derging gedurende den proeftijd (Febr, '39—
Nov, '39) zoodanige veranderingen dat de voor
ziening met carotine (het orgiaame van ver
schillende dieren is in staat óm hieruit vita
mine A te maken) en vitamine A verschillend
groot werd. Dit gebeurde door de oorpronke-
lijke bestanddeelen. waarin deze stoffen voor
komen n.l. gele mais en dohyfral-olie, geheel
of gedeeltelijk aan het rantsoen te ontnemen
en door er andere aan toe te voegen. Het doel
was vooral om de waarde van kunstmatig ge
droogde lucerne (lucernegroenmeel) als vita
mine A-bron te onderzoeken.
Nagegaan werden de gezondheidstoestand, de
sterfte, het voederverbruik, de productie, het
vitamine A-. carotine en xanthophyllgehalte
der dooiers en levers, de bebroedbaarheid der
in de hokken gelegde eieren en de ontwikke
ling der daaruit geboren kuikens.
In de groep zonder lucerne en dohyfral, ter
wijl de carotinerijke gele mais door witte was
vervangen, was de sterfte zeer groot Zonder
verandering der voeding zouden alle kippen ge
storven zijn. Bij sectie bleek dat ontstekingen
veelvuldig voorkwamen. De leg hield bij de
overlevende dieren van deze groep na een
paar maanden op. Spoedige verbetering van den
leg trad in wanneer lucernegroenmeel, lever
traan of dohyfral werd gegeven.
De dooiers van de eieren van de groepen die
wel dohyfral en gele mais, maar geen lucenie
kregen hadden een vitamine A-gehalte van iets
minder dan de helft van die uit de groepen,
die tevens 10 of 15 pet lucernegroenmeel in
het ochtendvoer kregen. (Geen der dieren kon
op andere wijze groenvoeder krijgen.) Of hier
dohyfralolie aanwezig was had geen invloed.
Werd witte in plaats van gele mais gegeven
dan konden met 10 pet, lucerne niet geheel de
hoogste waarden bereikt worden.
De gehalten der levers hielden nauw verband
met de gehalten der eieren. Beide werden dus
Dat de voedingswaarde der eieren belangrijk
door het lucernegroenmeel verhoogd werd,
blijkt uit de volgende cijfers: zonder gele mais,
lucerne en dohyfral, daalde het gehalte aan vi
tamine A per dooier tot beneden 60 Hnternatio-
nale) E(enheden): bij gele mais (al of niet do
hyfral) was het ongeveer 150 I. E. Doch wan
neer bovendien lucernegroenmeel werd gege
ven steeg het tot ruim 300 L E. per dooier. De
carotine-gehalten vertoonden analoge verhou
dingen. In dit verband verdienen eieren met
hoog gekleurde dooiers de voorkeur.
De vitamine A-werkzaamheid van een ei met
veel vitamine A staat ongeveer gelijk met die
van 1 1 wintermeik. (Let wel: alleen vit A
wordt hier besproken. Red.)
In het algemeen viel het op dat de lucerne-
kippen aan het eind van de proef in beter
conditie waren dan die zonde; lucerne gevoed
De leg werd door het lucerne groenm »e I ook
gunstig geïnfluenceerd; dit trad het d ..-elijks'
aan den dag over de laatste maarden van de
proef, toen de vitamine A reserve in J- lever j
hel sterkst was afgenemeD
Het voederverbruik p
lucerne grooter dan m
de verhouding 100:92.5,
100:90 en in de beste
100:88.
Het lucerne groenmee
ties, n.L naast gele mai
dohyfralolie en ook naa
dohyfralolie. zeer goed
Uit de vitamine A-g
van geslachte kippen vo
vit A binnen enkele maanden" ungepcu i aan.i,
wanneer onvoldoende carotine en vitamine A
wordt verstrekt en dat de leg dan ophoudt.
Het is zeer gewenscht ervoor te zorgen, dat de
kippen voor het begin van den leg een flinken
voorraad van deze stoffen bezitten en 2e dat bij
gelijke voeding en productie de behoefte aan
deze stoffen bij batterij kippen kleiner is dan
bij hokkippen.
De broedresultaten van eieren van lucerne-
kippen waren ruim 20 pet. hooger dan van de
andere dieren. Bij kuikens, die bij het uit
komen stierven, was het vit. A-gehalte in de
levers van diertjes uit eieren van lucerne-
kippen ruim 2 maal zoo hoog als van nlet-
lucerne-kippen.
De broedresultaten der lucerne-eieren waren
ruim 20 pet. hooger, vnl. een gevolg van
meerdere vruchtbaarheid, terwijl de levens-
vqébaarheid dezer kuikens grooter was.
Nog in andere opzichten heeft groenmeel
groote waarde voor de vitaminevoorziening en
het biedt daardoor voordeelen boven middelen
als levertraan en dohyfral. Het kalkgehalte van
lucerne is hoog. Van de vitaminen die er in
voorkomen mogen worden genoemd: B2 (lacto-
flavine of riboflavine), C, K, E en het voor-
loopig als „grassapfactor" aangeduide principe.
Uit deze en andere in Amerika genomen)
groeven is af te leiden dat pluimveehouders
un dieren, zoowel voor productie van con
sumptie-eieren als van broedeieren, in het och
tendvoeder van leggende kippen 10 pet. kunst
matig gedroogde jonge lucerne of een gelijk
waardige hoeveelheid gedroogd jong gras die
nen te geven.
Met het bovenstaande hebben we het meest
essentieele van deze proef weergegeven. Eens
te meer blijkt hieruit dat de productie-los-van-
den-bodem zijn bezwaren in zich bergt
DE HANDEL IN HET WESTLAND
Men schrijft ons uit het Westland:
De verslagweek heeft aan de Westlandsche
veilingen weinig reden tot juichen gegeven.
Met de tomaten ging het nog wel. België ver
dween weliswaar van de exportmarkt, maar
Duitschland nam de hoofdsoorten nog grif en
tegen de vastgestelde minimumprijzen af. Het
is thans de periode van den grootsten aanvoer.
In de fruitafdeeling ging het evenwel slecht.
Druiven komen thans van week tot week meer
ter veiling en hoewel er al geruimen tijd een
overeenkomst met betrekking tot den export
van druiven bestaat, heeft men aan de uitvoe
ring nog geen gevolg gegeven. Het gevolg was
dat een groot deel van de aangevoerde export
druiven, de alicante, in het binnenland moest
worden afgezet, hetgeen, gezien de voorkeur
die het binnenland heeft voor de frankentha-
ler, tegen lagen prijs moest geschieden. De
beste alicante werd voor 3036 cent per kg
verkocht, wat voor stokdrukiven geen loonen-
de prijs. Frankenthalers waren wat duurder te
verkoopen, maar golden champion was weinig
gevraagd, zoodat het product ook niet veel op
bracht. Bij de meloenen was het weinig beier.
Nu en dan kochten de exporteurs wat goede
netten op. doch meestal moest het binnenland
den handel brengen, en omdat er voldoende
fijne suiker- en ananasmeloenen voorhanden
waren, kwamen de netmeloenen in het binnen
land niel boven de 17 c.: voor export werden
nog extra mooie verkocht tegen 2022 c. per
De groote aanvoer van perziken vond tragen
afzet, omdat elders uit de fruïteentra van het
land de pruimen en vroege appelen bij hoopen
op de markt komen. De prijzen voor goede
perziken kwamen nauwelijks boven 810 c.
per stuik uit; het gros ging voor belangrijk
minder van de hand. De betere pruimen waren
nog wel te verkoopen, maar de zeer groote
oogst, van goedkoopere soorten drukt ook hier
den prijs. De fruitmarkt is thans overvoerd
met een keur van het beste Nederlandsche
fruit; in de steden kan men voor weinig geld
zich te goed doen en wij willen deze gelegen
heid aangrijpen om het publiek tot koopen op
te wekken: nu is er de kans om het prach/tige
Nederlandsche fruit, dat door de omstandig
heden niet naar het buitenland kan gaan, voor
zeer weinig geld te koopen.
Komkommers zijn thans over het hoogtepunt
heen; spint en fusarium houden opruiming
onder de planten en daar de handel nogal
vraag hield kon de zooveel kleinere aanvoer
nog tegen stabielen prijs afzet vinden. De prij-
zijn varieerden voor alle soorten van ongeveer
3 tot 4. witte gingen nog iets duurder. De
groenten blijven redelijk verkoopbaar, al moest
b.v. bloemkool een stevige veer laten. De boo-
nen vormen hier nog de hoofdschotel en bij
den stijgenden aanvoer liepen de prijzen iets
terug. Van andijvie, sla en spinazie draaide
hier en daar een enkele partij door. Er was
wat meer aanvoer van jonge peen, en omdat
het product thans niet meer naar Duitschland
gaat ook niet meer op bestelling liepen
de prijzen achteruit. De prijs van 6.50 voor
dit product blijft echter belangrijk boven het
prijspeil van Augustus 1939.
Ontvangen boeken
Het weld ebedrij f in woord* en
beeld. Uitgave van „Het Land- en Tiun-
bouwbureau van de I. G. Farbenindustri#
a n *o Amsterdam.
in ingenieuse uitvoering ver-
erk ontvingen we weer een ge-
de laatste 32 pagina's van het
Inrichting van het weidebedrijL
is dit derde hoofdstuk nu ook com-
reeds een voor de veehouders zeer"
werk verschenen.
rzame wenken en gegevens, fraaie
waaronder gekleurde, maken deze
„t een waardevol bezit van ieder die
met het weidebedrijf te maken heeft.
De samensteller ir. C. Spaan, heeft al jaren
voor een nieuw weidesysteem geijverd en
propaganda gemaakt. Vooral nu in deze tijden
zal de groote beteekenis daarvan te meer aan
het licht treden.
Het is te begrijpen, dat in dit boek veel
over dit belangrijk punt gehandeld wordt en
nuttige raadgevingen gegeven worden.
D. J. vanderVen. In de bloeiend»
hof onzer volkscultuur. Utrecht. Het
Spectrum.
Wat uit vroeger dagen overbleef heeft in
den laatsten tijd veel belangstelling getrok
ken. Folkloristen als v. d. Ven (en anderen,
maar vooral hij) hebben daartoe krachtig
medegewerkt. Ze hebben den ouden tijd doen
herleven en de beteekenis ervan voor later
jaren en eeuwen duidelijk doen uitkomen.
Uit het oude dorpsleven is veel bijeen
gebracht in het Openlucht-Museum, een
boschpark bij Arnhem.
Over dit Openlucht-Museum vertelt D. J.
v. d. Ven in dit boekje (no. 37 van de klein-
bibliotheek Schijnwerpers). Het is vlot ge
schreven en zal zeer zeker de aandacht trek
ken en daardoor bijdragen tot kermis van het
volksche leven in oude tijden. V«-or bezoekers
van het Openlucht-Museum is het een rter
goede gids, zonder wie men lang zooveel niet
zal genieten van het vele interessante van
dat museum als onder dezen gids.
De vele teekeningen van Els van Erven
Dorens zijn bijzonder fraai. De uitgevers
hebben eer van hun werk.
Financieele Berichten
Middellandsche Zeevaart
Compagnie
De firma XVambersie wil alle
aandeelen overnemen
De Middellandsche Zeevaart Compagnie
heeft per 26 Augustus een buitengewone ver
gadering van aandeelhouders bijeengeroepen.
Het bestuur zal daarin verslag uitbrengen
omtrent den gang der zaken van de vennoot
schap en het gevoerde beheer over het eerste
halfjaar 1940 en de interim-balans en verhet
en winstrekening per 30 Juni 1940 indienen.
Verder vermeldt de agenda een voorstel tot
betaalbaarstelling van 27 Augustus 1940 a{
van een interim-dividend op aandeelen A van
3 pet. en op aandeelen B van 37 pet. (De aan
deelen zijn groot nom. 500).
Daarna komt aan de orde een voorstel tot
machtiging van het bestuur om met mede
werking van commissarissen een overeen
komst aan te gaan met het Haagsch Trustee
kantoor te 's-Gravenhage, waarbij de ven
nootschap bij genoemd trustkantoor 350,000
deponeert en haar onherroepelijk machtigt om
alle belastingen, die. over de tot 30 Juni 1948
behaalde winst en per dien datum bestaande
reserves en/of de uitdeeling daarvan verschul
digd zijn of mochten worden, definitief met
den fiscus af te wikkelen, het verschuldigde
alsmede de voor de afwikkeling gemaakte
kosten uit het gedeponeerde bedrag te betalen
en het na de definitieve regeling resteerende
saldo, na aftrek van het aan de trustee ko
mende honorarium, namens de vennootschap
uit te deelen voor 70 pet als dividend aan
aandeelhouders B en voor 30 pet. als tantièmes
aan de per 30 Juni 1940 in functie zijnd*
directie en commissarissen.
Wij teekenen hierbij aan, dat de maatschappij
in 1924 werd opgericht en zich voornamelijk
heeft bezig gehouden met het fruitvervoer (o.a.
sinaasappelen) van de Middellandsche Zee
havens, waarvoor haar schepen speciaal wa
ren ingericht Op de heenreis werden meestal
stukgoederen vervoerd. Als directie van de £m-
zetco-lijn treedt op de firma Wambersie
Zoon te Rotterdam.
Geleidelijk heeft de maatschappij haar
schepen verkocht, de twee laatste begin
van dit jaar aan de K.N.S.M. De omstan
digheden maakten een loonende vaart op
de Middellandsche Zee niet meer mogelijK.
In den loop van dit jaar is het bedrijf vrij
wel geheel geliquideerd. De activa zijn zoo
goed als geheel in contanten aanwezig.
De firma Wambersie is tot de totstandkoming
van de boven geschetste regeling bereid alle
aandeelen B, welke haar vóór 1 October 1940
worden aangeboden, na uitdeeling van het
interim-dividend van 37 pet. en exclusief het
dividendbewijs nummer 5, dat recht geeft op
een eventueel aandeel in de reserve, pari
te koopen, dus voor 500 per stuk
iger c
.TcA op den Oceaan
ïervo'
led.
ging
k wtjeid van de bemanning kon het
nan)chelen, of de een of de ander
w ihtersbazen bestemd was, zijn
n hi in schieten- Sommigen
Is dat beiden zouden omkomen,
igisch dood een aanvulling van
zou beteekenen!
61S t het aantal aangaat, ook niet
r neer tusschen de vrienden van
in Le Gros; het algemeene be-
ïra Matste had hem verschelden
>r B. oen verliezen, zoodat hij niet
d èrderheid achter zich had.
^tbraken niet op het vlot; er
eer 'A kortjans en harpoenen, maar
en 'apen was dezen mannen meer
9,vti het matrozenmes, dat ze alle-
met hadden.
-iga-^genstanders stelden zich tegen-
Heüf op in een houding, waarbij zij
Vissiiepen hun evenwicht te verlie-
kc- %en staarden elkander aan met
Fenlojaat, en hun opgeheven rechter-
•n. D het mes, welks lemmet in de
der beide partijen schaarden
ilven cirkel rond hun favorieten,
lande zon verlichtte met
deze uiterste wwiotenng.
-ge<fe haar gloeiende bol aan den
A te zakken, en beiden wierpen
enentn blik naar het westen, daar zij
de' Lt daglicht nimmermeer te zullen
e: Gi.
Utr
-eIt4lv
Hoofdstuk LXIIL
hun mes hielden hen op een afstand van
elkaar, en elk der beiden was op zijn hoede.
Toch bleven zij niet onbeweeglijk, maar zij
bleven daarbij op hun qui-vive, en probeerden
als het ware elkanders zwakke punt te ont
dekken.
Er weiden uitvallen en tegen-uitvallen
ondernomen, zonder dat er nog een druppel
bloed vloeide.
De bemanning volgde deze openingsfase
van het gevecht met hevige belangstelling:
sommigen traohtten daarbij hun favoriet met
aanmoedigende kreten aan te vuren.
Ook andere toeschouwers waren er, die op
het resultaat van den strijd met spanning
schenen te wachten, namelijk de haaien.
Men zag ze rond het vlot; hun felle oogen
verbeidden een eventueelen prooi.
De aanhangers van de beide tegenstanders
schenen geleidelijk ongeduldig te worden;
hun kreten verrieden meer en meer hun
zenuwspanning.
Vooruit, Le Grosl schreeuwden sommigen.
Vooruit, Larry, geef hem van katoen!
brulden de anderen.
Pak elkaar vast, laat zien dat je lef
hebt!, gilde de rest, die geen partij had gekozen.
Al dit geschreeuw scheen de gewenschte
uitwerking te hébben. De vijanden stortten
zich op elkander met omhoog geheven messen,
maar met naar voren gebrachten linkerarm,
die snel uitschoot, wisten zij elkanders stoot
te pareeren, en geen van beiden liep meer
dan een uiterst lichte verwonding op.
Maar dit eerste treffen had tot gevolg, dat
de ïw«e zeelui thans overprikkeld waren.
Wederom vielen zij op elkander aan, maar
ook nu brachten zij elkaar slechts schrammen
toe, oote teleurstelling van de toe
schouwde.
De woede, cue zich van hen had meester
gemaakt, en ook hun lichaamszwakte, ten
gevolge van de lange ontberingen, deed hen
onzeker zijn van bewegingen.
Toen zij voor de derde keer in handgemeen
raakten werd de worsteling echter scherper;
beiden slaagden erin, met hun linkerhand
den rechterpols van hun tegenstander te om
klemmen, waardoor zij elkanders bewegingen
wisten te verlammen.
De kamp veranderde nu van karakter; het
ging nu niet langer om vlugheid of handig
heid, maar uitsluitend om kracht; tot geen
prijs mocht de tegenstander erin slagen, zijn
gewapende rechterhand te bevrijden!
Hij die het langst wist vol te houden, zou
als overwinnaar te voorschijn treden.
Etkpnder omknellend, drukten zij zich nu
eens vooruit, traden dan weer naar achteren
en wendden daarbij hun uiterste kracht aan,
om niet op het onzekere vlak van het vlot
vasten voet te verliezen.
Weldra werd het duidelijk, dat Le Gros
begon te verzwakken; zijn Spieren waren
minder taai dan die van den Ier.
Maar, ofsohoon hij minder robuust was, hij
was listiger en veel vlugger van geest.
Stukje bij beetje had hij zijn hoofd dichter
by de borst van zyn tegenstander gebracht
en toen greep hij eensklaps, met een plotse
linge beweging, de linkermouw van zijn
tegenstander tusschen zijn tanden, de mouw
van den arm. waarmee de Ier hem eiken
aanval met zijn gewapende rechterhand on-
mogeijk maakte. Op hetzelfde oogenblik liet
de hand van Le Gros den linkerarm van
O'Gorman los en maakte hü zich van diens
gewapenden rechterarm meester, zoodat deze
geen enkele arm meer kon bewegen, doch Le
Gros nog een arm en hand had, om toe te
slaan. Maar op hetzelfde oogenblik gaf de Ier
een stevigen ruk, de oude stof van zijn buis
scheurde, en hy had zich weer uit de greep
van Le Gros bevriid
vuvrueel was daarmee weer aan den
kant van den Ier, die het geluk had de
rechterhand van Le Gros eenige malen ach
tereen ernstig te verwonden, zoodat deze zijn
mes moest laten vallen, dat tusschen tw
wyd kierende balken van het vlot terecht
kwam, en daardoor in zee verdween.
Een gebrul van woede en wanhoop liet de
overwonnene hooren, toen hy het opgeheven
wapen van O'Larry op zijn hart gericht zag.
Maar voor deze nog had kunnen toestooten,
grepen anderen zijn arm vast. en riep iemand
met een stentorstem uit:
Maak hem niet koud! Wü hebben hem
niet meer noodig, kijk ginter maar, we zyn
gered, we zyn gered!
HOOFDSTUK LXIV
De man, die op zulk een onverwachte ma
nier een einde aan dé doodelijke worsteling
had gemaakt wees naar den horizon.
De tooverwoorden: „Wy zijn gered!" had
den op de toeschouwers een onmiddelijke uit
werking, evenals op de beide vechtersbazen.
Aller blikken wendden zich in de aange
duide richting; voor een oogenblik was alle
haat verdwenen, en de Ier liet zyn tegen
stander los.
Wat is dat ginds? vroegen meerdere
stemmen, is ér land in 't zicht?
Zien jullie daarginds dan geen licht
schijn? vroeg de man met de lynxenoogen,
die het eerst deze ontdekking aan den hori
zon had gedaan. Kijk maar, daar waar de
zon ondergaat, daar zie je het: het moet het
toplicht van een schip wezen!
't Lykt er niet naar! gromde een Span
jool, niks anders dan de weerschyn van een
zonnestraal kan het wezen.
Maar een ander schreeuwde op zijn beurt:
Ik zie daarginder ook licht, maar 't is
geen toplamp, wat ik je vertel.
Toen ontdekten ze allemaal, de een na den
ander, dat de eerste spreker het by het rechte
eind had gehad, dat daar aan den rand van
den horizon inderdaad een lichtschijnsel viel
waar te nemen, maar dat het noch van een
scheepslamp, noch van een ster afkomstig
moest zijn. Eerder leek het op den gloed van
een vuur, van een scheepsfornuis
Deze laatste gedachte was voldoende om
de uitgehongerde mannen wild te maken,
omdat ze het denkbeeld aan een overvloed
van goed toebereid voedsel bij hen opriep.
Een wild geschreeuw, dat nauwlijks nog iets
menschelijks had, vervulde de lucht.
Het tweegevecht, de dingen, die daartoe
aanleiding hadden gegeven, alles week naar
den achtergrond; ieders gedachten en oogen
hingen aan den gezichtseinder, aan dat eene
glanzende punt daar heel in de verte.
Het licht, dat eerst heel zwak was geweest,
won aan kracht, en werd schitterend; een
glanzende kring omgaf het
De westerhemel werd donkerder en don
kerder, naar gelang de avond verder voort
schreed, maar in dezelfde mate stak die verre
glans duidelijker tegen den hemel af.
Meer dan ooit dachten de zeelui dat zij
een fornuisvuur van een scheepscombuis
voor zich zagen.
HOOFDSTUK LXV
Voortaan had ieder slechts nog één ge
dachte: zoo haastig mogelijk by dien veel
beloovenden lichtglans te geraken.
Reeds probeerden verscheiden matrozen het
schip te praaien, maar hun stemmen waren
zoo heesch en verzwakt dat zy weldra in
zagen, op dien afstand zich onmogelyk hoor
baar te kunnen maken.
gij waren omstreeks vijfendertig kilometer
van het begeerde punt verwijderd, maar nie
mand aan boord van het vlot gaf zich daar
van precies rekenschap, zoozeer waren zy
buiten hun doen door honger, dorst en gebrek
Een nieuwe hoop was hun intusschen in de
borst gevaren, en ieder die een riem kon
bemachtigen spande zich in, om het vlot
meer gang te verleenen. Men schoot aan het
werk met riemen, handspaken, stukken hout,
ja wat niet al, als de beweging er maar door
werd versneld. Ook op mast en zeil werd
extra gelet, en twee matrozen zorgden ervoor,
dat men scherp ln den gewenschten koers
bleef. Er was een schip in de nabyheid; het
was een zaak van leven of dood, of men dit
zou kunnen bereiken, of dat h.t wederom
uit den gezichtskring zou verdwijnen.
Het vlot kwam sneller en sneller voor
waarts, maar niemand, dien het vlug genoeg
ging. Telkens keken de roeiers om, of men
wel vorderde, en of het licht niet verdween,
in stee van duidelijker te worden. Zij ge
raakten op van hun inspanning....
Eensklaps was het licht verdwenen!
Bijna op hetzelfde oogenblik werden riemen
en roer in den steek gelaten. Waartoe zou
het inderdaad nog kunnen dienen, zich verder
af te tobben, nu men het doel niet langer in
uitzicht had?
De hemel was donker; maan noch sterren
vertoonden zich: hoe moest men zonder deze
koers houden? Ook het zeil werd aan zichzelf
overgelaten, en het vlot gehoorzaamde verder
weer aan geen anderen druk dan van den
stroom.
Opnieuw vierde aan boord van het vlot da
zwarte wanhoop hoogtij.
HOOFDSTUK LXVI.
De nacht was zoo donker als een teerton,
geiyk de Spanjaarden plegen te zeggen.
De duisternis werd nog verzwaard door
een zeer dichten mist, die geleidelijk zich
over den oceaan begon uit te spreiden, en
het vlot met zijn verloren bemanning als
een ondoordringbare sluier omhulde. Men
zag nauwelijks een me'cer voor zich uit; men
kon ternauwernood zijn naaste kameraden
ontwaren; het was alsof zy in gaas waren
gewikkeld.
De scherpe, bijtende honger bracht de ge
sprekken weer terug naar het onderwerp
dat voor het tevoorschijn komen van het
licht aan de orde was geweest, namelijk d«
afschuwelyke vraag: „Wie moet er nu ster
ven?"
De meerderheid was van oordeel, dat Le
Gros en Larry O'Gorman het afgebroken
gevecht dienden te hervatten. Weliswaar
verhinderde de nachtelijke duisternis, dat zij
dit onmiddellijk zouden doen, maar zoo gauw
de dag aanbrak zou dat dan toch moeten
gebeuren.
(wordt vervolgd»